HD / YC / LD / GE
Memories van een wereldreiziger in een glazen kastje
ZATERDAG 29 DECEMBER 2012
Toen was smaak heel gewoon... met Sjoerd Pleijsier
18
4
Dyanne Beekman struint door tv-garderobe
20
Speciale editie Anita's credo: Tel je zegeningen en leef bewust Ondanks beperking je droom achterna Ferry Breedveld en de triomf van de wetenschap
Gasthoofdredacteur Anita Witzier
Reuma, wij?
ZATERDAG 29 DECEMBER 2012
Vrij geeft weg SchEef is een prachtige, semiautobiografische jeugdroman van Marlies Allewijn over een 14-jarig meisje met reuma. Eef heeft één grote passie en dat is dansen. Wanneer ze met haar ouders naar een nieuwe stad verhuist, kan ze eindelijk gaan dansen bij haar favoriete dansschool DUYD (Dance Until You Drop). Het schooljaar begint
meteen goed: ze maakt nieuwe vriendinnen en wordt verliefd op Tim. En hij gelukkig op haar! Maar dan voelt ze ineens overal vage pijntjes. Ze komen en gaan op de raarste momenten. Na veel onderzoeken blijkt dat Eef jeugdreuma heeft. Haar leven staat op zijn kop. Kan ze nog wel dansen? En wat moet Tim met een kreupele?
Heel trots en erg blij Zou jij het, als ambassadeur van het Reumafonds, leuk vinden om eenmalig gasthoofdredacteur te zijn van een Goede Doel bijlage? Mijn eerste reactie is: ‘Ja, wat leuk!’ omdat het te gek is dat we als fonds op deze manier zoveel aandacht kunnen krijgen. En daarna: ,,Ojee! omdat een krant maken tijd vreet én ik nul en generlei kaas heb gegeten van het krantenvak. Dus hoe…!?? Gelukkig stelt de tweede helft van de mail me gerust: ,,… is een uitgave van HDC Media, ….” Wacht even, HDC Media, dan krijg ik dus te maken met doorgewinterde krantenmakers? Met mannen en vrouwen die van wanten weten, die creatief zijn, die van de hoed én de rand weten? Dat zijn dus mannen en vrouwen die van drukinkt drómen!
In dát geval: Gráág, want wat een uitdaging en wat een kans! Dat was einde zomer 2012 en nu ligt ‘ie voor u, deze bijlage. Je zou het een klein wonder kunnen noemen. Vergelijk het met het bereiden van een driesterren recept zonder ervaring in de keuken te hebben. Al die verschillende ingrediënten die door de chefkok zodanig bij elkaar worden gebracht dat er op het ‘moment suprême’ een harmonieus doch verrassend eindresultaat op het bord ligt. Voorwaar geen kinderspel: zes, zeven agenda’s bij diverse gelegenheden op elkaar afstemmen, de lay-out bepalen, welke cover, wie doet wat, wanneer is de deadline en foto’s, steeds weer die foto’s… en heel veel meer. Maar het was vóóral een leuk en
VRIJ
Marlies Allewijn (34) is freelance (tv-)programmamaker. Sinds haar 12de heeft ze reuma. Vrij mag tien exemplaren van haar boek weggeven. Belangstelling? Iedere abonnee maakt kans! Surf naar www.vrij-magazine.nl. Namen van winnaars staan volgende week op de site van de krant. Zij krijgen hun boek toegestuurd.
leerzaam proces waar ik erg veel plezier aan heb beleefd; veel van wat ik bijzonder, interessant, mooi en waardevol vind, is aan bod gekomen. Het is een mooie mix geworden van informatieve reportages, leuke foto’s, persoonlijke interviews en inkijkjes. Dus ja, ik ben er trots op én ik word er blij van. Maar zoals ik al zei, geen kinderspel, dus grote dank aan het Reumafonds en alle redactieleden van deze bijlage; zij hebben me gestuurd, begeleid en geïnspireerd. Ik hoop van harte dat wat u leest en ziet ook ú blij maakt en inspiratie biedt voor het nieuwe jaar, waarvoor ik u alle goeds toewens.
Anita
4
3
Inhoud
Anita’s eigen memories
6 8
Knokken om droom waar te maken
Hulphond die deuren opent
11
Pubers met reuma willen niet zielig zijn
12
Geen tranen voor de camera
14
Altijd twijfel bij harpist Remy van Kesteren
16 17
Liever gezond lijf dan dure lippenstift
Aan de wieg van de reumarevolutie
18
Onafscheidelijk achter het fornuis
20 22
Dyanne Beekman haalt alles uit de kast
De strijd voor beter leven zonder pijn
Onder leiding van Anita Witzier brainstormt de redactie over de invulling van de Goede Doelbijlage.
Colofon Deze speciale bijlage wordt uitgegeven door HDC Media en verschijnt in een oplage van ruim 300.000 exemplaren bij de volgende kranten: De Gooi- en Eemlander, Haarlems Dagblad/ IJmuider Courant, Leidsch Dagblad en Noordhollands Dagblad. De opbrengst van de advertenties gaat naar het Reumafonds. Gasthoofdredacteur: Anita Witzier Adjunct-hoofdredacteur: Hugo Schneider Redactie: Ad Heesbeen (chef), Laura Heerlien, Peter Lodewijks, Marja van Spaandonk, Mirjam van Twisk, Jan Vriend, Tessa de Wekker, Anneke Wijsman, Agnes Zuiker. Met medewerking van Lianne Kraak en Tanja Hoetjer (Reumafonds) Vormgeving: Peter van den Elshout Cover: Anita Witzier en Richelle van der Koppel Coverfoto: Studio Kastermans Coördinaties advertenties: Ferdinand van de Grootevheen Advertentieverkoop: HDC Media Redactie Vrij, Postbus 2, 1800 AA Alkmaar, 072-5196265 e.mail:
[email protected] 072-5196398 e.mail:
[email protected]
Zij ook Wat vertel je me nu? Nee, dat kan niet waar zijn. Zij, ook? Weet je het zeker? Ja, ik weet het zeker. Ook onze gasthoofdredactreur heeft een vorm van reuma. Moeilijk te geloven, maar toch waar. Ze voldoet op geen enkele manier aan het stereotype beeld van een kromgebogen, ouwelijke dame met een van pijn vertrokken gezicht. Nee, Anita Witzier is de hardwerkende, vlotte, mooie, elegante koningin van het televisiescherm. Maar wel reuma. Anita Witzier is de personificatie van o, zo veel vrouwen,
mannen en kinderen die, ondanks hun klachten, midden in het leven staan. Van wie je het niet zou denken, omdat je het niet één, twee, drie kunt zien. Maar dat betekent niet dat de ziekte er niet is. Of dat er geen aandacht meer aan besteed hoeft te worden. Met Anita Witzier heeft het Reumafonds een geweldige ambassadeur en wij - als redactie - een ideale gasthoofdredacteur. Zij is in twee opzichten ’ervaringsdeskundige’. Ze weet wat reuma voor mensen betekent en als programmamaakster is ze zeer bedreven in het vertalen van een inge-
wikkeld thema naar een groot publiek. Anita is dus veel te bescheiden als ze - hierboven - in haar voorwoord zegt dat het verschijnen van deze bijlage een klein wonder is. Het overleg met haar over de inhoud liep van een leien dakje. Ze zat vol goede en uitvoerbare ideeën. Het was, kortom, een feest om met deze kordate en nuchtere hoofdredacteur samen te werken. Ik hoop dat u over deze bijlage net zo enthousiast bent als wij. Hugo Schneider adjunct-hoofdredacteur
ZATERDAG 29 DECEMBER 2012
4
VRIJ
Persoonlijk
Uit elk land een dierbare herinnering
ZATERDAG 29 DECEMBER 2012
Even foto’s kijken? Veel reizigers bewaren vergezichten en romantische doorkijkjes uit landen die ze ooit hebben bezocht. Anita Witzier niet. Zij koestert kleine snuisterijen. Overal waar ze op de wereld was, kocht ze een herinnering. Ze bewaart ze in een glazen kastje in haar woonkamer: haar persoonlijke museumpje. Een fotoalbum, maar dan anders. Even kijken? Tekst: Jan Vriend Foto's: Studio Kastermans
Ingelijst afscheid ,,Hier kijk je naar de achterkant van een schilderijtje. Ik kreeg het cadeau in Brazilië, als afscheidspresentje van de ploeg waarmee ik mijn reisprogramma voor Veronica had gemaakt. Met die jongens ben ik in de loop der jaren echt de halve wereld over gevlogen. Vlak voor mijn overstap naar de KRO zaten we in Zuid-Amerika. Het was 1996. Na een tocht door Bolivia hadden we nog een klus in Brazilië waar we in een klein kroegje terechtkwamen. Daar hing dit schilderijtje. Op de voorkant staat een zonsondergang, maar de achterkant is minstens zo interessant. Daarop staat een liefdesverklaring van de kunstenaar aan zijn minnares. Kleurige letters voor een kleurrijke vrouw. Toen ik even uit het zicht was heeft de producer het van de kroegbaas gekocht. Die avond kreeg ik het cadeau van de jongens. Het herinnert me aan mooie en avontuurlijke jaren met een stel geweldige collega’s.’’
Anita’s eigen memories
Méér dan een collega Nu gaan we even smokkelen. Want mogen we haar partner Michel een reisherinnering noemen? Vooruit: een beetje. Een herinnering van de reis door het leven, dan. Want tijdens de studio-opnamen van ’Memories’ merkte Anita hoe leuk ze hem vond. Het was in de tijd dat hij producer was van het programma. Hij ging niet mee op reportage, maar hun samenwerking had iets speciaals. ,,Eerst vond ik hem intrigerend, maar verder niks. En hij zag mij eerst ook niet zitten. Dat heeft meer dan een jaar geduurd. Tot die ene keer bij me thuis. We hadden gezoend. Ik zei: ’nu is het wat tussen ons of het is niks. We gaan niet als collega’s in het vage lopen rommelen.’’ Het werd dus wél wat. ,,Gelukkig maar, want hij is héél leuk. Hij heeft gevoel voor humor en hij is lief en zorgzaam. Niet alleen voor mij, maar ook voor mijn kinderen. Helaas is hij ook stronteigenwijs. Denk dus vooral niet dat hij zich door mij laat ringeloren.’’ Daar komt nóg iets bij: ,,Ik vind hem ook fysiek aantrekkelijk en sexy en zo.’’ Michel is twee dagen per week bij zijn dochter in Amsterdam en woont de rest van de week bij Anita en haar kinderen in Blaricum. ,,We hebben hetzelfde levensritme van vroeg opstaan, intensief je dag benutten met werken, sporten en eten met vrienden. Dankzij Michel ben ik ook vertrouwd geraakt met honden en wandelen. En dankzij mij heeft hij leren genieten van een goed glas wijn en lekker eten.’’
5
Persoonlijk
Waardig India ,,Dit kleine beeldje komt uit India. Daar was ik voor het KRO-programma ’En hier slapen jullie’, waarvoor Nederlandse gezinnen gingen logeren bij families in verre vreemde landen. India is een krankzinnige samenleving. We kwamen terecht in Mumbay, waar miljoenen mensen door elkaar lijken te krioelen. Het stinkt er, het is er vies, mensen slapen er op straat en het verschil tussen arm en rijk is gigantisch. Vanuit mijn hotelkamer zag ik zwervers op de stoep liggen, terwijl ik verderop het duurste huis ter wereld kon zien, met twintig verdiepingen aan luxe voor vier bewoners. Ongelooflijke taferelen. En toch heb ik me daar geen moment onveilig gevoeld.’’ ,,De mensen aan de basis in India zijn vaak straatarm, zeker naar onze maatstaven. Maar armoedig zijn ze niet. Godsdienst, waardigheid en filosofie lijken daar tot alle bevolkingsgroepen te zijn doorgedrongen. Die traditie en die wijsheid maken dat ze daar veel respect hebben voor anderen. In die zin is het een samenleving waar we hier veel van kunnen opsteken.’’ ,,Het beeldje kocht ik in een klein winkeltje in een drukke volkswijk. Het symboliseert de Indische God van de vruchtbaarheid. Voor een moeder is zo’n God natuurlijk een dierbare vriend.’’
Over liefde en leven Dit keppeltje is een aandenken aan een uitzending van ’Memories’, van zestien jaar geleden. De opnamen waren in Israël, waar hoofdpersoon Marieke in haar jonge jaren in een kibboets had gewerkt. ,,Daar was ze ontzettend verliefd geworden op een Israëlische jongen’’, vertelt Anita. ,,Elke dag waren ze samen. Ze werkten met elkaar en woonden met elkaar. Het was echt een diepgewortelde liefde geworden met de belofte dat ze altijd bij elkaar zouden blijven. Toch moest ze op een gegeven moment weer terug naar Nederland. Voor even, was de bedoeling. Maar het betekende het einde van hun liefde.’’ ,,Het lukte ons om die jongen op te sporen, maar hij wilde absoluut niet meewerken aan de ontmoeting. Hij was een orthodoxe jood geworden en had zijn verleden compleet gewist. Over en uit. Voor Marieke was het heel verdrietig. Bij haar zag je een dierbare herinnering veranderen in een kille afwijzing en een koele ontkenning van wat er was geweest. Gelukkig is ze een sterke vrouw die er goed mee kon omgaan. Om de pijn te verzachten hebben we bij de kibboets een boom geplant, zodat er op die plek toch iets moois tot bloei kon komen.’’ ,,Later heb ik in Jeruzalem dit keppeltje gekocht, als herinnering aan deze uitzending, maar ook als herinnering aan het land. Want Israël heeft voor mij altijd een bijzondere betekenis. Als kind uit een protestants nest ken ik veel plaatsnamen en de Bijbelverhalen die er zich hebben afgespeeld. Tijdens deze reis ben ik ook naar de Klaagmuur geweest. Ik was toen zwanger van mijn dochter. Met een briefje dat ik in de muur verstopte vroeg ik of ze gezond en wel ter wereld mocht komen. Het werkte. Met Julia kwam alles goed.’’
VRIJ
Tóch op dezelfde golflengte ,,Dit radiootje heb ik gekocht in Kaapstad, waar we met een ploeg opnamen maakten voor ’Memories’. De hoofdpersoon was een wat norse, stille man. Toen ik hem voor het eerst zag, leek er een hek om zijn gevoel heen te staan. Hij vertelde dat hij als kind in Zuid-Afrika had gewoond en dat hij nog altijd terugdacht aan zijn jeugdliefde daar. Het was een liefde die maar bleef knagen. Eerst dacht ik dat ik niet tot hem kon doordringen. Ik was bang dat ik de verkeerde vragen zou stellen of dat hij dicht zou klappen. Maar toen we op de plekken kwamen waar het zich had afgespeeld, kwam hij los. En na een paar gesprekken gaf hij zich helemaal bloot en hadden we elkaar in het hart gesloten. Ik leerde ervan om geduld te hebben en iemand gewoon te nemen zoals hij is.’’ ,,Het radiootje is gemaakt van losse rommeltjes die door inventieve Afrikanen in elkaar zijn gezet. Ik vind het wel symbolisch voor de veerkracht van Zuid-Afrika en voor het verloop van de reportage. Want ondanks alle ellende in de townships, kom je er steeds mensen tegen met hoop en verwachtingen. In die zwarte wijken wonen ze in hutjes met lekke daken van golfplaten, maar de kerkjes zitten vol met mensen die erop rekenen dat het morgen allemaal beter wordt. Gelukkig maar, want zonder hoop ben je nergens.’’
Betoverd door het andere Ooit geweten dat er een heksenwijk is in La Paz? Anita hoorde het in de Boliviaanse hoofdstad. Niet om bang van te worden, hoor. ,,Als je zo’n beeldje koopt met daaromheen gekleurd touw of een flesje met een lamafoetus hou je de boze geesten op afstand, vertelden ze me. Die raad heb ik meteen maar opgevolgd. Je weet maar nooit…!’’ Ze was in Zuid-Amerika voor het KRO-programma ’En hier slapen jullie’. ,,We volgden Monica en Leen uit Zuid-Holland die een tijdje met hun kinderen bij een familie in Bolivia gingen wonen en werken. Monica had in Nederland een geregeld leven en een vast omlijnd bestaan. Haar huis zag er brandschoon uit en hun hele bestaan verliep volgens een min of meer vast ritme.’’ ,,In Bolivia kreeg ze de klap van haar leven te verwerken. Ze kwamen in de rimboe terecht. Ze moesten er slapen op een zoldertje vol ongedierte, het was behelpen met eten en douchen en alles liep anders dan ze hadden gedacht. De kinderen pasten zich snel aan, maar we waren bang dat Monica helemaal gek zou worden. Daar leek het ook op, toen ze geconfronteerd werd met de gebrekkige hygiëne en de primitieve levensstijl. Maar in de loop der tijd kwam ze los en vond ze het ook wel prettig om alle Hollandse verwachtingen en verplichtingen achter zich te laten. Zo knap! Er ging een nieuwe wereld voor haar open en daar is ze tot de dag van vandaag heel dankbaar voor. Voor mij is dat ook de kern van reizen: dat je proeft van een ander bestaan en daarmee je eigen leven extra kleur geeft.’’
ZATERDAG 29 DECEMBER 2012
6
ZATERDAG 29 DECEMBER 2012
Vrijwilliger Hans Rotering …is betrokken bij het Reumafonds omdat: VRIJ
,,Mijn dochter Sabine sinds vier jaar reuma heeft. Ik ben toen gevraagd om te collecteren. Omdat de ziekte zo dichtbij kwam, heb ik dat gedaan. Daarna ben ik de jaarlijkse collecte in een deel van Purmerend gaan organiseren.’’ Elk jaar is in maart de collectie. In december beginnen voor mij de voorbereidingen. Elke wijk heeft een coördinator en daar zoek ik contact mee. We benaderen de collectanten. Met het Reumafonds heb ik contact over de bussen, stickers en formulieren. Elk jaar evalueren we. Zo hebben we goed naar de wijken gekeken. Wie wonen er? Wanneer kunnen we het beste langsgaan? Oudere mensen doen ’s avonds na zessen de deur niet
meer open, maar jonge mensen zijn daarvoor nog niet thuis. Door hier naar te kijken, hebben we ons bereik vergroot. Elk jaar stijgt onze opbrengst.’’ ,,Met de opbrengst van de collecte wordt onderzoek gefinancierd. Dat is zo belangrijk. Tien jaar geleden kon je met reuma in een rolstoel belanden. Nu niet meer. Dat komt door betere behandelingen. Bij elke patiënt is de zoektocht naar de juiste medicijnen lang. Mijn dochter injecteert zichzelf nu met biologicals, dat zijn speciale ontstekingsremmers. Daar heeft ze baat bij, maar er moet meer onderzoek gedaan worden naar de effecten op lange termijn. Daarom zet ik mij in voor het Reumafonds.’’
Professor Berent Prakken… is betrokken bij het Reumafonds omdat: ,,Het fonds deels mijn onderzoek naar jeugdreuma financiert. Ik ben kinderreumatoloog bij het UMC Utrecht en samen met collega’s uit Canada, Italië, de VS en GrootBrittannië hebben we UCAN opgezet, een internationaal netwerk voor jeugdreuma-onderzoek. Vorig jaar heeft het Reumafonds hier een miljoen euro aan bijgedragen.’’ ,,Jeugdreuma is een tamelijk zeldzame ziekte, het treft zo’n 3000 kinderen in Nederland. Daarom is het belangrijk dat wetenschappers over de hele wereld samenwerken. ’’ ,,Onderzoek naar jeugdreuma is ontzettend belangrijk, omdat het anders is dan reuma bij volwassenen. Slechts
tien procent van de kinderen met reuma kan een vergelijkbare behandeling krijgen als volwassenen. Bovendien zijn kinderen in de groei. Ontstoken gewrichten kunnen dan vergroeien. Ook weten we nog niet wat de gevolgen van medicijngebruik bij kinderen op lange termijn zijn. We mogen van de wet geen medicijnen op kinderen testen. Maar omdat kinderen door de wet zo goed worden beschermd, beschermen we ze eigenlijk niet. Aan hun medicijnen worden minder strenge eisen gesteld dan aan die voor volwassenen. Als we als samenleving een denkomslag kunnen maken, ben ik ervan overtuigd dat we jeugdreuma de wereld uit kunnen helpen.’’
Pijn bij een reumatische aandoening kan een leven flink beïnvloeden. Maar bij de pakken neer zitten, dat doen veel mensen met reuma niet. Ondanks hun beperkingen maakten fotograaf Vincent Mentzel, schoonheidsspecialiste Marente van Vliet en Claire Ansems hun droom waar.
’Bikkel’ kno kt en maakt haar droom waar
Teksten: Tessa de Wekker
igenlijk wilde Marente van Vliet dierenarts worden. Die droom spatte door haar reuma uiteen. Haar tweede favoriete beroep, schoonheidsspecialiste, liet de 24jarige zich niet afnemen. Ondanks tegenslagen, pesterijen en docenten die haar niet wilden helpen, haalde ze haar diploma. Een jaar geleden opende ze haar eigen salon Puuur. ,,Ik moest maar een button op doen waar ‘reuma’ op stond’’, vertelt Van Vliet over haar tijd op school. ,,Dan konden ze tenminste zien dat ik wat had.’’ Ze haalt wat handdoeken van de behandelingsstoel af. Ze moeten vanavond mee om te worden gewassen. Dan gaat ze zitten in de ontvangstruimte van haar nieuwe salon in Woerden. Een frisse omgeving waar iedereen direct tot rust komt. Ook Marente zelf. Ze kan nog boos worden als ze aan haar schooltijd terugdenkt. ,,Ik was zeventien en werd in eerste instantie niet eens toegelaten tot de opleiding. Ze waren bang dat ik het slagingspercentage naar beneden zou halen.’’ Anderhalf jaar later slaagde de Woerdense met louter achten en negens.
Leren leven met de pijn
N
elson Mandela, koningin Beatrix, Mohammed Ali. Welke grootheid kreeg Vincent Mentzel niet voor zijn lens? De fotograaf reist al meer dan veertig jaar de hele wereld rond om de mooiste platen te schieten. De pijn in zijn nek en schouders negeerde hij lange tijd. Dat zou immers wel komen door het sjouwen met die zware camera’s? Vijf jaar geleden bleek Mentzel artrose te hebben. ,,Bij ziektes schieten mensen altijd in de kramp’’, zegt Mentzel, terwijl hij een kopje koffie uit zijn espressoapparaat tovert. Hij gaat zitten aan de grote eettafel in zijn gezellige Rotterdamse woonkamer. Aan de muur hangt kunst, en natuurlijk ontbreken foto’s niet. Een grote plaat van een Chinese marinier uit de jaren 70 hangt boven de bank. Mentzel reisde sinds 1973 zo’n tien keer naar China. ,,Reuma is niet besmettelijk, je ziet het niet eens aan me. Ja, af en toe vraagt iemand of ik een stijve nek heb. Nee, artrose, zeg ik dan. ,,Kijk, ik ben gewoon de lul. Maar ik ben de pijn gewend.’’ Hij haalt zijn schouders op. Lacht, en vertelt een verhaal uit het begin van zijn carrière. ,,Een collega-fotograaf, een boom van een vent trouwens, waarschuwde me. Hij liep zelf altijd gebogen. Hij zei: dat krijg jij later ook. Dus toen ik last kreeg, dacht ik dat dat van die camera’s en tassen kwam.’’ Regelmatig liep hij er met drie om zijn nek. Niet zo vreemd dat alles stijf en pijnlijk werd. Tot het echt te erg werd en de moeder van
het beste vriendinnetje van zijn dochter zei dat hij maar eens langs moest komen in het ziekenhuis. Ze, Angelique Weel, is reumatoloog en al vrij snel kwam het hoge woord eruit: artrose.
Op de been Niet dat die diagnose zijn leven veranderde. Mentzel hield veel te veel van zijn werk. Hoewel lichamelijk steeds zwaarder, hield zijn werk als fotograaf hem ook op de been. ,, Als je een rotbaan hebt, dan ga je misschien eerder naar de bedrijfsarts en laat je je afkeuren. Ik heb me nooit ziek gemeld.’’ Mentzel had al met de pijn leren leven, ver voor bleek wat de oorzaak ervan was. ,,Het sluipt erin, dus langzaam verander je dingen, zodat je toch door kan gaan.’’ Hij loopt de trap op naar zijn werkkamer. Achter zijn bureau hangt een
Paspoort Wie: Vincent Mentzel Leeftijd: 67 Wat doet hij: Fotograaf. Tot zijn 65e werkte Vincent Mentzel voor NRC Handelsblad. Won de World Press Photo in 1973, maakte het portret van Beatrix dat model stond voor de postzegel en werd in 2007 geridderd in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Na zijn pensioen verscheen er een boek met zijn beste werk ’Foto Vincent Mentzel’. Tegenwoordig is Mentzel freelancer.
foto van zijn dochter (13) naast die van koningin Beatrix. Op tafels en op de grond staan dozen en liggen stapels foto’s. In kasten aan de muur staan mappen met nog veel meer archiefmateriaal. De meeste foto’s zijn zwart-wit. Indringende platen van Joop den Uyl en Isabella Rossellini, verderop een tafereel uit de Elfstedentocht van 1985. Honderdduizenden foto’s heeft Mentzel gemaakt. Een deel is ondergebracht in de collectie van het Rijksmuseum. ,,De rest moet ik nodig uitzoeken’’, zegt hij grijnzend. ,,Ik ben bezig alles te digitaliseren, maar dat schiet nog niet echt op.’’
Druk Want ondanks zijn pensioen is Mentzel een druk man. Fotograferen is zijn leven, naast zijn nog jonge gezin. ,,Mijn meiden (zijn vrouw en dochter, red.) houden me jong. Mijn dochter moet elke dag naar school, dat brengt structuur. Bovendien heb ik nu eindelijk tijd voor leuke klussen die ik vroeger bij de krant nooit kon doen.’’ Hij maakt foto’s voor het Scapinoballet, fotografeert mensen met een handicap voor de Zonnebloem en begint binnenkort aan een boek over veertig jaar China. De artrose zal Mentzel niet tegenhouden, al houdt de Rotterdammer er de laatste tijd wel rekening mee. Hij slikt ontstekingsremmers, probeert stress te vermijden en gaat regelmatig naar de fysio. ,,Hij zorgt er met zijn magische handen voor dat ik een paar dagen een prettig gevoel heb. Kan ik ook weer eens een boodschappentas aan de linkerkant dragen. Weet je, alles doet het nog aan me, dus ga ik door.’’
E
A
Eigen tijd indelen Foto: Nancy Tulner
Wie: Marente van Vliet Leeftijd: 24 Wat doet ze: schoonheidsspecialiste. Opende vorig jaar met hulp van de Bart de Graaff Foundation haar eigen salon Puuur in Woerden. Knokte zich eerder op pure wilskracht door de opleiding tot schoonheidsspecialiste heen.
Aan de andere kant, als ik gezond was geweest, maar had mijn arm gebroken, had ik er ook een tijd uitgelegen.’’
Startkapitaal De Bart de Graaff Foundation bood de oplossing. Van Vliet werd gekozen tot Bikkel 2011 en kreeg naast hulp met het starten van een onderneming ook een startkapitaal. Een jaar is ze nu open en het gaat goed. Ze plant haar eigen werktijden, zorgt dat ze niet meer dan drie klanten achter elkaar heeft. ,,Dan neem ik een middagpauze en ga later weer verder. Of ik doe tussendoor de administratie. Ik doe alleen gezichtsbehandelingen en –massages en visagie’’, zegt ze. Hoewel sommige klanten weten dat ze reuma heeft, merken ze er niets van. ,,Ze zeggen juist dat ik zoveel kracht in mijn vingers heb.’’
Foto: Hedske Vochteloo om deze droom wel waar te maken.’’ Nadat ze haar diploma had gehaald ging ze aan de slag bij salons in Woerden en Den Haag. Dat ging goed, tot bleek dat ze veel te veel van haar lichaam vroeg. Ze deed lichaamsbehandelingen, werkte hele dagen, moest vaak de trap op en af en sleepte met een ontharingsapparaat van 80
kilo. ,,Je werkt in een team, dan ga je niet zeggen dat je iets niet kunt.’’ Te laat kwam Van Vliet erachter dat ze dat beter wel had kunnen doen. Ze zat anderhalf jaar in de ziektewet. Een verschrikking, noemt ze die periode. ,,Je voelt je een mislukking.’’ Haar hond Ted, met wie ze toen het wat beter ging wandelingen
maakte, en de droom van een eigen salon hielpen Marente er bovenop. Terwijl ze thuis zat schreef ze een ondernemingsplan en ging ze naar banken voor een financiering. ,,Natuurlijk kreeg ik die niet. Het was crisis, dus banken deden sowieso al moeilijk. Bij mij helemaal. Logisch ook wel, want het is een risico.
Claire Ansems kent haar grenzen l sinds haar negentiende weet Claire Ansems één ding zeker: ze is ondernemer. Vroeger had ze een restaurant en een café in Haarlem. Sinds negen jaar is ze eigenaar van KEMPE& Interieurontwerp. ,,Ik heb het geluk dat ik van mijn hobby mijn beroep heb kunnen maken.’’ Gelukkig maar, want werken in de horeca met reumatoïde artritis (RA) was lastig geweest. ,,Wil je thee?’’ Ansems schenkt twee glazen vol. Dan gaat ze zitten op haar ergonomische stoel. Het is de enige aanpassing die ze heeft gedaan in haar kantoor vlakbij de Haarlemse binnenstad. En zo groot is die aanpassing ook weer niet, want de stoelen zitten gewoon hartstikke lekker. ,,Ik ben nog op zoek naar een goede ergonomische muis. Mijn wijsvinger doet het niet goed meer. En mijn middelvinger begint ook moeilijk te doen. Ik werk één voor één mijn vingers af’’, zegt ze.
Zeven jaar geleden werd bij Ansems RA geconstateerd. Ze vindt haar reuma geen beperkende factor. ,,Ik kan op de bouw lopen, ik kan tekenen. Ik hoef niet zelf te
7
Paspoort
Klap Op haar derde werd bij Van Vliet jeugdreuma geconstateerd. Met medicijnen bleven de ontstekingen onder controle. ,,Ik hield me vast aan de gedachte dat jeugdreuma vanaf je achttiende vanzelf over gaat.’’ Bij Van Vliet echter niet. Een enorme klap. ,,Ik had zoveel hoop gehad.’’ Toch ging ze door, het ging immers best goed. De scholiere wilde graag schoonheidsspecialiste worden. ‘Dan moet je met je handen werken, dat kun je helemaal niet’, was de reactie. ,,Maar ik wilde me dit niet ook laten afnemen. Dierenarts kon ik echt niet worden. Maar ik wilde keihard knokken
VRIJ
bouwen, dat doen anderen voor me. En het voordeel van zelfstandig ondernemer zijn is dat ik mijn eigen tijd in kan delen.’’ ’s Ochtends komt Ansems bijvoorbeeld langzaam op gang. ,,Of ik nou om acht of tien uur begin, dat maakt niet uit. Gaan we gewoon wat langer door. Ik ken mijn lichaam zo goed dat ik precies weet wat ik aan kan. Als ik zeg dat ik een project doe, dan maak ik het van A tot Z af.’’ Ansems weet waar haar grenzen liggen, maar dat heeft even geduurd. ,,Je moet niet te ver binnen je grenzen blijven, want daar word je niet beter van. Je moet er ook
Paspoort Naam: Claire Ansems Leeftijd: 41 Wat doet zij: Interieurontwerper. Heeft haar eigen bureau KEMPE& Interieurontwerp in Haarlem. Deed grote projecten zoals de verbouwing van de Herensociëteit Vereeniging in Haarlem. Ontwerpt zelf meubels. Heeft net de website www.helpmijnhuisverkooptniet.nl gelanceerd.
niet te ver over heen gaan, want dan heb je er nog lang last van.’’ Dat gebeurt soms. Bijvoorbeeld bij een metamorfose van een hele verdieping in twee dagen. ,,Daar moet ik dan twee dagen van herstellen. Ach, het hoort erbij. ’’ Ze haalt haar schouders op en lacht. Ansems is opgewekt en positief, dat zit in haar aard. En in die van veel mensen met RA, zegt ze. ,,Over het algemeen zijn we positief ingestelde mensen, die ons niet laten beperken.’’ Creativiteit en flexibiliteit zijn twee andere zaken die de Haarlemse herkent in veel verhalen van mensen met RA. Die eigenschappen komen haar goed van pas in de huidige crisis. Ze weet als geen ander dat KEMPE een luxe product verkoopt. In deze tijd laten mensen hun huis niet zo snel meer van top tot teen restylen of verbouwen. Samen met haar broer begon Ansems daarom de website www.helpmijnhuisverkooptniet.nl. ,,Veel kopers kunnen zich geen voorstelling maken van wat ze met een huis kunnen. Voor verkopers maken wij daarom 3D-tekeningen van de nieuwe situatie na verbouwingen, die ze aan potentiële kopers kunnen laten zien.’’ Ze pakt een voorbeeld van een oud huis. Een erfenis die verkocht moest worden. Achter het huis was een schuurtje
gebouwd. ,,Die hebben we bij het huis getrokken en er een grote open keuken met moderne apparatuur van gemaakt. Zo zien mensen wat ze met zo’n ruimte kunnen en wat het zou gaan kosten.’’ Voor Ansems is de afwisseling tussen grote projecten en kleinere opdrachten fijn. Het houdt haar scherp en ze kan rekening houden met wat haar lichaam aan kan. Als ze voor een baas zou werken, zou dat moeilijker zijn. Toch zou ze jonge mensen met reuma niet automatisch adviseren een eigen bedrijf te starten. ,,Het moet bij je passen. Het moet bij jezelf en je thuissituatie passen.’’ Bij Claire Ansems is dat het geval en ze zou nooit meer anders willen. ,,Ik doe wat ik het allerleukste vind.’’
Foto: United Photos de Boer/Toussaint Kluiters
Onafhankelijk Van Vliet lacht. Het gaat goed met haar. Ooit wil ze volledig van haar eigen salon kunnen leven. Momenteel krijgt ze nog een Wajong-uitkering. ,,Daardoor kan ik nu de zaak opbouwen. Maar ik wil hem zo snel mogelijk kwijt. Ik wil van niemand afhankelijk zijn.’’
ZATERDAG 29 DECEMBER 2012
8
ZATERDAG 29 DECEMBER 2012
’Ik durf meer en ik kan meer’
Hij rekent voor je af in de winkel, doet de was, trekt je jas uit, draait je om in bed of drukt de noodknop in nog voordat je een epileptische aanval krijgt. Razend knap en oneindig veel meer dan louter prettig gezelschap, zo’n hulphond. Maar hoe leert het dier dat allemaal?
VRIJ
,,Mijn hond is m’n handen en de rolstoel m’n benen. Ik moet en durf weer naar buiten. Bouw zo weerstand op en raak, dankzij de hond, met mensen in gesprek. Ook in huis ben ik een stuk zelfstandiger.’’ Ach, hoe anders zag het leven van Ans van der Snepscheut eruit voordat zij een hulphond kreeg. De 53-jarige Eindhoven-
Tekst: Mirjam van Twisk Foto’s: Stichting Hulphond
Reportage
se heeft poly-artrose (ernstige vorm van reuma in al haar gewrichten). Voordat ze haar eerste hulphond kreeg was ze afhankelijk van hulpverleners. ,,Met de hond heb ik 24/7 een hulpverlener bij me.’’ Ans wordt sinds vijf maanden bijgestaan door Dreamer. Haar vorige hulphond Jonas (10) is sindsdien met pensioen. ,,Met
Ans van der Snepscheut met haar hulphonden Dreamer (staand) en Jonas (onlangs gepensioneerd).
het beste spullen aangeven, hoe moet hij worden aangelijnd? En, zijn er andere vaardigheden die hij moet leren om zijn baasje zo goed terzijde te staan? Dat is voor iedereen anders. Die specifieke vaardigheden worden in de laatste twee maanden van de opleiding getraind. Na vier maanden op school is de hond klaar voor zijn baas. De twee gaan dan samen twee weken aan de slag met trainers van de stichting. De cliënt leert hoe hij met zijn hond moet omgaan. Eenmaal thuis komen er vaak nog aanvullende wensen. ’Als de hond dit kan, kan hij dan ook dat?’ Wendy: ,,Als wij denken dat zo’n wens haalbaar is, leren we die vaardigheid alsnog aan. Het blijft een lopend proces.’’ Jas uittrekken, hand terugleggen bij de besturing van de elektrische rolstoel, voet terugzetten op de voetenplank, zelfs fysiotherapeutische oefeningen, een injectiespuit induwen of de cliënt draaien in bed. Een hulphond draait er zijn poot niet voor om. Gaia is inmiddels druk met laden openen en sluiten, dingen van de grond apporteren. Als de training er op zit loopt ze opgewekt naast de rolstoel van Wendy de oefenruimte uit, natuurlijk nadat ze eerst de deur voor haar trainster heeft geopend. Tiktok. Een symbolische handeling, zo weet Wendy. ,,Een hulphond opent deuren, letterlijk én figuurlijk.’’
Een hond die deuren opent
H
eftig kwispelend komt Izzy een van de oefenruimte van de Hulphond Nederland in het Brabantse Herpen binnen. Blij en een tikje opgewonden is de dertien maanden oude labradoodle (kruising tussen een labrador en een poedel). Hoewel ze nog maar net aan haar ’opleiding’ is begonnen, weet ze dat ze aan de slag moet, en vindt dat bepaald geen straf.
Nieuwsgierig
‘Wij zetten spelletjes om in iets nuttigs’
Na een nieuwsgierige blik op de bezoekers in de oefenruimte loopt ze direct op trainster Wendy Kersten af. Die staat Izzy op te wachten. Een kort bevel van Wendy en gretig pakt de hond het koordje met een knoop aan het uiteinde, dat wordt voorgehouden. Ze begint te trekken. Even maar, want dan laat de trainster een klikkertje laat horen. Tiktok. Wat zoveel wil zeggen als: einde oefening, goed gedaan. Hoe geinig ze het gesjor aan het koord ook vindt, Lizzy laat meteen los. Het hondenkoekje dat als beloning wacht is nog leuker. De oefening wordt herhaald. Nu duurt het trekken iets langer. Vasthouden en achteruit lopen. Dat is de bedoeling. Het waarom wordt snel duidelijk. Een soortgelijk koordje hangt ook aan de deurknop en aan de handgreep van een ladekast in de oefenruimte. Als Wendy daarop wijst pakt Izzy de knoop en trekt achteruit lopend de la open. Tiktok. Een paar minuten maar duurt het oefenen; het moet leuk blijven. ,,Voor de honden zijn die trainin-
gen niets anders dan spelletjes. Wij zetten die om in iets nuttigs’’, legt de trainster uit. Izzy mag terug naar de ruimte waar alle honden in opleidingen twee aan twee een hok delen. Later die dag zullen er nog een paar korte trainingssessies volgen. De rest van de tijd wordt gevuld met buiten spelen, wandelen, verzorging en – als onderdeel van de opleiding - misschien wel een lekker stuk fietsen of boodschappen doen in het dorp. Activiteiten waarvoor de stichting niet alleen haar hondentrainers heeft, maar ook, letterlijk dag en nacht, een beroep kan doen op een legertje vrijwilligers en stagiaires. Terwijl Izzy wordt teruggebracht, maakt Wendy zich klaar voor Gaia die bijna klaar is voor haar nieuwe baas. Weer diezelfde gretigheid. Enthousiast trippelt Gaia naar de elektrische rolstoel waarin Wendy heeft plaatsgenomen. Het dier heeft aan een half woord genoeg om te weten wat er van haar wordt verwacht. Ze opent een la en pakt er een voorwerp uit. Daarmee loopt ze naar de rolstoel, plaatst haar voorpoten tussen de voeten van Wendy op de voetenplank en legt haar ’buit’ heel voorzichtig neer op de schoot van de trainster. Daarbij haar kop ver vooruit stekend.
Toekomstig baasje Haar toekomstige baasje kan slechts met grote moeite en heel klein stukje reiken. Daarom moet de hond heel dicht bij hem komen om spullen aan te geven en om zich te laten aan- of aflijnen. ,,Iedere hond die wij afleveren is maatwerk”, vertelt Wendy, terwijl Gaia nog even moet wachten op haar beloning. Die wordt naarmate de
VRIJ
Dreamer zitten we nog in een leerproces. Hij kan nog niet alles wat Jonas kon, zoals mijn polsspalken uittrekken en ledematen verleggen. Met het aanleren van die vaardigheden, is de nazorgtrainster nu bezig.’’
Zelfstandigheid
hond vorderingen maakt steeds verder afgebouwd. Het spreekt bijna voor zich dat deze honden niet willekeurig uit het asiel worden gehaald. Hulphond Nederland heeft een eigen fokprogramma met poedels, labradors, golden retrievers en Duitse herders. Rassen die veelal worden gekruist, zodat alle gewenste eigenschappen voor een hulphond in een dier worden verenigd. ,,Ze moeten werklustig, persoonsgericht, dienstbaar, gevoelig en goed trainbaar zijn’’, somt Kersten op. Al in het nest vindt de eerste selectie plaats. De uitverkoren pups
gaan eerst naar een gastgezin. Dat socialiseert de dieren. Ze moeten wennen aan mensen, andere dieren, winkels, verkeer, reizen per trein en auto.
Natte ogen Ook zaken als zitten, liggen, komen op bevel en op de plaats blijven, worden daar getraind. Iedere drie maanden beoordeelt een medewerkster van Hulphond Nederland, of de dieren zich op de gewenste wijze ontwikkelen. Gaat het goed, dan neemt het gastgezin na een jaar - met natte ogen afscheid van de hond, als die naar
Herpen komt voor de rest van zijn opleiding. Althans, als hij wordt toegelaten, want ook dan nog kan blijken dat hij toch niet geschikt is. Zo’n twintig van de honderd dieren die jaarlijks naar gastgezinnen gaan, vallen tijdens het selectieproces af. Ze komen niet door de medische keuring of vertonen gedrag dat niet gewenst is voor een hulphond. Kersten:,,Je kunt niet hebben dat ze tijdens het werk opeens achter een konijn aan gaan.’’ In Herpen volgt de basisopleiding tot rolstoelhond. Die is voor iedere hond gelijk. In een paar maanden tijd leren ze netjes naast of achter
de stoel te lopen, laden en deuren openen en sluiten, lichtknoppen bedienen. Terwijl de trainers met ze werken, beoordelen die ook hoe de honden uiteindelijk worden ingezet.
Klik De meeste gaan als rolstoelhond aan de slag, maar anderen tonen zich beter geschikt voor het werk met epilepsiepatiënten, veteranen of met gedraggestoorde kinderen, waarvoor de stichting ook hulphonden opleidt. Na die beoordeling volgt de koppeling met de cliënt. ,,Die mag een
voorkeur uitspreken, maar in principe zoeken wij een hond uit. Natuurlijk moet er een klik zijn, maar uiteindelijk gaat het er toch om dat de hond zijn baas moet kunnen helpen. Iemand met veel pijn, moet je niet matchen met een lekkere lompe labrador die met kracht tegen je op springt. Een poedel is veel lichtvoetiger en in zo’n geval beter passend”, legt de trainster uit. Pas als er een match is, volgt de training op maat. Op basis van de beperkingen van de cliënt wordt bekeken wat de hond voor zijn baasje kan betekenen. Hoe kan hij
Een hulphond is niet te koop, je krijgt ’m Nee, een hulphond koop je niet, die krijg je. Althans, als Hulphond Nederland vaststelt dat je daarvoor in aanmerking komt. Een hulphond kost - van pup tot pensioen (rond 8 à 9 jaar) - zo’n 43.000 euro aan opleiding, voeding en overige kosten. Zeker niet goedkoop, maar niet zelden bespaart de hond een veelvoud van dat bedrag aan zorgkosten. Dat zal de reden zijn waarom de meeste zorgverzekeringen een deel, 17.000 euro, vergoeden van de kosten voor de hond. De rest krijgt de stichting binnen van donateurs. En daarvoor zet
onder meer Anita Witzier, die ook van deze stichting ambassadeur is, zich in. De organisatie leidt jaarlijks circa vijftig honden op die werken voor rolstoelpatiënten, de zogenoemde ADL-honden. Sinds negen jaar zijn daar de epilepsiehonden bijgekomen. Deze honden zijn zo gevoelig zijn dat zij epileptische aanvallen voelen aankomen en daarvoor tijdig waarschuwen. Van deze honden worden jaarlijks slechts drie opgeleid, omdat de verzekering hen niet vergoedt. Nieuw is de PTSS-hond. Deze dieren staan
veteranen bij die lijden aan het Post Traumatisch Stress Syndrom. Dit jaar werd de eerste hond geplaatst en de ervaringen daarmee zijn zo positief dat er nu zeven in opleiding zijn. Ook nieuw zijn de therapiehonden, die werken met ernstig gedraggestoorde kinderen. Een eerste pilot heeft inmiddels aangetoond dat de kinderen zich door het contact met de hond beter gaan voelen. Hulphond Nederland werkt met 45 betaalde krachten en circa 500 vrijwilligers. www..hulphond.nl
,,Dankzij de hond krijgen onze cliënten hun zelfstandigheid terug. Moet je je voorstellen hoe het is als je opeens niet meer afhankelijk bent van anderen om naar de toilet te gaan. Er geen thuiszorg nodig is om je ’s nachts in bed om te draaien. Je zelfstandig boodschappen kunt doen.’’ En, zo heeft ze zelf tijdens de boodschappentrainingen in de rolstoel ervaren: ,,Je wordt niet meer genegeerd door de samenleving. Opeens ben je niet meer die vrouw in die rolstoel. Nee, je bent die vrouw met die hond. Dat doet emotioneel zoveel.’’ Tiktok.
9
Reportage
‘Opeens ben je niet meer die man in die rolstoel’
ZATERDAG 29 DECEMBER 2012
Sponsorloper Alisha Veenstra… is betrokken bij het Reumafonds omdat ,,Ik een goed doel wilde steunen met een sportieve actie. Ik heb dit jaar de Nijmeegse Vierdaagse gelopen. Je kunt daarbij aangeven of je dit voor een goed doel wil doen. Ik heb reumatoïde artritis, dus de keuze was niet zo moeilijk. Ik heb sponsors gezocht en zo een bedrag van 700 euro opgehaald.’’ ,,Ik ben trots op mezelf dat ik de Vierdaagse heb uitgelopen. Het was heel zwaar. Eigenlijk te zwaar. Ik had uiteraard getraind en dat ging goed, maar veertig kilometer, zoveel dagen achter elkaar, dat was te veel. De eerste nacht kon ik al niet slapen van de pijn. Dat is alleen maar erger geworden. Toch wilde ik niet opgeven. Ik
VRIJ
wilde alle mensen die mij steunden niet laten zitten. Ik heb nu nog steeds erg last van mijn knie. Die is vergroeid. Toch is de Vierdaagse voor mij een positieve ervaring. Ik heb mezelf overwonnen, maar ik doe het nooit meer!’’ ,,Wellicht dat ik later nog andere acties voor het Reumafonds wil doen. Daar heb ik nog niet over na gedacht. Ik ga eerst naar Zuid-Spanje om Spaans te leren. Een voordeel is dat het daar warm is. Dan heb ik minder last van mijn gewrichten.’’ Zelf een actie starten? Kijk op www.reumafonds.nl
11
Alisha Veenstra (links).
Drie jonge meiden. Reuma, zij? Maxime is gek op dansen. Richelle is verslingerd aan het rijden op haar paard Armanda. En Anissa heeft het erg haar zin op de scouting. Pubermeiden, die (meestal dan) hun best doen op school, houden van shoppen en af en toe gaan stap-
pen. Maar Maxime van Dijck (15), Richelle van der Koppel (15) en Anissa el Ghelbzouri (14) zijn ook jonge Anissa meiden met jeugdreuma. Voor de bijlage gingen de meis-
jes op de foto met gasthoofdredacteur Anita. Prachtige make-up op, leuke kleren aan, en klikken Richelle maar met die camera. Alsof ze volleerd modellen waren, poseerden de meiden.
Natuurlijk wilde Anita na afloop het een en ander weten van Maxime, Richelle en Anissa. ,,Het Maxime was een leuke dag. We mochten toch maar mooi met haar op de foto.’’
Maxime weet niet meer hoe het is om te leven zonder reuma. Ze heeft het al sinds haar tweede. Richelle kreeg voor het eerst last van haar handen op haar zevende en kon even later de trap niet meer op. Anissa kreeg twee jaar geleden pijn in haar polsen, waarna in het ziekenhuis reuma werd geconstateerd. Jong zijn en reuma hebben, hoe is dat eigenlijk? Een kringgesprek. Tekst: Tessa de Wekker Foto’s: Studio Kastermans
A ’ ls je doorzet, is er veel mogelijk’ Maxime, Richelle en Anissa willen niet zielig zijn
Anita: Hoe gaat het met jullie? Maxime: ,,Eigenlijk wel goed. Door de medicijnen heb ik alleen nog last van mijn linkerknie.’’ Richelle: ,,Met mij gaat het redelijk. Ik kan een hoop, maar als ik uit wil, moet ik ’s middags even naar bed om energie op te doen.’’ Anissa: ,,Het is erger geweest. Toen ik twee jaar geleden reuma
kreeg, had ik heel veel last. Nu valt het mee, maar ik kan niet meer hockeyen en gitaarspelen. Ik baalde daar in het begin heel erg van. Ik vond het superleuk. Gitaarspelen ging ook niet meer, omdat ik veel last had van mijn vingers. Nu zit ik op scouting. Dat is ook leuk, maar soms mis ik hockey wel.’’
Anita: Richelle en Maxime, kunnen jullie je sport nog wel doen? Richelle: ,,Gelukkig wel. Ik was bang dat ik met paardrijden moest stoppen. Ik heb altijd een eigen paard gehad. Ze heet Armanda en staat bij mijn opa. Ik probeer vier keer in de week te rijden. Het kost me veel energie, maar ik krijg er ook veel energie van. Ik ga het me niet laten afnemen. Dan maar wat meer last.’’ Maxime: ,,Ik zit in een streetdance team en dans ook solo. Dit jaar zijn we zevende geworden op het EK. Ik ben heel rustig begonnen en nu gaat het best goed. Soms kan ik
bepaalde dingen niet, zoals op mijn knieën vallen. Daar houdt de coach rekening mee. Hij is wel gewend aan allerlei blessures. Voor het EK heb ik extra hard getraind. Vier keer in de week. Daar heb ik nu nog wel last van, maar ik ben blij dat ik het gedaan heb. Dat had ik een paar jaar geleden niet gedacht. Als je doorzet, is er veel mogelijk, althans voor mij.’’
vol schrijven. Eerst wisten mijn klasgenoten niet wat reuma was. Toen ik het uitlegde, vonden ze het zielig voor me. Maar ik wil niet zielig gevonden worden!’’ Richelle: ,,Ik ook niet, maar je bent een soort buitenbeentje. Ik kom ’s ochtends moeilijk op gang. Daarom ben ik vaak te laat bij de eerste les. Iedereen kijkt toch als je de klas in komt.’’
Anita: Worden jullie anders behandeld op school?
Anita: Hoe gaan jullie vriendinnen met je reuma om?
Maxime: ,,Nee, niet echt. Alleen met gym kan ik niet alles meedoen. Ik moet twaalf kilometer fietsen en weer terug. Daarom heb ik een elektrische fiets, want op een gewone fiets zou ik dat niet kunnen. Mijn fiets mag in de lerarenstalling staan, want anders kan hij gestolen worden.’’ Anissa: ,,Een geschiedenisproefwerk is een drama. Meestal mag ik de proefwerken op de computer maken. Ik kan niet zoveel kantjes
Richelle: ,,Mijn vriendinnen zijn heel positief. We doen zoveel mogelijk normale dingen. Als we gaan shoppen, moet de rolstoel mee, want ik kan niet lang lopen.’’ Anissa: ,,Ik kreeg reuma toen ik in de brugklas zat, dus ik kende nog niet veel anderen. Gelukkig had ik nog een hele goede vriendin van de basisschool. Zij was er altijd voor mij. De anderen weten het wel, maar ik praat er niet vaak over. Ook omdat het nu goed gaat.’’
Anita: Wat is het vervelendste van reuma hebben? Richelle: ,,Dat je toch een buitenbeentje bent. En dat ik vaak naar het ziekenhuis moet. Vorig jaar heb ik er een week in gelegen. Ik kon bijna niet meer lopen. Ik had een allergische reactie op de medicijnen. Als de artsen er niet zo snel bij waren geweest, was ik er misschien niet meer geweest. Toen schrok ik wel heel erg.’’ Maxime: ,,Ik vind de onzekerheid het naarst. Een paar jaar geleden waren opeens al mijn gewichten weer ontstoken. Daarvoor ging het net als nu heel goed. Ik ben bang dat het misschien weer erg wordt.’’ Anissa: ,,De pijn. En dat ik van hockey en gitaarles af moest. De prikken vind ik vervelend. Mijn moeder doet dat gelukkig, want ik ga mezelf echt niet prikken! Elke maandag moet ik er twee. Van de tabletten word ik niet lekker. Dan denk ik wel eens, waarom ik?’’
ZATERDAG 29 DECEMBER 2012
12
VRIJ
Persoonlijk
ZATERDAG 29 DECEMBER 2012
Toch handig dat ze moeder is. Voor een presentatrice vormt dat de beste leerschool, vindt ze. ,,Als je kinderen hebt, weet je dat de wereld niet om jou draait, maar om anderen.’’ Het kostte Anita Witzier een fortuin om de sprong van Veronica naar de KRO te maken, maar het was het waard. ,,Hier krijg ik ruimte voor programma’s met diepgang.’’ Tekst: Jan Vriend Foto’s: Studio Kastermans
Anita in het kort Anita Witzier (1961) is de enige dochter van een begrafenisondernemer uit Groot-Ammers (bij Gouda). Na het VWO studeerde ze een jaar rechten en Engels. Ze werkte op de redactie van het programma ’Tineke’, deed personeelswerk bij Veronica en werd daar in 1989 omroepster en presentatrice. In 1996 maakte ze de overstap naar de KRO waar ze onder meer het gezicht was
VRIJ
van ’Hints’ en ’Tien voor taal’. Vanaf 1997 presenteert ze ’Memories’ en vanaf 2005 de variant ’Tour d’Amour’. Anita is twee keer getrouwd geweest, uit haar tweede huwelijk heeft ze haar zoon Bram (20) en haar dochter Julia (15). Ze woont met haar kinderen in Blaricum en heeft een relatie met Michel Nillesen, Hoofd Televisie bij de KRO.
Persoonlijk
Ik huil al als ik een koe in de regen zie
Z
e zit op haar praatstoel. Schakelt moeiteloos van thuis naar tv-werk. Vertelt open over keuzes, haar kinderen en de invloed van haar twee echtscheidingen op haar succesprogramma ’Memories’. Anita Witzier over Anita Witzier.
Je verbaasde het tv-wereldje door destijds van het hippe Veronica naar de degelijke KRO over te stappen.
Anita Witzier over emoties en televisie
,,Het wrikte al een tijdje. Veronica was jong, snel en wild, maar dat stadium was ik ontgroeid. Bij de programma’s die ik maakte, ging het vaak om uiterlijk. Maar na het zoveelste ludieke filmpje over strakke huidjes en penispiercings, kreeg ik behoefte aan verdieping. Ik vind de psychologische kant van de mens veel interessanter dan het uiterlijk. Daarom wilde ik breder en verder kijken. Daarbij keek ik ook naar de lange termijn. Bij de KRO ben je als presentatrice gewoon langer houdbaar. Het kostte me een ton om van mijn contract bij Veronica af te komen, maar ik heb er geen dag spijt van gehad. Zeker nu ’Memories’ al vijftien jaar zo veel kijkers trekt.’’
Hoe verklaar je dat succes? ,,Het zijn emoties waarin iedereen zich kan herkennen. Het gevoel van je eerste verliefdheid maakt zo’n indruk dat het je altijd bijblijft. Je denkt dat je jezelf kent en dat je al je emoties onder controle hebt, maar dan blijkt er opeens iemand te zijn die je hele gevoelswereld ondersteboven kan gooien. Bij het kijken verplaats je je in de hoofdpersonen en komen die herinneringen weer boven. Aan het eind zit altijd die spanning van de ontmoeting, als ontknoping. Dat maakt het programma onverwoestbaar. Het kan dus nog jaren mee.’’
Je zegt niks over de rol van de presentatrice. ,,Ik ben erin gegroeid. Om dit goed te doen, moet je vooral uitgaan van je eigen verbazing en belangstelling voor anderen. Als je als presentator van dit programma de goede vragen wilt stellen, treed je al gauw in de persoonlijke sfeer. Om mijn gesprekspartners te beschermen, durfde ik de eerste tijd niet zo dichtbij ze te komen. Op dat gebied
moest ik bij mezelf iets overwinnen. Tot ik besefte dat wie aan het programma meedoet ook de ongeschreven afspraak maakt dat hij of zij juist in zijn gevoelswereld wil laten kijken. Sindsdien durf ik wat dichterbij te komen en durf ik ook meer empathie te tonen, zonder dat het klef wordt. Bij mij wordt het nooit ’schatje, zeg het maar’ en ik zal ook nooit iemand zo maar aanraken. Maar dat wil niet zeggen dat het me onberoerd laat. Zeker niet. Ik huil al als ik een koe in de regen zie staan, maar liever niet voor de camera.’’
We leven in een tijd waarin presentatoren komen en gaan. Wat moet je in huis hebben om het 25 jaar vol te houden op televisie? ,,Met Irene Moors, Caroline Tensen, Angela Groothuizen, Karin Bloemen en Astrid Joosten hoor ik bij een nuchtere no-nonsensgeneratie die gewend is om gewoon te werken. Niet lullen, maar poetsen. Wij zijn niet bewierookt, kennen geen sterrendom en zijn
zelf nooit gaan geloven in het sprookje van de rode lopers en de glitterjurken. Daar komt bij dat we programma’s maken die bij ons passen. Dat maakt wat we doen geloofwaardig. Ook speelt mee dat het publiek weet dat we thuis allemaal wat voor onze kiezen hebben gehad. Iedereen kent ons succes, maar ook ons verdriet en onze tegenslagen. Dat maakt ons één van hen.’’
Had je je leven anders ingericht als je dertig jaar geleden wist wat je nu weet? ,,Dan had ik een opleiding afgemaakt en had ik me als student niet laten afleiden door allerlei leuke baantjes. Ik deed rechten en Engels, maar altijd waren er wel leuke klusjes bij de omroep die me bij de boeken weghielden. Tot ik uiteindelijk helemaal voor de tv koos. Als ik terugkijk, laat het vooral zien dat ik niet zo’n planner ben. In de liefde had ik het achteraf ook anders moeten aanpakken. Je trouwt niet twee keer om in beide gevallen weer uit elkaar te gaan. Maar op dat
moment geloofde ik erin en op het moment dat ik erin stapte, voelde het goed. Ik heb ook nergens spijt van, want het werk en de liefdes die achter me liggen, hebben me gemaakt tot wie ik nu ben. Rijk aan ervaringen, rijk aan gevoelens.’’
Bij het presenteren van ’Memories’ is het misschien wel nuttig om geen rimpelloos liefdesleven achter de rug te hebben. ,,Dat denk ik wel, ja. Omdat ik wat achter de rug heb, kan ik me makkelijker verplaatsen in de mensen die we in beeld brengen. Hoe meer je weet, hoe beter je je kunt spiegelen aan je gesprekspartners. Ik merk ook dat anderen makkelijk met me praten omdat ze weten dat ik zelf geen gladgestreken leven achter de rug heb. Zo van: jij bent zelf óók gescheiden, dus je weet hoe het voelt. Als je hebt ervaren dat de wereld niet perfect is en dat elk huisje zijn kruisje heeft, kom je dichterbij je gesprekspartner. Zo heeft elk nadeel toch een voordeel.’’
Helpt het ook om moeder te zijn als je televisie met diepgang wilt maken? ,,Zeker. Als moeder weet je dat je niet het centrum van het universum bent, maar dat het om je kind moet gaan. Zonder dat er woorden aan te pas komen, leer je je in de ander te verplaatsen. Dat is heel leerzaam, als je programma’s wilt maken die ergens over gaan.’’
Herken je karaktertrekken van jezelf in je kinderen? ,,Mijn zoon is net zo slordig als ik en mijn dochter is net zo ongeduldig als ik. In mijn zoon herken ik het zorgeloze dat ik vroeger had. Dat onbevangen ergens in stappen, dat deed ik ook. En net als ik kan mijn dochter zich helemaal afsluiten van de wereld als ze zich ergens in verdiept. De manier waarop ze hun schoolwerk aanpakken, is totaal anders dan ik dat deed. Zodra ik thuiskwam, maakte ik mijn huiswerk. Niet uit braafheid, maar gewoon om er vanaf te zijn. Zij kunnen er uren tegenaan hikken.’’
13
Het nieuwe jaar staat voor de deur. Ben je tevreden over 2012? En wat verwacht je van 2013? ,,Het was een geweldig jaar. Ieder jaar rond deze tijd neem ik me voor om vanaf januari niet zo veel hooi op mijn vork te nemen en ieder jaar opnieuw slipt de agenda vol. Maar dat is niet erg, want hoe meer je doet, hoe meer je aan blijkt te kunnen.’’ ,,Ook 2013 wordt weer spannend. In het voorjaar komt er een nieuw KRO-programma ’Liefde voor later’ op tv. Daarvoor volgde ik gezinnen waarvan één van de ouders terminaal ziek is. De meesten zijn dertigers van wie het leven heel onbarmhartig de pas wordt afgesneden. Met allemaal bouw je in de loop van de tijd een band op. Dan zie je dat het leed niet alleen hen zelf treft, maar ook voor hun omgeving keihard aankomt. Die confrontatie maakt je als maker én als kijker heel bewust van de manier waarop je zelf in het leven staat. De kern? Tel je zegeningen. Leef bewust. Kijk naar anderen. Dan weet je dat je het zo slecht nog niet hebt.’’
ZATERDAG 29 DECEMBER 2012
14
VRIJ
Inspiratie
ZATERDAG 29 DECEMBER 2012
Remy van Kesteren, 23 jaar en harpist. Niet direct een ’één-tweetje’ maar wel een combinatie die doel treft. Na zijn optreden tijdens de Night of the Proms, is mijn nieuwsgierigheid gewekt. Een paar dagen later treffen we elkaar bij Sector 3 in Utrecht, waar ze het goed voor elkaar hebben met koffie, smoothies en allerhande ambachtelijk brood en gebak.
Remy in het kort
VRIJ
15
Met tien jaar naar het Conservatorium. Op zijn vijftiende stond hij in Carnegie Hall, New York. In 2009 verkozen tot Nederlands Muziektalent van het Jaar en derde tijdens het International Harp Contest in Israël. Oprichter en artistiek leider van het Dutch Harp Festival. Vorig jaar afgestudeerd met de hoogste onderscheiding aan het Conservatorium in Amsterdam én de presentatie van zijn eerste solo-cd/dvd. Het is niet voor niets dat Remy van Kesteren alom wordt beschouwd als een van de grootste harptalenten van dit moment.
Inspiratie
Tekst: Anita Witzier Foto’s: Studio Kastermans en Marco Borggreve
Altijd I maar die twijfel
k heb geen vastomlijnd idee waar het gesprek over moet gaan. Ben gewoon nieuwsgierig naar hoe het bij hem werkt. Hoe verloopt die weg naar de top? Is de muziek een vanzelfsprekend iets? Zijn er twijfels of keuzemomenten? Wat zijn z’n ambities? Waarom doe je zoiets überhaupt? En waarom, in vredesnaam, de harp en geen gitaar, saxofoon of. . . nou ja, een instrument met een wat hoger rock ’n roll gehalte? Om met dat laatste te beginnen; dat was eigenlijk niet zijn keuze. Terwijl de meeste muziek hem als klein jongetje verdrietig stemde, werd hij van Ierse folkliedjes juist heel vrolijk. Onbewust werd ’ie geraakt door één bepaalde klank. Dat het om de harp ging, ontdekte hij op z’n vijfde. ,,Ik speelde bij een vriendin van mijn moeder in de tuin toen ik ineens dat geluid hoorde. Ik rende naar binnen en zag haar spelen. . . op een harp. . . Een uur lang heb ik gefascineerd geluisterd.’’ Wat het precies is, waarom juist díe klank hem zo raakt, kan hij niet uitleggen. ,,Maar misschien wil ik dat niet. Het is ook een mooi mysterie.’’
Imago Toch wordt de harp door het grote publiek als een ’meisjesinstrument’ gezien. Heb je daar last van gehad? ,,Ik ging gewoon naar de middelbare school, voetbalde en was verder een vrij normale jongen. Ja natuurlijk was die harp er. En als ik eens niet kon voetballen, omdat ik moest spelen, vonden mensen dat een beetje suf. Maar als ze dan die harp hoorden, was ik ineens de coolste jongen. Haha! Dus ik heb nooit echt last van gehad van het imago.’’ Leuk hoor, zo’n muzikaal jochie, maar hij werd groter en de wereld ook. Is er ooit een moment geweest dat je een keuze moest maken: een leven in de muziek of niet? ,,Eigenlijk niet, omdat het zo geleidelijk is gegaan. Maar toen ik een jaar of 17 was, vond ik mezelf zo goed dat ik eigenlijk naar niemand meer luisterde. Mijn docente, Erika Waardenburg, stuurde me toen naar haar docent, Edward Witsenburg. Een heer van stand in een imponerend huis, een huiskamer met 22 harpen.’’ ,,Een ontzettend aardige man, maar tijdens de les. . . poeh. . . zat hij met een rode pen. Iedere keer als ik een fout maakte, zette hij een rood kruis. Met de boodschap dat als ik het zou aandurven om tijdens de volgende les op diezelfde plekken nog een fout te maken, ik er van langs zou krijgen. Ik ging er doodsbang vandaan, maar wel met het idee: ’ik ga bewijzen dat ik
het kan’. Toen was het wel duidelijk. Eigenwijs ben ik nog steeds, maar dat moet ook om mee te spelen in de top. Ik realiseer me vooral wat ik allemaal nog niet kan. Dat is fijn, anders ben ik uitgeleerd en dat is niks.’’ Na het conservatorium kwam zijn droom uit: studeren bij de Franse Isabelle Moretti, de godin van de harp. ,,Zoals zij speelt, dat is echt ongelooflijk!’’ Kan iemand na 17 jaar les nog iets toevoegen? ,,O ja, harptechnisch weet je ’t wel, maar het gevaar is dat als je een instrument zo intensief bespeelt, het lastig wordt om ook daarbuiten te kijken naar het grote geheel. Ik ben in de eerste plaats musicus en daarna harpist.’’ Een jaar lang reisde hij op en neer naar Parijs. De eerste keer gewapend met een tas vol stukken om te spelen. ,,Na een maat stopte ze me: ’Waarom speel je dit op die manier? Waarom speel je überhaupt dit stuk? Wat wil je vertellen? Waarom sta je op het podium?’. Het was praten, praten, praten. Ruim drie uur lang, een bijna spiritueel gesprek. Toen ik terug ging naar Nederland had ik nog niks gespeeld. De volgende dag stond ik op, ging spelen en datzelfde stuk klonk anders. Er was echt iets gebeurd!’’ ,,Zo was het iedere les: mijn hele wereld werd op z’n kop gezet. Steeds was het totaal tegenovergesteld van wat ik dacht en dat gaf steeds het precieze effect van wat ik wilde. Ze heeft me gevoed. Ze heeft me ook geleerd om geduld te hebben en dat is frustrerend, want ik wil NU de oplossing. Het gaat me veel te langzaam. Maar zij zei: ’Alles wat je wilt en alles wat je kunt, zit al in je. Doe maar rustig, dan komt het vanzelf op de goede momenten.’ Het is een heel leerzaam jaar geweest en ik ben er een completere musicus geworden.’’
Leitmotiv De muziek is het ’Leitmotiv’ in zijn leven. ,,Mijn leven is gewoon muziek. Als ik wakker word, denk ik er meteen aan en dan ga ik heel snel spelen, vaak nog voordat ik heb ontbeten. Ik ga naar bed als ik mijn laatste noot heb gespeeld.’’ En nee, hij is geen ’sneue muzieknerd’ die 24/7 met zijn harp tussen vier muren leeft. Natuurlijk, hij oefent, speelt en geeft concerten, organiseert tussendoor een harpfestival, componeert en bewerkt stukken. Maar hij heeft ook gewoon een vriendin, is graag onder vrienden en gaat naar films en popconcerten. ,,Het belangrijkste is dat ik er veel plezier aan beleef. De muziek die ik maak, moet worden gevoed door alles wat ik meemaakt in mijn leven. Ik vertel
mijn eigen verhaal en daarom moet ik spelen als het me gelukkig maakt. En als ik andere dingen wil doen, moet ik daar ruimte aan geven.’’ Het gaat dus om het vertellen van een persoonlijk verhaal? ,,Dat is de toegevoegde waarde. Welk verschil maakt de speler? Ik vind het heel interessant om de dialoog aan te gaan met de muziek en te kijken: wat heeft de componist geschreven en wat betekent dat voor míj? Wat kan ík ermee vertellen? Natuurlijk ga je uit van het stuk, maar er is geen standaard. Laat vier mensen hetzelfde stuk spelen en het klinkt vier keer anders. Dat vind ik het mooie; iedere interpretatie is anders. Het gaat dus om je persoonlijkheid, om wie je bent. Je laat jezelf kennen als je speelt en ja, dat maakt je kwetsbaar. Dus als mensen kritiek hebben is dat moeilijk, omdat ik mezelf identificeer met wat ik speel. Dan komt kritiek hard aan.’’
Adrenalinerush Op het podium voelt hij zich niet kwetsbaar, al stierf ’ie wel even duizend doden toen hij voor het eerst bij de ’Proms’ de zaal zag die met 12.000 man tot de nok toe was gevuld. ,,Ja, wow, een enorme adrenalinerush gaf dat! Die mensen komen niet speciaal voor mij, maar er wordt toch een paar keer een harp binnengefietst. Die krijgen ze mooi mee en nu krijg ik de hele dag berichten met: ’Jeetje, die harp, dat had ik nooit gedacht’’ en ’Ik wil er alles over weten!’ Dat is te gek natuurlijk.’’ Maakt dit leven hem gelukkig? ,,Dat hangt van het moment af; op dit ogenblik wel. Maar ik ben een rollercoaster; dat past bij mij door de muziek. Het is ’high high’ en ’low low’. Als ik van het podium stap, ben ik doorgaans erg ongelukkig; dan zijn er wel honderd dingen waar ik ontevreden over ben. Maar als alles klopt, er een soort symbiose ontstaat, dan ga ik met een euforisch gevoel van het podium. Dat gebeurt misschien 1 op de 50 keer. . .’’
Gesprek Poeh, dat is weinig. ,,Ja, ik kan dat nou eenmaal niet controleren en er is ook de hele tijd twijfel. Continue: over alles. Of ik wel goed genoeg ben, of ik dit moet blijven doen. Alles.’’ Maar: hallo Remy, wat dan? ,,Ik weet het. There is no other way. Ik zal wel moeten en dan toch twijfelen. Maar dat zorgt er uiteindelijk ook voor dat ik voortdurend in gesprek ben met mezelf en dat voedt. De twijfel is misschien ook een soort voeding. Het maakt dat ik mezelf steeds weer moet overtuigen, er over nadenk. Ja, misschien is die twijfel ook wel een vriend.’’
Harpist Remy van Kesteren, talent in een rollercoaster
ZATERDAG 29 DECEMBER 2012
16
Ze kookte haar maaltijden zittend op een kruk. Er was een tijd dat Anita Witzier nauwelijks kon staan of lopen vanwege haar reumatoïde artritis. Gelukkig gaat het tegenwoordig veel beter met haar. Dankzij medicijnen, maar ook doordat ze sinds een paar jaar fanatiek sport onder begeleiding van een personal trainer.
VRIJ
Bewegen
Tekst: Tessa de Wekker Foto’s: Studio Kastermans
Liever gezond lichaam dan dure lippenstift
M
ark Winter komt met een kop thee de sportzaal in. ,,Hé Anita, hoe is het met je schouders?’’ Mark is personal trainer bij Je Eigen Sportschool in Laren. Anita Witzier is een van zijn klanten. Twee keer in de week sport ze een uurtje bij JES en daarnaast doet ze zelf nog cardiotraining en wandelt ze flink met haar hond. ,,Goed hoor, ik heb er geen last van. Mijn rug is een ander verhaal’’, vertelt ze. Anita neemt een slokje thee en verdwijnt de kleedkamer in om haar hippe jurk te ruilen voor sportkleding. Zo begint elke training, legt Mark uit. ,,We evalueren hoe het gaat. Dat is ontzettend belangrijk. Mensen weten vaak niet hoe ze bewegen in het dagelijks leven. Daardoor kunnen ze allerlei klachten krijgen. Anita is zich inmiddels heel bewust van hoe haar lichaam werkt, wat goed voor haar is en wat niet.’’ ,,Die hakken had ik gisteren beter niet aan kunnen doen. Mijn rug, voeten en gewrichten doen hartstikke zeer. Maar ja, platte schoenen konden echt niet hoor’’, lacht Anita. Markt fronst en schudt zijn hoofd. ,,Vrouwen… Maar goed, je kunt je pijn in elk geval verklaren.’’
Wiebelplank Het is tijd om aan de slag te gaan. Mark draait de muziek wat harder. Op het programma staan balansen krachtoefeningen. Met haar handen steunt Anita op twee ballen, terwijl haar voeten op een wiebelplank rusten. Twee keer moet ze zich opdrukken en dan tien seconden blijven staan. ,,Rug recht’’, adviseert Mark. ,,Oef’’, klinkt het als de tien seconden eindelijk voorbij zijn. ,,Deze is echt heel zwaar voor je buikspieren.’’ ,,Nog twee keer’’, zegt Mark. Anita volgt elke aanwijzing op en geeft aan wanneer een oefening pijn doet. Niet dat ze bang is voor spierpijn, dat gaat wel weer over. Maar oefeningen die een te grote aanslag zijn op haar gewrichten, slaan de twee over. ,,Communicatie en je grenzen aangeven is daarom belangrijk’’, zegt Mark. ,,Veel mensen, en zeker reumapatiënten, zijn bang om te gaan sporten. Ze zijn bang om over een grens te gaan. Het lichaam doet al zeer, dus je moet voorzichtig zijn. Een personal trainer zorgt ervoor dat je je niet overbelast, maar dat je uit je
comfortzone komt.’’ Hij geeft de vijf componenten van je algehele conditie aan: ,,Uithoudingsvermogen, kracht, lenigheid, coördinatie en snelheid. Vooraf doe ik altijd een nulmeting met mensen. Dan stellen we een doel op’’ Dat kan afvallen zijn, lekkerder in je vel zitten, de marathon van New York lopen, weer lekker een uurtje kunnen wandelen, of, zoals bij Anita en veel reumapatiënten, de belastbaarheid van het lichaam vergroten. ,,Elke training varieer ik met de vijf componenten. Zo bouwen we richting dat doel.’’
Sterrengedoe Anita neemt even pauze. ,,Het werkt motiverend. Het is een uitdaging die je met jezelf aan gaat.’’ Ze moet lachen. Zij een personal trainer? Een paar jaar geleden had ze er niet aan moeten denken. ,,Dat vond ik sterrengedoe’’, grijnst ze. ,,Ik vond het onzin en bovendien te duur. Van dat idee ben ik afgestapt. Ik investeer nu liever in een gezond lichaam dan in dure lippenstift of kleding.’’ Anita was altijd een sportief type. Ze hield van aerobics en joggen. Tot ze dat niet meer kon vanwege de artritis. ,,Ik kon niet eens meer fietsen, staan of lopen. Tijdens het koken moest ik op een kruk zitten en boodschappen deed ik schuifelend met een stel krukken.’’ Medicijnen remden de ontstekingen in haar lichaam en langzaamaan probeerde ze weer te sporten. In de sportschool kwam ze Mark tegen, die haar hielp met opnieuw leren bewegen. ,,Ik kon niet eens recht over een touwtje stappen. Net als veel mensen had ik geen idee hoe je goed moet bewegen, ook in het dagelijks leven. In een auto stappen is funest voor je rug. Wist ik veel.’’
Schadelijk Dankzij Mark weet ze nu een hoop, zowel over bewegen in het dagelijks leven als tijdens het sporten. ,,Eigenlijk zou elk mens een personal trainer moeten hebben. Ik begrijp echt wel dat dat niet voor iedereen haalbaar is. Maar maak dan één keer in de maand een afspraak. Dan kun je leren bewegen op een goede manier, zonder dat je schadelijk bezig bent. Hij of zij kan je steeds bijsturen, terwijl je tussendoor zelf aan de slag gaat.’’ Veel sportscholen hebben personal trainers in dienst, vertelt Mark. ,,Zij kunnen je helpen met goed leren bewegen.’’ Anita knikt. ,,Het gaat om je lichaam, daar moet je zuinig op zijn.’’
,,Op een goede manier bewegen is belangrijk. Voor ieder mens, maar voor mensen met reuma helemaal.’’
ZATERDAG 29 DECEMBER 2012
Ervaringsdeskundige Marlies Allewijn… is betrokken bij het Reumafonds omdat: ,,Ik sinds mijn twaalfde reuma heb. In het begin was ik niet zo met mijn ziekte bezig. Toen ik in het ziekenhuis werd opgenomen, besefte ik pas dat het nooit meer over zou gaan. Dat was heftig.’’ ,,Het Reumafonds vraagt mij regelmatig als ervaringsdeskundige bij projecten. Zo zat ik in de Wetenschappelijke Advies Raad, die beslist over subsidies aan nieuw reuma-onderzoek. Ook werk ik aan interviews mee. Ik ben zelf freelance schrijver en videoproducer en heb me ingezet voor de website www.jong-en-reuma.nl.’’ ,,Over mijn ervaringen met reuma heb ik een jeugdboek geschreven. SchEef gaat over Eef, een meisje van veertien
dat reuma krijgt. Ze kan goed dansen en is verliefd op de populairste jongen van school. ScheEf is half autobiografisch. Ik beschrijf mijn eigen pijn van toen. Verder is het vooral een leuk, mooi boek, geen tranentrekker. Ik wil meer aandacht geven aan jongeren met reuma. Die worden vaak vergeten, terwijl er 3000 kinderen met reuma onder de zestien in Nederland zijn. Zij zitten in zo’n belangrijke ontwikkelingsfase in hun leven en daardoor met zoveel vragen. Vindt die jongen me wel leuk als hij weet dat ik reuma heb? Kan ik die studie wel doen? Ik wilde graag zo’n verhaal vertellen, aan een grote groep mensen, vooral jongeren.''
VRIJ
17
Triomf der wetenschap. De reumatologie heeft een ware zegetocht gemaakt. Patiënten die nog geen dertig jaar geleden kromgegroeid in een rolstoel zouden eindigen, worden tegenwoordig met revolutionaire medicijnen op de been gehouden. Tekst: Anneke Wijsman Foto: Hielco Kuipers
De triomf van de wetenschap
S
terker nog, ze kunnen vaak gewoon blijven werken en sporten. Het wachten is nu op de kraakbeenpil die kunstheupen en -knieën overbodig maakt. En middelen die reu-ma kunnen genezen en voorkomen. Science fiction? Het eind van de vooruitgang is nog niet in zicht. Reumatologie veranderde van een suffig medisch specialisme dat zich bezighield met pappen en nathouden, tot een dynamische tak van wetenschap die baanbrekende ontdekkingen doet. Daar kwam Star Wars-achtige wetenschap aan te pas. Met cellen die uit dieren worden gehaald, buiten het lichaam worden gekweekt, gemanipuleerd en vervolgens als medicijn dienen. Prof. Ferry Breedveld, voormalig hoogleraar reumatologie, was een belangrijke speler in dit veld. Met Breedveld over reuma praten, is luisteren naar een bevlogen man. Met liefde vertelt hij over zijn begintijd als 28-jarige dokter in de reumakliniek Sole Mio in Noordwijk. Patiënten werden daar voor een half jaar opgenomen. Met rust, pijnstillers en goudinjecties tegen de ontstekingen werden ze behandeld tot ze weer naar huis konden. Bij een volgende aanval kwamen ze weer terug. De reumatoloog kende de mensen en hun gezinnen en
Ferry Breedveld aan de wieg van reumarevolutie
worden medicijnen gemaakt,’’ legt Breedveld uit. ,,Een eerste groep patiënten reageerde er in 1992 extreem goed op’’, meldt de Leidse professor die met internationale collega’s aan het project werkte en erover publiceerde. Chronisch is de ziekte nog steeds, maar de vooruitzichten zijn zoveel beter. ,,In de wachtkamer van de reumatoloog zaten voor 1980 veel mensen waarvan je op grote afstand kon zien dat het reumapatiënten zijn. Dat vooral door het rolstoelgebruik en de typische handmisvormingen,’’ herinnert de arts zich. ,,Tegenwoordig bereiken we bij 50 procent van de patiënten met ontstekingsreuma stilstand, en bij de overigen een goede verbetering van het aantal ontstoken, pijnlijke en kapotte gewrichten.’’
Marathon lopen
wist wat voor ellende de vergroeiingen aanrichtten in hun levens. Die langdurige relatie met zijn patiënten, vond Breedveld een van de aantrekkelijkste kanten van zijn vak. ,,Je kon wat voor de mensen betekenen.’’ Sinds zes jaar heeft hij zijn specialisme ingeruild voor een functie als bestuursvoorzitter van het Leids Universitair Medisch Centrum, maar zijn hart ligt nog duidelijk bij de reumatologie. ,,Als het gaat om menselijk geluk ben ik er als bestuurder op achteruit gegaan. Want er is niks fijners dan als medicus goed te zijn in je vak en daarmee zorg te dragen voor patiënten met een chronische ziekte.’’
Kraakbeenpil De reumaprofessor filosofeert over de toekomst: ,,De allergrootste stap in het reuma-onderzoek zou nu een pil zijn die ervoor zorgt dat mensen hun kraakbeen behouden.
Wat zouden daar veel klachten mee verholpen kunnen worden. Kraakbeenverlies treedt op bij artrose, wat ook een vorm van reuma is. Breedveld zou het wel weten. ,,Als ik directeur van een farmaceutisch bedrijf was, zou ik op zoek gaan naar zo’n kraakbeenpil. Net zoals we al medicijnen hebben tegen botontkalking. Want als je kijkt wat ervoor zorgt dat 80- en 90plussers niet meer aan het openbare leven deelnemen, dan zijn dat niet de hartaanvallen en de cva’s, maar de versleten gewrichten. Het ritselt in mijn omgeving van 60plussers met kunstheupen en kunstknieën, die mensen hadden graag als vijftiger wat pillen geslikt.’’ Breedveld stond met zijn neus op de grote ontdekkingen die in zijn vakgebied werden gedaan. ,,Het Reumafonds en de Universiteiten zijn hier op tijd gaan zien hoe belangrijk onderzoek is. De Neder-
landse reumatologie hoort tot de wereldtop.’’ Vanaf 1980 volgde wat hij ’de triomf van de wetenschap’ noemt. Het begon met de ontdekking dat het kankermedicijn methotrexaat bij reuma goed werkt als ontstekingsremmer. Een flinke stap vooruit, want minder ontstekingen betekent minder pijn ener minder beschadigingen in het lichaam.
Biosoep Maar een ronduit revolutionaire sprong werd gezet met behulp van biotechnologie. ,,Elders was ontdekt welke stoffen de ontstekingen aanjagen bij een aantal vormen van reuma. Het lukte om uit dierlijke cellen medicijnen te maken die zo’n aanjager uitschakelen.’’ Aan het productieproces van de biologicals komt geen dier meer te pas. ,,De cellen vermenigvuldigen zichzelf in biotanks, waarin een grote biosoep ontstaat. Van die soep
,,Maar gezondheid is te vergelijken met geld, je heb er niet snel te veel van’’, lacht Breedveld. ,,Waar iemand vroeger last had van twintig zwellingen, heeft iemand er nu misschien maar vijf. Maar daar wil hij ook vanaf. Het verschilt ook per persoon. De een is al blij als hij nog een kaartje kan leggen, de ander wil nog een marathon lopen.’’ Dat brengt hem op een bepaald type patiënt. ,,We noemen het Reuma Robustus. Dat zijn mensen die niet klagen, altijd maar doorgaan en ondertussen hun gewrichten, en daarmee heel veel meer, inleveren. Daar moet je als arts erg mee uitkijken.’’ Wetenschappers gaan door met nieuwe ontdekkingen en verbeteringen van bestaande methodes. De zogenoemde biologicals moeten nu nog via infuus of injectienaald worden ingespoten. Aan een versie in pilvorm wordt gewerkt. Er wordt ook volop onderzocht hoe de ziekte eerder op te sporen is. Maar het grootste doel blijft het genezen en voorkomen van reuma. ,,Dat gaan we ooit vinden,’’ daar is Breedveld van overtuigd.
ZATERDAG 29 DECEMBER 2012
18
VRIJ
Tafelen
ZATERDAG 29 DECEMBER 2012
Sjoerd Pleijsier in ’t kort
Bij binnenkomst in huize Witzier is het meteen duidelijk: hier wordt gekookt. Heerlijke geuren stijgen op uit de keuken, het aanrecht staat vol met uitheemse ingrediënten. Achter het fornuis staat acteur Sjoerd Pleijsier in de pannen te roeren. Intussen kletst hij gezellig met de dochter van Anita Witzier, die aan de lange, feestelijk gedekte eettafel zit. Het ziet er allemaal erg huiselijk en knus uit. Maar van Anita geen spoor.
Acteur Sjoerd Pleijsier (1954) geniet vooral bekendheid door zijn rol als Simon Stokvis in de KRO-serie 'Toen was geluk heel gewoon', waarvoor hij in 1999 zijn - tweede- Gouden Televizierring won. Samen met medespeler Gerard Cox schreef hij ook het script voor deze succesvolle tv-comedy. Pleijsier is in talloze musicals, films en televisieseries te zien geweest. Ook was hij jarenlang vast panellid van het satirische programma 'Ook dat nog!'. Zijn meest recente rol speelde hij dit jaar, als Joop den Uyl in de dramaserie 'Beatrix, Oranje onder vuur'. Minder bekend is waarschijnlijk dat Sjoerd Pleijsier een groot liefhebber en kenner van wijnen is. Hij had een column in het blad Perswijn. Van zijn hand is ook het boekje ‘La Vie en Rosé’ (2005). Daarin beschrijft hij de Provence, volgens Pleijsier de streek waar de beste rosé vandaan komt.
Tekst: Agnes Zuiker Foto’s: Studio Kastermans
VRIJ
19
Tafelen
Koksmaatjes voor het leven
Z
e is even met de hond wandelen, zegt Sjoerd geruststellend, terwijl hij lamsgehakt kruidt. ,,Komt zo thuis.’’ Hij zegt het terloops, alsof hij hier kind aan huis is. En dat is ook zo. Anita Witzier en hij vormen al zo’n tien jaar een onafscheidelijk koppel: in de keuken dan welteverstaan. Sinds hun eerste ontmoeting is het traditie geworden dat Sjoerd iedere zondag met Anita een uitgebreide maaltijd bereidt, in haar keuken. Om alles daarna in gezinsverband op te eten, dus samen met Anita’s partner Michel Nillesen en de kinderen. Niet zelden schuiven er trouwens ook gemeenschappelijke vrienden aan, zoals met speciale feestdagen als Pasen. ,,Dan zitten er hier wel twintig man aan tafel voor een brunch. Dat is geweldig hoor, heerlijk de hele middag eten en drinken’’, zegt de acteur vergenoegd.
Hobby
Iedere zondag onafscheidelijk achter het fornuis
Inmiddels is de keukendeur opengegaan. Anita Witzier komt binnen met boxer Ollie. Ze schuift meteen aan in het gesprek, waarbij het duidelijk is dat de twee elkaar langer dan vandaag kennen. Ze nemen geen blad voor de mond en vullen elkaar perfect aan wanneer het over hun gezamenlijke hobby gaat: koken. ,,Tja, hoe is dat zo gekomen?’’, vraagt Anita aan Sjoerd, om meteen zelf het antwoord te geven. ,,We hebben elkaar voor het eerst ontmoet in de sportschool. Hoewel we dus allebei bij de KRO werken, kom je elkaar daar toch niet zo snel tegen. Op de sportschool wel. En het klikte onmiddellijk. We hadden het gelijk al over eten en rosé, hahaha.’’ ,,Ja, we komen natuurlijk vaak in de sportschool vanwege onze passie voor lekker eten’’, lacht Sjoerd, die ruiterlijk toegeeft dat Anita een stuk fanatieker bezig is met sporten dan hij. ,,Destijds had ik net een boekje geschreven over mijn tijd in de Provence, ’La Vie en Rosé’. Anita bleek ook van wijn te houden en zo ontstond er wat tussen ons. Zij had toen net een nieuwe liefde, Michel, en gelukkig klikte het tussen hem en mij ook heel goed. Zo goed zelfs, dat Michel en ik regelmatig naar Frankrijk rijden om wijnen te proeven. Michel heeft een uitstekende neus voor wijn.’’
Spaanse balletjes à la Sjoerd en Anita Benodigdheden: 500 gram lamsgehakt, olijfolie, klontje boter, fijngehakte ui, teentje knoflook, 2 eetl. paneermeel, 1 ei,1 eetl. azijn, 50 gram bloem,1 eetl. vers gehakte munt, zout & peper. Voor de saus: 20 cl. kwark of yoghurt, 2 eetl. mayonaise of aïoli, zeer fijngehakte halve rode ui, 2 geperste tenen knoflook, 2 eetl. fijngehakte munt, zout & peper
Mediterraanse keuken Ondertussen zijn ze druk in de weer met het eten, want ,,timing is alles bij koken’’. Voor deze gelegenheid maken ze een buffet van -meest- zelfgemaakte Spaanse tapas. ,,De geuren en kleuren van de mediterraanse keuken zijn zo fantastisch’’, legt Sjoerd hun keuze voor tapas uit. ,,Wat is er nou lekkerder dan de smaak van knoflook, tomaten en olijven?’’ En zo komt het aanrecht allengs vol te staan met de specialiteiten die zo typisch zijn voor de Spaanse keuken: dadels in spek, tortilla, mosseltjes, chorizo, merguez, aïoli, wortelhumus, knoflookgamba’s, gazpacho, calamares en su tinta (inktvis in eigen inkt) en Spaanse kazen. Sjoerd stelt er een eer in om ook de croutons zelf te maken, in de oven en met knoflook natuurlijk. ,,Ik ben gek op kookboeken’’, zegt Anita, terwijl ze er een paar uit de uitpuilende
boekenkast haalt. ,,Het klinkt misschien vreemd, maar ik lees er ’s avonds in bed altijd nog even in. Ter inspiratie voor de volgende dag. Hier, moet je dit zien’’, zegt ze verlekkerd, terwijl ze ’Plenty’ van top-chef Yoram Ottolenghi openslaat. ,,Die foto’s alleen al, daar krijg je toch trek van? Maar ik vind Jamie Oliver ook geweldig en Donna Hay. Twee Nederlandse vrouwen, Nadia Zerouali en Merijn Tol, hebben een prachtig boek geschreven over Arabisch koken.’’ Waar haar interesse voor kookboeken vandaan komt? Anita: ,,Ik ben echt een mens van de receptuur, een gerecht moet wel kloppen. Sjoerd is meer van het inventieve, ik ben wat secuurder. Het enige recept dat ik
niet op schrift heb, is de konijnenpeper van mijn moeder. Dat gerecht maak ik altijd met kerst. Verder wil ik graag alles proberen op culinair gebied, ik sta overal voor open.’’ Ineens, op felle toon: ,,Maar ik snap niet dat mensen cola bij het eten drinken. Schande. Dat moest echt verboden worden.’’
Wijntje ,,Aniet, ik neem vast een wijntje hoor’’, roept Sjoerd vanuit de keuken. ,,Verrassend’’, luidt haar droge reactie. ,,Sjoerd is dus van de wijn’’, zegt ze, een tikje overbodig. Zelf heeft Anita veel van haar mede-kok geleerd op wijngebied. ,,Ik wist er eerst weinig tot niets van, maar het is echt leuk om je te verdiepen
in wijnen.’’ Tegen Sjoerd: ,,Doe mij er ook maar één, schat.’’ Terwijl het koksmaatje een glas voor haar inschenkt, zegt hij het een sport te vinden om wijnen te ontdekken die niet zo duur zijn en toch prima smaken. ,,Mensen denken wel dat je onder een tientje geen goede wijn kunt drinken, maar dat klopt niet. Neem deze nou: een Spaanse witte wijn, afkomstig uit de streek Rueda en gemaakt van de beste verdejo-druiven. Smaakt subliem. Een mineraliserende wijn, met een perfect zuurtje. Je proeft groene appels en limoen. En met een prima prijs-kwaliteitverhouding. Daar ben ik erg gecharmeerd van.’’ Aangezien ze beiden milieubewust zijn,
doen ze hun inkopen het liefst in de buurt. ,,Natuurlijk zitten er in Amsterdam fantastische winkeltjes, maar ja, om nou voor een stuk vlees helemaal naar Amsterdam te rijden, dat gaat ons te ver. Wij zijn vaste klant bij Slagerij Stut in Blaricum. Daar zit trouwens ook een geweldige viswinkel. Brood halen we bij bakker Tetteroo en groenten bij onze eigen groentenjuwelier in Laren.’’ Al pratend leggen de koks de laatste hand aan hun tapas, die er overheerlijk uitzien. Anita schenkt de gazpacho in, terwijl Sjoerd onderwijl de glazen nog even netjes poleert met een witte linnen doek. Klaar voor een toast op het nieuwe jaar.
Verhit de boter in een koekenpan en bak de uitjes tot ze lichtbruin zijn. Meng het gehakt met alle ingrediënten, behalve de bloem. Draai balletjes ter grootte van een walnoot en rol ze door de bloem. Bak de balletjes in de hete olijfolie in ongeveer 10 minuten bruin en gaar. Laat ze uitlekken op keukenpapier. Meng voor de saus alle ingrediënten door elkaar en dip de balletjes hierin.
ZATERDAG 29 DECEMBER 2012
20
VRIJ
Uit de kast
ZATERDAG 29 DECEMBER 2012
’Voor geen prijs in een wielrenshirt’
Geen keurige walk-in-closet voor Anita Witzier. Maar een propvolle hotseflotse klerenkast op de slaapkamer.Ze vist hier niet alleen haar dagelijkse kloffie uit, maar ook haar kleding voor tv. De presentatrice kiest meestal zelf haar kleren uit. ,,Dat vind ik één van de ergste dingen van mijn vak, altijd weer die vraag: Wat moet ik aan?’’ Of hulp welkom is? ,,Dat lijkt me wel wat, zo’n Dyanne Beekman die je kast doorspit.’’
Dyanne Beekman is 40, Anita Witzier 51. Zet ze bij elkaar en ze veranderen in giechelende pubers. ,,Dit kan best leuk zijn’’, zegt de modegoeroe als ze achter in Anita’s kast een felgeel wielrenshirt vindt. ,,Voor geen prijs’’, antwoordt Anita. ,,Ik vindt zelfs mannen er spuug-
Tekst: Anneke Wijsman Foto’s: Studio Kastermans
Dyanne Beekm an spit Anita’s klerenka st om
D
at wordt geregeld. Voor het Reumafonds werkt de imagostyliste graag mee. En ook voor Anita natuurlijk. ,,Ik wilde haar jaren geleden al zo graag kleden. Ze is een stoere eigenwijze vrouw die zichzelf durft te zijn.’’ Dus komt Dyanne langs in Blaricum en trekt na de koffie het ene na het andere kledingstuk uit de kast. ,,Dit snap ik niet’’, zegt ze bij een jurkje. ,,Het is een beetje besluiteloos. Hier ben je veel te mooi voor. Dit kan beter en comfortabeler.’’ Anita staat er breeduit bij te lachen. Inderdaad, het is geen favoriet van haar. Maar weggooien is zonde, toch. Bij een tuniek van dikke gele stof klinkt de imagostyliste goedkeurend: ,,Prachtig.’’ ,,Van Cora Kemperman’’, geeft Anita als commentaar. ,,Ik had hem ook in het groen. Maar die heb ik weggedaan. Spijt, spijt.’’ Het gaat over stijl en Anita’s gevoel dat sommige kledingstukken tuttig staan. ,,Jij bent net Audrey Hepburn, die werd ook nooit tuttig’’, verzekert Dyanne haar. Dé Dyanne Beekman, bekend als imagostyliste van Wendy van Dijk en Marco Borsato, en van haar eigen tvprogramma’s, heeft een uitgebreid modeimperium opge-
bouwd. Met een adviespoot en eigen kledingen lingerielijn. Dagelijks geeft ze via twitter advies wat je de volgende dag kan dragen volgens een zelfbedacht systeem ’Jas tot tas’. Ze heeft wat nieuwe dingen meegebracht en op bed uitgestald. De dames krijgen de slappe lach bij het passen van de ruime opabroek en de spijkerbroek met twee knopen voor een gewone en een ’vreetstand’. Dyanne wijst op de handige ingenaaide band die voorkomt dat je dit model te hoog optrekt.
Watergevulde cups ,,Ik doe wel even kleinere borsten aan’’, zegt Anita als een bloesje niet dicht kan. Vrolijk toont ze haar met water gevulde, vergrotende cups. ,,Werken fantastisch.’’ Het wordt vol in de bescheiden slaapkamer van de tv-presentatrice, die in een praktische nieuwbouw twee-onder-een-kapper woont. Ze laat een lange witte katoenen blouse zien. ,,Ik vond hem zo leuk maar ik heb hem nog nooit aangehad. Ik weet niet waar hij bij past.’’ ,,Op vakantie op een heel kort afgeknipt jeansbroekje’’, raadt Dyanne aan. Anita blijft in zomerstemming en trekt bijna verliefd een wit katoenen jurkje met spaghettibandjes, een stukje uit de kast. Verwachtingsvol maar ook twijfelend kijkt ze naar de modeprofessional. ,,Te kinderachtig hè?’’ Dyanne knikt. ,,Maar hij zit zo lekker luchtig als het heet is, ik heb hem vaak bij Tour d’Amour aangehad.’’ Anita gaat voor leuk, maar het moet vooral lekker zitten. Toen ze opendeed, trokken haar witte Crocs meteen de aandacht. Die durft, je vertonen op lustdodende rubber klompen waar iedere modebewuste vrouw voor geen goud mee gezien wil worden. Anita loop er binnen en buiten op. ,,Ik heb er ook pantoffels van. Lichtblauwe met bont.’’ Met haar reuma draagt ze vooral makkelijke schoenen. ,,Jij hebt het ook hè’’, zegt ze tegen Dyanne. De twee praten over welke vorm van de ziekte ze hebben. Of ze er wel of geen medicijnen voor slikken (Anita wel, Dyanne niet) en waar het precies pijn doet. Maar ook, hoe ver ze zijn in de acceptatie.
Boos over reuma Dyanne heeft het er het liefst helemaal niet over. ,,Ik was heel boos toen ik het kreeg. Dat ik zo vrijuit zit te praten is best heftig voor me. Ik ben echt een type van niet lullen maar poetsen. lk heb het één keer in mijn boek vermeld en verder klaar. ’’ ,,Je moet het er juist wél over hebben’’, vindt Anita, die als ambassadeur van het Reumafonds zoveel mogelijk openheid rond de ziekte wil. ,,Dus poetsen én lullen.’’ Ze praten erover hoe de aandoening hun leven beïnvloedt maar ook hoeveel er wel kan, als je er goed op inspeelt. ,,Vakantiekoffers pak ik ver van te voren in, zodat het niet op het laatste moment moet’’, zegt Dyanne. Met alles
’Jij bent net Audrey Hepburn, die was ook nooit tuttig’
zorgt ze dat er zoveel mogelijk energie voor gezin en werk overblijft. ,,Ik ben heel pragmatisch geworden. Mijn vriend zegt dat hij nog nooit zo relaxt op vakantie is gegaan.’’ Maar er zijn ook mindere momenten, dan weet zoontje Christian al dat mamma ’au’ heeft. Met Anita gaat het nu goed, maar ze herinnert zich nog hoe ze in een rolstoel de kerstboodschappen moest doen. En dan gaat het weer over mode. Dyanne kan geen naaldhakken meer dragen. Maar de sneakers met ingebouwde hoge hak gaan wel (ze heeft de echte van Isabel Marant). Ze loopt ook letterlijk weg met de platte schoenen van New Balance. Anita heeft het over de kou bij de vele buitenopnames. ,,Neem Uggs joh’’, raadt de imagostyliste aan. ,,Oh, ik bewaar veel, maar jij bewaart echt helemaal alles’’, roept Dyanne uit, als er op een ander kamertje ook nog een kast en een rek vol kleren blijkt te staan. De ruimte is door Anita ingepikt, toen de zoon het huis uitging. Een blauwe jurk met grote bloemen komt niet door de keuring. ,,Dit zal een ander mooier staan’’, zegt de modemevrouw diplomatiek. Een kort bruin leren jurkje kan er nog wel prima mee door. Met een beetje van Dyanne en een beetje van Anita, kan het ook ’s winters worden gedragen. Trui en dikke mailot eronder, enkellaarsjes, en klaar. De hoge laarzen die Anita er zelf onder draagt, vindt de modespecialist minder geslaagd. ,,Te mevrouwerig.’’ Dan stapt ze over op de handige aanpak van kleren kiezen. ,,Kijk in je agenda wat je de komende tijd te doen hebt en hang de kleding daarvoor alvast in volgorde op een rek.’’
Een Eastpak Anita kijkt wat glazig. Zij beslist pas op het laatste momen wat ze aantrekt.. ,,Daar denk ik even over tijdens de hond uitlaten.’’ En dan komt het gesprek op tassen. Het modeaccessoire waar menig vrouw een moord voor doet. Bij wijze van, dan. Anita blijkt het al jaren met een rugzak te doen. ,,Een Eastpak, alles kan erin en het gewicht wordt lekker over twee schouders verdeeld. Ja, ze heeft ook nog dat galatasje dat al jaren meegaat. En sinds kort ook een echte moderne handtas. ,,Van Michael Kors. Mijn dochter vond dat ik een fatsoenlijke tas nodig had. Ze heeft hem ook helemaal voor me ingericht. Alles heeft een vaste plek.’’ Dochter, die regelmatig moeders kleren leent, komt net binnen. Als een magneet trekken haar ogen naar de sneakers van Dyanne: ,,Kijk die bedoel ik nou, dat zijn de echte, die wil ik zo graag.’’ Anita peinst er niet over. ,,Wat kosten die wel niet.’’ Arme dochter. Niet ieder Goois meisje heeft een Gooise moeder.
lelijk in, laat staan dat ik er zelf mee gaan lopen.’’ Ooit kreeg ze het shirt bij een goed doel. Waarom ze het nog steeds heeft? ,,Ik kan zo slecht dingen weggooien.’’ En dat is te zien. Dyanne kan het zo mooi zeggen: ,,Je hebt veel stijlen en fases uit je leven in je kast hangen.’’ Wat toch veel aardiger
klinkt dan ’allegaartje’. Maar ook al is er geen lijn in de garderobe te ontdekken en zei een producer ooit dat ze niet wéér die trainingsbroek op tv aan kon; we zijn het er over eens dat Anita er altijd stralend uitziet. ,,Hoe doet ze dat, vragen we ons allemaal af’’, verzucht Dyanne.
VRIJ
21
Uit de kast
ZATERDAG 29 DECEMBER 2012
22
Donateur Nelly van Kleef ...is betrokken bij het Reumafonds omdat: VRIJ
,,Mijn kleindochter van elf reuma heeft. Dat kwam naar voren toen ze tweeënhalf was. Ze had last van haar heup. Het was voor mij als oma afschuwelijk om te zien dat dat kleine meisje zoveel pijn had. Toen ben ik meteen donateur geworden. Ik hoop dat door wetenschappelijk onderzoek naar betere behandelmethodes Rowan ooit kan genezen. Daar is veel geld voor nodig en daarom steun ik het Reumafonds met een periodieke schenking.’’ ,,Met Rowan gaat het nu redelijk goed, mede door de medicijnen. Ze houdt van paardrijden en zit op musicalles. Bewegen is goed voor haar, maar ze mag niet te veel doen. Er is veel onzekerheid, want het kan zomaar slechter gaan. Ze
Wat doen wij? Het Reumafonds strijdt voor een beter leven met reuma vandaag en een wereld zonder reuma morgen. Dat doen wij door het financieren van wetenschappelijk onderzoek. We komen op voor de 2,3 miljoen mensen met reuma bij politiek en zorg en financieren activiteiten van patiëntenverenigingen. Via de Reumalijn (0900-2030300), in brochures en op www.reumafonds.nl geven wij voorlichting aan mensen met reuma en hun omgeving.
moet om de week naar Amsterdam voor prikken en onderzoek. Ook weten we niet wat de medicijnen op langere termijn gaan doen. Het zijn hele zware medicijnen, zeker voor een klein kind. Het is onbekend of ze schadelijke gevolgen hebben. Ook daar moet meer onderzoek naar worden gedaan.’’ ,,Laatst was op het nieuws dat ze reuma nu willen gaan bestrijden met een soort chip. Er is een proef geweest en bij een aantal mensen werkt het. Daardoor zouden medicijnen overbodig worden. Ik hoop dat Rowan hier over vijf of tien jaar mee geholpen kan worden.’’
De strijd voor ’n beter leven zonder pijn Wat is reuma? Reuma is een verzamelnaam voor meer dan honderd verschillende aandoeningen aan gewrichten, spieren en pezen. Voorbeelden zijn reumatoïde artritis, artrose en fibromyalgie. Bijna tweederde van de mensen met reuma is onder de 65 jaar en er zijn in ons land zo’n 3000 kinderen met reuma. Vaak kent de ziekte een grillig verloop. Periodes waarin de reuma nauwelijks actief is, worden afgewisseld met maanden van pijn en beperkte energie. Mensen met een reumatische aandoening ervaren daardoor vaak onbegrip op hun werk of in hun familieof vriendenkring.
Hoe krijg je reuma? Hoe reuma precies ontstaat is onbekend. Wel weten we dat er in veel gevallen iets mis gaat met het immuunsysteem, het systeem dat het lichaam beschermt tegen ziekmakers. Bij verschillende vormen van reuma komen afweercellen in actie tegen het eigen lichaam. Hierdoor ontstaan ontstekingen, meestal in de gewrichten, maar soms ook in organen. Reumatische aandoeningen, waaronder artrose, zijn nog niet te genezen, maar er zijn gelukkig veel goede medicijnen die ontstekingen remmen en terugdringen.
Hoe komen wij aan geld?
Waarom hebben wij uw steun nodig?
Het Reumafonds krijgt jaarlijks ongeveer 14 miljoen euro binnen. Dat geld komt van de landelijke collecte in maart, loterijen, donateurs, nalatenschappen en sponsoracties van particulieren. Het fonds krijgt geen overheidssubsidie en is dus volledig afhankelijk van giften. Het merendeel van onze inkomsten (zo’n 8 miljoen euro per jaar) is bestemd voor wetenschappelijk onderzoek naar de oorzaak en behandeling van reumatische aandoeningen. De rest gaat naar voorlichting, belangenbehartiging en ondersteuning van patiëntenactiviteiten.
Een sms-je versturen, een jampot opendraaien of een flinke boswandeling maken, voor mensen met reuma worden de normaalste dingen steeds moeilijker. Reumatische aandoeningen gaan nooit over. Mensen hebben levenslang last van fysieke beperkingen zoals pijn, stijfheid en vermoeidheid. Doordat je vaak niet kunt zien of iemand reuma heeft, stuiten veel mensen met reuma op onbegrip uit hun omgeving. De sleutel tot de oplossing van reumatische aandoeningen ligt in wetenschappelijk onderzoek. Zulk onderzoek kost veel tijd en geld. Daarom zijn we blij met iedereen die ons steunt in de vorm van een gift of met tijd. U kunt online doneren via www.reumafonds.nl of bellen met 020-589 64 75. Wilt u samen met 65.000 andere vrijwilligers meehelpen tijdens de collecte van 11 t/m 16 maart 2013? Mail dan naar
[email protected] of bel met 020- 589 64 71.
ZATERDAG 29 DECEMBER 2012
Wat hebben we ervan gesmuld: de tv-serie Gooische Vrouwen. Het kitscherig beschaafde lege leven van het snelle geld. Grote villa’s, dito auto’s en shoppen tot je er bij neervalt. In het Gooi is dat geen parodie. Onze gasthoofdredacteur Anita Witzier is zo’n Gooische vrouw, maar dan anders.
VRIJ
23
Eropuit
Tekst: Mirjam van Twisk Foto’s: Studio Kastermans
Gooische vrouw, maar dan anders
V
oor haar geen eindeloze shoppingsessies in modedorp Laren, waar het duurste van het duurste zich winkel aan winkel verdringt. Nee, geef Anita winkels waar lekker eten te koop is, doe daar een scheut mooie natuur bij en ze is gelukkig. En die kleding? Ach, daarvoor vindt zij in haar eigen woonplaats een paar goede tweedehands zaken. Aan de hand van Witzier gaan we langs haar favoriete plekjes in het Gooi, het andere Gooi.
Heerlijk stekkie Even verderop, verscholen in het lommer van een Blaricumse villawijk, houdt café restaurant Rust Wat zich onzichtbaar voor dagjesmensen. Die kennen dit pareltje alleen als locatie uit de tv-serie. Voor veel inwoners van het Gooi is Rust Wat echter een favoriete pleisterplaats. Zij komen er een vorkje prikken of ’een wijntje doen’. Hier raken de wereld van Anita en die van Cheryl, Claire en Anouk elkaar dus even. Begrijpelijke gelijkgestemdheid, want de uitspanning ademt romantiek. En het staat op een plek waar iedere Gooise vrouw blij van wordt; aan de oever van een verstilde vijver, door bos omzoomd. Vanaf het terras kijk je uit over een spiegelplas gevuld met waterlelies en zwanen. ,,Heerlijk stekkie’’, vindt Witzier. ,,Ik leerde Rust Wat zo’n twintig jaar geleden kennen toen ik werkte voor Tineke de Nooij, die hier een borrel gaf.” Tegenwoordig strijkt de presentatrice er graag neer voor koffie. Om die te verdienen laat ze er eerst hond Ollie uit. ,,Je kunt achter de vijver langs door het bos wandelen. Ik maak een rondje van 25 minuten en geniet dan hier op het terras even na.’´
Lege ogen Waar je ook woont in het Gooi, de natuur is, in al zijn varianten, altijd dichtbij. De schilderachtige heidevelden, water, bos en polder zijn voor Witzier meer dan elementen die de prijs van haar huis opdrijven. Zij geniet van hei en bos, maar is bovenal een meisje van de polder. Afkomstig uit de Alblasserwaard is het wijdse weidelandschap van Eemnes, pal achter haar Blaricumse woning, dé plek waar ze heel graag komt. ,,Dit landschap heb ik nodig om mijn ogen leeg te maken. Ik moet regelmatig de horizon zien.” Langs kaarsrechte, schier oneindige wegen, loopt ze er haar hoofd helder en geniet. ,,Vooral op vroege zomerochtenden is het hier prachtig. Al die vogels. Overal vogels… En ’s winters, als alles wit is aangevroren en hemel en aarde in elkaar overlopen. Zo mooi.”
Verrukkelijk In Blaricums dorpskern, vol oude boerderijen omgeven door heggen aan smalle weggetjes, zijn het de specialiteitenzaken die Anita trekken. Zie haar kwijlen in patisserie Rémy, waar prachtige taarten en verleidelijke chocolade elkaar beconcurreren. ,,Oh’’, zucht ze. ,,Zijn dat gemberkoekjes? Verrukkelijk! Zaterdags haal ik hier gebakjes. Zo lekker. Kijk die, en die of die…’´ Verder gaat het, naar de Cucina da Bruno, de Italiaanse traiteur. ,,Hier hebben ze al die dingen die het leven leuk maken.” Voor Cheryl & co waarschijnlijk alleen interessant om indruk mee te maken op feestjes, maar voor Witzier zijn de winkels zelf feestjes.
Modeshit Terwijl we naar buiten lopen wijst ze. ,,Hier om het hoekje zit de viswinkel. ,,Duur, maar zóó lekker. Daar, een prima slager. En hier tegenover, de wijnhandel. Opgelucht stelt ze: ,,Heerlijk dat we hier geen modezaken hebben, zoals in Laren. Dat moeten we vooral zo houden. Ik heb niets met die modeshit.” ,,In Blaricum hebben we alleen tweedehands-kledingzaken. Soms vind je er de mooiste spullen. Ja zeg, een avondjurk koop je toch niet nieuw?’´ Lachend: ,,Zo compenseer ik al die dure etenswaren”. Ondenkbaar voor Cheryl en Claire, maar passend bij de nuchtere Anita. En met haar, bij steeds meer Gooische vrouwen.