REISVERHAAL APRIL 2013.
Intro. Het is 5 maart 7.30 uur (8.30 uur Roemeense tijd) als het display van mijn smart phone oplicht en trillend een bekend Roemeens nummer toont. Dit betekent slecht nieuws. Ik weet het al op voorhand omdat het nog zo vroeg in de morgen is. Delia Matei een kennis die in Boekarest woont vertelt in tranen dat Bianca een half uur geleden is overleden. Gisteren had ik al van een chirurg van het ziekenhuis in Sibiu begrepen dat Bianca waarschijnlijk de nacht niet zou overleven. Na een slapeloze nacht blijkt die verwachting te zijn uitgekomen en is de wereld veranderd. Afgelopen zomer is Bianca nog op vakantie geweest bij ons in Linne. Sinds de operatie aan haar hersentumor in 2004 kreeg ik elke week een smsje van haar om mij in elke woorden te vertellen hoe het met haar gaat. Haar laatste berichtje is van 23 februari. Ze schrijft: "Hi Jos, I arrived at home and I am ok. Kisses Bianca.". Ruim een week later is ze dood. In alle smsjes die ik van haar kreeg schreef ze dat het goed met haar ging. Ik wist ondertussen wel beter. Ze wilde mij niet belasten met haar problemen. De dag dat ze het berichtje stuurde kwam ze terug thuis van de vierde chemo behandeling in het Fundeni ziekenhuis in Boekarest. Ondank dat haar algehele fysieke gesteldheid zeer zwak was, werd toch besloten haar de vierde chemo sessie toe te dienen. Een paar dagen na haar terugkeer thuis viel haar bloeddruk vrijwel helemaal weg en overleed ze onder erbarmelijke omstandigheden op de intensive care afdeling van het ziekenhuis van Sibiu, in alle eenzaamheid, zonder aanwezigheid van familie, vrienden of bekenden. Het is niet de hersentumor die haar uiteindelijk fataal is geworden, maar de bijwerkingen van de uiterst giftige chemo medicijnen. Ze werd slechts 24 jaar. 5 Maart stierf ook Hugo Chavez, de president van Venezuela. Voorpagina nieuws in alle nationale en internationale kranten. Voor Bianca was nog geen regel gereserveerd in de lokale krant, een lot dat zij deelt met ontelbare anderen. 1
Het was een vurige wens van haar dat ik bij haar zou zijn in de laatste uren van haar leven. Die wens kon ik niet in vervulling laten gaan. Ook bij haar begrafenis op 7 maart kon ik niet aanwezig zijn. Over enkele weken wil ik haar ouders ontmoeten. Dat wordt een moeilijk moment. De Rotary uit Eersel nam weer contact op. Enkele leden willen in april mee naar Sibiu, mede ter voorbereiding van een reis die zij in september hebben gepland. Die maand nemen ze dan meer dan 100 rolstoelen mee, die door Kersten in Roermond zijn gedoneerd en materialen voor een snoezelruimte bij ons project UCOS. Op verzoek van de Rotary leden heb ik een dagprogramma gemaakt ,dat bestaat uit een bezoek aan het ziekenhuis, de nieuwe kathedraal in de Mihai Viteazu, het project UCOS en twee basisscholen. Voor het overige zullen zij worden begeleid door leden van hun zusterorganisatie in Sibiu. Enkele dagen voor vertrek. Donderdag 25 april hebben we onze vrachtwagen beladen. We konden dit keer volstaan met één. We hebben minder bestemmingen voor onze hulpgoederen dan vorig jaar. Bovendien was de tijd tot aan dit transport te kort om meer hulpgoederen verzend gereed te maken. Zoals gewoonlijk gaat het beladen snel en efficiënt met behulp van een heftruck en nog dezelfde avond vertrekt de vrachtwagen richting Sibiu. Zaterdag 27 april. Het is nog donker als we in alle vroegte om 04.00 uur met 10 vrijwilligers uit een koud Linne vertrekken richting Düsseldorf. Het is niet meer dan 7 graden en onderweg regent het af en toe. Het vliegtuig, een turboprop van Austrian Airlines vertrekt al om 07.00 uur. Twee uur van te voren in de vertrekhal zijn, een uurtje rijden, dus om 04.00 uur vertrekken. Net voor het inchecken in Düsseldorf raken we toevallig in gesprek met een fam. Bos uit Landgraaf die op vakantie gaat in Hongarije. De informatie van onze kant, dat wij vanuit de Stichting Heart for Romania naar Roemenië gaan, levert een verrassende reactie op. Zij doen al enkele jaren mee met ons kerstpakketten project voor arme gezinnen. Tijdens het uitchecken in Wenen, waar onze wegen zich gaan scheiden, overhandigt de familie mij een bedrag van 50 euro, met het verzoek dit aan het Roemeense contactgezin te overhandigen. De naam is hun onbekend, maar een blik in onze administratie na aankomst geeft aan dat het om het gezin Basca gaat. Ik zal proberen daar morgen naar toe te gaan. Precies op tijd, helemaal volgens de zo gewaardeerde “Deutsche Gründlichkeit” arriveren we om 15.15 in een warm en zonnig Sibiu. Het loopt tegen de 30 graden. Tibi en Nelutu, bekenden van ons, staan ons bij het vliegveld al op te wachten om ons naar onze verblijfadressen te brengen. Ik laad mijn koffers af en vertrek direct om een zeer moeilijk bezoek te brengen aan de ouders van Bianca. Het is voor het eerst dat ik de ouders zie na december vorig jaar en de verjaardag van Cristina, Bianca's moeder, vandaag geeft het bezoek een extra emotionele lading. 2
Mijn gelukwensen voor haar verjaardag staan in schril contrast met de droefenis over Bianca’s dood. Ik heb voor de familie twee herdenkingen van Bianca meegenomen; een ingelijste foto die een vriend van mij heeft bewerkt en uitvergroot en een dvd waarop een documentaire over haar staat, samengesteld uit foto- en video opnames die ik in de loop van de jaren van haar heb gemaakt. De portretfoto maakt een verpletterende indruk op Cristina. Ze kust de foto barst onbeheerst in snikken uit. De dvd wil ze niet bekijken. Niet nu, niet vandaag en ook in de nabije toekomst nog niet; het is te veel voor haar. Ik probeer het me voorstellen. Ik had, voor ik naar Cristina ging de dvd bekeken met Anca en haar vriendin Nadia. Ook zij konden het niet droog houden. Nadia kon het na 5 minuten al niet meer aanzien en liep huilend de kamer uit. De film deed haar te veel denken aan haar broer die enkele jaren geleden eveneens is overleden op 24 jarige leeftijd na een aanrijding door een dronken automobilist. Ik ga nog redelijke vroeg in de avond naar mijn logeeradres. De dag was lang en de emoties hebben een flinke wissel getrokken op mijn uithoudingsvermogen, bovendien ben ik om 3 uur vannacht opgestaan. Morgen ga ik met oogarts Dorina Popa een aantal gezinnen bezoeken met medische problemen. Ook wil ik aan het einde van de middag nog het graf van Bianca bezoeken. zondag 28 april 2013 De trip begint bij Murean, Denisa. Dit 15 jarig meisje groeit op bij haar ouders. Ze is geboren met spasticiteit. Haar armen zijn kort en haar vingers gekromd. Lopen kan ze nauwelijks. Ze heeft een rolstoel, maar om haar benen en voeten te oefenen zou ze eigenlijk een rolstoel moeten krijgen, die ze met haar voeten in beweging kan zetten. Een dergelijke rolstoel hebben we niet bij ons en ik weet ook niet of die wel bestaan, maar ik beloof haar dat ik de Rotary Eersel zal vragen of een van de rolstoelen die zij met onze bemiddeling heeft gekregen misschien voor Denisa geschikt is. Morgen komen ze toch even kijken bij onze opslag naar de rolstoelen die we bij ons
hebben.
Andreea Angel is 13 jaar oud en geboren met spina bifida. Ze is verlamd vanaf haar heupen. Het gezin woont op de tweede verdieping van een appartement zonder lift. Ze heeft een rolstoel, maar deze is van slechte kwaliteit. We hebben een speciale rolstoel meegenomen met een soort fietsinrichting aan de voorkant, die met de handen in beweging kan worden gezet. Dat lijkt me wel iets voor haar. Een rolstoel voor binnen in het appartement en de nieuwe voor 3
buiten. We komen bij de familie Morar, waarvan dochter Andra het syndroom van marfan heeft. Het is schokkend om dit meisje te zien. Ze is 15 jaar, broodmager en haar lichaam is vreemd geproportioneerd. Voor haar leeftijd is ze uitzonderlijk lang, meer dan 1.75 meter en met in verhouding veel te lange armen en benen, volgens "google"informatie een van de typische kenmerken van iemand die marfan heeft. Lopen kan ze niet (meer) en ze heeft constant pijn in haar rechterbeen. Als de moeder haar been wil strekken komt haar linkerheup omhoog en begint ze te zuchten van de pijn. Ze heeft een operatie aan dat been nodig, waarbij de Duitse artsen haar 40% kans geven dat ze daarna weer kan lopen. Ze is al eerder geopereerd aan haar buik en haar hart, maar de laatste orthopedische operatie in Roemenië is mislukt. Vandaar dat de ouders naar Duitland willen uitwijken. De Roemeense ziektekostenverzekering weigert deze operatie buiten Roemenië te vergoeden, louter en alleen omdat de Roemeense chirurg, die haar eerder opereerde weigert een daartoe vereist formuliertje in te vullen. Zou het kunnen zijn dat er innige banden bestaan tussen de chirurg en de ziektekostenverzekeraar??. Het niet invullen van het formuliertje is voor de verzekeraar goedkoper dan het wel invullen. Dorina kijkt nadenkend maar verwerpt de mogelijkheid niet. Een operatie in Duitland kost 15.000 euro, een bedrag dat de ouders nimmer kunnen opbrengen. Ze hebben geld geleend van vrienden en bekenden, omdat de bank dit weigerde. Als het allemaal financieel niet meer op te brengen is gaan de ouders hun appartement verkopen. Andreea moet naar de wc en zet haar pijnlijke lichaam langzaam in beweging. Ze strompelt op krukken de kamer uit om na 10 minuten weer voorzichtig terug te keren naar haar bed. Met behulp van haar ouders gaat ze liggen. Aan haar gelaatstrekken is te zien hoe moeilijk en pijnlijk dit is. Dorina is onder de indruk. Zij gaat morgen contact opnemen met haar collega, de betreffende chirurg en zal proberen hem over te halen om toch het vereiste formulier in te vullen. Onderweg naar het volgende bezoek vertelt zij het verhaal dat het hoofd van de afdeling oogheelkunde haar eigen praktijk voor oogheelkunde gaat opzetten en dat ze daarvoor het enige operatie instrument met microscoop dat de afdeling rijk is gaat meenemen, met het argument dat dit haar eigendom is. Hoewel dit een absolute leugen is komt ze daar waarschijnlijk mee weg omdat de ziekenhuisdirecteur weigert tegen haar op te treden uit angst voor zijn functie. Allemaal politiek. Gevolg is dat 4 oogartsen hun werk niet meer kunnen doen en dat is dan weer prima voor de privé praktijk van het hoofd van de afdeling want dan krijgt die immers geen concurrentie van het ziekenhuis. 4
Dorina’s poging om een docenten functie te krijgen aan de universiteit is gesneuveld. Zij had dan wel naar objectieve maatstaven de beste papieren, maar een andere kandidaat kreeg de functie op basis van een vervalst curriculum. Hij claimde een 7 tal wetenschappelijke publicaties op zijn naam te hebben staan. Een simpel onderzoek in openbare bronnen toonde aan dat dit een leugen was. De benoemingscommissie kwam het echter beter uit om dit niet te onderzoeken. Ik zou zeggen: what’s new?? Met dit soort verhalen ben ik direct weer in de Roemeense sfeer Het volgende bezoek brengt ons in Dobarca een klein dorpje op zo’n 25 km westelijk van de Sibiu, waar we Raul, vorig jaar in Belgie geopereerd aan zijn oog en zijn moeder Nicoleta gaan opzoeken. Het blijkt prima te gaan met beide. Minder goed gaat het Rauls zusje Sonja. Bij haar is mogelijk sprake van een besmetting met tbc. Om daar achter te komen is een onderzoek nodig in het ziekenhuis. Nicoleta was daarvoor naar Alba Julia gegaan, maar vanwege vakantie van de arts was het onderzoek daar niet uitgevoerd. Dorina zal morgen proberen om Sonja voor één dag in het ziekenhuis in Sibiu op te nemen, waar dan snel de Mantoux test gedaan kan worden. Volgens haar gaat het bij een opname sneller dan bij de polikliniek. We komen bij de fam. Arz. De 20 jarige zoon Arthur is al 18 keer geopereerd aan zijn nieren. Deze functioneren nog maar voor 25%. Medicijnen heeft hij momenteel niet nodig. Zijn moeder heeft gewerkt als schoonmaakster in een hotel, maar kan vanwege depressiviteit haar werk niet meer doen. De medicijnen die ze daartegen gebruikt zijn duur. Het gezin moet rondkomen van het inkomen van de vader alleen, omstreeks 350 euro per maand. Het is een serieus gezin dat onze hulp verdient en nodig blijft hebben. De familie Petrui bestaat uit 10 personen, grootouders, kinderen en kleinkinderen. Als we hier op bezoek gaan blijken er nog vier meer aanwezig te zijn. Een zoon met zijn vrouw en hun tweeling. Een van de dochters is vanaf haar geboorte blind aan een oog. Hieraan kan volgens Dorina niets meer worden gedaan. Hoewel het gezinsinkomen van het gezin redelijk is, moeten we wel bedenken dat hiervan 10 personen moeten leven. De situatie waarin het gezin woont is armoedig, maar wel schoon. Ik heb het idee dat zij in harmonie met elkaar leven. Dorina vindt dat zij onze steun verdienen. We zouden nog naar twee gezinnen moeten gaan, maar deze blijken niet thuis te zijn, althans de telefoon wordt niet beantwoord. Na een hele dag rondreizen wil Dorina begrijpelijkerwijze terug naar huis, naar haar man en haar kinderen en voor mij rest nog een bezoek aan het graf van Bianca, met haar ouders. Anca gaat mee om te tolken als het nodig is. Cristina, haar man Oti en broer Andrei gaan elke dag naar haar graf. Ze hebben enkele flessen water meegenomen voor de bloemen. Op het graf staat een mooie foto van Bianca, een van de laatste die van haar gemaakt is, toen ze ogenschijnlijk nog gezond was. 5
Hier speelt zich een hartverscheurend tafereel af, waarvan de herinnering zich later op de dag nog enkele keren aan mij opdringt en dat een forse aanslag op mijn gemoedsrust inhoudt. Cristina neemt huilend Bianca’s foto in haar handen, begint tegen haar te praten en vertelt haar hoezeer ze haar mist. Na een kwartier krijgen we het gevoel dat we moeten gaan omdat Cristina nog een tijdje alleen bij Bianca wil blijven om met haar te spreken. We nemen afscheid en ik beloof om nog bij haar terug te komen voor ik weer naar huis ga. Na iets te hebben gegeten in het restaurant van het open lucht museum gaat Anca naar huis en voeg ik mij bij de rest van ons team. We brengen de avond op een terras door van een café op Piata Mica, dat tot onze verrassing door een Nederlander wordt gerund. Het blijft nog lang warm. Maandag 29 april 2013. Vandaag wordt het een drukke dag. Om 09.00 uur wordt onze vrachtwagen verwacht bij de Faculteit voor Geografie. Die gaan we proberen om in enkele uren te lossen; de rest van de dag moeten alle spullen worden opgehaald en de bedoeling is dat we om 18.00 met alles klaar zijn. Het moet gezegd, soms gaat alles volgens plan. De vrachtauto en de heftruck zijn er op tijd en in ruim een uur is de wagen leeg. Het is warm en droog; dus laten we alle spullen op het buitenterrein neerzetten. Alle instellingen en gezinnen hebben een uitnodiging gekregen en in de loop van de dag wordt alles opgehaald. Ook de ouders van Denisa Murean komen en nemen een rolstoel mee. Andreea Angel komt zelf met haar ouders. Ze probeert de rolstoel met de fietsinrichting en kan van enthousiasme niet meer stoppen. Dit is duidelijk iets voor haar. Om 6 uur ligt de opslagplaats er precies bij zoals morgens voor we arriveerden: leeg. De avond brengen we door op een terras in het centrum; er gebeurt verder niets dat het vermelden waard is. Dinsdag 30 april 2013. In Nederland is het feest vandaag: inhuldiging van een nieuwe koning. Hier wordt het hopelijk ook een beetje feest. We gaan op school 1 kleding uitdelen aan 135 kinderen. Voor die kinderen is dat veel belangrijker dan het feest in Nederland. Van Arina, de lerares Engels begrijpen we dat gekozen is voor kinderen waarvan de ouders zeer bescheiden inkomens hebben en die dus niet is staat zijn om fatsoenlijke kleding te kopen. De school zelf heeft omstreeks 350 leerlingen. Het is een traditionele school met lange gangen en aan weerszijden de klaslokalen. De budgetten voor onderhoud en beheer van de school zijn dermate laag, dat de ouders is gevraagd mee te betalen aan het schilderen van het gebouw en de inrichting van een computerlokaal. 6
De kinderen waarvoor de kleren zijn bestemd komen per klas naar de sportzaal, waar de kledingdozen zijn neergezet. Het verloopt allemaal in een ordelijke sfeer. Na afloop taxiën we naar het centrum voor een lunch, waarna ik naar school Goga ga voor een rondleiding samen met de Rotary club Eersel. Onderweg daar naar toe kom ik in het park Nicoleta en Raul tegen, die op een bank zitten met ieder een flesje frisdrank. Zij willen naar het Luther kinderziekenhuis voor behandeling van Raul die last heeft van sinusitis. Omdat communicatie zonder tolk met hen niet mogelijk is vervolg ik na het wisselen van enkele woorden mijn weg, ook al omdat ik geen tijd heb om lang bij hen te blijven. Als ik dit later aan Dorina vertel verbaast zij zich over de prioriteiten van Nicoleta. Haar dochter Sonja heeft mogelijk tbc. Dit moet dringend worden onderzocht in het ziekenhuis en Dorina is bereid om Sonja daarvoor één dag klinisch te laten opnemen. Tot haar verbazing is Nicoleta nu in de stad met Raul voor een hardnekkige neusverkoudheid, die hij al enkele maanden heeft. Blijkbaar vindt zij dat belangrijker dan Sonja’s mogelijke tbc.
Na afloop van het bezoek aan school Gogo ga ik naar onze opslag aan de universiteit waar de oogarts en de tandarts nog achtergebleven spullen komen ophalen om vervolgens met Teo mijn rit te vervolgen voor de bezichtiging van een mogelijke opslagplaats voor komende winter. Dit alles onder niet al te gunstige weersomstandigheden; het is ongenadig warm, meer dan 33 graden. Woensdag 1 mei. Dag van de arbeid. Ook in Roemenië. Gewerkt wordt er vandaag niet. Vanmorgen wil ik met Teo enkele gezinnen bezoeken; om 12.00 uur wil ik een bedelaar ontmoeten die bij de grote kathedraal in de Mihai Viteazu in zijn rolstoel probeert te overleven. Althans dat was de planning. Maar soms moet je accepteren dat prioriteiten verschuiven en dat planningen moeten worden aangepast. Vandaag is zo’n dag. Als eerste gaan we de fam. Luccacci opzoeken. Dit gezin, een jonge moeder, Daniela, met 6 kinderen woont in een illegaal zigeunerdorp aan de rand van de stad bij de Cibin, een klein stinkend riviertje dat door de stad loopt. Van een contactgezin uit Nederland hebben we een doos met kleding en voedsel gekregen en dat willen we brengen. Bij het dorpje aangekomen is het net of je in een scene uit “Dantes inferno” binnenkomt, al zal dit door de bewoners zelf mogelijk niet zo worden ervaren. Zestien krotten waar omstreeks 60 zigeuners wonen, mannen vrouwen en kinderen, waarbij ik moet aantekenen dat de kinderen soms zelf al kinderen hebben. Ik zag een meisje van pakweg 15 jaar met haar baby op de arm van de wasplaats naar haar hutje lopen. Als ik later op de dag nog een keer terug ga met Tibi merkt hij op dat hij in zijn tijd als ambassadeur in Zimbabwe, daar op veel plaatsen is geweest en ook op de meest armoedige plekken in dit Zuid-Afrikaanse failliete land, maar dat hij daar nog niet zo’n ellende heeft gezien als hier in zijn eigen stad. Het ontbreekt mij aan een geschikte woordenschat om hier te beschrijven wat we aantroffen. Het krot van Daniela Lucacci heeft 2 kamers. Alles bijeen hebben deze een afmeting van 3 bij 6 meter. Hier wonen 7 7
personen. De 34 jarige jonge moeder met haar 6 kinderen. Van gas, water elektriciteit of sanitaire voorzieningen is geen sprake. Het dak is zo lek als een zeef en het verbaast mij dat het hele zaakje nog niet is ingestort. De kamer is bezaaid met kleren en ook buiten liggen de kleren opgestapeld. De slaapplaats voor de kinderen heeft geen raam en alles ligt ook hier bezaaid met rotte kleren. Een bed heb ik niet kunnen waarnemen. Als ik er even over nadenk begrijp ik het wel. Kastruimte is er niet en er is geen mogelijkheid om de kleren te wassen. Dat betekent dat, als ze door vuiligheid of slijtage niet meer gedragen kunnen worden ze worden weggegooid. Daniela is er niet. De 6 kinderen scharrelen rond in de rommel. Alle maal zonder schoenen en de jongste kinderen helemaal naakt. Op verzoek van een buurvrouw wordt Daniela gebeld. Ze komt er binnen 10 minuten aan zo krijgen we te horen. Van deze gelegenheid maken we gebruiken om maar even verder het kamp te inspecteren. Het hele kamp en ook de verdere omgeving is bezaaid met afval. Elders op het kamp is volgens mij een put geslagen en wordt water opgepompt. Deze plek wordt gebruikt als openbare wasplaats voor de bewoners. Het water uit te slang wordt rechtstreeks gebruikt om te “douchen”, iets wat bij de actuele temperatuur van 35 graden niet iets is om je zorgen over te maken. Na 10 minuten arriveert Daniela met een taxi door het open veld. Ze blijft bij ons staan en voor mij is duidelijk dat ze flink ziek is. Ze komt van het ziekenhuis vandaan. Vorige week heeft ze een blindedarm operatie ondergaan en hoewel deze goed is verlopen en ze volgens de normale standaarden uit het ziekenhuis is ontslagen, voelde ze zich zo belabberd dat ze vanmorgen terug is 8
gegaan. Ze heeft van het ziekenhuis een medicijn voorschrift gekregen met de opdracht om bij de apotheek de voorgeschreven medicijnen af te halen. Omdat ze geen geld had is ze maar onverrichter zake terug naar huis gegaan. Ze trilt op haar benen en je kunt zien dat ze zich ellendig voelt. Ik geef haar geld voor de medicijnen. Ondertussen vertelt ze dat haar man naar Ierland is vertrokken en dat hij haar gewoon heeft achtergelaten. De hele situatie heeft haar depressief gemaakt zo krijgen we te horen. Ze gaat vervolgens naar binnen en wij lopen nog even rond en maken foto’s. Als we teruglopen naar haar hutje zien wij dat een van de kinderen ons wenkt. Ik moet naar binnen komen. Ik zie de Daniela op bed liggen en huilen van ellende. We moeten iets ondernemen, zoveel is duidelijk, hoewel je het met zigeuners nooit weet. Ze kunnen je een zielig verhaal vertellen alleen om geld te krijgen terwijl er in feite niets aan de hand is. Dat is iets dat in hun cultuur ingebakken is. Deze gezonde achterdocht zou in een individueel geval, waar echt sprake is van een probleem tot een verkeerde conclusie kunnen leiden. Hoewel er enige twijfel is ben ik overtuigd en vind ik dat we deze situatie niet zo kunnen laten bestaan. Een zieke moeder, huilend op haar smerig bed en omringd door 6 van haar eveneens vervuilde kinderen. Ik vraag Teo haar te vertellen dat we terug naar het centrum gaan en dat ik zal proberen iets voor haar te doen. Ik besluit om Ariana te bellen, een huisarts die ik goed ken en die we al eens eerder hebben gevraagd om haar vaardigheden te gebruiken toen een van onze vrijwilligers ziek was. Ze is niet thuis, maar haar man Dan vraagt ons om over een uur terug te bellen. Het is precies twaalf uur als we arriveren bij de kathedraal, waar we kennis maken met een bedelaar met een bijzonder verhaal. Hij heet Mihai Economu en woont in Avrig, zo’n 15 km buiten de stad. Elke dag komt hij in zijn elektrische rolstoel met de trein naar Sibiu om te bedelen bij de kathedraal en bij de Lidl. Hij was jaren geleden schaakkampioen van Roemenië en bij een Europese titelwedstrijd is hij derde geworden. Hier wil ik meer van weten. Het blijkt dat hij een redelijk normaal leven leidde totdat bij een operatie enkele jaren geleden iets vreselijk mis is gegaan. Sindsdien is hij verland aan de benen, heeft hij moeite met spreken en staan zijn armen en vingers gekromd. Hij leeft nu van een uitkering van 50 euro per maand. Hij betaalt elke maand 50 euro voor de trein en omdat de rolstoel niet van hemzelf is moet hij deze 9
huren, iets wat hem 100 euro per maand kost. Hij moet dus elke maand meer dan 150 bij elkaar bedelen om er nog iets aan over te houden. Als ik hem vraag waarom hij niet gewoon thuis blijft en zich de kosten van trein en rolstoel bespaart, krijg ik een ontnuchterend antwoord. Hij wil graag onder de mensen komen; als hij thuis zou blijven zou hij verpieteren. Hij is geen robot. Ik laat hem in mijn camera zijn verhaal vertellen. Het zal nog lastig worden om goed te horen wat hij heeft gezegd. Enerzijds vanwege zijn spraakgebrek en anderzijds vanwege het verkeerslawaai. Hopelijk heeft het geholpen dat zijn 11 jarige zoon die bij hem is, alles wat hij zegt in heldere bewoordingen herhaalt. Hij heeft mijn sympathie en hij zou zeker geholpen zijn met een eigen elektrische rolstoel en een computer met internetaansluiting, zodat hij opnieuw aan een schaakcompetitie kan meedoen.
Ariana belt terug. Ik leg haar de situatie uit van de zieke moeder Daniela Lucacci. Na direct haar hulp aangeboden te hebben staat ze tien minuten later bij de kathedraal. We rijden gezamenlijk terug naar het zigeunerdorp, waar Ariana de moeder onderzoekt. Op de tafel naast het bed zie ik een voorraad eten liggen, dat ik bij mijn eerdere bezoek vanmorgen nog niet heb aangetroffen. Daniela blijkt van het geld dat ik haar heb gegeven geen medicijnen te hebben gekocht, maar in plaats daarvan eten voor de kinderen. Ik moet even slikken en heb respect en bewondering voor haar keuze. Eten voor haar kinderen gaat blijkbaar vóór haar eigen gezondheid. Na een halfuur buiten wachten kijk ik toch maar even naar binnen en zie ik dat Ariana haar een injectie geeft. Ze is wel ziek volgens haar, maar toch niet zo ernstig dat ze terug naar het ziekenhuis zou moeten. Wel heeft ze nog aanvullende medicatie nodig. We nemen haar 13 jarige dochter mee naar het centrum van de stad om medicijnen voor haar moeder te kopen. We verzoeken een taxi om haar tegen betaling van ons met de medicijnen terug te brengen naar huis,iets wat de chauffeur na enig aandringen accepteert. Het is al ruim na etenstijd als deze onverwachte gebeurtenis is gepasseerd; Teo heeft andere verplichtingen en dat betekent dat we de rest van onze plannen om gezinnen te bezoeken moeten uitstellen. Anca Bacila is erg betrokken geweest bij de ziekte en het overlijden van Bianca. Ze heeft gezien dat de ouders er helemaal alleen voorstaan en dat goedbedoelde steunbetuigingen van familie en vrienden daargelaten, geen enkele professionele hulp beschikbaar is. Ze wil met behulp van twee zelfstandig werkende psychotherapeuten een steun groep oprichten en ze vragen mijn hulp en advies. In Nederland zijn steungroepen een volstrekt normaal verschijnsel,- er bestaat zowat voor elke denkbare ziekte wel een steungroep, in Roemenie blijkt dit een nog vrijwel onbekend fenomeen te zijn. Ik praat later in de middag met Anca en de twee psychotherapeuten over hun initiatief en hoewel aanvankelijk enige scepsis had, ik raak er in de loop van het gesprek van overtuigd dat zij dit serieus gaan aanpakken. De voorbereidingen zijn al in volle gang. Een website is bijna klaar en zij wachten op goedkeuring van de oprichtingsakte. En eerlijk gezegd: Anca heeft enkele jaren geleden een hondenasiel opgezet, dat nog steeds goed functioneert en dat van de overheid veel waardering krijgt. Als hun op te richten organisatie de goedkeuring krijgt kan de fondsenwerving van start gaan. Door een bijzondere fiscale maatregel kan iedereen 2% van de 10
belasting die iemand toch al moet betalen doneren aan een Stichting. Deze constructie levert het hondenasiel elk jaar 10.000 euro op, zo vertelt Anca. De avond breng ik door met Tibi en de decaan van de faculteit voor geografie, die ons heeft uitgenodigd om met hem te dineren. We doen dit in het restaurant van hotel Continental forum. Mena kookt voor ons en doet dat voortreffelijk. Als we naar huis gaan barst een onweer los, dat enige verkoeling geeft. Donderdag 2 mei 2013. Ik wil terug naar het zigeunerkamp om te zien hoe het met Daniela gaat. Teo en Jacques gaan mee. Het is na 10 uur en Daniela ligt nog in bed. Ze heeft de hele nacht niet geslapen en haar moeder die naast haar woont is de hele tijd bij haar gebleven. Ik heb absoluut de indruk dat het slechter met haar gaat dan gisteren en ze bevestigt dat ook. De medicijnen die ze heeft gekregen heeft ze wel ingenomen maar ook direct weer uitgebraakt. Ik adviseer haar om bij deze temperaturen,- het gaat alweer richting de 30 graden-, voldoende te drinken. Dat brengt mij op de gedachte dat het water dat in het kamp wordt gebruikt wel eens onbetrouwbaar zou kunnen zijn. Het water wordt opgepompt uit een put en volgens informatie van een van de kampbewoners is het afkomstig van de overkant van de rivier, waar het van de reguliere waterleiding wordt afgetapt. Het water is volgens haar veilig. Het blijkt het enige watertappunt te zijn voor het hele dorp en het wordt gebruikt om te douchen,- je laat gewoon het water uit de slang over je lichaam lopen- en de was te doen. Één miezerig waterstraaltje voor het hele dorp. De pomp in de put wordt aangedreven door een generator, die we overigens nergens hebben gezien of gehoord. Teo oppert nog de mogelijkheid dat de stroom illegaal wordt afgetapt van de hoogspanningsleidingen doe op enkele honderden meters van het kamp lopen. Het is een beetje feest in het kamp vandaag. We zijn er net getuige van dat een varken wordt geslacht. Dat levert voor iedereen voldoende vlees op voor enkele 11
dagen. Een van de vrouwen braadt aardappels op een houtvuurtje. Het gaat er gemoedelijk aan toe en ik voel me op mijn gemak tussen deze mensen. Dat zij op deze manier willen wonen is onbegrijpelijk. Niemand heeft hen gedwongen om hier te gaan wonen. Het kamp bestaat pas 7 jaar. Toen is het eerste hutje gebouwd, nu zijn het er 16 en er is nog plaats voor veel meer. Het kampje ligt totaal afgelegen en de mensen zijn verder niemand tot last. Dit is blijkbaar de manier hoe zij willen wonen; met hun eigen mensen en hun eigen cultuur en afgezonderd van de Roemeense gemeenschap. Ze leven als uitschot van de maatschappij en inmiddels is ook wetenschappelijk via DNA-onderzoek vast komen te staan dat zij afstammelingen zijn van de onaanraakbaren(paria's) uit India. We hebben ons al vaker afgevraagd of hulp aan zo’n zigeunergemeenschap mogelijk en zinvol kan zijn en we zijn tot de conclusie gekomen dat dit niet het geval is. Alleen in een echt uitzonderlijke situatie zoals bij Daniela Lucacci heeft directe individuele hulp op kleine schaal zin. We lopen even terug naar Daniela en dringen bij haar moeder erop aan om goed op haar dochter te letten. Als het nog slechter gaat moet ze 112 bellen voor een ambulance. Meer kunnen we niet doen. We vertrekken richting stad om een ruimte te gaan bekijken die mogelijk geschikt is als opslagplaats voor komende winter. Het is een niet meer in gebruik zijnde fabriekshal van Mondex een enorm groot bedrijf dat lingerie maakt. Vanwege de crisis ligt het productieniveau nu op 30% van de normale capaciteit, wat tot gevolg heeft dat er van de 1200 werknemers en nog maar 350 een baan hebben binnen het bedrijf en dat de opslagruimtes leeg liggen. De directeur zegt ons toe dat we zeker een van zijn ruimtes mogen gebruiken en dat we zelfs gratis gebruik mogen maken van zijn logeermogelijkheden binnen zijn bedrijf. En inderdaad hij heeft mij twee logeerkamers laten zien voorzien van elk 5 tot 8 bedden, enkele douche ruimtes en wc’s. Een onverwachte ontmoeting in de stad met Daniela Vintila, de voorzitster van de ouderraad van school 1 en tevens docente aan de faculteit voor geografie brengt mij naar Ocna Sibiului. Haar moeder woont daar en als ze zegt dat ze daar naar toe gaat, vraag ik of ik mee mag om Mioara Parvu op te zoeken. Net voor we naar Ocna vertrekken belt Dorina Popa, de oogarts mij op. Zij wil het telefoonnummer hebben van Andra Morar, het meisje met het marfan syndroom. Ze vertelt dat ze de orthopedische chirurg van het meisje heeft gesproken en dat die op haar verzoek toch heeft besloten om het ontbrekende formulier te ondertekenen, zodat de operatie in een Duits ziekenhuis wordt betaalt door de Roemeense ziektekostenverkering. Mooi om dit soort dingen voor elkaar te krijgen, maar het hangt allemaal teveel van toevalligheden aan elkaar. Toevallig kom ik in contact met de voorzitster van de ouderraad van school 1; toevallig wijst zij op de toestand van Andra Morar; toevallig ga ik ernaar toe met een arts die zich iets van dit meisje wil aantrekken. Het zou toch niet nodig moeten zijn dat het toevallig allemaal goed komt. Na een half uur bij Mioara te zijn geweest keren we terug naar de stad, maar niet voordat Daniela mij een heel bijzondere woonsituatie heeft laten zien. Een van de straten in dit dorp loopt tussen twee steile hellingen door 12
van de heuvels bij de stad. Hier wonen zigeuners in grotten, die zij uit de wanden van de heuvels hebben gekapt. Na bezoek aan het zigeunerkamp bij de rivier geeft dit toch weer een nieuwe dimensie aan het begrip wonen.
Ik wil nog naar een gezin. Nadia gaat mee om te vertalen. Juliana Popa woont met haar man en twee kinderen in het huisje van haar oma. Zij werkt als verpleegster in het bejaardenhuis en haar man Ioan is eveneens verpleger. De woonsituatie is armoedig te noemen. Het is een serieus gezin d dat at onze hulp zeker verdient. Ze proberen iets van hun leven te maken. Julia vertelt nog iets over haar achtergrond. Omstreeks vijftien ijftien jaar geleden is zij van haar eerste man gescheiden, toe hij haar ongenadig heeft geslagen en geschopt, louter en alleen omdat o zij naar school wilde gaan om verpleegster te worden. Ze was toen in verwachting van haar tweede kind. Vrijdag 3 mei 2013 Plaats van handeling vanmorgen is het ziekenhuis. De medicijnen die over zijn gebleven na het overlijden van Bianca zijn bestemd voor de oncoloog en in onze ijskast ligt nog insuline in een EHBO koffertje. Dit krijgt de afdeling voor diabetici. Binnen een uur zijn alle medicijnen afgeleverd en kan ik na het schudden van handen en “multumesc” en "la revedere" richting stadscentrum ve vertrekken rtrekken waar ik heb afgesproken met Arnold van Rijn en zijn collega Fred de Bruin van de Stichting werkgroep Urgenta uit Utrecht. Deze stichting verleent al jaren technische hulp aan ziekenhuizen en zij heeft recentelijk de hulpverlening verlegt naar Moldavië. Ze zijn nu een dag in Sibiu, maar vertrekken morgen naar Chisinau om daar een ziekenhuis te voorzien van een nieuwe technische infrastructuur. Onder het genot van enkele koppen koffie wisselen we ervaringen uit, waarbij we afspreken dat we elkaar op de hoogte houden van ieders activiteiten. Misschien kunnen we op deze manier iets voor elkaar betekenen. Ondertussen belt Teo op. Daarmee reageert hij op een eerder telefoontje van mij, waarbij ik hem he mijn verontschuldigingen aanbood omdat ik vergeten was hem gisteren 10 euro te geven om eten te kopen voor de kinderen van mevr. Sovari. Ik vraag hem om die 10 euro bij mij op te halen, nu hij blijkt toch in de stad te zijn. Gisteren vertelde Teo dat moeder Sovari (haar man is al jaren geleden met onbekende bestemming vertrokken) in het ziekenhuis is opgenomen en dat haar twee kinderen zonder geld en zonder eten achter zijn gebleven. Jacques en ik besluiten om elk tien euro te geven zodat Teo voor enkele dagen eten kan kopen. Als sprake is van alleenstaande kinderen zonder of maar met een kleine toelage zorgt de gemeente ervoor dat deze kinderen te eten krijgen. In het geval van de kinderen van Sovari blijkt deze toelage 16 ban (4 eurocent) te 13
hoog te zijn om voor deze voedselvoorzieningen in aanmerking te komen. De kinderen krijgen kortom geen eten van de gemeente en zijn op zichzelf aangewezen. Het is blijkbaar niet mogelijk om gedurende de ziekenhuisopname van moeder de uitkering van 5 cent te verlagen. Teo vertelt mij dit tijdens mijn bezoek aan Alexandra en Mena in Selimber later op de dag. Mena aarzelt geen moment. Zij belt Teo op en zegt tegen hem dat zij voor de kinderen wil koken. De oplossing van een probleem dat weer op toeval berust. Ondertussen hoor ik van Anca, dat ik morgen niet naar Bianca’s ouders kan gaan om deze vanmorgen na een bezoek aan Bianca’s graf voor de paasviering zijn vertrokken naar Vulcea, een andere provincie waar een zus van Cristina woont. Dit betekent dat zij voor de eerste maal in twee maanden iets anders gaan doen dan thuis zitten en elke dag het graf van Bianca bezoeken. Ik vind het een goed initiatief. Dat ik geen afscheid kan nemen vind ik jammer. De situatie van Daniela Lucacci uit het zigeunerkamp laat mij nog niet los. Ik wil weten hoe het vandaag met haar gaat. Met een taxi en een vertaalster laat ik mij voor de vierde keer richting kamp rijden. Daniela ligt op bed, net als gisteren. Zij vertelt dat ze gisteren na ons bezoek met een ambulance naar het ziekenhuis is vervoerd waar haar via een infuus medicijnen en vitamines zijn toegediend. Daarnaast heeft ze medicijnen meegekregen die ze ook gebruikt zo blijkt uit de leeg gedrukte strips. Ze voelt zich vandaag iets beter. Ik geef haar 100 lei om eten te kopen. Pas na hardnekkig aandringen van mijn kant accepteert ze het geld. Ze begint te huilen en vertelt in tranen dat ze dankbaar is dat zich iemand iets van haar aantrekt, die een arts naar haar stuurt en haar wat geld geeft. Als ik een hand naar haar uitsteek bij wijze van afscheid grijpt ze deze vast en wil mij niet meer loslaten. Ik beloof haar komende winter terug te komen. Haar zus die inmiddels ook naar binnen is gelopen heeft ook tranen in haar ogen. De taxi die heeft staan wachten brengt ons over het hobbelpad terug naar de stad. De avond brengen we met enkele vrijwilligers door op een terras in het centrum. Zaterdag 4 mei 2013. Het zit er weer op. Vandaag gaan we naar huis. Het is mooi geweest. We hebben alles gedaan wat we ons voorgenomen hebben. We kunnen met een tevreden gevoeld terugkijken naar een intensieve week. Linne/Sibiu, 5 mei 2013. Jos Gisberts
14