08/306F REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM
Het College heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 20 november 2008 binnengekomen klacht van:
A, wonende te B, k l a a g s t e r,
tegen
C, fysiotherapeut, wonende te D, werkzaam te B, v e r w e e r d e r.
1. Het verloop van de procedure. Het college heeft kennisgenomen van: -
het klaagschrift;
-
het antwoord met de bijlagen;
-
de repliek;
-
de dupliek;
-
het proces-verbaal van het op 7 mei 2009 gehouden vooronderzoek;
-
de brief van klaagster van 8 juni 2009 met de bijlage;
-
de pleitnotities van mr. G.S.Jongstra, door haar namens verweerder, overgelegd ter terechtzitting.
De klacht is ter openbare terechtzitting behandeld.
Partijen waren aanwezig.
1
08/306F Verweerder werd bijgestaan door mr. G.S. Jongstra, verbonden aan ARAG Rechtsbijstand te Leusden.
2. De feiten. Op grond van de stukken en hetgeen ter terechtzitting heeft plaatsgevonden kan van het volgende worden uitgegaan:
Klaagster heeft verweerder in de periode maart - mei 2007 en april - juni 2008 een aantal malen bezocht vanwege burn-out klachten. Zij is via internet op zoek gegaan naar een haptonoom. Voorafgaand aan het intakegesprek heeft klaagster een vragenlijst ingevuld. Vervolgens werd besproken hoe de behandelingen eruit zouden zien en is een begeleidingsplan opgesteld, gericht op het omgaan met spannings- en vermoeidheidsklachten en problemen op emotioneel gebied. De begeleiding bestond uit diverse werkvormen vanuit de haptonomie, waaronder ‘systemisch werken’ (opstellingsmethodieken in de ruimte, hetgeen gepaard kan gaan met fysiek contact en knuffels). Tijdens één van de sessies in april 2007 heeft een intieme omarmingspose plaatsgehad tussen klaagster en verweerder. Volgens klaagster heeft verweerder haar daarbij een tongzoen gegeven. Bij de daaropvolgende sessie hebben klaagster en verweerder over de gevoelservaringen bij de omarmingspose gesproken. Verweerder heeft daarbij zijn excuses aangeboden voor de verwarring die dit bij klaagster heeft veroorzaakt. Zij heeft de behandeling niet beëindigd. In 2008 had klaagster opnieuw last van burn-out klachten en heeft zich wederom tot verweerder gewend. Na afronding van de begeleiding door verweerder in juni 2008 is zij via haar huisarts bij een psychotherapeut terecht gekomen. In gezamenlijk overleg hebben klaagster en verweerder afgesproken dat 75% van de kosten van de behandelingen als kosten voor fysiotherapie bij de zorgverzekeraar van klaagster zouden worden ingediend; 25% van de kosten gold als eigen bijdrage.
3. Het standpunt van klaagster en de klacht. De klacht houdt zakelijk weergegeven in dat verweerder zich schuldig heeft gemaakt aan ongewenste intimiteiten, door klaagster op 20 april 2007 een tongzoen te geven. Dit was niet passend en niet professioneel. Hij heeft daardoor misbruik gemaakt van haar kwetsbaarheid en haar lage eigenwaarde, hetgeen contraproductief heeft gewerkt voor klaagsters herstel. 2
08/306F Voorts is klaagster van mening dat verweerder ten onrechte voor zijn verweer alle dossiergegevens heeft overlegd terwijl niet alle gegevens relevant waren voor zijn verweer. Daarmee heeft hij zijn geheimhoudingsplicht geschonden.
4. Het standpunt van verweerder. Verweerder heeft de klacht en de daaraan ten grondslag gelegde stellingen bestreden. Voor zover nodig wordt daarop hieronder ingegaan.
Verweerder heeft klaagster niet als fysiotherapeut maar als haptonoom begeleid. Verweerder staat sinds eind 2006/begin 2007 ook niet meer ingeschreven bij het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF). De declaraties heeft verweerder wel als fysiotherapeut bij de zorgverzekeraar ingediend in zijn streven om klaagster te helpen. Zij was niet verzekerd voor haptonomie. Achteraf ziet verweerder in dat dit niet juist was. Verweerder heeft klaagster geen tongzoen gegeven tijdens de omarmingspose op 20 april 2007. Tijdens deze omarmingspose heeft hij wel gezegd, dat hij ertoe neigde klaagster een intieme zoen te geven. Deze mededeling heeft klaagster in verwarring gebracht waarvoor hij zijn excuses zowel mondeling als schriftelijk heeft aangeboden. Verweerder behandelt zijn patiënten binnen de grenzen van het professioneel handelen. Het benoemen van zijn gevoelservaringen zoals is gebeurd, ligt volgens verweerder binnen die grens. Verweerder heeft klaagster in zijn begeleiding steeds naar eer en geweten en beste kunnen begeleid en uitsluitend haar belangen en welzijn voor ogen gehad. Verweerder heeft zijn geheimhoudingsplicht niet geschonden nu hij in het kader van zijn verweer volledige opening van zaken heeft willen geven en daarvoor gebruik moest en mocht maken van het volledige dossier. De klacht heeft een grote impact gehad op verweerder. Momenteel is hij onder behandeling en zijn activiteiten binnen de praktijk zijn vrijwel nihil.
3
08/306F 5. De overwegingen van het college. Tijdens de zitting is onweersproken naar voren gekomen, dat klaagster op zoek was naar begeleiding door een haptonoom, niet door een fysiotherapeut. Via internet heeft zij bewust gezocht en gekozen voor een haptonoom. Verweerder heeft zich tegenover klaagster voorafgaande aan en tijdens de sessies nooit geafficheerd als fysiotherapeut. Vast is komen te staan dat verweerder op geen enkele wijze fysiotherapeutische behandelingen bij klaagster heeft verricht. De conclusie daarvan is, dat de klacht kennelijk geen betrekking heeft op enig handelen als bedoeld in artikel 47 lid 1 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG). Daaruit volgt dat klaagster niet-ontvankelijk zal worden verklaard in haar klacht.
Het voorgaande laat onverlet dat het College op geen enkele wijze uitspraak doet over de vraag of feitelijk sprake is geweest van seksueel grensoverschrijdend gedrag van verweerder. Hetzelfde geldt voor de wijze waarop verweerder de kosten van de behandelingen in overleg met klaagster bij haar zorgverzekeraar heeft gedeclareerd.
Ambtshalve merkt het College op, dat verweerder er verstandig aan doet de website en andere voorlichtingsbrochures van zijn trainingscentrum zodanig aan te passen, dat voor bezoekers geen enkele onduidelijkheid kan bestaan over het feit, dat hij niet werkzaam is als fysiotherapeut maar als haptonoom/gezondheidscoach.
6. De beslissing. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart klaagster niet-ontvankelijk in haar klacht.
Aldus gewezen op 23 juni 2009 door: mr. F.G.Bauduin, voorzitter, R.Valk, P.A.M. van der Salm, A.H.C.M.Snel, leden-fysiotherapeut, mr. R.M.S.Van Berkestijn-Doppegieter, lid-jurist, mr. M. Bleeker-Hemmes, secretaris, en in het openbaar uitgesproken ter terechtzitting van 18 augustus 2009 door de voorzitter in aanwezigheid van de secretaris.
4
08/306F w.g. mr.F.G.Bauduin, voorzitter w.g. mr. M. Bleeker-Hemmes, secretaris
5