REGLEMENT AMOS SJOELGEMEENSCHAP zoals vastgesteld per 1 mei 2013 door de sjoelgemeenschap AMOS in haar vergadering d.d. maandag 20 mei 2013.
Considerans .............................................................................................. Titel 1 Algemene bepalingen ..................................................................... Titel 2 Het lidmaatschap van de Sjoelgemeenschap ..................................... Titel 3 De Sjoelgemeenschap .................................................................... Titel 4 Het Bestuur .................................................................................. Titel 5 Jaarverslag/Rekening en verantwoording ......................................... Titel 6 De Sjoelvergadering ...................................................................... Titel 7 Wijziging, ontbinding en uitleg ........................................................ Titel 8 Afvaardiging naar Gemeente ...........................................................
1 1 2 3 4 5 6 7 8
Considerans Op 1 mei 2013 heeft de NIHS (binnen het kerkverband van het NIK) een nieuwe structuur gekregen, waarbij naast en onder de NIHS meerdere Sjoelgemeenschappen zijn ontstaan. AMOS is één van die Sjoelgemeenschappen. Zowel de NIHS als AMOS maken deel uit van het kerkverband van het NIK en zijn en blijven onderworpen aan de regelingen van het NIK.
Titel 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Definities a. Gemeente: Nederlands-Israëlietische Hoofdsynagoge (afgekort: NIHS) te Amsterdam. b. NIK: Nederlands – Israëlitisch Kerkgenootschap. c. NIK Reglement: Reglement betreffende de inrichting en het bestuur van het NIK, zoals dat laatstelijk op 7 juni 2005 is vastgesteld (bij Verordening nummer 231). d. Gemeente Reglement: het Reglement van de Gemeente, zoals dat laatstelijk op 14 februari 2013 is vastgesteld. e. Opperrabbijn: Opperrabbijn van het Synagogaal Ressort Amsterdam, diens plaatsvervanger of een plaatsvervangend rabbinaal college. f. Bestuur: Bestuur van de Sjoelgemeenschap. g. De stichting AMOS: de stichting AMOS zoals voor het eerst per 12 mei 2011 ingeschreven bij de Kamer van Koophandel te Amsterdam onder stichtingsnummer 52700534 Artikel 1.2 Naam en doelstelling 1. De naam van de Sjoelgemeenschap luidt als volgt: Sjoelgemeenschap AMOS. 2. De sjoelgemeenschap AMOS stelt zich tot doel de Joodse Gemeenschap in (Groot) Amsterdam te versterken door het organiseren van sjoeldiensten gebaseerd op de modern orthodox Joodse traditie op basis van onderling respect en betrokkenheid
Artikel 1.3 Verhouding Sjoelgemeenschap–Gemeente 1. De Sjoelgemeenschap is een lichaam dat rechtspersoonlijkheid bezit op grond van artikel 2 van boek 2 Burgerlijk Wetboek en is zelfstandig onderdeel van de Gemeente en is als zodanig als Sjoelgemeenschap erkend door de Gemeente. De Sjoelgemeenschap is een gemeenschap van personen die op regelmatige basis op Sjabbat en Jom Tov gezamenlijk sjoeldiensten houden. Daarnaast streeft de Sjoelgemeenschap naar het vergroten van de kennis van haar leden van het Jodendom en het organiseren van activiteiten die de band tussen de leden van de Sjoelgemeenschap hechter maakt. 2. Een lid van de Sjoelgemeenschap is tevens lid van de Gemeente. 3. De Sjoelgemeenschap en de Gemeente staan tot elkaar in een nauw kerkrechtelijk verband. Daarom mogen noch reglementen, noch verordeningen, noch (andere) (rechts)handelingen van de Sjoelgemeenschap in strijd zijn met het Gemeente Reglement of enige verordening van de Gemeente. Artikel 1.4 Elektronische communicatie 1. Tenzij in dit Reglement anders is bepaald, vindt alle communicatie (waaronder ook te verstaan oproepingen en kennisgevingen) tussen de leden van de Sjoelgemeenschap, de organen van de Sjoelgemeenschap en de Sjoelgemeenschap plaats ofwel schriftelijk ofwel op elektronische wijze, bijvoorbeeld via e-mail, mits het elektronische ‘adres’ door het lid, het orgaan of de
REGLEMENT AMOS SJOELGEMEENSCHAP zoals vastgesteld per 1 mei 2013 door de sjoelgemeenschap AMOS in haar vergadering d.d. maandag 20 mei 2013.
2.
3.
Sjoelgemeenschap voor bedoelde communicatie bekend is gemaakt. De Sjoelgemeenschap zal op haar website of via andere wijze het elektronische ‘adres’ kenbaar maken waarop met haar gecommuniceerd mag worden. Onder leden worden in dit verband ook verstaan potentiële leden, onder dezelfde voorwaarden. Een lid van de Sjoelgemeenschap respectievelijk een lid van het Bestuur kan, mits hij voldoet aan de eventuele voorwaarden als bedoeld in lid 3, zijn stemrecht uitoefenen in de Sjoelvergadering respectievelijk de Bestuursvergadering door middel van een elektronisch communicatiemiddel, mits het lid: via het elektronisch communicatiemiddel kan worden geïdentificeerd; en rechtstreeks kan kennisnemen van de verhandelingen ter vergadering; en kan deelnemen aan de beraadslaging. Bij de oproeping tot een vergadering kunnen voorwaarden worden gesteld aan het gebruik van het elektronisch communicatiemiddel.
Titel 2 Het lidmaatschap van de Sjoelgemeenschap Artikel 2.1 Het lidmaatschap 1. Zij die zich kunnen kwalificeren als lid van de Gemeente, kunnen lid worden van de Sjoelgemeenschap. Hierbij wordt verwezen naar artikel 2.1 van het Gemeente Reglement. Iemand die al lid is van een andere Sjoelgemeenschap, kan geen lid worden. 2. Op het lidmaatschap van de Sjoelgemeenschap zijn de volgende artikelen uit het Gemeente Reglement van overeenkomstige toepassing: artikel 2.2 (positie meerderjarige kinderen), 2.3 (positie minderjarige kinderen), 2.5 (bijzondere situaties) en 2.6 (overige registers). 3. Aanmelding van het lidmaatschap vindt plaats krachtens een daartoe opgesteld formulier dat door het lid wordt ondertekend. Op dat formulier wordt verwezen naar de bepalingen van het reglement van de Sjoelgemeenschap, waaronder uitdrukkelijk naar artikel 1.3, op grond waarvan een lid van de Sjoelgemeenschap tevens lid wordt van de Gemeente. Tevens wordt verwezen naar het Gemeente Reglement. Het lid verplicht zich met de ondertekening tot naleving van de uit het reglement van de Sjoelgemeenschap en de uit het Gemeente Reglement voortvloeiende verplichtingen. Het Bestuur beslist, na toetsing door het Rabbinaat, over toelating. 4. Het minderjarige lid dat meerderjarig wordt, zal ter bekrachtiging (of opzegging) van zijn lidmaatschap binnen zes maanden na het meerderjarig worden een daartoe opgesteld formulier ontvangen, dat door dat lid wordt ondertekend. Op dat formulier wordt verwezen naar de bepalingen van het reglement van de Sjoelgemeenschap. Tevens wordt verwezen naar het Gemeente Reglement. Het lid verplicht zich met de ondertekening tot naleving van de uit het reglement van de Sjoelgemeenschap en de uit het Gemeente Reglement voortvloeiende verplichtingen. 5. De Sjoelgemeenschap stuurt na aanmelding/bekrachtiging (of opzegging) door het betreffende lid een kopie van het in lid 3/lid 4 bedoelde getekende formulier naar de Gemeente. Artikel 2.2 Contributie De Sjoelgemeenschap kan besluiten een contributie te heffen. Alsdan wordt de hoogte van de jaarlijkse contributie die is verschuldigd aan de Sjoelgemeenschap op voorstel van het Bestuur door de Sjoelvergadering vastgesteld. De wijze van heffing wordt door het Bestuur vastgesteld. Artikel 2.3 Ledenregister 1. a. Het Bestuur geeft aanmelding en toelating van een nieuw lid door aan het Bestuur van de Gemeente, zodat inschrijving van dat lid in het ledenregister van de Gemeente kan plaatsvinden. De datum van toetreding wordt daarbij vermeld. b. Het Bestuur geeft het einde van iemands lidmaatschap door aan het Bestuur van de Gemeente zodat in het ledenregister van de Gemeente: het lidmaatschap van de betreffende Sjoelgemeenschap wordt doorgehaald; en dat lid als Koepellid wordt opgenomen. c. Het lidmaatschap van de Gemeente van een Sjoellid eindigt niet van rechtswege als zijn lidmaatschap van de Sjoelgemeenschap eindigt of de Sjoelgemeenschap niet langer deel uitmaakt van het kerkelijk verband van de Gemeente. In zulke gevallen wordt het lid een Koepellid van de Gemeente.
REGLEMENT AMOS SJOELGEMEENSCHAP zoals vastgesteld per 1 mei 2013 door de sjoelgemeenschap AMOS in haar vergadering d.d. maandag 20 mei 2013.
2. 3. 4.
De aan het lidmaatschap verbonden verplichtingen gaan in op de eerste dag van de maand, volgende op die waarin de inschrijving heeft plaatsgevonden. De aan het lidmaatschap verbonden rechten gaan in op de dag na die van de inschrijving. De rechten en verplichtingen van de leden worden geregeld door de bepalingen van dit Reglement en de door de Sjoelgemeenschap reeds vastgestelde en nog vast te stellen regelingen.
Artikel 2.4 Einde lidmaatschap 1. Het lidmaatschap van een lid eindigt door: a. overlijden; b. opzegging van het lidmaatschap door het lid; c. opzegging van het lidmaatschap door de Sjoelgemeenschap; of d. ontzetting door de Sjoelgemeenschap. 2. Opzegging van het lidmaatschap door het lid kan slechts geschieden tegen het einde van een jaar en met inachtneming van een opzegtermijn van vier weken. Het Bestuur kan hiervan ontheffing verlenen. Een opzegging in strijd met het bepaalde in de eerste zin doet het lidmaatschap eindigen op het vroegst toegelaten tijdstip, volgende op de datum waartegen was opgezegd. 3. Opzegging van het lidmaatschap door de Sjoelgemeenschap kan geschieden wanneer het lid niet langer voldoet aan de vereisten als bedoeld in artikel 2.1 om lid te kunnen worden, maar ook wanneer hij zijn geldelijke verplichtingen jegens de Sjoelgemeenschap niet nakomt. 4. Ontzetting van een lid kan slechts geschieden bij besluit van het Bestuur, en na goedkeuring door de Sjoelvergadering, wanneer een lid in strijd met dit Reglement en/of andere regelingen die binnen de Sjoelgemeenschap van toepassing zijn, handelt of de Sjoelgemeenschap op onredelijke wijze benadeelt. 5. Het Bestuur wint in de gevallen als bedoeld in de leden 3 en 4 voor zover nodig advies in bij de Sjoelrabbijn. 6. In de gevallen genoemd in lid 1 onder a, c en d van dit artikel, eindigt het lidmaatschap onmiddellijk. In gevallen genoemd onder lid b, per einde van het kalenderjaar. 7. De beëindiging van het lidmaatschap ontheft het lid niet van de verplichting tot betaling van de reeds verschuldigde bedragen. Het Bestuur kan hiervan ontheffing verlenen. 8. De beëindiging van het lidmaatschap heeft geen invloed op de rechten en verplichtingen van die leden van het gezin, die leden van de Gemeente zijn en blijven voldoen aan de voorwaarden als bedoeld in artikel 2.1.
Titel 3 De Sjoelgemeenschap Artikel 3.1 Minimum aantal leden De Sjoelgemeenschap omvat ten minste vijfentwintig meerderjarige leden van de Gemeente. Artikel 3.2 Minimum halachische eisen Sjoelgemeenschappen dienen te voldoen aan de bij het inwerking treden van dit Reglement door de Opperrabbijn vast te stellen minimum halachische eisen. De Opperrabbijn is bevoegd deze eisen geheel of gedeeltelijk te laten vervallen. Artikel 3.3 Sjoelrabbijn 1. De Sjoelgemeenschap kan een Sjoelrabbijn aanwijzen, die verantwoordelijk is voor alle halachische aangelegenheden die de (leden van de) Sjoelgemeenschap betreffen. Indien de Sjoelgemeenschap geen vaste Sjoelrabbijn heeft of de positie van Sjoelrabbijn vacant is, legt de Sjoelgemeenschap haar halachische aangelegenheden voor aan de Opperrabbijn, een Gemeenterabbijn of een Sjoelrabbijn van een andere Sjoelgemeenschap. 2. De Sjoelrabbijn heeft een erkende orthodoxe semicha en onderschrijft de uitgangspunten van dit Reglement. Bij afwezigheid van een erkende orthodoxe semicha, kan de Opperrabbijn ontheffing verlenen. 3. De Sjoelrabbijn wordt op voorstel van het Bestuur aangewezen door de Sjoelvergadering. Artikel 3.4 Uitvoering van de sjoeltaken
REGLEMENT AMOS SJOELGEMEENSCHAP zoals vastgesteld per 1 mei 2013 door de sjoelgemeenschap AMOS in haar vergadering d.d. maandag 20 mei 2013.
1.
2. 3.
De sjoelgemeenschap is gelieerd aan de stichting AMOS welke alle activiteiten van de sjoelgemeenschap –in overeenstemming met de reglementen van de NIHS en de minimale halachische voorwaarden zoals genoemd in artikel 3.2- organiseert en uitvoert. De stichting AMOS doet hiervan tenminste eenmaal per jaar verslag aan de sjoelgemeenschap Financiële middelen ter beschikking van de sjoelgemeenschap zullen met in acht name van hetgeen opgenomen is in titel 5 door de stichting AMOS beheert worden
Titel 4 Het Bestuur Artikel 4.1 Omvang en samenstelling 1. Het Bestuur bestaat uit tenminste 5 en maximaal 7 meerderjarige leden van de Sjoelgemeenschap. 2. Indien het aantal bestuurders is gedaald beneden het vastgestelde minimum, blijft het Bestuur bevoegd zolang ten minste twee bestuursleden in functie zijn. Het Bestuur is verplicht te bevorderen dat het Bestuur zo spoedig mogelijk weer overeenkomstig dit Reglement is samengesteld. 3. Ingeval van ontstentenis of belet van een lid van het Bestuur blijven de overige leden van het Bestuur met het bestuur belast. Bij ontstentenis of belet van alle leden van het Bestuur berust het bestuur van de Sjoelgemeenschap tijdelijk bij één of meer door de Sjoelvergadering daartoe aangewezen personen. 4. De leden van het bestuur genieten geen beloning voor hun werkzaamheden. Zij hebben wel recht op vergoeding van de door hen in de uitoefening van hun functie gemaakte kosten.
Artikel 4.2 Verkiezing bestuursleden 1. Het Bestuur wordt gekozen door de Sjoelvergadering, uit de meerderjarige leden van de Sjoelgemeenschap. 2. Bestuursleden kunnen worden voorgedragen door het bestuur of door tenminste één/vijfde van de stemgerechtigde leden van de sjoelgemeenschap. 3. Deze voordracht bevat tenminste de bestuursleden van de stichting AMOS die zich tevens kwalificeren als lid van de sjoelgemeenschap AMOS (artikel 2.1). 4. Een voordracht voor het bestuur door de onder 2 genoemde gezamenlijke leden dient tenminste 14 dagen voor de sjoelvergadering aan het bestuur kenbaar worden gemaakt 5. De kandidaten voor het bestuur worden tenminste 10 dagen voor de sjoelvergadering door het bestuur aan de leden kenbaar gemaakt. 6. De leden van het Bestuur worden gekozen voor een termijn van drie jaar. Ze zijn terstond achtereenvolgens eenmaal herkiesbaar, dus tot een maximum aaneengesloten periode van twee termijnen, tenzij de Sjoelvergadering anders beslist. Artikel 4.3 Einde bestuurslidmaatschap 1. Het lidmaatschap van een bestuurslid eindigt door: a. overlijden; b. opzegging; c. het eindigen van het lidmaatschap van de Sjoelgemeenschap; of d. ontslag door de Sjoelvergadering. e. einde van het lidmaatschap van het bestuur van de stichting AMOS 2. Bestuursleden –die niet ook tevens lid zijn van het bestuur van de stichting AMOS- kunnen te allen tijde onder opgaaf van redenen door de Sjoelvergadering worden geschorst en ontslagen. Een schorsing eindigt wanneer de Sjoelvergadering niet binnen drie maanden daarna tot ontslag heeft besloten. Het geschorste bestuurslid wordt in de gelegenheid gesteld zich in de Sjoelvergadering te verantwoorden. Artikel 4.4 Functies binnen het Bestuur De functies binnen het Bestuur worden in onderling overlegverdeeld. Artikel 4.5 Algemeen Het Bestuur is belast met het besturen van de Sjoelgemeenschap, behoudens de in dit Reglement opgenomen beperkingen.
REGLEMENT AMOS SJOELGEMEENSCHAP zoals vastgesteld per 1 mei 2013 door de sjoelgemeenschap AMOS in haar vergadering d.d. maandag 20 mei 2013.
Artikel 4.6 Reglement van Orde Het Bestuur kan een Reglement van Orde opstellen voor zijn vergaderingen. Artikel 4.7 Aangaan overeenkomsten/Externe werking 1. Het Bestuur is – na verkrijging van goedkeuring van de Sjoelvergadering en de stichting AMOS– bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot het kopen, vervreemden of bezwaren van registergoederen en van overeenkomsten waarbij de Sjoelgemeenschap zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheid voor een schuld van een derde verbindt. Dit laat onverlet dat daarnaast uit de bepalingen van het NIK Reglement en/of het Gemeente Reglement (of andere reglementen en verordeningen van het NIK of de Gemeente) kan voortvloeien dat ook goedkeuring van andere organen nodig is. 2. Op het ontbreken van de in lid 1 bedoelde goedkeuring van de Sjoelvergadering kan tegen derden beroep worden gedaan. Dit geldt evenzo wanneer goedkeuring van andere organen als bedoeld in lid 1 nodig is. 3. Als geen voorafgaande goedkeuring is gevraagd, kan de Sjoelvergadering de in lid 1 bedoelde rechtshandeling wel bekrachtigen. Dit geldt evenzo voor de andere organen als bedoeld in lid 1. Artikel 4.8 Vertegenwoordiging 1. De Sjoelgemeenschap wordt vertegenwoordigd door het Bestuur, alsmede door twee gezamenlijk handelende bestuursleden. 2. In alle gevallen waarin de Sjoelgemeenschap een tegenstrijdig belang heeft met een of meer leden van het Bestuur, wordt de Sjoelgemeenschap vertegenwoordigd door twee gezamenlijk handelende leden van de Sjoelvergadering. De Sjoelvergadering is steeds bevoegd een of meer andere personen daartoe aan te wijzen. 3. Het bepaalde in lid 2 kan door de Sjoelgemeenschap niet worden ingeroepen tegen een derde die te goeder trouw is.
Titel 5 Jaarverslag/Rekening en verantwoording Artikel 5.1 Jaarverslag/Rekening en verantwoording 1. Het Bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de Sjoelgemeenschap zodanig aantekeningen te houden dat daaruit te allen tijde haar rechten en verplichtingen kunnen worden gekend. Het Bestuur geeft hiervan jaarlijks kennis aan de Gemeente, onder overlegging van een balans en een staat van baten en lasten. Het boekjaar is gelijk aan het kalenderjaar, tenzij de Sjoelvergadering anders beslist. 2. Het bestuur is bevoegd het in sub 1 bedoelde overzicht te consolideren met die van de stichting AMOS mits binnen het geconsolideerde overzicht duidelijk blijft welke zaken zijn toe te kennen aan de sjoelgemeenschap. 3. Het Bestuur brengt op een algemene vergadering binnen zes maanden na afloop van een verslagjaar, behoudens verlenging van deze termijn door de algemene vergadering, zijn jaarverslag uit en doet, onder overlegging van een balans en een staat van baten en lasten, rekening en verantwoording over zijn in het afgelopen boekjaar gevoerd bestuur. Na afloop van die termijn kan ieder lid deze rekening en verantwoording in rechte van het bestuur vorderen. 4. De Sjoelvergadering benoemt jaarlijks uit de meerderjarige leden een commissie van ten minste twee personen, die geen deel uitmaken van het Bestuur. De commissie onderzoekt de rekening en verantwoording van het bestuur en brengt verslag uit aan de Sjoelvergadering van haar bevindingen. 5. Vereist het onderzoek van de rekening en verantwoording bijzondere boekhoudkundige kennis, dan kan de commissie van onderzoek zich door een deskundige doen bijstaan. Het Bestuur is verplicht aan de commissie alle door haar gewenste inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas en de waarden te tonen en inzage van de boeken en bescheiden van de Sjoelgemeenschap te geven. 6. De last van de commissie kan te allen tijde door de algemene vergadering worden herroepen, doch slechts door de benoeming van een andere commissie.
REGLEMENT AMOS SJOELGEMEENSCHAP zoals vastgesteld per 1 mei 2013 door de sjoelgemeenschap AMOS in haar vergadering d.d. maandag 20 mei 2013.
Titel 6 De Sjoelvergadering Artikel 6.1 De Sjoelvergadering 1. Aan de Sjoelvergadering komen alle bevoegdheden toe, die niet door dit Reglement (of een ander op de Sjoelgemeenschap van toepassing zijnd(e) reglement of verordening) aan het Bestuur zijn opgedragen. 2. Ten minste eenmaal per jaar wordt binnen zes maanden na afloop van een verslagjaar, een Sjoelvergadering – de jaarvergadering – gehouden. De Sjoelvergadering kan evenwel de genoemde termijn voor ieder jaar afzonderlijk verlengen. In de jaarvergadering komen onder meer aan de orde: a. het jaarverslag en de rekening en verantwoording als bedoeld in artikel 5.1; b. voorziening in eventuele vacatures van het Bestuur en het vaststellen of wijzigen van het aantal bestuursleden; c. de benoeming van de in artikel 5.1 genoemde commissie voor het volgende jaar; d. voorstellen van het Bestuur of de leden, aangekondigd bij de oproeping voor de vergadering. 3. Andere Sjoelvergaderingen worden gehouden zo dikwijls het Bestuur dit wenselijk oordeelt. 4. Voorts is het Bestuur op schriftelijk verzoek van ten minste een zodanig aantal leden als bevoegd is tot het uitbrengen van één/tiende gedeelte van de stemmen, verplicht tot het bijeenroepen van een Sjoelvergadering op een termijn van niet langer dan vier weken. Indien aan het verzoek binnen veertien dagen geen gevolg wordt gegeven, kunnen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan door oproeping overeenkomstig artikel 6.5. Artikel 6.2 Toegang en stemrecht 1. Toegang tot de vergaderingen hebben alle leden van de Sjoelgemeenschap. Geen toegang hebben geschorste leden, met dien verstande dat zij het recht behouden om op de Sjoelvergadering, waar de schorsing of de voorgestelde ontzetting wordt behandeld, aan de beraadslagingen deel te nemen. 2. Over toelating van andere dan de hiervoor bedoelde personen beslist de Sjoelvergadering. Deze personen hebben geen stemrecht. 3. Ieder meerderjarig lid van de Sjoelgemeenschap dat niet geschorst is, heeft één stem. Een lid kan zijn stem doen uitbrengen door een schriftelijk daartoe gemachtigd ander lid, dat echter voor niet meer dan twee volmachtgevers kan optreden. Artikel 6.3 Voorzitterschap en notulen 1. De Sjoelvergaderingen worden geleid door de voorzitter van het Bestuur. Bij afwezigheid van de voorzitter, treedt zijn plaatsvervanger op. Bij afwezigheid van de plaatsvervanger treedt één van de andere bestuursleden, door het Bestuur aan te wijzen, als voorzitter op. Wordt ook op deze wijze niet in het voorzitterschap voorzien, dan voorziet de Sjoelvergadering daarin zelf. 2. Van hetgeen besproken en besloten is in de Sjoelvergadering worden door of in opdracht van de secretaris notulen en een besluitenlijst gemaakt, die in de volgende vergadering worden vastgesteld en ondertekend door de voorzitter van de betreffende vergadering. Artikel 6.4 Besluitvorming door de Sjoelvergadering 1. Alle besluiten van de Sjoelvergadering worden genomen bij meerderheid van stemmen, tenzij in dit Reglement anders is bepaald. Ongeldige en blanco stemmen worden geacht niet te zijn uitgebracht. Stemmen van afwezigen worden niet meegeteld. 2. De voorzitter besluit over de wijze van stemmen, met dien verstande dat over personen schriftelijk wordt gestemd. Wanneer voor een vacature meerdere kandidaten zijn en bij de stemming niemand meer dan de ‘helft plus 1’ van het aantal stemmen heeft verkregen, wordt de tweede stemming beperkt tot de twee personen die bij de eerste stemming de meeste stemmen hebben verkregen. Staken de stemmen, dan beslist het lot. 3. Bij staking van stemmen is het voorstel verworpen. 4. Voorstellen ter behandeling op een Sjoelvergadering kunnen worden ingediend door het Bestuur en door ten minste drie gezamenlijk handelende leden. Artikel 6.5 Bijeenroepen Sjoelvergadering 1. De Sjoelvergadering wordt bijeengeroepen door het Bestuur. De termijn voor oproeping bedraagt ten minste 20 dagen, die van oproeping en vergadering niet meegerekend.
REGLEMENT AMOS SJOELGEMEENSCHAP zoals vastgesteld per 1 mei 2013 door de sjoelgemeenschap AMOS in haar vergadering d.d. maandag 20 mei 2013.
2. 3.
Bij oproeping worden de te behandelen onderwerpen vermeld. Besluiten kunnen slechts worden genomen over onderwerpen die op de agenda zijn vermeld.
Titel 7 Wijziging, ontbinding en uitleg Artikel 7.1 Wijziging Reglement 1. Wijzigingen van dit Reglement worden vastgesteld door de Sjoelvergadering, met twee derde meerderheid van stemmen van de aanwezige meerderjarige leden. Bij de oproeping ter behandeling van een voorstel tot wijziging moet het voorstel, waarin de voorgedragen wijziging woordelijk is opgenomen, worden meegestuurd. 2. Zonder voorafgaande goedkeuring van de Gemeente mogen de artikelen 1.3, 2.1, 3.1, 3.2, 3.3, 4.2 lid 1, 5.1 lid 1, 6.1, 6.2, 7.1, 7.2 leden 1 tot en met 3 en 8.1 niet gewijzigd worden. 3. Tenzij anders bepaald treden wijzigingen in werking op de dag na vaststelling door de Sjoelvergadering. 4. Voor wijzigingen in dit reglement is tevens toestemming vereist van de stichting AMOS Artikel 7.2 Ontbinding 1. De Sjoelgemeenschap kan worden ontbonden door een besluit van de Sjoelvergadering. De Sjoelgemeenschap kan tevens op grond van artikel 3.1 van het Gemeente Reglement worden ontbonden. 2. Het bepaalde in artikel 7.1 is van overeenkomstige toepassing op een besluit van de Sjoelvergadering tot ontbinding. 3. Het batig saldo na vereffening vervalt aan een door de Sjoelvergadering bij de ontbinding vast te stellen doel. De Gemeente is niet aansprakelijk voor tekorten of schulden van de Sjoelgemeenschap. 4. Tenzij bij het besluit tot ontbinding anders wordt bepaald, geschiedt de vereffening door het Bestuur. Artikel 7.3 Beëindiging relatie AMOS - NIHS 1. Conform artikel 3.8 van het Reglement van de NIHS kan de sjoelgemeenschap er voor kiezen om niet langer deel uit te maken van het kerkelijk verband van de NIHS. 2. Een dergelijk voorstel wordt behandeld als een voorstel tot ontbinding zoals beschreven in artikel 7.2 3. Met dien verstande dat de opinie van de stichting AMOS bindend is voor de besluitvorming. De stichting AMOS zal deze opinie tenminste 10 dagen voor aanvang van de vergadering bekend maken. De volgende drie opinies zijn mogelijk: a. Neutrale opinie: De sjoelgemeenschap is vrij in haar keuze de stichting AMOS volgt het besluit van de sjoelgemeenschap tot al dan niet handhaving van het kerkelijk verband als AMOS b. Negatieve opinie: De stichting AMOS steunt het voorstel tot beëindiging van het kerkelijk verband niet en het voorstel wordt daarmee niet in stemming gebracht: het kerkelijk verband wordt gehandhaafd c. Positieve opinie: De stichting AMOS steunt het voorstel tot beëindiging van het kerkelijk verband. A. Indien ook de sjoelgemeenschap voor beëindiging van het kerkelijk verband stemt zal AMOS het kerkelijk verband verlaten en zelfstandig verder gaan onder vereffening van het eventuele batige saldo zoals beschreven in artikel 7.2 sub 3 ten gunste van de stichting AMOS. B. Indien de sjoelvergadering het voorstel tot beëindiging van het kerkelijk verband afwijst, zal de stichting AMOS zich verder distantiëren van de sjoelgemeenschap en zelfstandig buiten het kerkelijk verband doorgaan. De sjoelgemeenschap zal dan zelf –los van AMOSvoortgezet kunnen worden als onderdeel van de NIHS maar onder een andere naam, die niet op AMOS mag lijken. Artikel 7.4 Uitleg Reglement In geval van twijfel over de betekenis van enige bepaling in dit Reglement of in gevallen waarin dit Reglement niet voorziet, stelt het Bestuur de betekenis vast.
REGLEMENT AMOS SJOELGEMEENSCHAP zoals vastgesteld per 1 mei 2013 door de sjoelgemeenschap AMOS in haar vergadering d.d. maandag 20 mei 2013.
Titel 8 Afvaardiging naar Gemeente Artikel 8.1 Afvaardiging 1. De Sjoelvergadering benoemt één afgevaardigde en eventueel (maximaal) twee plaatsvervangers in de Raad van Toezicht van de Gemeente. 2. De benoeming vindt plaats in een Sjoelvergadering uiterlijk twee maanden voor de afloop van de lopende zittingsperiode. 3. Het Bestuur geeft de Gemeente terstond na de benoeming kennis van de benoemde afgevaardigde en zijn eventuele plaatsvervangers. 4. Ook leden van het Bestuur kunnen als afgevaardigde of plaatsvervanger optreden. 5. Voor de kandidaatstelling en verdere benoemingsprocedure kan een reglement worden opgesteld. 6. De (plaatsvervangend) afgevaardigden vertegenwoordigen AMOS met last en ruggespraak in de Raad van Toezicht 7. Indien de (plaatsvervangend) afgevaardigden het vertrouwen verliezen van het bestuur kunnen zij te allen tijde onder opgaaf van redenen door het bestuur worden geschorst en ontslagen. Een schorsing eindigt wanneer de Sjoelvergadering niet binnen drie maanden daarna tot ontslag heeft besloten. De geschorste afgevaardigde wordt in de gelegenheid gesteld zich in het bestuur of de Sjoelvergadering te verantwoorden. 8. Om tot lid van de Raad van Toezicht te kunnen worden gekozen moet de afgevaardigde en zijn eventuele plaatsvervangers voldoen aan de eisen van artikel 6.1.1 lid 2 van het Gemeente Reglement en tevens lid te zijn van de Sjoelgemeenschap. 9. Indien een zittend lid van de Raad (afgevaardigde of plaatsvervanger) niet meer aan één of meer van de in het voorgaande lid 8 vermelde voorwaarden voldoet, eindigt zijn lidmaatschap van de Raad terstond.
Artikel 8.2 reglement voor de kandidaatstelling en verdere benoemingsprocedure afvaardiging naar de Gemeente 1. Afgevaardigden naar de Raad van Toezicht van de Gemeente kunnen worden voorgedragen door het bestuur of door tenminste één/vijfde van de stemgerechtigde leden van de sjoelgemeenschap 2. Een voordracht door de onder 1 genoemde gezamenlijke leden dient tenminste 14 dagen voor de sjoelvergadering aan het bestuur kenbaar worden gemaakt 3. De voordracht, met daarin opgenomen een rangorde van (plaatsvervangend) kandidaten, wordt door het bestuur tenminste 10 dagen voor de sjoelvergadering aan de leden kenbaar gemaakt.