Respectvol samenleven in een sterke gemeente Midden-Delfland
CDA verkiezingsprogramma 2010-2014 Gemeente Midden-Delfland
Definitieve uitgave: 2 december 2009
1
Respectvol samenleven in een sterke gemeente Midden-Delfland Politiek is het antwoord op de vraag hoe wij onze maatschappij moeten inrichten om voor alle mensen een zo gelukkig mogelijk leven te waarborgen. De mens staat hierbij in het middelpunt, waarbij geluk te omschrijven valt in menselijke waarden als integriteit en waardigheid, respect, zorg voor-, en trouw aan elkaar, waarbij veiligheid en geborgenheid een belangrijke plaats innemen. Als CDA hebben we dit getracht samen te vatten in de titel: “Respectvol samenleven in een sterke gemeente Midden-Delfland”. ‘Sterk’ ook doordat we ons sterk maken voor elkaar en ook politiek gezien werken aan een belangrijk gezamenlijk doel: Het open en groen houden van ons mooie Midden-Delflandgebied. Respectvol samenleven is gelukkig niet alleen een doel van dit programma, maar iedereen heeft hierin een eigen verantwoordelijkheid. Als CDA doen we een appèl (beroep) op iedereen om deze verantwoordelijkheid te nemen voor zichzelf en voor de medemens. Met een mooi woord noemen we dit gespreide verantwoordelijkheid. Door bij de regels en afspraken die de gemeente maakt uit te gaan van gelijkheid waarbij iedere inwoner dezelfde rechten en plichten heeft, proberen we deze verantwoordelijkheid te stimuleren. Normen stellen en het handhaven van de afspraken hoort hier ook bij. De gemeente zelf is uiteraard gebonden aan dezelfde regels, normen en afspraken. Gelijkheid is voor het CDA een belangrijk uitgangspunt. Het vierde uitgangspunt is het solidariteitsbeginsel. Dit betekent vooral betrokkenheid tussen generaties, tussen arm en rijk en eigenlijk op ieder vlak betrokkenheid. Als CDA zijn we blij met de betrokkenheid in de dorpen van Midden-Delfland. Door zorg voor de zwakkeren in de samenleving, het in stand houden van de voorzieningen, het zorgen voor een gezond leefmilieu, goede huisvesting en vrijheid van onderwijs, willen we deze betrokkenheid ondersteunen en versterken. Het CDA is een brede volkspartij, geworteld in alle lagen van de samenleving. Daarom biedt het plaats aan veel mensen die zich aangesproken voelen door het christendemocratische gedachtegoed. Ons bindt, naast geloof in democratische waarden, de Bijbelse boodschap als grondslag en inspiratiebron bij het zoeken naar oplossingen voor hedendaagse problemen. Het gaat daarbij steeds om mensen. Menselijk geluk, waardigheid en wederzijds respect, veiligheid en geborgenheid, zorg voor elkaar, gemeenschapszin; dat zijn de constanten van het CDA.
Respect In Midden-Delfland gaan we met respect om met de verschillende belangen in de samenleving. Dat betekent dat dit zowel geldt bij de afweging van belangen als bij de democratisch genomen besluiten die een gemeente neemt. Respect bepaalt ook het directe contact tussen inwoner en gemeente als de inwoner klant van gemeentelijke diensten en voorzieningen is. Respect betekent ook dat bestuur en inwoners begrip tonen voor en ruimte geven aan elkaar. Bestuurders hebben respect voor inwoners en hun organisaties als deze het niet eens zijn met genomen beslissingen, als zij opkomen voor het individuele of groepsbelang of gewoon anders tegen zaken aankijken. Daar staat tegenover dat bestuurders, ambtenaren, politiemensen, brandweerlieden, ambulancepersoneel en mensen werkzaam in de zorg recht hebben op een respectvolle bejegening. Zij werken allemaal met hun beste krachten en met volle overtuiging voor de publieke zaak; vóór mensen. Iedereen heeft hierbij een eigen verantwoordelijkheid die we moeten respecteren. Een sterke gemeente is geen doel op zichzelf. De rol van gemeenten staat altijd in relatie tot de samenleving. Het streven naar ‘goed lokaal bestuur’ moet daarop gericht zijn, waarbij inwoners en maatschappelijke verbanden hun eigen verantwoordelijkheid kunnen nemen. Dit betekent niet
2
alleen het nemen van populaire beslissingen, maar vraagt om standvastige, betrokken en verantwoordelijke bestuurders en politici. Gemeenten zijn voor veel inwoners de overheid die het dichtst bij mensen en gemeenschappen staat. Veel maatschappelijke vraagstukken spelen zich af in gemeenten: in dorpen, straten, buurten en wijken. Dat vraagt om sterke gemeenten die maatwerk kunnen leveren bij het oplossen van problemen. Lokaal maatwerk is nodig omdat gemeenten sterk van elkaar verschillen. Daarom is het noodzakelijk en gewenst dat het Rijk en de provincie globale kaders aangeven en de gemeenten daarbinnen zoveel mogelijk vrij laten. Sterke gemeenten zijn voor het CDA publieke gemeenschappen die in staat zijn hun eigen beleidsagenda te bepalen, maar ook hun wettelijke taken goed vervullen. Dat sterke, bestuurskrachtige gemeenten ook klein kunnen zijn blijkt in Midden-Delfland. In een sterke gemeente komt het aan op lokale politici en bestuurders met ambitie en idealen die een toekomstgerichte visie hebben op ‘goed bestuur’ in het belang van de lokale gemeenschap. Goed openbaar bestuur vraagt om sterke gemeenten die in staat zijn hun eigen beleidsagenda te bepalen en hun wettelijke taken goed te vervullen. De afgelopen jaren hebben we in Midden-Delfland een sterk beleid neergezet met de gebiedsvisie Midden-Delfland ® 2025 en Vitale Dorpen. Een sterke gemeente is betrouwbaar… Een sterke gemeente legt telkens weer in de openbaarheid verantwoording af over het gevoerde beleid. Daarmee toont de gemeente zich ook betrouwbaar en stelt zij zich dienstbaar op aan de lokale gemeenschap. Het CDA Midden-Delfland wil dat de gemeente op transparante wijze verantwoording aflegt aan onze inwoners. Bestuurskrachtmetingen en benchmarks (vergelijking met andere gemeenten), die de gemeenteraad en het college gericht kunnen benutten, vergroten het leerproces ‘waar de gemeente staat’. Verder bieden ze informatie voor toekomstig beleid en kunnen ze worden gebruikt om verantwoording af te leggen aan de lokale gemeenschap. Inzicht in hoe het nog beter kan is de drijfveer voor het CDA Midden-Delfland. Dat is een teken van zelfvertrouwen en kracht. Dit betekent ook dat we u als kiezer op een juiste manier gaan informeren en graag met u in contact zijn over hoe het beter of anders kan. … en gedogen past daar niet bij. Betrouwbaarheid van de overheid heeft ook van doen met toezicht op en handhaving van gestelde regels die op democratische wijze tot stand zijn gekomen. Toepassing van regels en de naleving daarvan dragen bij aan essentiële waarden in onze rechtsstaat zoals: rechtszekerheid, rechtsgelijkheid en voorspelbaarheid. Inwoners, ondernemers, maatschappelijke organisaties en instellingen moeten ervan op aan kunnen dat de overheid, i.c. de gemeente, consistent en dus betrouwbaar is. Dat wil zeggen dat beleid, afspraken of gewekte verwachtingen niet zomaar eenzijdig veranderd of geschonden kunnen worden.
Financiën en economie Een deel van de gemeentelijke inkomsten wordt opgebracht door de lokale belastingbetaler. Voor het CDA is dit één van de redenen om zorgvuldig om te gaan met publieke middelen. Een goed beheer van publieke middelen is het uitgangspunt. Tegenover structurele uitgaven horen ook structurele inkomsten te staan. Het financieel perspectief is daarnaast een maatstaaf om de financiële gezondheid van de gemeente te beoordelen. Kort gezegd dient het financiële beleid van de gemeente gericht te zijn op een effectieve en efficiënte besteding van de middelen. Gezien de hoogte van de gemeentelijke heffingen ten opzichte van omliggende gemeenten staat het CDA een terughoudend beleid voor wat betreft verhogingen van deze heffingen. Het uitgangspunt is hierbij het inflatiepercentage. Het CDA vindt de inbreng van ondernemers en instellingen zeer belangrijk en hierbij dient de
3
gemeente vraaggericht te werken. Intensief contact met de ondernemersorganisaties is daarvoor een noodzakelijke voorwaarde. Een periodieke bedrijvenpeiling onder ondernemers geeft vervolgens nog meer inzicht om de gemeentelijke dienstverlening aan het bedrijfsleven op een hoger plan te brengen. De afgelopen jaren hebben we een begin gemaakt door samen met het lokale bedrijfsleven het economisch beleidskader vast te stellen en samen de prioriteiten te bepalen. Wat betreft het stimuleren van de plaatselijke economie willen wij dat er een lokaal aanbestedingsbeleid wordt opgesteld. Dit beleid moet er voor zorgen dat hetgeen lokaal kan worden aanbesteed ook locaal aanbesteed wordt. Verder moeten vergunningen zo efficiënt mogelijk worden geregeld. Daarom is het belangrijk dat de gemeente de ingeslagen weg krachtig doorzet om vergunningsprocedures te verkorten en te versimpelen. Uiteraard zijn vergunningen zoveel als mogelijk via Internet aan te vragen. • • • • • •
voor de jaarlijkse bijstelling van de gemeentelijke heffingen gaan we uit van het inflatieniveau het handhaven van een stevig financieel fundament voor onze gemeente betekent prioriteiten stellen en efficiënt en doelgericht werken invoering van het klantencontactcentrum waarin het bedrijvenloket is opgenomen en een digitaal loket voor bedrijven terughoudend omgaan met winkelopenstelling op zondag een periodieke bedrijvenpeiling onder ondernemers ter verbetering van de gemeentelijke dienstverlening opstellen van een locaal aanbestedingsbeleid
Personeel en organisatie De gemeente heeft de plicht om de dienstverlening zo optimaal en klantvriendelijk mogelijk in te richten voor de gebruikers. De gemeente is namelijk geen gewone leverancier van diensten. Voor bijvoorbeeld een paspoort of een bouwvergunning kunnen onze inwoners niet om de gemeente heen. Met name de digitale dienstverlening wil het CDA de komende periode verbeteren. Uiteraard moeten inwoners naast verbeterde digitale dienstverlening ook kunnen rekenen op goede persoonlijke dienstverlening. Uitgaande van het huidige takenpakket van de gemeente is de omvang van het ambtelijke apparaat afdoende. Uitgaande van een verdere verhoging van de effectiviteit en efficiency (het nieuwe dienstverleningsconcept) moet de dienstverlening verder verbeterd worden zonder inzet van extra middelen. Wanneer de gemeente nieuwe taken krijgt toegewezen van andere overheden dan moet ook voorzien worden in de benodigde financiering. In de komende periode blijft een goed personeelsbeleid van zeer groot belang. Het blijkt voor de gemeente op sommige beleidsterreinen een lastige opgave om vacatures goed en snel in te vullen. Door middel van externe inhuur bewaakt men in dit geval de continuïteit en kwaliteit. De komende periode willen we nog meer focus op de eigen gemeenteambtenaren. Door het effectief inzetten van dit beleid achten wij het mogelijk de externe inhuur te verminderen. • • • •
versnellen van vergunningafgifte bij ‘standaardvergunningen’ geen verdere uitbreiding van de ambtelijke organisatie, tenzij nieuwe taken uitbreiding digitale diensten. investeren in het personeel, kwaliteit verdient zichzelf terug
4
Communicatie De communicatie met de inwoners van onze gemeente kan beter. Het CDA doelt hier niet op een nieuw magazine, meer persberichten of het organiseren van conferenties in onze gemeente. Nee, het gaat juist om het actief en persoonlijk benaderen van onze eigen inwoners. Succesvol is dat gedaan bij de gebiedsvisie en vitale dorpen. Die lijn moet worden doorgetrokken bij het aanpassen van het groen, de bestrating en het inlichten over grote projecten in onze gemeente. Participatie heeft zich ook bewezen bij het opstellen van het economisch beleidskader. Deze lijn kan worden doorgetrokken naar bijvoorbeeld het opstellen van bestemmingsplannen. •
gemeentelijke communicatie kan persoonlijker
Veiligheid Veiligheid blijft voor het CDA een belangrijk aandachtspunt. Veiligheid is een zaak van iedereen en het veiliger maken van de dorpen en het buitengebied is een taak van de gemeente, politie, inwoners: ‘jong en oud’, in zekere zin ook het onderwijsveld, winkeliers, woningbouwcorporaties en (sport)verenigingen. Een grotere veiligheid wordt ook bereikt door strengere, meer gerichte controle en daadwerkelijke handhaving. Voor het CDA heeft de gemeente in het veiligheidsbeleid een aantal belangrijke taken: Op de eerste plaats is het de taak van de gemeente te zorgen voor een goede samenwerking met politie en justitie. Overlast dient gezamenlijk bestreden en tegengegaan te worden. Het CDA vindt dat de gemeenteraad zelf invloed moet kunnen uitoefenen op de planvorming van de politie. Een tweede belangrijke taak is preventie. Onleefbaarheid en onveilig gevoel kunnen voorkomen worden door meer aandacht voor veiligheid bij de aanleg van nieuwe wijken (politiekeurmerk) en goed onderhoud van bestaande wijken. Verder is voorlichting en samenwerking met ouders, scholen, verenigingen en maatschappelijke instellingen van groot belang; via de overdracht van normen en waarden leren kinderen de basisprincipes van onze rechtsstaat. Op de derde plaats staat toezicht en handhaving. Met meer blauw op straat zal de veiligheid en het veilig voelen toenemen. Er dient een Boa- beleidsplan opgesteld te worden. Eventueel in samenwerking met omliggende gemeenten. Rapportages van politie (en Boa) over de gehouden controles kunnen de inwoners het gevoel geven dat hier in de gemeente niet gedoogd maar gehandhaafd wordt. Het CDA wil er de komende periode voor zorgen dat de handhaving verder verbeterd wordt, met name waar het gaat om hinderlijke overtredingen. Naast extra inzet van de gemeente zelf is de politieinzet van groot belang. Buurtpreventie kan een welkome aanvulling zijn op de inzet van politie en gemeente. De gemeente moet de kaders voor het uitvoeren van buurtpreventie duidelijk maken en dit waar mogelijk faciliteren. • • • • • •
opstellen van een Boa- beleidsplan in overleg met de regio komen tot een gezamenlijke aanpak, gericht op een ’24-uurs aanpak’ het CDA is voorstander van het faciliteren van zogenaamde buurtpreventieprojecten in de kernen daar waar dit nog niet is gebeurd: straten binnen de kernen zo inrichten dat het straatbeeld past bij de snelheidslimiet van 30 km per uur. handhaven van de 30 km/u limiet in de kernen zo nodig frequenter aanpakken van aangebrachte graffiti
5
WMO Sinds 2007 is de Wet Maatschappelijke ondersteuning van kracht. Met deze wet is de gemeente verantwoordelijk voor de maatschappelijke ondersteuning en sinds 2008 is de gemeente ook verantwoordelijk voor de psychosociale hulp. Aan de gemeente is nu de taak te zorgen voor een samenhangend pakket van diensten en voorzieningen, zodat iedereen kan participeren in de lokale samenleving. Het CDA staat nog steeds achter het standpunt van de WMO dat mensen in eerste instantie zelf verantwoordelijk zijn voor hun eigen leefsituatie. Pas wanneer zij dat niet of niet voldoende kunnen doen en hun sociale omgeving geen ondersteuning kan bieden, wordt het een taak voor de gemeente. De eigen verantwoordelijkheid van WMO-clienten is ook financieel; waar mogelijk moet een eigen bijdrage worden betaald voor de hulp, voorziening of ondersteuning. Solidariteit is een van de uitgangspunten van het CDA. Dit betekent o.i. dat het draagkrachtbeginsel gerechtvaardigd is. Goede en betaalbare voorzieningen zijn voor het CDA vanzelfsprekend, waarbij kwaliteit van de diensten en voorzieningen leidend moeten zijn bij de aanbestedingen. De gemeente heeft met de WMO de mogelijkheid om lokaal integraal beleid te voeren en op individueel niveau maatwerk te bieden. Dat maatwerk moet zeker bij de indicatieprocedure toegepast worden; één keer als cliënt je verhaal vertellen moet voldoende zijn. Er dienen dan ook goede afspraken gemaakt te worden, zodat er geen aparte indicatie voor WMO-voorzieningen en AWBZ nodig is. Mantelzorgers spelen een belangrijke rol voor hen die zijn aangewezen op hulp en verzorging. Het CDA vindt dat de gemeente de last voor deze vaak, zwaar belaste mensen, moet verlichten; te denken valt aan huishoudelijke hulp of het in contact brengen met een vrijwilliger voor gezelschap houden van de zieke. Door zulke maatregels kunnen de mantelzorgers de zorg, die ze op zich hebben genomen , langer volhouden. • • • • • • • • • •
op eigen kracht waar mogelijk; ondersteuning indien nodig voldoende duidelijke en toegankelijke informatie voor belanghebbenden (loket en digitaal) een gemeentelijk loket, dat toegang geeft tot alle zorg en ondersteuning belangengroeperingen en WMO-cliëntenraad betrekken bij het beleid één integrale, onafhankelijke en objectieve indicatiestelling voor de zorg en diensten (een indicatie voor AWBZ en WMO) een duidelijke klachten- en bezwaarregeling mantelzorgers dienen ondersteund te worden door scholing, ondersteuning en respijtzorg aandacht voor de zorg voor kleine doelgroepen zoals bijvoorbeeld verstandelijk gehandicapten, slechtzienden, slechthorenden maatwerk en vraaggericht bij het verstrekken van voorzieningen keuzevrijheid voor persoonsgebonden budget (PGB) of zorg in natura
Gehandicapten Gehandicaptenbeleid is dan geen apart beleidsterrein meer, maar maakt deel uit van alle beleidsterreinen. In het kader van de WMO is het een belangrijk aandachtspunt. Mensen met een functionele beperking of handicap verdienen ondersteuning, waar dat nodig is. Zelfstandig zijn en zelf beslissingen kunnen nemen is voor een ieder essentieel. Voor gehandicapten is het daarom belangrijk dat zij goede informatie en adviezen kunnen krijgen over wonen, zorg, werk, vervoer en recreatie (één loket). Duidelijkheid over integrale indicatieregelingen en financiële regelingen zijn gewenst.
6
Het vervoer op maat blijft een punt van zorg; bij nieuwe aanbestedingen dient niet alleen de prijs, maar vooral de kwaliteit bepalend te zijn. Binnen de gemeente moeten alle openbare gebouwen goed toegankelijk zijn en ook voor gehandicapten klantvriendelijk. Hetzelfde geldt voor de openbare ruimte. • • •
goede toegankelijkheid van openbare gebouwen en openbare ruimte ëén (WMO)loket voor alle informatie over wonen, zorg, werk en vervoer duidelijkheid over integrale indicatieregelingen
Ouderen Door de vergrijzing, het CDA noemt het liever de verzilvering, zijn de ouderen een groep die bijzondere aandacht behoeven. Veel ouderen zijn na hun pensionering nog steeds maatschappelijk actief, anderen genieten van hun welverdiende vrije tijd. Voor de ouderen is het van belang dat de randvoorwaarden om zelfstandig te kunnen wonen optimaal zijn in de vorm van levensbestendige woningen. Er is ook een kwetsbare groep ouderen: bijvoorbeeld ouderen die vereenzamen, een klein inkomen hebben of een kwetsbare gezondheid. Ook voor hen moet met hulp getracht worden om zo lang als mogelijk oud te worden in hun eigen sociale omgeving. De ouderenadviseur speelt een belangrijke rol om hen wegwijs te maken op het gebied van wonen, zorg en welzijn. En wanneer zij verzorgd worden door een mantelzorger, kan het steunpunt mantelzorgers hen daarbij ondersteunen. Zowel de ouderenadviseur als het steunpunt vallen onder de Stichting Welzijn. Zij verrichten een belangrijke taak in het kader van de WMO. Helaas is gebleken dat een zorgcentrum met 24-uurs-zorg in Den Hoorn niet haalbaar is. Het CDA wil dat daar veel aandacht besteed wordt aan de woonservice voorzieningen om zo te bereiken dat mensen toch zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen. Goede informatie over wat wel mogelijk is, zoals over personenalarmering, aanpassingen in huis (domotica), maaltijden etc., is van groot belang. • • • • • • • • • • • •
voldoende samenhang zorg en welzijn bouw van voldoende levensloopbestendige woningen bestaande woningen i.s.m. woningbouwcorporaties aanpassen goede communicatie/informatie middels loket en digitaal (personenalarmering, maaltijden etc) woonzorg-zones inrichten, waarbij niet alleen de voorzieningen maar ook de toegankelijkheid en fysieke buitenruimte van belang zijn ondersteuning mantelzorgers. Voorzieningen om mantelzorgers te ontlasten zijn daarbij van groot belang (logeermogelijkheden) preventiebeleid zoals cursussen “leren vallen” en rijvaardigheid scootmobiel kwaliteit van het regiovervoer initiatieven voor collectief vervoer ondersteunen veilige fiets- en wandelroutes (verlichting, straatinrichting) ouderenbonden (de belangenbehartigers) ondersteunen mensen met alleen AOW of een klein pensioen ondersteunen bevorderen van kleinschalige woonvormen voor dementerenden, met name in Den Hoorn
7
Jongeren Een maatschappij zonder jeugd heeft geen toekomst, mist dynamiek. Jongeren zorgen voor leven in de brouwerij, in welke betekenis dan ook. Meestal kunnen we trots zijn op onze jeugd omdat ze zich goed ontwikkelen. Opvoeden is primair een verantwoordelijkheid van de ouders. De lokale voorzieningen voor de jeugd, zoals consultatiebureau, peuterspeelzalen, scholen, kinderopvang en verenigingen, ondersteunen ouders bij die opvoeding. Een evenwichtige en gezonde thuissituatie is immers de beste zorg. Investeren in een goede, pedagogische infrastructuur en een veilige omgeving voor het kind is van belang, ook om uitval en de noodzaak van kostbaar en langdurig ingrijpen later te voorkomen. Het overgrote deel van de jeugd groeit gelukkig op zonder ernstige zorgen. Zo'n 5% van alle jeugdigen heeft uiteindelijk (ernstige) problemen. Deze jeugd veroorzaakt veel problemen voor zichzelf en overlast voor de omgeving. Preventie en vroeg beginnen zijn volgens het CDA daarom de sleutelwoorden. Preventie zonder sancties is niet geloofwaardig; gedragsverandering, waarbij ook de ouders een grote rol moeten spelen, staat centraal. Het CDA wil een gestroomlijnde en eenduidige jeugdzorg, die aansluit bij de behoeften van jeugdigen en hun ouders. Het CDA zet zich in voor de opvoedingsondersteuning voor ouders en voor een sluitende jeugdzorgketen rond het kind (centrum voor jeugd en gezin). • • • • • • •
centrum voor jeugd en gezin moet vooral laagdrempelig en toegankelijk zijn; het moet geen bureaucratische organisatie worden jongeren (18-23 jaar) moeten de hoogste prioriteit krijgen bij werkgelegenheidsbevordering betaalbare huisvesting voor jongeren en jonge gezinnen alcoholgebruik ontmoedigen (op voorlichting op scholen mag niet bezuinigd worden) door actief sportbeleid jeugd aan het bewegen krijgen mede vanwege sociale en gezondheidsredenen aandacht voor voorzieningen in de wijk om te spelen, te sporten of elkaar te ontmoeten een samenhangend jeugdbeleid waarbij niet alleen aandacht is voor probleemjeugd maar ook nadrukkelijk voor preventief jeugdbeleid peuterspeelzalen zijn voor de ontwikkeling van het kind belangrijk; de huidige gemeentelijke subsidie wil het CDA daarom handhaven
Vrijwilligers De WMO, het maatschappelijk en kerkelijk leven steunen voor een belangrijk deel op de vrijwillige inzet van inwoners. Willen we zoveel mogelijk inwoners laten participeren in de lokale samenleving dan is de zorg, waardering, werving en het vasthouden van de vrijwilliger van cruciaal belang. Het CDA vindt dat de overheid vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties moet ondersteunen, zowel financieel via (project)subsidies als door het wegnemen van administratieve lasten en andere belemmerende regelgeving. Het vrijwilligerswerk moet een nieuwe impuls krijgen, zodat het huidige tekort wordt teruggedrongen. Jongeren leren het beste hoe de samenleving in elkaar zit door mee te doen, door actief bij te dragen. Maatschappelijke stage, vrijwilligerswerk als onderdeel van het lesprogramma, staat daarom al een aantal jaren op de CDA-agenda. Middels de maatschappelijke stage kunnen scholen vormgeven aan burgerschapsvorming: een nieuwe wettelijke taak van scholen. De stage kan bij sportverenigingen, jeugd- en cultuurinstellingen, verzorgingstehuizen en allerlei andere welzijnsinstellingen en vrijwilligersorganisaties plaats vinden Het CDA vindt vrijwillige onbaatzuchtige inzet en zorg voor elkaar van onmisbaar belang voor de kwaliteit van onze samenleving. Het maakt onze maatschappij tot een vitale en betrokken
8
samenleving. Daarnaast biedt het ook diegenen zonder betaald werk de mogelijkheid tot participatie in het maatschappelijk leven. Bovendien is vrijwilligerswerk nogal eens onmisbaar voor het functioneren van bepaalde onderdelen van de maatschappij. In bijvoorbeeld de sport is dat goed zichtbaar. Daar functioneert vrijwilligerswerk onder andere als prima middel om jongeren, ouderen, gehandicapten en migranten te integreren in de samenleving. De vele vrijwilligers in onze gemeente zijn onmisbaar en verdienen erkenning en waardering. Het is van groot belang om in een maatschappij waarin economische overwegingen steeds meer de toon aangeven, de waarde te benadrukken van belangeloze inzet voor de naaste en voor de samenleving. • •
financiële, administratieve en bestuurlijke ondersteuning aan organisaties van vrijwilligers en mantelzorgers, bijvoorbeeld door het aanbieden van cursussen de gemeente brengt in de toekomst vraag en aanbod van maatschappelijke stages bij elkaar; keuzevrijheid van leerlingen is daarbij het uitgangspunt
Onderwijs In toenemende mate werken beide ouders en ook het aantal eenoudergezinnen groeit. Door deze ontwikkelingen neemt de betekenis van de school voor de opvoeding en de ontwikkeling van kinderen toe, het zijn niet slechts leerinstituten. Scholen dienen goed onderwijs te bieden, zodat kinderen maximaal gemotiveerd worden om hun talenten te ontwikkelen. Het CDA besteedt voor wat de huisvesting betreft aandacht aan de wat langer bestaande gebouwen. Nagegaan moet worden of deze aan de huidige eisen voldoen. Bijzonder blij zijn we met het feit dat in de achterliggende raadsperiode veel is bereikt op het gebied van nieuwbouw van scholen. In Maasland is een prachtige basisschool gebouwd, De Groene Oase. Daarnaast is het Lentizcollege, inclusief sporthal welke toegankelijk is voor verenigingen, gerealiseerd. In Den Hoorn is het Lint opgeleverd en in Schipluiden is begonnen met de uitvoering van de plannen voor de St. Jozefschool. Het CDA is van mening dat schoolwoningen een kwalitatief goede oplossing bieden om pieken in het aantal leerlingen op te vangen. In de drie dorpen van onze gemeente Midden-Delfland prijzen we ons gelukkig dat de scholen kwalitatief goed onderwijs bieden. Ook de gemeente heeft hier een betekenisvolle rol in gespeeld. Er zijn in de achterliggende periode gelden naar het plaatselijke onderwijsveld gestroomd. Voor het CDA dient, in financiële zin, het huidige peil van het lokale onderwijsbeleid op zijn minst gehandhaafd te blijven. Het CDA steunt initiatieven die leiden tot het tot stand komen van een Natuur Milieu Educatiecentrum (NME) in Midden-Delfland. • • •
voor het CDA dient, in financiële zin, het huidige peil van het lokale onderwijsbeleid gehandhaafd te blijven ondersteuning voor de totstandkoming van een Natuur Milieu Educatiecentrum samenwerking met omliggende gemeenten ter stimulering van de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt
Sport en verenigingsleven Het CDA legt ten aanzien van ondersteuning nadrukkelijk de prioriteit op het in stand houden en stimuleren van (team)sportvoorzieningen voor de jeugd. Sporten betekent meer dan recreatie en vrijetijdsbesteding. Actieve deelname aan de sport is niet
9
alleen van groot belang voor de volksgezondheid, maar ook omdat ouderen en jongeren samen in teamverband (leren) optreden, regels in acht nemen en eigenwaarde opbouwen. Sportverenigingen krijgen naast hun primaire functie in toenemende mate een maatschappelijke rol bij de aanpak van sociale problemen en het bevorderen van gezondheidsbewustzijn. Incidenteel zal de gemeente een deel van de kosten voor aanleg, beheer en onderhoud van sportaccommodaties voor haar rekening nemen. Voor de totale gemeente geldt dat het CDA de voorzieningen voor de scholen ten behoeve van de lichamelijke oefening en de accommodaties voor de gymnastiekverenigingen wenst te behouden. Verenigingen, waaronder de sportverenigingen maar ook onder meer muziekverenigingen, de scouting, toneelverenigingen en vele andere verenigingen, zijn van groot belang voor de leefbaarheid/ vitaliteit van onze dorpen. Al deze verenigingen draaien op vrijwilligers. Ouders zijn er hierbij op gerust dat hun kinderen daar in goede handen zijn. Die vrijwilligers en ook die verenigingen moeten op een ordentelijke en passende manier gefaciliteerd worden. Het overdragen van waarden en normen zal als eerste in het gezin plaatsvinden. Maar ook de jeugd- en sportverenigingen spelen hierbij een belangrijke rol. Onze gemeente staat in de top 5 van de kindvriendelijke gemeenten. Ons streven is en was er op gericht om dit niveau te handhaven. Ons doel is nog steeds een effectief jeugdbeleid en behoud en eventueel verbetering van de voorzieningen. Wij proberen als CDA de basisvoorwaarden te scheppen om het voor de vrijwilligers werkbaar te houden. Denkt u maar aan de vrijwilligersverzekering, tegemoetkoming in de kosten voor bepaalde cursussen en natuurlijk de subsidies voor de diverse verenigingen en organisaties. • • •
subsidie aan verenigingen op basis van het aantal jeugdleden uit de gemeente MiddenDelfland een eenduidig en geharmoniseerd beleid ten aanzien van de sportvoorzieningen handhaven accommodaties voor scholen en gymnastiekverenigingen
Bestrijding sociaal isolement en armoede Voor het CDA staat voorop dat mensen redelijkerwijs van een inkomen rond moeten kunnen komen en de noodzakelijke kosten van bestaan moeten kunnen opbrengen. Lukt dit niet dan moet de overheid de helpende hand bieden. Wanneer problemen van sociaal of maatschappelijke aard zoals schulden, verslaving etc aanwezig zijn, is extra inkomensondersteuning geen structurele oplossing en dienen de problemen op adequate wijze opgelost te worden. Maatwerk is hierbij gewenst. Betaald werk is de beste manier om uit de armoede te komen, daar ligt op de eerste plaats een taak voor de gemeente. Lukt dat niet, dan is een sociaal rechtvaardig armoedebeleid en maatschappelijke participatie middels vrijwilligerswerk noodzaak. Wanneer mensen wel aan het werk kunnen, moet er aandacht zijn dat mensen er t.o.v. de periode met inkomensondersteuning financieel er niet op achteruit gaan. Indien het wettelijk mogelijk is dienen niet de regelingen bij 105% van de bijstandsnorm op te houden, maar moet een getrapte schaal toegepast worden. • • • • •
een gemeentelijk armoedebeleid dat activerend is voor wie nog kan werken en toereikend is voor wie dat niet meer kan financiële tegemoetkoming van bijzondere kosten bij chronisch ziekte of handicap (periodiek en individuele bijzondere bijstand) maatschappelijke participatie van kinderen in gezinnen met een minimuminkomen financieel ondersteunen aanvullende bijstand voor ouderen met alleen AOW of klein pensioen naast schuldsanering ook cursussen voor budgetbeheer
10
•
bij een minimuminkomen kwijtschelding van gemeentelijke lasten
Het Midden-Delflandgebied Midden-Delfland is als één van de laatste open ruimten in de verstedelijkte Zuidvleugel van de Randstad van grote waarde voor de leefbaarheid in de regio. Het CDA Midden-Delfland is van mening dat dit open Midden-Delflandgebied open en groen moet blijven. De grondbank kan een belangrijk middel zijn om dit te bereiken en zo gezegd ‘de koe in de wei’ te houden. Daarnaast moet de gemeente er bestuurlijk echter ook alles aan doen om een nieuwe status te verwerven voor het Midden-Delflandgebied. Deze speciale status is nodig om het gebied op lange termijn open te kunnen houden en te beschermen. Deze beschermde status moet ruimteclaims voor woningen of glastuinbouw blokkeren. Verder hoort bij deze speciale status ook financiering voor de toekomstige ontwikkelingen in Midden-Delfland. De gemeente Midden-Delfland neemt, als hoeder van het gebied, het voortouw op zich om ervoor te zorgen dat het gebied open en groen blijft. Bijdragen van andere overheden zijn hierbij noodzakelijk om het beleid op lange termijn te waarborgen. Door de gezamenlijke vaststelling van het LandschapsOntwikkelingsPlan (LOP) door alle gemeenten en het Hoogheemraadschap van Delfland ontstaat een gezamenlijke wens de uitvoering daarvan te realiseren. Daarmee geven de omliggende gemeenten aan dat zij bereid zijn om te investeren in Midden-Delfland en daarmee de kwaliteit te willen verbeteren. De gemeente zal het LOP vertalen in een nieuw bestemmingsplan buitengebied. Dit bestemmingsplan moet kansen voor ondernemers creëren maar ook duidelijkheid scheppen voor bestaande ondernemingen in het buitengebied. Ook de gebiedspromotie kan nu worden opgepakt. De inhoud van Midden-Delfland wordt steeds meer herkend en erkend als waardevol. Maar willen we die investeerders en gebruikers vinden die het gebied vitaal houden dan is gebiedspromotie van belang. Dat kan prima met regionale partners en organisaties worden vormgegeven. • • • • •
Midden-Delfland moet open en groen blijven bijdragen van het Rijk en de Provincie Zuid-Holland zijn noodzakelijk voor het onderhoud aan het Midden-Delflandgebied het LOP dient de basis te zijn voor de nieuwe ontwikkelingen. nieuw bestemmingsplan Buitengebied stevige gebiedspromotie op regionale schaal
Bedrijfsleven Midden-Delfland Ondernemingen zijn van groot belang voor de gemeente Midden-Delfland. Ze zorgen voor werkgelegenheid, houden de dorpen levendig en ondersteunen zeer veel activiteiten in het gebied. Het is daarom van belang dat ondernemers ruimte krijgen om te ondernemen. Als CDA vinden we het belangrijk dat het gemeentelijk beleid wat de ondernemers raakt duidelijk en helder is. Op deze manier kunnen de toekomstplannen van de ondernemingen hierop afgestemd worden. Bij het ontwikkelen van ruimtelijk beleid is het CDA van mening dat het van belang is om het lokale bedrijfsleven hierbij in een vroeg stadium te betrekken door middel van inspraak. Maatwerk is binnen onze gemeentelijke schaal noodzakelijk, ook in de uitvoering van het beleid en de vertaling van de Gebiedsvisie en de Visie Vitale Dorpen. Wat betreft het stimuleren van de lokale economie vindt het CDA dat de gemeente een rol heeft in het creëren van goede voorwaarden voor economische ontwikkeling. Het eerder genoemde lokale
11
aanbestedingsbeleid is hier een goed voorbeeld van. Daarnaast is een goede gemeentelijke dienstverlening aan het bedrijfsleven, maar uiteraard ook in het algemeen, van groot belang. Het CDA is voor het verkorten en vereenvoudigen van vergunningsprocedures, het aanbieden van meer digitale diensten en het opstellen van een (digitale) vergunningswijzer. Dat het CDA het bedrijfsleven waardeert en wil faciliteren komt ondermeer terug onder het thema ‘Financiën en Economie’. •
vergunningsprocedures verder vereenvoudigen en zorgen dat de procedure van afwikkeling digitaal te volgen is
Veehouderij Om het landschap in zijn huidige vorm te laten voortbestaan zal de melkveehouderij voor het gebied behouden moeten blijven. De veehouders zijn de beheerders van het gewaardeerde veenweidegebied van Midden-Delfland. Het CDA is van mening dat een veehouder niet alleen voedsel produceert, maar ook landschap, en een wel bijzonder gewaardeerd landschap. De veehouder is degene die door levering van groene diensten zoals natuur- en landschapsbeheer, vergroten van toegankelijkheid van gronden voor recreatie en door waterbeheer een grote bijdrage levert aan het landschap. Willen melkveehouders hier een gezonde bedrijfsvoering realiseren dan is het noodzakelijk dat zij financieel tegemoetgekomen worden voor het openhouden en beheren van dit landschap. De extra werkzaamheden die zij verrichten dienen betaald worden. Met de oprichting van het Groenfonds Midden-Delfland waarmee we Groene en Blauwe diensten betalen is hierin een belangrijke stap gezet. Het CDA is er een voorstander van dat de gemeente waar mogelijk medewerking verleent aan verbreding van de landbouw: regelgeving moet dit niet in de weg staan. Initiatieven zoals een zorgboerderij, kinderopvang op de boerderij, bed&breakfast , een boerencamping, of een educatiebedrijf bieden nieuwe perspectieven voor veehouders en plattelandsondernemers; mits de bestemming en de activiteiten duurzaam zijn en passen bij het karakter van de omgeving. • •
veehouders produceren niet alleen voedsel, maar ook landschap en ruimte. Hier hoort een vergoeding bij medewerking verlenen bij verbreding en vergroting van de landbouw
Glastuinbouw De glastuinbouw is een waardevolle sector welke mede het economisch landschap van MiddenDelfland kleurt. De duurzame glastuinbouw is een belangrijke werkgever en een innovatieve sector welke we graag behouden op de daarvoor bestemde locaties. Naast het verspreide glas maakt bestaande clustering van glastuinbouw in met name de Oude Campspolder-Zuid en de Woudsedroogmakerij namelijk deel uit van het eigen gezicht van de gemeente Midden-Delfland. Het versterkt de pluriformiteit. Deze duurzame glastuinbouwgebieden moeten het visitekaartje blijven op het gebied van de glastuinbouw in Midden-Delfland. Het CDA wil dat er een nieuw modern bestemmingsplan voor het duurzame glas wordt opgesteld zodat de tuinbouwsector zich volop kan blijven ontwikkelen. Inbreng vanuit het bedrijfsleven is van belang om een toekomstvast bestemmingsplan te maken. Voor het verspreide glas moet een oplossing komen, zoals reeds aangegeven bij het MiddenDelflandgebied. Het mag hierbij niet zo zijn dat de betrokken ondernemers zonder toekomstperspectief blijven zitten. Gelukkig lijkt alles er op dat de door het CDA gewenste voortgang bij het opkopen van het verspreide glas nu op gang komt. De provincie en het Rijk zijn bereid onze gemeente financieel te ondersteunen, wat een stroomversnelling te weeg zal moeten brengen. Het
12
CDA zal er op toezien dat deze stroomversnelling er de komende periode ook daadwerkelijk zal komen. Wat betreft het verspreide glas wat uiteindelijk niet wordt opgekocht is het CDA ervoor dat dit glas dezelfde rechten krijgt als de in bestemmingsplannen opgenomen duurzame glastuinbouw. • •
een stroomversnelling bij het saneren van het verspreid liggend glas nieuw bestemmingsplan glastuinbouw
Milieu en duurzame ontwikkeling Het CDA ziet het als een opdracht om de schepping te beheren en te bewerken en onze leefomgeving in een zo goed mogelijke staat door te geven aan de volgende generaties. De toenemende bevolkingsomvang en bevolkingsdichtheid stellen nieuwe grenzen aan menselijke activiteiten. De gevolgen van het menselijk handelen voor het leefmilieu worden steeds meer zichtbaar. Economisch beleid en milieubeleid vragen om een integrale in plaats van een sectorale aanpak. Om een en ander in een zo goed mogelijke staat aan volgende generaties door te geven is het vereist om nieuwe aantastingen van het milieu te voorkomen en schade te herstellen die al is aangericht. • •
•
het CDA is dan ook voorstander van het meer toepassen van alternatieve energiebronnen zoals zonne-energie en bio-energie het CDA wil een positieve bijdrage leveren aan de klimaatdiscussie. Ontwikkelingen in de glastuinbouw die hierop gericht zijn wil het CDA stimuleren. Goed voorbeeld hiervan is het Warmtebedrijf in Den Hoorn lantaarnpalen: gebruik maken van de mogelijkheid het verlichtingsniveau in lantaarnpalen te reduceren wanneer op een bepaald moment minder licht nodig is.
De gemeente zorgt voor adequate handhaving van de milieuvergunningen en ziet er op toe dat afspraken worden nagekomen; hierbij past geen gedoogcultuur.
Verkeer en vervoer In de dorpen dient het huidige peil van openbaar vervoer minstens te worden gehandhaafd. In Den Hoorn moet dit worden uitgebreid vanwege de groei van de wijk “Look West” en de ontwikkeling van het bedrijventerrein Harnaschpolder. Aansluiting op het stadsnet van Delft is daarvoor noodzakelijk. Daarnaast dient bij de realisatie van bushaltes ook gedacht te worden aan mogelijkheden tot het stallen van fietsen. Het CDA vindt dat de fietsers de ruimte moeten krijgen. Dit betekent veilige fietsroutes door het gebied en speciaal richting de scholen. Daarnaast is het onderhoud aan fietspaden van groot belang voor de recreatieve functie van Midden-Delfland. Doorgaand verkeer door het Midden-Delflandgebied moet zoveel mogelijk voorkomen worden. Met de plaatsing van de doseerinstallaties is een eerste aanzet gegeven voor de verbetering van de leefbaarheid in de dorpen van onze gemeente. Aandachtspunt is welke effecten deze doseerpunten met zich mee brengen. Zo zal het doorgaande verkeer door de kern Maasland beperkt moeten gaan worden. Ook de ontwikkeling van de Dijkpolder door de gemeente Maassluis verdient in verband met de daarmee gepaard gaande verkeersbewegingen een zorgvuldige planning van de infrastructuur. Uitgangspunt voor toenemende verkeersbewegingen dient te zijn dat een verdeling over de verschillende wegen moet plaatsvinden. Met de uitkomsten van het Dynamisch Verkeersmodel zijn we in staat om te overzien wat de consequenties zijn van eventuele maatregelen die genomen kunnen worden om de breed gevoelde
13
verkeersvraagstukken in de drie kernen te kunnen oplossen. Het CDA vindt het van het grootste belang dat er maatregelen getroffen worden om het sluipverkeer op de polderwegen en in de dorpen fysiek te laten verminderen. Het CDA is in principe geen voorstander van een rondweg rond Maasland. Een eventuele rondweg zal naar verwachting nog meer (auto)verkeer aantrekken. Hierdoor worden de wegen langs ondermeer de Gaag te zwaar belast. De lasten worden dan op het buitengebied afgewenteld. Conclusies van het verkeersmodel moeten dit uitwijzen. Voor het CDA is het van het grootste belang dat de realisering van de veelbesproken A4 doorgang kan vinden. Zonder realisering van de A4 kunnen er geen maatregelen getroffen worden op de N468. Het CDA is voorstander van het terugbrengen van de hoeveelheid verkeer op de weg langs de Gaag. Het profiel van deze weg zal hierbij beter aansluiten bij de rust en de ruimte van Midden-Delfland. Met betrekking tot de aanleg van de A4 blijven wij stellen dat wij deze weg landschappelijk zo goed mogelijk ingepast moet worden. Ter verbetering van de verkeersafwikkeling in Schipluiden moet de Tiendbrug opengesteld worden voor de ontsluiting van het dorp. De wijk Keenenburg kan via de Anna van Raesfeltstraat aangesloten worden op de Tiendbrug. Dit zal betekenen dat de Valbrug hiermee ontlast wordt, zonder het open gebied rondom het dorp aan te tasten. • •
maatregelen op de weg langs de Gaag om het verkeer te verminderen benutten Tiendbrug als ontsluiting van Schipluiden
Ruimtelijke ordening en wonen Onze inwoners hebben dromen die ze willen verwezenlijken. Dat geldt met name ook voor ondernemers. Het is aan de gemeente Midden-Delfland om voor die plannen ruimte te maken. Dat kan alleen niet ongelimiteerd. Het gaat om het scheppen van een zo goed mogelijk evenwicht tussen wonen, werken en recreëren, tussen economische en groene functies. Ruimtelijke ordening is een middel, het is geen doel. Het is een belangrijk instrument om de leefbaarheid, de vitaliteit van de dorpen in stand te houden en te bevorderen. Ruimtelijke ordening gaat om keuzes voor de lange termijn en heeft ook gevolgen voor de volgende generaties. Daarom is het van belang om inwoners, maatschappelijke organisaties en ondernemers zoveel mogelijk te betrekken bij de keuzes. Samenwerking met wooncorporaties is noodzakelijk om de doelstellingen te halen. •
Bij het opstellen van nieuwe bestemmingsplannen worden inwoners, het bedrijfsleven en andere maatschappelijke organisaties betrokken.
Wonen is een eerste levensbehoefte. Helaas is de woningmarkt voor veel mensen minder toegankelijk en betaalbaar dan het CDA zou willen. Met name voor starters en senioren moet er een actief doelgroepenbeleid zijn, zowel voor de koopwoningen als voor de huurwoningen. De woonvisie moet daar soelaas voor gaan bieden. Bij het toewijzen van huurwoningen moet “lokaal maatwerk” zo mogelijk weer toegepast worden, zodat eigen inwoners meer kans hebben om voor een huurwoning in aanmerking te komen. • • •
actief doelgroepenbeleid bij toewijzing van woningen voor starters en senioren stimuleren van de realisatie van een 1e lijnsgezondheidscentrum in Maasland bevorderen van kleinschalige woonvormen voor ouderen en dementerenden
•
onderzoek naar behoefte van mantelzorgwoningen (hierin leven twee generaties dicht bij elkaar maar wel met een eigen voordeur)
14
• •
betaalbare starters- en vrije sectorwoningen bouw van meer koopgarantwoningen
Fysiek en sociaal isolement als gevolg van ontoereikende en moeilijk bereikbare voorzieningen is niet aanvaardbaar. Het CDA zet zich daarom in voor voorzieningenniveau zo dicht mogelijk bij de mensen en dat aansluit bij de lokale gemeenschap. Dat betekent wel, als we dat niveau minstens in stand willen houden, dat er adequaat gereageerd moet worden op ontgroening en vergrijzing (woonvisie). Woningbouw voor de natuurlijke aanwas, starters en jonge gezinnen, is noodzakelijk, maar ook bouw van dusdanige woningen , waarmee doorstroming bevorderd wordt. Mogelijkheden tot doorstroming betekenen immers ook een perspectief op wonen in de toekomst. Inbreiden en herstructureren binnen de kernen biedt daartoe mogelijkheden. In het plangebied Keenenburg V (voormalige locatie oude gemeentehuis en omgeving) in Schipluiden wordt een nieuwe woonwijk gerealiseerd. In deze wijk wordt een diversiteit aan woningen gebouwd, waarbij voorkeur wordt gegeven aan woningen voor starters en jonge gezinnen. Bij de realisatie van deze wijk zal nadrukkelijk aandacht worden geschonken aan een zo duurzaam mogelijke realisatie van deze wijk. Duurzaamheid zal tevens bij andere nieuwbouwprojecten steeds belangrijker moeten zijn: koudewarmteopslag moet gestimuleerd worden en ook aansluiting op het warmtenet waar mogelijk. Vitale dorpen zijn leefbare dorpen. De leefbaarheid wordt voor een groot deel bepaald door het gevoel van veiligheid, gevarieerde woningbouw, een goed voorzieningen niveau, een schone en groene buitenruimte en een sociaal weefsel tussen gemeenschappen. Het CDA vindt het van groot belang om de inwoners in de dorpen te betrekken bij besluiten over de leefbaarheid en de inrichting van hun directe omgeving. Periodiek overleg of een andere vorm van samenwerking moet gestimuleerd worden; dit vergroot de binding en de sociale samenhang. Voor de gemeente Midden-Delfland zal een structuurvisie moeten worden opgesteld. Het LOP en het streefbeeld vitale dorpen zijn belangrijke bouwstenen voor deze visie. In die visie zal richting gegeven worden aan bestaande bedrijventerreinen door middel van revitalisering; hierbij kan gedacht worden aan een mix van bedrijvigheid en wonen.Voor Den Hoorn, Schipluiden en Maasland worden de centrumontwikkelingen verder vorm gegeven. In de structuurvisie kunnen ook alternatieven worden opgenomen voor plannen die niet van de grond komen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
“Vanuit het Evangelie worden wij elke dag opgeroepen gestalte te geven aan een daadwerkelijke samenleving. Het Evangelie is de bron waaruit wij dagelijks mogen putten, maar dat vergt wel een zoektocht en immer ruimte voor zelfkritiek, dat alles voor een geloofwaardig en herkenbaar CDA. Onze politieke overtuiging is immers geen preek voor de zondag, maar een opdracht voor alle dagen.” Marja van Bijsterveldt-Vliegenthart ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
15