Resultaten werksessie Twentste Kracht 23 mei 2013 te Markelo Café Restaurant De Haverkamp; 23 mei 2013 Markelo. Op 23 mei was in Markelo de werksessie in het kader van de visie en het uitvoeringsprogramma ‘Twentse Kracht: Groene Metropool Twente’. Samen met belangenvertegenwoordigers uit Hof van Twente, Haaksbergen, Hengelo en Enschede is gesproken over de ontwikkeling van het landelijk gebied in de periode 2014-2020. In 2013 loopt het huidige programma af. Met de uitkomsten van deze en de andere werksessies in Zuidwest Twente wordt het uitvoeringsprogramma 2014-2020 opgesteld. Na een warm welkom door wethouder Josh Sijbom van de gemeente Hof van Twente werd de werksessie ingeleid met een presentatie van relevante trends en ontwikkelingen en van de hoofdlijnen van Twentse Kracht: Groene Metropool Twente. De presentatie is als bijlage bij dit verslag gevoegd. De deelnemers hebben in twee groepen gediscussieerd.
Werksessie 1 ‘Ontwikkeling in Balans’ In deze werksessie zijn de kansen voor een gezonde en duurzame (economische) ontwikkeling van het landelijk gebied besproken. De deelnemers zien veel kansen voor nieuwe impulsen voor de lokale en regionale economie en hechten veel waarde aan leefbaarheid en duurzaamheid. Hieronder de resultaten:
We moeten meer werk maken van de biobased economy. Er zijn kansen voor brede herintroductie van vlas in Twente. Met dit historische gewas kunnen allerlei nieuwe en innovatieve producten worden ontwikkeld. Er lopen al enkele pilots. Samen met de Groene Kennispoort kan dit in Twente verder uitgebouwd worden. Verder is het van belang in te zetten op nieuwe energie uit zon, wind en biomassa. Ook kan nieuwe economische groei kan gehaald worden uit het professionaliseren van de streekproductensector, bijvoorbeeld door de zakelijke markt meer te gaan bedienen. Een ‘bijproduct’ hiervan is kennis. Twente zou als voorbeeldregio kunnen fungeren en ook de opgedane kennis kunnen vermarkten. Deze zaken kunnen belangrijke drivers worden voor nieuwe en lokale / regionale economische activiteit. De landbouw blijft in de komende jaren een belangrijke economische factor. Ze blijft ok de grootste grondgebruiker. De schaalvergroting in de landbouw gaat door. De verwachting is dat per jaar in Hof van Twente 30 van de 750 bedrijven zullen stoppen. Het is van groot belang dat de landbouwstructuur concurrerend blijft. Daarvoor is ook in de komende periode kavelruil nodig. Kijk daarbij of met de cascobenadering winst voor zowel landschap als landbouw geboekt kan worden. Door de schaalvergroting en noodzaak voor efficiëntie in de landbouw zullen meer overhoeken overblijven die voor de grote bedrijven niet meer interessant zijn. Dit is een aandachtpunt voor het landschap. Mogelijk kunnen deze gebruikt worden voor kleinschaliger teelten, biomassa of voor agrarisch natuurbeheer. Mogelijk dat ook de groenopgaven vanuit het GLB hierbij betrokken kan worden.
1
De waterschappen zijn bezig met de voorbereiding van het Zoetwaterprogramma OostNederland (ZON). De opgave is waterschaarste te bestrijden, die optreedt als gevolg van onder meer klimaatverandering. Dat betekent dat meer maatwerk in de ontwatering van gebieden. Afhankelijk van de plek kan dit voor de landbouw positief of negatief uitpakken. Waar mogelijk moet gekeken worden waar interessante combinaties met andere functies zoals natuur, landschap en recreatie gevonden kunnen worden. Zorg voor innovaties in het waterbeheer door ook hier verbindingen te leggen met andere sectoren. Belangrijk voor de toekomst is de ruimtelijke en landschappelijke kwaliteit te behouden, te versterken en te verzilveren. Een mooi landschap is belangrijk voor de economie, het houdt mensen gezonder en biedt allerlei recreatieve mogelijkheden en is belangrijk voor de biodiversiteit. Kansen liggen in het leggen van verbindingen tussen (groen)bedrijven, zorg en sociale werkplaatsen en andere participatietrajecten. Ook de landgoederen zijn belangrijk voor de ruimtelijke en landschappelijke kwaliteit en als plek voor bijzondere teelten en leverancier van biomassa. Naast hergebruik van VAB’s biedt ook een sloopregeling kansen voor de leefbaarheid en de landschappelijke kwaliteit. Gezien het aantal vrijkomende erven en de kwaliteit van de bebouwing zullen niet alle voormalige bedrijfsgebouwen nuttig hergebruikt kunnen worden. Voorkomen moet worden dat verpaupering optreedt. Vanuit Elsenerbroek is de ervaring dat de doorgaande vergrijzing nog wordt versterkt doordat jongeren wegtrekken. Het zou goed zijn als er laagdrempeliger mogelijkheden in vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen komen voor huisvesting van jongeren. Probleem is dat de huidige wet- en regelgeving daarbij soms in de weg staat. Belangrijk is ook dat het werk en de voorzieningen goed bereikbaar zijn. Snel internet is daarbij een voorwaarde. Het maakt nieuwe economische activiteiten in bijvoorbeeld VAB’s mogelijk en zorgt ervoor dat voorzieningen ook via internet geleverd kunnen worden. Nieuwe economische kansen liggen ook in de zorg, vooral in preventie en gezonder leven en met producten en diensten inspelen op de vergrijzing. Daarnaast is de ICT een kans. Door snel internet wordt het werken in ICT en andere dienstverlening minder plaatsgebonden. Belangrijk is relatie stad-platteland uit te bouwen. Alle nieuwe economische mogelijkheden krijgen een impuls door vraag en aanbod van stad en platteland met elkaar te verbinden. Voor de recreatiesector is het van belang dat het landschap en de leefbaarheid op peil blijven. Er zijn al veel B&B’s, voor meer is eigenlijk geen ruimte meer. Kansen zijn er voor het zakelijk toerisme. Dat is een groeiende markt. We moeten Twente laten zien. Daarbij zijn er wel zorgen over de organisatie van de promotie in Twente. Het TBT en de Toerist Info’s moeten goed samenwerken. Dat is nog niet goed op orde.
Gevraagd naar een wens of hartenkreet voor de ontwikkeling van het landelijk gebied in de toekomst kwamen de volgende zaken naar voren:
“Benut platteland, stad, landbouw en bedrijven meer. De combinatie en samenwerking is een unieke mogelijkheid om Twente leefbaar te houden. Meer samenwerking door ondernemers.” “Glasvezel in het buitengebied.” “Samenwerking! Hoe: fondsvorming, gezamenlijk investeren in een gezamenlijke agenda.”
2
“Behoud de sterke kanten van Twente door inzet van innovatie. Bijvoorbeeld: mooie landschappen die via innovatieve agrarische bewerking toch winstgevend zijn.” “Laat ruimtelijke en economische ontwikkelingen bijdragen aan het landschap’. Koppel landschapsontwikkeling en –beheer aan deze ontwikkelingen. Koppel dit aan landschapsfondsen.” “Heb aandacht voor de nieuwe collectieven voor agrarisch natuurbeheer. Bouw voort op samenwerking in Groen-Blauwe Diensten.” “Sterker de verbinding maken tussen stad en platteland, met behoud van landschappelijke kwaliteit en economische bedrijvigheid. Stad=wonen en werken. Platteland=beleven, recreëren en lokale bedrijvigheid.” “100 jaar vooruit, aait verdan.” “Dat gezonde landbouwbedrijven die doorgaan de ruimte houden en krijgen om de vrijgekomen gronden over te nemen en dat de vrijkomende erven economisch en sociaal benut kunnen worden.” “Sociale werkvoorzieningen voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt op boerenerven.” “Verkavelingen moeten door blijven gaan voor de verbeterde landbouwstructuur. Nieuwe invulling van vrijkomende erven met bedrijvigheid moeten economisch goed doordacht zijn en het liefst met jonge ondernemers.”
Deelnemers werksessie 1: Vincent Bökkering (gemeenteraad Hof van Twente, D66), Rolf Oldejans (Groene Kennispoort Twente en Gemeente Enschede), Wilco Pasman (Stimuland), Johan Baak (LTO Noord, afd. Hof van Twente), Eibert Jongsma (Landschap Overijssel), Bart Overbeek (Gemeente Hof van Twente), Sylvia Pierik (Hotel Hof van Twente), Teunis Elkink (LTO Noord, afd. Hof van Twente), Hendrik Boswinkel (Stichting Perspectief Elsenerbroek).
Werksessie 2: Samenhang door binding. In deze werksessie zijn de leefbaarheid in dorpen, wijken en buurtschappen, ouder worden in de toekomst, kansen voor de jeugd en nieuwe organisatievormen besproken. De deelnemers hebben antwoord gegeven op de vraag “Hoe zie jij de toekomst van het buitengebied/ welke uitdagingen zijn er?” Hieronder de antwoorden: Jan Willem Allersma (Viverion)
Inspelen op de trends door prominente ideeën/ personen te gebruiken. Inzetten op glasvezel/ techniek, burgerinitiatief, niet in bedrijventerreinen investeren.
Truida Wissink (voorzitter perspectief Elsenerbroek)
Diversiteit is onze kracht, dwz de combi van bedrijvigheid/ werk/ wonen/ recreatie. De terugloop van jongeren in het buitengebied moet worden tegengegaan. Ervaring is helaas wel dat de jongeren hierin zelf niet meedenken. Zij nemen een afwachtende houding aan; “laat maar zien wat je ons kan bieden, dan bekijken wij wel of dit voldoende is om te blijven. Dit laatste vloeit voor uit de gesprekken die Truida heeft gehouden met jongeren uit Elsenerbroek en omgeving. 3
Jan ten Hove (lid platform buurtschap Hof van Twente)
Zorg voor veel activiteiten, stimuleer initiatieven door allerlei stakeholders te verbinden. Nu zijn het veelal dezelfde “kartrekkers” die met projecten/ ideeën komen. Dit maakt het kwetsbaar. Behoud van de jeugd is een uitdaging voor zowel de samenleving zelf als de gemeente.
Alice Olde Reuver of Briel (gemeetraadslid en fractievoorzitter D66)
Er is een ontwikkeling (door de VAB) die ondernemers van het centrum naar buitengebied laat bewegen. Internet is een niet te stuiten ontwikkeling. Glasvezel is dus van wezenlijk belang. Zzp’ers/ starters moeten een breed scala van faciliteiten aangeboden krijgen door de de overheid om nieuwe bedrijvigheid (goedkoop) te kunnen starten in het buitengebied. Bestemmingplannen buitengebied ruime kaders geven voor invulling.
Henk Bronnikreef (bestuurslid LTO)
De school (in al zijn facetten; scholing jeugd, verzamelpunt voor sociale activiteiten en zorgdrager voor sociale cohesie in de gemeenschap) is een waarborg voor behoud en dynamiek in het buitengebied. Dus is het niet wenselijk dat scholen sluiten, tenzij het wordt vervangen door een sterk alternatief, zoals de sociale functie van een buurthuis. Een uitdaging is hoe we met onze ouderen omgaan, in woongemeenschappen. Welke kwaliteit van leven willen en kunnen we bieden. Zorg voor landschapsonderhoud, voorkom verpaupering/ teloorgang van culturele/ platteland uitstraling. Dit in samenwerking met de toeristische sector/ sponsoring van bedrijven.
In de discussie hierover kwamen de volgende punten naar voren:
Flexibel omgaan met bestemmingen inzake bestemmingsplanprocedures. Het is niet meer van deze tijd om de locaties tot in detail te bestemmen. Dit moet ruim gebeuren, zodat een flexibele (her)invulling mogelijk is. Integratie van “import en eigen bevolking” in de kernen, zodat mensen zich niet buitengesloten voelen en dus meer reden hebben om te blijven. Het “noaberschap” verandert door de verschillen in de bevolkingssamenstelling; beroepen (niet meer enkel agrariërs), leefritme, oorsprong, wensen in kinder/ dagopvang. Daardoor wordt er divers gedacht over verscheidene maatschappelijke/ kwesties. De gewenste invulling is dus ook divers. Het is van belang om de gedeelde waarde te vinden ook al verschil je in de achtergrond. De afhankelijkheid van het voorzieningenniveau ten opzichte van vrijwilligers is zeer groot en daardoor is dit voorzieningenniveau kwetsbaar. Het is van belang om de initiatieven van vrijwilligers te koppelen aan professionele instellingen/ bedrijven (via sponsoring of via een bestuurslid dat door een bedrijf ter beschikking wordt gesteld), zodat het een meer
4
professioneel en duurzaam karakter krijgt. Ook is het van belang dat er meer vanuit een visie wordt gehandeld dan vanuit de ad hoc behoefte. De jeugd vertrekt, doordat (vervolg)opleidingen hier ontbreken. Wel kun je ervoor zorgen dat de jeugd weer terugkeert als de fase van gezinsvorming aanbreekt. Dit kan door te investeren in innovatie/ bedrijvigheid. Leg glasvezel aan. Zorg dat je met de moderne opvattingen over werken vanuit huis kan meekomen. Laat daar geen gat vallen. Digitale bereikbaarheid dient te worden beschouwd als één van de noodzakelijke nutsvoorzieningen. Het openbaar vervoer dient niet afhankelijk te worden gesteld van een dienstregeling, maar van de vraag vanuit de gebruiker. De bereikbaarheid van het buitengebied kan hierdoor optimaler worden. Ten aanzien van het voorzieningenniveau en de voorzieningendichtheid moet de keuze worden gemaakt om te centreren. Het is onbetaalbaar om elke kern een basisniveau te kunnen bieden. De jeugd moet zich bewust worden van het feit dat de toekomst van het buitengebied óók op hun schouders ligt en niet enkel op de nu gevestigde orde. De toekomstinitiatieven dienen van onderaf te komen ipv bovenaf te worden opgelegd. Maar hoe dit te bereiken, daar weten de aanwezigen zo geen antwoord op.
Deelnemers werksessie 2: Jan Willem Allersma (Viverion), Truida Wissink (voorzitter perspectief Elsenerbroek), Jan ten Hove (lid platform buurtschap Hof van Twente), Alice Olde Reuver of Briel (gemeetraadslid en fractievoorzitter D66), Josh Sijbom (wethouder Hof van Twente), Henk Bronnikreef (bestuurslid LTO, afd. Hof van Twente), Karin Lueks (gemeente Hof van Twente), Marieke van der Aa (gemeente Hof van Twente).
5