Rendabele Bermgras inzamelstructuur Zo groen als gras...
Provincie Utrecht ARBOR- Interreg IVB - Europees fonds voor Regionale Ontwikkeling november 2013 Eindrapport HaskoningDHV Nederland B.V. Niets uit dit bestek/drukwerk mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt d.m.v. drukwerk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van HaskoningDHV Nederland B.V., noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd. Het kwaliteitssysteem van HaskoningDHV Nederland B.V. is gecertificeerd volgens ISO 9001.
©
HaskoningDHV Nederland B.V.
Rendabele Bermgras inzamelstructuur Zo groen als gras...
Error! Reference source not found. dossier : BB4660-101-100 registratienummer : MD-AF20131712 versie : 1 classificatie : Openbaar
Provincie Utrecht/Rendabele Bermgras inzamelstructuur MD-AF20131712 Openbaar
Provincie Utrecht ARBOR- Interreg IVB - Europees fonds voor Regionale Ontwikkeling november 2013 Eindrapport
28 November 2013, versie 1 -1-
HaskoningDHV Nederland B.V.
INHOUD
BLAD
4.6 4.7 4.8
SAMENVATTING.................................................................................... 3 1
INLEIDING....................................................................................... 4 1.1 1.2 1.3
2
HUIDIGE STAND VAN ZAKEN .......................................................... 7 2.1 2.2 2.3 2.4
3
5
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN ................................................ 45
6
COLOFON ..................................................................................... 47
BIJLAGE 1 VERWERKINGSMETHODEN VOOR BERMGRAS EN HET MILIEURENDEMENT .............................................................................. 1
WET EN REGELGEVING ................................................................... 7 STRUCTUUR – PARTIJEN EN CONTRACTEN ............................................ 8 BESCHIKBAARHEID VAN BERMGRAS.................................................. 12 KOSTEN EN OPBRENGSTEN ............................................................ 15
VERWERKING EN DUURZAAMHEID .............................................. 18 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7
4
BERM- EN NATUURGRAS ................................................................. 4 DOELSTELLING PROJECT .................................................................. 5 RAPPORTAGE ............................................................................... 5
ORGANISATIE ............................................................................. 42 RISICO ANALYSE .......................................................................... 43 VOORUITBLIK ............................................................................. 44
GESCHIKTHEID BERMGRAS ............................................................. 18 VERWERKING VAN GROENSTROMEN ................................................ 19 MILIEURENDEMENTEN ................................................................. 20 OPSLAG BERMGRAS ..................................................................... 21 MAXIMALISERING BIOGASOPBRENGST .............................................. 21 INZET ANDERE BIOMASSA .............................................................. 23 (TOEKOMSTIGE) VERWERKINGSMETHODEN ....................................... 24
VORM GEVEN INZAMELSTRUCTUUR ............................................ 28 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
RANDVOORWAARDEN .................................................................. 29 RENTABILITEIT INZAMELSTRUCTUUR ................................................. 30 VOORSTEL INZAMELSTRUCTUUR...................................................... 34 CONTRACTEN ............................................................................. 35 AANBESTEDING .......................................................................... 39
Provincie Utrecht/Rendabele Bermgras inzamelstructuur MD-AF20131712 Openbaar
28 November 2013, versie 1 -2-
HaskoningDHV Nederland B.V.
SAMENVATTING Het onderhoud van wegbermen, plantsoenen, natuurterreinen, etc wordt doorgaans aanbesteed op basis van beeld en/of frequentiebestekken. De afzet en het nuttig gebruik van de vrijkomende maaisels zijn in dit onderhoud van ondergeschikt belang. Hierdoor blijft een potentiële bron voor de opwekking van duurzame energie of van industriële grondstoffen buiten beschouwing. Totaal 44 organisaties in de provincie Utrecht en het Gooi besteden op deze wijze onderhoudswerken aan. De provincie Utrecht heeft via het Interreg project ARBOR (Accelerating Renewable energies through valorisation of Biogenec Raw materials) het initiatief genomen om biomassa, waaronder maaisels, beter te benutten voor het opwekken van duurzame energie. Het voorliggende rapport betreft een verslag van een onderzoek dat deel uit maakt van dit ARBORproject. Onderzocht is of door een andere manier van inzamelen er meer duurzame en economische waarde uit bermmaaisels en gelieerde groenmaterialen kan worden gehaald. Uit de resultaten blijkt dat, door collectief en voor een termijn van ca 10 jaar de verwerking van maaisels aan te besteden, duurzame verwerking haalbaar is. Er wordt via het verwerkingsbestek dan voldoende massa en tijd gecreëerd, waarin ondernemers de kans hebben investeringen terug te verdienen. Een kansrijke vorm van verwerking is het gebruik van maaisels als cosubstraat in een mestvergister. De aanbestedende organisaties kunnen geen winst kunnen maken op deze vorm van verwerking. De maaikosten zullen veruit steeds de grootste kostenpost blijven. De verwerking kan echter goedkoper uitvallen. Provincie Utrecht/Rendabele Bermgras inzamelstructuur MD-AF20131712 Openbaar
Uit een nadere financiële analyse blijkt dat door collectieve aanbesteding van de verwerking van maaisels ca 464.000 euro per jaar kan worden bespaard voor de aanbestedende partijen door de maaisels te laten vergisten. In eerste instantie hebben zich 10 geïnteresseerde partijen gemeld die hiermee overwegen te beginnen. Voor hen samen zou de besparing ongeveer 210.000 euro per jaar zijn. Op de lange termijn kan de besparing oplopen door organische groei van de groep aanbesteders en andere vormen van duurzame verwerking. Een voorbeeld is de productie van vezels of suiker via raffinage van de maaisels. Doordat de maaikosten een relatief groot aandeel van de kosten zijn moet de waarde van bermgras nog zeer sterk stijgen voordat een kostendekkende inzameling & beheer mogelijk is. Aanbevolen wordt de samenwerking in verwerking te stimuleren. De eerste stap hierin is het bestendigen van de samenwerking via een convenant of samenwerkingsovereenkomst. De volgende stap is dan de start van een pilot om deze vorm van inzameling en verwerking van maaisels te beproeven, met als doel verder uit te breiden.
28 November 2013, versie 1 -3-
HaskoningDHV Nederland B.V.
1
INLEIDING Kennis en innovatie, een duurzame economie en duurzame energie zijn belangrijke speerpunten voor de provincie Utrecht. In het Interreg project ARBOR (Accelerating Renewable energies through valorisation of Biogenec Raw materials) komen deze drie samen. De provincie Utrecht participeert met dertien partners in zes landen in Noordwest Europa in het Interreg project ARBOR – Biomass for Energy. Als partner van dit project neemt de provincie Utrecht het initiatief om biomassa beter te benutten voor het opwekken van duurzame energie. Het deel van de provincie Utrecht bestaat uit drie deelprojecten: 1. Opzetten van een rendabele inzamelstructuur voor bermgras. 2. Faciliteren van droogvergisting bij bestaande composteerinstallaties. 3. Realisatie van een biogashub waarbij het biogas wordt opgewerkt en geïnjecteerd in het aardgasnet. Met de drie deelprojecten wordt ingezet op een ketenaanpak: het verkrijgen van grondstoffen, de productie van biogas en de afzet daarvan. Dit project heeft betrekking op het eerste deelproject: het opzetten van een rendabele inzamelstructuur voor berm- en natuurgras in de provincie Utrecht.
1.1
het al dan niet (laten) afvoeren van het maaisel. Dit maaisel wordt veelal “berm- en natuurgras”genoemd. Het maairegime hangt af van de doelstellingen van de beheerder, daarmee ook het volume bermgras. Het maaien vindt hoofdzakelijk plaats in de maanden mei-juni en september-oktober. De keuze die bermbeheerders voor het onderhoud hebben is klepelen of afvoeren. Bij klepelen blijft het maaisel achter in de berm. Vanwege ecologisch bermbeheer wordt vaak het maaisel afgevoerd. Berm- en natuurgras wordt niet bemest. Hierdoor is het van nature eiwitarm en daardoor minder geschikt als veevoer. Bovendien is het maaisel vaak vervuild met plastic, blikjes, grond, etc. Berm- en natuurgras wordt gezien als afvalstof. De afvoer is een jaarlijks terugkerende kostenpost voor beheerders van de weg-, water- en spoorbermen en natuurgebieden in de Provincie Utrecht en het Gooi. Bermgras wordt veel gecomposteerd. Dit is nauwelijks winstgevend. De ontwikkelingen voor nuttige toepassingen voor (berm-)gras gaan echter snel. Inmiddels wordt bermgras gezien als een grondstof: via vergisting van bermgras wordt biogas geproduceerd en door raffinage kunnen eiwitten, vezels en zuren worden gewonnen uit bermgras.
Berm- en natuurgras Vele organisaties, zoals Gemeenten, natuurverenigingen, waterschappen, provincies en Rijkswaterstaat hebben de taak plantsoenen, natuurgebieden, taluds van watergangen en de bermen van wegen te onderhouden. Dit onderhoud bestaat uit het periodiek (laten) maaien en Provincie Utrecht/Rendabele Bermgras inzamelstructuur MD-AF20131712 Openbaar
28 November 2013, versie 1 -4-
HaskoningDHV Nederland B.V.
1.2
Doelstelling project Via een nieuw op te zetten inzamelstructuur beoogt de provincie het bermen natuurgras een duurzame bestemming te geven, zoals (droog)vergisting voor energie opwekking of grondstof voor processen ten behoeve van de Biobased economy. Hiervoor is samenwerking tussen ondernemers en overheden essentieel. De provincie Utrecht is daarom met steun van de Europese Unie het project ARBOR gestart om deze samenwerking te faciliteren zodat een rendabele inzamelstructuur voor bermgras kan worden ontwikkeld. Door samen te werken worden er kansen gecreëerd voor innovatieve ondernemers en ontstaat een win/win situatie voor overheden en ondernemers in de hele keten. Het doel van dit project is het met ondernemers, natuur- en bermbeheerders voorbereiden van een rendabele structuur om bermgras uit de provincie Utrecht en het Gooi - in te zamelen en voor te bewerken. Dit kan door het mogelijk maken van droogvergisting of covergisting van het bermgras. Maar ook door aansluiting bij andere initiatieven die verdere opwerking van gras voor ogen hebben. Het project moet zodanig uitgevoerd worden dat het proces en de resultaten aansluiten bij de ARBOR-deelprojecten 2 en 3 (resp. “Faciliteren van droogvergisting bij bestaande composteerinstallaties” en “Realisatie van een biogashub waarbij het biogas wordt opgewerkt en geïnjecteerd in het aardgasnet”). Belangrijke uitgangspunten voor dit project zijn: • door samenwerking financieel voordeel creëren voor alle deelnemers • huidige ecologische en verkeerskundige voorwaarden worden gehandhaafd.
Provincie Utrecht/Rendabele Bermgras inzamelstructuur MD-AF20131712 Openbaar
•
de natuurlijke productie (spontane groei van het huidige gewas) wordt zodanig verwerkt dat er zo veel mogelijk economische en duurzame waarde wordt gecreëerd.
Op deze manier moet dit innovatieve project kansen bieden voor zowel ondernemers en overheden door meerwaarde te creëren op economische en duurzaam vlak.
1.3 Rapportage Dit rapport is een achtergrond rapportage met informatie ten behoeve van het opzetten van een nieuwe inzamelstructuur voor bermgras. De onderbouwing voor keuzes en structuren wordt samen met een projectgroep gemaakt en in deze rapportage beschreven. Voor het opzetten van een nieuwe inzamelstructuur is allereerst noodzakelijk om te weten hoe de huidige inzamelstructuur functioneert. Hiervoor zal in hoofdstuk 2 worden ingegaan op de structuur, beschikbaarheid en financiële kentallen voor de huidige inzameling. In hoofdstuk 3 zal verder worden ingegaan op de mogelijkheden voor verwerking van bermgras en bijbehorende kwaliteitseisen. Hier zal ook de kwaliteit van de verschillende soorten gras worden toegelicht en de link worden gelegd tussen maaibeheer en verwerking. Verder gaan wij hier in op de mate waarin de verschillende mogelijkheden ‘duurzaam’ zijn. Hierbij wordt gekeken naar energieverbruik, materiaalgebruik en CO2-uitstoot. Hiermee kan in de besluitvorming worden aangestuurd op een lagere CO2 impact met minimale kosten.
28 November 2013, versie 1 -5-
HaskoningDHV Nederland B.V.
Hoofdstuk 4 zal ingaan op de mogelijke nieuwe inzamelstructuren, hierbij zal op basis van schema’s met partijen en processen worden verduidelijkt hoe de inzamelstructuur er uit ziet. Vervolgens komen de achterliggende technieken, specifieke condities/eisen en logistieke impact aan bod. Last but not least zal worden ingegaan op de financiële impact en mogelijke risico’s van een nieuwe inzamelstructuur, deze moet op de lange termijn zelfvoorzienend zijn en op de korte termijn minimaal een besparing opleveren. Hiervoor zal een korte vooruitblik op de toekomst geschetst worden. Hoofdstuk 5 sluit af met de belangrijkste conclusies en aanbevelingen naar aanleiding van dit onderzoek.
Provincie Utrecht/Rendabele Bermgras inzamelstructuur MD-AF20131712 Openbaar
28 November 2013, versie 1 -6-
HaskoningDHV Nederland B.V.
2
HUIDIGE STAND VAN ZAKEN
2.1
Wet en regelgeving In maart 2011 is een wijziging van de afvalstoffenregelgeving (Wet milieubeheer, artikel 10.1a) van kracht geworden, waarmee een verlichting 1 in de regelgeving is bereikt voor ondernemers in de biobased economy . Met deze wijzigingen wordt een aantal reststromen uit de land- en bosbouw, zoals oogstrestanten en groenafval, vrijgesteld van hoofdstuk 10 van de Wet milieubeheer, waardoor een deel van de afvalregelgeving niet meer van toepassing is op handelingen met deze reststromen. Voorbeelden van reststromen die vrijgesteld zijn van hoofdstuk 10 van de Wet milieubeheer zijn o.a.2: • (berm)maaisel • (snoei)hout • riet • oogstrestanten en slootschoonsel De wijziging is afkomstig uit de Europese Kaderrichtlijn voor afvalstoffen. Hiermee zijn belemmeringen voor een groot aantal ondernemers weggenomen. Een voorwaarde daarbij is wel dat deze materialen worden gebruikt in de land- of bosbouw, dan wel voor de productie van energie. Ook mag de toepassing niet schadelijk zijn voor mens of milieu. Het moet hier gaan om natuurlijke landbouw- of bosbouwmaterialen. Na de wijziging van de wet vallen deze land- of bosbouwmaterialen niet alleen onder de uitzondering van artikel 10.1a als ze (rechtstreeks) 1 2
http://www.biobasedeconomy.nl/wp-content/uploads/2012/10/Factsheet-3.pdf http://www.rwsleefomgeving.nl/onderwerpen/afval/groenafval/
Provincie Utrecht/Rendabele Bermgras inzamelstructuur MD-AF20131712 Openbaar
afkomstig zijn uit de land- of bosbouw. Landbouw- of bosbouwmateriaal valt er ook onder als het een andere herkomst heeft, zoals een natuurgebied. Of afkomstig is van een terrein van een wegbeheerder of waterschap. Het BVOR vermeldt hier het volgende over3: “Het niet meer van toepassing zijn van de afvalstoffenregelgeving, betekent niet dat deze residuen zomaar in de landbouw mogen worden toegepast. De meststoffenwet blijft onverkort wél van toepassing, hetgeen betekent dat groenafval en vergelijkbare reststromen niet rechtstreeks in de landbouw mogen worden toegepast Bijlage Aa – Onderdeel 1 van de Uitvoeringsregeling van de Meststoffenwet specificeert ‘toegestane meststoffen’, dat wil zeggen reststromen die zonder verdere bewerking in de landbouw mogen worden ingezet. Integraal groenafval, of deelstromen daaruit zoals bermgras en slootmaaisel, staan hier niet in genoemd. Dat betekent dat deze stromen niet als meststof worden beschouwd, en dus niet rechtstreeks in de landbouw mogen worden ingezet. Het NMI heeft aangetoond dat het diffuus op landbouwgrond toepassen van deze stromen aanzienlijke fytosanitaire risico’s met zich meebrengt, in het bijzonder door de verspreiding van onkruidzaden en pathogenen (wortelonkruiden, knolvoetschimmel, Jacobskruiskruid, Phytophtora ramorum). Daarnaast bevat groenafval gemiddeld enkele gewichtsprocenten zwerfvuil, die bij diffuse verspreiding in het milieu 3
Groenafval – grondstof in plaats van meststof! http://bvor.nl/wp-
content/uploads/2012/05/Factsheet-Groenafval-is-geen-meststof.pdf 28 November 2013, versie 1 -7-
HaskoningDHV Nederland B.V.
terecht komen. Ook leiden rottingsprocessen in hopen vers organisch materiaal tot hoge CO2-emissies. Hoogwaardig hergebruik van (componenten uit) groenafval valt vanuit duurzaamheidsoogpunt te prefereren. Zo vindt bij de gecontroleerde opwerking tot gecertificeerde Keurcompost of tot potgrondsubstraten gegarandeerde afdoding van onkruidzaden plaats, en ontstaan producten waarvan de kwaliteit ten allen tijde is geborgd. Ook andere hoogwaardige vormen van materiaalhergebruik, bijvoorbeeld raffinage van gras, worden steeds interessanter. Covergisting van maaisels met dierlijke mest is ook een optie, en kan aantrekkelijk zijn wanneer er sprake is van gras dat een hoge biogasproductie oplevert. Wettelijke voorwaarde daarbij is dat het materiaal gegarandeerd vrij moet zijn van zwerfvuil, iets wat bij met name bermgras feitelijk nooit het geval is. Ook draagt covergisting bij aan de vergroting van het mestoverschot, omdat de gehele output van de installatie (het digestaat) als dierlijke mest wordt geclassificeerd. Wanneer covergisting wordt overwogen is derhalve cruciaal om zowel de kwaliteit van het inputmateriaal (inclusief eventueel noodzakelijke voorbewerking), als de afzetmogelijkheden zeker te stellen.”
2.2
middel van aanbesteden. De cultuurtechnische en loonwerkbedrijven voeren vaak het maaiwerk uit. Het maaisel wordt dan meestal gecomposteerd. Naast de publieke organisaties zijn er ook nog semipublieke en/of stichtingen die natuurgebieden onderhouden en hieruit bermgras overhouden. In figuur 2.1 is de huidige keten schematisch weergegeven. De BMO (Build-Maintain-Operate) contracten laten de keuze aan de bouwende aannemer om iemand in te huren voor het maaiwerk of het als organisatie zelf op te pakken. Dit principe wordt vooral bij wegen van RWS toegepast en in mindere mate bij de andere organisaties. Dit komt door de schaalgrootte die dit bij RWS mogelijk maakt terwijl het op kleinere schaal minder voordelen biedt.
Structuur – partijen en contracten
2.2.1 Partijen De inzamel- en verwerkingsketen voor maaisels bestaat uit diverse partijen uit de publieke en private sector. Aan de publieke kant zijn dit vooral de gemeentes, provincie en Rijkswaterstaat. Deze organisaties zetten allemaal bermbeheercontracten in de markt. Dit gebeurt vaak door Provincie Utrecht/Rendabele Bermgras inzamelstructuur MD-AF20131712 Openbaar
Figuur 2.1 – Partijen in de bermgras-keten
28 November 2013, versie 1 -8-
HaskoningDHV Nederland B.V.
De relaties tussen de partijen worden in de volgende paragrafen beschreven. Hier komen de verschillende contract en aanbestedingsvormen naar voren. De techniek achter het maaien en de verwerking komt later terug in dit rapport in hoofdstuk 3. 2.2.2 Contracten In deze paragraaf zetten wij de verschillende contractvormen uiteen. Deze vormen verschillen in doel, juridische status en frequentie in de praktijk. RAW-bestekken De meeste bestekken zijn geschreven in de RAW-systematiek. Dit type bestek geeft een exacte beschrijving van het uit te voeren maaiwerk. Een bestek dient alle informatie te bevatten die een calculatie voor de uitvoering van een werk mogelijk maakt. Uit praktische overwegingen wordt in een RAW-bestek verwezen naar de Standaard RAW Bepalingen versie 2005 of versie 2010. Deze algemeen geldende informatie maakt veel duidelijk en voorkomt discussies over de uitvoering van het beheer. Bestekken op basis van UAV-GC In haar zuivere vorm geeft deze contactvorm de aannemer ruimte om op zijn wijze inhoud en uitvoering te geven aan het geen in het Programma van Eisen is beschreven. Deze vorm komt weinig voor bij maaibestekken. Incidenteel wel, maar dan in een vorm die geen recht doet aan de intenties van UAV-GC4: het eindbeeld en de wijze van uitvoeren is dan volledig
4
vastgelegd en alleen de hoeveelheden zijn volledig ter bepaling en voor de verantwoording van de opdrachtnemer. Frequentiebestekken Dit zijn (meestal) RAW-bestekken waar met betrekking tot het maaiwerk, de locaties, de oppervlaktes en het aantal keren dat gemaaid moet worden exact is beschreven. Beeldbestekken Dit zijn (meestal) RAW-bestekken waar de maailocaties met oppervlakten zijn beschreven en het beeld dat de opdrachtgever gehandhaafd wil zien. De beelden kunnen eigen om/beschrijvingen zijn maar de RAW kent ook standaardbeschrijvingen Geïntegreerde bestekken Dit zijn bestekken waar het maaiwerk een onderdeel is van groter bestek met meer onderhoudsvormen; bijvoorbeeld van een weg of een terrein of onderhoud met nieuwe aanleg. Doel van dergelijke bestekken is een betere onderlinge afstemming van de werkzaamheden. 2.2.3 Werk/toepassingsgebied Maaibestekken hebben betrekking op diverse werkgebieden. Te onderscheiden zijn: a. Gazons, bermen binnen de bebouwde kom, recreatiegebieden en sportvelden/golfbanen. (Onder te verdelen in intensief beheer en extensief beheer)
UAV staat voor Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van
werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012). De UAV kan van
bouw. De UAV regelt de contractverhoudingen tussen opdrachtgever en aannemer.
toepassing worden verklaard in een contract of aannemingsovereenkomst in de
UAV-GC = Uniforme Administratieve Voorwaarden Geïntegreerde Contracten
Provincie Utrecht/Rendabele Bermgras inzamelstructuur MD-AF20131712 Openbaar
28 November 2013, versie 1 -9-
HaskoningDHV Nederland B.V.
b. c. d.
Bermen buiten de bebouwde kom. (Onder te verdelen in normaal beheer en ecologisch beheer). Sloten en watergangen. Natuurterreinen.
In de volgende paragrafen is beschreven welke verplichtingen per werk/toepassingsgebied doorgaans gelden. Het gaat dan om: • • •
Resultaatverplichtingen. Inspanningsverplichtingen. Verplichtingen van de opdrachtgever en –nemer t.a.v. het afvoeren van het gras.
2.2.4 Contractverplichtingen voor maaien en verwerken per
bermgrasbron (resultaatverplichtingen) Gazons, bermen binnen de bebouwde kom, recreatiegebieden en sportvelden/golfbanen Bij een intensief maairegiem gebeurt het maaien met een kooimaaier. Het maaisel (uitsluitend gras) blijft liggen. Het materiaal heeft maximaal een lengte van enkele centimeters. Zeer incidenteel, als bij extreme groei of na een langdurige natte periode het maaisel zich ophoopt in vlokken moet het maaisel worden opgeveegd en afgevoerd. Ook dit maaisel is relatief kort en de hoeveelheden zijn gering.
Provincie Utrecht/Rendabele Bermgras inzamelstructuur MD-AF20131712 Openbaar
Extensief onderhoud wordt meestal gedaan vanuit ecologische motieven. Bij extensief beheer gebeurt het maaien met een cyclomaaier c.q. schijven-maaier. Figuur 2.2 - Cyclomaaier Bermen buiten de bebouwde kom Bermen kunnen worden geklepeld of gemaaid. Het materiaal heeft dan een lengte van ca dertig centimeter (gras) tot tachtig centimeter (kruiden) en heeft een iets wat houterigere structuur bestaande uit grassen en kruiden. De verwerking is afhankelijk van de plaatselijke omstandigheden en ecologische doelen. Bij het klepelen, blijft het materiaal vaker liggen. Dit kan alleen in die gebieden waar de berm lager ligt dan de weg. In veengebieden kan dat jaren achter elkaar. Bij het maaien wordt het maaisel altijd afgevoerd om diverse soms samenvallende redenen: a) het materiaal kan verwaaien/zwerven b) de bermen kunnen te hoog komen te liggen c) de opdrachtgever wil een verschraling van de berm ten behoeve van ecologische doelstellingen (plantendiversiteit). We kennen twee manieren van verwerken. De eerste is dat na het maaien het materiaal direct wordt opgezogen en gedeponeerd in een silagewagen om te worden afgevoerd. Deze methode wordt niet toegepast bij ecologisch beheer omdat dan ook de op de bodem liggende zaden worden afgevoerd. De tweede manier van verwerken is het oprapen; het 28 November 2013, versie 1 - 10 -
HaskoningDHV Nederland B.V.
kan zijn dat daarvoor het materiaal eerst op rillen/zwaden moet worden geharkt alvorens te worden afgevoerd. Sloten en watergangen Sloten en slootkanten worden gemaaid. Het materiaal bestaat uit grassen, kruiden, riet en andere waterplanten. De structuur van het materiaal is deels zeer waterrijk en deels wat meer houterig (zeker in het najaar). Natuurlijk hangt dit ook af van het feit of de sloot gedurende langere tijd droog staat. Het materiaal heeft een lengte van vijftig tot honderd centimeter. Soms is sprake van aanhangende bagger. Het maaien gebeurt met de cyclomaaier (voornamelijk Walkanten) of met een maaikorf (vingerbalk/messenbalk). Het maaisel moet op de kant worden gelegd. Bij cyclomaaien gebruikt men daarvoor een taludhark. Bij gebruik van de maaikorf wordt het maaisel direct op de kant gedeponeerd; dit kan zijn ophopen (als het moet worden deze afgevoerd) of direct ter plaatse als het verwerkt wordt op het naastliggende terrein. Een enkele keer wordt het materiaal gemaaid en laat men het afstromen naar een plek waar het vervolgens uit het water wordt geharkt en op de kant wordt gezet. Natuurterreinen Natuurterreinen waar men de bedekking wil laten bestaan uit grassen en kruiden moeten met enige regelmaat worden gemaaid. Meestal gebeurt dit een keer per jaar waarbij het maaisel wordt afgevoerd. De lengte van het materiaal is ca vijftig centimeter en de structuur is iets houteriger dan in gewone graslanden.
2.2.5 Inspanningsverplichting Gazons, bermen binnen de bebouwde kom en sportvelden Bij een intensief maairegiem wordt gedurende de helft van het jaar wekelijks gemaaid. Winning van het korte maaisel gebeurt niet: het is zeer arbeids-/machine intensief en levert per maaironde weinig tonnage. De maaifrequentie bij extensief beheer is veelal een keer en soms twee keer per jaar. Het maaisel wordt meestal gedroogd (hooi) afgevoerd; soms als voedermateriaal. Drogen is niet voorwaardelijk voor deze beheersvorm maar heeft te maken met de afzetmogelijkheden en het terugdringen van tonnage. Bermen buiten de bebouwde kom Het maaien van bermen gebeurt meestal twee keer per jaar. In sommige bestekken lees je dat het materiaal binnen twee dagen moet worden afgevoerd (soms zelfs nog de zelfde dag). In andere bestekken binnen twee weken. Soms staat er bij dat pas mag worden afgevoerd na indroging (met bijvoorbeeld een maximale ligtijd van twee weken). Het afvoeren is soms een tweeslag; eerst naar een verzamelplaats en dan naar de verwerkingslocatie. Dit hangt af van de afstanden. In plattelandsgemeenten is het in sommige gevallen toegestaan dat agrariërs bermen maaien voor voederwinning. Sloten en watergangen Sloten en watergangen worden, ten behoud van een goede waterafvoer, voor een groot deel twee keer per jaar gemaaid. Uit ecologische overwegingen wordt een deel van de sloten een keer per jaar gemaaid.
Provincie Utrecht/Rendabele Bermgras inzamelstructuur MD-AF20131712 Openbaar
28 November 2013, versie 1 - 11 -
HaskoningDHV Nederland B.V.
In de meeste slootmaaibestekken staat dat het gemaaide materiaal voor een bepaalde datum of binnen een bepaalde tijd moet zijn afgevoerd. Soms staat er bij dat pas mag worden afgevoerd na indroging. Het afvoeren is soms een tweeslag; eerst naar een verzamelplaats en dan naar de verwerkingslocatie. Dit hangt af van de afstanden. 2.2.6 Verplichtingen opdrachtgever en opdrachtnemer Bermen buiten de bebouwde kom Het maaisel van bermen, sloten en watergangen dat moet worden afgevoerd, gaat deels naar een erkende inrichting. Dit kan zijn een inrichting van de opdrachtgever, soms een door de opdrachtgever aangewezen inrichting, soms een door de opdrachtgever goed te keuren inrichting en soms komt het materiaal te vervallen aan de aannemer. In het buitengebied, wordt het maaisel soms opgenomen in de grote en de kleine kringloop De acceptatiekosten voor verwerking in een inrichting zijn in veel bestekken voor de opdrachtgever (nota’s direct naar de opdrachtgever of via de aannemer). Regelmatig komt het voor dat de kosten voor rekening zijn van de aannemer en dat ze in de eenheidsprijs moeten zitten. Soms staat niets vermeld in een bestek over de acceptatiekosten; in dat geval horen de kosten volgens de Standaard RAW in de eenheidsprijs van het afvoeren te zijn opgenomen. Bermen binnen de bebouwde kom Het maaisel van bermen, sloten en watergangen dat moet worden afgevoerd, gaat naar een erkende inrichting. Het materiaal wordt, vanwege de vervuiling van het materiaal, buiten de grote of de kleine kringloop gehouden. Provincie Utrecht/Rendabele Bermgras inzamelstructuur MD-AF20131712 Openbaar
2.3 Beschikbaarheid van bermgras We hebben geïnventariseerd hoeveel bermgras potentieel beschikbaar is in Utrecht en het Gooi. Dit is de theoretische beschikbaarheid van bermgras. Dit is de natuurlijke productie op basis van oppervlakte aan bermen in de provincie gecombineerd met gemiddelde grasproductiecijfers. Het deel dat daarvan wordt gemaaid en afgevoerd is de praktische beschikbaarheid. Onderstaand is dit uitgewerkt. 2.3.1 Theoretische beschikbaarheid
Voor de theoretisch hoeveelheden bermgras berekenen we op basis van de lengte van de wegen gecombineerd met kentallen van de gemiddelde grasproductie de vrijkomende hoeveelheid bermgras. Door de lengte van de wegen te vermenigvuldigen met een bermbreedte wordt eerst het oppervlakte bepaald en vervolgens op basis van de oppervlakte de productie berekend. Deze werkwijze leidt tot de tabellen 2.3 en 2.4. In totaal is theoretisch in het hele onderzoeksgebied bijna 40.000 tonnat bermgras en bijna 50.000 5 ton slootmaaisel per jaar beschikbaar.
5
Dit is inclusief 5.000 ton maaisel uit het gebied van de Oostelijke Vechtplassen, waar de
waterplant Cabomba een grote plaag is geworden en jaarlijks gemaaid moet worden. Bron: Energetische benutting van aquatische biomassa uit de Loosdrechtse Plassen. E-kwadraat, 3 september 2012, in opdracht van de gemeente Wijdemeren 28 November 2013, versie 1 - 12 -
HaskoningDHV Nederland B.V.
Type terrein
Oppervlakte (HA)
Productie (Ton/HA)6
Productie (Ton nat)
Natuur
2.361
10,4
24.554
2.061
10,4
21.434
volgende sectie wordt echter een ander beeld geschetst voor de praktijk situatie.
(droge grond)
Recreatieterrein
2.3.2 Praktische beschikbaarheid
( park & plantsoen)
Type weg Gemeenten Provinciaal - U Provinciaal - NH
Lengte (KM)
Berm (M)
Oppervlakte (HA)
Productie (Ton/HA)7
Productie (Ton nat)
7.358 361 59
4 4 4
2.943 145 24
11 11 11
26.800 1.595 264
479 8 2.350 165
10 1,5 3
479 353 18
11 11 11
5.269 3.878 201 47.5192,9
(Gooi & Vechtstreek)
Rijkswegen Fietspaden Waterschapswegen Slootmaaisel
Tabel 2.3 en 2.4 – Natuurlijke productie in het onderzoeksgebied.
Het meeste bermgras komt vrij bij gemeentelijk onderhoud. Naast de wegen zijn er ook natuurgebieden en recreatieterreinen waar natuurgras vrij komt. In theorie wordt een groot gedeelte van de grasstromen geproduceerd op recreatieterreinen, met daarnaast een aanzienlijke productie in de natuurterreinen. Deze grove modellering van de situatie laat een zeer heterogeen beeld zien met een wijde variëteit aan bronnen voor berm en natuurgras. De theoretische hoeveelheid omvat ruim 130.000 tonnat maaisel per jaar. In de
6
Kuiper en de Lint – Binnenlands biomassa potentieel
Provincie Utrecht/Rendabele Bermgras inzamelstructuur MD-AF20131712 Openbaar
De praktische beschikbaarheid is geïnventariseerd op basis van gesprekken en e-mails met ondernemers, provincie Utrecht en natuurbeheerders actief bij het maaien en verwerken van bermgras in en rondom de provincie Utrecht. In deze sectie worden de uitkomsten van de contacten kort samengevat en vervolgens vertaald naar de praktische beschikbaarheid. Provincie Utrecht In de eerdere theoretische beschikbaarheid is al veel data van de provincie Utrecht meegenomen. Hier wordt bijna alles afgevoerd en een totaal van circa 5.500 ton aan bermgras (fietspaden en wegen), slootmaaisel en haagknipsels ingezameld. Op basis hiervan is er ook voor gekozen om een gemiddelde productie van 11 ton per hectare aan te houden. Waterschap V&V Het waterschap Vallei en Veluwe heeft een eigen composteerinrichting in Woudenberg. Hier verwerkt het waterschap maaisel uit zowel Utrecht als Gelderland. In totaal werd er in 2012 bijna 12.000 ton maaisel verwerkt uit het beheersgebied in Gelderland en Utrecht.
7
Wim Wijsman – Provincie Utrecht kentallen
8
Op basis data Fietsersbond, het Gooise gedeelte is afgeleid v.d. totalen voor Noord-Holland
9
4,1%(CBS – oppervlakte onderzoeksgebied) van 1.159.000 ton (BVOR) 28 November 2013, versie 1 - 13 -
HaskoningDHV Nederland B.V.
Deze locatie verwerkt maar een gedeelte van het slootmaaisel uit Utrecht doordat HDSR hier geen maaisel brengt en tegelijkertijd ook een gedeelte maaisel uit Gelderland van Waterschap Vallei en Veluwe. De verwachting is dat deze stromen bijna tegen elkaar wegvallen maar dat het aan de lage kant kan zijn. Hierom wordt een omhoog afgerond beschikbaarheidpercentage van 30% gebruikt (zonder afronding is het 12.000/47.519=25,5%) Gemeenten Gemeenten gaven in de projectbijeenkomsten aan dat de theoretische hoeveelheden overeen lijken te stemmen met de praktijk. Alleen de maaiwijze en frequentie liggen voor veel plantsoenen hoger dan 2x per jaar. Natuurgebieden en Recreatieterreinen Voor de natuurgebieden en recreatieterreinen is er een zeer diverse toepassing en/of afvoer van gras. Uit eerdere studies en contact met diverse organisaties (Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en Recreatie Midden Nederland) komen diverse manieren naar voren: het inzetten van vee, klepelen en laten liggen, hooi voor eigen (kinder)boerderij, om niet uitbesteden aan agrariërs en slechts gedeeltelijk afvoeren/composteren. Voornamelijk in gebieden met veel stikstof en probleem gewassen zoals Cabomba is afvoer wel aan de orde. Import/Export Bermgras wordt over de provinciegrenzen heen getransporteerd. Volgens 10 de BVOR is er geen reden aan te nemen dat import- of exportoverschot 10
is. Hierdoor is een correctie op de berm- en natuurgras hoeveelheden niet nodig Overzicht Op basis van deze gegevens kunnen onderbouwde inschattingen gemaakt worden van de percentages daadwerkelijk afgevoerd bermgras. Dit leidt tot de tabellen 2.5 en 2.6. Type weg (productie in tonnat))
Productie theoretisch
Percentage beschikbaar
26.800 1.595 264
100% 100% 100%
26.800 1.595 264
Rijkswegen Fietspaden (U+NH) Waterschapswegen Slootmaaisel
5.269 3.878 201 47.519
100% 100% 100% 30%
5.269 3.878 201 14.256
Type terrein (productie in tonnat)
Productie theoretisch
Percentage beschikbaar
Productie praktisch
Natuur
24.554
20%
4.911
21.434
10%
2.143
Gemeenten Provinciaal (U) Provinciaal (NH)
Productie praktisch
(Gooi & Vechtstreek)
(droge grond)
Recreatieterreinen (park & plantsoen)
Tabellen 2.5 en 2.6 – Overzicht productie en praktische beschikbaarheid
Arjan Brinkmann, BVOR – Persoonlijke communicatie
Provincie Utrecht/Rendabele Bermgras inzamelstructuur MD-AF20131712 Openbaar
28 November 2013, versie 1 - 14 -
HaskoningDHV Nederland B.V.
In de praktijk verschilt de geschetste theoretische situatie op enkele vlakken behoorlijk. Dit heeft veelal te maken met de keuze om bermgras wel of niet af te voeren en de mogelijkheid voor de inzet van vee in plaats van te maaien. Er is vooral een groot verschil te constateren voor de natuurgebieden, recreatieterreinen en de afvoer van slootmaaisel. Hier zijn de volgende oorzaken voor terug te vinden: • Geen afvoer (alleen klepelen). • Illegale directe afzet bij boerderijen/ eigen gebruik. • Inzet vee.
Type terrein
Kosten (euro)
Meet eenheid
Frequentie (per jaar)
1895 214 5 90 1,50 830 30
Per Ha Per ton Per are Per ton Per m. Per ton Per ton
6x
25-50 12,50
Per ton Per ton
Recreatieterreinen* Idem Wegbermen Idem Sloten Idem Natuurterreinen
2x 2x
(vergoeding)
Deze andere inzetmogelijkheden voor het maaisel zorgen ervoor dat de totale beschikbare hoeveelheid bermgras die vrijkomt in het onderzoeksgebied wordt gereduceerd tot minder dan de helft van de theoretische beschikbaarheid, ruim 60.000 ton.
Verwerking Transport (gemiddeld) Tabel 2.7 – Overzicht kosten
2.4
Kosten en opbrengsten
Berekend op basis van het gemiddelde in bestaande beheerplannen voor gazons en de gemiddelde kosten van 90 euro per hectare voor de grotere vlakken.
De kosten voor het maaien en verwerken van bermgras/maaisel zijn afhankelijk van diverse keuzes. Hierbij kan gedacht worden aan maaifrequentie, afval opruiming, verwerkingsmethode, maaimethode en logistiek. Om dit inzichtelijk te maken hanteren wij diverse kentallen als een algemeen gemiddelde voor dit soort werken (tabel 2.7) Op basis van deze kentallen en de eerder beschreven hoeveelheden is een modelmatige berekening uitgevoerd voor de diverse kostenposten voor de huidige inzamelstructuur. Hier kan nog een verder onderscheid in gemaakt worden voor de verschillende types die in voorgaand overzicht zijn gepresenteerd. Deze berekeningen leiden tot de uitkomsten in figuren 2.8 en 2.9. Provincie Utrecht/Rendabele Bermgras inzamelstructuur MD-AF20131712 Openbaar
28 November 2013, versie 1 - 15 -
HaskoningDHV Nederland B.V.
Overzicht theoretisch De recreatieterreinen kosten duidelijk veel geld, dit wordt vooral veroorzaakt door de hoge maaikosten bij deze terreinen. Voor de overige terreinen is het beeld evenwichtiger maar komen wel nog steeds de maaikosten als belangrijkste kostenpost naar voren. Bij natuurterreinen ligt de verdeelsleutel anders door de vaste vergoeding in plaats van daadwerkelijke kosten.
Kosten bermgras in Utrecht en het Gooi - Theoretisch € 6.000.000
€ 5.000.000
€ 4.000.000
€ 3.000.000
€ 2.000.000
€ 1.000.000
€-
Aantal keer maaien per jaar: Totaal kosten transport Totaal kosten verwerking
MD-AF20131712 Openbaar
Waterschapswegen
Provincies totaal
Rijkswegen
Recreatieterrein
Open droog natuurlijk terrein
2
2
2
2
6
2
€ 335.033
€ 2.516
€ 47.334
€ 65.863
€ 283.388
€ 306.930
€ 670.065
€ 5.033
€ 94.669
€ 131.725
€ 566.775
€ 613.860
€ 2.412.234
€ 18.117
€ 515.295
€ 474.210
€ 4.851.594
€ 736.632
Transportkosten per ton
€ 13
€ 13
€ 13
€ 13
€ 13
€ 13
Verwerkingskosten per ton
€ 25
€ 25
€ 25
€ 25
€ 25
€ 25
Maaikosten per ton
€ 90
€ 90
€ 90
€ 90
€ 214
€ 30
Totaal kosten maaien
Provincie Utrecht/Rendabele Bermgras inzamelstructuur
Gemeentelijke wegen
Figuur 2.8 – overzicht kosten bermbeheer theoretisch
28 November 2013, versie 1 - 16 -
HaskoningDHV Nederland B.V.
Kosten bermgras in Utrecht en het Gooi - Praktijk Overzicht Praktisch In de praktische situatie wordt op recreatieterreinen en natuurlijk terrein minder afgevoerd, hierdoor dalen de kosten per gemaaide ton voor afvoer en verwerking (zie figuur 2.9). De maai- en transportkosten blijven desondanks een hoge kostenpost van samen bijna € 9 miljoen/jaar. De kosten van verwerking bedragen bijna € 1 miljoen/jaar.
€ 5.000.000 € 4.500.000 € 4.000.000 € 3.500.000 € 3.000.000 € 2.500.000 € 2.000.000
In geval van alternatieve verwerking van bermgras, zullen dus de kosten en baten van de verwerking veranderen, eventueel ook de transportkosten. We zijn ervan uitgegaan dat de structuur en daarmee de kosten voor het maaien gelijk blijven. Uit gesprekken met beheerders is namelijk gebleken dat er vrijwel geen interesse bestaat de structuur (maaifrequentie en maaiperiode) aan te passen. Het maaien dient primair het onderhoud dat tegen zo laag mogelijke kosten moet worden uitgevoerd. Hooguit dat minder gemaaid wordt, om kosten te reduceren, in plaats van meer.
Provincie Utrecht/Rendabele Bermgras inzamelstructuur MD-AF20131712 Openbaar
€ 1.500.000 € 1.000.000 € 500.000 €-
Totaal kosten
Gemeentelijke wegen
Waterschapsweg en
Provincies totaal
Rijkswegen
Recreatieterrein
Open droog natuurlijk terrein € 331.484
€ 3.417.332
€ 25.666
€ 657.298
€ 671.798
€ 570.176
Kosten transport
€ 335.033
€ 2.516
€ 47.334
€ 65.863
€ 28.339
€ 61.386
Kosten verwerking
€ 670.065
€ 5.033
€ 94.669
€ 131.725
€ 56.678
€ 122.772
€ 2.412.234
€ 18.117
€ 515.295
€ 474.210
€ 485.159
€ 147.326
€ 12,5
€ 12,5
€ 12,5
€ 12,5
€ 12,5
€ 12,5
Verwerkingskosten per ton
€ 25
€ 25
€ 25
€ 25
€ 25
€ 25
Maaikosten per ton
€ 90
€ 90
€ 90
€ 90
€ 214
€ 30
Kosten maaien Transportkosten per ton
Figuur 2.9 – overzicht kosten bermbeheer praktijk
28 November 2013, versie 1 - 17 -
HaskoningDHV Nederland B.V.
3
VERWERKING EN DUURZAAMHEID
3.1
Geschiktheid bermgras Vaak wordt bermgras gezien als één product, het is echter een containerwoord voor diverse grasstromen met verschillende eigenschappen. In dit hoofdstuk zullen de verschillende soorten bermgras worden behandeld waarbij we ingaan op kwaliteit en vegetatieverschillen. Niet iedereen hanteert dezelfde definitie van bermgras, in deze rapportage bedoelen wij de volgende stromen: • • • • • •
Voorjaarsgras & Najaarsgras Bermgras Natuurgras Slootmaaisel Haagknipsel Gazonmaaisel
Soms is het verschil minimaal en soms zijn er behoorlijke verschillen. Eerst een korte beschrijving per stroom, gevolgd door een overzichtstabel met de verschillende technische eigenschappen. Voorjaars- en najaarsgras We beginnen met een belangrijke classificatie voor grassen die een behoorlijke impact heeft op de eigenschappen; de maaiperiode. Wanneer er in het voorjaar wordt gemaaid heeft het gras een hogere biogasopbrengst door meer aanwezige suikers in het gras. Dit valt samen met een lager eiwitgehalte maar wel een hoger droge stof gehalte. Voor najaarsgras zitten er juist vaak meer eiwitten in maar minder Provincie Utrecht/Rendabele Bermgras inzamelstructuur MD-AF20131712 Openbaar
suikers en droge stof. Ondanks dat najaarsgras ook voor de vergister minder opbrengt, wordt het door de lagere waarde toch vaak als eerste 11 optie aangewezen voor vergistbare grassen van agrarische bedrijven. Voor dit project betekent dit dat de vrijkomende grassen in het voorjaar meer biogas opbrengen dan in het najaar. Voor eiwitwinning kan dit ook impact hebben, maar hier moet nog meer onderzoek naar gedaan worden. Dit verschil is van toepassing op berm- en natuurgras Bermgras Bermgras is een vrij heterogene mix aan materiaal wat voorkomt in de bermen. Dit is in tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden niet alleen maar gras. Ook kruiden, bloemen en struiken worden tot bermgras gerekend. Door de ligging langs de wegen en het zo kort mogelijk maaien met klepelmaaiers zit er relatief veel vervuiling in bermgras met zwerfafval en zand.12 13 14 Natuurgras Natuurgras is over het algemeen schoner dan bermgras en de afgevoerde materialen bestaan. Afhankelijk van de locatie kan de samenstelling nog wel sterk verschillen door het voorkomen van verschillende soorten grassen/planten. Vergister leverancier HOST11 geeft aan dat natuurgras gemiddeld hogere biogasopbrengsten heeft dan bermgras.
11 12
Inagro & Ilvo Energiegewassen vergisting Biomassa uit het binnenveld, Innovatienetwerk
13
Bermmaaisel: van last tot lust, PHL en UHasselt
14
Ervaringen met Natuur en bermgras vergisten - Host
28 November 2013, versie 1 - 18 -
HaskoningDHV Nederland B.V.
Slootmaaisel Slootmaaisel is net als bermgras afhankelijk van diverse invloeden op de vochtigheidsgraad en qua samenstelling vergelijkbaar. Voornamelijk slootmaaisel uit de randen van de sloten is geschikt, wanneer er sterke zandvervuiling optreed is het slootmaaisel niet of minder geschikt. Gemiddeld zit er bij het slootrandmaaisel wel minder zand dan bij 15 16 bermmaaisel. Haagknipsel Haagknipsels zijn een stuk droger dan bermgras en meer vergelijkbaar met snoeihout. Ze komen bijvoorbeeld vrij bij gemeentelijke onderhoudswerkzaamheden. Verder is de verwachting dat dit een relatief kleine stroom is en daarom niet meer aandacht aan besteed.
gebruik van het maaisel als cosubstraat in de mestvergisting17. Storten, verbranding of stook in een bio-energiecentrale (BEC) beschouwen we niet. Sinds 1996 is het verboden bermgras te storten. Verder is er nog geen BEC die bermgras kan stoken. Per techniek wordt in bijlage 1 beschreven: -
Omschrijving techniek
-
Ruimtebeslag: het ruimtebeslag betreft het oppervlak dat nodig is om 1 ton bermgras te verwerken.
-
Effect op emissies broeikasgassen, uitgedrukt in CO2-equivalenten: de netto broeikasbalans in de materiaalketen is berekend voor ieder van de verschillende verwerkingstechnologieën. De berekeningen hebben steeds betrekking op de verwerking van één ton maaisel. Grofweg bestaat de broeikasbalans enerzijds uit de hoeveelheid CO2equivalenten die wordt uitgestoten bij transport en de verschillende verwerkingsprocessen en anderzijds de hoeveelheid CO2 die wordt vermeden (bijvoorbeeld door de opwekking van duurzame energie of de productie van een grondstof). Deze twee met elkaar verdisconteerd, levert de broeikasgasbalans. Deze geeft de hoeveelheid vermeden CO2 uitstoot weer in kg vermeden CO2 per ton biomassa. Dit getal geldt specifiek voor de betreffende verwerkingstechniek. Het is dus geen verhoudingsgetal ten opzichte van een andere verwerkingstechniek.
Gazonmaaisel Naast de bermen worden vooral door gemeentes ook plantsoen onderhouden, hier komt gazonmaaisel vrij. Deze plantsoenen worden vaak meerdere keren per jaar gemaaid en hebben een belangrijke visuele waarde. Hier wordt het maaisel minder vaak afgevoerd omdat dit door het meer frequente maairegime minder noodzakelijk is.
3.2 Verwerking van groenstromen Bermmaaisel wordt doorgaans via open compostering verwerkt. Als alternatieven beschouwen we droge vergisting met nacompostering en
15
Inventarisatie biomassa regio Stedendriehoek – BTG 2008
17
16
Haalbaarheidsonderzoek naar de thermische omzetting van biomassa
biogas opbrengst vergelijkbaar met die van droge vergisting Bron: mondelinge informatie heer Roelofs,
naar groene grondstoffen en bio-energie – MPI en De Rijk Biogas
Provincie Utrecht/Rendabele Bermgras inzamelstructuur MD-AF20131712 Openbaar
Sinds kort wordt bermgras ook gebruikt als cosubstraat in de mestvergisting. Per ton maaisel is de
Biogas Plus, 2 mei 2013.
28 November 2013, versie 1 - 19 -
HaskoningDHV Nederland B.V.
3.3 -
Hinder omgeving: onder hinder van de omgeving wordt de impact van de installatie op de omgeving met betrekking tot geur, luchtkwaliteit, geluid en externe veiligheid verstaan. De scores zijn in eerste instantie bepaald met behulp van de VNG-handreiking “Bedrijven en milieuzonering”. Vervolgens zijn de scores nader bepaald op basis van informatie van Infomil, informatie uit onderzoeken en milieuvergunningen (voor zover direct beschikbaar) en op basis van expert judgement.
Milieurendementen In de tabel 3.1 op de volgende pagina zijn de kentallen voor de bepaling van het milieurendement per verwerkingsmethode en per aspect samengevat. Deze tabel omvat de kentallen, zoals beschreven in en afgeleid van de twee voorgaande paragrafen. De kentallen voor milieuhinder zijn alleen kwalitatief bepaald en staan daarom alleen aangegeven met een kwalitatieve ranking. Berm m aaisel/groenafval
-
-
Producten (energievraag/productie en groene grondstoffen): Nagegaan is wat de energieproductie en de vermeden energie per technologie is per ton. Daarnaast is gekeken naar de geproduceerde hoeveelheid groene grondstoffen per ton. Financiële aspecten (Investering en exploitatiekosten/baten): Op basis van referentie installaties is berekend wat de investering per ton verwerkingscapaciteit bedraagt. De kosten/baten zijn bepaald op basis van actuele verwerkingstarieven. Het verwerkingstarief is het tarief dat “aan de poort” betaald wordt om materialen voor verwerking af te leveren. De exploitant berekent het verwerkingstarief op basis van zijn kosten en baten uit de exploitatie (inkoop van grondstoffen, rentekosten, personeel, afschrijving investeringen, energiekosten, verkoop van gas, energie en nieuwe grondstoffen, eventuele subsidies). Voor open compostering hebben we huidige de gemiddelde tarieven die de Provincie Utrecht betaalt aangehouden.
Provincie Utrecht/Rendabele Bermgras inzamelstructuur MD-AF20131712 Openbaar
Aspect
Eenheid
Ruimtebeslag CO2-reductie (netto) -Uitstoot -Besparing Hinder omgeving -Geur -Luchtkw aliteit -Geluid -Veiligheid Energieproductie, E+W Grondstoffenproductie Verw erkingstarief Investering
m2/ton/jaar kg/ton kg/ton kg/ton
Tabel 3.1
++ tot -++ tot -++ tot -++ tot -MJ/ton ton/ton €/ton €/ton
Vergisten (droog)
Vergisten (nat)
Open compostering
0,5 137 54 191
0,5 156 65 221
0,35 55 59 114
0 1899 0,57 35 128
0 2659 0,6 18 140
0 + 0 0,55 25 75
Kentallen per technologie en per aspect
score gaat van ++ (heel weinig hinder) via 0 (gemiddeld) naar - (heel veel hinder) Zie voor de verwerkingstarieven pagina 26,34 en 33
28 November 2013, versie 1 - 20 -
HaskoningDHV Nederland B.V.
Natte vergisting (groengas injectie) levert de hoogste CO2 reductie met de minste hinder aan de omgeving. In vergelijking met open compostering presteren beide vergistingvormen beter door een hogere CO2 reductie en een netto energieproductie in plaats van -verbruik. Hierbij moet wel opgemerkt worden dat alleen het proces zelf is bekeken met bijbehorend transport en werk en dat keteneffecten niet zijn meegenomen. Door vervanging van veenimport uit Oost-Europa kunnen bepaalde compostsoorten een hogere reductie bewerkstelligen. Verder is bij natte vergisting de afzet van digistaat moeilijk. Droge vergisting is vergelijkbaar met natte vergisting maar produceert minder energie. Dit komt onder andere door de grotere schaal en het gebruik van shovels om de stromen in batches te verplaatsen. Open compostering heeft lagere investeringskosten, vergelijkbare milieuhinder en grondstoffenproductie als droge en natte vergisting en minder veiligheidsrisico’s dan droge en natte vergisting. Geconcludeerd kan worden dat het milieurendement van natte vergisting iets beter scoort dan dat van open compostering, daarna gevolgd door droge vergisting.
3.4 Opslag bermgras Doordat bermgras discontinue vrijkomt, is het noodzakelijk opslag te realiseren zodat vergisting het hele jaar mogelijk blijft. Bij de keuze voor andere processen is dit afhankelijk van de mogelijkheid tot discontinue aanvoer en de capaciteit van de verwerker. Voor vergisting is traditionele opslag door inkuilen een van de beste methodes met behoud van inhoudsstoffen. Hierbij wordt het gras aangestampt en luchtdicht Provincie Utrecht/Rendabele Bermgras inzamelstructuur MD-AF20131712 Openbaar
opgeslagen. Op deze manier blijven voedingsstoffen behouden en kan het gras lange tijd worden opgeslagen.
18 Testen van Inagro laten zien dat silage additieven
Figuur
3.2
–
Slurfsilo
opslag Machines4green
(b.v. Lalsil PS, Kalk en Blanco) een positieve werking hebben. Hierdoor worden de biogas verliezen door inkuilen gereduceerd. Bij correcte en snelle inkuiling (weinig respiratie van bermgras) kan hierdoor een bijna gelijkwaardige hoeveelheid biogas worden geproduceerd uit kuilgras. Nieuwe opslagmethodes en maaimethodes dragen daarnaast bij aan het snel en correct opslaan van bermgras. Voor het maaien kan het gras meer verkleind worden waardoor het sneller droogt19. Daarnaast zijn voor de opslag zogenaamde slurfsilo’s op de markt waar het gras in een luchtdichte zak wordt geperst (zie figuur 3.2).
3.5 Maximalisering biogasopbrengst Vergisting is op dit moment de beschikbare verwerkingsmethode met het beste milieurendement. Nieuwe technieken die minder wijdverspreid zijn kunnen additionele voordelen bieden en worden kort besproken in 18
Voorbehandeling gras: Enkele mogelijkheden – Presentatie Inagro 25-09-2012 (http://bit.ly/1dZvsCO)
19
Veehouderij techniek 19-06-2013, Jasper Lentz
28 November 2013, versie 1 - 21 -
HaskoningDHV Nederland B.V.
paragraaf 3.8. Belangrijk voor inzet van bermgras in vergisters is een zo hoog mogelijk biogasopbrengst. Vergisters zijn alleen rendabel bij voldoende biogasproductie. Bij het verkeerd inzetten van bermgras als cosubstraat kunnen hele lage biogasopbrengsten worden gehaald. Dit heeft een zeer negatieve invloed op de exploitatie van een vergister. Door het in acht nemen van de juiste werkwijze en de inzet van hulpmiddelen kan de biogas opbrengst gemaximaliseerd worden. In deze paragraaf gaan we in op de juiste werkwijze en inzet van bermgras voor vergisting. Werkwijze Figuur 3.3 – Broeiend gras (Alblasserdamsnieuws) De werkwijze moet tijdens alle stappen van het proces goed verlopen om een maximale biogasopbrengst te halen. Dit begint bij het maaien en gaat door tot het vergisten. Traditioneel wordt vaak kort gemaaid of geklepeld. Deze vorm van maaien leidt tot veel vervuiling in de vorm van zand en stenen in het gras. Grote hoeveelheden zand en stenen zijn niet wenselijk voor het vergistingsprocess. De stenen kunnen schade veroorzaken aan het roerwerk terwijl zand het gistingsproces nadelig beïnvloedt. Behalve zand en stenen zit er ook vaak zwerfvuil in bermgras. Deze kunnen er voor het maaien uitgehaald worden maar dit is een kostenintensief proces. Er zijn ook diverse nabehandelingen beschikbaar die ook in de compost industrie worden toegepast om het afval uit de gras stroom te halen. Hiervoor Provincie Utrecht/Rendabele Bermgras inzamelstructuur MD-AF20131712 Openbaar
bestaan verscheidene zeef- en bandtechnieken die de vervuiling minimaliseren. Voedingsrijk gras met weinig lignine is de beste voedingsbodem voor vergisters. Hiervoor is het noodzakelijk om vroeg te maaien. Ook het zo snel mogelijk afvoeren van maaisel is belangrijk. Door zo snel mogelijk af te voeren verdwijnen minder voedingsstoffen. Vervolgens zal er bij opslag nog voor gekozen moeten worden om gras goed in te kuilen en snel luchtdicht af te sluiten. We zullen in paragraaf 3.5 verder ingaan op opslag van bermgras. Tijdens het vergistingsprocess bestaan er nog diverse mogelijkheden voor optimalisatie. Hierbij kan gedacht worden aan costromen, bacteriestammen, zuurtegraad, temperatuur en verblijftijd. Deze optimalisaties zijn echter zeer specifiek per stroom en vergister en wordt niet verder op ingegaan in deze rapportage. Hulpmiddelen Naast de besproken werkwijze bestaan er nog diverse hulpmiddelen die de opbrengsten verbeteren. Doordat vergisten een oppervlakteproces is, draagt verkleining sterk bij aan de opbrengsten. In een onderzoek20 van Baltic Compass21 gefinancierd door de Europese Unie worden tot 27% hogere opbrengsten 13
Figuur 3.3 – Lehmann extruder
20
Extrusion of solid plant biomass, Foged et al. 2012
21
http://www.balticcompass.org/http://www.balticcompass.org/
28 November 2013, versie 1 - 22 -
HaskoningDHV Nederland B.V.
gerealiseerd bij korte verblijftijden.
In het kort moeten de volgende punten worden aangehouden voor optimale vergistingopbrengsten:
Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een extrusieproces waarbij het gras mechanisch geperst wordt tot een pulp met een kleiner volume. Dit levert volgens onderzoek van Vito22 voornamelijk voordelen bij ingekuild gras en minder bij vers gras. Gezien bermgras maar 1 of 2 keer per jaar in pieken vrijkomt en dus veelal moet worden opgeslagen lijkt extrusie hier te kunnen bijdragen aan een verbeterde grasvergisting. Andere hulpmiddelen zijn vergelijkbare mechanische verkleiningsprocessen of thermische voorbewerking. De schaalgrootte van vergisters is veelal niet toereikend om geavanceerde chemische voorbewerking zoals super kritische explosie toe te passen. Diverse bedrijven leveren meer eenvoudige (hydrolyse) processen23. Op dit moment wordt de inzet van hoge druk vergisting momenteel onderzocht24 maar is nog niet toepasbaar op grote schaal. Dit zou in de toekomst wel sterk verhoogde opbrengsten en minder noodzakelijk zuivering van het biogas mogelijk maken. Naast deze stappen is het toepassen van geoptimaliseerde enzymen stammen voor of tijden de vergisting een mogelijkheid om de biogasopbrengsten te verbeteren. Dit kan worden toegepast bij diverse vergisters maar wordt door de hoge prijzen van de enzymen weinig gebruikt. 22
1. 2. 3. 4. 5. 6.
Niet te kort maaien (weinig zand) Zeven indien nodig (vervuiling verwijderen) Vroeg maaien (hoogste hoeveelheid suikers) Snel afvoeren (beperken degradatie) Goed luchtdicht inkuilen (behouden waarde) Vergister optimaliseren vergistingsprocess (enzymen, extrusie, enzovoort)
3.6 Inzet andere biomassa Voor de vergisting van bermgras bestaan verschillende mogelijkheden. Veelal gaan deze samen met co-stromen. Hierbij wordt bermgras samen met andere materialen vergist. 100% bermgras vergisten is alleen mogelijk door middel van droge vergisting. Eerder onderzoek van de Provincie Utrecht25 heeft getoond dat 100% bermgras verwerking door droge vergisting financieel moeilijk haalbaar is. Bij vergisting met andere biomassa kan er gekozen worden voor droge of natte vergisting. Droge vergisting is voornamelijk geschikt voor GFT afval en andere relatief droge (25% tot 50 % ds.) biomassa. Technisch gezien zou bermgras prima mee kunnen vergisten. Het poorttarief wordt bepaald op basis van het biogaspotentieel. Dit kan, afhankelijk van de herkomst en
Evaluatie van extrusie als voorbehandeling
bij grasvergisting, Bert Lemmens 23 24
Verhoog de waarde van (co-)vergisters, Groengas Nederland Autogeneratieve hoge druk biogas processen voor "groene energie" productie, van Lier
Wageningen Universiteit
Provincie Utrecht/Rendabele Bermgras inzamelstructuur MD-AF20131712 Openbaar
25
E-Kwadraat rapport(en) – haalbaarheid droge vergisting
28 November 2013, versie 1 - 23 -
HaskoningDHV Nederland B.V.
samenstelling, variëren van 60-120 m3 biogas/ton bermgras. Berekeningen27 wijzen uit dat het poorttarief kan wisselen van ca € 20€ 50/ton bermgras voor een rendabele businesscase.
26
Natte vergisting wordt in Nederland veel gebruikt in combinatie met meststromen. Deze technologie laat kleinere installaties toe die ook op boerderijniveau worden gerealiseerd. Er zijn diverse praktijkproeven geweest naar de inzet van bermgras in mest co-vergisters, deze zijn overwegend positief en nadrukken het belang van correcte inzameling en opslag. Sinds 2012 staat bermgras op de positieve lijst; dit betekent dat bermgras is toegestaan als covergistingsmateriaal. Hierdoor kan het digestaat uit de vergister nog steeds als dierlijke mest worden ingezet. Bermgras kan dus als covergistingsproduct (cosubstraat) in worden gezet met mest. Cosubstraten worden ingezet om de biogasopbrengst te verhogen. Bermgras (125 - 175 m3 gas/ton) kan een grote bijdrage kan leveren in vergelijking met mest (30 m3 gas/ton). In vergelijking met maïs (200 m3 gas/ton) blijven de opbrengsten echter lager28. Door de hoge prijs van maïs en de concurrentie met voeding blijft bermgras wel interessant voor vergisting.
29
beperkt beschikbaar in het onderzoeksgebied en de verwerking van GFT afval is tot 2018 contractueel vergeven. De combinatie met mest stuit niet op beschikbaarheids problemen en kan bijdragen aan een betere mestverwerking. Het blijft wel een ingewikkelde businesscase die de hele keten moet meenemen. Zie hiervoor ook het gerelateerde Biogashub ARBOR project.30
3.7 (Toekomstige) verwerkingsmethoden In figuur 3.4 zijn de verwerkingsmogelijkheden voor bermgras weergegeven. Veel van de technieken zijn nog niet commercieel beschikbaar. Er zijn echter wel veel mogelijkheden geïdentificeerd, wat perspectief biedt voor de toekomst. We bespreken kort de diverse routes. Producten Het belangrijkste product is compostering van bermgras, waarna de compost kan worden ingezet als bodemverbeteraar. Daarnaast zijn er nog nichemogelijkheden en natuurlijk de inzet als veevoer (bijvoorbeeld begrazing op rustige locaties en fietspaden).
Voor de provincie Utrecht en het Gooi levert vergisting van mest, GFT en/of VGI afval de meeste (duurzame) toegevoegde waarde. Dit zet afvalstoffen om in een grondstof voor energie. VGI-stromen zijn zeer 26
ARBOR deelproject 2, E-kwadraat, Bermgras droogvergisten in de Provincie Utrecht,
www.graskracht.be 27 28
Project Graskracht, Universiteit Hasselt, Centrum voor Milieukunde (CMK), www.graskracht.be
Leitfaden Biogas, FNR (2010)
Provincie Utrecht/Rendabele Bermgras inzamelstructuur MD-AF20131712 Openbaar
29
Ecofys, Biomassapotentieel Utrecht
30
www.biogashubutrecht.nl
28 November 2013, versie 1 - 24 -
HaskoningDHV Nederland B.V.
Figuur 3.4 – Overzicht verwerkingmethodes
Provincie Utrecht/Rendabele Bermgras inzamelstructuur MD-AF20131712 Openbaar
28 November 2013, versie 1 - 25 -
HaskoningDHV Nederland B.V.
Raffinage Gras bevat waardevolle grondstoffen die kunnen worden ingezet voor de productie van brandstoffen, papier, isolatiemateriaal en chemische bouwstenen. Hier wordt door verschillende partijen onderzoek naar verricht, maar de technologieën zijn nog niet beschikbaar op de markt. Vraag is of het economisch haalbaar wordt om de grondstoffen uit gras te winnen. Energie Energetische toepassingen zijn in een verder gevorderd stadium dan raffinage. Vergisting en verbranding worden in de praktijk al toegepast en er zijn industriële installaties ontwikkeld om gras om te zetten in pellets. Door pelletisering wordt een hogere energiedichtheid gerealiseerd wat verbranding van gras een optie maakt. Er is nog wel onderzoek nodig om de hoeveelheid asvorming bij verbranding in elektriciteitscentrales te verminderen.
In Groningen worden projecten uitgevoerd om bermmaaisel te vergisten en zwerfafval in de berm te verminderen. Na succesvolle testen in 20092010 is men nu bezig om tijdens het maaiseizoen 2013 een gedeelte van het gras naar 2 vergisters te brengen. Dit gaat gepaard met certificering 31 van het maaiproces om de kwaliteit van het bermgras te garanderen. Graskracht was een tweejarig onderzoeksproject in Vlaanderen naar de mogelijkheden van gras als grondstof. In dit project is veel onderzoek gedaan naar diverse mogelijkheden en problemen die samengaan met de toepassing van gras als grondstof voor bijvoorbeeld vergisting.32
Pyrolyse en vergisting bieden relatief eenvoudige routes om gras om te zetten in transportbrandstof. Op dit moment is alleen vergisting mogelijk in Nederland. Verbranding kan plaatsvinden in de bestaande afvalverbrandingsinstallaties maar biedt economisch geen voordeel ten opzichte van vergisting of compostering.
Grassa is een project dat kleine schaal grasraffinage ontwikkeld. In eerste instantie ligt de focus op raffinage van vezels en eiwitten. De installatie bevindt zich nog in pilotfase.33
Projecten Er zijn diverse onderzoeken naar de verwerking van (berm)gras uitgevoerd. Onderstaand zijn deze kort toegelicht.
Provincie Utrecht/Rendabele Bermgras inzamelstructuur MD-AF20131712 Openbaar
31
www,schoneberm.nl
32
www.graskracht.be
33
www.grassanederland.nl
28 November 2013, versie 1 - 26 -
HaskoningDHV Nederland B.V.
In 2001 - 2004 heeft AgentschapNL (destijds SenterNovem) vergistingsproeven in het kader van het programma reductie overige broeikasgassen uitgevoerd met bermgras als cosubstraat. Hiervoor is een 25.000 ton vergister gebouwd waarin 22.000 ton mest en 3.000 bermgras wordt vergist. In dit onderzoek zijn diverse problemen naar voren gekomen waar mee rekening gehouden moet worden bij de inzet van bermgras als cosubstraat. Hierbij kan gedacht worden aan correcte verwerking, goede opslag en het rekening houden met fluctuerende biogas opbrengsten.34
34
GROOTSCHALIGE MESTVERGISTING DE SCHARLEBELT - Programma Reductie Overige
Broeikasgassen SenterNovem 2004
Provincie Utrecht/Rendabele Bermgras inzamelstructuur MD-AF20131712 Openbaar
28 November 2013, versie 1 - 27 -
HaskoningDHV Nederland B.V.
4
VORM GEVEN INZAMELSTRUCTUUR
gedwongen prijzen in concurrentie op te vragen en de economisch meest voordelige aanbieding te kiezen.
Met het ARBOR-project beoogt de provincie Utrecht de bedrijvigheid in de opwekking van bio-energie via vergisting van biomassa tot groengas te stimuleren. Bermgras is biomassa en kan vergist worden, zowel via zogenaamde droge vergisting als via natte vergisting. In beide gevallen is vergisting van alleen bermgras niet haalbaar35. Wel haalbaar is gebruik van bermgras als cosubstraat bij mestvergisting en bij droge vergisting. Verschillende installaties werken in Nederland al volgens dit principe. Verder wordt gezocht naar mogelijkheden om grondstoffen als vezels (papierindustrie), eiwitten en mineralen (Grassa) en cellulose (BIC Lignocelllulose) uit bermgras te winnen. Er zijn dus voldoende mogelijkheden maaisels van berm- en natuurgras in te zetten. Omdat er nog weinig bermgras beschikbaar is, vraagt dit om een georganiseerde inzameling, de zogenaamde inzamelstructuur. In eerste instantie focussen we ons op gebruik van de maaisels als cosubstraat voor vergisting. Deze inzamelstructuur bestaat uit het organiseren van de stappen “maaien” – “afvoeren” – “verwerken”. Daarbij moet rekening worden gehouden met de volgende zaken: 1.
1.
35
De overheid regelt het onderhoud van bermen en natuurgebieden via openbare aanbestedingen. De overheid is daarbij wettelijk
Zie
rapport
ARBOR-deelproject
2
“Faciliteren
composteerinstallaties”
Provincie Utrecht/Rendabele Bermgras inzamelstructuur MD-AF20131712 Openbaar
van
droogvergisting
bij
bestaande
2.
Het onderhoud van bermen en natuurgebieden is over veel beheerders verdeeld: Gemeenten, provincies, waterschappen, natuurverenigingen, Rijkswaterstaat. Iedere beheerder schakelt hiertoe bedrijven in die maaien. Al naar gelang het bestek voeren deze bedrijven het maaisel af naar composteerinrichtingen, afvalverwerkers of laten het liggen.
3.
Er zijn enkele vergisters in de provincie Utrecht (diverse slibvergisters bij RWZI’s en een installatie in Bunschoten voor de vergisting van visafval en overige organische materialen) die organisch afval verwerken tot biogas/groengas. Deze installaties zijn niet geschikt voor de verwerking van berm- en natuurgras. Er zullen dus nieuwe installaties moeten komen, die dit gras wel (in combinatie met andere materialen) kunnen verwerken. Hiervoor zijn al diverse ondernemers geïnteresseerd die gras graag als cosubstraat willen gebruiken, zie hiervoor ook het biogashub project in punt 5.
4.
De overheid laat de verwerking van berm- en natuurgras over aan bedrijven, die daarvoor een vergoeding krijgen. Dit wordt via de aanbestedingen geregeld. Omdat er nog geen installaties in de provincie Utrecht zijn die dit gras kunnen vergisten zullen er nieuwe moeten komen of bestaande worden omgebouwd. Ondernemers/bedrijven zullen alleen dan investeren in deze installaties, als er zekerheid bestaat over voldoende en langdurig aanbod van berm- en natuurgas, waardoor investeringen kunnen worden terugverdiend. 28 November 2013, versie 1 - 28 -
HaskoningDHV Nederland B.V.
5.
Via het ARBOR-deelproject 3 “Biogashub” wordt nieuwe opwekking van biogas/groengas voorbereid. Diverse ondernemers overwegen deel te nemen in een hub. Enkele ondernemers overwegen bermgras als cosubstraat te gebruiken, mits de kwaliteit en aanbod langdurig gegarandeerd kan worden.
Delen van deze infrastructuur bestaan dus al, bestaande bedrijven maaien en brengen bermgras al weg, er zijn geïnteresseerde afnemers die bermgras willen inzetten en technisch is bermgras een goed verwerkbare grondstof. Voornamelijk op het gebied van organisatie en aanbesteden zijn dan ook nog stappen nodig. Wil een inzamelstructuur om bermgras te gaan vergisten vorm krijgen, dan zullen de beheerders de stappen “maaien” – “afvoeren” – “verwerken” contractueel zodanig moeten regelen dat die maaisels vergist gaan worden.
4.1
het hele jaar. Het gras moet daarom opgeslagen worden, gezuiverd worden van vervuiling en over het jaar in de installatie(s) ingebracht worden. 3.
Veel bedrijven die maaien en verwerken zijn bereid te investeren in duurzame technologie en werkmethoden, mits deze investeringen kunnen worden terugverdiend. Dit lukt alleen met langjarige contracten. Ervaringen met de SDE wijzen uit dat dan aan een contractduur van circa 10 jaar moet worden gedacht.
4.
De deelnemende ondernemers vinden het voldoende als via de aanbesteding eisen worden gesteld aan de verwerking verwerking van maaisels. Het is dan aan de markt om die verwerking te realiseren.
5.
Naarmate het aanbod van maaisels groter is, biedt dit meer zekerheid voor ondernemers te investeren. Dit pleit ervoor dat beheerders/aanbieders van maaiwerken collectief verwerkingscapaciteit inkopen in plaats van ieder voor zich. Deze werkwijze is analoog aan die van de Afvalverwerking Utrecht en creëert volume en zekerheid voor verwerkers.
6.
De agrarische ondernemers die overwegen te investeren in een biogashub hebben cosubstraten nodig, die goedkoper zijn dan die nu in de reguliere handel verkrijgbaar zijn. Bermgras kan hieraan voldoen, mits de gasopbrengst in de orde grootte van minimaal 80 Nm3 biogas/ton ligt, er continue aanbod is en eventuele (onkruid- en ziektekiemen gedood kunnen worden in het digistaat.
Randvoorwaarden Uit discussies met beheerders, maaibedrijven en groenafval verwerkers op 30 mei 2013 en met discussies met agrarische ondernemers en afvalverwerkers in het kader van het project “Realiseren Biogashub Utrecht” bleek het volgende: 1.
De groenbeheerders (Gemeenten, provincies, RWS, etc.) zoeken naar mogelijkheden om kosten te verlagen. Maaien, inzameling en verwerking van berm- en natuurgras mag hun daarom niet meer kosten dan de huidige wijze van maaien en verwerken.
2.
Bermgras komt in de periode mei-oktober vrij. Vergistinginstallaties hebben baat bij een constante belading over
Provincie Utrecht/Rendabele Bermgras inzamelstructuur MD-AF20131712 Openbaar
28 November 2013, versie 1 - 29 -
HaskoningDHV Nederland B.V.
Dit leidt tot de volgende randvoorwaarden voor een inzamelstructuur voor berm- en natuurgras: 1.
4.2
Contracten voor de voorbewerking, opslag en vergisting van maaisels omvatten een periode van circa 10 jaar. Hierdoor zijn ondernemers in staat investeringen terug te verdienen.
2.
Beheerders gaan contracten voor verwerking (= voorbewerking, opslag en vergisting) van maaisels bij voorkeur via collectieve aanbesteding aan. Op deze manier krijgt de markt voldoende garantie op volume en continuïteit in aanbod en volume.
3.
De contracten voor verwerking mogen beheerders niet meer kosten dan verwerking via compostering. Alleen dan is de inzamelstructuur rendabel.
4.
•
• •
• •
De contracten voor maaien van bermen en natuurgebieden en het afvoeren van maaisels kunnen volgens de huidige werkwijze voortgezet worden. Wel dient in die contracten opgenomen te worden waar de maaisels naar toe moeten worden gebracht en andere eisen aan het maaien worden gesteld (minder grond, snellere verwerking en beperken van vervuiling).
Rentabiliteit inzamelstructuur Nagegaan is wat de maximale besparingen kunnen worden als alle beheerders (Gemeenten, provincies, waterschappen Rijkswaterstaat en natuurorganisaties) deelnemen in de inzamelstructuur. We hebben hiervoor een rekenmodel ontwikkeld dat de huidige werkwijze vergelijkt met een werkwijze voor de inzamelstructuur, waarbij collectief verwerkingscapaciteit is ingekocht. De uitgangspunten voor dit model zijn:
• •
Besparing op aanbestedingskosten van € 1.000,- per deelnemende partij door gecombineerde aanbesteding verwerking en lange looptijd. Huidige composteringsprijs van € 25,- per ton. Nieuwe verwerkingsprijs van 18 euro per ton, opgebouwd uit: o 80% schoon gras met verwerkingskosten (schoonmaak, opslag) van 15 euro per ton o 20% vuil gras tegen verwerkingsprijs van 22 euro per ton. o 10% opslag voor winst en reserveringen o Extrusiekosten komen voor rekening van de vergister. Besparing van €7 per ton vergeleken met huidige composteringskosten. Gemiddelde maaikosten van € 90/ton voor bermgras en € 66/ton voor slootkantmaaisel. Geen aanloopkosten door onderbrengen in bestaand samenwerkingsverband (bijvoorbeeld de AVU) Per waterschap wordt uitgegaan van 7.500 ton relatief droog slootkantmaaisel.
De uitgangspunten voor het model zijn onderstaand toegelicht. Besparing op aanbestedingskosten Gemiddeld kost een openbare aanbesteding een aanbestedende overheidsdienst circa 27.000 euro per aanbesteding.36 Verwerking wordt soms al apart aanbesteed maar meestal als onderdeel van 36
“Meting lasten van aanbesteden door de Centrale Overheid” – Sira Consulting – Omgerekend naar
prijsniveau 2013
Provincie Utrecht/Rendabele Bermgras inzamelstructuur MD-AF20131712 Openbaar
28 November 2013, versie 1 - 30 -
HaskoningDHV Nederland B.V.
maaicontracten. Door verwerking langdurig aan te besteden en dit niet mee te nemen in de maai aanbestedingen worden kosten bij overheden bespaard door minder werkzaamheden in de maaibestekken en maar een keer in de 10 jaar een aanbesteding voor verwerking. We gaan er vanuit dat circa 5% oftewel €1.350,- van de aanbestedingskosten voor het gedeelte verwerking is. Wanneer jaarlijks aanbesteed wordt betekend dit een besparing van € 1.350. Bij een 2 jaarlijkse aanbesteding is deze besparing dan nog € 675,We zijn uitgegaan van een afgerond gemiddelde van de twee. Dit komt neer op €1.000, - per deelnemende partij door gecombineerde aanbesteding verwerking en lange looptijd. Huidige composteringsprijs Voor de huidige composteringsprijs hebben we de gemiddelde tarieven die de Provincie Utrecht betaald aangehouden. Dit komt neer op € 25, - per ton. Nieuwe verwerkingsprijs Voor de verwerking hebben we de noodzakelijke bewerkingen modelmatig op een rij gezet. Hier speelt vooral de vervuilingsgraad van het bermgras een belangrijke rol. Bij sterke vervuiling zijn er meer schoonmaakstappen noodzakelijk die de prijs opdrijven. Voor de verwerking van het vuile gras wordt dan ook uitgegaan van de composteringsprijs met een korting van 10% omdat het niet hoeft te worden opgeslagen. De vervuiling van het bermgras door zwerfafval viel bij proeven door 37 Alterra in Groningen mee. Hier werd echter wel de 1 meter lijn maaisel 37
Biogas uit Bermgras, Alterra (2010)
Provincie Utrecht/Rendabele Bermgras inzamelstructuur MD-AF20131712 Openbaar
niet meegenomen. De 1 meter lijn betreft ongeveer 25% van het maaisel van de decentrale overheden. Doordat de verwachting is dat de waterschappen en Rijkswaterstaat minder problemen hebben met vervuiling gaan we uit van 80% schoon gras en 20% vervuild gras. Voor de verwerking van het schone gras zijn schoonmaakstappen noodzakelijk zoals zeven met een trommel- en spannerzeef. Dit kost ongeveer 2 euro per ton bermgras38. Voor de opslag moet vervolgens ongeveer 7 euro per ton worden betaald39 en de algemene kosten (personeel, kapitaal) komen uit op circa 5 euro per ton24. Dit levert een totaalprijs op van 14 euro per ton voor de verwerking van schoon bermgras. Voor vuilgras houden we dezelfde prijs aan als op dit moment voor compostering wordt betaald minus een korting van 10% voor gereduceerde opslag kosten. Dit betekent ongeveer €22 per ton. De gemiddelde prijs voor bermgras is dan voor 80% 14 euro en 20% 22 euro. Dit komt neer op 18 euro per ton bermgras. Extrusiekosten Technieken zoals extrusie kunnen voordelen bieden voor afzet naar vergisters. Deze kosten worden geschat op ongeveer 7 euro per ton maar moet in principe direct doorberekend worden aan de vergister, deze kan namelijk door de extrusie tot 27% meer biogas uit gras halen.40 Doordat deze kosten bij de vergister komen te liggen is dit niet meegenomen in de
38
Inschatting op basis van marktgegevens
39
Gegevens OVAM België
40
Baltic Compass – Extrusion of solid plant biomass 28 November 2013, versie 1 - 31 -
HaskoningDHV Nederland B.V.
analyse. De investering zou wel een tussenpartij een competitief voordeel kunnen bieden door geëxtrudeerd gras te leveren aan vergisters.
Dit betekent dat vergisten per ton bermgras ten opzichte van compostering tot een CO2 vermijding van -43,97 kg CO2 per ton bermgras.41 42 43 44 45
AVU Door het onderbrengen van de aanbesteding bij een bestaande organisatie met een al soortgelijk opdracht hoever er geen aanloopkosten te ontstaan. De aanbestedingskosten zijn nog niet meegenomen in de berekening doordat deze nog met de AVU of soortgelijke partij moeten worden afgestemd. Op basis van voorgaan gemiddeldes ligt dit rond de € 500 per jaar/deelnemer. Dit zorgt dus niet voor een significante verandering.
Besparing Op basis van bovenstaande berekeningen komt de besparing op verwerking uit op € 7, - per ton bermgras verwerking en € 1/ton op aanbestedingskosten. In de volgende paragraaf is nagegaan wat het maximale besparingspotentieel is bij coöperatieve aanbesteding en verwerking, als alle beheerders hieraan mee zouden doen.
Maaikosten Voor de maaikosten zijn de eerder berekende resultaten uit hoofdstuk 2 gebruikt, dit komt neer op €90,- per ton bermgras en €66,- per ton slootmaaisel. Hoeveelheid bermgras Voor de hoeveelheid bermgras zijn de hoeveelheden uit hoofdstuk 2 gebruikt. Hierbij is er voor de waterschappen vanuit gegaan dat er ongeveer 7.500 ton relatief droog slootkantmaaisel vrijkomt. CO2 uitstoot Op basis van berekeningen komt voor een ton gecomposteerd bermgras een gemiddelde directe emissie van 66,79 kg CO2 per ton bermgras en 66,43 ton vermeden emissies. Voor vergisting is er 42,34 kg direct CO2 emissie en 85,95 kg vermeden CO2 emissies.
Nagegaan is wat het maximale besparingspotentieel is bij coöperatieve aanbesteding en verwerking, als alle beheerders hieraan mee zouden doen. Maximale besparingspotentieel provincie Utrecht en het Gooi 34 Gemeenten, 3 waterschappen, 2 provincies en 1 Rijkswaterstaat beheren de bermen in deze regio. Daarnaast zijn er 4 grote natuurorganisaties actief (Natuurmonumenten, Staatbosbeheer, Utrechts Landschap en Noord-Hollands Landschap). Totaal komt dit neer op 44 organisaties die samen circa 60.000 ton maaisel per jaar (zie par. 2.2.2) produceren. Totaal bedraagt de besparing dan:
41
Levenscyclusanalyse groencompost: Dekker, Zeeland en Paauw; UR Wageningen; maart 2010
42
Herziene levenscyclusanalyse voor GFT afval; Grontmij/IVAM; november 2004
43
Milieuanalyse vergisten GFT-afval; H v. Ewijk van IVAM; feb 2008
44
Biogas uit bermmaaisel: duurzaam en haalbaar?; Wageningen RU/Altera; 2010
45
Mogelijkheden van de DRANCO-technologie bij vergisting van GFT en gras, OWS, Gent, 25
november 2011. Project Graskracht, www.graskracht.be
Provincie Utrecht/Rendabele Bermgras inzamelstructuur MD-AF20131712 Openbaar
28 November 2013, versie 1 - 32 -
HaskoningDHV Nederland B.V.
Kostendrager Aanbestedingen Verwerking Totaal
Toelichting 44 organisaties à € 1.000/jaar 60.000 ton/jaar à € 7 Voor alle organisaties samen Gemiddeld per ton bermgras Gemiddeld per beheerder
Besparing € 44.000/jaar € 420.000/jaar € 464.000/jaar € 8/ton € 10.500/jaar
genoemde uitgangspunten. Dit resulteert in de kosten en besparingen overzicht in figuur 4.1.
Tabel 4.1 Berekening maximaal besparingspotentieel bij coöperatieve aanbesteding en verwerking van bermgras.
Besparingspotentieel voor specifieke beheerders Tijdens de bijeenkomst op 30 mei 2013 waren de volgende overheden bereid mee te werken aan het vormen van een coöperatie om gezamenlijk te kijken naar de voordelen van samenwerking (alle gemeentes en waterschappen in de provincie Utrecht en het Gooi waren samen met Rijkswaterstaat uitgenodigd): •
Provincie Utrecht
•
Gemeente Leusden
• •
Rijkswaterstaat Gemeente Oudewater Waterschap de Stichtse Rijnlanden
• •
Gemeente Houten Gemeente Stichtse Vecht Waterschap Vallei en Veluwe
•
•
Later hebben zich nog gemeld: • Gemeente De Bilt • Gemeente Woerden Voor deze groep is per beheerder een nadere analyse gemaakt van de financiële impact die het overstappen op het voorgestelde inzamelsysteem teweeg brengt. Voor deze analyse gaan we weer uit van de eerder Provincie Utrecht/Rendabele Bermgras inzamelstructuur MD-AF20131712 Openbaar
Figuur 4.1 – Overzicht kosten en besparing deelnemers
Uit de financiële analyse van het nieuwe inzamelsysteem komt een verwachte besparing van ongeveer €210.000 naar voren. Het grootste 28 November 2013, versie 1 - 33 -
HaskoningDHV Nederland B.V.
gedeelte hiervan wordt gerealiseerd in de besparing op de verwerkingskosten (circa €200.000) en de rest door de verwachte schaalvoordelen van het gecombineerd aanbesteden (circa €10.000). Naast de economische winst wordt een bijdrage aan de duurzame energie doelstelling van 2020 en een reductie van 1200 ton in CO2 uitstoot gerealiseerd. (Compostering is al bijna CO2 neutraal, vergisting levert minder uitstoot en een hogere vermijding op, zie bijlage 1 voor de berekening).
4.3
Voorstel inzamelstructuur Uit de vorige paragraaf is gebleken dat het rendabel is om collectief de verwerking van bermgras aan te besteden. In dit hoofdstuk komt aan de orde op welke wijze dit kan worden georganiseerd. De inzamelstructuur omvat de stappen: maaien – afvoeren –verwerken. De stappen in deze keten kunnen in een aanbesteding gecombineerd worden of juist allemaal gescheiden aanbesteed worden. Na een bijeenkomst met organisaties die maaiwerken aanbesteden, maaiwerken uitvoeren, gras afvoeren en gras verwerken (op 30 mei 2013) is naar voren gekomen dat het collectief aanbesteden van verwerking de voorkeur heeft. Op deze manier kan schaalgrootte gerealiseerd worden maar behouden individuele overheden zelf de vrijheid over de keuze van maaibeheer. De werkwijze die het meest opportuun is en de meeste voordelen biedt voor beheerders is de volgende. Beheerders sluiten individueel, conform de huidige werkwijzen, contracten met een loonwerk- en of groenvoorzieningbedrijf voor het maaien en afvoeren van het gras. De contracten, worden, net als nu, openbaar Provincie Utrecht/Rendabele Bermgras inzamelstructuur MD-AF20131712 Openbaar
aanbesteed. Eigenlijk verandert niets ten opzichte van de huidige werkwijze, behalve de toevoeging waar af te voeren maaisels naar toe worden gebracht. Beheerders sluiten gezamenlijk een contract met één of enkele partijen die de verwerking van de collectief te leveren maaisels tot verzorgt (zie figuur 4.2). Dit laatste contract heeft een looptijd van 10 jaar en wordt ook weer openbaar aanbesteed. In dit contract worden de volgende zaken geregeld: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Volumes met marges van per beheerder te leveren bermgras per jaar. Tarieven waarvoor de beheerders het gras kunnen aanbieden. De locaties waar maaisels gebracht kunnen worden ten behoeve van eventuele zuivering van vervuiling en tussenopslag. De wijze waarop het bermgras wordt verwerkt tot biogas of een duurzamer product. De hoeveelheid biogas/groengas die de verwerking oplevert en de hoeveelheid CO2 die daarmee bespaard wordt. De wijze waarop volumes gras, gas en CO2 gemonitord en gerapporteerd worden aan de beheerders.
Op deze wijze wordt voldaan aan de aanbestedingsregels en wordt een inzamelstructuur georganiseerd met de volgende voordelen: • •
Verwerker kan zijn investeringen voor duurzamere verwerking terugverdienen. Een groot volume maaisel wordt in de markt gezet. 28 November 2013, versie 1 - 34 -
HaskoningDHV Nederland B.V.
Het grote volume en lange contract geeft zekerheid voor de verwerker.
•
Een aantal bermbeheerders heeft 30 mei duidelijk gemaakt dat een contract waarbij de opdracht voor zowel het maaien als de verwerking van het bermgras aan één partij wordt gegeven niet gewenst is. De achterliggende reden is dat de visie op bermbeheer regelmatig veranderd. Kort lopende maaicontracten kunnen meer flexibiliteit geven om op deze veranderingen in te spelen. Daarom wordt hier uitgegaan van het alternatief waarbij de individuele opdrachtgevers enerzijds contracten sluiten met loonwerk- en of groenvoorzieningsbedrijven tot het maaien van het bermgras en anderzijds dat een collectief van opdrachtgevers met één partij of een beperkt aantal partijen een contract sluit voor de verwerking van het maaisel op een duurzamere en economische rendabelere wijze dan de huidige compostering. Bijvoorbeeld door opwerking tot biogas of hoogwaardige gras raffinage.
Mochten bedrijven willen samenwerken in deze verwerking, bijvoorbeeld een loonwerker met agrarische ondernemers, of groenverwerkers met agrarische ondernemers, dan is dat mogelijk. Ieder bedrijf heeft zijn eigen specialismen, waarmee maatwerk geleverd kan worden dat de duurzaamheid van oplossingen vergroot. Figuur 4.2 geeft schematisch weer hoe de inzamelstructuur georganiseerd is.
Gemeent e x
Maaibedr ijf x
Watersch ap y
Maaibedr ijf y
Provincie
Maaibedr ijf z
4.4 Verwerke r
= Grasstroom = Contract Figuur 4.2 - Inzamelstructuur
Provincie Utrecht/Rendabele Bermgras inzamelstructuur MD-AF20131712 Openbaar
Contracten In deze paragraaf wordt ingegaan op het type contract dat partijen die bermmaaisel willen verwerken tot biogas het beste kunnen sluiten met de verwerker(s). Daarbij gaan we in op de verplichtingen die opdrachtgever ( de beheerders die gezamenlijk maaisels willen laten verwerken) en opdrachtnemer (de verwerker van de maaisels) naar elkaar hebben en de risico’s. Verplichtingen opdrachtnemer Op grond van de te sluiten overeenkomst dient de opdrachtnemer de aangeboden maaisels te verwerken tot biogas. De opdrachtnemer dient de betreffende installatie ten behoeve van de verwerking zelf te realiseren en voor de financiering ervan zorg dragen. Kortom, tot de contractscope behoren het verwerken van het bermgras en het aanleggen, beheren, exploiteren en financieren van de installatie. 28 November 2013, versie 1 - 35 -
HaskoningDHV Nederland B.V.
3. Verplichtingen opdrachtgever De verplichtingen van de opdrachtgever ten aanzien van de opdracht betreffen hoofdzakelijk het geven van het recht aan de opdrachtnemer tot de verwerking van het bermgras gedurende de looptijd van de overeenkomst. De opdrachtgever heeft tevens de wens dat de opdrachtnemer handelt volgens nader te maken afspraken omtrent o.a. het volume van het maaisel, de kwaliteit van het maaisel en het volume biogas. Risico’s en kosten Belangrijk is verder te bepalen wat de wens is ten aanzien van de verdeling van risico’s en kosten. Welke partij draagt de kosten die gemoeid zijn met de bouw van een verwerkingsinstallatie? Wie draagt het risico van de exploitatie? Welke partij draagt bijvoorbeeld het risico van het (ontbreken van) aanbod en de kwaliteit van bermgras? In eerste instantie gaan wij uit van de volgende uitgangspunten, de verdeling van risico’s is echter een integraal onderdeel van contract onderhandelingen en/of aanbestedingen en verdient dan meer aandacht te krijgen van de betrokken partijen. Uitgangspunten zijn: 1. De opdrachtgever is verantwoordelijk voor de levering van het overeen te komen volume en kwaliteit bermgras. 2. De opdrachtgever draagt geen verantwoordelijkheden in de verwerking en de exploitatie van de installatie. Dit is de verantwoordelijkheid van de opdrachtnemer.
Provincie Utrecht/Rendabele Bermgras inzamelstructuur MD-AF20131712 Openbaar
De opdrachtnemer draagt het risico van de exploitatie van de installatie en van de investerings- en exploitatiekosten van de verwerking.
Op grond van deze overwegingen en uitgangspunten, zijn er verschillende contractvormen denkbaar: • • •
Overeenkomst van opdracht. DBFMO-Overeenkomst. Concessieovereenkomst.
Deze worden in onderstaande paragrafen verder toegelicht. 4.4.1 Overeenkomst van opdracht Een eerste mogelijkheid is het sluiten van een (traditionele) overeenkomst van opdracht met de opdrachtnemer. De opdrachtgever schrijft voor welke dienst hij geleverd wil hebben en betaalt de opdrachtnemer voor het verrichten van deze dienst. Bij dit type overeenkomst behoudt de opdrachtgever de maximale zeggenschap over de uitvoering van de werkzaamheden. Het nadeel is echter dat het risico van de exploitatie (toevoer en afzet) grotendeels bij de opdrachtgever ligt. Dit risico wordt kleiner op het moment dat de opdrachtgever de toevoer van maaisel bestemd voor verwerking kan beïnvloeden en op peil kan houden. Ook de kosten van de aanleg van de installatie liggen op grond van dit type overeenkomst bij de opdrachtgever. (De totale dienst bermgrasverwerking wordt bij dit type opdracht ingekocht conform eisen opdrachtgever, opdrachtgever wordt dan ook zelf eigenaar 28 November 2013, versie 1 - 36 -
HaskoningDHV Nederland B.V.
van de installatie). De opdrachtgever zorgt zelf voor de financiering van de installatie. Deze contractvorm heeft voor- en nadelen voor de opdrachtgever. Zoals gezegd behoudt de opdrachtgever de maximale zeggenschap over de uitvoering van de werkzaamheden. De opdrachtgever wenst in dit geval wel enige voorwaarden te stellen aan de verwerking van het maaisel, maar wenst niet de kosten te dragen van de aanleg en het onderhoud van de installatie, althans dat is het uitgangspunt. Bij dit type overeenkomst zou dat wel het geval zijn. Daarnaast wenst de opdrachtgever niet het risico te dragen van de exploitatie. Het voordeel van dit type overeenkomst is echter wel dat de opdrachtnemer minder risico’s heeft ten aanzien van de exploitatie - hij is immers verzekerd van inkomsten – en dat daardoor de kans groter is dat partijen geïnteresseerd zijn in het sluiten van dit contract met opdrachtgevers. 4.4.2 DBFMO-overeenkomst Een andere mogelijkheid is het sluiten van een DBFMO-overeenkomst (“design, build, finance, maintain, operate). Een DBFMO overeenkomst heeft aspecten in zich van meerdere typen overeenkomsten; ontwerp (“D)”, realisatie (“B”), financiering (“F”), onderhoud (“M”) en exploitatie (“O”). Deze overeenkomsten worden veelal aangetroffen bij woningbouwen infrastructurele projecten. De opdrachtnemer (aannemer) is voor enkele tientallen jaren verantwoordelijk voor het functioneren van het bouwwerk. Bij een DBFMO-constructie ligt het ontwerp tot en met de exploitatie, inclusief de financiering, in handen van één contractpartij. Soms worden de facilitaire zaken (de ‘Operate’) niet mee gecontracteerd (DBFM). Provincie Utrecht/Rendabele Bermgras inzamelstructuur MD-AF20131712 Openbaar
De kern van het contract is dat de opdrachtgever aan de opdrachtnemer, na ontwerp en realisatie, een vergoeding betaalt op basis van de verrichte dienst gedurende de looptijd van het contract. De opdrachtnemer is verantwoordelijk voor de voorfinanciering van het ontwerp en de bouw. Op grond van dit type contract ontvangt de opdrachtnemer pas een vergoeding op het moment dat de installatie beschikbaar/geëxploiteerd wordt. Als de opdrachtnemer er tijdens de exploitatiefase niet in slaagt die dienst te leveren, wordt hij – kort gezegd – gekort in zijn vergoeding. Dit vormt dus een sterke financiële prikkel richting opdrachtnemer om er voor te zorgen dat hij een goede kostenafweging maakt tussen de kosten voor aanleg, het onderhoud en de exploitatie van de installatie. De verwachting is dat de opdrachtnemer daarom zorgt voor een deugdelijke kwaliteit van de installatie, zodat hij gedurende de contractsduur lagere onderhoudskosten heeft (Life Cycle Costs-gedachte). Projectrisico’s liggen niet meer louter en alleen bij de opdrachtgever, maar zijn verdeeld tussen opdrachtgever en opdrachtnemer; degene die een risico het beste kan beheersen, krijgt de verantwoordelijkheid voor dat risico. Dit type contract lijkt ons evenmin geschikt voor de scope van besroken werkzaamheden. Het betalingsmechanisme en de aard van een DBFMOovereenkomst lijkt ons niet passend bij de opzet. 4.4.3 Concessieovereenkomst Een andere mogelijke contractvorm is de concessieovereenkomst. Een concessieovereenkomst is een overeenkomst waarbij de concessiehouder het recht verkrijgt het voorwerp van de opdracht zelf te exploiteren. In dit 28 November 2013, versie 1 - 37 -
HaskoningDHV Nederland B.V.
geval zou de opdrachtnemer op grond van deze overeenkomst het recht verkrijgen het bermgras te verwerken.
opdrachtnemer, met een redelijke winstopslag, kunnen terugverdiend gedurende de looptijd van de overeenkomst.
Het geheel of een evenredig gedeelte van de opbrengsten uit de exploitatie worden aan de opdrachtnemer betaald als beloning voor zijn werkzaamheden. Dit betekent dat de inkomsten van de opdrachtnemer afkomstig zijn van derden (de afnemer van biogas) en dat die inkomsten dus afhangen van de exploitatie en daarmee onzeker zijn. Kenmerkend voor een concessieovereenkomst is dat het exploitatierisico bij de concessiehouder (= opdrachtnemer) ligt. Als dit laatste niet het geval is, dan is geen sprake van een concessie, maar van een gewone overheidsopdracht. Bij de keuze voor een concessieovereenkomst zijn de uitkomsten van de vervaardigde businesscase daarom belangrijk. Het exploitatierisico van de concessiehouder bestaat in dit geval onder meer uit het risico ten aanzien van de aanvoer van bermgras, alsmede het afzetrisico (de prijs die hij kan realiseren voor het biogas).
Een concessie is hier pas aantrekkelijk voor een verwerker indien een bepaald volume kan worden gerealiseerd. Bij deze contractvorm is het dus wenselijk dat er clustering plaatsvindt van de verzameling van bermgras in een bepaald gebied. Dit is nodig om voldoende volume te creëren. De partij die de opdracht gegund krijgt heeft daarnaast baat bij exclusiviteit van het recht tot het verrichten van de werkzaamheden en dit zou moeten worden opgenomen in de concessieovereenkomst.
Een verschil tussen een concessieovereenkomst en een ‘traditionele’ overheidsopdracht is dat de concessiehouder over een bepaalde economische vrijheid beschikt om te bepalen hoe hij zijn recht exploiteert. Bij een overheidsopdracht echter worden deze activiteiten strikter afgebakend. Andere elementen van een concessieovereenkomst zijn bijvoorbeeld de mate van onzekerheid ten aanzien van de afname c.q. productie en de mate waarin investeringen voor het sluiten van de overeenkomst gedaan moeten worden. In een concessieovereenkomst kan worden overeengekomen dat de kosten van de bouw van de installatie voor rekening komen van de opdrachtnemer. Wel is van belang dat de contractduur zodanig lang is dat deze investeringen door de Provincie Utrecht/Rendabele Bermgras inzamelstructuur MD-AF20131712 Openbaar
worden
Zoals gezegd bestaat het exploitatierisico van de concessiehouder onder meer uit het risico ten aanzien van de aanvoer van het bermgras, alsmede het afzetrisico (de prijs die hij kan realiseren voor het biogas). Het is in dit geval echter de vraag of de exploitatie van de verwerking op zichzelf rendabel is en daarmee interessant voor marktpartijen. Zoals gezegd is een concessie pas financieel aantrekkelijk indien een bepaald volume kan worden gerealiseerd. De concessiehouder moet de reële verwachting hebben dat hij verzekerd is van een bepaalde inkomensstroom. Om dit risico te ondervangen zou in de overeenkomst kunnen worden opgenomen dat de opdrachtgever aan de opdrachtnemer regelmatig vergoedingen verstrekt teneinde de business case sluitend te krijgen. Daarmee zou het exploitatierisico van de opdrachtnemer (voor een groot deel) worden weggenomen. Echter, in dat geval zou er geen sprake meer zijn van een concessieovereenkomst, maar van een ‘gewone’ overheidsopdracht. Een belangrijk deel van het exploitatierisico ligt in dat geval namelijk niet meer bij de opdrachtnemer.
28 November 2013, versie 1 - 38 -
HaskoningDHV Nederland B.V.
Indien de opdrachtgever echter een bepaalde aanvoer van bermgras garandeert zonder daarbij tevens aanvullende betalingen te doen, behoudt de concessiehouder het exploitatierisico van de verwerking en de afzet van biogas. Daarmee zou deze overeenkomst waarschijnlijk nog steeds kwalificeren als een concessieovereenkomst, omdat de concessiehouder nog steeds een belangrijk exploitatierisico heeft. 4.4.4 Advies contractvorm Op basis van bovenstaande concluderen wij dat voor onderhavige opdracht de overeenkomst van opdracht en de concessieovereenkomst mogelijke contractvormen zijn. Daarbij lijkt de concessieovereenkomst de meest geschikte contractvorm. Bij dit type overeenkomst dragen derden de risico’s en de kosten die gepaard gaan met de verwerking van bermgras. De opdrachtgever is meer op afstand betrokken, maar kan in de concessieovereenkomst wel voorwaarden stellen aan de wijze van exploitatie. Daarbij is het wel van belang dat de opdrachtnemer een zekere aanvoer van bermgras heeft, omdat dit type overeenkomst anders waarschijnlijk niet interessant genoeg is voor marktpartijen. Bij een overeenkomst van opdracht heeft de opdrachtgever maximale sturing en zeggenschap. Echter, de kosten voor de opdrachtgever zijn in dat geval groter en de opdrachtgever draagt ook meer risico’s. De opdrachtnemer zal alleen geïnteresseerd zijn in de vergisting van bermgras als hij voldoende aanbod heeft. De opdrachtgever moet daarom met het loonwerk- en/of groenvoorzieningsbedrijf overeenkomen dat laatstgenoemde het maaisel moet leveren aan de betreffende verwerker. Het meest praktisch is een rechtstreekse levering van het maaisel aan de verwerker. Dit moet met elk loonwerk- en/of groenvoorzieningsbedrijf afzonderlijk worden overeen gekomen. Provincie Utrecht/Rendabele Bermgras inzamelstructuur MD-AF20131712 Openbaar
4.5
Aanbesteding Hiervoor is beschreven dat een concessieovereenkomst de meest geëigende contractvorm lijkt. Nu is het de vraag op welke wijze deze (concessie)overeenkomst kan worden gesloten. Vergisting is pas aantrekkelijk indien er een bepaald volume kan worden gerealiseerd. Daarnaast is van belang dat de investering die gemoeid is met de bouw van de verwerkingsinstallatie relatief groot is. Het is belangrijk dat de situatie wordt gecreëerd dat het volume van maaisel voldoende groot is zodat de kosten van de installatie binnen een redelijke tijd kunnen worden terugverdiend. Het verdient om die reden aanbeveling een aantal partijen gezamenlijk een beperkt aantal verwerkers te contracteren, zodat deze het recht krijgt de aanvoer van maaisel uit die regio te verwerken. Per afgebakende regio zou een verwerker kunnen worden gecontracteerd. Deze partijen kunnen als gezamenlijk opdrachtgever fungeren voor de contractering van de verwerker. Met elk van de door hen gecontracteerde loonwerk- en/of groenvoorzieningsbedrijf wordt dan overeenkomen het maaisel te leveren aan de betreffende verwerker. Deze voorgestelde werkwijze verschilt van de huidige situatie en wijze van contracteren. De voordelen van de hier beschreven werkwijze zijn echter dat de opdrachtgevers - die op dit moment elk afzonderlijke contracten hebben gesloten - per saldo minder kosten hebben indien zij als gezamenlijk opdrachtgever een beperkt aantal contracten sluiten voor de verwerking van bermgras (zie paragraaf 4.2). 28 November 2013, versie 1 - 39 -
HaskoningDHV Nederland B.V.
Daarnaast draagt de hier beschreven werkwijze bij aan de duurzaamheidsambities van de opdrachtgevers. Door de inzameling en verwerking van bermgras tot biogas op deze wijze te contracteren kan de doelstelling om bermgras een duurzame bestemming te geven, zoals (droog)vergisting voor energie opwekking beter worden verwezenlijkt. 4.5.1 Juridisch kader In deze paragraaf beschrijven wij de wijze waarop het te sluiten contract c.q. de te sluiten contracten moeten worden vergund. Daarbij moet het aanbestedingsrecht in acht worden genomen. Het Europese aanbestedingsrecht is gebaseerd op een aantal algemene beginselen en op EG Verdragsregels. Op het terrein van overheidsopdrachten is een tweetal Europese Richtlijnen van kracht, Richtlijn 2004/18/EG en Richtlijn 2004/17/EG. De algemene beginselen zijn transparantie, objectiviteit, gelijkheid, proportionaliteit, wederzijdse erkenning en het vrij verkeer van goederen en diensten. Tot 1 april 2013 waren de Europese aanbestedingsrichtlijnen nationaal van toepassing via de Raamwet EEG-voorschriften aanbestedingen. Deze voorschriften werden verder uitgewerkt in het Besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten (Bao) en in het Besluit aanbestedingen speciale sectoren (Bass). De Europese rechtsbeschermingsrichtlijnen waren geïmplementeerd via de Wet implementatie rechtsbeschermingsrichtlijnen aanbesteden (Wira). Bovengenoemde wet en besluiten zijn per 1 april 2013 vervangen door de Aanbestedingswet 2012. De Raamwet met de daaronder hangende Provincie Utrecht/Rendabele Bermgras inzamelstructuur MD-AF20131712 Openbaar
besluiten en de Wira zijn met de inwerkingtreding van de Aanbestedingwet 2012 ingetrokken. Opdrachten die een waarde hebben die boven de Europese drempelwaarde ligt moeten worden aanbesteed. De algemene beginselen gelden altijd, dus ook beneden de drempelwaarde. De drempelwaarde voor werken is vastgesteld op €5.000.000. De drempelwaarde voor diensten bedraagt €200.000. Er geldt verder kort gezegd een plicht tot aanbesteden indien: • er sprake is van een aanbestedende dienst; • er sprake is van een overheidsopdracht. • Als aanbestedende diensten zijn aangemerkt de Staat, een provincie, een gemeente, een waterschap, een publiekrechtelijke instelling en een samenwerkingsverband van deze overheden of publiekrechtelijke instellingen. Er verder sprake is van een overheidsopdracht indien er sprake is van ‘een schriftelijke overeenkomst onder bezwarende titel die een of meerdere marktpartijen en een of meer aanbestedende diensten gesloten en die betrekking hebben op de uitvoering van werken, de levering van producten of de verlening van diensten. Op grond van bovenstaande kan worden geconcludeerd dat er in het onderhavige geval (in beginsel) sprake is van een aanbestedingsplichtige dienst, evenals van een aanbestedingsplichtige opdracht.
28 November 2013, versie 1 - 40 -
HaskoningDHV Nederland B.V.
4.5.2 Concessieovereenkomst voor werken of diensten Zoals hiervoor beschreven is een van de mogelijke contractvormen de concessieovereenkomst. Van belang is te bepalen of er sprake is van een concessieovereenkomst voor openbare werken of een concessieovereenkomst voor openbare diensten. Deze overeenkomsten moeten goed worden onderscheiden. De Aanbestedingswet 2012 is van toepassing op concessieovereenkomsten voor openbare werken waarvan de geraamde waarde gelijk is aan of hoger is dan de Europese drempelwaarde voor werken. De Aanbestedingswet 2012 is niet van toepassing op concessieovereenkomsten voor diensten, tenzij sprake is van een duidelijk grensoverschrijdend belang. Wel moeten daarbij de algemene beginselen in acht worden genomen (zie hiervoor). Concessieovereenkomst voor werken Een concessieovereenkomst voor openbare werken is gedefinieerd als “een overeenkomst met dezelfde kenmerken als een overheidsopdracht of opdracht voor werken, waarbij de tegenprestatie voor de uit te voeren werken in ieder geval bestaat uit het recht het werk te exploiteren, al dan niet gecombineerd met een prijs.” Een klassiek voorbeeld is de verlening van een opdracht van een decentrale overheid aan een andere partij (de concessiehouder) om een parkeergarage te bouwen en gedurende een aantal jaren te exploiteren. Een overheidsopdracht voor werken is gedefinieerd als een schriftelijke overeenkomst onder bezwarende titel die tussen een of meer aannemers en een of meer aanbestedende diensten is gesloten en betrekking heeft op de uitvoering of het ontwerp en de uitvoering van een werk. Provincie Utrecht/Rendabele Bermgras inzamelstructuur MD-AF20131712 Openbaar
Concessieovereenkomst voor diensten De definitie van de concessieovereenkomst voor diensten is nagenoeg gelijk aan de definitie van de concessieovereenkomst voor openbare werken, met dien verstande dat hier niet wordt gesproken over ‘openbare’ diensten. Dat betekent dat elke dienstenopdracht door een verschuiving van het exploitatierisico een concessie voor een dienst kan worden. Een voorbeeld is de verlening van een opdracht van een decentrale overheid aan een andere partij (de concessiehouder) om een welzijnsdienst uit te voeren en gedurende een aantal jaren te exploiteren. In dit geval valt de onderhavige overeenkomst te kwalificeren als een concessieovereenkomst voor diensten. Gelet op de verplichting tot het in acht nemen van de aanbestedings-beginselen (non-discriminatie, transparantie, passende mate van openbaarheid etc.), achten wij het raadzaam - ook indien wordt gekozen voor een concessieovereenkomst voor diensten en de Aanbestedingswet 2012 niet van toepassing is -een aanbestedingsprocedure te voeren conform de Europese aanbestedingsregels,. Daarmee wordt het risico vermeden dat in strijd wordt gehandeld met deze regels. Het voordeel van een dergelijke aanbesteding is tevens dat de opdrachtgevers door middel van het stellen van een PvE controle kunnen houden over de exploitatie. De verantwoordelijkheid voor de bedrijfsvoering ligt echter bij de opdrachtnemer(s). Indien wordt gekozen voor een overeenkomst van opdracht moet – indien de waarde van deze overeenkomst meer is dan € 200.000 – in elk geval een Europese aanbestedingsprocedure worden gevolgd.
28 November 2013, versie 1 - 41 -
HaskoningDHV Nederland B.V.
4.5.3
Beoordelingscriteria in de aanbesteding Onderdeel van de aanbestedingsstrategie zijn de eisen en de wensen die gelden als uitgangspunt voor de aanbestedingsprocedure.
•
Eisen hebben een knock-out karakter: de gegadigden moeten volledig en onvoorwaardelijk aan elke eis voldoen om in aanmerking te komen voor gunning. Als een gegadigde niet aan elke afzonderlijke eis voldoet, dan is zijn inschrijving ongeldig en wordt hij uitgesloten van verdere deelname aan de aanbesteding. Daarnaast is het van belang te bepalen wat de elementen zijn waarop een gegadigde meerwaarde kan creëren. Dat zijn de wensen. Waar kan een gegadigde zich onderscheiden van de andere gegadigden?
De gunningscriteria dienen om uit alle inschrijvingen de best passende aanbieding te selecteren. Een aanbestedende dienst kan kiezen tussen twee gunningscriteria: -
Bij de kwalitatieve beoordeling kan vervolgens een onderscheid worden gemaakt tussen:
•
Uitsluitingsgronden; gronden die de aanbieder betreffen en die diens uitsluiting van deelneming aan de aanbesteding in het algemeen kan rechtvaardigen. Om te borgen dat alleen integere bedrijven een aanbieding doen mogen marktpartijen uitgesloten worden; Minimumeisen: eisen van kwalitatieve aard waar een aanbieder aan moet voldoen om voor deelneming in aanmerking te komen. Gedacht kan worden aan het stellen van eisen aan de financiële
Provincie Utrecht/Rendabele Bermgras inzamelstructuur MD-AF20131712 Openbaar
de laagste prijs; de economisch meest voordelige inschrijving (EMVI).
Indien wordt gekozen voor het gunningscriterium economisch meest voordelige inschrijving, dan kunnen verschillende criteria worden gehanteerd, bijvoorbeeld kwaliteit, technische waarde, functionele of esthetische kenmerken etc. Deze criteria moeten verband houden met het voorwerp van de opdracht. Ook moeten de gunningscriteria objectief zijn; de aanbestedende dienst moet ervoor zorgen dat deze criteria duidelijk, precies en ondubbelzinnig zijn.
In het aanbestedingsrecht moet een onderscheid worden gemaakt tussen criteria die betrekking hebben op de kwalitatieve beoordeling en de selectie van aanbieders enerzijds en de gunningscriteria.
•
en economische draagkracht en eisen aan de technische- en beroepsbekwaamheid van een marktpartij; Selectiecriteria: eisen die als doel hebben het aantal gegadigden dat wordt uitgenodigd om in te schrijven, te reduceren.
Alle eisen en criteria dienen objectief, eenduidig, transparant, proportioneel en in verhouding tot de opdracht te staan. De te stellen eisen en criteria dienen te borgen dat een marktpartij wordt geselecteerd die de wensen van de opdrachtgevers kan verwezenlijken.
4.6
Organisatie Voor de coöperatie adviseren wij een structuur die vergelijkbaar is met de huidige AVU (Afvalverwijdering Utrecht). Dit is een samenwerkingverband tussen alle gemeentes in de provincie Utrecht. De 26 aangesloten 28 November 2013, versie 1 - 42 -
HaskoningDHV Nederland B.V.
46
Gemeenten en de Provincie Utrecht zijn vertegenwoordigd in het Algemeen en Dagelijks bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling AVU. De AVU verzorgt de aanbesteding voor transport en verwerking van het huishoudelijk afval in de gehele provincie Utrecht. Bij de werkwijze van de AVU zijn de Gemeenten zelf verantwoordelijk voor de afvalinzameling. De AVU is verantwoordelijk voor de regie, coördinatie en organisatie van het transport en verwerking van het huishoudelijk afval en voor enkele Gemeenten verzorgt zij op aanvraag ook de groenverwijdering.
Samenwerkingsvorm van de opdrachtgevers Door de partijen is nog geen voorkeur uitgesproken voor een bepaalde samenwerkingsvorm. Hiervoor moet dus nog onderzocht worden welk samenwerkingsverband of welke rechtsvorm het meest geëigend is. Er zijn verschillende vormen mogelijk. De uiteindelijke keuze voor een bepaalde rechtsvorm kan pas worden gemaakt als bekend is welke partijen gaan deelnemen aan de samenwerking. Deze keuze is onder meer afhankelijk van de volgende zaken:
De AVU werkt voornamelijk door het afsluiten van contracten, een mogelijkheid is om een contract te sluiten met een commerciële partij zoals C2Circle die vervolgens zorg draagt voor gehele organisatie. Een andere mogelijkheid is zelf de coöperatie op te zetten of hier een aanbestedingsadviesbureau voor in te huren. De verwachting is wel dat dit gepaard zal gaan met hogere kosten. Voor de bermgrasinzameling wordt een organische groei verwacht van de inzamelorganisatie. Bij bewezen succes wordt animo gecreëerd bij andere gemeentes en overheden in de regio. Zoals terug te zien is in de financiële analyse zijn er op dit moment 8 partijen geïnteresseerd in deelname aan nieuwe structuur. Deze interesse verschilt nog sterk en is gebonden aan diverse voorbehouden (bijvoorbeeld: voldoende economisch gewin, weinig impact op de marktwerking en voldoende duurzaamheidswinst) van de verschillende organisaties.
46
De Provincie Utrecht treedt per 1 januari 2014 uit de AVU omdat de Provincie zich niet meer actief bezig houdt met huishoudelijke afvalinzameling. De financiële controle komt hierdoor per 1 januari wel bij de Provincie te liggen door de van toepassing zijnde Wet gemeenschappelijke regelingen en de Gemeentewet op de AVU bij het uittreden van de Provincie.
Provincie Utrecht/Rendabele Bermgras inzamelstructuur MD-AF20131712 Openbaar
-
4.7
(Het uit handen geven van of juist willen behouden van) zeggenschap door afzonderlijke aanbestedende diensten; Fiscale aspecten ten aanzien van de afzonderlijke rechtsvormen; fiscaal advies is nodig. Het gewenste signaal richting de markt met de keuze voor een bepaalde rechtsvorm.
Risico analyse Het opzetten van een nieuwe inzamelstructuur brengt risico’s met zich mee. De inschatting van besparingen is conservatief gehouden en laat dan ook geen enorme winsten zien. De conservatieve inschattingen dragen bij aan het beperken van de risico’s het laat tegelijkertijd ook zien dat een zeer grote investering niet verantwoord is omdat deze zich niet laat terugverdienen. Tweede punt is de groei van de organisatie. Wanneer een kleine groep de verwerking van bermgras gezamenlijk aanbesteedt, wordt niet hetzelfde voordeel uit schaalgrootte gehaald als bij een grotere groep. Voor een blijvend succes moet de organisatie dus doorgroeien en mogelijkheden 28 November 2013, versie 1 - 43 -
HaskoningDHV Nederland B.V.
4.8
bieden voor andere organisaties om aan te sluiten. Hier moet wel ruimte en voldoende interesse voor zijn. Verwerking moet dit wel technisch en economisch haalbaar zijn. Testen laten zien dat dit ook zeker kan maar het schaalniveau ligt vaak nog niet op de gewenste grootte. Daarnaast zijn andere factoren van invloed, zoals vervuiling en maaimethodes, die zowel positief en negatief kunnen bijdragen aan het succes. Als de bermen in Utrecht bovengemiddeld vervuild zijn dan kan dit hogere kosten met zich meebrengen terwijl bij schonere bermen de kosten juist lager kunnen uitvallen. Een middel om dit risico te verminderen kan een publiciteitscampagne zijn zoals recent in de provincie Groningen is uitgevoerd47.
Bermmaaisels zijn een goed (co)substraat voor deze vergisters. Juist vanwege deze koppeling van aanbod (biomassa) en vraag (vergisters binnen een hub) stimuleert de provincie Utrecht de bedrijvigheid in de opwekking van bio-energie en het gebruik van bermgras hiervoor.
Vooruitblik
Meer besparingen en betere duurzame inzet van biomassa kan gerealiseerd worden door een groter consortium. Organische groei van het consortium is dan ook belangrijk om in de toekomst grotere besparingen te realiseren. Met een kleine groep die door wil groeien, kan de eerste stap gezet worden en de opschaling gelijkmatig verlopen.
Op basis van de beschreven situatie brengt een gezamenlijke inzamelstructuur voordelen voor alle partijen. Het creëert meer mogelijkheden voor duurzame verwerking, biedt door langere contracten investeringsmogelijkheden en draagt bij aan een verlaging van de kosten. Vanwege het 3e ARBOR-deelproject creëert de provincie Utrecht nieuwe kansen om bermmaaisels binnen de Utrecht zelf te gaan gebruiken. Dit ARBOR-deelproject betreft de realisatie van biogashubs, waarin meerdere vergisters geschakeld worden en gezamenlijk één faciliteit gebruiken om biogas te zuiveren en in te voeden in het aardgasnet. Deze vergisters bestaan nog niet. Wel is er animo bij diverse ondernemers om deel te nemen in een dergelijke hub. Vanwege het gezamenlijk gebruiken van faciliteiten worden de kosten per ondernemer gedrukt.
47
Verder ontstaat er steeds meer belangstelling voor de raffinage van maaisels. De papierindustrie en chemische industrie in Oost Nederland verreichten vanwege de lignocellulose in de maaisels veel onderzoek deze als grondstof te gaan gebruiken. Hiertoe is bijvoorbeeld het Bio-Innovatie Cluster Oost-Nedreland opgericht. Een inzamelstructuur, zoals de provincie Utrecht nastreeft, heeft daar grote belangstelling.
Het is belangrijk nu de eerste stap te zetten zodat aansluiting op nieuwe initiatieven in de toekomst mogelijk is. Door te laten zien dat langjarige contracten mogelijk zijn wordt de markt gestimuleerd om te innoveren en daarmee bij de volgende aanbestedingsronde met betere en goedkopere verwerking te komen.
http://www.schoneberm.nl/
Provincie Utrecht/Rendabele Bermgras inzamelstructuur MD-AF20131712 Openbaar
28 November 2013, versie 1 - 44 -
HaskoningDHV Nederland B.V.
5
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN
energie of waar industriële grondstoffen uit geraffineerd worden, kunnen bijdragen aan lagere verwerkingskosten.
44 organisaties besteden in de provincie Utrecht en het Gooi onderhoud aan bermen, plantsoenen en natuurterreinen aan, doorgaans op basis van beeld en/of frequentiebestekken. De afzet en het nuttig gebruik van de vrijkomende biomassa zijn in dit onderhoud van ondergeschikt belang. Hierdoor blijft een potentiële bron voor de opwekking van duurzame energie of van raffinage van industriële grondstoffen buiten beschouwing. Totaal gaat het om circa 60.000 ton maaisel uit deze regio. Dit volume komt nu verspreid in de markt terecht, met suboptimale verwerking en hogere eenheidsprijzen tot gevolg.
De aanbestedende organisaties zullen geen winst kunnen maken op deze vorm van verwerking. De maaikosten zullen veruit steeds de grootste kostenpost blijven (8,5 miljoen euro per jaar) welke een factor 5 tot 10 groter zijn dan de huidige verwerkingskosten (bijna 1 miljoen euro per jaar). De verwerking kan echter wat goedkoper uit gaan vallen.
Uit de resultaten van dit onderzoek blijkt dat, door grote volumes maaisel voor een termijn van circa 10 jaar aan te besteden, duurzame verwerking haalbaar is. Er wordt via het verwerkingsbestek dan voldoende massa en tijd gecreëerd, waarin ondernemers de kans hebben investeringen terug te verdienen. Een kansrijke vorm van verwerking is het gebruik van maaisels als cosubstraat in een mestvergister. Door met meerdere overheden gezamenlijk aan te besteden kan dit grote volume worden bereikt. Wij bevelen dan ook aan om een gezamenlijke bermgras aanbesteding op te zetten. Dit zou goed kunnen binnen de bestaande organisatie voor huisafvalinzameling (de AVU). Alternatief is om tegen hogere kosten (dus minder rendement voor de nieuwe methode) een eigen organisatie op te zetten. Een langjarig verwerkingscontract kan voordelen bieden doordat hiermee met minder risico nieuwe projecten kunnen worden opgestart. Juist deze nieuwe projecten, waar bermgras wordt gebruikt voor de opwekking van Provincie Utrecht/Rendabele Bermgras inzamelstructuur MD-AF20131712 Openbaar
Uit een nadere financiële analyse blijkt dat door collectieve aanbesteding van de verwerking van maaisels circa 464.000 euro per jaar kan worden bespaard voor de aanbestedende partijen door de maaisels te laten vergisten. In eerste instantie hebben zich 10 geïnteresseerde partijen gemeld die hiermee willen beginnen. Voor hen samen zou de besparing ongeveer 210.000 euro per jaar zijn. Op de lange termijn kan deze besparing oplopen door organische groei van de groep aanbesteders en met andere vormen van duurzame verwerking. Een voorbeeld is de productie van vezels of suiker via raffinage van de maaisels. Doordat de maaikosten een relatief groot aandeel van de kosten zijn moet de waarde van bermgras nog zeer sterk stijgen voordat een kostendekkende inzameling & beheer mogelijk is. Aanbevolen wordt de samenwerking in verwerking te stimuleren. De eerste stap hierin is het bestendigen van de samenwerking via een convenant of samenwerkingsovereenkomst. De volgende stap is dan de start van een pilot om deze vorm van inzameling en verwerking van maaisels te beproeven, met als doel verder uit te breiden. 28 November 2013, versie 1 - 45 -
HaskoningDHV Nederland B.V.
Gezien de complexiteit van dit proces adviseren wij om met een groep van 8 tot 12 partijen te beginnen en vervolgens te groeien. Ondersteuning voor de aanbesteding van een partij als de AVU kan het proces eenvoudiger maken en drukt de kosten. Voor goede aansluiting op de markt is het belangrijk marktpartijen (bijvoorbeeld uit het biogashub Utrecht project) goed te informeren over het te verwachten tijdsverloop.
Provincie Utrecht/Rendabele Bermgras inzamelstructuur MD-AF20131712 Openbaar
28 November 2013, versie 1 - 46 -
6
COLOFON
Provincie Utrecht/Rendabele Bermgras inzamelstructuur MD-AF20131712 Opdrachtgever Project Dossier Omvang rapport Auteur Bijdrage Projectleider Projectmanager Datum Naam/Paraaf
: : : : : : : : : :
Provincie Utrecht Rendabele Bermgras inzamelstructuur BB4660-101-100 48 pagina's Aldert van der Kooij, L.Q. van Doremalen Jan Vroonhof, Jan v.d. Leij (Cumela), Gert Olbertijn, Ylva Emonds Gert Olbertijn Aldert van der Kooij 28 november2013
Provincie Utrecht/Rendabele Bermgras inzamelstructuur MD-AF20131712 Openbaar
28 November 2013, versie 1 - 47 -
HaskoningDHV Nederland B.V. Planning & Strategy Laan 1914 nr. 35 3818 EX Amersfoort Postbus 1132 3800 BC Amersfoort T (088) 348 20 00 F (088) 348 28 01 E
[email protected] W www.royalhaskoningdhv.com
BIJLAGE 1
VERWERKINGSMETHODEN VOOR BERMGRAS EN HET MILIEURENDEMENT
Open luchtcompostering Techniek Het composteren van groenafval vindt in aparte composteerinrichtingen plaats, gescheiden van gft-afval. De redenen hiervoor zijn dat: • het composteren in de open lucht kan plaatsvinden, omdat er, in tegenstelling tot gft, nauwelijks geuroverlast is; • de tijdsduur van het composteren van groenafval langer is dan bij gft-afval; • groenafval minder verontreinigingen (glas, plastic) bevat; • groenafval gemiddeld minder zout en minder zware metalen bevat dan gft-afval; • groenafval geen gevaar voor verspreiding van dierziekten oplevert omdat het geen materiaal van dierlijke oorsprong bevat. Het groenafval wordt in hopen gezet, waarna het wordt het verkleind. In het algemeen is een hoop 10 à 15 meter breed, 2 à 3 meter hoog en 40 à 100 meter lang. Bij het opzetten van de hopen wordt extra aandacht besteed aan de luchtigheid van de hopen, zodat voldoende zuurstof aanwezig zal zijn. Ook het vochtgehalte is hierbij een belangrijk aspect. De samenstelling van het te composteren materiaal is eveneens van groot belang. Een bepaald mengsel is gewenst om de juiste koolstof/stikstof (C/N) verhouding te bereiken. Een ideale verhouding is ongeveer 30:1. Ten gevolge van de activiteit van de bacteriën loopt de temperatuur in de hoop op tot 60 à 70°C, waardoor ziektekiemen en onkruidzaden onschadelijk worden gemaakt. De aanwezigheid van zuurstof is in het gehele proces erg belangrijk voor de bacteriën die het composteerwerk doen. Geforceerde beluchting is met eenvoudige hulpmiddelen te realiseren door met een ventilator lucht te blazen door een buizenstelsel dat in de vloer, waarop wordt gecomposteerd, aanwezig is. Ruimtebeslag De verblijftijd in een open compostering duurt circa 3-6 maanden. Uitgaande van een gemiddelde verblijftijd van 4 maanden en een hoogte van gemiddeld 2,5 meter is het ruimtebeslag dan 2,5 m3/m2/4 maanden, ofwel 7,5 m3/m2/jaar. Dit komt overeen met een ruimte beslag van circa 5 ton maaisel/m2/jaar voor het composteringsproces proces. Broeikasgasbalans Met een eigen model hebben we de broeikasgasbalans bepaald voor het proces van open compostering.
Composteren bermgras Bronnen CO2 emissies Transport van groenafval Dieselverbruik omzetten Methaanemissie Lachgasemissie Transport (afvoer compost)
25 0,6 0,43 0,14 25
km liter diesel/ ton compost kg CH4/ton compost kg N2O/ton compost km
bron aanname bron 1 bron 1 bron 1 aanname
kg N/ton kg P2O5/ton kg K2O/ton ton org stof/ton
bron 1 bron 1 bron 1 bron 4
295 3,135 25 296 110
conversiefactor g CO2/tonkm bulk < 20 ton kg CO2/liter diesel kg CO2/kg CH4 kg CO2/kg N2O g CO2/tonkm bulk > 20 ton
bron CO2-PL CO2-PL
CO2-PL
subtotaal 1 Vermeden CO2 emissies N P2O5 K2O opslag C in de bodem
0,51 1,12 5,9 0,172
2960 g CO2/kg 1985 g CO2/kg 474 g CO2/kg
Ecoinvent 1.3 Ecoinvent 1.3 Ecoinvent 1.3
berekend 9,97 1,88 10,75 41,44 2,75 66,79
subtotaal 2
1,51 2,22 2,80 59,9 66,43
TOTAAL
0,36
kg CO2/ton compost kg CO2/ton compost kg CO2/ton compost kg CO2/ton compost kg CO2/ton compost kg CO2/ton compost
Bron 1: uit 1 ton groenafval wordt 0,74 ton compost geproduceerd
Bronnen bron 1 bron 2 bron 3 bron 4 bron 5
Levenscyclusanalyse groencompost: Dek k er, Zeeland en Paauw; UR Wageningen; maart 2010 Herziene levenscyclusanalyse voor GFT afval; Grontmij/IVAM; november 2004 Milieuanalyse vergisten GFT-afval; H v. Ewijk van IVAM; feb 2008 Biogas uit bermmaaisel: duurzaam en haalbaar?; Wageningen RU/Altera; 2010 Mogelijk heden van de DRANCO-technologie bij vergisting van GFT en gras, OWS, Gent, 25 november 2011. Project Grask racht, www.grask racht.be
Netto zorgt open compostering voor een CO2 emissie van 0,36 kg per ton compost, overeen komend met 0,26 kg CO2/ton maaisel/groenafval. Negatief in de broeikasgasbalans staan transport, elektriciteitsgebruik van de installatie en de emissie van methaan en lachgas. Positief op de balans staan de koolstofvastlegging in compost en kunstmestvervanging. Wordt er nog rekening gehouden met de vermeden CO2 emissies door uitsparing van gebruik van veengronden uit landen in Oost48 Europa, dan is de netto balans van CO2 vastlegging 99-142 kg CO2-eq per ton compost. Hinder omgeving 48
Bron: Compost, Carbon en Credits. Een verkennende discussienota. CLM Onderzoek en Advies BV. Culemborg, januari 2010 CLM 720 - 2010
Bij open composering is sprake van een besloten ruimte zodat de geuroverlast en stofemissie aanzienlijk verminderd ten opzichte van de open compostering, zoals voorheen gebruikelijk was. Ingevolge de VNG uitgave Bedrijven en milieuzonering bedragen de richtafstanden die bij voorkeur dienen te worden aangehouden tussen de terreingrens en een milieugevoelige functie (zoals wonen) bij GFT- en groenafval compostering: Tabel B3.1
Richtafstanden per milieuaspect bij compostering
Aspect hinder
Open compostering (capaciteit vanaf 20.000 ton)
Geur: Stof (luchtkwaliteit): Geluid: Gevaar (veiligheid):
200 meter 200 meter 100 meter 30 meter
Producten Voor compostering is er geen sprake van energieproductie, maar van vermeden energiegebruik: er hoeft geen veen/turf geïmporteerd te worden uit landen in OostEuropa. Daardoor wordt een energie besparing bereikt van circa 42 MJ/ton 49. Financiële aspecten De huidige marktprijs voor de verwerking van GFT en andere groenstromen ligt momenteel ongeveer tussen de € 25,- en € 30,- per ton.
49
Bron: http://www.lap2.nl/sn_documents/files/04%20LCA-LAP2/LCA_groenafval_achtergronddocument_ontwerpversie.pdf
Droge vergisting Techniek Droge vergisting wordt voornamelijk toegepast voor GFT- en goen-afval. I Bij batch vergisting wordt na afloop het uitgegiste materiaal verwijderd, waarna de vergister gevuld wordt met vers materiaal. Een deel van het uitgegiste materiaal blijft achter als ent. Een voorbeeld van batch vergisting is het Biocel-procédé van Orgaworld in Lelystad. Het proces van batch vergisting lijkt veel op tunnelcompostering. Alleen is compostering een aëroob en vergisting een anaëroob proces. Een belangrijk energetisch voordeel is dat er geen lucht toegevoerd hoeft te worden. De anaërobe bacteriën zetten het organische materiaal om in biogas. Per ton te vergisten materiaal wordt ongeveer 100 m 3 biogas verkregen. Doorgaans is dit een mesofiel proces, soms thermofiel50. Batch vergisting wordt vooral toegepast bij niet verpompbare biomassa, zoals groenstromen (droge vergisting). Continue vergisting vindt plaats bij de meeste vergisters waarvan de input verpompbaar is. De techniek kan ook voor droge stromen, zoals bermgras/groenafval worden toegepast. Het materiaal wordt dan eerst verkleind en in mengbakken “nat” gemaakt. Dit vindt bijvoorbeeld plaats bij de vergisters van de VAR en Meerlanden. In dit vergistingsproces wordt het te vergisten materiaal horizontaal (propstroom vb Kompogas, o.a. VAR) of vertikaal (gemengde vergister vb Dranco) door de reactor verplaatst. De verblijftijd is 15-30 dagen. Per ton te vergisten materiaal wordt circa 100 m3 biogas verkregen. Doorgaans is dit een thermofiel proces, soms mesofiel. Ruimtebeslag De installatie van Biocel is modulair in te richten en uit te breiden naar elke gewenste schaalgrootte. Het ruimtebeslag per ton groenafval is op basis van twee installaties 2 2 2 (10.000 m voor 35 kton en 15.000 m voor 30 kton) 0,38 m per ton verwerkingscapaciteit. Voor continue vergisters is het ruimtebeslag per ton bermgras/groenafval berekend op basis van het gemiddelde van zes installaties berekend op 0,17 m 2 per ton verwerkingscapaciteit. Broeikasgasbalans
50
Een mesofiel proces heeft een reactortemperatuur van 30 tot 40°C. De processen zijn vrij stabiel en de gasopbrengst is hoog. Hiervoor wordt vooral bij kleinschalige vergisters, omdat
mesofiele vergisters eenvoudiger te bouwen en te bedrijven zijn. Bij een thermofiel proces is de reactortemperatuur doorgaans 50 tot 60°C. Het thermofiel vergistingsproces is beduidend sneller en efficiënter dan de mesofiele vergisting, maar het proces is gevoelig en raakt snel verstoord. Thermofiele vergisting wordt in het algemeen alleen toegepast in het geval van grotere vergistingsinstallaties.
3
Met een eigen model hebben we de broeikasgasbalans bepaald voor het proces van open compostering. Gerekend is met een biogasproductie van 100 Nm per ton bermmaaisel/groenafval.
vergisten bermgras Bronnen CO2 emissies Transport van groenafval energiegebruik vergistingsinstallatie batch nacompostering Methaanemissie Transport digestaat Transport (afvoer compost) subtotaal 1 Vermeden CO2 emissies N P2O5 K2O opslag C in de bodem
Bron 5: biogasopbrengst is Bron 4: methaangehalte biogas
25 10 15 1% 25 25
6,8 1,12 7,8 172
km kWh/ton input kWh/ton input van biogasopbrengst km km
bron aanname bron 3 bron 3 bron 4 aanname aanname
kg N/ton kg P2O5/ton kg K2O/ton kg org stof/ton
bron 4 bron 4 bron 4 bron 4
295 0,455 0,455 25 110 110
conversiefactor g CO2/tonkm bulk < 20 ton kg CO2/kWh kg CO2/kWh kg CO2/kg CH4 g CO2/tonkm bulk > 20 ton g CO2/tonkm bulk > 20 ton
berekend 9,97 4,55 6,83 15,50 2,75 2,75 42,34
CO2-PL
subtotaal 2
20,13 2,22 3,70 59,9 85,95
TOTAAL
-43,61 100 m3/ton input 55%
2960 g CO2/kg 1985 g CO2/kg 474 g CO2/kg
bron CO2-PL CO2-PL CO2-PL
0,62 kg CH4/m3
Ecoinvent 1.3 Ecoinvent 1.3 Ecoinvent 1.3
kg CO2/ton compost kg CO2/ton compost kg CO2/ton compost kg CO2/ton compost kg CO2/ton compost kg CO2/ton compost kg CO2/ton compost
62 kg CH4
Bronnen bron 1 bron 2 bron 3 bron 4 bron 5
Levenscyclusanalyse groencompost: Dek k er, Zeeland en Paauw; UR Wageningen; maart 2010 Herziene levenscyclusanalyse voor GFT afval; Grontmij/IVAM; november 2004 Milieuanalyse vergisten GFT-afval; H v. Ewijk van IVAM; feb 2008 Biogas uit bermmaaisel: duurzaam en haalbaar?; Wageningen RU/Altera; 2010 Mogelijk heden van de DRANCO-technologie bij vergisting van GFT en gras, OWS, Gent, 25 november 2011. Project Grask racht, www.grask racht.be
Netto zorgt vergisting voor een CO2-vastlegging van ruim 43 kg per ton compost, overeen komend met 32 kg CO2/ton maaisel/groenafval. Negatief in de broeikasgasbalans staan transport, elektriciteitsgebruik van de installatie en de emissie van methaan en lachgas. Positief op de balans staan de vermeden
aardgasgebruik (productie biogas), koolstofvastlegging in compost en kunstmestvervanging. Wordt er nog rekening gehouden met de vermeden CO2 emissies door uitsparing van gebruik van veengronden uit landen in Oost-Europa, dan is de netto balans van CO2 vastlegging nog circa 100 kg CO2-eq per ton compost hoger51 Hinder omgeving Ingevolge de VNG uitgave Bedrijven en milieuzonering bedragen de richtafstanden die bij voorkeur dienen te worden aangehouden tussen de terreingrens en een milieugevoelige functie (zoals wonen) bij bio-energieinstallaties52 met een elektrisch vermogen < 50 MWe: Tabel B3.5
Richtafstanden per milieuaspect bij vergisting
Aspect hinder
Vergisting met WKK (capaciteit ca 60.000 ton)
Vergisting met groengas (capaciteit circa 60.000 ton)
Geur: Stof (luchtkwaliteit): Geluid: Gevaar (veiligheid):
100 meter 50 meter 100 meter 30 meter *
100 meter 50 meter 100 meter 30 meter
* mogelijk is het Bevi van toepassing
Voor het beoordelen van een biogas warmte-krachtinstallatie (WKK) is gebruik gemaakt van publicaties van Tauw BV53, Agentschap NL54, Infomil55 en het RIVM56. Voor de beoordeling van de milieuaspecten van groengasopwerking is gebruik gemaakt van de aanvraag milieuneutraal veranderen ingevolge de Wabo van Attero te Wijster57. 51 52
Bron: Compost, Carbon en Credits. Een verkennende discussienota. CLM Onderzoek en Advies BV. Culemborg, januari 2010 CLM 720 - 2010 Installaties voor covergisting, verbranding en vergassing van mest, slib, GFT en reststromen voedingsindustrie:
53
Tauw B.V., 2007. Onderzoek bepalen kentallen methaan en lachgas bij composteerbedrijven.
54
Agentschap NL, 2011. Handboek vergunningverlening co-vergisting van mest.
55
Infomil, 2005. Handreiking (co-) vergisting van mest.
56
RIVM, 2010. Veiligheid grootschalige productie van biogas.
57
Voor de uitbreiding van de vergunde vergistingscapaciteit van 30.000 ton/jaar GFT-afval naar 150.000 ton/jaar en na een opwerkingsstap het biogas inzetten als aardgas in het aardgasnet
of als vloeibaar gas op de markt brengen ten behoeve van transportdoeleinden, d.d. 27 april 2011.
Geur De geuremissie van groenafval is bij vergisting vergelijkbaar met compostering. De procesonderdelen waarin biogas aanwezig is, dienen gesloten te zijn uitgevoerd. Dit 58 geldt voor de vooropslag, de vergister , de biogasopslag, de gaszuivering/warmtekrachtinstallatie en de opslag van gas. Voorzover emissies niet voorkomen kunnen worden, zullen die vooral optreden via de overdrukbeveiliging of de fakkelinstallatie. Een overdrukbeveiligingsinstallatie dient om een eventuele overproductie aan biogas af te blazen. Bij het afblazen komt methaan vrij, met daarbij zwavelwaterstof, ammoniak en diverse geurcomponenten. 59 Om emissies bij het afblazen te verminderen kan de installatie met een fakkel worden uitgevoerd . De rookgassen van een eventuele WKK zijn ook een geurbron. Dit is een ander soort geur dan van de overige bronnen. Als er geurproblemen ontstaan door rookgassen ligt dat vaak aan slechte verspreiding van de "natte pluim" uit de afvoerleiding. De filtertechnieken die kunnen worden toegepast voor de geur van de mengruimte en de hygiënisatie zijn niet geschikt voor deze geurbron. Een oplossing voor geurproblemen door rookgassen kan eerder zijn het verplaatsen of hoger afvoeren van de afvoerleiding. Bij groengasopwerking is er geen geuremissie. Bij Attero wordt het biogas met behulp van een ventilator uit de fermentor gezogen. Hiermee wordt de fermentor op een zeer lichte onderdruk gehouden, waarmee wordt bereikt dat er geen gas (en geur) naar de omgeving kan ontsnappen.
Luchtkwaliteit De emissies van NH3, lachgas en CxHy zijn volgens Attero bij vergisting lager dan bij compostering. Onderzoek van Tauw wijst echter uit dat de methaanemissie juist hoger is en de emissie van lachgas vergelijkbaar is aan compostering.
58
Het dak van een vergister kan bestaan uit 2 lagen, waarvan de tussenruimte op overdruk wordt gehouden. De verdringingslucht die hierbij vrij komt kan geur bevatten en moet afgezogen
en eventueel gereinigd worden om geuremissie te voorkomen. Omdat de installatie gesloten is zal er bij een normale bedrijfsvoering verder geen geuremissie plaatsvinden. Om geuremissie te voorkomen is het een aandachtspunt dat bij onderhoud gecontroleerd wordt of de aanwezige watersloten bijgevuld moeten worden. 59
De keuze om een fakkel toe te passen is gerelateerd aan veiligheid, milieubescherming en economische factoren. Bij grotere installaties wordt geadviseerd wel de plaatsing van een fakkel
te eisen, tenzij de aanvrager een andere deugdelijke oplossing kan aandragen voor het opvangen van een eventuele overproductie van biogas (bijvoorbeeld een tweede warmtekrachtinstallatie of een uitgebreide bufferopslag).
Een vergisting met WKK geeft extra emissies naar de lucht ten opzichte van vergisting met groengasproductie. Het Besluit emissie-eisen middelgrote stookinstallaties (Bems) stelt eisen aan de uitstoot van onder andere stikstofoxiden (NOx), fijn stof en CO van warmtekrachtinstallaties, werkend met een zuigermotor gestookt op gasvormige brandstoffen zoals biogas. Het Besluit verbranden afvalstoffen (Bva) is niet van toepassing. Geluid Bij een installatie met WKK is de richtafstand voor geluid groter dan bij compostering. Ingevolge de VNG-handreiking zou een WKK op een geluidgezoneerd industrieterrein moeten liggen. Bij een vergistingsinstallatie met groengas opwerking is de richtafstand voor geluid overeenkomstig met de richtafstand voor compostering 60. Veiligheid Grootschalige biogasinstallaties kunnen een risico vormen voor de externe veiligheid. Dit risico wordt met name bepaald door de totale hoeveelheid biogas die aanwezig -6 is in de opslag en de samenstelling van het biogas. De afstand tot de plaatsgebonden risicocontour van 10 per jaar voor een grootschalige installatie is maximaal 50 meter gemeten vanaf het midden van de gasopslag/vergister. Deze (beperkte) afstand geldt voor grootschalige installaties met biogas waarvan het H2S-gehalte maximaal 1 vol% is 61. Uit het RIVM-rapport blijkt dat externe veiligheidsaspecten een rol spelen bij vergistingsinstallaties. De externe veiligheid is bij een vergister met WKK lager dan bij een composteringsinstallatie. Bovendien moet rekening worden gehouden met een separate gasopslag bij een WKK. Volgens de VNG-handreiking is mogelijk het Bevi van toepassing bij een WKK-installatie.
60
Uit de aanvraag van Attero blijkt dat de vergistinginstallatie en de schroefpersen voor de ontwatering beperkte, verwaarloosbare geluidsbronnen vormen. Door de nieuw te bouwen
biogasopwerkinstallatie (inclusief de (biogasgestookte) stookinstallatie) zou mogelijk een kleine bijdrage aan de geluidsemissie kunnen worden veroorzaakt, maar deze installatie komt in de plaats van 2 WKK-installaties. met een bronvermogen van elk 98,7 dB(A). De biogasopwerking heeft een lager geluidsvermogenniveau dan de beide geamoveerde WKK-motoren. De bijdrage van de (biogasgestookte) stookinstallatie (450 kW) bij de gasopwerking is verwaarloosbaar. 61
Voor een aantal fictieve grootschalige inrichtingen zijn berekeningen uitgevoerd met het rekenpakket SAFETI-NL.
Het Bems stelt eisen aan onderhoud en keuring van stookinstallaties, waaronder een biogas WKK. Het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken (Gebruiksbesluit) stelt een aantal algemene eisen om brandveiligheid te bevorderen 62. Belangrijk zijn de eisen aan de ruimte waar de WKK staat opgesteld. Producten In geval van vergisting, wordt biomassa omgezet in digistaat en biogas. Eén ton digistaat (residu na vergisting) levert dan circa 0,45 ton compost op63. Bij vergisting ontstaat biogas/groengas, digistaat en water. Het digistaat wordt nagecomposteerd, het water gezuiverd en geloosd. Eén ton biomassa levert dan op: 0,40 ton compost 0,10 ton residu 0,07 ton biogas (in geval van een WKK is dit 0, omdat het gas wordt verbrand) 0,40 ton water Compost en biogas worden dan beschouwd als de groene grondstoffen. Er zijn technologieën in ontwikkeling om mineralen en nutriënten uit het digistaat/water af te scheiden. Het gaat dan om maximaal enkele massaprocenten. Bij een installatie met een WKK wordt elektriciteit en warmte geproduceerd. Per ton groenafval komt dit neer op een energieproductie van 1.492 MJ. Voorheen werden vrijwel alle vergister voorzien van een WKK. Tegenwoordig is het (vanwege de SDE+ subsidiebedragen) andersom: de meerste installaties produceren groengas. Het biogas wordt dan gezuiverd tot aardgaskwaliteit. Per ton komt dit neer op een energieproductie van 1.899 MJ per ton groenafval. Financiële aspecten De beoogde uitbreiding van de Biocel installatie in Lelystad kost € 4 miljoen en heeft een verwerkingscapaciteit van 50.000 ton (€ 80,- per ton verwerkingscapaciteit). In het model is gerekend met een investering van € 108,- per ton verwerkingscapaciteit. Voor de opwerking van groengas komt daar nog € 20,- per ton verwerkingscapaciteit bovenop.
62
Biogas bestaat voor 55-60% uit het gas methaan. In een mengverhouding van 5-10% methaan en 90-95% lucht ontstaat een explosief mengsel. Als dit mengsel vervolgens ontstoken
wordt, is een ontploffing het resultaat. Het is van belang na te gaan in welke gevallen deze situatie zich kan voordoen, en welke maatregelen moeten worden opgelegd om een ontploffing te voorkomen. Aan de hand van de ATEX 137 richtlijn en de Nederlandse praktijkrichtlijn 7910-1, is een gevarenzone-indeling te maken met betrekking tot ontploffingsgevaar. De gevarenzonering hangt in de praktijk vooral af van de uitvoering van de biogasopvang. De Arbeidsinspectie ziet toe op de naleving van ATEX 137. 63
Bron: Milieueffectrapportage Landelijk Afvalbeheerplan 2002-2012, januari 2002, Afval Overleg Orgaan, Utrecht
Vergeleken met batch vergisting is de investering relatief hoog door de meer geavanceerde hardware en procesapparatuur. De installatie van de Kompogas installatie van de VAR met WKK kost € 9,5 miljoen en heeft een verwerkingscapaciteit van 70.000 ton (€ 136,- per ton verwerkingscapaciteit). De vergister van HVC met groengas opwerkinstallatie in Middenmeer kost € 20 miljoen en heeft een verwerkingscapaciteit van 80.000 ton (€ 250,- per ton verwerkingscapaciteit). In het model is gerekend met een investering van € 140,- per ton verwerkingscapaciteit. Voor de opwerking van groengas komt daar nog € 20,- per ton verwerkingscapaciteit bovenop. De onderhoudskosten bij een batch vergister zijn lager dan bij continue processen. De handling kosten van het materiaal zijn wel hoger, omdat het in en uit de boxen rijden waarschijnlijk meer kost dan bij continu processen. Gerekend is met een prijs voor de vergisting van ongeveer € 45,- per ton