reisverslag OEKRAÏNE 23 april – 4 mei 2012 Korte impressie in twee artikelen Frans Hoppenbrouwers stichting Communicantes Nijmegen 2012
p. 1 p. 2-4 p. 5-6
Enkele impressies uit Oekraïne Inleiding: Hetzelfde anders Wennen aan Oekraïne Oostenrijkse zuster Margret Obereder MSsR kwam thuis in een vreemd land Het laatste glaasje Alcoholverslaafden kicken af onder geestelijke begeleiding
Hetzelfde anders
E
uro 2012 is zowat een maand voorbij en voetbalgastland Oekraïne zakt weer weg naar de randen van ons mentale blikveld. Het is met een Nederlandse bril op ook wel begrijpelijk. Wie zich rond de Europese voetbalkampioenschappen wat in het land verdiept heeft komt moeilijk tot een andere conclusie dan deze: Oekraïne is beslist geen kandidaatland voor de toch al kwetsbare Europese Unie, net zo min als Turkije dat nu al is. Politiek en economisch, maar ook qua taal, cultuur en toerisme zijn de verschillen groot. Dit mag echter niet tot onverschilligheid leiden. Oekraïne is geen Ethiopië of Soedan maar ook geen Griekenland of zelfs Turkije. Hulp van buiten blijft nodig. De stichting Communicantes geeft die steun op basis van haar betrokkenheid bij geloofsgenoten in Oost-Europa, die vaak dezelfde problemen hebben als wij en dezelfde idealen en verlangens koesteren als wij. Wel hebben zij een andere geschiedenis, culturele ruggengraat en levensverhaal. In dit “minireisverslag” (als een bundeling van twee artikelen zo mag heten) staan twee voorbeelden van helpen die vooral op hoop zijn gebaseerd, zonder glasharde garanties maar toch voorbeeldig. Het nut is helder. Het thema van dit reisverslag is “hetzelfde anders” wat ongeveer hetzelfde betekent als “een verschil maken”: op een andere plek, voor andere mensen, niet voor eigen verdienste of aanzien, maar voor een ander de armen uit de mouwen steken. Dit blijft de focus van de stichting Communicantes. Een verschil maken dus, hetzelfde anders doen... Het eerste artikel vertelt over de Oostenrijkse zuster Margret Obereder MSsR die al elf jaar in Oekraïne woont. Het was voor haar een bijzondere, soms ingewikkelde ervaring. Een tweede artikel (uit Oekraïne Magazine) gaat over een project tegen alcoholisme, waar getrouwde priester Andrei Lohin uit Ternopil zijn krachten aan wijdt. Alcoholisme is Oekraïne’s grootste gezondheidsprobleem. (fh) 1
Wennen aan Oekraïne
Wennen aan Oekraïne Oostenrijkse zuster Margret
f o t o ’ s
z u s t e r
ma r g r e t
o b e r ede r
mss r
Oekraïne is geen gemakkelijke plek om te vertoeven, niet voor individuele toeristen die zomaar een paar weekjes langskomen en evenmin voor ‘expats’ die er langer blijven en het land beter leren kennen. Sinds 2001 woont de Oostenrijkse redemptoristenzuster Margret Obereder in de West-Oekraïense metropool Lviv – een speelstad van het recente Europese voetbaltoernooi. Daar geeft ze leiding aan de Oekraïense tak van de Gemeenschap van de Missiezusters van de Allerheiligste Verlosser. Zuster Margret ervaart haar expatbestaan als een interessante les in interculturele samenwerking. ‘Total verrückt, totaal krankzinnig’, zo herinnert zuster Margret (52) zich haar verhuizing naar Oekraïne tien jaar gelden. ‘Met onze algemeen-overste zuster Veronika ben ik begin 2001 naar Oekraïne gegaan om polshoogte te nemen. Toen ik daar was voelde ik dat we iets moesten doen en ook voelde ik dat “dat iets” iets met mij van doen had. Ik gaf toen nog leiding aan de zusters in de provincie Duitsland-Oostenrijk. Kort daarna hadden we een vergadering van provincie-oversten in Japan en daar werd besloten dat ik naar Oekraïne kon als er nog een tweede zuster van ons zou meegaan. Dit werd zuster Hildegard, die in Japan woonde. Sinds 27 april 2001 zijn we hier.’ ‘Ik sprak geen woord Oekraïens en was aangewezen op tolken, maar ik wilde niet wachten. Tussen de bedrijven door heb ik geprobeerd de taal te leren, wat mij tot op zekere hoogte ook is gelukt.’ Iets doen In Oekraïne werkt de rooms-katholieke zuster Margret samen met zusters van de grieks-katholieke of geünieerde kerk. Dit is een van oorsprong oosterse kerk, die sinds 1596 één is met de paus van Rome maar qua theologie, liturgie en kerkrecht min of meer orthodox bleef. Tot hoever kon zuster Margret vanuit haar eigen roomse traditie bijdragen aan de opbouw van deze kerk en hoeveel orthodoxie kon ze zich eigen maken? Dit bleek, achteraf beschouwd, een centrale vraag. ‘Ik voelde dat ik iets moest doen. Maar aan de andere kant zag ik niet goed hoe we 2
Moederklooster van de zusters van de Allerheiligste Verlosser in de West-Oekraïense metropool Lviv
vanuit Duitsland en Oostenrijk konden helpen. Eerlijk gezegd, het plan was van meet af aan onhelder. Moesten we hulp geven en daarna weer weggaan of zouden we blijven? Niet alleen praktisch lag het dus allemaal erg ingewikkeld, ook kerk juridisch, bijvoorbeeld dat de zusters wel lid wilden worden van de redemptoristenfamilie, terwijl ze hun eigen byzantijnse ritus zouden behouden.’ ‘We zijn samen op weg gegaan, maar de
Oekraïense zusters zelf hebben sterk de nadruk gelegd op het orthodoxe. De problemen begonnen met het kloosterkleed. Voor de zusters bleek het een absolute must te zijn, want een zuster zonder kleed was toch als een soldaat zonder uniform. Ook waren ze het oneens met het té rooms-katholieke professiekruis. Ze wilden een orthodox kruis. Maar wilde ik dat wel? Of wilde ik het niet? Wij in Duitsland droegen bijvoorbeeld geen habijt – dat hebben
Wennen aan Oekraïne
Obereder MSsR kwam thuis in een vreemd land we nooit gedaan, want we deden sociaal en praktisch werk. Daarom twijfelde ik.’ ‘Voor deze en andere zaken moest ik telefonisch bij onze algemeen-overste te rade gaan. De zusters wilden dus byzantijnse ritus, habijt en orthodox kruis. Zuster Veronika was het met de meeste dingen eens. Ze zei: “Habijt, ja! Orthodoxe liturgie, prima. Maar niet het kruis, dit kruis is ons kruis!”’ ‘Zelf kan ik wel meegaan in andere uiterlijkheden, maar diep van binnen blijf ik toch rooms-katholiek. Daar staat wel tegenover dat habijt en kruis uiterlijke tekenen zijn van iets wat dieper gaat: je herkomst en het zoeken van een eigen weg voor zusters hier in Oekraïne samen met zusters uit het westen. Hier stelde zich duidelijk de vooraf moeilijk te beantwoorden vraag tot hoe ver inculturatie strekt, tot hoever we samen kunnen optrekken.’ ‘En er blijft ook altijd iets, waar we niet samen uit komen. En dat doet soms pijn, want we mogen elkaar zeer. Ik zeg dan: “Ik zie het anders, maar als het zo gaat, dan kan ik er mee leven.” Zo is onze stichting vanuit Duitsland een tastbaar getuigenis geworden van een mogelijk samenleven van twee tradities.’
Zuster Margret Obereder MSsR en Communicantes
Z
uster Margret Obereder (52) werd geboren in Gmunden, Oberösterreich. In 1978 trad zij in bij de Gemeenschap van de Missiezusters van de Allerheiligste Verlosser (MSsR). Daar vervulde ze verschillende pastorale en sociale taken en van 1993 tot 2001 was zuster Margret overste van de regio Duitsland en Oostenrijk. Sinds 2001 leidt ze de Gemeenschap van de Missiezusters van de Allerheiligste Verlosser in Oekraïne. – www.missionsschwestern.de
lieke kerk in het min of meer ‘Europese’ Oekraïne, het enorme cultuurverschil ten spijt. ‘De byzantijnse ritus vormt voor mij een echte uitdaging. Hoeveel kan ik er aan meedoen? Ik heb zelf een heel andere, veel actievere spiritualiteit. Je kunt een tijdje meekomen, maar eigenlijk voel ik me in een Japanse kerk meer thuis. De precieze orde van dienst is natuurlijk niet de kern van mijn geloof, maar je bent vertrouwd met die Romeinse liturgie en die kun je Ingroeien dan ook helemaal meemaken.’ Soms bekruipt zuster Margret het idee dat ‘Toch ben ik er wel langzaam maar zede rooms-katholieke kerk in Japan haar ker in gegroeid, al stoorde ik me erg aan meer vertrouwd is dan de grieks-katho- dingen die voor Oekraïense zusters vanzelfsprekend zijn.’ ‘In de orthodoxe liturgie bestaat alleen de mondcommunie. Dat viel niet mee. Als ik daar aan dacht, voelde ik me als een vogeltje dat wordt gevoerd. Daar komt nog bij, vrouwen doen verder helemaal niets in de liturgie, zo is dat in de traditie gegroeid. In de rooms-katholieke kerk zou ik het niet kunnen opbrengen en aanvankelijk ging ik maandenlang niet te communie. Maar ondanks deze verschillen trekken we op als gelijkwaardige partners van onze mannelijke redemptoristen wanneer we bijvoorbeeld op missie gaan.’
Zuster Margret Obereder MSsR
Al in 2006 werd zuster Margret tot voorzitter gekozen van de vrouwelijke afdeling van de conferentie van religieuze oversten binnen de Oekraïense Grieks-katholieke kerk. De stichting Communicantes in Nijmegen steunt de zusters van de conferentie met studiebeurzen, bij het organiseren van vormingscursussen en in verband met de professionalisering van het economische beheer. – www.communicantes.nl
alles ingehaald wat ik in mijn vorige leven op dit gebied verzuimd heb.’ ‘Daarmee plaag ik mijn medezuster een beetje, maar ondertussen waardeer ik die grote diversiteit in de rooms-katholieke en orthodoxe tradities zeer en die veelheid is heel goed voor onze gemeenschap geweest. Het leverde onder andere het besef op dat God groter is dan ons eigen lokale liturgie en dat we moeten zoeken naar wat ons ten diepste vereent. We moeten mensen niet op oppervlakkigheden vastpinnen.’ ‘Het klinkt misschien raar, maar wat ons erg heeft geholpen is dat we geen eigen Oekraïense traditie of geschiedenis hadden. We zijn als het ware vanzelf samengegroeid, terwijl de oudere orden en congregaties na de val van het communisme (1991) een moeilijk en soms conflictueus proces van heroriëntatie doormaakten. Daarbij doet zich een echte kloof voor tussen de oudste en de jongste generatie zusters. In de meeste kloosters vormen zij de grootste groepen die soms veertig tot vijftig jaar in leeftijd verschillen.’
Succesteam Het wonderlijke staaltje arbeidsmigratie vanuit Duitsland-Oostenrijk en Japan heeft een voorgeschiedenis die in 1913 begint – in België om precies te zijn. Diversiteit Met een grapje, wijst zuster Margret erop Toen stichtten Belgische redemptoristendat ze er persoonlijk veel profijt van heeft paters een tak van hun congregatie voor gehad. ‘Ook voor mij was dit heilzaam. de grieks-katholieke kerk. West-Oekraïne Die herbronning op de orthodoxe traditie maakte toen nog deel uit van het Oostendie onze Oekraïense zusters nastreven, be- rijk-Hongaarse keizerrijk. tekende ook eindeloos bidden. Ik heb hier ‘Nakomelingen’ van deze Belgische re3
Wennen aan Oekraïne
lijk of van deze tijd. We kunnen veel van elkaar leren.’ ‘Ik wil zeker niet weg. In Duitsland zijn de uitdagingen anders – veel zusters zijn er ouder. Hier voel ik dat de kerk in beweging is. Er is nog altijd sprake van opbouw en niet van afbraak en neergang, al is de groei soms bescheiden. Ons te bouwen klooster in Tsjernihiv bijvoorbeeld wordt niet groot. Enkele kamers en een kerkje. Moeilijker dan het vinden van zusters is het benodigde geld.’
Na afsluiting van de visitatie vanuit het generaal bestuur in 2011. De zusters kunnen nog lachen
demptoristen stichtten in de jaren ’90 een nieuwe parochie in Novojavorisk, zo’n typisch sovjetcommunistisch provinciestadje met hoge flatgebouwen en brede straten. Daar, halverwege de Poolse grens en Lviv, speelstad van Euro 2012, kwam sinds 1996 een groepje jonge vrouwen samen, die redemptoristenzuster wilden worden. Margret Obereder legt uit. ‘Vijf jaar voor mijn komst hadden we de boot nog stevig afgehouden. “Maak eerst je school af en kijk dan verder”, adviseerden we. We meenden dat als ze zouden volharden deze vrouwen wel naar de Basilianen, zusters Dienaressen of misschien naar Polen zouden gaan.’
paste, maar uiteindelijk hebben negen hun professie gedaan.’ ‘De eerste drie jaar leefden we hier in Lviv, terwijl ons huis gerenoveerd werd. We waren met vijftien zusters verdeeld over twee kamer. We sliepen met zijn allen in stapelbedden. Ik begrijp niet goed hoe, maar we hebben het gered. We zijn nu met zesentwintig zusters. Er zijn ook zusters weggegaan en het is goed dat zij een eigen weg in het leven zoeken.’
Flexibel Zuster Margret ziet haar opdracht niet als tijdelijk. Er valt nog zoveel te leren. En alle ingewikkeldheden ten spijt voelt ze zich thuis tussen de Oekraïners. ‘Ik ben erg blij dat ik hier ben. Anderen zouden misschien mijn leven “chaotisch” noemen, ‘De zusters leefden sinds 1998 samen en maar ik leef graag flexibel. In Duitsland redemptoristenpater Petro Baran heeft ze denken de zusters streng en in hokjes. Hier begeleid, maar eigenlijk was het geen gere- gebeuren dingen spontaan – soms té spongeld religieus leven. De zusters “speelden taan voor iemand als ik die al wat ouder is. Maar ik leef graag zo.’ klooster”, zogezegd.’ ‘We moeten bovendien nog veel meer leDit spel speelden de zusters in spe niet zonder succes. ‘Toen kwam via Rome het ren van wat wederzijds bevrucht, want we verzoek naar Duitsland of er wellicht ie- hebben in het Westen toch wel veel van het mand was om deze groep op weg te helpen. mysterie afgelegd. Het moest realistisch In 2001 telden we vijftien zusters van wie er zijn, bij ons, en actueel. Neem bijvoorbeeld elf in het noviciaat waren. Het was een echt het gezongen Jezusgebed dat in Oekraïne leerproces om uit te zoeken wie er echt bij- erg populair is – het is allesbehalve zake4
Zelf verantwoordelijk De kerk is in beweging, zegt zuster Margret en ze stelt de situatie in Duitsland daar tegenover. Daarbij vraagt ze zich wel af hoe de toekomst voor Oekraïne eruit ziet. ‘Over 20 jaar zal hier ook wel een en ander zijn veranderd’, meent ze. ‘In de redemptoristenparochie in Lviv komen elke zondags duizenden mensen bijeen voor de liturgieviering. Ze staan twee uur in en buiten de kerk zonder te kunnen gaan zitten. Zal dat zo blijven? Of neem de biechtpraktijk. Mensen kennen de priester echte autoriteit toe en bovendien zijn ze van oudsher gewend naar autoriteiten te luisteren.’ ‘Een persoonlijk gesprek met “mijn” zusters gaat er toch heel anders aan toe. Want uiteindelijk betekent inculturatie voor mij: luisteren naar wat mensen echt nodig hebben. En het betekent ook, voor de zusters hier: zelf verantwoording nemen en niet iets zomaar doen omdat je overste het zegt. Nu is ook de tijd aangebroken voor een wisseling van de wacht, in onze congregatie en bij de conferentie voor religieuze oversten, waarvan ik sinds 2006 voorzitter ben. De zusters van hier moeten het gaan overnemen.’ Frans Hoppenbrouwers
Het laatste glaasje
Het laatste glaasje Alcoholverslaafden kicken af onder geestelijke begeleiding mannen boven de achttien gebruikt sterke drank met een uitschieter naar vijftig procent bij de 26 tot 34-jarigen. Het getuigt daarom van weinig gêne of fijnzinnigheid, dat een producent van gedestilleerd de bedrijfsnaam Natsionalni Alkoholni Traditsiji voert. Tegen deze ziekte bestaan alleen brute, weinig effectieve middelen. Alcoholisten kunnen bijvoorbeeld onder medische begeleiding in een week tijd afkicken, waarbij de lichamelijke bijeffecten met medicijnen worden onderdrukt. Ook worden alcoholisten met behulp van hypnose ‘geTot de leeftijd van achttien jaar is het ver- codeerd’: gaan ze weer drinken, dan voeboden, maar kinderen kunnen vrijelijk al- len ze zich ziek. Maar of dit de juiste aancohol kopen en consumeren. Bierreclame pak is? De terugval is groot en ‘gecodeeris overal aanwezig. En wie knippert er met den’ worden vaak onverschillig of juist zijn ogen als iemand om elf uur ’s ochtends agressief. en midden op straat een halve liter aan de mond zet? Of wanneer een grijsaard be- Lichaam en geest wusteloos aan handen en voeten wordt Getrouwde priester Andrei Lohin uit Terweggedragen? Bier was altijd meer iets nopil is in 2007 door de grieks-katholievoor meisjes en vrouwen, maar zij maak- ke bisschoppensynode aangesteld om een alternatief anti-alcoholprogramma op te ten de afgelopen jaren een inhaalslag. De alcohol is verantwoordelijk voor tal- zetten, en met succes, want in de zomer loze ontwrichte families, mislukte levens van 2012 opent een vierde regionaal cenen heeft zelfs een negatieve invloed op de trum zijn deuren. Dan kunnen alcoholisbevolkingsontwikkeling. Statistisch on- ten, familie en vrienden van alcoholisten derzoek leert dat door drank veertig pro- terecht in Ivano-Frankivsk, Lviv, Stri en cent mannen en twintig procent vrouwen Ternopil. ‘Die centra zijn heel belangrijk’, voortijdig sterft. Bijna eenderde van de aldus de 36-jarige moraaltheoloog. ‘Som-
f o t o ’ s
f r ans
ho p p en b r o u we r s
Met steun van de stichting Communicantes in Nijmegen heeft de griekskatholieke priester Andrei Lohin een programma ontworpen om alcoholverslaving te voorkomen, om alcoholisten van de drank af te helpen en hun familieleden bij te staan. Het is een noodzakelijke druppel op een witgloeiende plaat. Alcohol vormt op dit moment misschien de grootste kwaal in de Oekraïense maatschappij, waar kinderen op prille leeftijd leren drinken.
De oud-alcoholisten Serhi (l.) en Oleh (r.) kijken tevreden terug op hun “bekering” in het anti-alcoholprogramma van priester Andrei Lohin (in de spiegel midden)
Gulden boek
I
n een aantal parochiekerken kunnen grieks-katholieke gelovigen hun naam inschrijven in een Gulden boek van onthouding, waarbij ze beloven voor een bepaalde periode niet te drinken. Hiermee wil de grieks-katholieke kerk haar gelovigen aanmoedigen een goed voorbeeld te stellen. Daaraan bestaat een ernstig gebrek, want ondanks alle overduidelijke, zeer penibele gevolgen blijft de sociale dwang tot drinken erg groot. Mensen die gestopt zijn met drinken, worden geplaagd en uitgedaagd: ‘Ben je een heilig boontje geworden?’ ‘Ben je ziek?” ‘Ben je nu de maat van alle dingen?
mige mensen zijn op dagelijkse hulp aangewezen en voor wie steun zoekt is het belangrijk om een adres te hebben met vaste openingstijden.’ Maar Lohins ambitie is nog niet gestild. Hij hoopt zijn activiteiten uit te breiden naar Oost-Oekraïne ‘om de verslavingsgolf van gokken, drugs en alcohol te stoppen’. ‘Alcohol is een enorm probleem’, zegt Andrei Lohin. ‘Iedereen kent wel iemand: een kind, een ouder, broer of zus, een echtgenoot, collega of vriend. Officieel telt Oekraïne een miljoen alcoholisten, maar volgens schattingen zou twintig procent of acht miljoen van alle inwoners een verslavingsprobleem hebben. We zijn daarom blij met de zo noodzakelijke steun die we uit het buitenland ontvangen.’ In een puur lichamelijke benadering gelooft priester Lohin niet. ‘Alcoholmisbruik is een bijzondere ziekte. Het is een probleem van het lichaam dat genezing nodig heeft, maar het grote gevaar zit hierin dat de alcohol bezit neemt van de psyche en van de geest van de mens. Daar hebben alcoholisten iets anders nodig. We noemen dat “spirituele therapie”.’ ‘We gebruiken het twaalf stappenmodel van de “Anonieme Alcoholisten”, waarbij verslaafden erkennen dat ze niet zonder 5
Het laatste glaasje
hulp verder kunnen en hun vertrouwen stellen in een hogere macht. Dit kan de christelijke God zijn maar dat hoeft niet perse. Het gaat vooral om het inzicht dat je het als verslaafde niet meer zelf voor elkaar krijgt en echt hulp nodig hebt.’ Echt goed georganiseerde hulp op langere termijn is nu nog maar beperkt voor handen, stelt Lohin. ‘Afkicken en nuchter blijven blijkt een enorme opgave, vooral in de dorpen, ver weg van hulpverleners en de morele steun van lotgenoten, maar zonder uitzondering kijken alcoholisten tevreden terug op hun “bekering” in het anti-alcoholprogramma. Al leven ze, net als hun dierbaren altijd met angst voor een terugval.’ Jong geleerd En hoe vroeg alcohol al een onderdeel van het leven vormt wordt duidelijk uit de ervaringen van Lohins preventiemedewerker Roman Protsjko, die sinds enkele jaren stad en land afreist om te waarschuwen voor de gevaren van alcohol. En hij kan het weten als oud-verslaafde. ‘Mijn bestaan stond bijna twintig jaar in het teken van de fles maar sinds 2000 ben ik nuchter’, zo vat hij zijn levensverhaal samen. Protsjko (52) vertelt over de basisschool van het idyllische dorpje Kalne (provincie Ternopil), waar hij de leerlingen heeft
Roman Protsjko reist sinds enkele jaren stad en land af om te waarschuwen voor de gevaren van alcohol 6
Slechts een kwart van de leerlingen van de lagere school van Kalne kan zich een verjaardag zonder drank voorstellen. Vanaf zes jaar oud krijgen kinderen op feestdagen alcohol te drinken
verteld over de gevaren van alcohol. ‘De kinderen kennen veel soorten alcohol en desgevraagd volgen de antwoorden elkaar snel op. “Horilka”, “wodka”, “mixdrankjes”. Daar heb ik nog enkele, minder voor de hand liggende voorbeelden als champagne en bier aan toegevoegd, want vaak zien Oekraïners champagne en bier eerder als frisdrank.’ ‘Ook wilde ik weten wie er al eens gedronken heeft. De meeste handen gingen de lucht in. Goed driekwart van de dertig basisschoolkinderen in Kalne heeft al eens alcohol geproefd: een glas bier, een scheutje champagne met Nieuwjaar of een bodempje wijn op een feest- of verjaardag, enzovoort. De jongste die zijn hand opstak was een manneke van zes. Slechts een kwart van de leerlingen kan zich een verjaardag zonder drank voorstellen.’ Die uitkomst is weinig verrassend, stelt Protsjko als hij zijn bezoek aan Kalne samenvat. ‘Je ziet het bijna voor je ogen gebeuren. Het begint met een bodempje, en elk jaar raken de glaasjes voller. In het begin heb je de drank onder controle, maar uiteindelijk controleert de drank jou.’ Frans Hoppenbrouwers Voor het twaalfstappenprogramma, zie http:// nl.wikipedia.org/wiki/Twaalfstappenprogramma
Colofon Stichting Communicantes Kanunnik Faberstraat 7 6525 tp Nijmegen
[email protected] www.communicantes.nl 024–355 39 00 ing 22 57 912