Reisverslag Oost Turkije , mei 2013, door Martha Jonker. Dag 1 Amsterdam - Trabzon Onze reis begint op 25 mei met een vlucht van Pegasus-airways naar Istanboel en een overstap naar Trabzon aan de Zwarte Zee. In Istanboel maken we al kort kennis met onze reisleider die ons vertelt waar we ons in Trabzon kunnen verzamelen en de bus ons opwacht. De warme maaltijd om 11 uur ’s avonds smaakt goed en inmiddels heeft onze reisleider/gids zich voorgesteld. Hij heet Tamer Ay en de chauffeur is Ibrahim, kortweg Ibo genoemd. Met een eerste indruk van onze medereizigers verdwijnen we naar onze kamer. Dag 2 , Zondag 26 mei We beginnen om 8.15 uur met een bijeenkomst waar we nader kennismaken met Tamer die ons het een en ander vertelt om de groepsreis zo soepel mogelijk te laten verlopen. Tamer heeft 20 jaar ervaring als reisleider en vertelt het verhaal rustig en duidelijk. Rond half tien vertrek voor onze eerste excursie naar het Sümela-klooster. De bus zal ons tot bijna boven brengen want het klooster ligt tegen de rotsen geplakt. We rijden langs oude houten huizen met veranda’s waaraan grote ronde tonnen hangen. Het zijn karntonnen waarin karnemelk werd gemaakt: ayran. In een van de eerste haarspeldbochten staat een oude vrachtwagen met een koe in de laadbak en met pech. Ibo doet een poging maar de bus kan er niet langs en dat wordt dus lopen. Maar dat is geen straf: het is heerlijk weer, zonnig, 21 gr. en de natuur is mooi fris. Al snel rijden er kleine busjes langs waarvan sommige reisgenoten gebruik maken en de wandelaars krijgen het klooster in het vizier, prachtig op de rots gebouwd. Het laatste stuk gaat omhoog via een rotspad. Het Sümela-klooster is in de 4e eeuw gesticht door twee Griekse monniken en is in de 19e eeuw gerestaureerd. De resten van het Sümela zijn beschilderd met prachtig gekleurde fresco’s. Tamer weet er veel over te vertellen. Inmiddels is het veel drukker geworden, dus het was een goede keus om vroeg te gaan. Tamer heeft voor de terugweg naar onze bus twee busjes geregeld en weer goed en wel op pad is de weg geblokkeerd door een grote touringcar. Hij staat dwars op de weg met de achterkant klem op de uitrit van een bergweg. Dat wordt een vermakelijk gedoe. Veel mannen bemoeien zich ermee met drukke gebaren en kleine krikjes terwijl het verkeer aangroeit en de politie driftig heen en weer loopt. Na een uur oponthoud kunnen we verder en we vinden dat dat meevalt. We lunchen hoog boven Trabzon en ik probeer een glas ayran. Die proeft heerlijk zacht en zuiver. We kijken uit over een blauwe Zwarte Zee. Een bezoek aan de Haghia Sophia uit de 13de eeuw laat ons schitterende fresco,s zien uit de Byzantijnse tijd met taferelen uit het oude testament. De fresco’s behoren tot de mooiste op dat gebied in Turkije. Daarna op weg naar de villa van Atatürk, gebouwd in 1903 en deze valt onder de Krimarchitectuur. Het park eromheen is mooi en het is zondag en dat betekent: bruidsparen! We zien een bruid in een heel bijzondere japon .Ze heeft een mooi gezicht dat omlijst wordt door een bijzondere kap. De volwassen bruidsmeisjes zijn kleurig gekleed. Het lijken wel opnames voor een film maar desgevraagd bleken ze echt just-married ! Tot
slot van de dag thee gedronken op een terras met uitzicht op zee en een enkeling van het gezelschap probeert de waterpijp. De maaltijd in ons hotel is heerlijk. Zo komen we bij van onze eerste dag vol indrukken. Dag 3 , Maandag 27 mei , Trabzon - Erzurum , 305 km. De koffers gaan weer in de bus met behulp van kofferservice en chauffeur. Het einddoel van deze dag is Erzurum, dit betekent : poort naar het westen. Al snel zien we een veemarkt en we stoppen om de handel te bekijken. We bezoeken de Karaça-grot in Gümüshane. Werkelijk een heel mooie druipsteen-grot met prachtige groene kleuren. Aangekomen in Bayburt maken we een wandeling naar de ruines van het kasteel en hebben mooi zicht op de snelst stromende rivier van Turkije met de naam Goruh. We rijden 12 km. terug op zoek naar een onderaardse stad. Tamer had van zijn baas het verzoek gekregen om te zien of het de moeite waard is om in het programma op te nemen. Wij vinden het prima en zien naast twee mooie grote sluitstenen, o.a. een badkamer en een vergaderruimte. We komen via een andere gang weer buiten. Mooi werk van de archeologen. We rijden door een weids berggebied met plukjes sneeuw op de bergen naar Erzurum. Dat ligt op een 2000m. hoge vlakte. Door onze ingelaste excursie zijn we pas om 20.30 uur in het hotel aan de skipiste. Dus eerst maar eten……. Dag 4 , Dinsdag 28 mei Erzurum _ Kars , 205 km. We beginnen de dag met een wandeling door Erzurum. Hier hebben veel verschillende bevolkingsgroepen geleefd en elkaar verdreven o.a. Byzantijnen, Arabieren, Armeniers, Seldjoeken, Mongolen, Osmanen en ook Russen. We bezoeken een paar hoogtepunten : Seldjoekse bouwwerken uit 1100 n. Chr. We zien de Çifte Minareli Medresesie, een Koranschool uit 1753 met twee minaretten gebouwd op bevel van de dochter van de Seldjoekse sultan. Het geheel wordt gerestaureerd en is gesloten. We lopen langs het mausoleum naar de 3 tomben, versierd met dierenreliëfs. De tombe van de man heeft vierkante hoeken, die van de twee vrouwen zijn ronder gebouwd. Hoe kregen ze het voor elkaar in die tijd. Het is een mooie plek om rond te lopen en stamt uit de 12de eeuw. Tussendoor regelt Tamer een theehuis waar we lekker aan de appelthee zitten en dan wacht ons een bezoek aan de Ulu-moskee. Tamer vertelt dat de imam streng is maar hij is in een goede bui en geeft zelf de rondleiding. Tamer vertaalt totdat de voorbereiding voor de gebedsdienst begint en dan moeten we toch echt wegwezen. En met zuilen als olifantpoten in onze gedachten staan we weer buiten. We gaan naar binnen in de Yakut-koranschool, gebouwd rond 1300 Het ingangsportaal laat een mooi staaltje reliëfwerk zien en binnen is het een museum geworden en zien we hoe groepsgewijs onderricht werd gegeven over de Koran. Weer buiten loop ik terug naar de moskee. De gebedsdienst is afgelopen en veel, heel veel mannen stromen naar buiten om 1 uur s’middags. Pauze of geen werk ?? In het theehuis had men aan onze gids verteld over een gerenoveerd woonhuis, nu ingericht als museum. Dus gaan we daar ook op af. Onze gids is flexibel en enthousiast en het blijkt de moeite waard.
Na de lunch bezoeken we de citadel uit de 5de eeuw, in 1555 gerestaureerd door sultan Suleyman. We komen terecht in een groep giechelende tieners, allemaal meiden in lange jassen en kleurige hoofddoeken en ze willen wel graag op de foto. En dan op naar het hotel in Kars . Dag 5 , Woensdag 29 mei De dag dat we Ani gaan bezoeken, we hebben er lang naar uitgekeken en we gaan vroeg op pad want er wordt ’s middags regen voorspeld. Oost-Anatolie is eeuwenlang bewoond geweest door Armeniërs en Ani was de hoofdstad van een middeleeuws Armeens koninkrijk met 100.000 inwoners. Veel bevolkingsgroepen hebben er gewoond en in 1319 werd de stad getroffen door een aardbeving. De Armeniërs werden verdreven na de genocide van 1915. Het verdrag van Kars [ Rusland – Turkije ] leidde tot nieuwe landsgrenzen en Ani kwam in Turkije te liggen. Het is een plek met een wat mysterieuze sfeer, prachtige oude stadsmuren en grotwoningen en het paleis van de sultan. Het vereren van de goden nam een belangrijke plaats in getuige de bouw van veel kerken waarvan er drie aan St.Gregorius zijn gewijd. De Christelijk Orthodoxe St.Gregorius kerk is zeskantig gebouwd. We lopen verder naar de Kathedraal. Hij stamt uit de 10de eeuw en de toren werd gedragen door 4 zuilen. De toren is ingestort. De kerk wordt gestut en wordt bedreigd door dynamiet-ontploffingen aan Armeense zijde van de grens waar plateaus in de bergen aangelegd worden. Ooit is de kerk een moskee geweest, maar na een jaar of 60 weer door Christenen ingewijd. Verderop in het zonlicht ligt de Menücehr-moskee. Ooit een Seldjoekse moskee en in het landschap van dit indrukwekkende geheel ligt de trap van de moskee op zijn kant. Vanuit de moskee hebben we een betoverend uitzicht op de weidse vallei met de grensrivier [ Arpa Cayi = gerstrivier ] waarin we de restanten zien van een oude brug , ooit onderdeel van de zijderoute die door het rijk van de Bagratiden koningen van Armenië liep. Aan de overzijde van de rivier zien we wachttorens die nog bemand zijn en de verstoorde verhoudingen nog eens benadrukken. Armeniërs zijn er van overtuigd dat dit gebied hen toebehoort. De genocide is nog steeds niet erkend want de Armeniërs zouden de Russen geholpen hebben in de Turks/Russische oorlog. Tamer wijst ons tot slot nog op het pad waar we restanten van winkels zien bezaaid met bloemen en na twee-en-een half uur moeten we ons echt losrukken van deze plek. Terug door de toegangspoort lopen we door het dorpje: Ocakli genaamd. Eenvoudige hutjes, boerenerven waar de geitenmest wordt gedroogd, in plaggen gestoken en gebruikt voor stook- en bouwactiviteiten. De school gaat net uit en de kleintjes in kleurige schoolkleding willen best op de foto. Overal zijn de mensen vriendelijk en worden we begroet, soms zijn wij een bezienswaardigheid. In dit berggebied rond Ani leeft de bevolking van veeteelt en we hebben grote kuddes gezien die geweid worden door groepjes nomaden met hier en daar wat tenten in de immense vlakte. We rijden terug naar Kars. Kars betekent sneeuw en is de koudste stad van het land. Het boek “Sneeuw” van de schrijver Pamuk speelt zich af in deze streek. Alweer schuiven we aan voor een heerlijke lunch waarna we op zoek gaan naar het museum d.w.z. we volgen onze gids in wie we inmiddels een groot vertrouwen hebben. Het archeologisch museum heeft een mooie goed verzorgde collectie en, niet onbelangrijk, schone gewone toiletten. Ik zal er niet over uitweiden maar onze hurkspieren zijn goed getraind !!
Daarna worden we in de stad afgezet en wandelen we terug naar het hotel. Maar eerst doorkruisen we een wirwar van straten en proeven de levendige sfeer : autobanden en ijzerwaren te koop naast bonen , gedroogde zuidvruchten en DUT (moerbeien). En alles op straat uitgestald. Hotel Simer is een oud Russisch hotel. De grote eetzaal is erg lawaaiig door het geschuif van houten stoelpoten op een plavuizenvloer. Morgen een lange reis voor de boeg : 7.30 uur weg betekent voor ons om 6 uur op. Dag 6 Donderdag 3o mei Kars – Van , 365 km. Zoals elke dag tot nu toe schijnt de zon weer nadat er gisteravond een onweersbui overtrok. We rijden door een prachtig berggebied, waar hele grote kuddes lopen in het weidse landschap. Tamer vertelt iets over het onderwijssysteem in Turkije. Belangrijk hierin is het feit dat de staat zorg draagt voor schoolboeken en schoolkleding zodat ook de minder bedeelden toegang krijgen tot het onderwijs. En zo rijden we door de kleine Ararat-keten en zien we de grote Ararat-berg opdoemen. De hoogste berg van Turkije is 5.137 m. hoog en de ark van Noach zou hierop gestrand zijn. Met zicht op de berg houden we een koffiepauze en Tamer en Ibo verwennen ons, zoals elke dag, met koffie, koek en ADA-thee . Deze thee helpt mensen met gevoelige darmen maar is ook zonder dat probleem erg lekker. We genieten van het uitzicht en het weer hoewel de top nog in de wolken ligt. De vrouwen gaan op de foto met de chauffeur en dat is lachen vooral als Tamer ook met de dames vereeuwigd wil worden. We zien vrachtwagens uit Iran langskomen. Ze komen olie halen en ja, we hebben onderweg jaknikkers gezien. Als we verder rijden, trekt de bewolking rond de Ararat zich terug. Onze chauffeur maakt op verzoek een extra fotostop op een plek waar we een groot klaprozenveld zien aan de voet van de berg. Wat een schoonheid………… Ik ga voorin de bus zitten en beleef het mooie van de natuur, de bloemen en de berg in een weids panorama. Indrukwekkend en wat hebben we geluk met die heldere hemel. Op weg naar het paleis van de Ottomaanse sultan rijden we door de stad Dogubeyazit. Bruisend van de activiteiten, druk verkeer, zitjes op het trottoir en veel winkeltjes. De platte daken volgeladen met lege kratten. Het Ishak Pasa paleis is gebouwd in de 17de eeuw en ligt als een vesting bovenop de heuvel langs de karavaanroute. Het toont een beeld van het leven van de Ottomaanse regenten. De haremverblijven waar alle vrouwelijke familieleden woonden, de moskee, familieverblijven, soldatenkwartier en de bibliotheek! Indrukwekkend en helemaal opgetrokken uit roze tufsteen en veel beeldhouwwerk op de gevels. Als we alles bewonderd hebben, heeft Ibo de barbecue al voorbereid. Bovenop de heuvel gaan we barbecueën met uitzicht op het paleis. Dat heeft de reisleiding toch leuk geregeld en gisteren ingekocht. Gezellig en lekker. We rijden verder richting VAN, eerst nog langs een waterval die de moeite waard is en thee op het terras. De wegen zijn op dit stuk slecht. Ibo rijdt rustig maar we zijn wat wiebelig in het lijf als we bij het hotel aankomen. Lekker slapen nu na een heerlijke maaltijd. Dromen over de bloemen in allerlei kleuren…………
Dag 7 , Vrijdag 31 mei De stad VAN heeft twee jaar geleden een flinke aardbeving meegemaakt waarbij meer dan 500 doden zijn gevallen en veel huizen en hotels verwoest. Tamer wijst ons de plek waar hij een week voor de aardbeving verbleef in een hotel, ook dat hotel is van de aardbodem verdwenen. De stad telde rond de 500.000 inwoners en dat aantal is nu gehalveerd. Veel mensen zijn na de ramp verhuisd naar het westen van Turkije mede in verband met de werkgelegenheid. In VAN zijn dus veel nieuwe huizen gebouwd en we verbazen ons over de snelheid waarmee dat is gebeurd. Er zijn zogenaamde TOKI-woningen gebouwd zoals we onderweg meer hebben gezien. Deze konden de mensen kopen van de staat voor een schappelijke prijs. Voorwaarde was en is dat men 5 jaar in de stad gewoond moet hebben en daar na aankoop ook 5 jaar blijft wonen. Allemaal hoogbouw, het geheel ziet er kleurig uit. We rijden de stad uit naar boven naar het oude TUSHBA uit 900 v. Chr., centrum van het Urartische rijk. We wandelen verder omhoog. Op de rotsen liggen de overblijfselen van het fort van de Assyrische koning. Vele volken hebben in de oude stad Tushba gewoond en elkaar verdreven waaronder Ottomanen, Romeinen, Grieken, Armeniërs en ook Russen. Zoveel volkeren…………Uitkijkend over het verlaten gebied realiseer ik me dat wij maar een nietig geheel zijn in de tijdlijn van het leven……….. Bendes uit Armenië hebben de stad in brand gestoken. We hebben een goed zicht op de nieuwe stad en zien nog de plateaus waar de noodwoningen [ containers ] hebben gestaan. Na de koffie of thee gaan we op weg langs het grote VAN-meer naar de boot die ons naar het Akdamar eiland brengt. Daar vinden we oude ruines en grafstenen. Het Chr. Orthodoxe kloosterkerkje uit de 10de eeuw ligt daar prachtig en is heel gaaf bewaard gebleven. Het is gebouwd in kruisvorm [ kerk van het heilig kruis ] en het heeft hele mooie herkenbare reliëfs en friezen met dier- en plantmotieven uit de streek en afbeeldingen uit de bijbel bv. Jonas in de walvis. Tamer maakt er weer een bijzonder verhaal van en we lopen genietend nog een rondje om de kerk. We varen terug en de wolken worden dreigend. We eten buiten aan het meer, gelukkig wel overdekt want er volgt een stortbui. We eten vis ; Harder uit het VAN-meer. Lekker maar ojee die graatjes. We stappen de tapijtweverij binnen, prachtige kleuren in dit oeroude ambacht en we krijgen een drankje aangeboden. Bijzonder zijn de VAN-katten die ook in deze coöperatie leven. Helemaal wit en met een groen en een blauw oog. Er is een nest met jonge katjes. Terug naar het hotel en we lopen nog even de stad in alvorens we ons tegoed doen aan weer een overvloedig maar o zo lekker maaltijdbuffet. De stad VAN is druk, levendig, kleurrijk met veel jong mensen. Dag 8, Zaterdag 1 juni. VAN- MIDYAT , 390 km. Morgen wordt onze kleinzoon 4 jaar en dat wordt vandaag gevierd ! We bellen om half negen. Achteraf realiseren we ons dat er tijdverschil is. Gelukkig is dat maar 1 uur. We starten de dag met de tocht naar het kratermeer van de kleine Nemrut. Met 2 kleine busjes worden we naar boven gebracht. Kuilen in de weg en langs afgronden!!!!!! Natuurlijk gaat alles goed met chauffeurs die deze trip elke dag maken. Onderweg zien we dat de schapen geschoren zijn en de wol wordt in de stroomversnelling gewassen door vrouwen en kinderen. Boven zijn twee kratermeren, vroeger was een van die twee 60 graden warm, een teken van vulkanische activiteit. Dit is behoorlijk afgenomen en daarmee de warmte van het
water maar als we op aanwijzen van Tamer onze hand tussen de rotsen steken, voelen we nog de warme luchtstroom. Het water is heel zacht aan onze handen en we drinken thee op een “terras “. Ik loop een stukje richting het water en zie in de verte reisgenoot Lou die in de loop der jaren wat Turks heeft geleerd. De jongens met wie hij praat, vertellen hem dat ze Koerdisch en van de PKK zijn. Als de naam Öcalan valt is Lou de gevierde man………….. Als we verder rijden komt de Tigris in zicht en hoog boven de Tigris ligt een forellenkwekerij. Wat een lekker visje serveren ze daar…..hmmmmm Onze tocht gaat verder naar Hasankeyf waar men een grote stuwdam wil bouwen. Daardoor komt de oude stad met zijn rotswoningen onder water te staan. De laatste is tot 1978 bewoond geweest! We kunnen de oude stad niet in i.v.m. instortingsgevaar maar we hebben goed zicht op het geheel en op de restanten van een 12de-eeuwse brug over de Tigris. Prachtig en we maken ons een beeld van de enorme watermassa die dit alles doet verdwijnen. Er zijn protesten tegen de plannen maar in de verte zien we al nieuwbouw verschijnen : hoogbouw, daar zijn vast TOKI-woningen bij ………….. Onze dagtocht eindigt in Midyat en dan is het inmiddels 18.45 uur Dag 9 , Zondag 2juni Midyat – Sanliurfa , 250 km. Jorrit is vandaag 4 jaar en wij vertrekken om 8.15 uur naar Mor Gabriel, een 1600 jaar oud Syrisch Orthodox klooster. Indrukwekkend. Er is een doopviering aan de gang die we niet willen verstoren. De mensen komen uit Istanboel om hier hun kind te laten dopen. De Syrisch Orthodoxen kennen 7 stromingen en hebben ook banden met de katholieke kerk. De metropoliet was bij de laatste pauskeuze in Rome. Metropoliet betekent hoofdpriester en hij mag trouwen in tegenstelling tot priesters. Opvallend is dat het klooster platte daken heeft maar binnen zien we mooie koepels en zeer dikke muren. De knappe bouwtechniek verwondert ons. We zien mooie wandkleden geschilderd door Syrische kunstenaars. Syrisch orthodoxen zijn over de hele wereld verspreid, zijn altijd al op de vlucht geweest en ook Nederland kent een kleine gemeenschap, horen we van reisgenoot Walter. De altaarnis is versierd met goud , zilver en het oudste mozaiek van Turkije. Het gebied rond dit klooster en het saffraanklooster heet van oudsher Tur Abdin (gebergte van gelovigen) De bewoners van dit gebied leven van landbouw en veeteelt. We zien moerbei- amandel- en notenbomen.(pistache) Vrouwen werken op het land en dat wordt nog veel met de hand gedaan. In de stad Mardin die met zijn zandsteenkleurige huizen tegen de rotsen is gebouwd, klimmen we via de trap naar boven en zien de binnenplaats van de Koranschool. Daar laat men water via een bepaalde baan stromen die de weg van het leven voorstelt. We lunchen op het dakterras van een restaurant met wonderbaarlijk uitzicht op de immense Mesopotamische hoogvlakte. We slenteren nog wat door de stad met zijn steegjes waar veel zilver te koop is. We rijden naar het klooster Deyrulzafaran genoemd naar het kruid saffraan dat aan het metselwerk werd toegevoegd . Het stamt uit de 6de-eeuw na Chr. en is gebouwd op resten die teruggaan tot 2000 voor Chr. Het heeft originele Seldjoekse versieringen en er wonen 40 mensen: monniken, studenten en twee vrouwen. De binnenplaats heeft een waterput, twee grote olijfbomen en ik heb nog nooit zo’n grote oleander gezien!
Het is inmiddels half vijf en nog 190 km. te gaan naar Sanliurfa. Het wordt steeds warmer in de bus, de airco blijkt kapot en de chauffeur zit in de zon. Ik heb met hem te doen. Bovendien is het zondag dus morgen volgt de reparatie. Dag 10 , Maandag 3 juni Midzomertemperaturen: 36 graden. Onze dagtocht gaat naar Haran vlak tegen de Syrische grens. Haran is een antieke stad waarvan we de resten bewonderen. We kijken door de oude stadspoort en zien een ronde bak liggen. Vroeger was deze bak gevuld met water. Vanuit de naastgelegen toren keken de sterrenwichelaars naar de weerspiegeling van de sterren in het water en kon men zien of de sterren zich verplaatsten. In het dorp bevinden zich zogenaamde bijenkorfhuizen en zijn gemaakt van leem en stront. Ze zijn binnen aardig ruim en als museum ingericht. De mensen verkopen sjaals sieraden en kleding. Een vrouw draagt een baby met grote bruine lachende ogen. Ze heet Elif , genoemd naar de eerste letter van het Arabische schrift. Kinderen komen om money vragen. Tamer heeft ons gevraagd dit niet te doen met als achterliggende gedachte: jong geleerd oud gedaan . Deze streek behoort tot de armste van Turkije en dat is hier goed te zien. Wat een armoedig bestaan in de hitte !! De luxe van onze hotels steekt daar scherp bij af. We rijden terug naar Sanliurfa, langs de katoenvelden die langs de hele zuidkust te vinden zijn. Van de katoenvelden wordt twee maal geoogst en de restanten worden ook industrieel verwerkt. In Sanliurfa woonden Hettieten, Assyriers, Grieken en Romeinen . Osmanen noemden de stad Urfa en het verzet tegen de Fransen(1920) heeft het voorvoegsel Sanli opgeleverd en dat betekent : roemrijk. Het gebied aan de voet van de citadel heet Gölbasi en daar vinden we in een mooie tuin de heilige karpervijver en de geboortegrot van Abraham. Bovenop de berg zien we twee pilaren vanwaar Abraham werd gekatapulteerd omdat hij door koning Nimrod ter dood was veroordeeld tot de brandstapel. Maar God veranderde vuur in water en hout in vis en zo werd dit een belangrijke bedevaartsplek. Achter het park ligt de grote overdekte bazaar vol kleuren en geuren, leuk om doorheen te slenteren. We vinden het te warm om de heuvel te beklimmen en de poging om de stad verder te verkennen strandt in de koelte van een park. Daar worden we omringd door giechelende meiden : “ what’s your name?”. Op het dak van ons hotel hebben we alsnog een goed uitzicht. De bus heeft inmiddels een nieuwe compressor en na ons heerlijke diner gaan we theedrinken bij de karpervijver. Gezellige drukte, gezinnen en stelletjes in het gras, sfeervol verlicht. Dag 11 , Dinsdag 4 juni , Sanliurfa – Kahta , 148 km. 7.30 gaat de wekker. 9 u vertrek Op weg naar de Nemrut Dagi. Op dit moment is de lucht strak blauw. Onderweg doen we het megaproject van de Atatürk- stuwdam aan. Om het agrarische zuidoosten meer tot ontwikkeling te brengen zijn in het stroomgebied van de Eufraat en de Tigris enorme stuwdammen gebouwd, waarvan de Atatürkdam de grootste is: 2 km. lang en 160 m. hoog.
We drinken thee op het terras van het mooie uitzichtspunt, omzoomd door grote oleanders en granaatappelbomen. Onze gids brengt ons nu naar een gebied bezaaid met gaten in de grond: Turus Çaya Mezarlari. Familiegraven uit 400 v. Chr. Via stenen trapjes komen we in de grafruimtes En tot onze verwondering vinden we een graf met 3 rustplaatsen versierd met reliëfs: een Stierenkop en een kruik. We zijn blij met onze enthousiaste gids die ons hier brengt buiten het program om. In Andyaman bezoeken we het museum waar we een college krijgen bij de maquette van de Nemrut over het graf van Antiochus en de beelden die van hun voetstuk zijn gevallen en dan op naar het restaurant voor een heerlijke vegetarische pizzalunch. Nog 5 kwartier naar het hotel, inchecken en warme kleding mee voor de Nemrut waar we de zonsondergang gaan bekijken en de monumenten die op de Werelderfgoedlijst staan. Met twee minibusjes gaan we omhoog. De berg komt in zicht, het is helder, het laatste stuk lopen we omhoog. Een paar mensen zijn afgehaakt om gezondheidsredenen, heel jammer. En daar zijn dan de beelden aan de voet van de Nemrut Dagi waar koning Antiochus begraven zou zijn. Een gigantisch grafheiligdom in de eerste eeuw voor Chr. opgericht voor Antiochus de eerste koning van de Commagenen. Het monument is 6 tot 10 meter hoog en alle hoofden zijn van hun torso’s gerold: Antiochus, Zeus, Apollo, Tyche, Hercules geflankeerd door leeuw en adelaar aan weerszijden en fraai gebeeldhouwd. We wandelen om de berg heen naar het tweede plateau en ook daar zien we een heel tafereel aan hoofden en andere monumenten met steenreliëfs o.a. tekens van de dierenriem. Er valt schitterend licht op de bergen. Ik loop terug naar het eerste plateau want het is zo snel voorbij dat ik de grootsheid nauwelijks in me op kan nemen. Daar beginnen jonge mannen net aan een ingetogen rondedans en brengen zo hun groet aan de koning en de goden en ik voeg daarbij mijn bewondering voor de kunstenaars. Terug naar het tweede terras. Rikus heeft zich bij de mannen bovenop de berg gevoegd voor de beste fotoshots. Tamer heeft champagne-cider meegenomen!! We toasten op de vakantie en onze gezellige groep en genieten van een rode zonsondergang in een mystiek landschap. We dalen af naar de busjes, zijn met een half uur in ons hotel en eten heerlijke linzensoep en groentekebab. Het hotel is laagbouw om een zwembad heen en de dames in het hotel zijn Nederlands waarvan een in Groningen is geboren en getogen net als ik. Als “stadjers”elkaar ontmoeten worden er wel een paar woorden Grunnings gesprok’n. Dag 12 , Woensdag 5 juni, Kahta- Gaziantep- Antakya, 350km. Vandaag om half 5 op! Vertrek om 6 uur na een heerlijk ontbijt in ons leuke hotel Het terras biedt een geweldig uitzicht op de vallei. We rijden de mooie vallei uit op weg naar Gaziantep en dat betekent: krijgers van Anteppe. Aldaar gaan we op weg naar de citadel maar dat is helaas gesloten i.v.m. restauratiewerk. We lopen langs de vele koperslagers waar de stad bekend om is net als de olijven en de pistachenoten. De groente, fruit en kruiden zien er fris uit. Verderop ligt het mozaïekmuseum met mozaïeken uit 3- tot 400 jaar v. Chr. uit de antieke stad Zeugma. Prachtige kleuren en patronen. Buiten in de middenberm van de weg is een zijderoute-karavaan uitgebeeld. De reis naar Antakya is nog lang, het staartje van Turkije. Zou dat staartje nog wel de moeite waard zijn na zoveel moois ? We worden aangehouden door militairen. Heeft het te maken
met Syrie? Maar nee de man zag een bekend nummerbord uit Trabzon en wilde een praatje maken met een streekgenoot. Het hotel ligt net buiten de stad bij diverse watervalletjes en de kamer is heel riant. We hebben sowieso niets te klagen over de hotels en de heerlijke maaltijden: allemaal heel goed verzorgd! Dag 13 , Donderdag 6 juni, Antakya- Adana , 192 km. Na ons overvloedige ontbijt rijden we naar de stad Antakya. De rivier die door de stad stroomt is de Asi en stroomt vanuit Libanon naar de Middellandse zee. De stad werd in 300 v. Chr. gesticht: het antieke Antiochië en was tijdens het Romeinse rijk een belangrijk centrum van het Christendom. De stad heeft nu een gemengde bevolking. In de architectuur wijst Tamer ons op sporen van Franse koloniale overheersing en Arabische culturele invloeden. We rijden naar de Petrus-grot waar nog fresco’s te vinden zijn maar helaas ook hier vond men het tijd voor restauratie. Aan de overkant hebben we zicht op de grot en onze gids vertelt hoe het er van binnen uitziet. We zijn in de buurt van een houtzagerij waar mensen onbeschermd tegen stof en lawaai hun werk doen, zoals overal in de bouw in Turkije. Men is thee aan het zetten. Water wordt gekookt op een vuurtje en we worden uitgenodigd een glaasje thee te drinken. Zo aardig en gastvrij! We rijden naar het Archeologisch museum en ook daar vinden we mooie mozaïeken uit de hele provincie Hatay en prachtig gebeeldhouwde leeuwenbeelden uit de tijd van de Hittieten, 300 jaar v.Chr. Wat maakte men al mooie spullen in die tijd, ook mooi glaswerk, bronzen miniatuurtjes, sieraden en gebruiksvoorwerpen. Tijd voor koffie en bij het restaurant staan jongens in krijgerkostuum klaar voor de generale repetitie van hun school-theater. We mogen kijken naar het mythologische verhaal van Daphne en Apollo en we zien jonge mensen met hart en ziel acteren en dansen. Voor een enkeling slaan de zenuwen toe met dit onverwachte publiek. Na afloop op de foto met de jeugd: dat is nog eens een originele groepsfoto. Na de lunch wandelen we nog wat door de stad. Het geheel oogt vriendelijk en fris en is behoorlijk westers qua vrouwelijke kleding. En dan gaan we op reis naar Adana, we moeten te snel Antakya verlaten…..Onderweg zien we de Middellandse Zee en maken we foto’s van de zonnebloemvelden. Dag 14 ,Vrijdag 7 juni Gisteravond zaten we na het eten gezellig na te praten boven op het grote terras. Wel zelf de drankjes halen a.u.b. Adana is een stad van 1.8 miljoen inwoners en daarmee de op 4 na grootste stad van het land. Het verkeer is in mijn ogen een wanordelijke chaos en er wordt onophoudelijk getoeterd. Het is van oudsher een handelsstad. De oude Romeinse Stenen brug was onderdeel van de zijderoute en is al meer dan 18 eeuwen in gebruik, is gerestaureerd door Justitianus in de 6de eeuw en later door de Osmanen. We lopen over de oude brug met 21 bogen, 7 daarvan zijn onder de grond verdwenen. De brug overspant de Seyhan-rivier die net als de Asi naar de Middellandse zee stroomt. We hebben het zicht op de grootste moskee van Turkije. Het gebouw heeft 6 minaretten en is na 10 jaar bouwen opgeleverd in 1998. Ziehier de Sabanci-moskee genoemd naar de grootste weldoener van de stad. Sabanci heeft na het overlijden van zijn kind voor zichzelf geconcludeerd dat persoonlijk bezit niet het belangrijkste is in dit aardse bestaan en is
daarna veel projecten in de stad gaan steunen. De moskee heeft een mooie grote koepel en een aantal kleinere. De pilaren zijn van marmer en we zien mooi groen/blauw tegelwerk en gekleurde ramen. Een imposant geheel en wij gaan als westerse vrouwen met hoofddoek op de foto. De Ulu Camii( = grote moskee) staat in de steigers maar we kunnen wel de kleinere moskee bezoeken. Net als in de grote moskee zijn hier rond de mihrab zwarte stenen verwerkt die afkomstig zijn uit Syrie. Buiten drinken we thee bij het theehuis en we worden ineens getrakteerd op Turkish Delight. Opdracht van zijn baas die in het theehuis zat………een telefoontje is snel gepleegd. Handig zaken doen, want wij weten de winkel te vinden als we door de bazaar lopen met allerlei winkeltjes en eethuisjes……….er wordt flink ingeslagen . Onze afscheidsavond maken we gezellig met een afscheidsdrankje op het terras. Er staat een bruidspaar en terwijl beneden de zaal zich vult met chic geklede gasten, gaan wij met bruid en bruidegom op de foto. Ook hier worden we weer getroffen door de gastvrijheid: we worden bijna de feestzaal ingetrokken. Dag 15 , Zaterdag 8juni We hoeven pas om12 uit te checken en lopen de stad in. Er is een mooi park mooie oude bomen met enorme wortelstelsels. Ze bieden de mensen veel schaduw. Het park wordt schoongeveegd met een groot palmbomenblad en dat is een mooi beeld om onze fantastische reis mee af te sluiten. Met een hartelijke groet aan mijn medereizigers, MARTHA JONKER