Involving the private sector in Mobility Management
REGIONAAL IMPLEMENTATIE PLAN 2014-2020
gemeente Roermond Versie 1.0 23 september 2014
European Union European Regional Development Fund
INVOLVE is een driejarig project dat wordt gefinancierd uit het INTERREG IVC programma van de Europese Commissie. Tien Europese regio’s wisselen Good Practices (voorbeeldprojecten) uit over de wijze waarop de private sector actief betrokken kan worden bij duurzaam mobiliteitsbeleid en –maatregelen. Aan het einde van het project produceert iedere regio een Regionaal Implementatie Plan waarin wordt beschreven op welke wijze zij de door hen geselecteerde Good Practices importeren. De hoofdprojectpartner van het project is traffiQ, de Openbaar Vervoer Autoriteit van Frankfurt.
Regional Implementation Plan Roermond 2014 – 2020, English summary This document is the English summary of the report “Regionaal Implementatie Plan 2014 – 2020 Gemeente Roermond” version 1.0. approved by the Municipal Executive (Dutch acronym: B&W) on rd 23 September 2014.
The City of Roermond’s main objective to participate in the INVOLVE project is to learn from good practices in other European cities in order to adapt these in the ‘Mobility Fund’ organization which was formally launched in January 2014. The second objective is to gather support from local entrepreneurs and the provincial government for the ‘Mobility Fund’ and the mobility management measures that will be installed through the ‘Mobility Fund’. The core of the INVOLVE project is the exchange of good practices on mobility management in a public – private partnership. Roermond has undertaken three study visits, to London/Birmingham (UK), Reggio Emila (IT) and Malmö/Götebord (SE) during which several good practices were visited. Two of these have been adapted by Roermond and some good practices will be incorporated in the new Municipal Transport Plan. Furthermore the participation of Roermond in the INVOLVE project had led to the initiative to set up a new project – RESOLVE – together with the Erasmus University Rotterdam and other European regions about involving the retail sector in sustainable mobility. Birmingham Interconnect CENTRO – the public transport authority of the British West Midlands – has developed INTERCONNECT: an integrated system of way finding and public transport information. This was developed together with the local partners: municipality, entrepreneurs and PT-companies. The City of Roermond and the local retailers were already planning for a new way finding system when they learned about INTERCONNECT during a Study Visit to Birmingham. Shortly afterwards the City and Retailers have decided to adapt this good practice. The Mobility Fund organization has set up a new way finding system for the inner city according to the principle of INTERCONNECT. In the meantime Roermond has started negotiations with the provincial government (the transport authority) to redesign the public transport information along the guidelines if INTERCONNECT as well. Carsharing in Malmö Malmö's Västra Hamnen claims to be the first district in Europe that is carbon neutral. One of the tools that are used to promote sustainable mobility is offering sharing cars to new residents right from the moment they receive the key to their new home. These sharing cars are financed by the project developers who save money because – by putting in place the sharing cars – they are allowed to build less parking spaces. This good practice has been implemented in Roermond in the “Nota Parkeernormen 2014” witch had been approved by the Municipal Executive on the 4th of November 2014. In this memorandum project developers are allowed a reduction on the amount of parking spaces they need to build if they facilitate sustainable mobility. RESOLVE / Municipal Transport Plan The City of Roermond has taken the initiative for a project that will exchange good practices on policies to reduce carbon emissions generated by retailing. The good practices will be incorporated in 1 the new Municipal Transport Plan that Roermond will prepare using the EC’s SUMP s guidelines. Some good practices from the INVOLVE project will also become part of the new Municipal Transport Plan. 1
Sustainable Urban Mobility Plan
Inhoud 1.
Inleiding......................................................................................................................................... 3
2.
Good Practice import 1: Birmingham Interconnect ................................................................... 5
3.
Good practice import 2: Carsharing in Malmö ......................................................................... 10
4.
Gemeentelijk Verkeer en Vervoer Plan...................................................................................... 10
European Union European Regional Development Fund
Document
bijlage 1 INVOLVE Regionaal Implementatie Plan 20142020.doc
Datum
Auteur
[email protected]
Pag.
23-sep-14 2
1.
Inleiding
1.1
Aanleiding Op 25 juni 2011 heeft de Roermondse gemeenteraad een motie aangenomen waarin het college van Burgemeester en Wethouders wordt opgeroepen om een mobiliteitsfonds op te richten. Met financiële ondersteuning van het Ministerie van IenM is vervolgens onderzoek gedaan naar de wijze waarom dit vorm kan krijgen. Op 19 februari 2014 hebben 7 publieke en private partijen een convenant getekend waarmee het Mobiliteitsfonds feitelijk is opgericht. Het Mobiliteitsfonds is een publiek-private samenwerking met als doel het bereikbaar maken en houden van de stad Roermond en de economische centra daarbinnen door gebruik te maken van duurzame vormen van mobiliteit. Uit dit fonds kunnen diverse niet-infrastructurele mobiliteitsmaatregelen gefinancierd worden, zoals alternatieve vervoerwijzen, innovatieve parkeerverwijssystemen, overloopparkeerterreinen, stedelijke distributie, etc. Roermond heeft besloten deel te nemen aan INVOLVE1 om kennis op te doen over de mogelijkheden die mobiliteitsmaatregelen bieden vanuit een publiek-private samenwerking. Deze kennis kan worden gebruikt bij het realiseren van de doelstellingen van het Mobiliteitsfonds.
1.2
Good Practices De basis van het project INVOLVE wordt gevormd door het overdragen van good practices (voorbeeldprojecten) van de ene naar de andere projectpartner. Alle good practices bij de projectpartners zijn verzameld in een register (GP Register). Daaruit heeft iedere partner een selectie gemaakt van mogelijk te importeren projecten. Door middel van een studiereis zijn de good practices nader bestudeerd en is beoordeeld of deze in de eigen regio kunnen worden geïmplementeerd. Roermond heeft drie studiereizen uitgevoerd, naar Londen/Birmingham (UK), Reggio Emilia (IT) en Malmö/Göteborg (SE). In Londen/Birmingham heeft een delegatie van gemeentelijke medewerkers en Roermondse ondernemers een aantal Good Practices bezocht waarbij de nadruk ligt op het stimuleren van duurzame vervoerswijzen. In Reggio Emilia heeft een aantal gemeentelijke en regionale medewerkers een bezoek gebracht aan fietsprojecten en een project met elektrische vervoerswijzen. In Malmö/Göteborg lag de nadruk op duurzame mobiliteit in de relatie met ruimtelijke ordening. Bestuurders en medewerkers op het gebied van mobiliteit en ruimtelijke ontwikkeling hebben projecten bezocht waar bij de ontwikkeling van een plangebied goed wordt nagedacht over het stimuleren van duurzame mobiliteit.
1
Zie onderaan de titelpagina voor een uitleg over INVOLVE, zie ook www.involve-project.eu
European Union European Regional Development Fund
Document
bijlage 1 INVOLVE Regionaal Implementatie Plan 20142020.doc
Datum
Auteur
[email protected]
Pag.
23-sep-14 3
1.3 Te importeren projecten Tijdens de drie studiereizen zijn twee good practices geïdentificeerd die geïmplementeerd kunnen worden in Roermond. Daarnaast is veel kennis en ervaring opgedaan over mobiliteitsmanagement in een publiek private samenwerking die gebruikt kan worden bij het opstellen van het nieuwe Gemeentelijk Verkeer en Vervoer Plan (GVVP). 1.3.1 Birmingham Interconnect (GP45) CENTRO (de openbaar vervoer autoriteit van de Britse West Midlands) heeft samen met de lokale partners (gemeente, ondernemers en transportbedrijven) in Birmingham een geïntegreerd systeem opgezet van voetgangersbewegwijzering en openbaar vervoer informatie. In Roermond bestaan samen met de ondernemers al plannen om de voetgangersbewegwijzering in de binnenstad te vervangen. Iets wat via het Mobiliteitsfonds kan worden opgepakt. De nieuwe aanbesteding van het provinciale Openbaar Vervoer vanaf 2016 biedt de mogelijkheid om de informatievoorziening van het openbaar vervoer te integreren in het systeem van voetgangsbewegwijzering. Birmingham Interconnect is een goed voorbeeldproject dat als basis kan dienen voor het nieuwe systeem in Roermond en eventueel de rest van de provincie Limburg. 1.3.2 Carsharing in Malmö (GP71) In het Zweedse Malmö wordt het gebied Västra Hamnen ontwikkeld. Een van de instrumenten die worden ingezet om duurzame mobiliteit te stimuleren is het aanbieden van deelauto’s vanaf het moment dat nieuwe bewoners de sleutel van hun huis krijgen. Deze deelauto’s worden beschikbaar gesteld door de projectontwikkelaars. De kosten hiervan verdienen zij terug doordat met het beschikbaar stellen van deelauto’s minder parkeerplaatsen gerealiseerd hoeven te worden. Dit thema is in Roermond ook actueel omdat gelijktijdig met de studiereis naar Malmö het parkeerbeleid wordt geactualiseerd, waarbij het uitgangspunt is om projectontwikkelaars te stimuleren slim om te gaan met (duurzame) mobiliteit. 1.3.3 Gemeentelijk Verkeer en Vervoer Plan Een aantal good practices leidt niet tot een directe implementatie in Roermond. Eind 2015 wordt echter gestart met het opstellen van een nieuwe Gemeentelijk Verkeer en Vervoer Plan. Als basis hiervoor worden de uitgangspunten van een Sustainable Urban Mobility Plan (SUMP) gehanteerd. Veel kennis en ervaring die is opgedaan binnen het INVOLVE project kan worden opgenomen in het nieuwe verkeer en vervoer beleid.
European Union European Regional Development Fund
Document
bijlage 1 INVOLVE Regionaal Implementatie Plan 20142020.doc
Datum
Auteur
[email protected]
Pag.
23-sep-14 4
2.
Good Practice import 1: Birmingham Interconnect
2.1
Probleembeschrijving Bezoekers aan Roermond worden op verschillende manieren geïnformeerd over de wijze waarop zij zich door de stad kunnen verplaatsen. Voor alle verschillende modaliteiten (lopen, fietsen, auto en openbaar vervoer) bestaat een apart systeem van bewegwijzering en reizigers informatie. Bovendien bestaan voor bepaalde modaliteiten ook nog eens verschillende systemen door elkaar. Voor voetgangers zijn er bijvoorbeeld stadsplattegronden, gemeentelijke verwijsborden, verwijsboren op het Kazerneplein, het Designer Outlet Centre, in het Roercentre, etc. Mensen die zich binnen Roermond verplaatsen worden dus geconfronteerd met telkens andere systemen van bewegwijzering. Dit leidt tot onduidelijkheid en tegenstrijdigheden. Om degene die zich binnen de stad verplaatsen zo goed mogelijk te informeren is het wenselijk om een eenduidig – integraal – systeem te ontwikkelen dat bij voorkeur voor alle modaliteiten gelijk is. Al enkele jaren streven de Roermondse binnenstadondernemers naar een goede integrale voetgangersbewegwijzering in de binnenstad van Roermond. Tot op heden is dit ondanks de inspanningen van vele mensen en partijen nog niet gelukt. De redenen hiervoor zijn enerzijds een gebrek aan kaders en anderzijds een gebrek aan financiering.
2.2
Oorsprong van de Good Practice In november 2012 heeft een Roermondse delegatie van ondernemers en gemeentelijke medewerkers een studiereis uitgevoerd naar Londen en Birmingham. Tijdens deze studiereis heeft Wes Sedman van CENTRO (de openbaar vervoer autoriteit van de Britse West Midlands) uitleg gegeven over Interconnect en heeft hij een rondleiding gegeven door de binnenstad van Birmingham waar het systeem al operationeel is. Interconnect is een integrale aanpak van informatievoorziening aan mensen die zich (binnen de stad) verplaatsen. De ov informatie en de voetganger bewegwijzering zijn daarbij geïntegreerd in één systeem. De methode van voetganger bewegwijzering is vergelijkbaar met de bewegwijzering in bijvoorbeeld Londen. Interconnect is opgenomen in het Good Practices Register van INVOLVE onder nummer 45 en is ingebracht door CENTRO, Birmingham, Verenigd Koninkrijk.
2.3
Doel van de import Interconnect zorgt voor een betere informatievoorziening van de reiziger. De kracht van dit systeem is dat de OV-informatie en voetgangersbewegwijzering deel uitmaken van één geïntegreerd systeem. Voor veel OV-reizigers is lopen de belangrijkste vorm van voor- en/of natransport. Door de informatievoorziening van lopen en OV te integreren wordt degene die de verplaatsing maakt dus van deur tot deur op eenduidige wijze geïnformeerd tijdens zijn verplaatsing en voorafgaand daaraan (via internet, app, of hardcopy informatie). Door deze wijze van integrale informatievoorziening wordt het openbaar vervoer toegankelijk en comfortabeler. Dit draagt bij aan de doelstelling van de Gemeente Roermond om alternatieve
European Union European Regional Development Fund
Document
bijlage 1 INVOLVE Regionaal Implementatie Plan 20142020.doc
Datum
Auteur
[email protected]
Pag.
23-sep-14 5
vervoerswijzen te stimuleren, zoals verwoord in het “Mobiliteitsplan Roermond 2020; Wegen naar de toekomst” dat op 24 december 2009 is vastgesteld door de Roermond gemeenteraad. 2.4
Betrokkenheid van de private sector Roermond heeft samen met de lokale binnenstadondernemers en bedrijven gevestigd op de verschillende bedrijventerreinen (+/- 1.000 bedrijven) een Mobiliteitsfonds opgericht. Met dit fonds worden projecten op het gebied van bereikbaarheid en mobiliteit gezamenlijk met publieke en private partijen gefinancierd en uitgevoerd. Vanuit de ondernemers in de binnenstad was al het initiatief genomen om via het Mobiliteitsfonds de voetgangersbewegwijzering te verbeteren. Tijdens de studiereis naar Londen en Birmingham zijn enkele ondernemers uit de binnenstad in contact gekomen met het project Interconnect. Tijdens het regionale congres op 15 mei 2013 in Roermond is samen met de publieke en private partijen besloten om Interconnect te importeren. De private ondernemers, de gemeente Roermond en het Mobiliteitsfonds dragen in gelijke mate financieel bij aan de ontwikkeling van Interconnect in Roermond. Ook de betrokkenheid van de private ondernemers door het beschikbaar stellen van kennis en expertise is groot.
2.5
Werkwijze Het implementeren van Interconnect gebeurt langs twee sporen: • •
Spoor 1 is het realiseren van een integraal systeem van voetganger bewegwijzering in Roermond. Spoor 2 is het afstemmen met de provincie over het integreren van de voetganger bewegwijzering met het OV-informatiesysteem
De realisatie van de bewegwijzering zal uiteenvallen in een oriëntatiefase waarin de voorbeelden en de specificaties van zowel de palen als de kaarten bekeken worden en naar mogelijke leveranciers gezocht wordt, dan volgt een aanbestedings- en opdrachtverleningsfase waarna de uitvoeringsfase begint. Voor spoor 2 wordt gelijk opgetrokken met de planning van de provincie voor de aanbesteding van de nieuw Openbare Vervoer concessie voor de periode van 2016 tot en met 2031. De provincie heeft inmiddels een nieuwe haltebeleid opgesteld dat ruimte biedt om Interconnect provincie-breed te implementeren. Parallel aan spoor 1 zal op Station Roermond als testcase geëxperimenteerd worden met het integreren van de voetgangersbewegwijzering met de OVinformatie. Aan de hand van de resultaten hiervan wordt besloten of dit verder over de provincie zal worden uitgerold in de nieuwe concessieperiode na 2016. 2.6
Prioriteit van de import De realisatie van spoor 1, de voetgangersbewegwijzering, heeft een hoge prioriteit. Door de private partners zijn inmiddels financiële middelen beschikbaar gesteld en zij verwachten daarom op korte termijn een concreet resultaat. De prioriteit van spoor 2, het integreren van de OVinformatie, is middelhoog. De periode tot de start van de nieuwe aanbesteding biedt ruimte, maar het is wel van belang om gelijk op te blijven lopen met de planning van de provincie.
European Union European Regional Development Fund
Document
bijlage 1 INVOLVE Regionaal Implementatie Plan 20142020.doc
Datum
Auteur
[email protected]
Pag.
23-sep-14 6
2.7
Planning
2.7.1 Spoor 1: Voetgangersbewegwijzering Spoor 1 is het meest concrete onderdeel van de implementatie van Interconnect. Onderstaand wordt de planning weergegeven. Fase
Periode
Mijlpaal
Oriëntatie
november 2013 – mei 2014
Aanbesteding en opdracht
juni 2014 – september 2014
Uitvoering
September oktober 2014
Kritische succes factoren Functionele specificatie Beschikbaarheid van bebording, dragers en informatie over bebordingsplan technische eisen aan dragers en mogelijke locaties (ondergrond, doorgang, etc.) Aanbestedingsdocumenten Begroting, en gunningsbesluit projectbudget en aanneemsom komen overeen Bewegwijzeringselementen Aannemer moet geplaatst verplichtingen kunnen nakomen
2.7.2 Spoor 2: OV-informatiesysteem De planning van spoor 2 is minder concreet omdat hierover nog besluitvorming plaats moet vinden. Onderstaand wordt een indicatie gegeven van de planning. Fase
Periode
Importworkshop bij CENTRO Showcase Station Roermond
mei 2014
Beslissing over opzet en vormgeving halteplaatsen en OVinformatie (provincie) Implementatie nieuwe vormgeving halteplaatsen en OVinformatie (provincie)
2015 (?)
Mijlpaal
juni 2014 – december 2014
Kritische succes factoren Succesvol bezoek aan Voldoende animo CENTRO voor importworkshop Voorbeeld van aansluiting Mogelijkheid om OV-informatie op werkzaamheden voetgangersbewegwijzering binnen beperkte tijd aanwezig op Station uit te voeren. Roermond Voldoende draagvlak bij provincie en gemeenten voor Interconnect
2016 (?)
European Union European Regional Development Fund
Document
bijlage 1 INVOLVE Regionaal Implementatie Plan 20142020.doc
Datum
Auteur
[email protected]
Pag.
23-sep-14 7
2.8
Resultaten De concreet te behalen resultaten zijn hieronder verwoord. Doelstelling:
Realistisch
Een integraal systeem van voetganger bewegwijzering in de binnenstad van Roermond plaatsen De Roermondse voetgangerbewegwijzering en de Openbaar Vervoer informatie met elkaar integreren. Toepassing kennis Interconnect op Roermondse situatie Beslissers in de provincie zijn geïnformeerd en betrokken Tien bewegwijzeringpalen geplaatst in de binnenstad Interconnect wordt meegenomen in de besluitvorming rondom de nieuwe OVconcessie Breed draagvlak aanwezig Sluit aan bij de nieuwe concessieverlening Strakke planning noodzakelijk
Tijdgebonden
Start oktober/november 2013-einde eind 2014
Specifiek Meetbaar
Acceptabel
Op de lange termijn is het doel om het reizen per openbaar toegankelijker en comfortabeler te maken en hierdoor het gebruik van het openbaar vervoer te stimuleren. 2.9
Invloed op emancipatie Het emancipatiebeleid heeft betrekking op de volgende karakteristieken: ras, handicap, geslacht, geslachtsverandering, leeftijd, religie en levensbeschouwing, seksuele oriëntatie, zwangerschap en kraamperiode. Hieraan wordt verder gerefereerd als ‘aandachtsgroepen’. De implementatie van Interconnect heeft invloed op een aantal aandachtsgroepen van het emancipatiebeleid. Hieronder wordt per groep aangegeven op welke wijze bij de implementatie van Interconnect met deze groep rekening wordt gehouden.
2.9.1 Handicap Bij het vormgeven van de informatiedragers van Interconnect wordt rekening gehouden met de fysieke beperkingen van rolstoelgebruikers. Voor blinden en slechtzienden worden geen aparte voorzieningen getroffen. De informatiedragers van Inteconnect zijn – binnen redelijke kaders – niet geschikt te maken voor deze aandachtsgroep. Blinden en slechtzienden kunnen voor hun navigatie gebruik maken van de mogelijkheden die GPS biedt. 2.9.2 Leeftijd Met de vormgeving van de informatiedragers van Interconnect wordt rekening gehouden met alle leeftijdsgroepen. Voor de jongere leeftijdsgroepen krijgen de informatiedragers een eigentijdse uitstraling met een intuïtieve vormgeving die aansluit bij de digitale belevingswereld. In de oudere leeftijdsgroep treden vaak fysieke beperkingen op, zoals beperkter zicht en loopbeperkingen. Met de keuze van de lettertypen wordt rekening gehouden met het beperkte zicht. Door op de kaarten een indicatie van de loopafstand te geven wordt rekening gehouden met loopbeperkingen.
European Union European Regional Development Fund
Document
bijlage 1 INVOLVE Regionaal Implementatie Plan 20142020.doc
Datum
Auteur
[email protected]
Pag.
23-sep-14 8
2.9.3 Religie en levensbeschouwing Door middel van Interconnect worden geen religieuze of levensbeschouwelijke gebouwen bewegwijzerd. Wel wordt een aantal kerken aangegeven en/of in een 3D weergave gevisualiseerd. Deze kerken zijn echter opgenomen als oriëntatiepunt en/of vanwege het cultuurhistorische karakter. 2.9.4 Overige aandachtsgroepen De volgende aandachtsgroepen hebben geen directe relatie met de implementatie van Interconnect: ras, geslacht, geslachtsverandering, sexuele orientatie, zwangerschap en kraamperiode. 2.10 Relatie met Structurele Fondsen 2014 - 2020 Een mogelijke relatie met de Structurele Fondsen zal nader worden onderzocht.
European Union European Regional Development Fund
Document
bijlage 1 INVOLVE Regionaal Implementatie Plan 20142020.doc
Datum
Auteur
[email protected]
Pag.
23-sep-14 9
3.
Good practice import 2: Carsharing in Malmö
3.1
Probleembeschrijving De Gemeente Roermond heeft een Nota Parkeernormen waarin in detail is voorgeschreven hoeveel parkeerplaatsen gerealiseerd moet worden bij ruimtelijke ontwikkelingen. Voor woningbouwplannen is daarbij het uitgangspunt dat het autobezit niet gestuurd kan worden door het beperken van het aantal te realiseren parkeerplaatsen. Daarom is in de nota gekozen voor een vraagvolgend beleid bij parkeernormen voor woningen. Dit beleid leidt er echter toe dat in nieuwbouwwijken het autobezit wordt gestimuleerd. Vaak zonder dat speciale maatregelen worden getroffen om duurzamere vormen van vervoer te stimuleren. In de nieuwbouwwijken vestigen zich vaak stellen zonder kinderen of jonge gezinnen die vanuit de stad naar nieuwe wijken aan de rand van de stad trekken. Vanwege het verschil in bereikbaarheid tussen het stadscentrum en de buitenwijken zijn zij vaak genoodzaakt een tweede auto aan te schaffen. Dit wordt nog eens versterkt doordat voorzieningen voor fietsers en openbaar vervoer vaak pas aangelegd worden als de nieuwe woonwijk al voor een groot deel gerealiseerd is.
3.2
Oorsprong van de Good Practice In mei 2013 heeft een delegatie van de gemeente Roermond en Citymanagement Roermond een studiereis uitgevoerd naar de Zweedse steden Malmö en Göteborg met als thema ‘Duurzame Mobiliteit en Ruimtelijke Ordening’. Aan de studiereis hebben verkeerskundigen, stedenbouwkundigen en de wethouder van verkeer en ruimtelijke ordening deelgenomen. Een van de bezochte projecten is Västra Hamnen in Malmö, de eerste klimaatneutrale wijk in Europa. Västra Hamnen is een nieuw woongebied aan de rand van Malmö, omgevormd van een zware industriële omgeving. In Vastra Hamnen wordt geprobeerd de nieuwe bewoners zoveel mogelijk gebruik te laten maken van alternatieve vervoerswijzen. Een van de maatregelen die hieraan bijdraagt is het toekennen van een lagere parkeernorm aan projectontwikkelaars die maatregelen treffen om het autobezit zo laag mogelijk houden. In Vastra Hamnen wordt meteen vanaf de oplevering van woningen een aantal deelauto’s beschikbaar gesteld. De vaste kosten van deze deelauto’s worden voor de eerste jaren door de projectontwikkelaar betaald. De nieuwe bewoners hoeven alleen de variabele kosten per rit te betalen. De projectontwikkelaar kan deze kosten betalen uit de besparing die wordt behaald doordat minder parkeerplaatsen aangelegd hoeven te worden. Het project “Deelauto” van Vastra Hamnen in Malmö is opgenomen in het Good Practices Register van INVOLVE onder nummer 71 en is ingebracht door Roermond.
3.3
Doel van de import Het doel van het importeren van deze Good Practice is het stimuleren van alternatieve vervoerswijze bij nieuw woningbouw locaties. Met het beschikbaar stellen van deelauto’s wordt de noodzaak minder om een tweede auto aan te schaffen en zullen bewoners daardoor meer gebruik maken van alternatieve vervoerwijzen als fiets en openbaar vervoer. Wanneer deze vervoerwijzen niet geschikt zijn kan de bewoner voor de deelauto kiezen.
European Union European Regional Development Fund
Document
bijlage 1 INVOLVE Regionaal Implementatie Plan 20142020.doc
Datum
Auteur
[email protected]
Pag.
23-sep-14 10
3.4
Betrokkenheid van de private sector Aan projectontwikkelaars worden parkeernormen opgelegd bij ruimtelijke ontwikkelingen, bijvoorbeeld 1,8 parkeerplaatsen per woning. Binnen de parkeernormensystematiek moet het mogelijk gemaakt worden om ‘korting’ te verlenen op de parkeereis (bv 1,6 ipv 1,8 pp/woning) wanneer ervoor gekozen wordt om maatregelen te treffen die het gebruik van duurzame mobiliteitsvormen stimuleren. Hiermee worden de kaders gesteld door de gemeentelijke overheid. De private projectontwikkelaars kunnen vervolgens gebruik maken van de geboden mogelijkheden door innovatieve projecten, zoals het beschikbaar stellen van deelauto’s, te realiseren. De projectontwikkelaars worden ook betrokken bij de aanpassing van de parkeernormensystematiek.
3.5
Werkwijze Begin 2013 is de Parkeernota Roermond 2013 – 2020 vastgesteld door de gemeenteraad van Roermond. Als onderdeel van de implementatie van het nieuwe parkeerbeleid is in 2013 een nieuwe Nota Parkeernormen vastgesteld door het college van B&W. In deze nota wordt de mogelijkheid geboden om projectontwikkelaars een ‘korting’ op de parkeernorm te verlenen wanneer zij innovatieve maatregelen treffen om het gebruik van duurzame mobiliteitsvormen te stimuleren. Nadat de Nota Parkeernormen is aangepast moet projectontwikkelaars actief geïnformeerd worden over de nieuwe mogelijkheden om duurzame mobiliteitsmaatregelen in te zetten in ruil voor een lagere parkeernorm. Hiervoor moeten om te beginnen diegene binnen de gemeente geïnformeerd worden die het meeste contact hebben met de projectontwikkelaars. Dit zijn over het algemeen de projectcoördinatoren bij de afdeling Plannen en Projecten, de bouwplanbegeleiders bij de afdeling Bouwtoezicht en de verkeerskundigen bij de afdeling Beheer Openbare Ruimte. Wanneer projectontwikkelaars de keuze gemaakt hebben om bijvoorbeeld een deelautoproject op te zetten moeten zij hier inhoudelijk bij geassisteerd worden.
3.6
Prioriteit van de import Aan de implementatie van deze good practice is een hoge prioriteit gegeven. Dit is mede ingegeven door het feit dat de import relatief eenvoudig is vanwege de reeds geplande actualisatie van de Nota Parkeernormen.
3.7
Planning Een deel van de import heeft inmiddels plaatsgevonden met het aanpassen van de Nota Parkeernormen. De komende jaren worden projectontwikkelaars actief gestimuleerd en ondersteund bij het realiseren van maatregelen op het gebied van duurzame mobiliteit.
3.8
Resultaten De concreet te behalen resultaten zijn hieronder verwoord. Doelstelling: Specifiek Meetbaar
Bij ruimtelijke ontwikkelingen maatregelen treffen die het gebruik van duurzame mobiliteit door de toekomstige bewoners of gebruikers stimuleren. Projectontwikkelaars worden gestimuleerd om bij de ontwikkeling van een gebied duurzame mobiliteitsmaatregelen aan te bieden. Het streven is om dit bij minimaal 1 ruimtelijke ontwikkeling in de twee jaar
European Union European Regional Development Fund
Document
bijlage 1 INVOLVE Regionaal Implementatie Plan 20142020.doc
Datum
Auteur
[email protected]
Pag.
23-sep-14 11
Acceptabel
Realistisch
Tijdgebonden
3.9
duurzame mobiliteitsmaatregelen te realiseren. De projectontwikkelaars worden beloond voor het implementeren van duurzame mobiliteitsmaatregelen door het verlagen van de norm die wordt gesteld aan het minimaal aantal aan te leggen parkeerplaatsen. De duurzame mobiliteitsmaatregelen die de projectontwikkelaars in een gebied realiseren moeten daadwerkelijk leiden tot een toename van het gebruik van duurzame mobiliteitsmiddelen. De gemeente Roermond zorgt ervoor dat de noodzakelijk voorwaarden uiterlijk in 2014 aanwezig zijn.
Invloed op emancipatie Het emancipatiebeleid heeft betrekking op de volgende karakteristieken: ras, handicap, geslacht, geslachtsverandering, leeftijd, religie en levensbeschouwing, seksuele oriëntatie, zwangerschap en kraamperiode. Hieraan wordt verder gerefereerd als ‘aandachtsgroepen’. Deze maatregel richt zich niet op een bepaalde aandachtsgroep. In de verdere uitwerking kan wel aandacht gegeven worden aan gehandicapten door de mobiliteitsmaatregelen zodanig te kiezen dat deze geschikt zijn voor deze aandachtsgroep. In zijn algemeenheid kan wel gezegd worden dat deze maatregelen erop is gericht de mobiliteitsmogelijkheden van de toekomstige bewoners of gebruikers van een gebied te vergroten. Dit richt zich niet op een specifieke aandachtgroep, maar komt ten gunste van alle groepen.
3.10 Relatie met Structurele Fondsen 2014 - 2020 Een mogelijke relatie met de Structurele Fondsen zal nader worden onderzocht.
European Union European Regional Development Fund
Document
bijlage 1 INVOLVE Regionaal Implementatie Plan 20142020.doc
Datum
Auteur
[email protected]
Pag.
23-sep-14 12
4.
Gemeentelijk Verkeer en Vervoer Plan
4.1
Probleembeschrijving Eind 2015 wordt gestart met het opstellen van een nieuwe Gemeentelijk Verkeer en Vervoer Plan (GVVP). Als basis hiervoor worden de uitgangspunten van een Sustainable Urban Mobility Plan (SUMP) gehanteerd. Veel kennis en ervaring die is opgedaan binnen het INVOLVE project kan worden opgenomen in het nieuwe verkeer en vervoer beleid. Het gaat daarbij om good practices die nu niet direct geïmplementeerd worden maar die wel een plaats kunnen krijgen in het meerjarenuitvoeringsprogramma (MUP) van het GVVP.
4.2
Oorsprong van de Good Practice De kennis en ervaring uit INVOLVE die wordt meegenomen in het GVVP is niet direct terug te herleiden naar een specifieke oorsprong. Om te beginnen is de bewustwording dat mobiliteitsmanagement een oplossing kan bieden voor de verkeersproblematiek en een bijdrage kan leveren aan het verduurzamen van het verkeer- en vervoersysteem een algemeen resultaat van het project. Specifieke maatregelen die een plaats kunnen krijgen in het MUP van het GVVP zijn bijvoorbeeld de mobiliteitsmanagement maatregelen die ontwikkeld zijn in Malmö (GP 74), Mobility Coaching in Göteborg (GP 72) en Stadsleveransen in Göteborg (GP 73).
4.3
Doel van de import Een belangrijk resultaat van deelname van Roermond aan INVOLVE is de bewustwording dat mobiliteitsmanagement een oplossing kan bieden voor de verkeersproblematiek en een bijdrage kan leveren aan het verduurzamen van het verkeer- en vervoersysteem. Het doel van deze import is deze bewustwording te bestendigen in het nieuwe verkeer- en vervoerbeleid van Roermond.
4.4
Betrokkenheid van de private sector Voor het opstellen van het nieuwe GVVP wordt een lokale klankbordgroep samengesteld. In deze klankbordgroep zullen naast andere overheden en belangengroeperingen ook vertegenwoordigers van de private sector betrokken worden.
4.5
Werkwijze Meerdere partners in INVOLVE hebben plannen om in de komende periode een GVVP (of lokaal equivalent) op te stellen. Een aantal INVOLVE-partners heeft daarom te kennen gegeven een gezamenlijk projectvoorstel voor te willen bereiden voor een vervolg op INVOLVE onder het INTERREG Europe programma. Dit vervolg zal bestaan uit het opstellen van een Sustainable Urban Mobility Plan bij de verschillende projectpartners waarbij nauw samengewerkt wordt om kennis en ervaring op het vakgebied uit te wisselen.
4.6
Prioriteit van de import Het opstellen van een nieuwe Gemeentelijke Verkeer en Vervoer Plan heeft een hoge prioriteit.
European Union European Regional Development Fund
Document
bijlage 1 INVOLVE Regionaal Implementatie Plan 20142020.doc
Datum
Auteur
[email protected]
Pag.
23-sep-14 13
4.7
Planning 23 september 2014: 31 december 2014: 16 februari 2015: februari / maart 2015: 1 november 2015: Eind 2016 / begin 2017: 31 oktober 2018:
4.8
Collegebesluit over opstellen projectvoorstel; Afronden opstellen projectvoorstel; Eerste uitvraag projectvoorstellen INTERREG Europe; Indienen projectvoorstel bij EU; Opstarten project actualisering GVVP; Vaststellen nieuw GVVP; Afronding INTERREG Europe project.
Resultaten Het opstellen van een Gemeentelijk Verkeer en Vervoer Plan volgens de uitgangspunten van een Sustainable Urban Mobility Plan dat het stimuleren van alternatieve vervoerswijzen en het beter benutten van de bestaande infrastructuur als uitgangspunt heeft.
4.9
Invloed op emancipatie Het emancipatiebeleid heeft betrekking op de volgende karakteristieken: ras, handicap, geslacht, geslachtsverandering, leeftijd, religie en levensbeschouwing, seksuele oriëntatie, zwangerschap en kraamperiode. Hieraan wordt verder gerefereerd als ‘aandachtsgroepen’. Het Gemeentelijk Verkeer en Vervoer Plan richt zich niet op een bepaalde aandachtsgroep. In de verdere uitwerking kan wel aandacht gegeven worden aan specifieke aandachtsgroepen. In zijn algemeenheid kan wel gezegd worden dat deze maatregelen erop is gericht de mobiliteitsmogelijkheden van de toekomstige bewoners of gebruikers van een gebied te vergroten. Dit richt zich niet op een specifieke aandachtgroep, maar komt ten gunste van alle groepen.
4.10 Relatie met Structurele Fondsen 2014 - 2020 Een mogelijke relatie met de Structurele Fondsen zal nader worden onderzocht.
European Union European Regional Development Fund
Document
bijlage 1 INVOLVE Regionaal Implementatie Plan 20142020.doc
Datum
Auteur
[email protected]
Pag.
23-sep-14 14