Reisbericht nr. 03 Swaziland-Mpumalanga-Gauteng juli 2015
Naar het westen wordt Swaziland steeds bergachtiger. De hoofdstad Mbabane ligt op 1500 m. en is mooi op heuvels gebouwd. In enkele betere wijken wonen hier de happy few, de rest huist in heel wat mindere onderkomens. De grens met Zuid-Afrika wordt weer snel overgestoken, alleen met het ‘Carnet de Passages’ [grensdocument voor het voertuig] wist de douanebeambte even geen raad, die had ze nooit eerder gezien, maar na onze aanwijzingen hoe in te vullen, kwam alles toch goed. De rest van het douanepersoneel was meer geïnteresseerd in hoe het nou precies zit met de seizoenen en het weer in Nederland en het interieur van de camper. Bij binnenkomst in de provincie Mpumalanga is direct een opwekkend bord te lezen, voor het geval je vergeten mocht zijn uit welke hoek de wind waait. De noordoostelijke provincies staan niet als de veiligste van Zuid-Afrika bekend. We zijn nu een maand in Zuid-Afrika en opvallend is hoe overal mensen, blanken en zwarten, ons vanaf de eerste dag in Port Elizabeth ongevraagd raden toch erg voorzichtig en oplettend te zijn, dat het zo jammer is dat hun mooie land steeds crimineler en politiek onstabieler wordt. Van meerdere blanke [geboren] Afrikaners horen we hoe ze de nodige maatregelen treffen, o.a. het regelen van een Engels of Duits paspoort voor zichzelf en de kinderen, om evt. Zuid-Afrika definitief te verlaten naar het land van hun [voor]ouders, vaak Duitsland, Engeland en Nederland. Meerderen zijn hen al voorgegaan. De route richting Johannesburg is niet erg inspirerend: eerst vele tientallen kilometers aangeplante saaie bossen voor de houtindustrie, daarna nog eens even zoveel grasland zo ver het oog reikt. Langs de weg af en toe een Afrikaan[se] met een flinke fles bier in de hand, n.b. in de morgen en het zijn heus geen in te leveren statiegeldflessen. Het is ook erg uitzichtloos te moeten leven in de afgrijselijke krottenwijken, die altijd een eind buiten de steden liggen, het is het eerste wat je ziet van elke plaats. Naarmate je dichter bij Johannesburg in de buurt komt worden het er steeds meer, een treurig gezicht.
Rietvlei camping tussen Johannesburg en Pretoria
maskerwever
vale toerako
Wij bivakkeren in een natuurreservaat tussen de steden Johannesburg en Pretoria en halen van daaruit Annelies op van de luchthaven in Jo’burg. Op haar eerste dag wordt ze naast struisvogels, zebra’s en een aantal andere soorten grazers, meteen getrakteerd op een agressieve neushoornmoeder die vindt dat de campers te dicht langs haar en haar kalf [moeten] rijden. Bij ons begint ze al te stampen en te snuiven, als Henk en Annelies ook nog voorbij komen wordt het haar te gortig en wordt de aanval ingezet. Henk kan nog net op tijd heel snel optrekken en door rijden. Deze witte neushoorn is overigens preventief van haar hoorns ontdaan, om zo te voorkomen dat stropers aan de gang gaan. Nog altijd wordt, m.n. door Chinezen en Vietnamezen, heel veel geld geboden voor de tot poeder vermalen hoorns, omdat er een genezende werking van uit zou gaan. Ook worden er sieraden van gemaakt en middelen om een ‘hang-over’ na drankgebruik te voorkomen! Er zitten zware criminele organisaties achter, die moord op rangers niet schuwen. Jammer hoe deze prachtige dieren daarom zonder de karakteristieke hoorns door het leven moeten gaan, maar het is de enige manier om ze voor uitroeiing te behoeden. Recent is er een DNA-database opgericht, waarin DNA van gedode neushoorns wordt opgeslagen en vergeleken wordt met in beslag genomen neushoornattributen. Verdachte lieden kunnen zo worden gearresteerd.
In Zuid-Afrika worden deze walgelijke praktijken als zware misdaden gezien en de straffen zijn zeer zwaar, onlangs werd nog 40 jaar gevangenisstraf uitgesproken.
geelsnaveleend
Hadeda ibis
Als Annelies is bekomen van de reis, vertrekken we richting oost. In het begin weer de saaie, vlakke graslanden [wel met veel parelhoenders], dan hele gebieden met zware industrie, vooral steenkool en ijzer. Het land ligt behoorlijk hoog, we rijden op een hoogvlakte tussen de 1500 en 1900 m. Later wordt het landschap golvender, de graslanden raken begroeid met meer bosjes, vooral in de dalen langs de rivieren. De aanblik is nog altijd winters met kale bomen en dorre struiken.
Botshabelo
Bij de stad Middelburg ligt volgens wat verouderde informatie het plaatsje Botshabelo. Een oude missiepost met een fort, die als vluchthaven diende voor het zuid-Ndebelevolk na onderlinge stammenstrijd. De Ndebele beschilderden hun ronde hutten en later vierkante woningen met prachtige kleurrijke, geometrische patronen. Het dorp is nu verlaten, slechts een enkeling woont hier nog en verkoopt wat
spullen die op de traditionele manier vervaardigd zijn. Je kunt in het dorp vrij rondlopen en omdat niemand meer in de woningen huist, overal fotograferen. Maar het is eeuwig zonde dat dit cultuurgoed nu al vervalt, in 2006 werd het n.b. nog geopend door een vooraanstaand politicus. In de nieuwere gidsen wordt er geen melding meer van gemaakt. Sporadisch in de steden van Mpumalanga vind je nog wat van deze patronen op prullenbakken, muren e.d.
Afrikaanse hop
trail vanaf de camping Elangeni nog onbekende vlinder
links: zuidelijke geelsnaveltok rechts: donkerrode amarant
Omdat het Kruger Nationaal Park deze week i.v.m. de Afrikaanse winterschoolvakantie volgeboekt was, maken we een tussenstop van een kleine week in Sabie, een plaatsje dat leeft van het toerisme en de houtindustrie. In de omgeving liggen uitgestrekte houtplantages, maar ook enorme kale vlaktes waar het hout net gekapt is. Tel daarbij op de grote stukken, expres platgebrande vlaktes [overal in Zuid-Afrika vindt het ‘controled burning’ plaats om in de droge tijd bosbranden te voorkomen] en het lijkt geen gebied om lang te verblijven. Ook naast de camping worden hele stukken grasland platgebrand, wat ’s avonds in het donker een apart gezicht is, het stinkt trouwens behoorlijk
Maar dit is toch niet waar, Sabie ligt aan het begin van de Blyde River Canyon, een tientallen kilometers lange, diep uitgesleten kloof met vele watervallen en spectaculaire uitzichten. De kloof ligt verscholen in een soort hoogvlakte met rondom afgeplatte bergen. Beneden in de kloof leven verschillende antilopensoorten, kleine zoogdieren waaronder alle drie soorten Zuid-Afrikaanse apen , nijlpaarden, krokodillen en vogels en door het vochtige klimaat is de vegetatie weelderig. Sabie is daarom een prima uitgangspunt voor tochten. We starten, noodgedwongen vanwege een mistige, natte dag wat in dit gebied niet ongewoon is, met een bezoekje aan Pilgrim’s Rest, een voormalig goudzoekersplaatsje dat in oude staat is teruggebracht. Alleen de vele kraampjes met souvenirs moet je wegdenken. De rest van de week wordt besteed aan tripjes naar watervallen en uitzichtpunten met mooie namen als: ‘God’s window’ en ‘Wonderuitsig’. En als voorproefje een klein rondje [altijd nog een kleine honderd km.] in het Kruger Nationaal Park. Hierover meer in een volgend verslag als we er langer zijn.
Bourke’s luck potholes, zo genoemd omdat ene Bourke het geluk had in deze kloof goud te vinden
Tijdens één van deze tochten, horen we naast ons een bekend geluid: een politiesirene. En ja hoor, voor ons bedoeld. Het schijnt altijd een keer te moeten gebeuren op onze reizen dat we zo aangehouden worden. Deze keer hebben we niet lang genoeg gestopt bij het uitrijden van een kleine weg waar een stopteken stond. [Leo stopt eigenlijk altijd en net nu even te kort]. Het was ‘against the law’ en er stond een boete op. Maar gek genoeg, na het overhandigen van het rijbewijs mochten we opeens doorrijden. Het lijkt erop dat de dienstdoende agent geen zin had in het hele gedoe met een buitenlands voertuig en rijbewijs, alles moet nl. [ter voorkoming en bestrijding van corruptie] op een bureau worden afgehandeld. Geluk gehad!
alles kaalgebrand Afrikaanse humor…
Bij de Berlin Falls heb ik een tref. Naast de waterstroom zitten op de rotsen twee Kaapse ibissen, een endemische [alleen voorkomend in zuidelijk Afrika], kwetsbare vogelsoort, waarvan ik niet had verwacht ze te zien! Kaapse ibis
Berlin Falls
Na de dagen in en rond Sabie vertrekken we naar het Kruger National Park. We zullen er 12 dagen blijven op een aantal verschillende campings. leliesoort en the making of Leo houdt een stuk karton achter de bloem om de wind weg te nemen
En voor diegenen die geklaagd hebben dat ik nooit op de foto’s sta:
op een schommel van lianen