Delta Lloyd Life stelt voor:
Resultaten Nationale Pensioenenquête 2013 Dé pensioenleeftijd, bestaat die wel? Quid eindeloopbaanbeleid? Persdossier met de belangrijkste enquêteresultaten. Dinsdag 4 juni 2013
Annelore Van Herreweghe Woordvoerder Delta Lloyd Life tel. +32 494 170 200
[email protected]
Opdrachtgever: Delta Lloyd Life Onderzoek uitgevoerd door 365.ANALYTICS Doelgroep populatie: Belgische bevolking 18-64 jaar
Methodologie & steekproeftrekking - Online kwantitatief onderzoek - Steekproeftrekking: proportioneel gestratificeerde aselecte panelsteekproef - Gebruikte panel: IVOX - Veldwerk uitgevoerd tussen 3 en 18 april 2013 - Aantal respondenten: N=1427 - Resultaten werden gewogen op taal, leeftijd, opleiding en beroep - Maximale foutenmarge bij 95% betrouwbaarheid: 2,6% - Duurtijd enquête: 8 minuten
3
Resultaten Nationale Pensioenenquête 2013
De Belg verwacht een eindeloopbaanbeleid van werkgevers en overheid, maar 83% wil zelf niet inleveren op loon Dinsdag 4 juni 2013 – Vandaag heeft Delta Lloyd Life de resultaten bekend gemaakt van haar jaarlijkse Nationale Pensioenenquête. Uit de peiling van de pensioenverzekeraar blijkt dat de Belg het steeds minder ziet zitten om te werken tot de wettelijke pensioenleeftijd van 65 jaar. 38% van de ondervraagden zegt carrément ‘nee’. Dat percentage is met 5% gestegen t.o.v. 2012. De gemiddelde gewenste pensioenleeftijd is nog steeds 61 jaar. Maatregelen om aan de pensioenleeftijd te sleutelen oogsten geen bijval. Een aangepaste en flexibele job en financiële stimuli zou de Belg nog over de streep trekken om langer aan het werk te blijven. 3 op 5 van de ondervraagden vinden dat elk bedrijf een aangepast beleid voor oudere werknemers moet hebben. Maar 83% is niet bereid zelf in te leveren op loon aan het einde van de loopbaan. Het pensioenbewustzijn is aangescherpt, maar vooraleer de Belg bereid is zelf bijkomende inspanningen te leveren, stelt hij duidelijke eisen: maak werk van een eindeloopbaanbeleid en verzeker mij dat er nog centen voor mijn pensioen zullen zijn. Met andere woorden: stem het arbeidsmarktbeleid en het pensioenbeleid maximaal op elkaar af.
In april 2013 peilde de pensioenverzekeraar via het onafhankelijke onderzoeksbureau 365.ANALYTICS bij 1.427 Belgen of dé pensioenleeftijd goed ingeburgerd is en of er wel werk wordt gemaakt van een eindeloopbaanbeleid. (cfr. Bijlage 1) “2012 werd hét jaar van de pijlsnelle pensioenhervorming”, legt Annelore Van Herreweghe, woordvoerder van de pensioenverzekeraar uit. “Het pensioendebat woedde vervolgens meer dan ooit. Voor het eerst sinds lang werd in termen van opportuniteiten gedacht en werd het ‘mastodontische doemscenario der vergrijzingstsunami’ vanuit pragmatische hoek bekeken en aangepakt. De huidige Vice-Premier en Minister van Pensioenen, Alexander De Croo, dringt dan ook terecht aan om het veel gehoorde ‘pensioenproblematiek’ te vervangen door ‘uitdagingen van het pensioensysteem’. Maar heeft de Belg zich ondertussen verzoend met de weg die door de Wetstraat werd ingeslaan, nl. langer werken1? Dé pensioenleeftijd van 65 jaar, is die al ‘ingeburgerd’? En hoe ziet de Belg een eindeloopbaanbeleid?” De online peiling richtte zich tot de leeftijdscategorie 18 tot 64 jaar. “Dé pensioenleeftijd, bestaat die wel? Quid eindeloopbaanbeleid?”
1 OP 2 BELGEN VINDT DAT HIJ GENOEG GEWERKT HEEFT AAN 61 JAAR De helft van de respondenten vindt dat wie aan de leeftijd van 61 jaar met pensioen gaat ‘genoeg gewerkt’ heeft. Over wie vanaf zijn 65ste gepensioneerd is, is zelfs ⅘ die mening toegedaan. Wie langer dan zijn 65ste moet werken, wordt in toenemende mate als ‘pechvogel’ beschouwd. Wie dan weer voor zijn 55ste het arbeidscircuit verlaat als gepensioneerde, krijgt de stempel ‘profiteur’. (cfr. Bijlage 2) 38% van de ondervraagde Belgen vindt bovendien dat vervroegd pensioen niet meer van deze tijd is. Dat percentage ligt in de lijn met 2012 (37%). (cfr. Bijlage 3) “De gewenste pensioenleeftijd blijkt nog steeds rond de leeftijd van 61 te liggen”, concludeert Annelore Van Herreweghe. (cfr. Bijlage 4 en 5) “In 2012 sprak de Belg zich hierover op ongeveer dezelfde manier uit. De leeftijdsgrens die de Belg zelf voor ogen houdt, schuift dus niet op, ondanks het feit dat de wettelijke vastgelegde pensioenleeftijd inmiddels 65 jaar bedraagt. Wel keuren meer Belgen het te vroeg met pensioen gaan (voor je 55ste) duidelijker af. De awareness dat men langer zal moeten werken neemt dus toch wel toe.”
Met “langer werken” wordt in dit persbericht bedoeld: werken tot de wettelijk vastgelegde pensioenleeftijd van 65 jaar. Dit verwijst niet naar het eventuele verschuiven van de wettelijke pensioenleeftijd. 1
4
DE BEREIDHEID VAN DE BELG OM TOT 65 JAAR TE WERKEN DAALT MET 3% 38% van de ondervraagde Belgen wil niet tot 65 jaar werken. Dat percentage is met 5% gestegen ten opzichte van 2012 (33%). Jongeren (18-34 jaar: 23%) zeggen minder ‘nee’ dan senioren (50-64 jaar: 55%). Bovendien is ook het aantal respondenten dat zeker wel tot hun 65ste willen werken ook verder gezakt van 30% naar 27%. Vooral zelfstandigen (44%) zien het wel zitten om tot hun 65ste verder te werken. Het aantal enthousiaste jongeren (18-34 jaar: 33%) is hoger dan aan het aantal enthousiaste senioren (50-64 jaar: 24%). (cfr. Bijlage 6, 7 en 8) “We merken een algemene daling van de bereidheid van de Belg om tot 65 jaar te werken. Dat het voor senioren moeilijker is om aan het idee te wennen dat ze zullen moeten werken tot aan hun 65ste, dat hadden we wel verwacht”, stelt de woordvoerder van Delta Lloyd Life. “Ze hebben een lange periode meegemaakt waar het wél kon om vroeger te stoppen met werken. Jongeren weigeren dan wel iets minder radicaal dan de senioren, ze zijn toch niet veel enthousiaster om tot hun 65ste te werken. Ze zijn zich waarschijnlijk wel bewust dat ze zullen ‘moeten’, maar hebben er niet veel zin in.” STEEDS MEER BELGEN BESCHOUWEN HUN PENSIOEN ALS EEN PERIODE OM NAAR UIT TE KIJKEN... 32% van de ondervraagden kijkt uit naar zijn pensioen, dat is 7% meer dan in 2012. (cfr. Bijlage 9) Wie niet bereid is om tot zijn 65ste te werken, kijkt hoofdzakelijk uit naar de positieve effecten van het pensioen. “Het aantal actieve Belgen die uitkijken naar hun pensioen is sterk gestegen in vergelijking met 2012. Het is evenwel niet vanuit negatieve gevoelens dat de Belg wil stoppen met werken”, volgens Annelore Van Herreweghe. “Het ‘gebrek aan een interessante job’, de ‘te hoge werkdruk’ en een ‘onaangepaste job’ scoren relatief laag t.o.v. de positieve stimuli.”
‘Genieten van het pensioen’ staat met stip op 1 (64%), ‘rustig leven zonder tijdsdruk’ prijkt op nummer 2 (51%). ‘Tijd voor familie & vrienden’ staat op de derde plek (44%) gevolgd door de ‘fysieke druk van de job’ (40%). (cfr. Bijlage 10) Wie wel bereid is om tot zijn 65ste te werken, doet het in hoofdzaak om ‘actief te blijven’ (55%). Ook de financiële motieven spelen een grote rol: ‘verbeteren van de financiële situatie’ (44%) en zelfs ‘uit financiële noodzaak’ (35%) (cfr. Bijlage 11). ... MAAR ZOU GEMOTIVEERD ZIJN OM LANGER TE WERKEN MITS VERHOOGDE FLEXIBILITEIT EN FINANCIËLE STIMULI Als extra simulansen om langer aan het werk te blijven, denkt de Belg vooral aan een aangepaste en flexibele job. ‘Kortere werktijden, meer vakantie’ (52%) voert het lijstje van préferées aan, maar ook de ‘job zelf kunnen inrichten’ (36%) en een ‘aangepaste job’ (35%) vallen binnen de top 5. Een tweede belangrijke motivator is het financiële luik. ‘Hoger pensioen krijgen’ haalt nipt niet de eerste plaats (51%) en ook het krijgen van een ‘financiële incentive’ scoort bijzonder hoog (34%). (cfr. Bijlage 12 en 13) “Niet alleen wie wel bereid is om tot zijn 65ste te werken, wordt gestuurd door financiële motieven”, besluit Annelore Van Herreweghe. “Ook wie in principe ‘nee’ zegt tegen werken tot 65 jaar, zou eventueel toch te overhalen zijn mits een aantrekkelijker financieel plaatje.”
5
63% VAN DE BELGEN VERWACHT EEN EINDELOOPBAANBELEID VAN WERKGEVERS... Volgens de ondervraagden heeft slechts 10% van de werkgevers een beleid naar oudere werknemers. Nochtans is 63% van mening dat elk bedrijf een aangepast beleid zou moeten hebben. (cfr. Bijlage 14) “De Belg begint steeds meer te beseffen dat de senior werknemer misschien wel een aangepaste aanpak vereist om langer aan het werk te willen én kunnen blijven”, meent de woordvoerder van pensioenexpert Delta Lloyd Life. “Dat percentage is met 10% toegenomen t.o.v. 2012. De stijging is het opvallendst bij de 18-34 en 35-49 jarigen. Ook wie niet onmiddellijk betrokken is, ziet de noodzaak er steeds meer van in.” Concreet gezien vindt 37% van de respondenten het een goed idee dat bedrijven meer dan 15% 50-plussers moet tewerkstellen. 61% vindt het belangrijk om mensen in zware beroepen om te scholen en iets meer ondervraagden zijn van mening dat oudere werknemers recht hebben op een landingsbaan (64%). (cfr. Bijlage 15 en 16) “Wat betreft de tewerkstelling van die 15% 50-plussers en het recht op een landingsbaan, neemt het percentage Belgen dat akkoord gaat duidelijk toe naarmate de leeftijd stijgt.” verduidelijkt Annelore Van Herreweghe nog. ... MAAR 83% IS NIET BEREID IN TE LEVEREN OP LOON AAN HET EINDE VAN ZIJN LOOPBAAN. 83% van de ondervraagde Belgen zegt carrément ‘nee’ tegen minder loon naarmate het pensioen nadert. “Hoewel de Belg grootse verwachtingen koestert ten aanzien van de werkgever (o.m. aangepaste en flexibele job) en de overheid (o.m. financiële stimuli) op vlak van eindeloopbaanbeleid, stelt hij zich op vlak van verloning niet soepel op”, aldus Annelore Van Herreweghe.
“De drijfveer om langer te werken is absoluut – al dan niet gedeeltelijk – financieel van aard.” 67% van de ondervraagden vindt het niet logisch dat een lager loon gekoppeld wordt aan een landingsbaan. 68% is van mening dat de koppeling loonanciënniteit niet meer dan normaal is. Dat percentage is zelfs nog met 4% toegenomen ten opzichte van 2012. Maar liefst 66% van de respondenten geeft bovendien aan dat langer werken duidelijker beloond moet worden. (cfr. Bijlage 17 en 18) RAKEN AAN DE PENSIOENLEEFTIJD IS NOT DONE EN ONBELANGRIJK VOLGENS DE BELG. Als mogelijke oplossing om het pensioensysteem betaalbaar te houden, wordt voor het tweede jaar op rij vooral in de richting van de ‘jongere werkloze’ gekeken. Die moet volgens ½ van de Belgen absoluut geactiveerd worden. Meer nog, de Belg vindt deze maatregel twee keer zo belangrijk dan de tweede beste oplossing die hij voor ogen heeft: een ‘aanvullend pensioen voor alle werknemers’. “Opnieuw is het opmerkelijk dat ‘langer werken’ als minst populaire oplossing naar voren wordt geschoven. De pensioenleeftijd optrekken tot 67 jaar, de pensioenleeftijd afstemmen op de stijgende levensverwachting, en voor je 65ste met pensioen gaan onmogelijk maken, oogsten alweer het minste en zelfs bijna geen bijval. De vraagstelling mag dan wel gericht zijn op de betaalbaarheid van het pensioensysteem, de expliciete antwoorden tonen ook dat er vandaag nog geen draagvlak is voor maatregelen i.f.v. langer werken,” volgens de woordvoerder van de pensioenverzekeraar. “De pensioenleeftijd is bovendien een heilig huisje waaraan beter niet wordt geraakt, volgens de Belg.” (cfr. Bijlage 19 en 20 – en Zilvernota)
6
Belangrijkste resultaten • • • • • • • •
1 op 2 Belgen vindt dat hij genoeg gewerkt heeft aan 61 jaar 38% wil niet tot 65 jaar werken (stijging van 5% t.o.v. 2012) 38% vindt dat vervroegd pensioen niet meer van deze tijd is (gelijk t.o.v. 2012) 32% van de ondervraagden kijkt uit naar zijn pensioen (stijging van 7% t.o.v. 2012); hoofdzakelijk om te genieten (64%) en om rustig te leven zonder tijdsdruk (51%) Als stimulansen om langer te werken denkt de Belg vooral aan verhoogde flexibiliteit binnen de job en financiële stimuli 63% verwacht een eindeloopbaanbeleid van werkgevers, terwijl slechts 10% van de werkgevers hier werk zou van maken, volgens de respondenten 83% van de Belgen is niet bereid in te leveren op loon aan het einde van zijn loopbaan Raken aan de pensioenleeftijd is not done en onbelangrijk volgens de Belg
Algemene conclusie “De bewustwording rond de pensioenuitdagingen zet zich gestaag verder”, besluit Annelore Van Herreweghe, woordvoerder van Delta Lloyd Life. “Met dank aan de verhoogde aandacht in de Wetstraat en Medialaan. Het pensioendebat was omnipresent in 2012 en is dat nog vandaag. Ondanks de vele sensibiliserende en informerende initiatieven van verschillende actoren blijven we steken op een pensioenbewustzijn en is de fase van call-to-action nog niet bereikt. Een wijziging van mindset vraagt nu eenmaal tijd. En de context van een maatschappij in crisis werkt nu niet bepaald als bevorderende factor. Er wordt veel gevraagd van de Belgische burger. Daar moeten we begrip voor opbrengen. Hij staat vandaag onder druk. Hij kijkt nu al uit naar zijn pensioen, naar een periode van rust en ontspanning. En dan vragen we hem nog eens langer te werken. Zonder dat hij vandaag weet wat zijn pensioen van morgen zal zijn. Logisch dat hij vooral de inspanningen ziet en niet bereid is die te leveren zonder dat hij weet wat hem staat te wachten als hij zelf met pensioen gaat... De Belg verwacht een tegenprestatie: maak werk van een eindeloopbaanbeleid en verzeker mij dat er nog centen voor mijn pensioen zullen zijn. Mits zicht op een mooi pensioenbedrag en een aangepaste en flexibele job kunnen we de Belg ongetwijfeld overtuigen om extra inspanningen te leveren. Als pensioenexpert dringen we aan om het debat verder te verbreden. Pensioen en Werk, het zijn domeinen die overlappen en die synchroon moeten worden aangepakt. Beide moeten maximaal op elkaar worden afgestemd.”
7
Bijlagen
Bijlage 1: Onderzoeksmethode & steekkaart Beschrijving van de steekproef 60 40
58 50 42
35
34
20 0
50 38
31 26 10
Fr
Nl
18-34
35-49
50-64
man
vrouw
zelfstandige bediende
18
8
arbeider ambtenaar niet actief
Frequentie
Bijlage 2: Perceptie van de Belg over anderen naargelang de leeftijd waarop ze op pensioen gaan 100 82
75 54
50
53
59
48
42 35 26
25
11
0
9
4
50
Pechvogel
55
Profiteur
60 Penioenleeftijd Belg
Gelukzak
65
70
Genoeg gewerkt
8
Bijlage 3: Vervroegd pensioen is niet meer van deze tijd Langer werken -% akkoord (8-10)
50 37
38
25
100 0 totaal
75 60 59
50 41
25
33
40
37 38
36
36
39
37 37
40 42
34 36
34 34
38 39
34
37 36
27
0 Fr
Nl
2012
18-34
35-49
50-64
man
vrouw
zelfstandige bediende
arbeider
ambtenaar niet actief
2013
Bijlage 4: Gemiddelde gewenste pensioenleeftijd
62 61
61
61
63 60 totaal
62 61 60
Fr
Nl
Gemiddelde leeftijd
18-34
35-49
2012
50-64
2013
man
vrouw
zelfstandige bediende
arbeider
ambtenaar niet actief BASIS: Niet op pensioen
9
90 80
Pensioenleeftijd
Bijlage 5: Pensioenleeftijden volgens huidige leeftijd
70 60 50 Huidige leeftijd
30
20
Gewenste pensioenleeftijd
40
Te vroeg
Te laat
50
Pensioenleeftijd Belg
60
Levensverwachting Belg
Bijlage 6: Bent u bereid om tot uw 65ste te werken? 2012 30%
totaal
18%
25%
Fr
34%
24%
24%
34%
man
36% 25%
26%
bediende
15%
Geen idee
19%
28%
23%
14%
24%
34%
19%
21%
18%
20%
22% 42%
15%
28%
Bereid
10% 19%
Zeker
37% 21%
44%
18% 17%
24%
17%
24%
55%
10%
39%
11% 23%
21%
18%
41%
17%
52% 49%
18% 33%
16%
38%
44%
18%
23%
11%
22%
14%
30%
15% 19%
23%
17%
32%
20%
17%
40%
16%
16%
31%
39%
33%
16%
32%
Nee
26%
21%
47%
38%
niet actief
14%
38%
23%
28%
17%
20%
14%
16%
27%
23%
39%
47%
19%
22%
13%
22%
zelfstandige
ambtenaar
30%
17%
50-64
arbeider
37%
14%
33%
18-34
vrouw
33%
24%
Nl
35-49
2013
11% 17% 13% 16% 23%
BASIS: Niet op pensioen
10
Bijlage 7: Bent u bereid om tot uw 65ste te werken? - Zeker Frequentie
50 30 25
27
100 0 totaal
75 50 47
25
34 28
25 26
36
34
33 33 24 23
44 38
32 25
24
28
26 24
22
15
18
33
17
0 Fr
Nl
2012
18-34
35-49
50-64
man
vrouw
zelfstandige bediende
arbeider
2013
ambtenaar niet actief BASIS: Niet op pensioen
Bijlage 8: Bent u bereid om tot uw 65ste te werken? - Nee Frequentie
50 33
38
25
100 0 totaal
75 50 25
55
37
40
38
37
43
47 39
30
34
39
41
38 32
23 23
52
31 18
48 42 28 30
21
0 Fr
2012
Nl
18-34
2013
35-49
50-64
man
vrouw
zelfstandige bediende
arbeider
ambtenaar niet actief BASIS: Niet op pensioen
11
Bijlage 9: Ik kijk uit naar mijn pensioen Langer Werken − %Akkoord (8−10)
50 25
25
32
100 0 totaal
75 50 47
25
39 33 21
35
31
28 16
28
25
21
33
31
33 26 25
22
29
33
33 35
20
0 Fr
Nl
2012
18-34
35-49
50-64
man
vrouw
zelfstandige bediende
arbeider
2013
ambtenaar niet actief BASIS: Actief
Bijlage 10: Waarom wilt u niet tot uw 65ste werken? Frequentie 2013 64% Genieten van pensioen 51% Rustiger leven zonder tijdsdruk 44% Tijd voor familie & vrienden 40% Fysiek te zwaar 30% Kunnen doen waar ik van droom / Job niet aangepast 28% Reizen 26% Te hoge werkdruk 19% Gezondheid 13% Actief in verenigingsleven 8% Geen interessante job 5% Andere 4%
Financieel niet nodig / Geen Idee
20
40
60 BASIS: Niet bereid te werken tot 65ste
12
Bijlage 11: Waarom wilt u tot uw 65ste of langer werken? Frequentie 2013 55% Actief blijven 44% Verbeteren financiële situatie 39% Sociale contacten 37% Zich nuttig voelen 35% Financiële noodzaak 32% Passie 26% Kennis & ervaring doorgeven / Is wettelijke pensioenleeftijd / (Klein)kinderen ook pensioen 24% Uitdaging 15% Erkenning & waardering 14% Bang om in leegte te vallen 11% Geen idee 6% Andere 20
40 BASIS: Niet bereid te werken tot 65ste
Bijlage 12: Wat zou u ertoe aanzetten om langer te werken? Frequentie 2013 werktijden, 52% Kortere meer vakantie
51% Hoger pensioen krijgen 36% Job zelf kunnen inrichten 35% Aangepaste job 34% Financiële incentive 24% Mensen opleiden/coachen 23% Meer waardering krijgen 16% Niets 9% Nieuwe uitdaging 7% Extra opleiding krijgen 5%6%Geen idee Coaching krijgen Psychologische bijstand krijgen / Andere
20
40 BASIS: Niet bereid te werken tot 65ste
13
Bijlage 13: Langer werken Ik kijk uit naar mijn pensioen
50%
2012
19%
43%
2013
25%
21%
6%
32%
4%
Wil rustiger leven, minder stress
25%
2013
25%
50%
Voldoende fit om tot 65ste te werken
43%
2013
27%
28% 2
Iedereen die kan, moet werken tot 65ste
49%
2012
20%
46%
2013
28% 3%
25%
28%
4%
Vervroegd pensioen is niet meer van deze tijd
37%
2012
21%
34%
2013
37%
24%
5%
38% 3%
Voldoende werk voor 50−plussers
42%
2012
24% 50%
2013
Niet Akkoord (0−5)
Tussenin (6−7)
Akkoord (8−10)
22% 25%
12% 19%
6%
Geen idee
14
Bijlage 14: Eindeloopbaanbeleid bij werkgevers - perceptie versus verwachting Langer Werken − %Akkoord (8−10) 100
50 25
Werkgever heeft beleid naar oudere werknemers
13
10
0 totaal
75 50 25 0
16 14
Fr
19 11
7
13 12
Nl
2012
18-34
18
10 8
11
35-49
50-64
9
11
man
vrouw
9
13 11
zelfstandige bediende
17 11
7
arbeider
12
ambtenaar niet actief
2013 75 53
100
63
50
Bedrijven moeten aangepast beleid hebben
25 totaal
75 70
50
67
60
58
54
66 68
54
63 54
48
63 52
57 49
62
61 52
68
65 58
56
46
40
25 0 Fr
2012
Nl
18-34
35-49
50-64
man
vrouw
zelfstandige bediende
arbeider
ambtenaar niet actief
2013
15
Bijlage 15: Eindeloopbaanbeleid bij werkgevers - maatregelen
100
Eindeloopbaanbeleid − %Akkoord (8−10) 75 61
100
61
Omscholen mensen in zware beroepen
50 totaal
75 73
76 65
50
52 50 Fr
Nl
2012
57 56
57
18-34
35-49
68
63
50-64
62 61
man
59 61
vrouw
66
71 64
62 56
zelfstandige bediende
65 64
62 52 52 arbeider
ambtenaar niet actief
2013 100 75
100
64
Oudere werknemers hebben recht op landingsbaan
50 totaal
75 71
70
50 Fr
65
60
58
Nl
18-34
65
64
63
69
64
59
57 35-49
50-64
man
vrouw
zelfstandige bediende
arbeider
ambtenaar niet actief
2013 50
37
25
50
Bedrijven moeten >15% 50+ tewerkstellen
0 totaal
47 41
41
40
35
25
34
29
25
34
35
44
31
0 Fr
Nl
18-34
35-49
50-64
man
vrouw
zelfstandige bediende
arbeider
ambtenaar niet actief
2013
16
Bijlage 16: Eindeloopbaanbeleid Werkgever heeft beleid naar oudere werknemers
52%
2012
19% 58%
2013
13% 20%
17% 10%
12%
Oudere werknemers hebben recht op landingsbaan
9%
2013
25
64% 2
Bedrijven moeten >15% 50+ tewerkstellen
30%
2013
28%
37%
4%
Bedrijven moeten aangepast beleid hebben
16%
2012
28%
9%
2013
53% 3%
26%
63%
5%
Omscholen mensen in zware beroepen
13%
2012
23%
14%
2013
61% 3%
23%
Niet Akkoord (0−5)
61% 2
Tussenin (6−7)
Akkoord (8−10)
Geen idee
Bijlage 17: Langer werken en verloning
50
Langer werken en verloning − %Akkoord (8−10) 25
50
Bereid minder loon naarmate pensioen nadert
5
0
totaal
25 0
7 Fr
4
3
Nl
18-34
6
6
5
6
35-49
50-64
man
vrouw
10
5
zelfstandige bediende
2
5
arbeider ambtenaar niet actief
2013
17
50 25
50
12
Landingsbaan betekent ook een lager loon
0 totaal
25 22
0
12
Fr
11
11
13
Nl
18-34
35-49
11
50-64
14
man
vrouw
13
10
9
zelfstandige bediende
7 arbeider
6 ambtenaar niet actief
2013 100 75
100
66
Langer werken moet duidelijker beloond worden
50 totaal
75 67
66
67
65
67
66
67
50 Fr
Nl
18-34
35-49
50-64
man
vrouw
70
69 62
69
58
zelfstandige bediende
arbeider
ambtenaar niet actief
2013 100 75
100
64
68
Loon gekoppeld aan anciënniteit is normaal
50 totaal
75
79 81 69
50
53 Fr
2012
58
Nl
59
63
73 71 60
59
65
67
75 77
70 64
69 61
65
66
69
49 53 18-34
35-49
50-64
man
vrouw
zelfstandige bediende
arbeider
ambtenaar niet actief
2013
18
Bijlage 18: Langer werken en verloning Bereid minder loon naarmate pensioen nadert
83%
2013
11%
5% 2
Landingsbaan betekent ook een lager loon
67%
2013
18%
12% 3%
Langer werken moet duidelijker beloond worden 2013
10%
23%
66% 2
Loon gekoppeld aan anciënniteit is normaal 2012 2013
13% 12%
Niet Akkoord (0−5)
21%
64% 2
20%
Tussenin (6−7)
68%
Akkoord (8−10)
Geen idee
19
Bijlage 19: W at is volgens u noodzakelijk om het pensioensysteem voor de jongere generaties betaalbaar te houden - frequentie Frequentie 2012 51% 29%
Aanvullend pensioen voor alle werknemers
24%
Bedrijven moeten oudere werknemers houden
24%
Zelfde basispensioen voor iedereen
24%
Gepensioneerden mogen onbeperkt bijverdienen
15%
Brugpensioen verder uitdoven
15%
Langer werken = hoger pensioen
17% 14%
Jongere werklozen activeren
Beperking gelijkheidgestelde periodes
Oudere werklozen activeren
8% Pensioenleeftijd indexeren met levensverwachting 5% Onmogelijk om voor 65ste op pensioen gaan 5% Pensioenleeftijd optrekken tot 67 jaar 20
40
Frequentie 2013 52% 32% 27% 26%
14% 11%
Bedrijven moeten oudere werknemers houden Zelfde basispensioen voor iedereen
22%
Gepensioneerden mogen onbeperkt bijverdienen
22%
Brugpensioen verder uitdoven
21% 18%
Jongere werklozen activeren
Aanvullend pensioen voor alle werknemers
Langer werken = hoger pensioen
Beperking gelijkheidgestelde periodes
Oudere werklozen activeren
Pensioenleeftijd indexeren met levensverwachting
5% Onmogelijk om voor 65ste op pensioen gaan 5% Pensioenleeftijd optrekken tot 67 jaar 20
40
Max. drie antwoorden mogelijk
20
Bijlage 20: W at is volgens u noodzakelijk om het pensioensysteem voor de jongere generaties betaalbaar te houden - score Frequentie 2012 24% 12%
7%
Aanvullend pensioen voor alle werknemers
10%
Bedrijven moeten oudere werknemers houden
10%
Zelfde basispensioen voor iedereen
9% 8%
Jongere werklozen activeren
Gepensioneerden mogen onbeperkt bijverdienen Brugpensioen verder uitdoven
Langer werken = hoger pensioen
7% Beperking gelijkheidgestelde periodes 6% Oudere werklozen activeren 3% Pensioenleeftijd indexeren met levensverwachting Onmogelijk om voor 65ste op pensioen gaan Pensioenleeftijd optrekken tot 67 jaar
10
20
Frequentie 2013 22% 12%
Jongere werklozen activeren
Aanvullend pensioen voor alle werknemers
10%
Bedrijven moeten oudere werknemers houden
10%
Zelfde basispensioen voor iedereen
8% Gepensioneerden mogen onbeperkt bijverdienen 8% Brugpensioen verder uitdoven 8% Langer werken = hoger pensioen 7% Beperking gelijkheidgestelde periodes 5% Oudere werklozen activeren 4% Pensioenleeftijd indexeren met levensverwachting Onmogelijk om voor 65ste op pensioen gaan Pensioenleeftijd optrekken tot 67 jaar
10
20
Max. drie antwoorden mogelijk
21
Meer info: Annelore Van Herreweghe Woordvoerder Delta Lloyd Life +32 494 170 200 @:
[email protected] ·D e persvoorstelling, het paneldebat en de reactie van Minister van Pensioenen Alexander De Croo herbekijken: http://player.companywebcast.com/deltalifebelgium/20130604_1/nl/Player. ·O nline debat via Twitter (#Pensioendebat) en Facebook (Deltalloydbe). · L ees enkele concrete aanbevelingen met betrekking tot een herwerkt pensioenbeleid in onze “Zilvernota”: http://www.zilverstage.be/zilvernota/
Delta Lloyd Life NV Fonsnylaan 38, 1060 Brussel t: 02 238 83 63 www.deltalloydlife.be