Rendement versus risico: Een belangrijke keuze!
1. Uw risicoprofiel is de hoeksteen van een goed beleggingsadvies Het gepersonaliseerd beleggingsadvies dat u van KBC krijgt is gebaseerd op uw risicoprofiel. We houden dus rekening met • uw financiële draagkracht • uw beleggingsdoelstellingen (bv. uw beleggingshorizon1) • uw kennis en ervaring. Nadat u samen met uw beleggingsadviseur uw risicoprofiel bepaald hebt, kunt u uw beleggingen onder de loep nemen. En ze uitbouwen tot een gezonde mix van aandelen, obligaties, enz. die past bij uw risicoprofiel. Die mix zorgt voor een evenwicht tussen verwacht rendement en risico. Uw risicoprofiel is dan ook de sleutel in ons advies. We houden er rekening mee wanneer we uw beleggingen samen met u analyseren en wanneer we beleggingsadviezen voor u uitwerken. • Bent u cliënt KBC-Vermogensadvies? Dan beslist u zelf welke beleggingen u aan- of verkoopt. En u kunt zich daarbij ook laten adviseren door beleggingsspecialisten. • Hebt u echter geen tijd om uw beleggingen van nabij te volgen? Of voelt u er niets voor om u dagelijks te verdiepen in de wereld van beleggingen? Dan is professioneel beheer bij KBC de juiste keuze voor u.
1: Uw beleggingshorizon weerspiegelt de termijn binnen dewelke u verwacht uw belegd kapitaal nodig te hebben.
2. KBC-Doelportefeuilles Voor elk risicoprofiel – zeer defensief, defensief, dynamisch of zeer dynamisch – vindt u bij KBC een optimale samenstelling van de doelportefeuille. Bij elke doelportefeuille hoort een spreiding over de verschillende activaklassen (aandelen, aandelen met kapitaalbescherming, obligaties, vastgoed, liquiditeiten). Zo kan elke belegger, na het bepalen van zijn risicoprofiel, zijn eigen beleggingsportefeuille spiegelen aan de bijbehorende doelportefeuille. De verdeling over de verschillende activaklassen is gebaseerd op de beleggingsstrategie van KBC die maandelijks geactualiseerd wordt. U kunt ze raadplegen in de beleggingspublicatie Strategie & Accenten en op de KBC-website (via KBC-Online). Bent u bijvoorbeeld een (zeer) dynamische belegger? Dan zal het percentage van uw aandelenrisico groter zijn dan voor een (zeer) defensieve belegger (zie grafieken). KBC stemt het beleggingsadvies over uw beleggingen af op uw risicoprofiel en doelportefeuille. Hebt u bijvoorbeeld een te hoog aandelenrisico in vergelijking met uw doelportefeuille? Dan zal uw adviseur u voorstellen om het aandelenrisico in uw beleggingsportefeuille te verminderen.
Zeer Defensief
Defensief
Dynamisch
Zeer Dynamisch
KBC-doelportefeuilles in cijfers De keuze van de doelportefeuille bepaalt uiteindelijk het rendement dat u mag verwachten. Zowel op korte als op lange termijn. De grafieken en tabellen hieronder geven u een zicht op: • de gesimuleerde rendementen en de portefeuilleverdeling voor de vier doelportefeuilles op jaarbasis, • de beste en slechtste prestaties van de verschillende doelportefeuilles voor de periode 1990 tot 2009, • de rendementen op de financiële markten voor de periode 1990 tot 2009.
2
2.1. Gesimuleerde rendementen en portefeuilleverdeling De staafjes in onderstaande grafieken geven telkens het beleggingsresultaat voor de afzonderlijke jaren weer voor de vier verschillende doelportefeuilles. Het rendement van (zeer) dynamische beleggingsportefeuilles vertoont grotere schommelingen dan het rendement van (zeer) defensief samengestelde portefeuilles. Zowel de kans op een negatief beleggingsresultaat als de mogelijkheden van hoge rendementen zijn voor (zeer) dynamische beleggers veel groter dan voor (zeer) defensieve beleggers. De (zeer) dynamisch ingestelde belegger neemt meer risico. Op lange termijn kan hij/zij een hoger rendement verwachten. Dat is echter geen garantie. Een uitzonderlijk negatief jaar (zoals 2008) kan tijdelijk een ander beeld geven. Bij (zeer) defensieve beleggers vertonen de rendementen een stabieler verloop. Het taartdiagram geeft de gemiddelde portefeuilleverdeling over een periode van 10 tot 15 jaar weer voor de zeer defensieve, defensieve, dynamische en zeer dynamische doelportefeuille.
Hebt u een zeer defensieve doelportefeuille? Aandelen 10%
Vastgoed 0% Liquiditeiten 50%
Obligaties 40%
Een belangrijk deel van de zeer defensieve doelportefeuille bestaat uit liquiditeiten. Dat zorgt voor een gering risico. Aangezien de portefeuille een beleggingshorizon van minstens drie jaar hanteert, zoekt u wat extra rendement op in rentedragende beleggingen en aandelen. Het aandelengedeelte wordt bij voorkeur ingevuld met beleggingen met kapitaalbescherming. Zeer Defensieve Portefeuille
50% 40% 30% 20% 10% 0% -10% -20% -30% 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009
3
Alternatieve beleggingen Vastgoed 3% 5% Liquiditeiten 5%
Past een defensieve doelportefeuille best bij u? Ook in deze doelportefeuille blijft het gewicht in aandelen eerder bescheiden. In vergelijking met de zeer defensieve doelportefeuille ruilt u de liquiditeiten in voor rentedragende beleggingen en wat extra aandelen. Daardoor blijft het accent op veiligheid liggen. De beleggingshorizon is in dit geval drie à vijf jaar.
Obligaties 63%
Aandelen 24%
Defensieve Portefeuille 50% 40% 30% 20% 10% 0% -10% -20% -30%
Obligaties 43%
1990
1992
1994
1996
1998
2000
2002
2004
2006
2008
Hebt u een dynamische doelportefeuille?
Alternatieve beleggingen 4% Aandelen 43%
De dynamische portefeuille is ongeveer gelijk verdeeld tussen aandelen en rentedragende beleggingen. Dat evenwicht vertaalt zich in normale marktomstandigheden in een gunstige balans tussen rendement en risico. De minimale beleggingshorizon is vijf à zeven jaar. Dynamische Portefeuille 50%
Liquiditeiten 5%
Vastgoed 5%
40% 30% 20% 10% 0% -10% -20% -30% 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009
4
Hebt u een zeer dynamische doelportefeuille? Alternatieve beleggingen 5% Obligaties 25%
Aandelen 60%
Dit is een sterk op rendement gerichte portefeuille met een overwicht van aandelenbeleggingen. Het grote gewicht aandelen in de portefeuille biedt de kans op een hoger rendement, maar ook het risico van grote verliezen. U belegt op lange termijn (minimaal zeven à tien jaar). Zeer Dynamische Portefeuille 50%
Liquiditeiten 5% Vastgoed 5%
40% 30% 20% 10% 0% -10% -20% -30%
1990
1992
1994
1996
1998
2000
2002
2004
2006
2008
2.2 Samenvattende tabel Onderstaande tabel toont de beste en slechtste prestaties per doelportefeuille. Zo krijgt u een duidelijk beeld van de verschillen tussen de vier doelportefeuilles. Periode 1990-2009
Zeer Defensief
Defensief
hele periode
4,70
6,69
6,30
5,87
slechtste jaar
-0,10
-5,82
-14,18
-27,45
beste jaar
10,73
23,66
28,23
33,88
slechtste periode van 3 jaren
1,67
0,23
-6,18
-12,19
beste periode van 3 jaren
9,71
17,65
18,43
25,40
0
2
5
6
Jaaropbrengst
Jaren met negatieve opbrengst < -1
Dynamisch Zeer Dynamisch
Deze cijfers zijn gebaseerd op historische rendementen en bieden geen garantie voor de toekomst. De cijfers zijn gebaseerd op volgende benchmarks: voor de aandelen is de referentie aandelenindex MSCI 70 WORLD / 30 EMU en MSCI AC WORLD U$ en MSCI EMU U$. Voor obligaties geldt de JPM GERMAN GOVT.BOND DMARKS. Voor liquiditeiten: GERMANY INTERBANK 3 MONTH . De tabel vermeldt enkel brutoresultaten. Hierop moeten mogelijk nog provisies, vergoedingen en andere lasten in rekening worden gebracht, afhankelijk van uw beleggingsbeslissingen.
5
2.3 Overzicht rendementen financiële markten (in %) Onderstaande tabel geeft u een historisch overzicht van 1990 tot 2009 van de gesimuleerde rendementen van de financiële markten. Zo kunt u de rendementen van uw doelportefeuille vergelijken met die van de financiële markten wereldwijd. FINANCIËLE MARKTEN 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009
Aandelen Thuismarkt
Wereld
-25,7% 10,0% 3,1% 30,7% -5,7% 12,2% 21,5% 27,6% 45,3% 39,1% -2,5% -18,3% -33,8% 19,1% 12,7% 25,4% 21,9% 7,8% -44,9% 27,3%
-27,8% 19,4% 0,8% 33,3% -7,5% 11,6% 22,5% 35,0% 15,3% 46,3% -7,3% -12,3% -32,0% 10,7% 6,5% 26,2% 7,4% -1,7% -39,2% 30,4%
Obligaties Thuismarkt
8,8% 13,3% 15,0% 14,9% -2,1% 17,7% 11,0% 6,9% 12,0% -2,6% 7,2% 5,9% 9,9% 4,0% 7,7% 5,3% -0,3% 1,8% 9,4% 4,3%
Liquiditeiten
Vastgoed
10,3% 9,7% 10,0% 9,1% 5,9% 5,0% 3,4% 3,5% 3,7% 2,8% 4,3% 4,6% 3,4% 2,4% 2,1% 2,1% 2,9% 4,1% 4,6% 1,1%
-0,1% 3,3% 5,2% 20,1% -1,9% -2,5% 3,7% 23,8% 23,4% 16,3% 14,6% 1,9% -17,2% 11,3% 21,1% 27,0% 21,2% -19,0% -45,5% 32,9%
Wereld
-2,8% 16,5% 11,2% 22,2% -10,8% 10,3% 12,7% 18,3% 6,9% 11,2% 9,3% 4,6% 1,3% -4,7% 2,2% 7,7% -5,2% -0,1% 13,9% 0,0%
Opgelet: * Rendementsimulaties zijn geen voorspelling voor de toekomst. De marktomstandigheden, het financieel-economische klimaat en de sociaal-politieke omgeving zullen in de volgende twintig jaar immers verschillen van die van de voorbije twintig jaar (vb. de hoge inflatie in de jaren ‘90). Sommige tendensen kunnen zich doorzetten, bepaalde gebeurtenissen kunnen zich herhalen, maar ook nieuwe ontwikkelingen zullen zich voordoen: voorspelbare en onvoorspelbare. Deze cijfers geven u alleen een indicatie van de omvang van de mogelijke schommelingen en risico’s. * De cijfers zijn simulaties op basis van de referentie-indexen. Ze zijn gebaseerd op een beleggingsstrategie die zich richt op de belegger met een focus op de Europese thuismarkt.
- Aandelen: voor thuismarktaandelen was de referentieaandelenindex tot 1998 de BEL 20, sinds 1999 zijn dat aandelen uit het eurogebied (MSCI-EMU). Voor een wereldportefeuille van aandelen is de MSCI- wereldindex de referentie. - Rentedragend: betreft obligatierendementen (= rente én waardering van de obligaties); als thuismarkt voor obligaties gelden tot en met 1998 de Belgische staatsleningen, sinds 1999 is dat de JPMorgan EMU. Voor de wereldwijdespreiding is dat de JPMorgan Bonds Global. - Liquiditeiten: driemaandelijkse interbankenrente in euro sinds 1999, daarvoor driemaands BIBOR. - Vastgoed: de Salomon Smith Barney Global Property-index sinds 1999, daarvoor rendement Belgische vastgoedcertificaten.
6