Regeling Opleidingen Operatieassistent en Anesthesiemedewerker Goedgekeurd door de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur d.d. 2 mei 1984, DG/VGZ/GBO/VVBO 72634
Colofon Uitgever Bezoekadres Postadres Telefoon Telefax Email Internet Redactie Kenmerk
College Zorg Opleidingen (CZO) © Oudlaan 4 Postbus 9696 3506 GR Utrecht 030 2739208 030 2739780
[email protected] www.czo.nl Opleidingscommissie Opleidingen Operatieassistent en Anesthesiemedewerker CZO-2009, 1 oktober 2010
Inhoudsopgave Inleiding • Deel 1
5 Algemeen
6
De landelijke organisatie van en het toezicht op de opleiding 1. De organisatie van de opleiding 2. Het toezicht op de opleiding
7 7 7
De opleiding tot Operatieassistent
8
Hoofdstuk 2
De doelstelling van de opleiding 1. Doel van de opleiding Operatieassistent
9 9
Hoofdstuk 3
De 1. 2. 3. 4.
Hoofdstuk 1
• Deel 2
opleiding De aard en het niveau van de opleiding Het opleidingsreglement De structuur en de duur van de opleiding Toelatingseisen voor de opleiding • Vooropleidingseisen • Ontheffing van de vooropleidingseisen • Vrijstellingen • Verkorting van de opleiding 5. Het theoretisch onderwijs 6. De praktische opleiding
10 10 10 11 17
12 16
2
• Deel 3
De opleiding tot Anesthesiemedewerker
17
Hoofdstuk 4
Doelstelling van de opleiding 1. Doel van de opleiding Anesthesiemedewerker
18 18
Hoofdstuk 5
De 1. 2. 3. 4.
opleiding De aard en het niveau van de opleiding Het opleidingsreglement De structuur en de duur van de opleiding Toelatingseisen voor de opleiding • Vooropleidingseisen • Ontheffing van de vooropleidingseisen • Vrijstellingen • Verkorting van de opleiding 5. Het theoretisch onderwijs 6. De praktische opleiding
19 19 19 19 20
• Deel 4
Diversen
25
Hoofdstuk 6
Diversen 1. Parttime-opleiding 2. Verandering van opleidingsinstelling 3. Stopzetting theoriecomponent 4. Onderbreken van de opleiding 5. Diploma en insigne 6. Kosten
26 26 27 27 27 27 27
21 24
3
7. 8. 9. 10. 11. 12.
Beëindiging van de opleiding Vrijstellingen Verstrekking van gegevens door het opleidingsinstituut Werken in het buitenland Bewijs van gelijkstelling met het diploma Operatieassistent of Anesthesiemedewerker Invoeringsdatum van de regeling
28 28 28 28 28 29
4
Inleiding
In 1966 nam het bestuur van de Stichting Het Nederlandse Ziekenhuiswezen het principebesluit om de toen bestaande verschillende opleidingen voor medewerkers op operatie- en anesthesieafdelingen te coördineren en te standaardiseren. In afwachting van wettelijke regelingen heeft het bestuur van de Nationale Ziekenhuisraad na een intensieve ledenraadpleging besloten om voor de scholing van de medewerker op operatie- en anesthesieafdelingen een landelijk opleidingsbeleid te voeren. Daartoe werd een begeleidingscommissie Opleiding Operatie- en Anesthesieassistenten ingesteld, die de opdracht kreeg om de landelijke opleiding te begeleiden, het toezicht erop te houden en de voorwaarden te formuleren waaraan opleidingsinstituten voor de verzorging van de theoretische opleiding en ziekenhuizen voor de verzorging van de praktische opleiding moeten voldoen. Gelet op voortdurend nieuwe ontwikkelingen in opleiding en beroepsuitoefening van de medewerkers op operatie- en anesthesieafdelingen, besloot de Begeleidingscommissie, waarin alle relevante professionele verenigingen vertegenwoordigd zijn, een beleid te voeren om regelmatig de vigerende landelijke opleidingsregeling te herzien. In 1984 heeft de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur deze opleiding erkend en zijn goedkeuring aan de opleiding en het diploma verbonden. De laatste herziening heeft in 2008 plaatsgevonden en is op 1 september 2009 van kracht geworden. De herziening is gemaakt door het College Zorg Opleidingen, het toenmalige College Ziekenhuis Opleidingen.
Het College Zorg Opleidingen coördineert en standaardiseert namens de NFU en de NVZ de verschillende ziekenhuisopleidingen waaronder de opleiding tot operatieassistent en anesthesiemedewerker. Zorginhoudelijke ontwikkelingen, functiedifferentiatie, meer diverse doelgroepen en vernieuwingen in het onderwijs waren voor de Landelijke begeleidingscommissie aanleidingen om de regeling van 1995 tegen het licht te houden. In 2003 hebben de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) en de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU) het College Ziekenhuis Opleidingen (CZO) opgericht. Het CZO heeft de taken rond en verantwoordelijkheden voor de opleidingen Operatieassistent en Anesthesiemedewerker per 2003 van de NVZ overgenomen. De naam Begeleidingscommissie is veranderd in Opleidingscommissie. De NFU zal ook worden vertegenwoordigd in de Opleidingscommissie. In 2008 heeft de opleidingscommissie de eerder herziene regeling van 2001 weer tegen het licht gehouden, nadat ook de deskundigheidsgebieden en eindtermen van beide opleidingen zijn herzien. De Opleidingscommissie Opleidingen Operatieassistent en Anesthesiemedewerker
5
Deel 1 Algemeen
6
Hoofdstuk 1
De landelijke organisatie van en het toezicht houden op de opleiding
1. De organisatie van de opleiding De opleidingen tot operatieassistent en anesthesiemedewerker worden in regionaal verband verzorgd. Voor deze opleidingen bestaat tussen het opleidingsinstituut, waar de theoretische opleiding wordt gegeven, en de bij het opleidingsinstituut aangesloten ziekenhuizen, waar de praktische opleiding wordt gegeven, een samenwerkingsovereenkomst. Op basis van de overeenkomst vormen het opleidingsinstituut en de daarbij aangesloten ziekenhuizen een regionale spreiding.
2. Het toezicht op de opleiding Het toezicht op de opleiding, die door de minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur is goedgekeurd (d.d. 2 mei 1984, kenmerk DG/VGZ/GBO/VVBO 72634), wordt uitgeoefend door de Landelijke Opleidingscommissie Opleidingen Operatieassistent en Anesthesiemedewerker van het College Zorg Opleidingen. Deze commissie is belast met de begeleiding van het toezicht op de opleiding conform deze regeling en het beoordelen van de kwaliteit van de opleidingen door het erkennen van de opleidingen. De erkenningscriteria zijn opgenomen in het Reglement Erkenning Opleidingen College Zorg Opleidingen 2008 en de Regeling CZO Zorgopleidingen Deskundigheidsgebied en Eindtermen.
7
Deel 2 De opleiding tot Operatieassistent
8
Hoofdstuk 2
De doelstelling van de opleiding Deskundigheidsgebieden en Eindtermen.
1. Doel van de opleiding Operatieassistent De opleiding tot operatieassistent heeft tot doel de student in staat te stellen: • Zich te vormen tot een beroepsbeoefenaar die als operatieassistent in het kader van een operatieteam werkzaam kan zijn en op grond van eigen deskundigheid onder verantwoordelijkheid van de snijdend specialist medisch ondersteunende werkzaamheden ten behoeve van de snijdend specialist kan verrichten. • Voldoende kwalificaties te verwerven voor een voortdurende professionalisering van zichzelf en van het beroep. • Vorm te geven aan functionele relaties en aan organisatorische verbanden binnen de gezondheidszorginstellingen. In deze doelstellingen is een drietal aspecten te onderscheiden: • Het kennisaspect; het weten, begrijpen, toepassen en beoordelen van feitelijke informatie, zowel in theorie als in de praktijk. • Het vaardigheidsaspect: observeren, hanteren, uitvoeren en beheersen van vaardigheden in relatie tot het kennisaspect. • De beroepshouding: het geheel van waarden en normen ten behoeve van functionele relaties en de optimalisering van de kwaliteit van zorg, zoals in de kwaliteitswetgeving wordt beoogd. Op basis hiervan moet de student operatieassistent voldoen aan het gestelde in het deskundigheidsgebied, nader uitgewerkt in de eindtermen. Het deskundigheidsgebied en de eindtermen zijn opgenomen in de Regeling CZO Zorgopleidingen 9
Hoofdstuk 3
De opleiding
1. De aard en het niveau van de opleiding De opleiding tot operatieassistent is een inservice-opleiding, dat wil zeggen dat de student op basis van een leerovereenkomst tijdens de periode van beroepsvoorbereidend onderwijs en een leer- / arbeidsovereenkomst tijdens de periode van beroepsbegeleidend onderwijs, onder de verantwoordelijkheid van het ziekenhuis wordt opgeleid. De opleiding is een initiële opleiding voor een medischassisterend beroep en goedgekeurd door het Ministerie van WVC (Ministerie van WVC, 20584, kenmerk DG/VGZ/GBO/VVVBO72634).
2. Het opleidingsreglement Gelet op het inservice-karakter van de opleiding en het gestelde in de CAO ziekenhuizen c.q. de Rechtspositieregeling, dient de directie van het ziekenhuis de volgende punten in het opleidingsreglement vast te leggen: a. Een beschrijving van het doel en de inhoud van de opleiding, waaronder het opleidings- en lesprogramma. b. Een verwijzing naar de tekst van deze regeling. c. De organisatorische plaats van de opleiding in het ziekenhuis en de deelname van het ziekenhuis in de regionale opleiding. d. De verantwoordelijkheden en de daarbij behorende bevoegdheden van de bij de opleiding betrokken personen. e. De structuur van de opleiding, waarbij tot uitdrukking komt in welke verhouding oriëntatie, studie en werk tot elkaar staan. f. De wijze van het ter beschikking stellen van docenten, leermiddelen en lesruimten.
g.
De verplichting tot het ter beschikking stellen van arbeidstijd voor het volgen van lessen. h. De wijze van beoordelen van de studenten gedurende de gehele praktische opleiding. i. Het toets- en herkansingsbeleid. j. Het vrijstellingenbeleid. k. Procedure verlenging of stopzetting opleiding. l. Een geschillenregeling. Eén en ander voor zover dit niet in deze regeling is aangegeven. Dit reglement wordt, evenals een exemplaar van deze regeling, voor het begin van de opleiding aan iedere student ter beschikking gesteld. Wijzigingen in het opleidingsreglement dienen voor het begin van een nieuw leerjaar schriftelijk aan de student bekend te worden gemaakt. In een lopend leerjaar kunnen geen wijzigingen in het opleidingsreglement worden aangebracht. Omdat de opleiding in regionaal verband wordt gegeven, verdiend het aanbeveling om het opleidingsreglement ook in regionaal verband samen te stellen. 3. De structuur en de duur van de opleiding De opleiding tot operatieassistent bestaat uit: • Een periode van beroepsvoorbereidend onderwijs waarin, naast een aantal weken voor oriënterende stages in het ziekenhuis, voornamelijk theoretisch onderwijs wordt gegeven. 10
•
Een periode van beroepsbegeleidend onderwijs waarin theoretisch onderwijs, de stages en de verplichte praktijkleerperioden in het ziekenhuis elkaar afwisselen.
De periode van beroepsvoorbereidend onderwijs duurt tenminste 12 en ten hoogste 26 weken. De totale opleidingsduur is 3 jaar. De opleidingsduur kan variëren afhankelijk van het bezit van een van de diploma’s genoemd onder “Vrijstellingen”. De afwijkende opleidingsduur wordt vastgesteld door de Regionale Opleidingscommissie en vastgelegd in het opleidingsreglement. 4. Toelatingseisen voor de opleiding • Vooropleidingseisen Tot de driejarige opleiding kunnen worden toegelaten zij, die in het bezit zijn van: -
een diploma HAVO; er geldt een voorkeur voort het profiel ‘natuur en gezondheid’ of ‘natuur en techniek’; of een diploma MBO op niveau 4; of een ontheffing van de vooropleidingseis (zie hieronder).
• Ontheffing van de vooropleidingseisen Kandidaten die beschikken over een (buitenlandse) vooropleiding waarvan het niveau vergelijkbaar kan zijn met het niveau van een opleiding zoals hierboven genoemd, kunnen een ontheffing van de vooropleidingseis aanvragen. Ontheffing van de vooropleidingseis wordt bepaald door de Landelijke Opleidingscommissie Operatieassistent en Anesthesiemedewerker van
het College Zorg Opleidingen. Er dient een schriftelijk verzoek te worden ingediend bij het onderstaande adres. Aanvragen moeten vergezeld zijn van fotokopieën van diploma’s, cijferlijsten en, eventueel, bewijs van registratie in het BIG-register en een kopie van het diploma van het Staatsexamen NT2, programma 1 (wanneer het een buitenlandse kandidaat betreft). • Vrijstellingen Verpleegkundigen en verpleegkundigen die in het bezit zijn van een diploma van een vervolgopleiding tot gespecialiseerd verpleegkundige, bijvoorbeeld intensive care, spoedeisende hulp, recovery room of ambulance en diegenen die reeds in het bezit zijn van het CZO/NVZ diploma Anesthesiemedewerker of een bewijs van gelijkstelling daarmee, verstrekt door de Opleidingscommissie Opleidingen Operatieassistent en Anesthesiemedewerker van het College Zorg Opleidingen kunnen afhankelijk van het regionaal beleid, later instromen. Kandidaten - met een afgeronde opleiding welke vergelijkbaar is met bovenstaande opleidingen - kunnen later instromen. Het moment van instroom in de opleiding wordt bepaald door de Regionale Opleidingscommissie. Dit gegeven dient kenbaar gemaakt te worden bij de Opleidingscommissie Opleidingen Operatieassistent en Anesthesiemedewerker van het College Zorg Opleidingen. • Verkorting van de opleiding Kandidaten die beschikken over een (buitenlandse) vooropleiding die vergelijkbaar is met een opleiding zoals genoemd onder “Vrijstellingen”, kunnen, afhankelijk van het diploma, óf ontheffing van de vooropleidingseis aanvragen óf in aanmerking komen voor een verkorting van de opleiding door middel van vrijstellingen van 11
afzonderlijke vakken. De omvang en de inhoud van de vrijstelling van vakken van de opleiding wordt bepaald door de Regionale opleidingscommissie. De lengte van de verkorting dient kenbaar gemaakt te worden bij de Opleidingscommissie Opleidingen Operatieassistent en Anesthesiemedewerker van het College Zorg Opleidingen. Aanvragen kunnen worden ingediend bij: Opleidingscommissie Opleidingen Operatieassistent en Anesthesiemedewerker College Zorg Opleidingen Postbus 9696 3506 GR Utrecht 5. Het theoretisch onderwijs De theoretische opleiding wordt gegeven op basis van een klokurenverdeling over de vakken conform het gestelde in de vakkentabel opleiding operatieassistent en het de commissie goedgekeurde leerplan. Daarin is tevens aangegeven welke onderwijsmethodiek(en) zal (zullen) worden gehanteerd.
12
Vakkentabel – opleiding Operatieassistent Cluster I:
Klokuren:
Kwalificaties docent
Operatieve Zorg en Technieken waaronder: o Operatieve zorg en techniek w.o. - OK-kunde o Preventie klinische fouten en ongevallen o Alg./spec. verpleegkunde o Medisch rekenen o Medische terminologie o Infectiepreventie en bestrijding, w.o. - hygiëne, sterilisatie en desinfectie - medische microbiologie o EHBO/verbandleer o Houding- en Tiltechniek
205
Docent operatieve zorg en technieken
13
Cluster II: Medisch Ondersteunende vakken waaronder: o Algemene chirurgie o Anatomie en fysiologie
1 2
o
Anesthesiologie
o o o o o o o o o o o o
Farmacologie Ziekteleer Gynaecologie Orthopedie Urologie Keel-/neus-/oorheelkunde Kaakchirurgie Thoraxchirurgie Vaatchirurgie Chirurgie Neurochirurgie Oogheelkunde
Klokuren1
Kwalificaties docent
330 Chirurg2 Arts, Bioloog, Medisch drs., Bewegingswetenschapper Anesthesioloog1, zonodig in samenwerking met docent anesthesiologische zorg en technieken Anesthesioloog, Apotheker Internist, Arts Gynaecoloog1 Orthopedisch Chirurg1 Uroloog1 KNO-arts1 Kaakchirurg1 Chirurg, Cardio-pulmonaal chirurg1 Chirurg1 Plastisch chirurg1 Neurochirurg1 Oogarts
Een klokuur staat gelijk aan 60 minuten. Deze uren kunnen ook gegeven worden door een Arts-assistent, die reeds vergevorderd is met zijn/haar opleiding tot medisch specialist.
14
Cluster III: Algemeen ondersteunende vakken w.o.: o Medische techniek o Juridische aspecten o Communicatieve vaardigheden o Laboratoriumonderzoek o Levensbeschouwelijke oriëntatie en ethiek o Anesthesiologische zorg, inclusief - reanimatie o Natuurkunde/Scheikunde o Radiologie/Stralingshygiëne o Organisatie gezondheidszorg o Capita selecta Totaal clusters I, II, III:
Klokuren 145
Kwalificaties docent
680
Het opleidingsinstituut maakt met de Regionale Opleidingscommissie afspraken over het aantal uren dat door medisch specialisten wordt verzorgd. Genoemde aantallen uren per cluster van vakken zijn minimum aantallen.
15
6. De praktische opleiding De praktische opleiding vindt plaats op de operatieafdeling. Het minimale aantal klokuren van de praktijkleerperiode bedraagt 3025 klokuren voor de gehele opleiding. Iedere student dient gedurende de opleiding een aantal stages te lopen. Verplicht zijn: functieafdeling, verpleegafdeling, verkoeverkamer en de afdeling anesthesiologie. Mogelijke andere afdelingen zijn: afdeling spoedeisende hulp en/of chirurgische polikliniek en centrale sterilisatieafdeling.
bij voorkeur in het bezit is van het CZO Opleidingen diploma Praktijkbegeleiding voor Operatieassistenten/ Anesthesiemedewerkers.
In de Regionale Opleidingscommissie wordt de verdeling van de tijd over de verschillende stages geregeld. Op grond van vooropleiding/werkervaring van kandidaten kan regionaal vrijstelling voor een of meerdere stages worden verleend. Het gebruik van het Praktijk Opleidingsboek, de werkbegeleiding, de praktijkbegeleiding en de praktijkbeoordeling zijn hierbij essentieel. • De werk- en praktijkbegeleiding Gedurende de praktische opleiding is het noodzakelijk dat de student - naast de werkbegeleiding door de gediplomeerde operatieassistenten zoals aangegeven in het deskundigheidsgebied – met betrekking tot zijn/haar praktische opleiding wordt begeleid door een praktijkbegeleid(st)er. Afhankelijk van het aantal studenten kunnen één of meer operatieassistenten hiermee speciaal belast worden. Iedere student ontvangt gedurende zijn/haar gehele opleiding gemiddeld tenminste twee uur praktijkbegeleiding per week van een praktijkbegeleid(st)er die voor deze uren volledig is vrijgesteld en die 16
Deel 3 De opleiding tot Anesthesiemedewerker
17
Hoofdstuk 4
Doelstelling van de opleiding
1. Doel van de opleiding Anesthesiemedewerker De opleiding tot Anesthesiemedewerker heeft tot doel de student in staat te stellen: • Zich te vormen tot een beroepsbeoefenaar die als anesthesiemedewerker in het kader van een anesthesieteam werkzaam kan zijn en op grond van eigen deskundigheid en onder de verantwoordelijkheid van de anesthesioloog medisch ondersteunende werkzaamheden ten behoeve van de anesthesie kan verrichten. • Voldoende kwalificaties te verwerven voor een voortdurende professionalisering van zichzelf en van het beroep. • Vorm te geven aan functionele relaties en aan organisatorische verbanden binnen de gezondheidszorginstellingen.
Het deskundigheidsgebied en de eindtermen zijn opgenomen in de Regeling CZO Zorgpleidingen Deskundigheidsgebieden en Eindtermen.
In deze doelstellingen is een drietal aspecten te onderscheiden: 1. Het kennisaspect: het weten, begrijpen, toepassen en beoordelen van feitelijke informatie, zowel in theorie als in de praktijk. 2. Het vaardigheidsaspect: observeren, hanteren, uitvoeren en beheersen van vaardigheden in relatie tot het kennisaspect. 3. De beroepshouding: het geheel van waarden en normen ten behoeve van functionele relaties en de optimalisering van de kwaliteit van zorg, zoals in de Kwaliteitswetgeving wordt beoogd. Op basis hiervan moet de student anesthesiemedewerker voldoen aan het gestelde in het deskundigheidsgebied, nader uitgewerkt in de eindtermen. 18
Hoofdstuk 5
De opleiding
1. De aard en het niveau van de opleiding De opleiding tot Anesthesiemedewerker is een inservice-opleiding, dat wil zeggen dat de student op basis van een leerovereenkomst tijdens de periode van beroepsvoorbereidend onderwijs en een leer- / arbeidsovereenkomst tijdens de periode van beroepsbegeleidend onderwijs, onder de verantwoordelijkheid van het ziekenhuis wordt opgeleid. De opleiding is een initiële opleiding voor een medischassisterend beroep en goedgekeurd door het Ministerie van WVC (2-584, kenmerk DG/VGZ/GBO/VVVBO72634).
2. Het opleidingsreglement Gelet op het inservice-karakter van de opleiding en het gestelde in de CAO Ziekenhuizen c.q. de Rechtspositieregeling, dient de directie van het ziekenhuis de volgende punten in het opleidingsreglement vast te leggen: a. Een beschrijving van het doel en de inhoud van de opleiding, waaronder het opleidings- en lesprogramma. b. Een verwijzing naar de tekst van deze regeling. c. De organisatorische plaats van de opleiding in het ziekenhuis en de deelname van het ziekenhuis in de regionale opleiding. d. De verantwoordelijkheden en de daarbij behorende bevoegdheden van de bij de opleiding betrokken personen. e. De structuur van de opleiding, waarbij tot uitdrukking komt in welke verhouding oriëntatie, studie en werk tot elkaar staan. f. De wijze van het ter beschikking stellen van docenten, leermiddelen en lesruimten.
g. h. i. j. k. l.
De verplichting tot het ter beschikking stellen van arbeidstijd voor het volgen van lessen. De wijze van beoordelen van de studenten gedurende de gehele praktische opleiding. Het toets- en herkansingsbeleid. Het vrijstellingenbeleid. Procedure verlenging of stopzetting opleiding. Een geschillenregeling.
Een en ander voor zover dit niet in deze regeling is aangegeven. Dit reglement wordt, evenals een exemplaar van deze regeling, voor het begin van de opleiding aan iedere student ter beschikking gesteld. Wijzigingen in het opleidingsreglement dienen voor het begin van een nieuw leerjaar schriftelijk aan de student bekend te worden gemaakt. In een lopend leerjaar kunnen geen wijzigingen in het opleidingsreglement worden aangebracht. Omdat de opleiding in regionaal verband wordt gegeven, verdiend het aanbeveling om het opleidingsreglement ook in regionaal verband samen te stellen.
3. De structuur en de duur van de opleiding De opleiding tot Anesthesiemedewerker bestaat uit: • Een periode van beroepsvoorbereidend onderwijs waarin, naast 19
•
een aantal weken voor oriënterende stages in het ziekenhuis, voornamelijk theoretisch onderwijs wordt gegeven. Een periode van beroepsbegeleidend onderwijs waarin theoretisch onderwijs, de stages en de verplichte praktijkleerperioden in het ziekenhuis elkaar afwisselen.
De periode van beroepsvoorbereidend onderwijs duurt tenminste 12 en ten hoogste 26 weken. De totale opleidingsduur is 3 jaar. De opleidingsduur kan variëren afhankelijk van het bezit van een van de diploma’s genoemd onder “Vrijstellingen”. De afwijkende opleidingsduur wordt vastgesteld door de regionale Opleidingscommissie en vastgelegd in het opleidingsreglement.
4. Toelatingseisen voor de opleiding • Vooropleidingseisen Tot de driejarige opleiding kunnen worden toegelaten zij, die in het bezit zijn van: -
een diploma HAVO; er geldt een voorkeur voort het profiel ‘natuur en gezondheid’ of ‘natuur en techniek’; of een diploma MBO op niveau 4; of een ontheffing van de vooropleidingseis (zie hieronder).
• Ontheffing van de vooropleidingseisen Kandidaten die beschikken over een (buitenlandse) vooropleiding waarvan het niveau vergelijkbaar kan zijn met het niveau van een opleiding zoals hierboven genoemd, kunnen een ontheffing van de vooropleidingseis aanvragen. Ontheffing van de vooropleidingseis wordt bepaald door de landelijke
Opleidingscommissie Operatieassistent en Anesthesiemedewerker van het College Zorg Opleidingen. Er dient een schriftelijk verzoek te worden ingediend bij het onderstaande adres. Aanvragen moeten vergezeld zijn van fotokopieën van diploma’s, cijferlijsten en, eventueel, bewijs van registratie in het BIG-register en een kopie van het diploma van het Staatsexamen NT2, programma 1 (wanneer het een buitenlandse kandidaat betreft). • Vrijstellingen Verpleegkundigen en verpleegkundigen die in het bezit zijn van een diploma van een vervolgopleiding tot gespecialiseerd verpleegkundige, bijvoorbeeld intensive care, spoedeisende hulp, recovery room of ambulance en diegenen die reeds in het bezit zijn van het CZO/NVZ diploma Operatieassistent of een bewijs van gelijkstelling daarmee, verstrekt door de Opleidingscommissie Opleidingen Operatieassistent en Anesthesiemedewerker van het College Zorg Opleidingen kunnen afhankelijk van het regionaal beleid, later instromen. Kandidaten - met een afgeronde opleiding welke vergelijkbaar is met bovenstaande opleidingen - kunnen later instromen. Het moment van instroom in de opleiding wordt bepaald door de Regionale Opleidingscommissie. Dit gegeven dient kenbaar gemaakt te worden bij de Opleidingscommissie Opleidingen Operatieassistent en Anesthesiemedewerker van het College Zorg Opleidingen. • Verkorting van de opleiding Kandidaten die beschikken over een (buitenlandse) vooropleiding die vergelijkbaar is met een opleiding zoals genoemd onder “Vrijstellingen”, kunnen, afhankelijk van het diploma, óf ontheffing van de vooropleidingseis aanvragen óf in aanmerking komen voor een verkorting van de opleiding door middel van vrijstellingen van 20
afzonderlijke vakken. De omvang en de inhoud van de vrijstelling van vakken van de opleiding wordt bepaald door de Regionale opleidingscommissie. De lengte van de verkorting dient kenbaar gemaakt worden bij de Opleidingscommissie Opleidingen Operatieassistent en Anesthesiemedewerker van het College Zorg Opleidingen. Aanvragen kunnen worden ingediend bij: Opleidingscommissie Opleidingen Operatieassistent en Anesthesiemedewerker College Zorg Opleidingen Postbus 9696 3506 GR Utrecht 5. Theoretisch onderwijs De theoretische opleiding wordt gegeven op basis van een lesurenverdeling over de vakken conform het gestelde in de vakkentabel opleiding anesthesiemedewerker en het door de commissie goedgekeurde leerplan. Daarin is tevens aangegeven welke onderwijsmethodiek(en) zal (zullen) worden gehanteerd.
21
Vakkentabel – Opleiding Anesthesiemedewerker Cluster I:
Klokuren:
Kwalificaties docent
Anesthesiologische Zorg en Technieken waaronder: o Anesthesiologische zorg en technieken, inclusief - reanimatie o Operatieve zorg en technieken o Preventie klinische fouten en ongevallen o EHBO/Verbandleer o Infectiepreventie en bestrijding, w.o. - hygiëne, sterilisatie en desinfectie - medische microbiologie o Houding- en Tiltechniek o Medisch rekenen
218
Docent anesthesiologische zorg en technieken
o o
Medische terminologie Algemene/Specifieke verpleegkunde
22
Cluster II Medisch ondersteunende vakken, waaronder: o Algemene chirurgie o Anatomie en Fysiologie Algemene/specifieke anesthesiologie o Farmacologie o Ziekteleer Cluster III: Algemeen ondersteunende vakken w.o.: o Communicatieve vaardigheden o Juridische aspecten o Medische techniek o laboratoriumonderzoek o Levensbeschouwelijke oriëntatie en Ethiek o Natuurkunde/Scheikunde o Radiologie/Stralingshygiëne o Organisatie gezondheidszorg o Capita selecta Totaal clusters I, II, III:
Klokuren3 283
Kwalificaties docent
Chirurg4 Arts, Bioloog, Medisch drs., Bewegingswetenschapper Anesthesioloog4
o
Klokuren 179
Anesthesioloog, Apotheker Internist, Arts Kwalificaties docent
680
Het opleidingsinstituut maakt met de Regionale Opleidingscommissie afspraken over het aantal uren dat door medisch specialisten wordt verzorgd. 3
Een klokuur staat gelijk aan 60 minuten.
4
Deze uren kunnen ook gegeven worden door een Arts-assistent, die reeds vergevorderd is met zijn/haar opleiding tot medisch specialist.
23
Genoemde aantallen uren per cluster van vakken zijn minimum aantallen.
6. De praktische opleiding De praktische opleiding vindt plaats op de afdeling anesthesiologie. Het minimale aantal klokuren van de praktijkleerperiode bedraagt 3025 klokuren voor de gehele opleiding. Iedere student dient gedurende de opleiding een aantal stages te lopen. Verplicht zijn: verpleegafdeling/ verkoeverkamer, longfunctie en cardiologieafdeling, spoedeisende hulp, intensive care en algemene en speciale chirurgie. Mogelijke andere afdelingen zijn: polikliniek en centrale sterilisatieafdeling.
Iedere student ontvangt gedurende zijn/haar gehele opleiding gemiddeld tenminste twee uur praktijkbegeleiding per week van een praktijkbegeleid(st)er die voor deze uren volledig is vrijgesteld en die bij voorkeur in het bezit is van het CZO Opleidingen diploma Praktijkbegeleiding voor Operatieassistenten/ Anesthesiemedewerkers.
In de Regionale Opleidingscommissie wordt de verdeling van de tijd over de verschillende stages geregeld. Op grond van vooropleiding/werkervaring van kandidaten kan regionaal vrijstelling voor een of meerdere stages worden verleend. Het gebruik van het Praktijk Opleidingsboek, de werkbegeleiding, de praktijkbegeleiding en de praktijkbeoordeling zijn hierbij essentieel. • De werk- en praktijkbegeleiding Gedurende de praktische opleiding is het noodzakelijk dat de student - naast de werkbegeleiding door de gediplomeerde anesthesiemedewerkers zoals aangegeven in het deskundigheidsgebied – met betrekking tot zijn/haar praktische opleiding wordt begeleid door een praktijkbegeleid(st)er. Afhankelijk van het aantal studenten kunnen één of meer anesthesiemedewerkers hiermee speciaal belast worden.
24
Deel 4 Diversen
25
Hoofdstuk 6
Diversen
1. Parttime-opleiding In overleg met het ziekenhuis en het opleidingsinstituut is het mogelijk om de opleiding tot operatieassistent en anesthesiemedewerker in parttime dienstverband te doen. Hiervoor geldt een minimum dienstverband van 80% van een 36-urige aanstelling. De praktische opleiding wordt voor het parttime deel gevolgd. De theoretische opleiding dient echter volledig gevolgd te worden. De verlenging wordt als volgt berekend. Het totaal aantal uren dat per jaar gewerkt moet worden bij een fulltime aanstelling wordt met drie vermenigvuldigd voor de driejarige opleiding. Hiervan wordt het totaal aantal theorie-uren afgetrokken: het verschil is het aantal praktijk uren. Door parttime werken ontstaat er een tekort ten opzichte van dit totaal: het verschil wordt omgezet in een verlenging, naar rato van het diensttijdpercentage. Door de praktijkopleiding op deze wijze naar rato te verlengen, zal een verlenging plaatsvinden van minimaal 3 en maximaal 7,2 maanden.
2. Verandering van opleidingsinstelling De student kan tijdens de opleiding slechts eenmaal van opleidingsinstelling veranderen. De opleiding moet worden voltooid in ten hoogste twee ziekenhuizen die een CZO-erkenning hebben. Indien de verandering van de opleidingsinstelling tevens een verandering van opleidingsinstituut tot gevolg heeft, verstrekt het opleidingsinstituut waar de student vertrekt, op verzoek van het opleidingsinstituut waar de student de opleiding voortzet, de volgende gegevens van de student: • Beoordelingsresultaten van de tot op dat moment gevolgde theoretische en praktische opleiding. • Het verslag en/of werkstuk met de daarbij gegeven beoordeling (indien van toepassing); • Het Praktijk Opleidingsboek. • Afschrift van de correspondentie met het secretariaat van de opleidingscommissie inzake de opleiding van de student.
De duur van de verlenging van het praktijkgedeelte van de parttime opleiding wordt per individuele student bepaald, rekening houdend met het parttimepercentage, de praktijkdoelen en het aantal jaren dat parttime gewerkt wordt. De concrete invulling en toepassing wordt in regionaal verband vastgesteld en vastgelegd.
26
3. Stopzetting theoriecomponent Wanneer ziekenhuizen gaan samenwerken met een andere/ nieuwe aanbieder van de theoriecomponent van de opleidingen die een ander opleidingsprogramma (leerplan) heeft dan waarvoor de erkenning is afgegeven, moet opnieuw een erkenning worden aangevraagd. Wanneer ziekenhuizen gedwongen zijn van opleider te veranderen, zoals in het geval van faillissement, wordt de erkenning een half jaar – na de feitelijke stopzetting van de theoriecomponent – de erkenning ingetrokken. Hierop volgen twee mogelijke situaties: 1. Het leerplan van de nieuwe theorieaanbieder is aantoonbaar gelijk: De ziekenhuizen behouden de erkenning. 2. Het leerplan is niet aantoonbaar gelijk: De ziekenhuizen dienen aan te tonen dat de samenhang tussen theorie en praktijk is geborgd.
4. Onderbreking van de opleiding De opleiding, inclusief de beroepsvoorbereidende periode, kan, als regel, niet langer dan 60 werkdagen worden onderbroken. Bij een parttime dienstverband wordt dit aantal naar rato verhoogd. Bij overschrijding van genoemd aantal dient het hoofd van het opleidingsinstituut verlenging van de opleiding aan te vragen bij het secretariaat van de Opleidingscommissie. De verlenging wordt vastgesteld mede op grond van het meegestuurde advies van het hoofd van het opleidingsinstituut.
5. Diploma en insigne Als voldaan is aan het gestelde in deze regeling en de student de opleiding met voldoende resultaat heeft afgerond, ontvang deze, nadat de eed/belofte tot geheimhouding is afgelegd, een genummerd diploma Operatieassistent dan wel Anesthesiemedewerker, dat de goedkeuring heeft van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Tevens ontvangt de geslaagde een bij het diploma behorend genummerd insigne. Het diploma wordt ondertekend door de directie van het ziekenhuis waar de student de praktische opleiding heeft ontvangen, door het hoofd van het opleidingsinstituut, waar de theoretische opleiding is gegeven, door de geslaagde en door de secretaris van de Opleidingscommissie. De geslaagde wordt vervolgens ingeschreven in het register van Operatieassistenten en Anesthesiemedewerkers van het College Zorg Opleidingen.
6. Kosten De kosten voor het diploma, insigne en registratie bedragen 65 euro per kandidaat.
27
7. Beëindiging van de opleiding De opleiding wordt beëindigd, wanneer de student de opleiding met voldoende resultaat heeft afgerond. De opleiding kan voortijdig worden beëindigd als: • De student daar zelf om verzoekt; • De resultaten van de periode van beroepsvoorbereidend onderwijs onvoldoende zijn; • De praktische en/of theoretische component van de opleiding ten tweeden male in hetzelfde leerjaar onvoldoende is. De opleiding mag maximaal 4 jaren duren. In bijzondere gevallen kan dispensatie worden verstrekt. Een schriftelijk verzoek kan ingediend worden bij de Opleidingscommissie.
8. •
Vrijstellingen Anesthesiemedewerkers hebben, indien zij gaan deelnemen aan de opleiding Operatieassistent, vrijstelling ten aanzien van de reeds gelopen stages. • Operatieassistenten hebben, indien zij gaan deelnemen aan de Opleiding anesthesiemedewerker, vrijstelling ten aanzien van de reeds gelopen stages. • Overige vrijstellingen kunnen door de Regionale Opleidingscommissie worden bepaald. Vrijstellingen dienen kenbaar gemaakt te worden bij de Opleidingscommissie Opleidingen Operatieassistent en Anesthesiemedewerker van het College Zorg Opleidingen.
9. Verstrekking van gegevens door het opleidingsinstituut Binnen een maand voorafgaande aan het begin van de opleiding en tot maximaal twee maanden na aanvang van de opleiding, verzorgt het opleidingsinstituut de aanmeldingen van de nieuwe studenten bij het secretariaat onder toezending van fotokopieën van diploma’s en cijferlijsten van de genoten vooropleiding(en) en een uittreksel van het bevolkingsregister of geboorteregister. De aangesloten ziekenhuizen dienen in het bezit te zijn van een CZOerkenning om de aanmeldingen te registeren.
10. Werken in het buitenland Operatieassistenten en anesthesiemedewerkers die in het buitenland hun beroep willen uitoefenen, kunnen bij het secretariaat van de Opleidingscommissie een Duitse, Engelse of een Franse vertaling aanvragen van het behaalde diploma evenals een in het Engels gestelde beknopte beschrijving van de opleiding. Verzoeken hiervoor dienen schriftelijk te worden ingediend onder toezending van een fotokopie van het behaalde diploma Operatieassistent danwel Anesthesiemedewerker. 11.
Bewijs van gelijkstelling met het diploma Operatieassistent of Anesthesiemedewerker Kandidaten die buiten Nederland een diploma Operatieassistent of Anesthesiemedewerker hebben behaald kunnen onder toezending van kopieën van diploma’s en cijferlijsten, een kopie van het diploma van het Staatsexamen NT2, programma 1, werkgeversverklaringen en getuigschriften bij het secretariaat van de opleidingscommissie een verzoek indienen om in aanmerking te komen voor een bewijs van gelijkstelling met het diploma Operatieassistent of Anesthesiemedewerker van het College Zorg Opleidingen. 28
12. Invoeringsdatum van de regeling Deze regeling wordt, te beginnen met de beroepsvoorbereidende periode, met ingang van het opleidingsjaar 2009 van kracht.
29