Reisverslag Noordoost Bulgarije 11-16 mei 2014
1
Inhoudstafel
Voorwoord .............................................................................................................................................. 3 1. Kennismaking met INTEGRO ............................................................................................................... 3 2. Algemene inleiding op het Romathema door de directrice van Integro. ........................................... 4 3. Vazovo ................................................................................................................................................. 8 4. Zavet .................................................................................................................................................. 10 5. Senovo ............................................................................................................................................... 13 6. Smirnenski ......................................................................................................................................... 15 7. Vetovo ............................................................................................................................................... 16 8. Seslav ................................................................................................................................................. 17 9. Kubrat ................................................................................................................................................ 20 11. Shumen............................................................................................................................................ 22 12. Huisbezoek Novi Pasar .................................................................................................................... 28 13. Huisbezoek Targovishte................................................................................................................... 29 14. Gesprek met jongeman in Shumen ................................................................................................. 30 15. Onderwijssysteem Bulgarije ............................................................................................................ 30 16. Besluit .............................................................................................................................................. 32
2
Voorwoord Het team Buurtstewards van de Integratiedienst Stad Gent kreeg van 11 tot en met 16 mei 2014 de kans om het thuisland van de in Gent verblijvende Bulgaren te zien en te beleven. Vorig jaar werd een gelijkaardige inleefreis georganiseerd naar Kosice in Slovakije. In tegenstelling tot de situatie in Kosice, was er ons vóór de aanvang van deze reis weinig bekend over de situatie ter plaatse in Bulgarije. In dit verslag willen we via foto’s en beschrijvingen onze indrukken over de streek in het Noordoosten van Bulgarije delen. Concreet bezochten we 9 plaatsen (dorpen, steden of arrondissementen): Vazovo, Zavet, Senovo, Smirnenski, Vetovo, Seslav, Kubrat, Glodzhevo en Shumen. We logeerden gedurende de hele reis in de stad Razgrad. We sloten de reis af met 3 huisbezoeken die we zelf regelden, los van onze gastorganisatie Integro. Ons programma startte met een kennismaking met de vzw Integro en een algemene inleiding op het Romathema in Bulgarije door de directrice van Integro.
1. Kennismaking met INTEGRO De organisatie Integro begon in het jaar 2001 met enkele lokale activiteiten. Een jaar later werd de NGO officieel opgestart in Sofia. Door de hoge huurkosten vertrok ze daar al snel. Integro bestaat momenteel uit 10 community based NGO’s, die actief zijn in 30 buurten. Het team bestaat uit 7 betaalde medewerkers in Razgrad, en 1 persoon die werkt vanuit Sofia. Alle medewerkers genoten een hogere opleiding. De directrice heet Liliana Makeeva (‘Lili’). De NGO voert participatief onderzoek en probeert via deze weg mensen te empoweren, versterken. Hierbij wordt niet aan dienstverlening gedaan, omdat ze hierdoor hun functie als activisten zouden ondermijnen. De organisatie schrijft projecten uit en veel van de tijd gaat naar het zoeken van extra fondsen voor nieuwe projecten. De projecten worden niet gesubsidieerd door de lokale overheid. Daarnaast organiseren de medewerkers ook debatten op scholen en krijgen Roma-studenten de kans om een opleiding te volgen. In het aanbod zit onder andere digitale fotografie, waarbij deelnemers via foto’s en discussies erover sterker worden in argumentatie rond negatieve beeldvorming over Roma. Als sluitstuk van de opleiding worden foto-exposities georganiseerd. Daarbij wordt in debat gegaan met lokale politici. 3
2. Algemene inleiding op het Romathema door de directrice van Integro. Maandag 12 Integro.
mei
2014 ,
10u00:
Ontvangst
en
openingsgesprek
bij
NGO
Lili vertelt dat er in de regio Razgrad veel Roma wonen die moslim zijn en Turks spreken. De verklaring ligt in de 5 eeuwen (15de-19de eeuw) lange Turkse bezetting, waarbij velen het Romanes zijn verleerd of hebben opgegeven. De Roma kwamen met de Turkse bezetters mee als ijzersmeden. Volgens Lili verloor een groot deel van de Roma hun taal en identiteit door de omgang met de Turken. Na de transitie van het politieke systeem in 1989 – waarbij de vrijheid van burgers werd beperkt vertrokken tijdens de jaren negentig veel Bulgaren naar het buitenland op zoek naar meer vrijheid. Vooral burgers van de Turkse etnische minderheid verlieten toen het land. De Roma bleven. Tijdens het communisme werd sterke assimilatie van Roma in de samenleving verwacht. Ze moesten hun eigen cultuur en levenswijze opgeven. Dit is echter niet altijd en overal gebeurd. De directrice van Integro geeft aan dat 2 miljoen Bulgaren zijn weggetrokken als gevolg van deze politieke kwestie. Deze cijfers zijn echter niet exact en kunnen in realiteit hoger liggen. Sommigen blijven in het buitenland, anderen keren weer terug. Lili drukt het zo uit: “Bulgaria lost 2 million people”. Ze ziet immigratie als de belangrijkste uitdaging voor het land. Bulgarije telt drie grote etnische groepen: Turkse Bulgaren, etnische Bulgaren en Roma-Bulgaren. Er zijn ongeveer 7.200.000 inwoners, waarvan 800.000 van Turkse origine en 320.000 Roma (5%). Volgens experten zijn er veel meer Roma, maar niet iedereen identificeert zichzelf als Rom. In Bulgarije hebben burgers de keuze zich in te schrijven als Bulgaars, Turks of Rom. Roma geven vaak niet aan dat ze van Roma-afkomst zijn, omdat hun leven daardoor veel moeilijker wordt. Volgens sociologen zijn de Roma opgesplitst in subgroepen volgens geloof (Christenen, Orthodoxen, Protestanten of Moslims), taal (Bulgaars, Turks of Romanes) of specialiteit (mandenmakers, metaalbewerkers, …).
4
Lili vernoemt twee groepen: ‘Kalderasch’ en ‘Vlachy’. De Kalderasch zijn traditionele Roma die eind 19de eeuw uit Roemenië kwamen. Het zijn orthodoxe christenen. Sommige onder hen zijn heel rijk: ze handelen in goud, metaal of zijn dakwerker. Er zouden zo’n 2000 à 3000 Kalderash zijn. Volgens Lili gaat men er van uit dat de meeste zakkenrollers uit deze subgroep komen. Het gaat daarbij om een 10-tal gezinnen voor wie stelen vaak hun broodwinning is. Ook al gaat het over een heel kleine groep, zij versterken door hun gedrag het negatieve imago van de Roma. Ook de Vlachy komen uit Roemenië. Deze groep stelt het Roemeens-zijn boven het Roma-zijn. Zij willen niet worden geassocieerd met de Roma. Zij zien zichzelf als een aparte groep. Ze spreken geen Romanes, maar een Roemeens dialect. De samenleving ziet hen echter wel als Roma. De Vlachy zou de armste en meest uitgesloten groep zijn. Hoewel het christenen zijn, vinden zij meer aansluiting bij de Turkse gemeenschap. Traditie van Roma in Bulgarije Volgens Lili zijn de Roma in Bulgarije minder traditioneel dan Roemeense Roma. Zo leven zij niet echt samen als groep en wordt hun identiteit eerder van buitenaf bepaald. Zij zijn vaak het gespreksonderwerp van experts in het beleid en de media, waar ‘over’ Roma wordt gepraat, maar nooit ‘mét’ hen. Lili stelt dat de samenleving bepaalt wie de Roma zijn en wat zij nodig hebben. Zo hebben zij wel toegang tot de sociale dienstverlening, maar werden ze daarnaast de laatste 20 jaar wel uitgesloten van het burgerschap. Daarbij vraagt de samenleving zich eenzijdig af waar en hoe ze de Roma willen integreren en wordt niet aan hen gevraagd hoe zij dat zelf zien: ‘You can live next to me, but not with me.’ Om de integratie van de Roma te bevorderen, moet volgens haar het denken van de maatschappij veranderen. Lili spreekt vervolgens over ‘Millet’. Dat is de benaming voor mensen die geen moslim waren tijdens het Osmaanse Rijk1. In Razgrad hebben 500 Roma zich geïdentificeerd als Rom, maar in werkelijkheid zouden er 5000 zijn. De meesten zien zichzelf als ‘Millet’. Daarnaast zijn er nog ‘Chorchane’-Roma, dit zijn Turken, moslims waarbij de meeste Turkssprekend zijn, zij die Romanes spreken zijn in de minderheid. De etnische Turken erkennen hen echter niet als echte Turken. In de drie steden Ruse, Razgrad en Shumen identificeren de Roma zich ofwel als ‘Millet’ ofwel als ‘Chorchane’. In Razgrad zijn er ook ‘Vlachy’ (zie hierboven). Discriminatie van Roma in Bulgarije De Bulgaarse wetgeving heeft een anti- discriminatiewet. Deze bestaat uit een aantal acties, die niemand uitvoert, volgens Lili omdat politici schrik hebben andere burgers te discrimineren. Zo zouden speciale maatregelen voor Roma niet worden aanvaard door de bevolking. Zij vinden dat Roma daarmee worden ‘bevoordeeld’ en voelen zich dan zelf ‘gediscrimineerd’. Lili stelt dat er in Bulgarije – in tegenstelling tot België - te weinig politieke draagkracht is voor verandering. De
1
Millet wordt ook gebruikt als de naam van een systeem tijdens het Osmaanse Rijk. De niet-moslimvolkeren werden tijdens het Osmaanse Rijk opgedeeld in ‘millets’, administratieve eenheden die een hoge graad van bestuurlijke autonomie hadden.
5
ervaring is dat politici vooral praten over het bevorderen van de integratie van Roma, maar niet weten hoe ze daaraan moeten beginnen. Daarbij duwt een aantal uitsluitingsmechanismen Roma vaak ‘in vakjes’. Zo laat de wetgeving geen politieke partijen toe op basis van etniciteit. Toch bestaan volgens Lili de politieke partijen vooral uit Turken of Bulgaren. De Roma zijn daarbij weinig tot niet vertegenwoordigd. Zij voelen zich, ook al zijn velen onder hen niet arm, vaak uit het systeem uitgesloten. Lili vertelt dat zij zich als Rom in Bulgarije ‘apart’ voelen doordat iedereen anders tegen hen doet. Zij vindt een groot deel van de Bulgaren niet ‘open minded’. Zij zijn ervan overtuigd dat zij de hoofdinwoners van Bulgarije zijn, maar vergeten de diversiteit aan etnische groepen. Ook al neemt het opleidingsniveau van de huidige generaties Roma toe - en kunnen zij lezen en schrijven - , toch weten zij niet hoe de maatschappij werkt en hoe ze zich erin moeten ‘aanpassen’. Doordat zij zich gediscrimineerd voelen, vinden zij moeilijk tot geen aansluiting bij de samenleving. Beeldvorming over Roma Studieboeken brengen Roma negatief in beeld. Zo geeft Lili als voorbeeld dat cursussen aan de universiteit vermelden dat ‘sommige gezinnen, zoals de Roma, hun kinderen niet goed behandelen’. Zij stelt zich daarbij de vraag wat dat doet met Roma-studenten die dat als voorbeeld krijgen en verwijst naar de ‘selffulfilling prophecy’. Daarbij kennen leerkrachten in het onderwijs de culturele achtergrond van de groep niet voldoende om daarop te reageren. Lili vertelt dat leraars vaak ook een neerkijkende houding ten aanzien van Roma aannemen. Ook media brengen Roma negatief in beeld door onder andere individuele gevallen te veralgemenen. Zo kwam bijvoorbeeld een zaak over drie Roma - die voor twee euro, twee tuinschoenen en enkele liters olie een inbraak pleegden - dagenlang op drie nationale tv – zenders. Daarbij ontbrak de context over het waarom dergelijke zaken gebeuren. Onder een kleine groep Roma is er een groot drugprobleem. De dealers benaderen immers de allerzwaksten. De problemen die zich daar stellen worden op de hele groep geprojecteerd. Door deze negatieve beeldvorming ontkennen velen Rom te zijn. Zij verwachten immers dat de deuren anders gesloten zullen blijven. Om het beeld over Roma dat bij de bevolking leeft te veranderen, is het nodig dat het beleid discriminatie en racisme tegenover Roma meer en beter in de actualiteit brengt. Politiek en Roma Lili vertelt dat er in 1977 in Bulgarije een echte Roma-partij heeft bestaan. Zij was van onderuit gegroeid was, maar miste goede leiders en bestaat nu niet meer. Momenteel zijn er slechts een heel klein aantal Roma-vertegenwoordigers in het Bulgaarse beleid. Volgens Lili is er wel een verschil inzake benadering van het thema tussen de Bulgaarse steden. Zo heeft Shumen verschillende Romawijken, waaronder ook één getto, terwijl Razgrad dit niet heeft. De communisten zitten in het bestuur in Razgrad en die vechten actief tegen de creatie van een getto. In Razgrad leven de Roma verspreid over de hele stad en is de verstandhouding goed te noemen. Er is geen openlijke discriminatie, Roma kunnen zich overal inschrijven (crèche, kinderschool, lagere school….). De burgemeester ontsloeg onlangs nog 4 medewerkers omdat ze niet om konden met minderheden, hij is overtuigd dat iedereen gelijk is en gelijk behandeld moet worden.
6
Op het vlak van woningbouw en nederzettingen speelt Razgrad kort op de bal, er wordt geen enkele illegale bouw toegelaten. Het feit blijft wel dat ook in een stad als Razgrad de media en de nationale politiek voor een negatieve beeldvorming blijven zorgen. Roma en scholing De scholen waar enkel Roma schoolgaan zijn van slechte kwaliteit. In andere scholen dienen Roma dubbel hun best te doen om aanvaard te worden door andere studenten of leerkrachten. Wat maakt dat enkel sterkere studenten het maken of hun weg vinden, velen vallen uit en verliezen ook zo hun kansen. Veel Roma zijn 3-talig en hun leerkrachten kunnen hier niet mee om of passen zich hier ook niet aan aan. Kinderen starten meestal met schoolgaan als ze zo’n 4 à 5 jaar zijn. De meesten volgen enkel lager onderwijs en missen zo veel kansen door onvoldoende scholing. Ouders krijgen 15 euro per maand als ze hun kind naar school sturen, als je je kind niet naar school stuurt, valt deze vergoeding weg. De school krijgt subsidies volgens het aantal ingeschreven kinderen op de school. Dit systeem heeft heel kwalijke gevolgen daar alle scholen veel leerlingen willen (hoog aantal inschrijvingen), maar vervolgens niet geïnteresseerd zijn in het houden van de kinderen. De scholen geven echter niet toe dat er kinderen zijn die niet naar school gaan opdat ze hun subsidies en werkingsmiddelen niet zouden verliezen. Daardoor komt de afwezigheid van de kinderen niet aan het licht en krijgen de kinderen slechts een beperkte scholing mee. Deze kinderen krijgen immers elk jaar hun attest of diploma, hoewel ze heel vaak afwezig waren. De controle hierop werkt totaal niet. Als er al controle komt, wordt dit op één of andere manier aan de school gecommuniceerd waardoor de school zorgt dat er op de dag van controle geen afwezigheden zijn. De ouders op hun beurt sturen hun kinderen weinig of niet naar school omdat ze ervan overtuigd zijn dat het toch niet veel uitmaakt. Ze denken dat hun kinderen net zoals zijzelf weinig of geen kans zullen maken op de arbeidsmarkt. In Bulgarije worden er weinig vragen gesteld rond het feit dat veel Roma hun kinderen niet naar school sturen. Daarnaast is er ook een probleem omtrent racisme in de scholen. In scholen met 90 % Roma-kinderen zit zelfs niet één Roma leerkracht; Roma-leerlingen worden als domme kinderen behandeld en er is geen positief rolmodel op school om zich aan op te trekken of aan te spiegelen. In Varna bijvoorbeeld, zijn er 3 wijken met 25.000 Roma, maar enkel 10 % noemt zichtzelf Rom. De Roma voelen zich eerder Turk, maar de lokale bevolking blijft ze als Roma zien en benoemen. Er is een aparte concentratieschool met enkel Roma, een school van 1100 leerlingen. De kwaliteit van de school is volgens Lili ondermaats, kinderen van 9 kunnen amper hun eigen naam schrijven. Leerkrachten kunnen helemaal niet met de leerlingen om en willen er ook geen energie in steken of er leren mee om te gaan. Daardoor zijn en blijven de kinderen ongeletterd en leren ze bovendien 7
geen vak op school. Lili vult verder aan dat de schuld hier terug op de ouders wordt gestoken, wat natuurlijk niet altijd onwaar is maar in vele gevallen is het gewoon het systeem dat faalt. Alle leerkrachten op deze school zijn Bulgaren, enkele jaren verwijderd van hun pensioen. Ze krijgen de kans een opleiding te volgen om beter om te kunnen gaan met de Roma, maar omdat ze op het einde van hun carrière zijn, volgen ze deze opleidingen niet of zijn ze niet geïnteresseerd. De situatie blijft bijgevolg onveranderd. Lili ziet een oplossing in het opleiden van enkele kinderen als leerkracht en hen als rolmodel in te zetten. Dat er systemen zijn die wel kunnen werken, werd aangetoond met een proef in 2 dorpen: Seslav en Senovo. De proef heeft aangetoond dat Seslav meer vooruit is gegaan dan Senovo. Seslav heeft in 1950, onder het communisme, 1 Rom opgeleid tot leerkracht en hem terug naar het dorp gebracht om onderwijs te laten geven aan de groep Roma kinderen. Dit had als resultaat dat de volgende generaties kinderen wel naar de middelbare school gingen. In de verdere toekomst gingen sommigen zelfs naar de universiteit. Later bleek dat tot 70 % van de Roma kinderen hun middelbare school afwerkte. Het andere dorp begon pas in 1970 met de kinderen naar de middelbare school te sturen, wat tot op de dag van vandaag nog voelbaar is.
3. Vazovo Maandag 12 mei 2014, 14u00: Ontmoeting met burgemeester van Vazovo en de activisten van het Roma-cultuurcentrum, een lokale NGO.
Met de groep buurtstewards worden we ontvangen door de voorzitter van de NGO. Er volgt een rondetafelgesprek met enkele activisten van de NGO en begeleiders van de vrouwengroep, jongerenwerking en dansgroep. De burgemeester start het gesprek en schetst de situatie in Vazovo. In Vazovo wonen ongeveer 1200 inwoners waarvan 500 Roma, 600 Turken en slechts 50 Bulgaren. Het is de eerste maal dat de burgemeester zelf van Roma -origine is. Het volk verwachtte hieromtrent problemen, maar deze bleven uit. Volgens de burgemeester zijn er in Vazovo geen problemen tussen de verschillende etnische groepen. Ze wonen er vreedzaam samen. Gebeurtenissen zoals begrafenissen of huwelijken gebeuren gemengd en ook de feestdagen worden samen gevierd. Zowel de Roma als de Turken zijn moslim. De burgemeester beklemtoont zelf zijn open houding naar iedereen, ongeacht de etnische origine. Hijzelf is een sociaal persoon en praat met iedereen, hij ziet het dorp als een groot gezin. Als er iemand in nood is, wordt er samen naar een oplossing gezocht. Sinds 2005 is in Vazovo een groep actief die werkt rond vrije tijd voor z’n inwoners. Het centrum zelf is opgestart in samenwerking met Integro in 2007. De NGO trekt verschillende projecten met de steun van de Europese Unie. Zowel de Turkse, Bulgaarse als Roma etnie zijn vertegenwoordigd in de organisatie. 8
De NGO ging in de eerste plaats op onderzoek naar de achtergrond van de Turkse, Bulgaarse en Roma inwoners. Zo kwamen ze tot gemeenschappelijke feestdagen van de verschillende bevolkingsgroepen. Via school vonden ze deelnemers om samen een feest te organiseren. Hierbij voerden ze traditionele dansen uit en brachten zo mensen dichter bij elkaar. De activiteiten gaan 2x per week door na de schooluren en er worden gemiddeld zo’n 40 kinderen en jongeren bereikt. Samen met de kinderen trachten ze oude tradities terug actueel te maken. Dans wordt hiervoor als middel gebruikt. De dansgroep noemt zich Indyroma, dit verwijst naar de Roma die eeuwen geleden vanuit India de wereld begonnen rond te trekken. Via deze activiteiten hoopt de NGO het succes van deze kinderen op school te verhogen. Er zijn immers heel wat kinderen die spijbelen en daarnaast is er ook nog een taalbarrière. De NGO wil de drop-outs van school aanpakken en het leerniveau van de kinderen verhogen.
Eén van de grootste problemen in het dorp is de hoge werkloosheid binnen de Roma gemeenschap. Ongeveer 95% is werkloos. Van de 500 Roma in het dorp, zijn er slechts enkelen die in een bedrijf werken. De hoofdreden voor de werkloosheid is dat de meeste Roma niet voldoende onderwijs hebben genoten. Bulgaren en Turken hebben vaak wel een opleiding gevolgd waardoor zij de voorkeur genieten bij vele leidinggevenden. Verder is er veel verborgen discriminatie op de arbeidsmarkt. Er loopt in de omgeving een programma rond werkloosheid, maar dat zou niet geschikt zijn voor de doelgroep Roma, het is te hoog gegrepen. Ook de Turken ervaren bovenstaande problemen. Zij kunnen echter vaak nog terecht op het land van hun ouders om aan landbouw te doen, waar de Roma zelf niet over grond beschikken. De migratie van de Bulgaren uit Vazovo is groot. Daarbij wordt er zowel naar het buitenland als naar andere Bulgaarse grotere steden getrokken. Het is niet gemakkelijk om de werkloosheid op te lossen. De NGO heeft het hoge werkloosheidscijfer gesignaleerd naar hogere instanties, maar deze laatsten erkennen werkloosheid niet als een hoofdprobleem. Samen met Integro is de NGO een project gestart rond werkloosheid. Het project richt zich op mensen die over een stuk land beschikken maar onvoldoende budget hebben om het te bewerken. Integro maakt een budget vrij voor tien personen waarmee deze 10 mensen hun land kunnen bewerken en materiaal en benodigdheden kunnen aankopen. Deze financiële ondersteuning moet terugbetaald worden binnen de 2 jaar. Het budget gaat niet terug naar Integro, maar wordt aan de NGO terugbetaald. De NGO moet deze middelen dan opnieuw investeren in een nieuw stuk land. Deze overdracht wordt 9
drie keer herhaald. Daarna kan de NGO het geld zelf besteden, zonder voorwaarden. In de praktijk is het project niet gelopen zoals verwacht. Het land dat werd bewerkt, was in bruikleen van de overheid. Na 5 à 6 jaar heeft de overheid de bruikleen stopgezet. De tijd, energie en investeringen van de voorbije jaren zijn zo volledig verloren gegaan. De NGO noemt het terugnemen van het land door de overheid ‘corrupt’. Vanuit Vazovo zijn heel wat mensen, vanwege de hoge werkloosheidsgraad, weggetrokken. Zo ook naar België. Deze migranten werken voornamelijk bij Turkse ondernemers en komen minstens 1x per jaar terug naar Vazovo. Via het internet houden ze contact met hun familieleden. De meeste mensen zijn vertrokken om de toekomst van hun kinderen te verbeteren. Ze verwachten in het buitenland een beter leven te hebben. De meesten die naar België zijn gekomen, waren zeer arm en kregen in België leefloon. De NGO heeft een kettingreactie zien ontstaan. Als de ene vertrekt en verhalen brengt over goed werk en veel sociale hulp, vertrekken ook de anderen. Een medewerkster van de NGO geeft als voorbeeld dat zij in Bulgarije €150/maand verdient. Haar broer die in België werkt verdient €1500/maand. Volgens de burgemeester werken alle mensen uit Vazovo die naar België zijn vertrokken, en doen ze geen beroep op OCMW steun. Intussen zijn ongeveer 40 à 50 families vertrokken.
4. Zavet Maandag 12 mei 2014, 16u00: Ontmoeting met de viceburgemeester , de Roma-gezondheidsbemiddelaarster en de voorzitter van de lokale NGO.
Het arrondissement Zavet telt 12.000 inwoners en bestaat uit 7 dorpen. In het arrondissement is 70% van Turkse origine en 10% Rom. De stad Zavet zelf bestaat uit 3000 inwoners waarvan 15% Rom en 70% van Turkse origine. De hoofdproblemen zijn de werkloosheid, het gebrek aan grote industrie of grote bedrijven die hier komen investeren en het ontbreken van opleidingen en goede gezondheidszorg. Gezondheid en de job van de gezondheidsbemiddelaarster In Zavet is er geen ziekenhuis, het dichtstbijzijnde is in Kubrat, op 20 km van Zavet. Er is wel een huisarts die aan huis komt; hij voert enkel algemene geneeskunde uit. De gezondheidsbemiddelaarster is een brugfiguur tussen de Roma en de huisarts (of het ziekenhuis). Zij werkt voor het ganse arrondissement. De mensen kennen haar en komen als er vragen zijn. Ook de dokters contacteren haar om afspraken door te geven. Daarnaast is de gezondheidsbemiddelaarster 10
iemand die mee huisbezoeken kan doen of mensen kan begeleiden naar het ziekenhuis. De mensen hebben vaak nog andere hulpvragen, en die neemt de gezondheidsbemiddelaarster ook op. Zij wordt betaald door de nationale overheid. Ze is de enige die deze functie uitvoert in het ganse arrondissement. Een groot probleem is dat de meeste inwoners geen ziekteverzekering hebben, doordat deze onbetaalbaar is. Bij ernstige ziektes moet er heel veel betaald worden en dit vooraf. Om medische zorgen te kunnen krijgen bij ziekte, moet je de afgelopen 3 jaar de ziekteverzekering betaald hebben. Als je gedurende 1 maand werkloos bent, kan je wel gratis naar de dokter en gratis medicatie krijgen. Dit is enkel als je voldoet aan de criteria, maar deze zijn zo strikt waardoor er weinig mensen in aanmerking komen. De gezondheidsbemiddelaarster vindt dat het systeem niet goed georganiseerd is. Normaalgezien moet je als werkloze je laten registreren én 14 dagen per maand werken. Dit voor 4u/dag aan een loon van €25/maand (dit is het nationaal beleid). Dit is veel te weinig waardoor mensen zich dus niet registreren en liever losse jobs uitvoeren of in het zwarte circuit op zoek gaan naar een job. De lokale NGO: het gemeenschapshuis De lokale NGO werkt samen met Integro. Vanuit de NGO betalen ze het inschrijvingsgeld voor de crèche en voorzien ze voedselbonnen. Met de bonnen kan er enkel eten gekocht worden. De medewerkers van de NGO werken hiervoor samen met winkels uit de buurt. De bonnen kunnen enkel gebruikt worden voor kinderen tussen 3 en 6 jaar. De bon heeft een waarde van €10 en wordt één keer per maand uitgedeeld. De bonnen dienen als stimulans voor de ouders om hun kinderen naar de kleuterschool te sturen. De NGO probeert mee problemen op te lossen en als dit niet lukt, geven ze signalen door aan het arrondissement. De laatste cases waarrond de NGO werkte, betroffen mensen die zwaar ziek waren en geen geld hadden voor medische zorg. Met de organisatie proberen ze het geld bijeen te krijgen om de medische zorg te betalen. Verder zijn er activiteiten voor kinderen zoals sporten, dansen of gewoon samenkomen en praten. Alle medewerkers werken op vrijwillige basis. Vraag: Heb je het gevoel dat ouders hier ook moeten gestimuleerd worden om hun kinderen naar school te sturen? Ja, hier is ook zeker nood aan. Maar vanaf dit jaar dienen de ouders de maaltijd voor hun kinderen zelf te betalen en wordt deze niet meer gratis voorzien. Vraag: Waar leven werklozen van? Is de criminaliteit niet hoger? We hebben één school waar een minderheid van de kinderen in contact komt met de politie, maar dit gaat enkel over het stelen van sigaretten of dergelijke. Er wordt door de viceburgemeester benadrukt dat er zeer weinig conflicten zijn.
11
Vraag aan de medewerker van de NGO: mogen we vragen wat uw verhaal is? Ikzelf ben bijvoorbeeld naar Duitsland geweest, waar ik muziek speelde en ook werkte. Ik moest er zeer hard werken voor een lage verloning. Zo was ik ook in Griekenland en Frankrijk, maar telkens met hetzelfde verhaal: veel te hard werken voor een te kleine verloning. Mijn vrouw werkt hier op het land aan 15 Lev per dag (€7.5). Dit is al beter dan zich als werkloze te laten registeren. Vraag: Wat met de Roma die geen muziek kunnen spelen? Die verzamelen kruiden en proberen deze aan de man te brengen op een lokale markt. Ze helpen mee in de bouw of rekenen op familieleden in het buitenland. Weinigen hebben een eigen zaak. Vaak wordt er metaal verzameld, onder andere op afvalbergen. Slotvragen aan de viceburgemeester Vraag: Wat zou je vragen aan Europa als ze hulp zouden aanbieden? Ik wil niet dat ze ons vis geven maar wel dat ze ons leren vissen. Onze eigen economie moet gewoon beter. Vraag: Waarop zou je de focus leggen als je geld kreeg van Europa? De educatie van jongeren is een belangrijk aandachtspunt. We zouden ze een beroep kunnen aanleren, meer informatie kunnen geven rond de zakenwereld, hoe je goede projecten kan opstarten en uitbouwen. Ook de infrastructuur van de omgeving (de wegen) kan veel beter. Buitenlandse investeerders zijn niet erg happig om hier te komen investeren vanwege de gebrekkige infrastructuur. Het arrondissement heeft nu wel een project om de riolering volledig te vernieuwen maar dit heeft als gevolg dat we de asfaltwegen er slecht moeten laten bijliggen totdat de werken volledig zijn afgerond. Vraag: Leven de Roma en de Bulgaren apart of tezamen? Vroeger leefden ze meer in verschillende groepen, stilaan begint het een betere mix te worden. Vraag: Wat is de reactie van de Bulgaren tegenover de Roma? Omdat het een klein dorp is, hebben we niet echt problemen. Misschien is er wel een beetje verdoken discriminatie. Er is bijvoorbeeld een fabriek in het dorp waar 100 mensen werken waarvan geen enkele onder hen van Roma-origine is. Vraag: Hoe ga je hiermee om? Ik kan er niets aan doen, dit is een privaat bedrijf. Je kan wel proberen om de dialoog aan te gaan. En verder is het ook zo dat er machines worden gebruikt waarvoor de Roma totaal niet zijn opgeleid. Meestal hebben ze geen of een slechte educatie gehad. 12
5. Senovo Dinsdag 13 mei 2014 , 10u00: Ontmoeting met burgemeester van en bezoek aan de kleuterschool.
Senovo
Senovo behoort tot het arrondissement Vetovo. Er zijn drie buurten, gebaseerd op de etnische groepen. Elke buurt heeft zijn vertegenwoordiger. De buurten zijn niet strikt gesegregeerd, er is een mix. De burgemeester vertelt dat er geen conflicten zijn. De verschillende feesten worden er samen gevierd. Er zijn weinig jobs in Senovo. Er is enkel de grondstof klei, voor het vervaardigen van porselein en de grondstof zand, voor glas. Er is één fabriek met 400 werknemers, waarvan ¾ uit Senovo komt. De fabriek is meer dan 100 jaar oud. Sinds drie jaar aanvaardt het beleid ook Roma. Momenteel werken er drie Roma met een vast contract. Voordien was de tewerkstelling van Roma hoofdzakelijk voorzien via tewerkstellingsprojecten door de overheid, die één jaar duurden en dus slechts tijdelijk voor werk zorgden. Het minimum salaris is €170. Het gemiddelde salaris bedraagt €207 per maand. De huur van een woning bedraagt €300. Een gezin van vier zou zo’n €1200 nodig hebben om te leven. De burgemeester verdient €337 netto.
Vetovo heeft volgens de burgemeester een slecht regionaal beleid. Het is dood. De Bulgaren die terugkomen en investeren in het gebied, verliezen hun geld. Daarom beslissen ze om niet terug te komen. De burgemeester geeft een voorbeeld van veelvuldig misbruik in zijn dorp. In de jaren negentig werd de landbouwgrond terug gegeven aan de oorspronkelijke eigenaars. Door de toetreding tot de EU in 2007 zijn vele kleine landbouwers echter failliet gegaan. De EU voorziet maatregelen om de landbouw te stimuleren. Zo mag land niet onbewerkt zijn, het moet bewerkt worden. De EU betaalt €15 per hectare per maand voor bewerkt land. Politici en rijken misbruiken deze regel. Rijken huren het land van failliete arme burgers die geen geld hebben om hun land te bewerken en strijken daarmee de EU-subsidies op, met daarbovenop de winst van de productie. Daarnaast krijgen ze EU-geld om om het even wat te planten. De bewerking van de landbouwgrond gebeurt dus willekeurig naar wat het minste werk kost en de grootste opbrengst levert. Zo worden de rijken nog rijken, terwijl de arme eigenaars van het land slechts €22 per hectare per jaar huur krijgen. Volgens de burgemeester migreren mensen – ook hoogopgeleiden – vanwege hun te laag inkomen.
13
De burgemeester verlangt geen geld van de Europese Unie. Ze wil bovenal een goed beleid. Het gaat niet om het geld, maar om het politiek systeem dat moet veranderen. Meer specifiek de kennis die ontbreekt en de corruptie verhinderen; de veranderingen en de weg naar veranderingen. Volgens de burgemeester is er geld beschikbaar, alleen ontbreken de vaardigheden om tot dat geld te geraken en er iets – nuttigs - mee te doen. Zo krijgen scholen die bij de EU een aanvraag doen voor projecten soms tot €150 000 voor een jaar. De scholen maken plannen en organiseren verschillende activiteiten, zoals excursies, ontmoetingen met ouders, cursussen dans en koken, … Na een jaar stoppen deze projecten meestal. Er is geen continuïteit. Dat komt omdat er geen controle is op het al dan niet bereiken van de doelstellingen. EU-middelen moeten altijd via het nationale niveau aangevraagd worden. De burgemeester is verkozen, maar heeft geen onafhankelijk budget. Er is enkel budget voor personeel. Burgemeesters kunnen zelf geen subsidies aanvragen. De burgemeester van het arrondissement doet de aanvragen van alle dorpen en steden binnen zijn gebied. De burgemeester van Senovo is genoodzaakt geld te zoeken via sponsors. Zo is er een NGO opgericht die werkt rond sport om het voetbalstadion op te knappen. Een NGO kan – in tegenstelling tot de burgemeester – wel subsidies aanvragen. De burgemeester haalt twee drempels tot subsidies aan: hoe geraak je tot subsidies en wat gebeurt ermee? Zo kan een NGO wel subsidies aanvragen, maar heb je voor het oprichten van een NGO een startkapitaal nodig. Er is dus eerst geld nodig om aan geld te geraken. De vraag is dus hoe je een regio aantrekkelijk maakt voor investeerders om aan startkapitaal te geraken. De regering kent de situatie in de kleinere dorpen, maar doet er niets mee. Kleuterschool De kleuterschool is een groot grijs blok, naast een kleifabriek. Deze kleuterschool werd gebouwd tijdens het socialisme en was bedoeld voor de kinderen van de arbeiders uit de fabriek. Momenteel wordt er een deel niet meer gebruikt. Er zitten slechts 27 kinderen op die kleuterschool.
Er is geen centrale verwarming in het gebouw. Er wordt 3 keer per dag voedsel gegeven. De gemeente voorziet in alle kosten (de verzorgsters, het voedsel …). De gezinnen betalen een kleine prijs (van 3 tot 15 euro). Kinderen van 3 tot 6 jaar kunnen er terecht. Voor kinderen onder de drie jaar is er in dit dorpje geen opvang voorzien. In Bulgarije is er moederschapsverlof gedurende 2 jaar.
14
6. Smirnenski Dinsdag 13 Smirnenski.
mei
2014 ,
13u00:
Ontmoeting
met
burgemeester
van
Smirnenski is een dorpje dat onder het arrondissement van Vetovo valt. Het dorp telt 2000 inwoners. 80% van de inwoners zijn van Turkse afkomst, 15% zijn van Roma-origine en 5 % zijn etnische Bulgaren. Tot 1980 was de verhouding: 50% Bulgaren en 50% Turks. De meeste Bulgaren zijn weggetrokken naar de steden. De burgemeester vertelt dat hij het administratief werk organiseert. Daarnaast is hij de link met de burgemeester van het arrondissement. De burgemeester van Smirnenski werd verkozen als een onafhankelijke kandidaat (hangt niet af van een partij). Een initiatief nemend comité heeft hem voorgedragen. In Bulgarije is er geen stemplicht. Maar ongeveer 80% van de mensen gaat stemmen. 200 mensen uit dit dorp wonen in Gent, 500 mensen op Mallorca, 50 mensen in Antwerpen. Daarnaast zijn er ook nog mensen in Oostenrijk en Frankrijk. In de lokale kleuterschool zitten er 70 kinderen, vroeger waren er dat 400. In de kleuterschool is er ook een crèche. Vroeger zaten er 415 kinderen in de lagere school, nu zijn er nog 140 kinderen. Volgens de burgemeester doet er zich geen enkele vorm van kleine criminaliteit voor in het dorp. Het dorp heeft een cultureel huis met computers en een bibliotheek. Er is ook een kerk en een clubhuis voor bejaarden. Het is duidelijk dat er hier meer geld geïnvesteerd wordt in de gebouwen. Dit komt volgens Integro door het feit dat er hier een Turkse burgemeester is, die meer middelen naar zich toe kan halen en een akkoord heeft met investeerders. De moslims zijn hier volgens de burgemeester sterk geëmancipeerd en drinken alcohol. Uitloper van de inleefreis: dinsdag jonge vrouw uit Smirnenski, in Gent.
17
juni
2014 :
Ontmoeting
met
Na de reis hadden 2 buurtstewards een gesprek met een jonge vrouw uit Smirnenski. Zij behaalde een universiteitsdiploma in informatica in Bulgarije. Meteen na haar studies besloot zij naar België te komen om te werken. Die keuze kwam er omdat er in Bulgarije geen werk is. Er zijn te veel hooggeschoolden en te weinig jobs. Om een degelijke job op niveau te vinden in Bulgarije moet je volgens haar de juiste mensen kennen, of je moet werken via het (semi-)illegale circuit. Ze woonde eerst bij kennissen in Mechelen en is nadien naar Gent gekomen. Zij woont nu 3,5 jaar met haar gezin in België. Ze is gestart met Nederlandse les via Kom-pas, maar het tempo lag te traag. Daarom heeft ze niveau 3 tot 5 gevolgd aan het UTC van de Universiteit Gent. Bij Kompas duurt 1 niveau 5 maanden, aan de Universiteit is dat 1 maand. Ondanks haar hoge opleiding en goede kennis van het Nederlands, vindt ze geen werk. Ze krijgt telkens te horen dat haar cv niet voldoet en/of dat zij niet 15
voldoende werkervaring heeft. Ze is ingeschreven bij de VBAB, maar door haar hoge opleiding krijgt ze geen begeleiding bij het zoeken van vacatures en sollicitaties. Van de interimkantoren waar ze is ingeschreven, hoort ze verder niets. Desondanks wil zij in Gent blijven. Het gezin leeft momenteel van het inkomen van de man, die werkt als zelfstandige. De vrouw vertelt dat in Gent veel mensen uit Smirnenski wonen. Zij zien elkaar als ze in de zomer naar Bulgarije gaan. In Gent en omgeving hebben ze enkel contact als zij hetzelfde werk doen, anders niet. Dat komt onder meer omdat het jonge gezinnen met kinderen zijn. Zo werkt de man van deze vrouw als zelfstandige frituuruitbater, waardoor hij vooral ‘avonds en ’s nachts werkt. Zij is overdag vooral met het jonge dochtertje bezig. Anderen werken eerder overdag, waardoor afspreken om samen iets te doen moeilijk lukt. Haar familie woont in Bulgarije. Ze vindt het niet zo moeilijk dat ze in Gent woont omdat ze jaarlijks in de zomer naar Bulgarije gaan.
7. Vetovo Dinsdag 13 mei 2014, 15u00: Ontmoeting met burgemeester van Vetovo.
Vetovo is een arrondissement waaronder 3 dorpen vallen. De burgemeester van dit arrondissement vertelt dat hij enkele jaren geleden een meeting had voor 40 mensen in Gent, allen afkomstig uit het arrondissement Vetovo. De burgemeester zegt zich dan ook heel erg verbonden te voelen met Gent. De meeste van zijn leeftijdsgenoten wonen en werken in Gent. In de maand augustus komen al deze Bulgaren terug naar Vetovo. Ieder heeft nog zijn/haar huis en onderhoudt het. De reden dat de mensen naar Gent komen heeft te maken met het hoger salaris. Als ze in Gent maar €700 of €800 per maand kunnen verdienen, blijven ze niet. Alhoewel het gemiddeld loon in Bulgarije een €200 is, blijven ze in Gent pas als hun loon boven de €800 ligt. Volgens de burgemeester ging het als volgt: er deed zich eerst een migratie voor van de mannen. De idee was om geld te verdienen in het buitenland, daarna terug te keren naar Bulgarije en er een zaak op te starten. Dit is echter niet gelukt aangezien er geen afzetmarkt en geen ondersteuning is in Bulgarije. De mensen zijn opnieuw naar Gent teruggekeerd. De meesten hebben enkel de middelbare school afgewerkt. Velen werken in de bouw. De mensen die de burgemeester kent, werken voor Vlamingen. 16
Een medewerker van de burgemeester vraagt of we overlast hebben van de Bulgaren in Gent, bijvoorbeeld inzake huisafval. In Bulgarije kan je zelf kiezen wanneer je je afval naar buiten brengt. Er staan grote containers in de straten, waarin alle afval door elkaar gedeponeerd kan worden. Bulgarije wil beginnen met sorteren, maar er wordt geen geld voorzien voor afvalverwerking voor de steden en dorpen. De grotere stukken kunnen bij het andere afval geplaatst worden en mits een bijdrage worden deze stukken dan ook meegenomen. In sommige steden zijn er ook een soort containerparken. Op het einde van het gesprek worden contactgegevens uitgewisseld met de bedoeling een manier te zoeken waarop er contact kan zijn tussen de Gentse administratie en de administratie in Vetovo. Dinsdag 13 mei 2014, 16u00: bezoek sociale dienst Vetovo.
Ten slotte is er nog een kort bezoek aan de sociale dienst van Vetovo. Deze dienst keert maandelijks een toelage uit aan mensen die voldoen aan de criteria. Zij die deze steun krijgen, moeten in ruil maandelijks 14 dagen 4 uur per dag werken. De gemeenste bekijkt wat dit werk kan zijn. Er zijn een 500-tal mensen die steun krijgen. De criteria zijn onder andere: - kinderen naar school sturen - vaccinaties in orde brengen - meer dan 6 maand werkloos zijn - geen zelfstandige zijn -… De mensen worden elke maand gecontroleerd. Het is dus geen optie om ondertussen in het buitenland te verblijven. Je moet bewijzen dat je ondertussen werk zoekt. Bovenop deze steun is er ook nog mogelijkheid om een dossier in te dienen om schooltoelage te krijgen. De mensen van de sociale dienst leggen huisbezoeken af om de situatie in te schatten. Ze verwijzen indien nodig door naar andere diensten. Er zijn ook speciale cursussen voorzien om de competenties van de mensen te doen stijgen. Enkel zij die op een lijst staan, komen daarvoor in aanmerking.
8. Seslav Woensdag 14 mei 2014, 10u00: Ontmoeting met burgemeester van Seslav.
De burgemeester van Seslav is van Romaorigine. Momenteel voert hij zijn 2de mandaat uit. Zijn vroeger beroep was wiskundeleraar. Hij heeft 4 kinderen. Hij was reeds burgemeester van 1999 tot 2003. Hij werd het opnieuw vanaf 2009 tot heden. De burgemeester zelf is een kandidaat van de DPC (partij voor rechten enz.). Voor zijn 2de mandaat werd hij gekozen door 80% van de kiezers.
17
In dit dorp zijn 40% à 50% van de inwoners van Roma-origine, 40% Turks en 5% à 10% Bulgaars. Christenen en moslims komen hier goed overeen. Moslims helpen de kerk herstellen en christenen helpen de moskee herstellen. Trouwfeesten en andere feesten worden er samen gevierd. De burgemeester kent Gent zeer goed aangezien hij in 2007 acht maanden in Gent als vrachtwagenchauffeur werkte bij een Turkse onderaannemer die voor de Belgische firma “Gilbert” reed. Hij is in Gent terecht gekomen via kennissen. Hij keerde terug naar Bulgarije omdat de Turkse onderaannemer hem niet wilde betalen voor zijn werk. Nochtans werkte hij heel flexibel. Zo reed hij bijvoorbeeld langer (meer kilometers) dan toegelaten (+/- 12000 km, terwijl er slechts 6000 toegelaten zijn) enz. De burgemeester vertelt dat hij een zware tijd heeft gekend in Gent. Hij moest heel lang wachten om zich te kunnen registreren. Daarnaast was de taalbarrière enorm groot. Hij trachtte het feit dat hij niet betaald is geweest op te lossen via het ABVV, maar dat is niet gelukt. De firma had blijkbaar heel veel schulden. Volgens de burgemeester is de taal het grootste probleem in de migratiekwestie. Daarom zoekt iedereen aansluiting bij de Turkse gemeenschap omwille van de gemeenschappelijke taal. Hijzelf adviseert iedereen uit zijn dorp om Bulgarije nooit te verlaten. Wel als toerist maar niet om te werken. De meeste mensen van Seslav vertrekken naar Denemarken, Duitsland en België. De kinderen blijven hier. Er zijn misschien een 5 tal families volledig weg maar ze hebben regelmatig contact met de burgemeester en zij geven aan dat hun bedoeling is 2 à 3 jaar te werken en dan terugkeren. Er zijn ook dorpen in Bulgarije van waaruit iedereen weggetrokken is en waarbij niemand nog terugkeert. De burgemeester onderscheidt twee migratiegolven. De eerste golf van Bulgaarse migranten kwam op gang na de toetreding tot de EU in 2004. Deze mensen wilden niet werken en wilden enkel ‘gemakkelijk’ geld krijgen. De EU denkt dat alle Bulgaren zo zijn. De burgemeester weerlegt dat. De tweede migratiegolf bestaat volgens hem uit mensen met praktische vaardigheden (arbeiders) die willen werken. Een deel van hen blijft in het buitenland door goed werk, een ander deel vindt geen werk en keert terug. Verder vertelt hij dat er in Bulgarije genoeg werk is voor hooggeschoolden. Zij hebben 2 opties: 1. Een normale loon van €200 à €300 verdienen. Voor hen is er zeker werk. 2. Een hoog loon van +/- €700 verdienen, maar dan is het heel moeilijk om werk te vinden.
18
Seslav zou veel hoogopgeleide Roma (> 20 mensen) tellen, waaronder ingenieurs en leraars. Dit is een verschil met andere dorpen. Zij die geen opleiding hebben en geen werk vinden, trachten te overleven via een uitkering en/of ze hebben land dat ze bewerken voor eigen gebruik. We eindigen het gesprek op zijn kantoor met de volgende vragen. Als Europa iets zou kunnen doen, wat zou dit dan moeten zijn? Als de EU echt hulp wil bieden aan de landen met hoge werkloosheid, zou de EU aan Bulgarije kunnen voorstellen om 2% van de EU-voedselhulp te produceren. Hiermee zouden er voldoende jobs gecreëerd kunnen worden in Bulgarije + is men zeker van afname van de producten. Op deze manier zou Bulgarije dan verder haar economie kunnen ontwikkelen. We zien dat er een leegloop is in dit dorp, en ook andere dorpen. (Jongere) mensen trekken naar het buitenland om te werken, de achterblijvers geraken geïsoleerd. Wie zorgt voor hen? Er wordt veel gebruik gemaakt van skype, er zijn goedkope beltarieven en er is contact via sociale media. Bovendien is het dorp een hechte gemeenschap die elkaar helpt. Volgens hem is Seslav op dat laatste punt wel een uitzondering. [Noot: In het kantoor van de burgemeester hangt een oude foto van Todor Zhivkov – een leidend figuur uit de communistische tijden. Opmerkelijk is dat deze foto blijft hangen, terwijl het communisme reeds lange tijd achter de rug is.] Woensdag 14 mei 2014 , 11u00: Wandeling door Seslav + bezoek kleuter en basisschool.
Het lokale culturele centrum is gebouwd door metselaars van Roma-origine en bevat een bioscoop/theaterzaal en een bibliotheek met kinderafdeling (de kinderafdelingen zijn zeldzaam in de regio). Er zijn 50 à 60 kinderen die boeken uitlenen. Alle culturele voorstellingen uit de regio vinden hier plaats. Er zijn veel kindervoorstellingen met dansen, zingen, … De kinderen namen deel aan een internationaal festival. Het culturele leven is zeer sterk aanwezig in dit dorp. De kinderen leren traditionele (Bulgaarse, Turkse en Roma) dansen om de tradities niet te vergeten. De kinderen uit de drie etnische groepen dansen en zingen samen. De kleuterschool en de basisschool bevinden zich in hetzelfde gebouw, maar hebben een verschillende directie. De kleuterschool heeft 65 kinderen, die zijn onderverdeeld in vier leeftijdsgroepen van 3 tot 6 jaar. Scholen 19
kunnen zelf het systeem kiezen waarmee ze werken en waarvan ze de werkboeken kopen als voorbereiding op de basisschool. Deze school werkt volgens een Noors programma (Anubis?). De school noemt zichzelf succesvol. Ze willen dat de kinderen er zich thuis voelen. De kinderen hebben veel beweging op school. De directeur van de basisschool is meneer Stoyanov. Hij vertelt dat er 56 kinderen ingeschreven zijn in de basisschool. Alle kinderen leren goed. Er is voldoende materiaal voor handen voor het leerproces: computers, smartboards en andere multimedia. De kinderen komen regelmatig naar school. Dat komt volgens de directeur omdat de pc-klas met interactieve multimedia de school aantrekkelijk maakt. Er is een ruimte voor naschoolse activiteiten waar kinderen kunnen doen wat ze willen. Er worden ook buitenschoolse activiteiten georganiseerd zoals dans, fotografie of bijenkwekerij. De school helpt de kinderen oriënteren naar verdere studies en organiseert regelmatig ontmoetingen met de ouders. Daarnaast komt de middelbare school de leerlingen en ouders informeren over hun aanbod. De officiële taal die op school gesproken wordt, is Bulgaars (thuis spreken de kinderen vaak Turks). Ze krijgen ook Engels – als tweede taal - vanaf de 2de tot 8ste klas. Onder elkaar mogen ze geen Turks spreken, maar vaak doen de kinderen het toch. In dat geval leggen de leerkrachten hen uit dat elke taal die ze kennen een meerwaarde is, maar dat er op school Bulgaars gesproken wordt. De kinderen worden dus gestimuleerd om Bulgaars te spreken op school. Dit hebben ze immers nodig in de samenleving. Het zijn vooral de kinderen die migreren en terugkomen die taalproblemen ervaren.
9. Kubrat Woensdag 14 mei 2014, 00: Ontmoeting met de burgemeester van het arrondissement Kubrat. Kubrat omvat 16 verschillende dorpen + een centrum. Er zijn 25.000 inwoners. De stad Kubrat zelf heeft 8000 inwoners. Elk dorpje heeft een eigen bibliotheek/cultureel huis. Daar worden onder andere traditionele dansen beoefend. De burgemeester van Kubrat is een verkozen burgemeester. Hij is momenteel bezig aan zijn 4de mandaat. In het lokale bestuur zetelen 21 personen.
20
Het hoofdinkomen voor de meeste personen komt uit de landbouw en de veeteelt. De regio heeft 4 fabrieken (oa. één voor auto-onderdelen en één die landbouwmachines produceert). Er zijn geen grote fabrieken. Het is immers moeilijk om de productie verkocht te krijgen. Een bijkomend probleem is dat er in de privéondernemingen weinig moeite gedaan wordt om verbeteringen aan te brengen. De inkomsten van de stad komen voor 60% van de overheid en 40% van de lokale belastingen. Er wordt een goed sociaal beleid gevoerd en de belastingen zijn in de laatste 10 jaar niet gestegen. De stad heeft 10.000 hectare grond als eigendom. Daaruit komt ook een groot deel van het stadsbudget. Daarnaast krijgt Kubrat € 25 miljoen via EU-fondsen om projecten te doen. Hiermee is de riolering vernieuwd in de stad en wordt er een waterzuiveringsinstallatie geplaatst. Tegen eind september 2014 zou dit rond moeten zijn. Alle bedrijven hebben een brief ontvangen met de melding om hun gewenste installeringen nu uit te voeren want na de werken kan de baan niet meer open gebroken worden. De burgemeester vertelt dat er hier en daar klachten zijn omdat alle wegen open liggen. Maar uiteindelijk begrijpen de mensen dat dit nu nodig is en tijdelijk is. Indien er schade is door de regen, kunnen de mensen bellen naar een meldpunt. Er zijn in het arrondissement Kubrat 16 kleuterscholen en één crèche (kinderen van 0 tot 3 jaar), 8 basisscholen, 1 middelbare school en 1 secundair gymnasium met de afdelingen snit/naad en houtbewerking. Er is een voorziening voor ouderen met een capaciteit voor 100 personen, ook een dagcentrum voor volwassen personen met een handicap. Hier worden therapieën gegeven waarbij ze allerlei voorwerpen maken met klei en keramiek. Deze voorwerpen worden dan bij festiviteiten tentoongesteld en verkocht. Volgende vragen werden voorgelegd aan de burgemeester. Er is in Kubrat meer werkgelegenheid en er zijn meer voorzieningen dan in andere dorpen die we bezochten, hoe komt het dat er toch heel wat mensen wegtrekken? De jonge mensen willen wel weg, ze zoeken een beter leven, maar de generatie 30-35jarigen blijft hier. Het minimumloon is €117 per maand en dat is te laag voor de jonge mensen. Er zijn ook programma’s voorzien voor jonge boeren, waarbij er steun is om een bedrijf te starten. Met deze fondsen worden er machines of fruitbomen aangekocht. Hiervoor moet je wel minstens 29 jaar zijn om in aanmerking te komen. Hoe is verhouding tussen de verschillende etnische groepen? 46% van de inwoners is van Turkse origine, 6% van Roma-origine en 48% is Bulgaars. 21
Ieder dorp heeft zijn eigen burgemeester, hoe werk jij met hen samen? Wij komen maandelijks officieel samen. Daarnaast komen de andere burgemeesters elke week apart bij mij langs. Ik heb heel veel aan hen want zij staan heel dicht bij de mensen en hun problemen. Iedere burgemeester beschikt over een eigen budget. Ik ben zelf één van de 17 burgemeesters die naar het Europees parlement geweest is. Elke maand vertegenwoordigde ik er ons arrondissement. Wat vind je van het idee om 2% van de EU-voedselhulp te laten produceren door Bulgarije? De burgemeester kent dit idee en neemt dit zeker mee. Hij werkt ook aan een programma voor langdurig werklozen. De bedoeling is dat deze werklozen groenten kweken en die dan kunnen verkopen aan de scholen, ipv dat de scholen hun groenten kopen in de supermarkt. Om ze dan niet opnieuw werkloos te laten worden zouden ze land kunnen krijgen en waarbij er dan gegarandeerd wordt dat hun productie verder afgenomen wordt. De burgemeester vertelt verder dat hij veel contacten heeft in andere landen en ook in Gent. Hij weet ook wie er naar Gent is getrokken en waar zij wonen. De laatste 10 jaar zijn er 500 mensen die heen en weer gegaan zijn. Hij zou graag in Gent komen kijken hoe er gewerkt wordt. Er is al een broederschap op deze manier met Zwitserland. Ook met Rusland, Roemenië en Letland wordt er uitgewisseld. De burgemeester is heel blij dat hij ons kon ontmoeten. Hij hoopt dat het niet onze laatste ontmoeting is. Er zijn zeker problemen maar die kunnen we samen oplossen. Hij heeft veel ideeën om door te geven aan Europa.
11. Shumen Donderdag 15 mei 2014, 10u00: Ontmoeting met de directeur van het departement cultuur en onderwijs, arrondissement Shumen. In het stadhuis van het arrondissement Shumen spreken we met de directeur van het departement cultuur en onderwijs en een senior expert - die ook een aantal projecten coördineert - en met de directeur van het departement gezondheid en sociaal beleid vergezeld door twee senior experts die verantwoordelijk zijn voor de coördinatie, de programmatie en het beleid rond de Roma-integratie. Er volgt een korte introductie over het arrondissement Shumen. Het arrondissement Shumen heeft tussen de 115.000 en 120.000 inwoners. Ook hier zijn de drie grote etnische groepen vertegenwoordigd. De Bulgaren – de grootste groep – staan voor 72 % van de 22
bevolking, 21 % is Turks en 6 à 7 % is Roma. Een kleine 0,3 % zijn Armeniërs, Russen, … Volgens onze gesprekspartners is er geen discriminatie tussen de verschillende groepen. De stad als centrum van het arrondissement bestaat uit een centrum met 37 buurten met elk een plaatselijke administratieve burgemeester. Er wonen ongeveer 90.000 inwoners. 35 % van de economie bestaat uit landbouw (wijn, melkproducten, mais, granen, het verzorgen van kleine kippen om door te verkopen, …) en is daarmee de belangrijkste economische factor. Daarnaast heeft Shumen een aantal fabrieken, voornamelijk in de voedingsindustrie en chemie. De grootste fabriek met de hoogste tewerkstelling (2000 werknemers) produceert aluminium. Verder zijn er ook fabrieken die schoonmaakproducten vervaardigen. Nog een firma maakt elektronische apparaten, zoals boilers en verwarmingsinstallaties. Dit bedrijf telt 1200 werknemers. Shumen Pivo, een bierproductiebedrijf van Carlsberg, stelt 400 mensen tewerk en heeft een grote afzetmarkt. Shumen is een bekend cultureel centrum in Bulgarije. De verspreiding van het Slavische alfabet naar het buitenland begon hier. Voor de 7de eeuw was Shumen een centrum van oude culturen. In de 7de eeuw ontstonden hier de twee eerste hoofdsteden (Pliska en Preslav). In de 19de eeuw had de stad het eerste blazersorkest en in de jaren ’50 verschijnen de eerste theatergroepen. Vandaag is Shumen een onderwijscentrum met een universiteit voor lerarenopleiding. Deze heeft zes faculteiten met verschillende vakken. Er zijn 15.000 studenten. Er zijn geen cijfers over het percentage Roma dat werkt, gezien geen gegevens worden bijgehouden op basis van etniciteit. De administratie kan ook geen schatting geven. Op de vraag hoe Roma overleven zonder inkomen begint het antwoord met het verhaal dat de Roma vroeger – tijdens het communisme – allemaal een appartement kregen van de staat, maar er zelf voor kozen om niet in deze appartementen te blijven wonen en naar het oude gedeelte van de stad trokken. Daarnaast zouden Roma ook niet lang in de stad blijven en uit eigen keuze wegtrekken. Daarbij wordt ook aangegeven dat Roma laag opgeleid zijn. De burgemeester haalt enerzijds aan dat het de taak van de overheid is om oplossingen te zoeken voor betere opleidingen voor Roma. Er zit echter een probleem in het systeem. Ondanks de extra investeringen in onderwijs, daalt het opleidingsniveau. Anderzijds stelt hij dat dit een bovennationaal probleem is en dat er genetische oorzaken zijn bij Roma waar weinig kan worden aan gedaan. Zo zijn Roma vrij om zelf te kiezen voor betere opleidingen. Het zijn de ouders die hun verantwoordelijkheden niet opnemen en hun kinderen niet naar school sturen. Dat gedrag moet worden veranderd. Het heeft niets te zien met discriminatie. Vervolgens gaat hij verder dat het slechts een klein deel is van de gezinnen die niet de verantwoordelijkheid opneemt om kinderen naar school te sturen. Er zijn dit jaar 8000 schoolplichtige kinderen, waarvan 1 % niet naar school gaat. Dat komt op 60 à 80 kinderen. Daarvan is 60 à 80 % Roma. De afwezigheid komt doordat de ouders in het buitenland verblijven. Er zijn enkel 23
spijbelproblemen met Roma-gezinnen waarvan de ouders in het buitenland verblijven. Als de ouders in Bulgarije wonen, zijn er weinig ouders – ook bij Roma – die hun kinderen niet naar school sturen. De stad zelf voorziet voor mensen met een laag inkomen sociale woningen met een lage huur en helpt mensen zoeken naar een job. Zo zijn er tewerkstellingsprojecten, één voor laaggeschoolden en twee voor hooggeschoolden. Het project voor laaggeschoolden omvat tijdelijke trajecten van één jaar. Voor hooggeschoolden wordt ingezet op lange termijn. Deze trajecten stellen voorwaarden naar opleiding. Volgens onze gesprekspartners is er geen discriminatie en direct racisme tegenover Roma. Het arrondissement kent geen klachten daarrond. Er zijn ook hoger opgeleide Roma met (betere) jobs. Er is wel sprake van een ‘speciale attitude’ van de meerderheid tegenover de minderheden. Die is ontstaan doordat het staatsbeleid tijdens het communisme iedereen verplichte om vanaf 18 jaar te werken. Tijdens het communisme waren er voldoende jobs. De verwachting dat elke meerderjarige werkt, is er nog steeds, al is de realiteit dat er nu minder jobs zijn en dus meer werkzoekenden. Daardoor hebben privé-werkgevers de ruimte om beter opgeleid personeel te zoeken, of zij deze kwalificaties nu nodig hebben voor het werk of niet. Werklozen krijgen volgens de wet maximum één jaar een werkloosheidsuitkering. Nadien ontvangen zij maandelijks een sociale uitkering verhoogd met kindergeld. Voor het eerste kind is dat 35 leva, voor het tweede 50 en vanaf het derde terug 35 leva. Daarbij komt een jaarlijkse extra toelage van 100 leva. Wat de gezondheidszorg betreft, heeft Shumen drie gezondheidsmediatoren, die actief zijn in de Roma-wijk. Een voorwaarde voor de job is van Roma-origine zijn. Zij krijgen een opleiding en staan in voor de toeleiding naar gezondheidszorg. Zij zorgen onder andere dat mensen bij de dokter geraken en hun sociale zekerheid betalen. Zij hebben een kantoor vlakbij de wijk en zijn vaak in de wijk aanwezig. Zij kennen de bewoners van de wijk, spreken hen aan en worden ook zelf aangesproken. Tijdens het eten vertelt één van de bemiddelaars dat zij niet worden aanvaard en gesteund door hun departementshoofd (gezondheid en sociaal beleid). Die is nog nooit in de wijk geweest en contacteert nooit zelf de veldwerkers. Zij luistert ook niet naar hen. Op de vraag wat zij dan kunnen doen voor de mensen antwoordt de sociaal werkster dat zij vooral op zichzelf werken en een goed contact hebben met een aantal diensten, zoals de kinderbescherming, het gezondheidszorgcentrum en de gezondheidsinspectie, dat zich situeert op bovenlokaal niveau. Naast de mediatoren is er een nationaal gezondheidsprogramma dat voorziet in een mobiel dokterskabinet om gezondheidszorg naar de mensen te brengen. Deze zorg is gratis. Er is een huisarts, kinderarts en gynaecoloog. Kinderen kunnen er de nodige vaccinaties krijgen. Shumen heeft ook een sociale dienst in het centrum en een kinderconsultatiebureau. De sociale dienst heeft de taak te werken met kwetsbare gezinnen en kinderen in Roma-buurten. Het kinderconsultatiebureau helpt gezinnen met (nood)medicatie, luiers, voedsel voor de kinderen en geld. Ze werken rond gezinsplanning en hebben een gynaecoloog. Tijdens de zomer zetten zij een extra leerkracht in die kinderen voorbereidt op de eerste graad. Zij hebben ook een auto om 24
gezinnen te vervoeren. De organisatie heeft daarnaast de families in kaart gebracht en heeft daardoor een overzicht van de legale en illegale woningen in de Roma-wijk (zie verder). Deze gegevens helpen bij de toekomstplannen voor extra sociale woningen door het arrondissement.
Donderdag 15 mei 2014, 11u00: Ontmoeting met de leden van de NGO ‘Iskra’.
Hier spreken we met de voorzitter van de NGO, die zich richt tot meerdere doelgroepen, maar de focus legt op de Roma-gemeenschap. De organisatie kreeg in 1999 een gebouw van het arrondissement. Er worden verschillende activiteiten georganiseerd. Omdat de sociale dienst in het dorp de jonge Roma-moeders niet bereikt, hebben zij de NGO gecontacteerd met het oog op een samenwerking. Dit jaar lopen er drie projecten. Unicef financiert het eerste project, hetwelke bestaat uit twee groepen. In de eerste groep wordt gewerkt met kinderen van één tot drie jaar en hun moeders. In twaalf dorpen wordt ingezet op de motivering om deze kinderen naar de kleuterschool te brengen, omdat dat belangrijk is als voorbereiding op de eerste graad van de basisschool. Het project voorziet daartoe in drie zaken: de inzet van Romamediatoren, het betalen van de maandelijkse bijdrage voor de kleuterschool en een maandelijkse som van 10€ voor extra voedsel. Daarnaast zijn er activiteiten met de moeders rond opvoedingsondersteuning. In de tweede groep worden speelse activiteiten georganiseerd voor leerlingen van de basisschool met leermoeilijkheden.
25
Het tweede project wordt gefinancierd door de nationale overheid. Die delegeert opdrachten en middelen naar de arrondissementen. NGO’s – zoals het sociaal consultatiebureau in Shumen – kunnen dan projecten indienen. Dit project zet in op de sociale integratie van kinderen uit risicogroepen. Gezien de meerderheid de basisschool doorloopt, wordt vooral ingezet op de uitval in de middelbare school. De NGO werkt met de kinderen zowel tijdens het schooljaar als tijdens de zomer. De financiering van het derde project gebeurt door ‘America For Bulgaria’. Dit project wil jongeren die hogere punten behalen op school stimuleren en motiveren om hun leiderschapsvaardigheden te verbeteren. Daartoe worden zij tijdens zomerkampen ingezet om zwakkere leerlingen te helpen. Het accent ligt hier voornamelijk op het ontwikkelen van leiderschapskwaliteiten boven het verbeteren van de prestaties van leerlingen met lagere punten. Volgens de voorzitter van de NGO gebeurt de integratie van Roma door de EU enkel formeel – in woorden – en vindt er in de praktijk weinig plaats. Hij zegt zelf op papier veel te zeggen te hebben, maar in realiteit is zijn rol gering. Volgens hem dekt de regering zich op deze manier in. Als de integratie van de Roma mislukt, zullen ze hem – op papier verantwoordelijk – aanwijzen als verantwoordelijke. Daarnaast haalt hij ook aan dat Roma zelf meer moeten worden betrokken in activiteiten. Zij moeten niet enkel het doel zijn van projecten, maar ook worden ingezet als experts en leiders. Na het bezoek vertelt Lili dat Integro deze organisatie ondersteunt. Volgens haar draait de NGO niet. De voorzitter vertelt volgens haar veel woorden die hij niet omzet in daden. Zij zegt dat ze er de laatste vier jaar nog nooit kinderen heeft gezien. De tegenstrijdige uitspraken van de voorzitter van de NGO en deze van Integro roepen enkele vragen op. Als Lily vindt dat de organisatie niet werkt, waarom ondersteunen zij deze NGO dan? Waarmee ondersteunt Integro de organisatie en zijn er voorwaarden tot ondersteuning? Op deze vragen krijgen we geen antwoord. Het is zeer moeilijk een realistisch beeld te krijgen van de situatie, mede door de onbeantwoorde vragen als door het feit dat Lily ook optreedt als tolk. De indruk is dat zij niet altijd correct is in haar vertaling. Daardoor beïnvloedt en stuurt zij het gesprek. Zo geeft zij ook aan niet akkoord te zijn met wat de man zegt, op het moment dat deze zijn visie probeert toe lichten.
26
Donderdag 15 mei 2014, 13u00: wandeling door de Roma-buurten. In de Roma-buurt wonen effectief 500 à 600 mensen. Normaal zijn er een 2000-tal inwoners, maar een groot deel bevindt zich in het buitenland. De Roma wonen in het oude gedeelte van de wijk. Naast de wijk bevinden zich een aantal appartementsblokken, die dateren uit de communistische periode. Toen poogde het regime de Roma te integreren door hen in appartementen te laten wonen.
In die tijd woonden enkel Roma in de blokken, nu wonen er ook Bulgaren en Turkse Bulgaren. De uitleg is dat Roma niet in appartementen willen wonen en daardoor naar het oude stadsgedeelte zijn getrokken. Voor 80 % van de huizen hebben de eigenaars wettelijke toestemming. 20 % is illegaal en moet eigenlijk worden afgebroken. Deze grond is eigendom van het arrondissement, die de illegale woningen gedoogt omdat de bewoners anders geen huis meer hebben. Elk probleem wordt individueel bekeken. Van de burgemeester en zijn medewerkers krijgen we twee versies over het waarom de Roma in een afzonderlijke buurt wonen. Beide verhalen situeren zich in de Ottomaanse periode. Toen was er in Shumen een legerkamp. De eerste versie zegt dat de Roma meekwamen met het Turkse leger om er te werken en de nederzetting
27
bouwden. Het tweede verhaal beweert dat de gezinnen van de soldaten in het fort in deze wijk woonden. Na het vertrek van het leger trokken rondtrekkende Roma in de leegstaande huizen. Het aanzicht van de wijk is heel anders dan een Roma-buurt in Slovakije. Hier zijn alle woningen voorzien van water en elektriciteit. Een deel van de woningen wordt verbouwd en een aantal huizen is voorzien van dubbele beglazing. De kloof met de gemiddelde woonstandaard in de omgeving is hier minder groot. Op het einde van ons bezoek aan de wijk komt een – volgens Lily – corrupte (maffia) Roma-politicus kijken wat we komen doen in de wijk. Deze man zou de inwoners van de wijk onderdrukken en afhankelijk maken. Hij hoorde via-via over ons bezoek en kwam daarom polshoogte nemen. De mediatoren geven aan dat 90 % van de mensen in Gent die uit Shumen komen, geen wettig verblijf heeft. Je kan ‘illegalen’ bereiken door bijvoorbeeld een ‘Bulgaarse Soep Dag’ of een ‘gemeenschapsfeestje’ te organiseren.
12. Huisbezoek Novi Pasar We hebben van de gelegenheid gebruik gemaakt om de familie en vrienden van een Bulgaars gezin waarmee één van de buurtstewards werkt in Gent te bezoeken. Concreet hebben we 2 huisbezoeken afgelegd in het afgelegen dorp, Novi Pasar. Eerst zijn we terecht gekomen bij een alleenstaande vriendin van de Bulgaarse familie. Deze vrouw kenden we van in Gent. In Gent had de vrouw werk, in Bulgarije werkt ze momenteel niet. Ze leeft van wat ze zelf kweekt in haar tuin en van wat de buren komen brengen. Het liefst zou ze terugkeren naar Gent. In het tweede bezoek zagen we het ouderlijk ‘huis’ van de Bulgaarse vader die we ondersteunen in Gent. Het huis is een lage barak van 3 ruimtes. Er zijn enkel een paar bedden, een (kook)vuur en een koelkast aanwezig. De vloer bestaat uit aangestampte aarde, de muren uit leem. De moeder woont er samen met haar jongste zoon, schoondochter en 2 kleinkinderen. Haar andere kinderen wonen in het buitenland (Gent, Brussel en Frankrijk). Het bezoek heeft ons doen nadenken over twee zaken. Een eerste punt is het feit dat door de migratie volledige gezins- en gemeenschapslevens ontwricht worden. Velen leven in feite met één voet hier, in het nieuwe thuisland en één voet in hun geboorteland. Dit verklaart soms waarom de mensen zich niet voor de volle 100 % kunnen inzetten voor hun leven in het nieuwe thuisland. Zij voelen zich bijvoorbeeld verplicht om aan de achtergeblevenen geld op te sturen, terwijl wij meer gefocust zijn op het betalen van de schulden die hier gemaakt worden. Het eigen ondersteuningsnetwerk valt daarenboven weg en dit voor beide partijen (zij die in Bulgarije bleven en zij die migreerden). Gelukkig zagen we een grote solidariteit onder de buren in Bulgarije om deze leemte op te vullen. Solidariteit hier? Ten tweede stonden we door het huisbezoek stil bij het verschil tussen het dorpsleven en het stadsleven. Het leven in een stad als Gent is zo veel complexer dan het leven op het platteland in Bulgarije. Er is een heel groot contrast tussen deze twee werelden waardoor we de onwetendheid en 28
de hulpeloosheid die we bij sommige Bulgaren in Gent zien, beter kunnen plaatsen. De misbruiktoestanden die in Gent zo vaak voorvallen bij Bulgaarse nieuwkomers hebben hier ook veel mee te maken.
13. Huisbezoek Targovishte We ontmoeten een jonge Bulgaarse vrouw van half de twintig. Toen zij een jaar of zeven was, verhuisde het gezin naar Gent, waar zij is opgegroeid en school heeft gelopen. Zij heeft al gewerkt in Gent en beschikt over een E+-kaart. Zij zegt zelf dat haar leven – met vrienden en familie - in Gent ligt. Zij ontmoette haar man in Bulgarije. Hij is daar opgegroeid en vindt – onder meer door taalproblemen - moeilijk werk in België. Hij werkt als muziekleraar in Bulgarije. De vrouw pendelt met haar jonge dochter van anderhalf jaar tussen Targovishte en Gent. De man verdient als leraar €150 per maand. Dat is voor het jonge gezin niet voldoende om rond te komen. Daarom werkt hij ook als muzikant op trouwfeesten. Hij trekt daarvoor heel Bulgarije rond en is weinig thuis. Zijn bijverdienste levert hem zo’n €3000 per maand op. Het gezin heeft een klein appartement dat zij enkele jaren geleden kochten voor 48 000 lev, wat neerkomt op zo’n €24.000. Het appartement is klein, maar modern ingericht met een slaapkamer en een badkamer. Aanvankelijk had de jonge vrouw het zeer moeilijk in Bulgarije. Het gebrek aan een sociaal netwerk woog zwaar. Geleidelijk aan heeft zij echter een vriendenkring weten op te bouwen. Uit haar verhaal merken wij een tweestrijd voor jonge mensen, die enerzijds een band hebben met hun land van oorsprong en anderzijds met de plaats – in deze Gent – waar zij opgroeiden en waar hun familie woont. Zij vertelt ons dat werkgevers vragen naar het diploma van de middelbare school. Wie dat heeft behaald, vindt makkelijk werk. Al zijn de verdiensten laag. Een vriendin van haar – die we ook ontmoeten – verdient 12,5 lev (iets meer dan €6) om zes uur te werken in een café. Er is weinig loonverschil tussen wie een diploma van de middelbare school heeft en wie een diploma hoger onderwijs. Er is wel een verschil tussen het platteland en de stad. Iemand op het platteland verdient gemiddeld tussen de €150 à €200 per maand. In de grotere steden is dat gemiddeld €400. Wie rond de €800 verdient in Bulgarije heeft een goed leven, zeker gezien het grootste deel een eigen huis heeft en bijgevolg geen huur betaalt. De jonge vrouw wijst ons er op dat er in Bulgarije weinig bedelaars zijn. Dat komt volgens haar omdat de mensen weinig verdienen en dus weinig kunnen geven aan bedelaars. Als we vragen naar racisme tegenover Roma, vertelt zij dat er geen expliciet racisme is, maar dat zij haar vrienden wel neerbuigend hoort praten over Roma. Zij vergelijkt het met onze houding ten aanzien van de Turkse bevolking in Gent. Tijdens ons bezoek neemt zij ons mee naar wat zij zelf ‘de Gentse feesten’ in Targovishte noemt. De feesten duren één week en vinden plaats in het grote park – met cultureel centrum – van de stad. Er zijn kraampjes met koopwaar en lekkernijen, kinderattracties en optredens. Wij kunnen jammer genoeg maar een uurtje blijven. Ook hier eet men frieten met geraspte feta, wat eigenlijk best wel lekker is. 29
14. Gesprek met jongeman in Shumen Op donderdag 15 mei ontmoeten wij een jonge man die een hele tijd in Gent heeft gewoond, samen met zijn ouders. Toen zijn ouders gescheiden zijn, is hij samen met zijn vader terug in Shumen komen wonen. Zijn mama bleef in België (Namen). De jongen heeft een ernstig medisch probleem waarbij de enige oplossing een operatie is. De operatie die nodig is, kost in Bulgarije heel veel geld en de kosten dienen in één stuk vóór de operatie te worden betaald. Het gezin geniet ook niet van een ziekteverzekering waardoor de operatie in Bulgarije onmogelijk blijkt. De jongen vraagt ons of het mogelijk zou zijn deze operatie in België uit te voeren met behulp van een medische kaart.
15. Onderwijssysteem Bulgarije Hieronder vind je een schema van het onderwijssysteem in Bulgarije. Dit maakten we zelf op basis van verschillende gesprekken die we voerden met leerkrachten in Bulgarije. Het is dus geen officieel document! Het onderwijs bestaat er uit 3 kleuterklassen, 1 voorbereidingsklas, 4 jaren onderbouw, 6 jaren bovenbouw en dan nog 2 jaren middelbaar. Hierna kan men hoger onderwijs volgen. Het grootste verschil met ons onderwijssysteem is dat de leerplicht er loopt tot de leeftijd van 16 jaar tgo die van 18 jaar bij ons. Daarnaast hanteren zij het systeem ‘blijven zitten’ niet tijdens de eerste 4 klassen. Er zijn wel toetsen maar deze bepalen niet of je mag overgaan. Indien iemand dan niet slaagt voor deze toetsen, dan krijgt die persoon bijlessen in de grote vakantie. Deze bijlessen worden gegeven door en in de vrije tijd van de leerkracht zelf in de hoop dat de kinderen toch klaar geraken voor het volgende jaar. Vanaf de 5de klas is er wel de mogelijkheid tot herexamens. Na de 7de klas zijn er twee mogelijkheden: ofwel een overstap naar de middelbare school ofwel op de huidige school blijven en verdergaan tot en met de 12de klas. We vermoeden dat het verschil tussen algemeen onderwijs en technisch/beroepsonderwijs hier zit. Na de 12de klas kunnen leerlingen direct gaan werken en na de middelbare school kunnen ze nog hoger onderwijs volgen.
30
31
16. Besluit In dit besluit willen we een vergelijking maken tussen de ervaringen die we opdeden tijdens de inleefreis naar Košice en omstreken (Slovakije) in 2013 en de ervaringen opgedaan in Bulgarije in 2014. We staan stil bij een aantal thema’s die verschillen en gelijkenissen tussen de twee landen oproepen. Als eerste hebben we een verschillend hoofdprobleem ervaren. In en rond Košice heeft vooral de armoedige huisvesting waarin vele Roma leven een grote indruk nagelaten. We denken aan de hoogbouw appartementen van Lunik IX en de nederzettingen in en rond Košice. We zagen meerdere sterk vervuilde plaatsen zonder voorzieningen (geen water, gas, elektriciteit). In het getto van Lunik IX wonen de Roma afgescheiden van de witte Slovaakse bevolking en worden er nu en dan appartementsblokken neergehaald zonder voldoende en gepaste alternatieve huisvesting te voorzien. In Noordoost Bulgarije is niet de huisvesting maar de werkloosheid als voornaamste probleem naar boven gekomen. In alle dorpen en arrondissementen die we bezochten werd dit probleem als eerste en als het grootste ge/benoemd. Zowel burgers als politici vertelden dat er een immens gebrek is aan investeringen in de streek van Noordoost Bulgarije. Hierdoor is er een grote werkloosheid onder de bevolking daar. Ondanks het gebrek aan inkomsten bleek het grootste deel van de bevolking wel over een eigen huis(je) te beschikken. In ieder geval is grote armoede een gemeenschappelijke factor tussen de beide streken. De lonen liggen er veel lager dan bij ons (250 euro per maand als gemiddeld loon). We hebben tijdens onze bezoeken gemerkt dat de prijzen voor levensmiddelen een beetje lager liggen, maar niet in verhouding tot de lage lonen. Ten tweede hebben we een verschil gezien inzake racisme. In Košice en omstreken is het racisme constant voelbaar en zichtbaar. We zagen gescheiden werelden en konden de negatieve beeldvorming van de witte Slovaakse bevolking tegenover de Slovaakse Roma voelen. De Roma bevinden er zich in een duidelijke achterstandspositie. Onze ervaringen inzake het thema racisme in Noordoost Bulgarije waren meer uiteenlopend. Zo zagen we een verschil tussen de dorpen en de steden. In de dorpen bleek het racisme niet altijd een issue te zijn. In verschillende dorpen werd ons verteld hoe alle religieuze feesten samen gevierd worden en dat iedereen gemengd door elkaar leeft (Turkse, Bulgaarse en Roma Bulgaren). In de stad Shumen hoorden we een getuigenis over openlijk racisme en dit zelfs binnen de stadsdiensten. Daarnaast vertelde vzw Integro over het grote probleem van de negatieve beeldvorming over de Roma door een vooringenomen en onwetende pers. We kunnen stellen dat de Roma in Bulgarije over het algemeen meer achtergesteld zijn: het schoolgaan verloopt minder vlot, de taalbarrière vormt vaak een grote drempel, er zijn minder kansen op tewerkstelling voor de Roma… maar dit alles lijkt minder uitgesproken dan de situatie in Košice. Er is immers een grote werkloosheid in Noordoost Bulgarije en die geldt voor iedereen: etnische Bulgaren, Turkse Bulgaren en Roma Bulgaren. Opvallend is dat vele Roma in Bulgarije (en bij uitbreiding in Gent) niet aangeven Rom te zijn en dit uit schrik om anders minder kansen te krijgen. Terwijl we in Gent geen enkele Slovaakse Rom kennen die zijn of haar etnische achtergrond wil verbergen of ontkennen. Een verklaring voor het verschil tussen de twee landen kan misschien gevonden worden in de benadering van de Roma tijdens het
32
communisme. In Bulgarije was er sprake van een strenge assimilatie onder het communisme, terwijl die in Tsjecho-Slovakije minder uitgesproken zou geweest zijn. Ten derde zien we ook een verschil in de manier waarop er gemigreerd wordt vanuit Slovakije en Bulgarije. Vanuit Košice en omstreken vertrekken meestal de volledige, grote gezinnen naar het buitenland. Dit gebeurt vaak onvoorbereid. Bij de Bulgaren migreert de vader van het gezin vaak eerst. Zij hebben immers de idee om eerst geld te verdienen in het buitenland, daarna terug te keren naar hun thuisland en ten slotte hun geld te investeren in het thuisdorp. Gelijklopend is het feit dat alle migrerende Slovaken en Bulgaren op zoek zijn naar een betere toekomst en het leven in Gent in de meeste gevallen als ‘beter’ bestempelen dan het leven dat ze in hun thuisdorp/land leefden. Bij de Slovaakse Roma horen we steeds het extra argument dat ze gevlucht zijn voor het racisme. Een volgende gelijkenis tussen de beide landen is het gebrek aan hulp- en dienstverlening. Zowel in Slovakije als Bulgarije hebben we vastgesteld hoe weinig (caritatieve) organisaties en diensten er bestaan voor de minderheden, zeker in vergelijking met wat we kennen in Gent. In de vijfde plaats is ook het onderwijs verschillend in Slovakije en Bulgarije in vergelijking met ons. De kinderen lopen er verplicht school tot hun 15/16 jaar. Daarna kunnen ze beginnen werken. We merken dat er in België net op die leeftijd vaak een uitval te zien is bij de jongeren op school. De zin om te leren is voorbij. Volgens de Belgische wetgeving zijn deze jongeren echter nog te jong om te werken. Heel wat jongeren stappen dan in deeltijds onderwijs, deels leren deels werken, maar de frustratie blijft. Verder zijn de beide landen voormalige Oostbloklanden. Dit heeft in beide landen geleid tot een weinig initiatief nemende houding bij de mensen. We stelden onszelf meerdere keren de vraag: Waarom komt er geen verandering? Waarom is er geen initiatief ter plaatse? Vanuit de bevolking komt op deze vraag enerzijds het antwoord dat er nu eenmaal geen werk is en dat er geen afzetmogelijkheden zijn bij het opstarten van eigen zaken. Anderzijds wordt er ook verwezen naar de houding die aangeleerd werd tijdens het communisme: het is aan de staat om voor ons te zorgen (en dus aan hen om initiatief te nemen). Hier in Gent valt deze houding ons ook bij beide groepen op. We zien twee uitingen: (1) de eisende houding bij sommigen (‘jij moet dit voor mij doen’) en (2) de vatbaarheid voor afhankelijkheid en bijgevolg misbruik. Afsluitend kunnen we stellen dat we bij het bezoek aan Slovakije een gevoel van uitzichtloosheid overgehouden hebben. Een gevoel van onbehagen dat we niet zomaar kunnen omzetten in oplossingen of strategieën. Wat pak je daar aan? Het huisvestingsprobleem, de grote achterstand op schools vlak, het gebrek aan vaardigheden en competenties, het racisme…? In het geval van Noordoost Bulgarije kregen we het gevoel dat er mogelijkheden en oplossingen zijn, namelijk correcte investeringen en daaruit volgend een concrete aanpak van de werkloosheid.
33