Resultaten Nationale enquête duurzame prestaties Nederlandse gemeenten. 19 mei 2011
Inleiding De duurzame ambities verschillen per gemeente. Zo ook de daadwerkelijke invulling van deze ambities. Toch streven alle gemeenten het bereiken van de Nederlandse doelstellingen na. Waar de één succes boekt met nieuw beleid, boekt de ander resultaat met prestigieuze projecten. Doel van dit onderzoek is de huidige stand van zaken in kaart brengen. Onderzoeken op welke gebieden gemeenten het afgelopen jaar duurzame winst geboekt hebben, waar nieuwe kansen liggen en welke tools hiervoor ingezet kunnen worden.
Respondentengroep De respondentengroep is verdeeld op basis van de volgende criteria: - Inwonersaantallen per gemeenten - Functie van de respondent Inwonersaantallen deelnemende gemeenten
8%
Functies respondenten
4%
13%
17%
4%
21%
17%
54% 13% 0 tot 10.000 inw oners
10.001 tot 60.000 inw oners
60.001 tot 100.000 inw oners
100.001 tot 300.000 inw oners
300.001 of meer inw oners
25% 0%
8%
8%
Adviseur duurzaamheid Hoofd beheer en onderhoud Manager Planontwikkelaar Wethouder
8%
0%
Beleidsmedewerker Hoofd vastgoed Milieudeskundige Projectleider Anders
Zoals hierboven is weergegeven heeft een diverse groep functionarissen van verschillende gemeenten in verschillende grote deelgenomen aan dit onderzoek. Verder hebben zowel grote – als kleine(re) gemeenten deelgenomen aan de “Nationale enquête duurzame prestaties Nederlandse gemeenten”. Dit vergroot de representativiteit van de resultaten.
2 / 11
Resultaten Lage voldoendes op algemene duurzaamheidsthema’s Het onderzoek is gestart door een beoordeling te geven aan 4 verschillende thema’s te noemen: - Duurzaamheid in de breedste zin van het woord - In hoeverre duurzaamheid vertaald is in de eigen organisatie - In hoeverre duurzaamheid vertaald is in het beleid over het verduurzamen van bestaand vastgoed - In hoeverre duurzaamheid vertaald is in duurzame gebiedsontwikkeling.
Duurzaam heidsbeoordelingen 45% 40% 35% Percentage
30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% 1
Breedste zin Interne organisatie Bestaand vastg. Gebied
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Beoordelingscijfer
De deelnemende gemeenten waarderen het thema duurzaamheid in breedste zin van het woord met een 6,5. Ditzelfde gemiddelde cijfer geven de gemeenten ook aan duurzaamheid in relatie tot gebiedsontwikkeling. Duurzaamheid in relatie met de interne organisatie heeft het laagste beoordelinscijfer. Gemiddeld is hier een 6,2 voor gegeven. Het verduurzamen van bestaande gemeentelijke gebouwen wordt gewaardeerd met een 6,4.
3 / 11
Groot deel van gemeenten positief over de realisatie van reductiedoelstellingen uit klimaatakkoorden: Een goed begin is het halve werk! Een prikkelende ambitie, een heldere visie en een duidelijke strategische lijn geven gemeenten de structuur om te kunnen voldoen aan de lange termijn doelstellingen die opgenomen zijn in klimaatakkoorden. Hieronder is duidelijk zichtbaar dat de deelnemende gemeenten relatief optimistisch zijn over het behalen van de reductiedoelstellingen. Er is geen enkele gemeenten die er van uitgaat dat de doelstellingen “vrijwel zeker niet” gehaald worden. Daarentegen verwacht 38% van de respondenten dat de reductiedoelstellingen naar alle waarschijnlijkheid niet gerealiseerd zullen worden. Gelukkig verwacht een meerderheid van 62% van de respondenten dat de doelstellingen uit de klimaatakkoorden gehaald zullen worden.
Reductiedoelstelling broeikasgassen 30% in 2020 t.o.v.1990
Inschatting
Nee, vrijw el zeker niet
0%
Nee, w aarschijnlijk niet
38%
Ja, w aarschijnlijk w el Ja, vrijw el zeker
54%
8% 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
4 / 11
Helft van de Nederlandse gemeenten heeft minder dan 20% van hun portefeuille gelabeld: Verbeteringen doorvoeren in de energieprestatie van de bestaande bouw leidt naast aanzienlijke reductie in de uitstoot van CO2 ook tot een aantrekkelijke besparing voor de gebruiker. Volgens het Klimaatakkoord moet het energieverbruik van woningen en gebouwen in 2020 gehalveerd zijn. Sinds 1 januari 2008 zijn gebouweigenaren van zowel woningbouw als utiliteitsbouw verplicht een energielabel te overhandigen bij bouw, verkoop of verhuur van het pand. Dit geldt voor zowel nieuwe als bestaande woningen en gebouwen. Het energielabel geldt voor alle gebouweigenaren. Dit betekent dat ook de gemeenten in Nederland verplicht zijn om al hun gebouwen in de gemeentelijke portefeuille te voorzien van een energielabel bij nieuwbouw, verhuur of verkoop. Daarbij hebben de gemeenten een extra plicht gekregen m.b.t. het energielabel. Per 1 januari 2009 moeten in gebouwen van meer dan 1000 m2, waarin een overheidsinstelling haar diensten verleent, het energielabel zichtbaar zijn voor al haar bezoekers. Met name stadsdeelkantoren en gemeentehuizen komen hiervoor in aanmerking. Energielabel en m aatw erkadviezen gem . gebouw en
Alle gebouw en Tussen 80% en 100% Tussen 50% en 80% Tussen 20% en 50% Minder dan 20% 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
Maatw erkadvies Label
Opvallend is dat op dit moment, ruim 3 jaar na de verplichting van het energielabel, in ongeveer 46% van de deelnemende gemeenten minder dan 20% van de gebouwen een energielabel heeft. Dit zou kunnen betekenen dat de overige 80% aan gebouwen sinds 2008 niet meer van huurder zijn gewisseld of zijn verkocht. In slechts 13% van de deelnemende gemeenten zijn (bijna) alle gebouwen voorzien van een label. Dit zou kunnen betekenen dat het gaat om gemeenten met een kleine gemeentelijke vastgoedportefeuille, gemeenten met een sterk klimaatbeleid of gemeenten waarbij veel wisseling is van huurders. 58% van de gemeenten hebben een maatwerkadvies voor maximaal 20% van hun vastgoedportefeuille aangevraagd. Voor slechts 4% van de gemeenten zijn er maatwerkadviezen opgesteld voor alle gebouwen binnen de portefeuille. Daarentegen heeft 12,5% van de respondenten aangegeven dat de gehele portefeuille gelabeld is. Hieruit kan geconcludeerd worden dat gemeenten minder aandacht besteden aan het verbeteren (maatwerkadviezen) van de energetische staat van hun vastgoed in vergelijking met de afgifte van het energielabel. Dit is een logisch verschijnsel, aangezien het energielabel een verplichting is en een maatwerkadvies niet. 5 / 11
Ruime meerderheid van de Nederlandse voert geen apart duurzaamheidsbeleid voor grootverbruikers Grootverbruikers van energie worden over het algemeen niet anders behandeld door een gemeente als middelmatige - en kleine energieverbruikers. De meerderheid van de participanten (62,5%) geeft aan géén apart duurzaamheidsbeleid te voeren voor groot energieverbruikers. Ongeveer een derde zegt dit niet te weten of heeft hier geen mening over. Een kleine minderheid (8,3%) heeft wel een apart duurzaamheidsbeleid voor groot energieverbruikers.
Grootverbruikers verplichten tot energieverbeteringen
25%
Apart duurzaam heidsbeleid voor grootverbruikers
8% 29%
42%
63%
33%
Ja
Nee
Weet niet / Geen mening
Ja
Nee
Weet niet / Geen mening
Minderheid van Nederlandse gemeenten verplicht haar grootverbruikers maatregelen te nemen Bij grote energieverbruikers kan veel winst gehaald worden, zowel voor de gemeente (minder CO2 uitstoot) als voor de gebruiker zelf (lagere energielasten). Gemeenten zouden grootverbruikers, meer dan 25.000 m3 gas en/of meer dan 50.000 kWh elektriciteit, kunnen verplichten om conform de wettelijke bepalingen energiebesparende verbeteringen door te voeren welke binnen 5 jaar worden terugverdiend. Uit de resultaten blijkt dat slechts 25% van de gemeenten groot energieverbruikers verplicht tot het nemen van die maatregelen. Een derde van de respondenten doet dit niet. Nieuwbouw binnen gemeenten Veel gemeenten stellen op voorhand al hogere energie-eisen om invulling te geven aan hun eigen klimaatvisie. Tevens geeft een gemeente hiermee het goede voorbeeld aan haar inwoners en de gevestigde bedrijven in haar gemeente. Duurzame marktpartijen genieten voordeel bij gunning van bouwenveloppen Uit ons onderzoek is gebleken dat het thema duurzaamheid meespeelt bij de selectie van marktpartijen en de gunning van bouwprojecten. Bij het gunnen van opdrachten binnen de gemeente heeft 71% van de participanten van de enquête aangegeven dat duurzame marktpartijen een voordeel hebben boven niet duurzame partijen. Maar 8% geeft aan dat dit niet het geval is en 21% weet het niet of heeft er geen mening over. 6 / 11
Scherpere eisen dan vereiste EPC, alleen controle ontbreekt Deze voorkeur is terug te zien in de resultaten van de vraag: “Stelt uw gemeente bij aanbesteding van gemeentelijke bouwwerken scherpere energie-eisen dan de vereiste EPC-norm?” De overgrote meerderheid van 67% van de gemeenten geeft aan dat dit het geval is.
Nieuw bouw binnen de gem eenten
Duurzame marktpartijen voordeel bij gunning
8%
21% 71% 38% 29% 33%
Controle op EPC
Scherpere eis dan EPC
13%
21% 67%
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80%
Ja
Nee
Weet niet / Geen mening
Opvallend waren dan ook de antwoorden op de vraag: “Wordt bij het toezicht houden op nieuwbouw- en verbouwprojecten gecontroleerd op het daadwerkelijk behalen van de berekende EPC?”. Deze waren zeer verdeeld. Een derde van de participanten gaf aan dit te doen, 38% wist dit niet/had geen mening en 28% van de gemeenten heeft aangegeven hier niet op te controleren. De nieuwbouw gerelateerde vragen geven een beeld over het belang dat een gemeente stelt aan energie-eisen van nieuwbouw binnen de eigen gemeente. Opvallend is dat duurzaamheid hoog gewaardeerd wordt. Dit laat zich vertalen in de voorkeur voor een gunning van aanbesteding aan een duurzame partij en een scherpere EPC-norm stellen bij nieuwbouw dan vereist is. Echter blijkt dat bij de uiteindelijke uitwerking maar 33% van de gemeenten daadwerkelijk de EPC controleert en/of überhaupt op de hoogte is van de controle.
7 / 11
Stimuleren op het gebruik van omgevingswarmte en – koelte zeer in trek bij Nederlandse gemeenten Duurzaam ontwikkelen kan door verschillende partijen gestimuleerd worden. De overheid kan hier ook een stimulerende rol in aannemen. De gemeente kan stimulerende maatregelen inzetten om het draagvlak te vergroten onder haar inwoners en de bedrijven die zich in de gemeente hebben gevestigd. Uit dit onderzoek is gebleken dat stimuleringsmaatregelen op het gebied van omgevingswarmte en –koelte door de meeste gemeenten worden gebruikt. Stimuleringsmaatregelen voor nieuwbouwprojecten die minimaal energieneutraal zijn worden het minst toegepast. Meer dan helft van de gemeenten geeft aan hier geen stimuleringsmaatregel voor te hebben, 13% heeft deze wel. Op de vraag of de gemeente energie-uitwisseling tussen bedrijven stimuleert moeten veel gemeenten het antwoord schuldig blijven, bijna de helft van de gemeenten weet het niet of heeft geen mening hierover. 25% van de gemeenten zegt dit wel te stimuleren terwijl 29% van de gemeenten dit niet doet. Stim ulerende m aatregelen op het gebied van...
Kennisdeling d.m.v. .
Organiseren van energiemarkt(en)
4% 42% 54%
46%
Energie-uitw isseling tussen bedrijven
29% 25% 21% 21%
Omgevingsw armte en -koelte 29% Duurzaamheidscoach
Ja
Nee
10%
20%
Weet niet / Geen mening
30%
33%
Nieuw bouw Min. energieneutraal
16% 25%
0%
58%
40%
50%
60%
0% Ja
Nee
54% 13% 10%
20%
30%
40%
Weet niet / Geen mening
Een ander stimulerend middel dat kan worden ingezet om het draagvlak voor duurzaam ontwikkelen te vergroten is kennisdeling. Kennisdeling door middel van het organiseren van een energiemarkt is het meest populaire middel. 54% van de ondervraagde gemeenten organiseert een energiemarkt om het draagvlak te vergroten onder haar inwoners en de bedrijven die zijn gevestigd binnen de gemeente. Een andere manier van kennisdeling is het inzetten van een duurzaamheidscoach. Een kwart van de gemeenten zet dit middel in voor kennisdeling. 16% van de gemeenten geeft aan dit niet te doen, de overige 29% van de ondervraagden zegt dit niet te weten.
8 / 11
50%
60%
70%
Meerderheid van gemeenten biedt ruimte voor herbestemmen in hun RO-beleid In Nederland lopen de problemen op de commerciële vastgoedmarkt hoog op. De structurele leegstand van veel kantoren kan tot grote prijsdalingen leiden, die banken dwingen tot forse afschrijvingen op hun bezittingen. Deze grote uitdaging vraagt om creatieve herbestemmingsoplossingen. Een gemeente kan hier een grote rol inspelen door hun RO-beleid hierop aan te passen.
Ruim te binnen RO-beleid voor transform atie en herbestem m en
38%
54% 8%
Ja
Nee
Weet niet / Geen mening
Uit bovenstaande resultaten is te zien dat meer dan de helft van de deelnemende gemeenten ruimte biedt binnen hun RO-beleid voor herbestemmen en transformatie van bestaand vastgoed. Echter is er voor 38% van de gemeenten geen helderheid over de opname van dit punt in het RO-beleid. Dit is zorgwekkend aangezien gemeenten en marktpartijen de ernst van deze situatie niet moeten onderschatten. Het is zeer zorgwekkend te noemen dat in 8% van de deelnemende gemeenten de thema’s transformatie en herbestemmen niet opgenomen zijn in het RO-beleid van de desbetreffende gemeente. Het transformeren van gebouwen gaat verder dan alleen het veranderen van functie. Hier ligt een mindset verandering aan ten grondslag. Zowel marktpartijen als gemeenten moeten consolideren. Alleen indien er een gezamenlijk visie ontstaat op duurzame krimp kunnen we als maatschappij een passend antwoord geven op de huidige leegstandsproblematiek.
9 / 11
Conclusies: Beoordelingen duurzaamheidsaspecten: Gemiddeld geven gemeenten magere voldoendes (tussen 6 en 6,5) indien er om een waardering gevraagd wordt over duurzaamheid in relatie tot de interne organisatie; aanpak van bestaand vastgoed- en gebiedsontwikkeling. Duurzaamheid in relatie met de interne organisatie scoort het slechtst (gemiddeld 6,2). Doelstellingen uit klimaatakkoorden: Een grote meerderheid van de deelnemende gemeenten is optimistisch wat betreft het realiseren van de reductiedoelstellingen die vastliggen in de klimaatakkoorden. Toch verwacht 38% van de gemeenten waarschijnlijk niet de reductiedoelstellingen te halen. Verduurzamen van het bestaande vastgoed: Ongeveer de helft van de deelnemende gemeenten hebben minder dan 20% van hun portefeuille gelabeld. Dit is opmerkelijk aangezien per 1 januari 2009 bij gemeentelijke gebouwen van meer dan 1000 m2 het energielabel zichtbaar moet zijn voor alle bezoekers. Daarnaast is het opvallend dat het overgrote gedeelte van de gebouwen die gelabeld zijn geen maatwerkadvies heeft. Er wordt dus meer waarde gehecht aan het label dan de daadwerkelijk verbetering van de energetische staat van de gebouwen. Grootenergieverbruikers: Slechts 8% van de gemeenten voert een apart duurzaamheidsbeleid voor groot energieverbruikers. 63% voert geen apart beleid. Slecht een kwart van de gemeenten verplicht haar grootgebruikers tot het doorvoeren van duurzaamheidsmaatregelen welke binnen 5 jaar terugverdiend kunnen worden. Nieuwbouw binnen gemeenten: Bij het gunnen van opdrachten binnen de gemeente heeft 71% van de respondenten aangegeven dat duurzame marktpartijen een voordeel hebben boven niet duurzame partijen. Daarnaast wordt door 67% van de gemeenten aangeven dat zij een scherpere eis stellen dan de vereiste EPC eis. Een opvallend punt hieraan is dat gemeenten scherpere eisen stellen maar niet controleren of de EPC ook daadwerkelijk gehaald wordt. Slecht 33% van de gemeenten controleert de voorafgestelde EPC eis. Stimuleringsmaatregelen Uit dit onderzoek is gebleken dat stimuleringsmaatregelen op het gebied van omgevingswarmte en –koelte door de meeste gemeenten wordt gebruikt (58%). Stimuleringsmaatregelen voor nieuwbouwprojecten die minimaal energieneutraal zijn worden het minst toegepast (13%). Daarnaast organiseert 54% van de deelnemende gemeenten terugkerende energiemarkten waarin de mogelijkheden van duurzaam bouwen worden gepresenteerd. Slecht een kwart van de Nederlandse gemeenten beschikt over een duurzaamheidscoach.
10 / 11
Herbestemmen en transformeren van bestaand vastgoed Ruim 54% van de deelnemende gemeenten geeft aan dat er ruimte is gereserveerd binnen het Ruimtelijke Ordeningsbeleid. Dit percentage zal in de toekomst moeten stijgen willen we dit steeds groter wordende probleem op te lossen.
11 / 11