j
Relaxed opnieuw aan het werk
Wen Geerts
Dag van de Opvoeder Kulak-Kortrijk 07/02/2013
1
Inhoud 1. ‘Energiehuishouding’ p.3 2. Ken jezelf p.4 3. Waardeer jezelf p.6 4. Maak keuzes + ja, maars….+ ‘idea killers’ + de creatiespiraal p.7 4.1 Opdracht 4.2 Ja, maars p.8 4.3 Idea-killers + overtuigingen p. 9 5. Ga over tot actie en zoek en meter/peter p. 12 6. Nog enkele tips p. 13 7. Bronnen p. 15 8. Bijlagen over drijfveren en het klavertje vier van de zelfzorg p. 16
We kunnen ons ontspannen door een dagje sauna, door een wandeling, door meditatie, door relaxatie-oefeningen, door ademhalingsoefeningen, door yoga, door een massage. En dat alles is prima, zalig! Zeker voor ons lichaam. Maar, veel van onze spanning begint bij onze gedachten. We denken iets negatiefs of onprettigs, krijgen daar een gevoel bij en als we diezelfde ideeën of gedachten vaak genoeg herhalen, ontstaan de negatieve spanning en de stress… De echte mentale ontspanning bereiken we niet enkel door lichamelijke ontspanning. Daarom neem ik jullie graag mee in volgende denkoefening (afgewisseld met lichamelijke oefeningen). We staan even stil bij onze energiehuishouding door te kijken naar onszelf. We gaan onszelf waarderen om van daaruit keuzes te kunnen maken en over te gaan tot actie. Dit noemen we het zogenaamde klavertje vier van de zelfzorg. Veel plezier en ontspanning gewenst!
2
1. ‘Energiehuishouding’
We ‘stoffen’ elkaar af… Ademhalingsoefening zittend
Adem in en denk ‘1’ Adem uit en denk ‘ontspan’ Adem in en denk ‘2’ Adem uit en denk ‘ontspan’ Herhaal dit tot aan 10 en tel dan weer af tot 1 Concentreer je alleen op je ademhaling, op het cijfer en het woord ‘ontspan’
Oefening: energie en bezieling op school Ga zitten, richt je aandacht naar binnen, en roep de film op van je werkdag op school. Bekijk deze film scène per scène, van voor het vertrek naar de school tot bij je thuiskomst. Kijk naar wat je voelt: plezier, frustratie, inspiratie… Wat gebeurt er met jou in elke scène? Na deze visualisatie, schrijf voor jezelf op: a. Wat ervaar je als je aan werk denkt? b. Welke aspecten van je werk zijn inspirerend, geven energie? c. Welke weerstanden en blokkades ondermijnen je bezieling/je energie? d. Hoe zorg je ervoor dat je energie stroomt gedurende een werkdag? -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Ons lichaam kent zijn eigen huishoudregels. Overtreden we de regels, dan volgen lichamelijke of psychische klachten. Vaak ondermijnen we onze eigen energiehuishouding doordat we te veel willen doen in te weinig tijd, of omdat we ons over-programmeren waardoor resultaten uitblijven en we steevast kampen met frustraties en teleurstellingen. Of omdat we niet doen wat in de lijn ligt van ‘onze bestemming’. Of omdat we van alles ‘moeten’. We doen dan aan ‘musturbation.’
3
Waar zitten de tijdrovers? bijv. mailverkeer, telefoongebruik, familieleden of vrienden die je node belasten, of onverwachte bezoeken die jou niet ontspannen waardoor je niet kunt uitvoeren wat je zelf wou, te veel administratie in de klas, verbeterwerk, te lange lesvoorbereidingen,… ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Waardoor gaat je energie weg: kijk naar waar je energielekken (intern en extern) zitten: door welke situaties op school of thuis, in welke contacten voel je dat er energie wegstroomt? Of welke dingen(gedachten, gevoelens) in jezelf zorgen hiervoor? ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Ook belangrijk is te kijken naar wat jou wel energie geeft en ervoor te zorgen dat je net dit niet schrapt in je agenda. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
2. Ken jezelf Tijd voor jezelf nemen, helpt om écht tot zaken te komen. We nemen even de tijd voor onszelf vandaag. Het hoeft geen stilte te zijn, het kan ook ‘nadenken over’ zijn. Jezelf kennen heeft te maken met bewust te worden wie we zijn. Op welk niveau van bewustzijn bevinden we ons nu? Visualisatie-oefening: naar een leuke plek..
•
Wat willen we nu écht?
•
Wat moet er nu echt?
•
Wat is voor mij werkelijk van belang?
Dat weten we zelf wel, wat helpt? Onszelf waarderen en van daaruit keuzes maken (3. en 4.)
4
Hoe we dan gaan delegeren en schrappen, zien we straks in puntje 4: keuzes maken. Eerst moeten we ervan overtuigd geraken dat we het waard zijn om voor te kiezen! Gunnen we onszelf de vrije ruimte om te kunnen ‘kansdenken’? Ik ben het waard om voor te kiezen/te zorgen! Volgens het Sanskriet gezegde ananda-mayo bhasyat is geluk het geboorterecht van elke ziel. Het is ons geboorterecht om gelukkig te zijn! Ken jezelf als vrouw: je wordt beïnvloed door je maan(d)cyclus! Elke week is anders. De kracht van een cyclisch wisselend ritme, van doen en laten, van creativiteit, opruimwoede en neerslachtigheid. Vrouwen als hordelopers, mannen als estafettelopers!
5
3. Waardeer jezelf
Zo zie ik mezelf
Zo ziet de ander mij Ik ben spontaan. Ik kan snel werken. Ik kan veel werk verzetten. Ik deel gemakkelijk. Ik bewaak mijn grenzen. Ik ben assertief. Ik ben realistisch. Ik kan goed organiseren. Ik werk precies. Ik ben gericht op orde. Ik ben dynamisch. Ik heb een grote wilskracht. Ik ben fijngevoelig. Ik heb een groot hart voor de leerlingen. Ik ben muzikaal. Ik ben sterk. Ik ben verwonderd. Ik ben technisch aangelegd. Ik ben vrolijk. Ik geniet gemakkelijk. Ik voel veel vertrouwen.
6
Opdracht: maak een lijstje van wat je allemaal bent, en leg hierbij de stem van je innerlijke criticus het zwijgen op. -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Het staat er nu zwart op wit. Ga rechtstaan en lees het lijstje luidop. Neem de verantwoordelijkheid ervoor op! Visualisatie-oefening: de boom
4. Maak keuzes + ja, maars… + ‘idea killers’ + de creatiespiraal
4.1 Opdracht: doe elke dag ten minste één belangrijk iets (=iets dat voor jou en jouw energiestroom belangrijk is), plan dit nu! Ik doe vanaf vandaag elke dag iets dat belangrijk is voor mij en dat is: -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------OF: Welke keuze maak ik vanaf nu om meer ontspannen te kunnen werken/leven? (lees evt. de bijlage over drijfveren) ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Iedereen weet dat van goede voornemens vaak weinig terecht komt, of dat – als we één keer ‘mislukken’ - we ons helemaal mislukt voelen en we er de brui aangeven. Je kan elke dag opnieuw beginnen (bijv: je bent gestopt met koffie drinken, en na twee weken drink je dan toch één keer koffie met een vriendin (jammer), maar de volgende dag start je opnieuw zonder koffie, oké je bent even uitgeschoven,… wees mild voor jezelf, maar je begint gewoon opnieuw i.p.v. het op te geven)
7
4.2 Je wil wel iets veranderen, maar er komen één of meerdere ‘ja, maars’ in je hoofd… Welke ‘ja, maars’ herken ik? Als je niet durft ‘willen’, ga je vaak meteen naar ‘dit zal toch niet kunnen’. Een keuze maken vraagt moed. En omgaan met twijfels. Op basis van onderstaand lijstje van veel voorkomende twijfels kies je die twijfel die jou het meest parten speelt: 1. 2. 3. 4. 5.
Ik ben bang voor de consequenties. Ik ben bang voor de reacties van anderen. Ik ben bang dat ik er spijt van krijg. Ik ben bang dat ik het niet zal kunnen. Ik ben bang er nog niet helemaal aan toe te zijn...
Of: 4.3 Je wil wel tot actie overgaan, maar je herkent één of meerdere van volgende ‘idea killers’ of overtuigingen: -
Daar heb ik nu geen tijd voor. Je moet dat realistisch bekijken. Ik wil geen fouten maken. Vroeger ging het toch ook goed? Ik ben niet creatief genoeg. Het is niet mijn verantwoordelijkheid. Er is meer onderzoek nodig. Ik heb dat al geprobeerd. Dat is niet logisch. De directie zal er niet achterstaan. Mijn collega’s verklaren me gek. Ik zal het in beraad houden. Ik kan het niet. Ik ben daar te min voor. …
Dit zijn idea-killers die komen vanuit ons onderbewustzijn, waar alles opgeslagen ligt aan ideeën over onszelf, overtuigingen, principes die we meekregen met veel goeie bedoelingen, maar die ons vasthouden in de situatie waar we in verkeren. Het is aan ons bewustzijn om het heft in handen te nemen door onszelf te bestoken met nieuwe en betere overtuigingen! We moeten onszelf als het ware heropvoeden… Eén van de mogelijkheden is te kijken naar die overtuigingen en wat eronder zit: We hebben allemaal overtuigingen. Dat is normaal en ze geven structuur en houvast aan ons leven. Ze maken de complexe realiteit van de wereld en de interacties met anderen en met onszelf iets eenvoudiger. Daarnaast houden overtuigingen over onszelf (en anderen) ons vaak tegen dingen aan te pakken die we kunnen veranderen. Ze helpen ons dan om iets te beschermen, maar helpen ons niet vooruit.
Welke overtuiging heb ik over mezelf of over anderen?
8
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------ ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Welke zorg zit hier onder? -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Hoe kunnen we de zorg garanderen en toch de nodige veranderingen aanbrengen? ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Een andere mogelijkheid is het volgen van de creatiespiraal:
Deze creatiespiraal is ontworpen door Marinus Knoope: www.decreatiespiraal.nl
9
Of: we brengen onze automatische gedachten in kaart met RET (Rationele Effectiviteitstraining): Sommige gedachten zijn er misschien wel tijdens je hele leven ingesleten. Effectieve gedachten heb je dus niet zomaar; je zult ermee moeten oefenen. Automatische gedachten herkennen: ‘Hé, daar is er weer één’, is al een hele stap. Het brengt je bij een keuzemoment: ga ik mee in de gedachte, of kies ik voor een effectieve gedachte die rust brengt? Uit: BOUWMAN I., Mindfulmama, Praktische mindfulness voor moeders, Spectrum, 2010
Vul onderstaande vragenlijst in. Doe één gedachte tegelijk. 1. Beschrijf de gebeurtenis die aanleiding gaf tot het onprettig gevoel. Probeer zo feitelijk mogelijk te zijn. -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
2. a. Ga na welke gevoelens je in die situatie had. Was je blij, bedroefd, bang of boos? Of had je nog een ander gevoel? ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------b. Welk gedrag hangt samen met dit gevoel? -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
3. Automatische gedachten: welke gedachten veroorzaakten dit gevoel? -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
4. Welke gevoelens zou je willen hebben? ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------10
5. Welk gedrag zou je willen hebben bij de automatische gedachte? -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
6. Welke gedachten horen bij het gedrag dat je zou willen hebben? -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
7. Ga na of er overdrijvingen of denkfouten in deze gedachten zitten. Je kunt dit te weten komen door jezelf volgende vragen te stellen, om je ‘automatische gedachten’ te onderzoeken. Is deze gedachte waar? --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Brengt deze automatische gedachte me bij mijn gewenste gedrag? --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Wie zou ik zijn zonder deze automatische gedachte ? ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------8. Zoek nu een reactie die beter past bij de gedachte of zoek een gedachte die realistischer is dan de gedachte die jou zo stoort en die leidt tot jouw gewenste gedrag.
Hoe oefenen? 1. Wen jezelf aan tweemaal per week een lijstje in te vullen. Oefen met één gedachte tegelijk. 2. Heb je een vervangende gedachte gevonden die werkt? Schrijf deze op. Plak haar in je agenda, op je computer, de spiegel. Valt je blik erop, herhaal haar dan in jezelf of hardop.
11
5. Ga over tot actie + zoek een peter/meter
‘Breng iedere dag enige tijd alleen door’ zegt de Dalai Lama.
Ik ga beter voor mijn ontspanning zorgen of ik doe elke dag iets dat belangrijk is voor mij door……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Ik laat me hierbij helpen door:…………………………………………………………………………………………………………………………………………………
We lezen ons actiepunt luidop in de groep. Je mag het schrijven op een half stevig blad en het mooi omkaderen… zodat je het ergens kan hangen om het niet te vergeten.
12
6. Nog enkele tips:
13
-
Een aanrader is: haast je niet, het heeft weinig effect. Uit onderzoek blijkt dat zich haasten zo’n minimaal tijdsverschil uitmaakt op de dagschaal, het is echt maar een kwestie van minuten. (+ je voelt je gestresst, gespannen, je werkt minder efficiënt,…)
-
Nog een aanrader: de lijst To Do’s vervang je best door een ‘aanschuifprogramma’. Je maakt een lijstje met acht dingen, je probeert af te werken wat prioritair is en wat niet af is, zet je meteen boven op het lijstje voor de volgende keer. Eén garantie: het voorkomt teleurstelling. Of je schrapt de dingen van je lijst die je toch niet zal doen.
-
Leren integreren, het samenbrengen van verschillende taken vb. fitnesscentrum met kinderopvang, vakantie met kinderopvang (Intersoc bijv.), steeds boek bijhebben voor alle dode momenten, de trein nemen en ondertussen iets lezen, boodschappen doen met de bakfiets, strakke lijstjes maken, praktische rugzak,…
-
Zorg voor ontspanning door een inspanning: niemand wordt beter van in de zetel neer te ploffen voor de tv. Gaan sporten – ook al voel je je (mentaal) erg moe, doet wonderen en zorgt ervoor dat je echt ontspant.
-
Eet gezond. Suikers zorgen voor een dip even nadat je iets zoets gegeten of gedronken hebt. Je hebt dan meer van hetzelfde nodig en je krijgt een loom gevoel. Je hebt minder zin om te gaan bewegen.
-
Accepteer dat je als vrouw beïnvloed wordt door je maan(d)cyclus. Elke week is anders: de kracht van een cyclisch wisselend ritme, van doen en niet doen… frustreer jezelf niet als je één week op vier niet zo productief bent, het is voldoende dat je er bent!
-
Doe dingen die je écht zelf leuk vindt en plan ze mee in je agenda. Bijv. buiten strijken en de wind voelen i.p.v. binnen blijven staan, elke zaterdag je lievelingsserie bekijken op TV, regelmatig dag gaan wandelen met vriendin, elke vrijdagavond met partner iets gaan eten of drinken, per fietsen of met de tram naar de stad,..
-
Je denken veranderen a.d.h.v. een motto: zoek één dat bij jou past en visualiseer het, teken, schilder, boetseer,… en zet het ergens neer waar je het vaak ziet staan/hangen,…
-
Een half uurtje per dag alleen voor jezelf: een bad, een telefoon met iemand, een wandeling, even fietsen, shoppen, muziek, een ontspannend boek,… gun jezelf die tijd alsof je met je beste vriend/in op stap bent.
-
Als je stresserende gedachten krijgt (ik moet nog dit en dat, kwaadheid, ergernis,…) probeer dan je aandacht naar buiten te richten, op je omgeving. Zo gauw je voelt dat je stressniveau stijgt, beschrijf dan iets wat je heel gedetailleerd kan zien (doe het eventueel luidop) bijv.:
‘Ik zie een poster aan de muur. Het is een man met een staf in de linkerhand en een stok met knapzak over de rechterschouder. De man loopt in de richting van de zon, met zijn rug naar mij toe. Er is ook een logo in de rechterbenedenhoek. De poster is met vierwitte punaises aan de muur bevestigd.’ Als je buiten bent, kan je je concentreren op bijv. geluiden die je hoort. Doe dit zo gedetailleerd mogelijk, omdat dit je geest afleidt van stresserende gedachten. -
‘Piekertijd’ Maak hiervoor elke avond 15 minuten vrij. Dat is jouw tijd om te piekeren over die dingen waarover je je in de loop van de dag zorgen hebt gemaakt. Dus als je overdag begint te piekeren over iets, stop daar dan mee en neem je voor om dit op te sparen voor je ‘piekertijd’ ’s avonds. Bij het begin van je ‘piekertijd’ probeer je te denken aan datgene waarover je eerder was beginnen piekeren en probeer je bewust daarover te piekeren. Het kan best dat je je niet eens meer herinnert wat het was. Misschien vind je het de moeite niet meer. En zelfs als je het je nog herinnert, kan het best dat je het moeilijk vindt om er nu over te piekeren.
14
7. Bronnen
-
BOUWMAN I., Mindfulmama, praktische mindfulness voor moeders, Spectrum, 2010
-
CLEMENT J., Inspirerend coachen, de kunst van het dynamisch en uitdagend communiceren, Uitgeverij LannooCampus, 2008
-
COMPERNOLLE T., Stress, vriend en vijand, de aanpak van stress, thuis en op het werk, Uitgeverij Lannoo/Tielt, 2006
-
Cursus ‘Stressbeheersing’, ISWLimits in samenwerking met CM (zie website van de CM voor cursussen in de buurt)
-
Hellinckx L. en Geerts W., cursus zelfzorg, Rotonde, Brasschaat
-
Northrup Christiane, dr., Vrouwenlichaam Vrouwenwijsheid, Altamira-Becht/Haarlem, 2009
-
Right Management Consultants, Voor mezelf zorgen/mezelf versterken
-
Rock I., Je wordt wat je denkt, Uitgeverij Lannoo/Tielt, 2009
-
Event van Inge Rock en Paul Martinelli op 20 en 21 oktober 2012 in Leuven
-
Coachingscursus bij Annemieke der Kinderen , oktober 2012 Interessante links: www.compernolle.com (in het Engels, alles over het werk van Theo Compernolle, stressspecialist) www.icas.be (psychosociaal welzijn van werknemers bevorderen) www.vacature.com/art1103 (alles over stress op het werk) www.gezondheid.be (de gezondheidssite van Vlaanderen) www.ingerock.be (persoonlijke groei en ontwikkeling, bereiken van je doelen) www.centerforselfmanagement.be (cursus selfmanagment: leiderschap over jezelf) www.annemiekederkinderen.nl (voor individuele coaching en persoonlijke ontwikkeling) www.innekegeerts.be (voor stemwerk en heling)
15
Bijlage 1 : Drijfveren
Je laat je niet de hele dag leiden door wat je inspireert. Soms laat je je meer leiden door angst (bijv om buitengesloten te worden), soms door de behoefte aan zekerheid etc. Dit zijn drijfveren, motoren die richting geven aan je dagelijks handelen, zij zijn de motivaties waarom we dingen doen. Er zijn vele soorten drijfveren. Meestal laat je je ook door meer dan 1 drijfveer leiden. Je kunt bijv gaan sporten met iemand uit gewoonte, of omdat je met die persoon iets samen wil doen, of omdat je behoefte hebt aan beweging. 1.
EGODRIJFVEREN
Zorgen ervoor dat we overeind blijven, dat we grond hebben onder de voeten. Gericht op zelfbehoud, om ons “ik” te handhaven. Ze leggen een fundament voor ons functioneren in de wereld. Behoeften Wensen om iets te verkrijgen dat het “ik” nodig heeft om zich te handhaven: zekerheid, erbij horen, rust, liefde, ruimte, comfort, bevestiging, bezit, vrijheid, gezelligheid, aandacht, macht, vertrouwen, fysiek contact, status, waardering, controle, bescherming, sociale contacten, seks, zeggenschap, erkenning. Een onbevredigde behoefte kan leiden tot frustraties en inschattingsfouten. Het is goed behoeften in kaart te brengen omdat ze anders in de achtergrond blijven als onbewuste drijfveren. Iemand kan zich op het 1ste zicht laten leiden door wat de school nodig heeft terwijl daarachter een sterke behoefte schuil gaat om zich onmisbaar te maken bijv. Gevoelens Directe impulsen die in ons opwellen. We kunnen ons laten leiden door primaire emoties als boosheid, angst, verdriet, blijheid. Soms verdwijnen die gevoelens weer na korte tijd, of soms vormen ze jarenlang een motor voor ons gedrag. Zo kan iemand jaren in een onbevredigende werksituatie blijven vanuit angst. Onderdrukte gevoelens zijn een ondermijnende drijfveer, die afhoudt van bezieling. Patronen en gewoonten Komen voort uit de opvoeding, soort onderwijs, beroep etc. Gedragspatronen kunnen tot normen worden. Patronen en gewoonten bieden veiligheid. Maar ingeslepen patronen (reactie-patronen) kunnen ook ineffectief worden, achterhaald. Vroegere ervaringen Daarbij gaat het niet om de gebeurtenis zelf, maar om je reactie erop of de betekenis die je eraan geeft. Wat in het heden doorspeelt neemt vaak de vorm aan van een standaardreactie.
16
Normen en verwachtingen Normen die we hebben meegekregen. Bijv. “bij ons beheers je je gevoelens.” Normen zijn wegwijzers maar kunnen ook verstikkend zijn. Verwachtingen van anderen kunnen subtieler zijn dan normen. Vaak niet uitgesproken, voel je ze aan. Eigenbelang Zijn in tegenstelling tot behoeften, gevoelens, patronen meestal meer weloverwogen. Bij een belang is er een persoonlijke winst in het spel. Bijv. het aanvechten van een onrechtvaardige beslissing, salarisonderhandeling etc. Opkomen voor jezelf. Egodrijfveren - samenvattend Egodrijfveren kunnen voldoening geven en het vervullen ervan kan leiden tot tevredenheid. De dingen blijven zoals ze zijn: veilig, comfortabel en voorspelbaar. Maar ze kunnen ook een gevoel geven van machteloosheid. Egodrijfveren leiden meestal niet tot bezieling, kunnen soms zelf bezieling in de weg staan. Bijv. behoefte aan zekerheid kan je ervan weerhouden een nieuwe draai te geven aan je loopbaan. Iemand die zich uitsluitend door deze drijfveren laat leiden zal nauwelijks groei doormaken en weinig bezieling kennen.
2.
ONTWIKKELINGSDRIJFVEREN
Drijfveren die ons richten op leren en groeien waarbij het gaat om het verbreden, het ontwikkelen van de “ik” die via de egodrijfveren een basis heeft. Woorden als “kiezen” en “willen” horen sterk bij deze drijfveren. Invloed Willen laten zien wie we zijn, onze stempel willen drukken. Door invloed uit te oefenen geven we richting, wat inspirerend kan werken. Deze drijfveer ligt dicht bij de egodrijfveren, niet zelden zit achter het uitoefenen van invloed willen een behoefte aan macht bijv. De ontwikkelingsdrijfveer “invloed uitoefenen” is ingegeven door een “ik” die iets wil, maar het gaat hierbij niet alleen om persoonlijke opbrengst, je wil buitenaf iets veranderen. Doelen Een concrete situatie in de toekomst die je wilt bereiken – bewust en weloverwogen. Daarmee geven we richting aan de periode die voor ons ligt. Een doel is een drijfveer als we er ons in onze handelingen en keuzes door laten leiden. Deze drijfveer leidt vaak tot bezieling (als we zelf invloed hebben op het bepalen van de doelen). Kwaliteiten Doen waar je goed in bent. Het beste van jezelf inzetten betekent een bron van bezieling.
17
Aandachtspunten: -
Er is een inzicht nodig wat echt kwaliteiten zijn, en wat aangeleerd gedrag is. Als je iets ervaart als een “moeten” is het waarschijnlijk geen kernkwaliteit.
-
Wanneer je steeds terugvalt op het doen waar je goed in bent bestaat het risico dat je geen andere kwaliteiten ontwikkelt. Je kunt dan ook verstarren of zelfs doorslaan in die ene kwaliteit, het wordt dan een valkuil.
Willen leren De wens om iets nieuws te ontdekken en je dat toe te eigenen. Ontwikkelingsdrijfveren – samenvattend Deze drijfveren zijn de belangrijkste reden om van werk of opdracht te veranderen. Ze zijn opwindend, spreken mensen aan op willen en kiezen, op zijn persoonlijke autonomie. Mensen die zich hierdoor in hoge mate laten leiden zijn meestal gedreven. Van ontwikkelingsdrijfveren gaat meer bezieling uit dan van egodrijfveren. De vervulling komt voor een belangrijk deel door vrijheid en zelfbepaling. Diepgang, hartstocht en verbinding zijn echter typisch woorden die we terugvinden bij zielsdrijfveren.
3.
ZIELSDRIJFVEREN
Die drijfveren waardoor we ons richten op dat wat werkelijk belangrijk en nastrevenswaardig voor ons is. Ze gaan niet over mogelijkheden (wat zou kunnen?) maar over wat we werkelijk willen. Ze brengen ons ertoe om in ons hart te kijken en te onderzoeken wat voor ons in het leven werkelijk waarde heeft. Leven vanuit zielsdrijfveren zorgt ervoor dat we een leven leiden dat betekenis heeft. We houden ons niet alleen bezig met onszelf maar ook met de wereld om ons heen en zijn bereid daar een zekere verantwoordelijkheid voor te nemen. In tegenstelling tot ontwikkelingsdrijfveren kiezen we onze zielsdrijfveren niet zo bewust. Je bestemming is iets wat je kunt ontdekken maar niet kunt creëren. Een stevige basis (egodrijfveren een plaats geven) is een belangrijke voorwaarde om niet te gaan “zweven”. Ook is het belangrijk dat je je ontwikkelt (ontwikkeldrijfveren) anders verval je in een éénzijdig idealisme. Dromen en verlangens Zaken die we met heel ons hart wensen, waarover we fantaseren, die onze verbeeldingskracht wakker roepen. Ze maken dat mensen moeilijke periodes overbruggen en kunnen aanzetten tot een enorme dadendrang. Op weg gaan richting de vervulling van je droom is in zichzelf bezielend.
18
Idealen Voorstellingen van iets in de toestand van volmaaktheid. Streven naar idealen is vaak streven naar iets onbereikbaar maar wel nastrevenswaardig. Deze drijfveer maakt dat je je verbonden voelt met anderen en met toekomstige ontwikkelingen. Creatieve aspiraties De wens om iets te scheppen dat er nog niet is. Bijv een artistiek iets, of een product, een dienst, een theorie, een bedrijf etc. Deze drijfveer doet een appèl op de scheppende kracht in ieder van ons. Je laat je niet alleen leiden door wat je voor ogen hebt (je doel) maar ook door krachten die je niet in de hand hebt: inspiratie, toeval, invallen, ontvankelijkheid.. Persoonlijke waarden Zaken die niet alleen voor onszelf maar in het algemeen nastrevenswaardig zijn. Waarden verwijzen naar dat wat goed en belangrijk is. Je laten leiden door waarden houdt in dat je die dingen centraal stelt die er voor jou echt toe doen. Bijv. Verantwoordelijkheid, bescheidenheid, autonomie, deskundigheid etc. Iemand die gedreven wordt door zijn waarden, laat zich niet leiden door wat prettig of uitdagend zou zijn maar door wat “goed” en “juist” is in de gegeven situatie. Soms dwingt een situatie je om van je waarden af te wijken, en andere belangen voorop te stellen. Waarden geven een streefrichting aan, ze zijn nooit vervuld, en ze zijn per definitie relatief. Soms zeggen mensen waarden te hebben, maar ze laten er zich niet door leiden (bijv. oog hebben voor leerlingen). Of sommigen vatten waarden op als iets wat ze graag zelf willen hebben, dus als een behoefte. Het verschil met normen is dat normen specifiek, concreet, dwingend en controleerbaar zijn. Waarden zijn abstract, niet specifiek ingevuld, nooit klaar en laten je de ruimte om steeds opnieuw invulling te geven aan het begrip al naargelang de situatie. Als je je laat leiden door je waarden ontstaat er bezieling. Waarden raken immers aan dat wat we diep in ons hart belangrijk vinden. Visie Een beeld van een mogelijke en wenselijke toekomst. Je kunt een visie hebben op het werk dat je doet, op het vak dat je geeft, op de functie die je vervult. Je te laten leiden door je visie maakt dat je iets van jezelf in je werk legt, en dan gaat daar bezieling van uit. Bestemming De diepere bedoeling van je leven. Je missie, je eigen opdracht in het leven, het beste van jezelf geven in de omgeving waarin je leeft en werkt. Als je je laat leiden door je bestemming neem je actief verantwoordelijkheid voor je gaven, en zet je ze in om bij te dragen aan anderen. Als je doet wat je het diepste bent, zul je een sterk bezield mens zijn. 19
Je bestemming is niet een doel, maar ontwikkelt zich gedurende een mensenleven. Bestemming is een eigenheid die er al was van bij het begin. Je bestemming vinden is thuiskomen bij jezelf. Het vormt het grotere kader waarbinnen je handelen zin krijgt. Tips om je meer door je ontwikkelingsdrijfveren te laten leiden
1. WEES VERANTWOORDELIJK Schuif de verantwoordelijkheid niet af op een ander. Vraag je af wat jij kunt doen om de situatie te veranderen
2. VRAAG FEEDBACK Vraag je leidinggevende of collega’s advies over wat je beter zou kunnen doen in je werk. Vraag je partner wat die anders zou willen zien in je gedrag.
3. ONTWIKKEL JE KWALITEITEN Wees je bewust van je kwaliteiten, wees er trots op. Zoek naar gelegenheden om je kwaliteiten in te zetten. Als je je valkuil of allergie tegenkomt, zoek dan naar een evenwicht tussen je kernkwaliteit en je uitdaging.
4. NETWERK Zoek drie mensen op die je graag beter zou leren kennen.
5. LEER VAN ANDEREN Observeer mensen in je omgeving die van alles tot stand brengen en invloedrijk zijn. Hoe doen zij dat?
6. ‘STAND TALL’ Observeer je lichaamshouding, je stem, je uitstraling. Als je je onzeker voelt, ga dan rechtop staan (of zitten) en haal diep adem. Word je bewust van de ruimte van je lichaam en neem die in.
7. BLIJF LEREN Meld je aan voor een cursus of studiedag. Zoek een coach of vraag een meer ervaren collega om je mentor te zijn.
20
8. ONDERZOEK JE INVLOED Onderzoek en benoem je invloed op situaties. Durf ze helemaal te dragen.
9. BEGINNER’S MIND Onderneem iets waarin je een beginner bent. Verwacht niet van jezelf dat je het meteen goed doet, maar ervaar je onhandigheid. Sta stil bij je leerervaring.
10. GA OP REIS Reis naar een vreemd land. Zo doorprik je vanzelfsprekendheden.
Tips om je meer te laten leiden door je zielsdrijfveren
1. WEES ALLEEN Een bezield leven vraagt dat je regelmatig tijd en ruimte neemt voor wat de ziel nodig heeft. Voed de ziel regelmatig. Neem tijd om alleen te zijn. Ga eens alleen weg of op reis, of bouw wat momenten in in je dag, waarop je alleen kunt zijn.
2. DOE AF EN TOE NIET(S) Geef je aandacht aan wat hier en nu gebeurt. Grijp niet in op de natuurlijke loop der dingen. Aandachtig leven betekent dat je openstaat voor wat er op je afkomt. De ziel kan zich pas onthullen wanneer we de tijd niet vullen met bezigheden die onze aandacht vragen.
3. MAAK TIJD VOOR STILTE Gun jezelf regelmatig rust door de prikkels van buitenaf te stoppen. Concentreer je bewust op één ding, mediteer, richt je blik naar binnen zonder oordeel.
4. CREËER AFSTAND Hou een dagboek bij waarin je al schrijvende tot de essentie probeert te komen. Of schrijf je levensverhaal.
5. EER DE PRINCIPES VAN WEDERKERIGHEID EN VERBINDING Geef regelmatig iets van jezelf aan anderen zonder de intentie om terug te krijgen.
6. STIMULEER JE CREATIEVE ZELF Stap per dag 3x bewust uit een routine. Maak iets met je handen. 21
Verzin minstens drie oplossingen als je er maar één nodig hebt. Lees over nieuwe onderwerpen.
7. OMRING JEZELF Zoek zielsverwanten op. Zorg dat er mensen zijn met wie je je diepste waarden kunt delen.
8. BLIJF ONDERWEG Richt je meer op hoe je de dingen doet, dan op wat je doet of wat je ermee wilt bereiken. Bezieling ligt niet in het bereiken van doelen, maar in de manier waarop we er naar toe werken.
9. LAAT RUIMTE VOOR VRAGEN De ziel houdt van oningevulde vragen. Niet het antwoord maar een vraag voedt de ziel. In plaats van analyse van problemen, zoeken naar oplossingen, verklaren van situaties. Richt de aandacht volledig op (schijnbare) paradoxen in wat gebeurt, op vragen die verruimend werken. Gun je geest die openheid en flexibiliteit.
10. ‘BREATHE, MY DEAR’ Vecht niet. Vlucht niet. Blijf staan, observeer, en adem.
22
Bijlage 2: klavertje vier van de zelfzorg
Ken jezelf
Actie
Waardeer jezelf
Maak keuzes
Ja, ….maar
23