Reis Griekenland Noord van 28 april - 20 juni 2012 De reis naar Griekenland startte met acht equipes. Het verzamelpunt van deze reis was in Zuid Duitsland, de camping in Dinkelsbühl aan de Romantische Strasse. Om 17.00 uur werden we welkom geheten door ons reisleidersechtpaar Koos en Trinie van Leeuwen. Koos memoreerde nog even dat het reisschema schema nog aan een zijden draadje heeft gehangen omdat het afhankelijk was van de overtocht met de Minoan Lines. Verder waren er nog wat huishoudelijke mededelingen en werd het reisschema voor de volgende dag doorgenomen. Daarna wenste hij iedereen een prettige reis toe. De tweede dag was een rit van ruim driehonderd kilometer naar Weer in Oostenrijk.
Alpencamping in Weer, allemaal keurig in de rij.
In de middag arriveren we met onze medereizigers Gerrit en Ria op Alpen Mark camping in Weer. Nadat we ons geïnstalleerd hebben, genieten we van een glaasje wijn en het uitzicht om ons heen. Vandaag, maandag 30 april, koninginnedag, gaat de reis naar Serenissima, zo’n 9 km voor Venetië. Aangekomen daar, zijn Koos en Trinie al bezig met het ophangen van vlaggetjes, wordt de oranjebitter koud gezet, een advocaatje met slagroom uit de voorrraad gehaald en de meegebrachte oranjetaart in stukken gesneden. En als iedereen zich dan met eigen stoel heeft verzameld, wordt er een toast uitgebracht op “Onze Koningin” met daarna een bescheiden drie maal “ Hoera”. Er volgt nog een gezellig samenzijn waarbij indrukken van de eerste twee dagen de revue passeren. 1 mei- De dag van de Arbeid- begint nogal regenachtig, en het is nog stil op straat want de Italianen hebben een vrije dag. De meesten van ons hebben reeds een dagkaart (€ 16,00) voor het openbaar vervoer in Venetië gehaald bij de receptie en zijn op tijd vertrokken.
Degenen die vandaag naar Venetië gaan zijn er al eens eerder geweest en besluiten naar de drie eilanden te gaan, te weten: Burano, met zijn huisjes geschilderd in alle kleuren van de regenboog en bekend om zijn kant. Vooral in e het 16 -eeuwse Europa was het kant uit Burano zeer gewild. Het tweede eiland Murano is vooral bekend om zijn glaswerk. En op Torcello, ooit een welvarend eiland met duizenden inwoners, staat de basiliek Santa Fosca met zijn prachtige schilderingen. Tegen de middag laat de zon zich weer zien en wordt het een warme dag. De meesten gaan met de vaporetto, een busboot, terug door Canal Grande, de hoofdader van de stad die zo’n 4 kilometer lang is en waar het inmiddels een drukte van belang is geworden en waarbij je je afvraagt:’Hoe gaat het allemaal goed’? De volgende dag gaan de meesten weer naar Vënetie, sommigen bezoeken een museum of lopen een toeristische route. Om zes uur is het voor Koos en Harry tijd van afrekenen bij de campingbaas en wat Koos al voor- speld had, beiden komen met een grote mand- fles met witte wijn terug. Het geheel zo’n vijf liter moet wel overgeheveld worden en alle beschikbare lege flessen worden verzameld. We laten ons de jonge frisse wijn uit de streek, een Pinot Grigio, goed smaken.
De volgende dag, het is inmiddels 3 mei, gaat de reis naar Stacciola, in de buurt van Ancona. We rijden deze dag met Jan en Wally. Om een uur of vier komen we aan op camping Mar Y Sierra, gelegen in de bergen. Mijn indruk is dat men hier net ontwaakt is uit zijn winterslaap, want het geheel geeft nog een onverzorgde indruk. De volgende ochtend gaan we met de boot van Ancona naar Igoumenitsa. De route gaat over de kustweg naar Ancona waar we voor het middaguur de haven bereiken. Stuk voor stuk druppelen de combinaties binnen en staan we in de schaduw te wachten voor inscheping. Om half twee is het dan zover en
de
rijden we de ferry in en worden gedirigeerd naar het achterruim en moeten we achterstevoren onze combinaties parkeren. Dan worden we op de electra aangesloten en moeten gaan naar boven in de wetenschap dat wij later weer naar beneden kunnen gaan om te overnachten. Maar niets is minder waar, we staan helemaal niet op het camperdek, maar gewoon in de laadruimte bij alle vrachtwagens. We krijgen allemaal een binnenhut voor de nacht. De volgende ochtend, zaterdag 5 mei, staat de wekker op 7 uur, want om half acht worden we verwacht voor het ontbijt. Dat moet ook wel want men verwacht om half negen te kunnen aanmeren in Igoumenitsa. Het wordt een kwartiertje later als we het laadruim inmogen om onze auto’s weer op te zoeken. Binnen enkele minuten hebben we het schip verlaten en zetten we voet op Griekse bodem. Het is maar een uurtje rijden en voor de koffie arriveren we dan ook op camping Parga in Parga. Iedereen zoekt een plekje tussen de olijfbomen en geniet van de Griekse zon. Meteen daarna komen de sattelietschotels te voorschijn en in een mum van tijd zien we dat het in Nederland koud en regenachtig is. De komende drie dagen zijn we op deze camping en kunnen we de streek verkennen. Wij hebben gekozen om als eerste naar het Necromanteion van Ephyras (dodenorakel) te gaan. Het zou de mythologische toegang tot Hades zijn. Trappen leiden naar onderaardse gewelven waarbij bezoekers, die hier advies
Gezicht op Parga.
zochten van de doden, de indruk kregen (4 eeuw voor Chr.), dat zij in de onderwereld afdaalden. De volgende dag de wandelschoenen aan en een wandeling gemaakt naar het Venetiaanse fort dat aan de westkant van Parga ligt. e Het werd eind 16 eeuw herbouwd op de plaats van een eerder gebouwd fort van het Turkse bewind dat in 1537 was verwoest. Men heeft hier een prachtig uitzicht over Parga en een aantal kleine eilanden, dat de belangrijkste vakantieplaats van Epirus is. Woensdag 9 mei kan in alle rust worden ingepakt want op deze dag hebben we een korte rit naar het 93 km zuidelijker gelegen eiland Lefkada dat sedert een aantal jaren door een tunnel en een dijk verbonden is met het vaste land. We rijden dan met Jan en Margot en bij een een tussenstop merkt Jan op dat er weinig verkeer is, veel benzinepompen gesloten zijn en dat er weinig bedrijvigheid is. De crisis heeft, zo lijkt het hem, hier hard toegeslagen. We arriveren vroeg in de middag op camping Kariotes Beach even ten zuiden van de stad Lefkada.
De krijtrotsen bij Porto Katsiki.
De camping heeft gratis WiFi en binnen een mum van tijd heeft iedereen zijn laptop voor de dag gehaald en contact gezocht met het thuisfront en ’s avonds zijn de oma’s en opa’s aan het skypen met hun kinderen en kleinkinderen. De volgende dag zijn we voornemens om naar de krijtrotsen te gaan in het zuid-westen. We rijden via de kustweg aan de westkant eerst naar de plaats Vasiliki waar we op een terras genieten van een cappuchino om daarna onze rit vervolgen naar Porto Katsiki. Hier bevinden zich hoge witte krijtrotsen en is de zee azuur blauw. Via een trap komen we op het strand dat bestaat uit ronde kiezelsteentjes en gaan we even pootje baden. Op de terugweg rijden we door dorpjes waar de tijd heeft stilgestaan. De volgende dag doen we wat rustig aan en besluiten we ’s middags naar een waterval te gaan die in de buurt van Nidri ligt. De temperatuur is inmiddels opgelopen tot 27ºC maar tijdens de wandeling door de kloof
er naar toe is het heerlijk koel. Het is inmiddels 13 mei als we even na negenen met Hans en Wies vertrekken vanaf de camping voor de reis naar Delphi, zo’n 265 km. De reis voert ons over de kustweg van het vaste land in oostelijke richting. Even na Patra houden we onze koffiepauze en hebben daarbij een mooi uitzicht over de Golf van Korinthe. De reis verloopt voorspoedig en als we rond half drie op de camping arriveren staat Trinie ons glunderend op te wachten. Ze zegt: ”Kijk, hier doe je het voor, wat een prachtig uitzicht.” En inderdaad, ze heeft niets te veel gezegd, voor iedereen een mooie plaats met uitzicht over het dal. Onze avond eindigt met griekse wijn en genieten we van het uitzicht waarbij de zon achter de bergen verdwijnt en de lichtjes worden ontstoken. De volgende dag is iedereen vroeg uit de veren en heeft zich voorgenomen om Delphi te gaan bezoeken wat op drie kilometer afstand van de camping bevindt. Het is nog rustig en een parkeerplaats is makkelijk te vinden en nog gratis ook. Na het kopen van een kaartje besluiten we om eerst buiten te gaan rondkijken. We pakken onze reisgids (Capitool Reisgidsen) en de gekregen folder, en gebruiken die als leidraad. En met de wetenschap -dat we op het middelpunt van de aarde zijn-, volgens de legende van Zeus, komen we in het heiligdom van Apollo, waarbij de hoofdingang zich bevindt bij een Romeinse
agora. Hier begint onze voettocht op de Heilige e Weg naar boven. Vanaf de 8 eeuw voor Christus was Delphi befaamd als verblijfplaats van Apollo, en vanuit de hele antieke wereld trokken er mensen heen om god te raadplegen. Midden in het complex zijn nog de restaten van de tempel van Apollo te zien en heeft men een gedeelte hiervan gerestaureerd om een indruk te geven hoe het destijds was. Je vraagt je telkens af hoe het mogelijk is om met beperkte werktuigen deze bouwwerken tot stand te brengen. Aan het einde van de Heilige Weg komen we bij het theater, gebouwd ca. 500 v C. en dat 5000 zitplaatsen telt. Samen
met het daarachter gelegen stadion zijn het de enige twee overgebleven objecten die vrijwel ongeschonden zijn. Het is inmiddels middag geworden en we besluiten naar het museum te gaan, mede omdat de temperatuur al aardig is opgelopen. Het museum bevat beelden en overblijfselen uit Delphi en omgeving, alles keurig gerangschikt. Het beroemdste stuk van het museum is een levensgroot bronzen beeld, de Wagenmenner. Aan het einde van de middag keren we huiswaarts, vol met indrukken over het leven van ruim 2000 jaar geleden. De tweede dag tijdens ons verblijf hier verkennen
Klooster Osios Loúkas, gebouwd rond 1011.
we de omgeving aan noordzijde. Via Davleia rijden we door het nationaal park Oros Parnassos, terug naar onze camping. Hans en Wies vertelden mij dat zij daar ook waren geweest en dat er boven een skigebied was. De meeste anderen zijn deze dag naar het klooster Osios Loúkas geweest. Dit klooster is in architectonisch opzicht één van de belangrijkste middeleeuwse gebouwen van Griekenland. Het is gebouwd tegen de hellingen van de Elikónasberg rond 1011 door keizer Romanós. De drie dagen Delphi sluiten we af met een gezamenlijk etentje in het restaurant van de camping. Het is al weer dag 20 als we onze reis voortzetten naar Athene. De reis verloopt voorspoedig en in de middag bereiken we de camping in Kifissia, gelegen aan de noordzijde van Athene. Koos, onze reisleider, gaat meteen op stap om kaartjes voor de volgende dag voor het openbaar vervoer te halen. En op de eerste dag in Athene, gaan we met z’n allen, voor zien van regenjas en paraplu, want het ziet er dreigend uit, naar de bushalte voor de camping. Binnen het uur zijn we met bus en metro voor € 1,70 (65+) in het centrum. Het is inmiddels gaan regenen en de meesten besluiten eerst maar even te gaan schuilen in het tegenover gelegen café. Inmiddels gehoord hebben van derden, dat het Nationaal Archeologisch Museum vandaag gratis is omdat het perso-
neel actie voert, besluiten de meesten om dit buitenkansje niet te laten lopen. Het imposante gebouw met zijn vele zalen geeft in chronologische volgorde de geschiedenis van het land en zijn omgeving weer. Er is een grote prehistorische collectie te zien e vanaf de 7 eeuw voor Christus, terwijl de collectie van bronzen beelden en voorwerpen de grootste in zijn soort is in de wereld. Ook de collectie van Egyptische voorwerpen is zeer omvangrijk. Bij een bezoek aan Athene is dit een must. De meesten gaan de tweede dag naar de Acropolis. Wij besluiten deze dag om een wandeling te maken uit het boekje ANWBExtra, Athene nr. 8. Groen Athene – wandeling over de Philopappos en Areopagus-. Zaterdag gaan we met de metro naar station Thisio en komen uit bij de voetgangerspromenade waar de vlooienmarkt wordt gehouden. Hier slenteren we wat rond en lopen door de wijk Monastraki, vroeger het centrum van het Turkse Athene. De warme hap deze dag nemen bij Mc.Donalds, waar we op de eerste verdieping een mooi uitzicht over het plein hebben. De laatste dag staan de meesten al weer vroeg bij de bushalte, maar wat er komt, geen bus. Dan maar lopen naar een andere halte waar we meer geluk hebben. Om elf uur komen we aan bij het parlementsgebouw waar we de wisseling van de wacht willen bijwonen. Deze is inmiddels aan wat plichtplegingen begonnen, maar we moeten tot twaalf uur wachten voor de grote ceremonie begint. Het plein stroomt al aardig vol met toeristen met hun fotocamera’s in de aanslag. Klokslag twaalf uur marcheert het muziekkorps voorbij met daarachter de volledige garde en volgt de aflossing onder het spelen van het volkslied en diverse kransleggingen. Daarna gaat ieder zijns weegs. Wij gaan naar de Acropolis, een 156 meter hoog kalksteenplateau met oorspronkelijk drie tempels, de indrukwekkendste historische bezienswaardigheid van Athene. Om een uur of vijf begint de vermoeidheid toch wel toe te slaan en besluiten we huiswaarts te keren.
De volgende dag, het is dan al vroeg, gaan we op weg met Koos en Trinie naar Kato Katzea een rit van 140 km. We nemen de snelweg A1 in noordelijke richting en als we Athene achter ons hebben gelaten zingen we met ons beiden ‘Acropolis Adieu’ van Mireille Mathieu. Rond het middaguur komen we aan op deze strandcamping die er goed verzorgd uitziet en waar we even kunnen bijkomen van de afgelopen dagen. Veel historische obejecten heeft de omgeving niet maar een rondrit over de berg Pilion is de moeite waard. Zij heeft een rijke flora, rustige stranden en aan de oostkant een prachtig uitzicht over de Egeïsche Zee. Camping ‘Sikia’ heeft een mooi strand en enkele dames nemen een duik in zee. Koos en Harry hebben voor de laatste avond een gezamenlijk etentje georganiseerd dat door plaatselijke muzikanten met Griekse muziek word opgeluisterd. Onze volgende halte ligt aan de voet van de berg Olympos. We strijken neer op camping Olympos Beach in Plaka Litochoro gelegen aan zee. Het is zwaar bewolkt en de berg Olympos hult zich in nevelen. Zeus, oppergod van de griekse goden woont op deze berg, aldus de legende, maar hij is ons deze keer niet goed gezind, want als we nog maar net op onze plek staan breekt er een hevige regenbui los en in een mum van tijd staat alles blank. Gelukkig is alles van korte duur en tegen de avond breekt er een zonnetje door en worden er plannen gemaakt voor de volgende dag. Het is zondagmorgen als er een aantal zich hebben voorgenomen de berg Olympos, waar nog sneeuw op ligt op te gaan. In het hele gebied, nu een Nationaal Park, komen meer dan 1700 plantensoorten voor. Anderen kiezen om naar het antieke Dion te gaan. Voor de Macedoniërs e was het een heilige plek en in de 4 v.Chr. woonden hier zo’n 15000 mensen. Later bouwden de Romeinen hier een stad. Het archeologisch park en museum zijn zeer de moeite waard en geven een goed beeld van het leven in het antieke Dion. Ook hier is te zien, dat
men zuinig is op zijn archeologisch erfgoed, want hele complex is afgesloten en suppoosten zijn er voldoende. Met dit korte verblijf hier zijn we aangekomen in Noord Griekenland waarbij Macedonië de grootste provincie is. En als we twee dagen later onze reis voortzetten naar Néa Moudania, rijden we met een grote boog om Thessaloniki, de tweede stad van Griekenland. De temperatuur is inmiddels gestegen naar 30 ºC en we komen in een gebied waar veel hotels en appartementen staan waar zomers veel Grieken hun vakantie doorbrengen. Hier is de economische crisis goed te zien want veel huizen zijn half afgebouwd en omzoomd met onkruid, het is een troosteloze aanblik. Aangekomen op camping Ouzouni
Beach worden we hartelijk ontvangen door de eigenaar, want er zijn slechts twee gasten, maar met ons erbij is er voor een week weer brood op de plank. De meesten houden de volgende dag een rustdag en gaan hun voorraden weer aanvullen. Anderen maken een autotocht over het schiereiland Kassandra, waarbij de route geheel langs de kustlijn loopt. De volgende dag hebben Gerard, Joke, Jan en Margot, een boottocht geboekt naar Athos, gelegen op het schiereilandeiland Agio Oros. Het is alleen toegankelijk voor volwassen mannen. Vrouwen zijn taboe. Maar met een boottocht langs de kust heb je een goed zicht op de kloosters in Byzantijnse stijl. Tijdens deze trip werden aan boord Griekse dansen opgevoerd en was er andere folklore. Een mooie dag die ik niet had willen missen, aldus Gerard bij terugkomst. Ook hier nemen we weer met een goed gevoel afscheid en gaan naar de meest oostelijk gelegen camping van onze reis. En als we aankomen op deze camping net voor Kavala, verbazen we ons over het mooie zwembad met ligstoelen en hemelbedden, luxer kan het niet. Helaas staan de onverzorgde campingplaatsen en het matige sanitair daar in schril contrast tegenover. Maar goed, we zijn inmiddels wel wat gewend, en als iedereen zijn caravan weer heeft staan, zoe-
ken de meesten verkoeling in het zwembad of de zee. De volgende dag gaan we naar het noordelijk gelegen Filippoi. Deze plaats werd gesticht door de vader van Alexander de Grote. Het zou de stad zijn waar Paulus het evangelie predikte. Je kunt het vergelijken met Dion. Het complex met zijn goedbewaarde straat en een enkel mozaïek laat een stad zien van 2000 jaar geleden. En wederom valt op dat je het voor de toegangsprijs niet hoeft te laten. Wij betaalden tot nu toe bij de musea, tussen de 2 tot 6 euro per persoon (65+). De volgende dag wilden we Kavala bezoeken, maar toen we er om 10.30 uur waren was de temperatuur al tot 32ºC gestegen en hebben we ons plan maar bijgesteld en de markt bezocht. Een aantal hebben nog de moeite genomen om de ruïne aan de oostzijde te beklimmen alwaar men een mooi uitzicht heeft over de stad. Het is alweer dag 37, en ook deze dag verloopt voorspoedig. Als we aankomen op camping Agiannis bij Methoni is het een drukte van belang. Een echte Griekse camping waar ons de barbecuedampen en Griekse muziek tegemoet komen. Meteen wordt mij al een blikje bier aangeboden en Gerard en Joke al een bord met vlees, gastvrijer kan het niet. Hier verblijven we drie nachten. Zelf hebben we hier weinig ondernomen, al moet het zijn dat er inkopen gedaan moest worden voor een gezamenlijke barbeque. De plaatselijke slager had een goede dag. Maar de volgende dag slaat het noodlot toe. Jan en Margot zijn die dag naar Vergina, een historische plaats op zo’n 50 kilometer afstand. Tijdens hun bezoek aan de graftombes van Philippos II (300v.Chr.) maar in 1977 ontdekt, is er poging gedaan om in te breken in hun auto op de parkeerplaats, waarbij een ruit is vernield. Waarschijnlijk heeft het alarm de inbrekers verjaagd want er wordt niets vermist. Ze zijn door de plaatselijke autoriteiten goed geholpen en de ruit is met grijze tape afgeplakt. (standaard uitrusting voor iedere TCC-er). En ook zij kunnen hun reis weer vervolgen. Het is 6 juni als we de kust
verlaten en het binnenland in gaan. We gaan naar één van de belangrijkste bezienswaardigheden van Griekenland, de natuurlijke zandstenen torens van Metéora. We strijken neer op camping Vrachos in Kastraki. Hier hebben we een mooi uitzicht op de vele rotsklompen die volgens geologen zo’n 60 miljoen jaar geleden gevormd zijn. Op een aantal van deze zijn kloosters en kerken gebouwd, 24 in totaal. De meesten zijn in verval geraakt maar in de jaren twintig zijn een zestal weer toegankelijk gemaakt. Wij hebben er een drietal bezocht. De grootste, de Megálo Metéoro is het noordelijkst en hoogst gelegen. Daar dichtbij ligt het klooster Varlaám dat wij het mooist vonden met aan de zijkanten een lier waar men goederen en mensen naar boven kon hijsen. De kerk stamt uit 1542 en bevat tal van fresco’s. Het heeft ook een museum met waardevolle voorwerpen en relikwieën.Tot slot brachten we nog een bezoek aan de Agios Stefanos, gesticht in 1312, de oudste van de Meteora kloosters. Het wordt nog bewoont door nonnen en is door een brug over een kloof te bereiken. Vol indrukken keren we terug op de camping. Dit driedaagse bezoek sluiten we af met een gezamenlijk etentje in het restaurant. De volgende dag vertrekken we met Gerard en Joke richting Ioannina, waarbij het de bedoeling is de Katara-pas in het Pindos gebergte te nemen. Maar helaas is deze nog afgesloten en zullen we de snelweg moeten nemen. De camping is gelegen aan het Pamvotis meer en de eerste rij aan het water is voor ons gereserveerd. Het meer bevat veel vis en dat is voor Wally, die haar hele visuitrusting heeft meegenomen, een mooie gelegenheid om een lijntje uit gooien. En in een mum van tijd heeft ze beet. De volgende dag wordt de stad verkend. Het heeft een fort dat vroeger door een gracht was
omgeven. Hier is ook de Turkse invloed het meest zichtbaar. De Aslan Pashamoskee is daar het voorbeeld van. We verlaten de stad om nog een paar dagen van het strand te genieten in Plataria. Een terrassencamping op 6 kilometer van Igoumenitsa, waar het water helder blauw is en ons meteen uitnodigt tot een frisse duik. Het is vrijdagavond negen uur als iederen van de camping vertrekt en naar de haven rijdt in Igoumenitsa. En dan wordt het wachten tot 12 uur als de boot met een vertraging van een uur binnenloopt. De vrachtwagens worden als eerste geladen en wij als laatsten. Maar als wij aan de beurt zijn wil de auto van Harry niet starten, ook niet met startkabels. Grote paniek! Maar onder het motto “iedereen moet mee”, wordt de caravan afgekoppeld en door Johan naar binnen gereden en wordt de auto het schip ingeduwd. Na een reis van 16 uur komen we in Ancona aan en start de auto ook weer. Via camping Le Palme aan het Gardameer komen weer op de camping in Weer bij Insbrück waar we ons afscheidsdiner hebben. Namens alle deelnemers bedankt Wally de reisleiding; Koos en Trinie van Leeuwen, en Harry en Hetty Groener, voor de wijze waarop zij de reis georganiseerd en begeleid hebben en biedt hen een kleine attentie aan. De volgende dag gaan we naar onze laatse camping in Dinkelsbühl waar we afscheid van elkaar nemen en vol indrukken huiswaarts keren om het thuisfront te vertellen dat Griekenland een prachtig land waar veel te zien is, met aardige mensen, maar ook dat het veel tijd zal kosten om er weer bovenop te komen. Neede, juni 2012 Johan Baake