FYSIOTHERAPIE
Revalidatie na operatie aan de buigpezen van de vinger BEHANDELING
Revalidatie na operatie aan de buigpezen van de vinger U hebt een operatie aan de buigpezen van uw vinger ondergaan. Voor een goed herstel is het belangrijk om meteen en op een verantwoorde manier met uw vinger te gaan oefenen. Uw fysiotherapeut zal u steeds uitleggen hoe u dit het beste kunt doen. In deze folder kunt u alles nog eens nalezen. Er staat ook in hoe lang de revalidatie ongeveer zal gaan duren. Na een verwonding of een operatie kan dit mechanisme van bewegen en glijden aangetast worden.
De buigpezen Door elke vinger lopen aan de zijde van de handpalm twee buigpezen. We spreken bij de vinger van de zogenaamde oppervlakkige en diepe buigpees, omdat de eerstgenoemde pees deels over de andere loopt (zie ook afbeelding hieronder). Beide pezen worden in de vinger omgeven door een peeskoker.
Littekenweefsel Zoals u misschien wel weet, ontstaat na een verwonding altijd in meer of mindere mate littekenweefsel. Door de vorming van littekenweefsel in de vinger kunnen veel problemen ontstaan. Er kunnen verklevingen tussen de oppervlakkige en diepe buigpees ontstaan. De buigpezen kunnen ook verkleefd raken aan de koker eromheen. Deze verklevingen kunnen het verschuiven en verglijden van de pezen belemmeren. Daardoor kan de vinger niet meer volledig gebogen of gestrekt worden. Om deze problemen zoveel mogelijk te voorkomen is het goed om zelf zo actief mogelijk te zijn tijdens uw revalidatieperiode.
Om de vinger goed te kunnen buigen, is het belangrijk dat de pezen goed ten opzichte van elkaar kunnen verschuiven. Zij moeten ook soepel door de peeskoker kunnen glijden.
1
Revalidatie De hele revalidatieperiode duurt ongeveer drie maanden. Deze drie maanden worden verdeeld in drie periodes: 1. eerste periode: van 0 tot 4 weken na de operatie 2. tweede periode: van 4 tot 8 weken na de operatie 3. derde periode: van 8 tot 12 weken na de operatie In elke periode zult u andere oefeningen moeten doen. Uw fysiotherapeut zal u duidelijk uitleggen welke oefeningen dit zijn. In principe vindt uw revalidatie plaats op de afdeling Fysiotherapie.
In deze eerste periode mag u de geopereerde vinger nog niet zelf buigen, omdat de gehechte pees dan weer los kan scheuren. Wel is het van belang om in de spalk zelf de vinger te strekken, omdat bij het strekken de buigpezen zich juist ontspannen. Er wordt dan geen kracht op de pezen uitgeoefend.
Eerste periode Na de operatie wordt binnen 5 dagen een spalk gemaakt door de ergotherapeut. Vanaf dit moment kunt u in de spalk met de oefeningen beginnen. Het is belangrijk onmiddellijk met de oefeningen te beginnen om het ontstaan van verklevingen zoveel mogelijk te voorkomen. De vinger is verbonden met de spalk via een elastiekje; dit elastiekje is door middel van een hechting vastgemaakt aan de nagel. Op deze manier wordt de vinger vanzelf gebogen.
In deze periode moet u de vinger ieder uur minimaal 20 keer tegen de weerstand van het elastiekje strekken. Het is vooral belangrijk dat het tweede vingerkootje helemaal gestrekt wordt. Als dit niet goed lukt, dan dreigen er verklevingen te ontstaan rondom het gewricht, waardoor dit niet helemaal meer gestrekt kan worden. In de praktijk blijkt dat deze bewegingsbeperkingen erg moeilijk te behandelen zijn. Uw fysiotherapeut zal u specifieke oefeningen leren om deze bewegingsbeperkingen tegen te gaan.
2
Tweede periode Na ongeveer vier weken wordt de spalk verwijderd en kunt u de vinger actief gaan buigen. De gehechte pees is echter nog niet zo sterk; u mag de vinger niet met kracht buigen!
Uw fysiotherapeut zal aangeven hoe vaak u de oefeningen uit moet voeren. Naast het oefenen mag u langzaam maar zeker weer beginnen met het uitvoeren van de normale dagelijkse activiteiten.
Derde periode In deze laatste periode van de revalidatie gaat het er om het krachtsverlies in de vinger weer volledig te herstellen. U kunt nu oefeningen gaan doen met putty (dit is een soort elastische klei). Uw dagelijkse activiteiten kunnen worden uitgebreid en u kunt uw werk eventueel hervatten.
In deze tweede periode moet u ook weer ieder uur oefenen, in totaal per uur 10 minuten. Later in deze periode kunt u de buigoefeningen uitbreiden. U moet proberen elk vingerkootje afzonderlijk te buigen en te strekken volgens de oefeningen die hieronder staan afgebeeld. Daarnaast is het maken van verschillende vuisten (zie afbeelding hieronder) een belangrijke oefening. U begint met de vingers volledig te strekken en vanuit die stand buigt u de vingers naar de verschillende vuiststanden toe.
Tot slot Als u na het lezen van deze brochure nog vragen hebt, stelt u deze dan gerust aan de behandelend fysiotherapeut. Wij wensen u een voorspoedig herstel en veel succes in uw revalidatieperiode toe. Medewerkers afdeling Fysiotherapie.
3
St. Antonius Ziekenhuis T 088 - 320 30 00 E
[email protected] www.antoniusziekenhuis.nl
Spoedeisende Hulp 088 - 320 33 00 Fysiotherapie 088 - 320 77 50
Locaties en bezoekadressen
Ziekenhuizen
Poliklinieken
St. Antonius Ziekenhuis Utrecht Soestwetering 1, Utrecht (Leidsche Rijn)
St. Antonius Polikliniek Utrecht Overvecht Neckardreef 6, Utrecht
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein Koekoekslaan 1, Nieuwegein
St. Antonius Polikliniek Houten Hofspoor 2, Houten St. Antonius Spatadercentrum Utrecht-De Meern Van Lawick van Pabstlaan 12, De Meern
4
Meer weten? Ga naar www.antoniusziekenhuis.nl
FYS 07/06-’13
Dit is een uitgave van St. Antonius Ziekenhuis