Resultaten van de studie naar casemanagement: de visie van huisartsen op casemanagement voor palliatieve zorg in de Westelijke Mijnstreek
Auteur:
Cindy Rodigas, student Universiteit Maastricht
In samenwerking met:
Netwerk Palliatieve Zorg Westelijke Mijnstreek MCC Omnes Universiteit Maastricht, FHML
Datum:
30 juli, 2013 1
1. Inleiding In mei dit jaar bent u benaderd voor een onderzoek naar de visie van huisartsen op de toepassing van casemanagement in de palliatieve zorg in de Westelijke Mijnstreek. Dit rapport zal kort de belangrijkste resultaten van het onderzoek weergeven. Het complete onderzoeksrapport kunt u opvragen per mail bij Els Knapen, de coördinator van het Netwerk Palliatieve Zorg Westelijke Mijnstreek (
[email protected]). 2. Belangrijkste resultaten 2.1 Participanten Van de 88 benaderde huisartsen hebben er 24 deelgenomen (27,3% respons). Van deze deelnemers heeft 43% ervaring in het samenwerken met een casemanager waarvan 64% deze samenwerking als positief ervaart. Bij het interpreteren van de resultaten dient rekening te worden gehouden met mogelijke vertekening. Door de lage respons kan er mogelijk een onbedoelde selectie van huisartsen hebben plaatsgevonden. 2.2 Knelpunten in palliatieve zorg Uit het onderzoek komt naar voren dat de meeste knelpunten ervaren worden in de overdracht van de patiëntenzorg. De belangrijkste knelpunten zijn: -
Het tijdstip van de overdracht van het ziekenhuis naar de thuissituatie is niet met de huisarts afgestemd (54%)
-
De overdracht van patiëntengegevens door het ziekenhuis is onvolledig (50%)
-
De overdracht van medicatiegegevens is onvolledig (38%)
-
Hoe meer disciplines betrokken zijn bij de zorg, hoe moeilijker de afstemming van zorg (38%)
-
De benodigde thuiszorg is niet geregeld (33%)
2
2.3 Verwachte effecten van palliatieve zorg casemanagement Van de participerende huisartsen verwacht 65% dat casemanagement de kwaliteit van palliatieve zorg kan verbeteren. Huisartsen verwachten de volgende mogelijke positieve effecten: -
Beter geïnformeerde patiënten (74%)
-
Betere aanpassing van de zorg aan de behoeften en wensen van de patiënt en naasten (67%)
-
Beter onderlinge afstemming van zorg en diensten (70%)
-
Betere overdracht van patiënten tussen zorginstellingen (65%)
Echter, op een open vraag benoemden 15 huisartsen ook één of meerdere mogelijke negatieve effecten. De volgende nadelen werden genoemd: -
De toevoeging van een extra zorgverlener is een nadeel (N= 9). Volgens de huisartsen kan
dit
leiden tot onrust voor de patiënt (N=2), een toename in kosten (N=2),
overlegmomenten (N=1), tussenschakels (N=1) en regelaars (N=1) -
De toevoeging van een casemanager kan leiden tot verwarring als competenties niet duidelijk zijn afgebakend en door alle betrokkenen zijn geborgd (N=1)
-
Moeilijk om te bepalen wanneer een patiënt in een palliatief stadium is (N=1)
-
Een casemanager is wellicht niet in staat een leidende rol te vervullen (N=1)
-
Onvoldoende bereikbaarheid van de casemanager wanneer deze niet bereikbaar is buiten kantooruren (N=2).
-
Een casemanager is niet nodig want de huisarts is de casemanager (N=1)
-
Verlies van de centrale en autonome rol van de huisarts (N=3)
2.4 Voor welke patiënten zou casemanagement palliatieve zorg moeten worden toegepast? Van de deelnemende huisartsen is 79% van mening dat patiënten die behoefte hebben aan complexe zorg en niet in staat zijn om deze zorg zelf te regelen en geen familie hebben die dit kunnen of willen doen in aanmerking komen voor casemanagement. 3
2.5 Invulling van de functie van de casemanager palliatieve zorg Van de huisartsen gaf 68% aan dat zij een verpleegkundige de meest geschikte zorgverlener vinden voor het uitvoeren van casemanagement in de palliatieve zorg. Van deze 68% gaf 40% aan dat deze verpleegkundige gespecialiseerd moet zijn. Echter, 45% van de huisartsen is van mening dat de huisarts de meest geschikte zorgverlener is voor het vervullen van de casemanagement functie. Verder gaf 65% van de huisartsen de voorkeur aan een gecombineerde functie met casemanagement in andere sectoren zoals Dementie of COPD. Tenslotte is 83% van de huisartsen van mening dat de functie van casemanager gecombineerd dient te worden met een andere functie zoals verpleegkundige. 2.6 Takenpakket van de casemanager palliatieve zorg De volgende taken zouden volgens de huisartsen deel uit moeten maken van het takenpakket van een eventuele casemanager palliatieve zorg: -
begeleiding van de overdracht van zorg (95%)
-
faciliteren van communicatie tussen zorgverleners (86%)
-
zorg dragen dat de zorg onderling is afgestemd (85%)
-
informeren van patiënten en naasten over mogelijke voorzieningen (90%)
-
fungeren als aanspreekpunt voor patiënt, naasten en betrokken zorgverleners (76%)
-
Inventariseren van het draagvlak van de mantelzorgers (76%)
Dit zijn tevens de gebieden waarvan de participerende huisartsen verwachten dat de casemanager hun kan aanvullen.
4
3. Conclusie Het doel van dit onderzoek was de visie van huisartsen op casemanagement palliatieve zorg in kaart te brengen. Door de lage respons en missende waarde op sommige vragen moet bij de interpretatie van de resultaten rekening worden gehouden met vertekening. Dit onderzoek laat zien dat de meeste huisartsen positieve effecten verwachten van casemanagement in de palliatieve zorg. Echter, verwachten de huisartsen ook moeilijkheden, vooral ten gevolgen van de toevoeging van een extra zorgverlener aan het zorgproces. Ook zijn veel huisartsen van mening dat implementatie van casemanagement niet nodig is omdat deze rol toebehoort aan de huisarts. Verder vinden de meeste deelnemende huisartsen dat casemanagement toepasbaar is voor patiënten die complexe zorg nodig hebben en niet in staat zijn om samen met hun familie deze zorg te regelen. Wanneer toegepast, dient volgens de huisartsen de functie van casemanager vervult te worden door verpleegkundigen. Ook vinden de meeste deelnemende huisartsen dat de functie gecombineerd moet worden, zowel met een andere functie zoals verpleegkundige alsook met casemanagement in andere sectoren. De taken van de casemanager dienen volgens de huisartsen te bestaan uit het fungeren als aanspreekpunt, coördinatie van zorg, bevorderen van de samenwerking tussen zorgverleners en informeren van patiënten.
5