Rekenprofiel Kwalificatiedossier Parketteur
Johan de Wittlaan 11 Postbus 394 3440 AJ Woerden T (0348) 466 440
[email protected] www.shm.nl
Inleiding bij het rekenprofiel van het kwalificatiedossier Parketteur In dit rekenprofiel zijn de beroepsgerichte rekenvaardigheden uitgewerkt die essentieel zijn voor de werkzaamheden van de Parketteur op niveau 2 en 3. Dit rekenprofiel is een servicedocument bij het kwalificatiedossier Parketteur. Het kan gebruikt worden als ondersteuning bij het aanleren en/of beoordelen van beroepsgerichte rekenhandelingen. Gebruikmaken van een rekenprofiel is niet verplicht. Bij de beroepsgerichte rekenhandelingen staat aangegeven welke van de vier hoofdcategorieën van 1 het Referentiekader taal en rekenen van toepassing is. In deel D van het kwalificatiedossier staan de niveaus van de beroepsgerichte rekenhandelingen genoemd. Deze niveaus kunnen afwijken van de 2 landelijk bepaalde generieke niveaus . Voor de beroepsgerichte rekenvaardigheden van de Parketteur niveau 2 geldt: 1. Getallen 2F 2. Verhoudingen 1F 3. Meten en Meetkunde 2F 4. Verbanden 1F Voor de beroepsgerichte rekenvaardigheden van de Allround parketteur niveau 3 geldt: 1. Getallen 2F 2. Verhoudingen 1F 3. Meten en Meetkunde 2F 4. Verbanden 2F Voor elk niveau is een rekenprofiel opgesteld en in dit document opgenomen. In het rekenprofiel wordt telkens in de linkerkolom een overzicht gegeven van de beroepsgerichte rekenhandelingen van de Parketteur. Bijvoorbeeld: Kan instructies begrijpen en opvolgen over de locatie van een materiaal of gereedschap. In de rechterkolom staat de overeenkomende categorie en het overeenkomende niveau uit het Referentiekader taal en rekenen. Bijvoorbeeld: Meten en Meetkunde 1F. Lees voor een uitgebreide uitleg over de rekenprofielen het document Handleiding bij de rekenprofielen voor de hout- en meubelbranche (www.shm.nl/taalenrekenen).
1
Meijerink, H.P., J.F. Letschert, G.C.W. Rijlaarsdam, H.H. van den Bergh & A. van Streun (2009) Referentiekader taal en rekenen. www.steunpunttaalenrekenenmbo.nl Kaders & Regels Referentiekader 2 Naast beroepsgerichte rekenvaardigheden zijn er ook generieke rekeneisen geformuleerd voor mbo-deelnemers. Dit zijn de rekenvaardigheden die deelnemers moeten beheersen om in de maatschappij te kunnen functioneren en om eventueel door te kunnen stromen naar een hoger onderwijsniveau. Deze eisen zijn niet in het rekenprofiel opgenomen, maar worden beschreven in het Referentiekader taal en rekenen.
2
Rekenprofiel Parketteur Niveau 2 Werkproces
Rekenhandeling
Categorie en niveau uit Referentiekader
Alle werkprocessen
Kan spreken over en is bekend met de betekenis van voorkomende getallen
Getallen 2F Meten en Meetkunde 2F Verhoudingen 1F
Kan spreken over en is bekend met de betekenis van voorkomende maten en afmetingen, omtrek, oppervlakte, inhoud, vlakke en ruimtelijke figuren en veelgebruikte meetkundige begrippen Kan spreken over en is bekend met de betekenis van voorkomende tijdsaanduidingen Kan spreken over en is bekend met de betekenis van verhoudingen 1.1
Neemt de werkbon, planningen en materiaalstaten door en interpreteert deze
Verbanden 1F Meten en Meetkunde 2F
Neemt eventuele tekeningen door en interpreteert deze 1.1
Berekent afmetingen, oppervlakte, omtrek en inhoud van ruimtes en berekent de benodigde hoeveelheden materialen voor het opstellen van de materiaalstaat en telt hier een extra percentage bij op in verband met te verwachten verliezen, rekeninghoudend met eenvoudige legpatronen
Getallen 2F Verhoudingen 1F Meten en Meetkunde 2F
1.1
Geeft de berekende aantallen, hoeveelheden en afmetingen van benodigde materialen weer in een materiaalstaat
Verbanden 1F
Stelt een gereedschapsstaat op 1.1, 1.2, 1.4, 1.7-1.9, 1.12, 1.13
Is bekend met begrippen en maten omtrent druk (bar, Pascal, N/cm2) en kan deze maten in elkaar omrekenen
Meten en Meetkunde 2F
1.2, 1.11
Schat of berekent dat hij niet meer gewicht hoeft te tillen dan is toegestaan volgens de arbo
Meten en Meetkunde 1F
1.2
Kan de materiaalstaat en/of gereedschapstaat aflezen en hiermee de benodigde materialen en gereedschappen verzamelen
Verbanden 1F
1.2
Kan onvoldoende voorraad constateren
Meten en Meetkunde 1F
1.2, 1.11
Houdt rekening met de afmetingen en de vorm van de materialen bij het stapelen van de materialen op/in het (interne) transportmiddel
Meten en Meetkunde 1F
1.2, 1.11
Kan indien nodig de route naar de locatie bepalen
Meten en Meetkunde 1F
1.3
Meet de temperatuur en luchtvochtigheid van de ruimte
Getallen 2F Meten Meetkunde 2F Verbanden 1F
Meet de sterkte, vlakheid en het vochtgehalte van de ondervloer
3
Bepaalt hoeveel de gemeten waardes afwijken van de standaard en bepaalt of deze afwijking acceptabel is Rapporteert de metingen en vult een inspectierapport in 1.4
Vult het planningsformulier in Berekent/schat hoeveel tijd hij maximaal nodig heeft voor de werkzaamheden, rekeninghoudend met droogtijden
Verbanden 1F Getallen 2F Meten en Meetkunde 1F
1.5, 1.6, 1.7, 1.10
Beredeneert en berekent hoe zo efficiënt mogelijk uit het beschikbare materiaal de benodigde tussenvloer, parketvloer of randafwerking verkregen kan worden, zodat zo min mogelijk verspilling plaatsvindt, en bij parketvloeren rekeninghoudend met eenvoudige legpatronen
Meten en Meetkunde 2F
1.5, 1.6, 1.7, 1.10
Schrijft indien nodig de maten nauwkeurig op het materiaal voor de tussenvloer, parketvloerdelen, randafwerking of vervangende delen af (met behulp van bijv. verstek-, schrijf-, zwaaihaak, (steek)passer, rolmaat, duimstok of schuifmaat)
Meten en Meetkunde 2F
Meet de parketvloerdelen, tussenvloer en randafwerking in 1.5, 1.6
Meet uit waar de bevestigingsmiddelen moeten komen
Meten en Meetkunde 2F
1.5-1.10
Kan inschatten of zijn eigen werkzaamheden volgens planning vorderen of dat er sprake is van (tijds)druk of onvoorziene situaties
Meten en Meetkunde 1F
1.6
Kan legvoorschriften/tekeningen/plattegronden interpreteren en vertalen naar de situatie (alleen eenvoudige legpatronen)
Meten en Meetkunde 2F
Kan uitmeten waar hij begint, kan hartlijnen en kan het eenvoudige legpatroon uit zetten en kan daarbij hoeken meten en loodlijnen uitzetten 1.12
4
Kan indien nodig schatten of een opbergruimte voldoende ruimte biedt voor op te ruimen restmaterialen
Meten en Meetkunde 1F
Rekenprofiel Allround parketteur niveau 3 Werkproces
Rekenhandeling
Categorie en niveau uit Referentiekader
Alle werkprocessen
Kan spreken over en is bekend met de betekenis van voorkomende getallen
Getallen 2F Meten en Meetkunde 2F Verhoudingen 1F
Kan spreken over en is bekend met de betekenis van voorkomende maten en afmetingen, omtrek, oppervlakte, inhoud, vlakke en ruimtelijke figuren en veelgebruikte meetkundige begrippen Kan spreken over en is bekend met de betekenis van voorkomende tijdsaanduidingen Kan spreken over en is bekend met de betekenis van verhoudingen 1.1
Neemt de werkbon, planningen en materiaalstaten door en interpreteert deze
Verbanden 1F Meten en Meetkunde 3F
Neemt eventuele tekeningen door en interpreteert deze 1.1
Berekent afmetingen, oppervlakte, omtrek en inhoud van ruimtes en berekent de benodigde hoeveelheden materialen voor het opstellen van de materiaalstaat en telt hier een extra percentage bij op in verband met te verwachten verliezen en rekeninghoudend met complexe legpatronen
Getallen 2F Verhoudingen 1F Meten en Meetkunde 3F
1.1
Geeft de berekende aantallen, hoeveelheden en afmetingen van benodigde materialen weer in een materiaalstaat
Verbanden 1F
Stelt een gereedschapsstaat op 1.1, 1.2, 1.4, 1.7-1.9, 1.12, 1.13
Is bekend met begrippen en maten omtrent druk (bar, Pascal, N/cm2) en kan deze maten in elkaar omrekenen
Meten en Meetkunde 2F
1.1
Rekent na of de gegevens in de planningen, materiaalstaten en eventuele tekeningen kloppen
Getallen 2F
1.1
Berekent of de werkzaamheden uit te voeren zijn qua wacht- en werktijden en stelt de werkvolgorde vast
Meten en Meetkunde 1F
1.2, 1.11
Schat of berekent dat hij niet meer gewicht hoeft te tillen dan is toegestaan volgens de arbo
Meten en Meetkunde 1F
1.2
Kan de materiaalstaat en/of gereedschapstaat aflezen en hiermee de benodigde materialen en gereedschappen verzamelen
Verbanden 1F
1.2
Kan onvoldoende voorraad constateren
Meten en Meetkunde 1F
1.2, 1.11
Houdt rekening met de afmetingen en de vorm van de materialen bij het stapelen van de materialen op/in het (interne) transportmiddel
Meten en Meetkunde 1F
1.2, 1.11
Kan indien nodig de route naar de locatie bepalen
Meten en Meetkunde 1F
5
1.3
Meet de temperatuur en luchtvochtigheid van de ruimte Meet de sterkte, vlakheid en het vochtgehalte van de ondervloer
Getallen 2F Meten Meetkunde 3F Verbanden 2F
Bepaalt hoeveel de gemeten waardes afwijken van de standaard en bepaalt of deze afwijking acceptabel is Rapporteert de metingen en vult een inspectierapport in Meet in voorkomende gevallen de kruipruimte op en berekent of de ventilatie in de kruipruimte voldoende is 1.3, 1.6
Kan vuistregels hanteren, bijvoorbeeld bij het bepalen van hoeken (3-4-5)
Verbanden 2F
1.4
Vult het planningsformulier in
Verbanden 2F Getallen 2F Meten en Meetkunde 1F
Berekent/schat hoeveel tijd hij maximaal nodig heeft voor de werkzaamheden, rekeninghoudend met droogtijden, en deelt bij meerdere personen de taken in 1.5, 1.6, 1.7, 1.10
Beredeneert en berekent hoe zo efficiënt mogelijk uit het beschikbare materiaal de benodigde tussenvloer, parketvloer of randafwerking verkregen kan worden, zodat zo min mogelijk verspilling plaatsvindt en bij parketvloeren rekeninghoudend met mogelijk complexe legpatronen
Meten en Meetkunde 3F
1.5, 1.6, 1.7, 1.10
Schrijft indien nodig de maten nauwkeurig op het materiaal voor de tussenvloer, parketvloerdelen, randafwerking of vervangende delen af (met behulp van bijv. verstek-, schrijf-, zwaaihaak, (steek)passer, rolmaat, duimstok of schuifmaat)
Meten en Meetkunde 3F
Meet de parketvloerdelen, tussenvloer en randafwerking in 1.5, 1.6
Meet uit waar de bevestigingsmiddelen moeten komen
Meten en Meetkunde 3F
1.5-1.10, 2.3
Kan inschatten of zijn eigen werkzaamheden en of de werkzaamheden van de anderen volgens planning vorderen of dat er sprake is van (tijds)druk of onvoorziene situaties
Getallen 2F Verbanden 2F Meten en Meetkunde 1F
1.6
Kan legvoorschriften/tekeningen/plattegronden interpreteren en vertalen naar de situatie (ook complexe legpatronen)
Meten en Meetkunde 3F
Kan uitmeten waar hij begint, kan hartlijnen en kan het complexe legpatroon uit zetten en kan daarbij hoeken meten en loodlijnen uitzetten 1.12
6
Kan indien nodig schatten of een opbergruimte voldoende ruimte biedt voor op te ruimen restmaterialen
Meten en Meetkunde 1F