Regeling Erkenning Opleidingen Branche verpleeg-, verzorgingshuizen en thuiszorg
Den Haag, Januari 2009
Inhoudsopgave 1. Voorwoord .......................................................................................................................... 1 2. De door de branche vvt erkende opleidingen ..................................................................... 2 2.1. De Opleiding Eerst Verantwoordelijk Verzorgende ........................................................ 2 2.2. De Opleiding Gespecialiseerd Verzorgende Psychogeriatrie .......................................... 2 2.3. De Opleiding Kraamverzorgende……………………………………………………….2 3. Criteria erkenning opleidingen in de branche vvt............................................................... 3 4. Reglement erkenning opleidingen door de branche verpleeg-, verzorgingshuizen en thuiszorg.............................................................................................................................. 6 5. Omschrijving begrippen, gebruikt in de criteria ............................................................... 11
Bijlagen: Bijlage 1: Reglement op het gebruik en het toezicht Bijlage 2: De uitvoeringsorganisatie van de erkenningsregeling Bijlage 3: Kosten voor het verkrijgen van de erkenning door de branche VVT
1.
Voorwoord
Voor u ligt de regeling 'Erkenning Opleidingen branche verpleeg-, verzorgingshuizen en thuiszorg'. In de regeling wordt beschreven aan de hand van welke criteria en langs welke weg de beoordeling door de branche verpleeg-, verzorgingshuizen en thuiszorg (vvt) van opleidingsorganisaties en hun programma's plaats vindt op hun geschiktheid voor het verzorgen van één of meer erkende opleidingen in de branche vvt. De branche vvt kent een aantal branche erkende opleidingen en hun aantal groeit. Door de vvt branche erkende opleidingen zijn opleidingen zonder landelijk civiel effect (dat wil zeggen zijn niet CREBO of CROHO erkend), maar zijn wel opleidingen met een civiel effect in de branche vvt zelf. Het gaat om opleidingen voor (vervolg)functies, die binnen de branche vaak voorkomen en waarbij het binnen de branche van belang wordt geacht dat de kwaliteit is gewaarborgd. Meer concreet betekent dit dat het verstrekte diploma van een dergelijke opleiding garandeert dat de gediplomeerde beschikt over de door de branche vastgestelde competenties, ongeacht welke opleidingsorganisatie het diploma verstrekt en ongeacht met behulp van welke methoden de competenties verworven zijn. De toetsing van opleidingsorganisaties en hun opleidingsprogramma's aan criteria beoogt de gewenste kwaliteit van de programma's te waarborgen. De regeling 'Erkenning Opleidingen in de branche verpleeg-, verzorgingshuizen en thuiszorg' beschrijft hoe dit plaats vindt. Voor alle erkende opleidingen in de vvt branche is in opdracht van de sociale partners in de branche een competentie- en kwalificatieprofiel opgesteld, dat aansluit bij de bestaande situatie in het werkveld. De profielen zijn door het werkveld gevalideerd en zijn vervolgens vastgesteld in het Sociaal Overleg Verpleeg-, Verzorgingshuizen en Thuiszorg (SOVVT). De profielen beschrijven het eindniveau (in termen van competenties) van de deelnemers aan de opleiding. Daarnaast worden in het profiel de kaders geschetst voor het opleidingsprogramma dat tot dit eindniveau moet leiden. In alle branche erkende opleidingen bestaat het overgrote deel van de opleidingstijd uit leren in de praktijk. Daartoe is een goede samenwerking vereist tussen de opleidingsorganisatie die een deel van de opleiding verzorgt en de eindverantwoordelijkheid draagt voor de kwaliteit van de totale opleiding en de leerbedrijven die de beroepspraktijkvorming verzorgen. Het toezicht hierop vormt een van de speerpunten in de erkenningsregeling voor de in de vvt branche erkende opleidingen.
Pagina 1
2.
De door de branche vvt erkende opleidingen
(NB. nog aanscherpen op basis van het nieuwe GVP profiel)
2.1. De Opleiding Eerst Verantwoordelijk Verzorgende Binnen de branche verpleeg- en verzorgingshuizen en thuiszorg bestaat de functie waarin het accent ligt op zorgcoördinatie op uitvoerend niveau, afstemming van verschillende werkzaamheden en zorgvernieuwing. Het betreft hier een takenpakket dat uitgebreider is dan dat van de verzorgende. De functietitel is niet in alle instellingen gelijk, maar is meestal Eerst Verantwoordelijk Verzorgende. De (vervolg)opleiding voor verzorgenden tot Eerst Verantwoordelijk Verzorgende bereidt voor op de vervulling van de geschetste functie.
2.2. De Opleiding Gespecialiseerd Verzorgende Psychogeriatrie Binnen de branche verpleeg- en verzorgingshuizen en thuiszorg groeit het aantal functies waarin het accent ligt op het regisseren van de uitvoering van de zorg aan cliënten binnen de psychogeriatrie. Het is een takenpakket dat uitgebreider is dan dat voor de verzorgende. De functie komt voor onder vele titels, is in ontwikkeling en kent meerdere vormen, maar is binnen de branche samengevoegd onder de titel 'Gespecialiseerd Verzorgende Psychogeriatrie'. De (vervolg)opleiding voor verzorgenden tot Gespecialiseerd Verzorgende Psychogeriatrie bereidt voor op het kunnen vervullen van (een van) de geschetste functies.
2.3. De Opleiding Kraamverzorgende Binnen de branche kraamzorg is de branche erkende opleiding tot Kraamverzorgende ontwikkeld. Het betreft een takenpakket van verzorgenden die in de thuissituatie de zorg voor de kraamvrouw en pasgeborene uitvoeren en de verloskundige assisteren tijdens de thuisbevalling. De opleiding tot Kraamverzorgende bereidt voor op het kunnen vervullen van de taken binnen de geschetste functie.
Pagina 2
3.
Criteria erkenning opleidingen in de branche vvt
A.
De opleidingsorganisatie werkt professioneel
Hier is sprake van in geval de opleidingsorganisatie reeds beschikt over een relevante erkenning (CREBO erkenning, ISO- of INK certificering, eerdere opleidingserkenning branche vvt). Of kan aantonen: -
-
te (kunnen) beschikken over voldoende en goede les- en examenruimten; te (kunnen) beschikken over voldoende onderwijshulpmiddelen; personeel in te (kunnen) zetten voor uitvoering van de erkende opleiding(en). Dit door te laten zien dat voldoende medewerkers beschikken over: • relevante onderwijscompetenties; • deskundigheid en ervaring op het gebied van de gezondheidszorg, de branche verpleeg- en verzorgingshuizen en thuiszorg, de beroepssituatie en taken van de beroepsbeoefenaar in de functie waarop de opleiding voorbereidt; goed om te gaan met de rechten en plichten van deelnemers aan (erkende) opleidingen. Dit door een examenreglement over te leggen, waarin is vastgelegd: • hoe de examinering is georganiseerd; • hoe kandidaten worden geïnformeerd over de vorm, inhoud en organisatie van het examen; • wat rechten en plichten zijn van kandidaten die deelnemen aan het examen; • de wijze waarop het werkveld is betrokken bij de examinering; en waarbij wordt aangetoond dat hierbij keuzes worden gedaan, die als gangbaar worden beschouwd. Het gaat dan onder meer om uitsluitingsgronden, herkansingsmogelijkheden bij onverwijtbare afwezigheid tijdens examinering, bezwaarprocedures e.a.; in staat te zijn met behulp van EVC procedures vrijstellingen toe te kennen voor de erkende opleiding(en); een systematiek van klanttevredenheid te hanteren.
B.
Het opleidingsprogramma is van voldoende kwaliteit
B.1.
De opleidingsorganisatie werkt conform de eisen, neergelegd in het kwalificatieprofiel voor deze opleiding over het opleidingsprogramma. Het gaat dan om eisen over onder meer: het vooropleidings- c.q. competentieniveau van de deelnemers die worden toegelaten tot de opleiding; de minimale studiebelasting, exclusief de doorwerking van uitgevoerde EVC procedures.
-
-
Pagina 3
B.2.
De opleidingsorganisatie werkt alleen samen met voor de betreffende opleiding geschikte leerbedrijven. Dit houdt in: dat de opleidingsorganisatie alleen samenwerkt met leerbedrijven die een Calibris erkenning hebben voor de opleiding Verzorgende niveau 3; dat de kandidaat werkzaam is in een functie waar alle kerntaken benoemd in het betreffende profiel voldoende uitgevoerd kunnen worden; dat de begeleiding voldoende professioneel is. Dit door te kunnen aantonen dat er een of meer begeleiders zijn aangewezen en dat deze begeleider(s) beschikken over voldoende competenties als praktijkopleider en vakinhoudelijk (minimaal gekwalificeerd op het instapniveau en voldoende ervaring met taken benoemd in het profiel voor de opleiding).
B3.
Het curriculum is van voldoende kwaliteit. Dit houdt in: dat het onderwijs binnen de opleiding competentiegericht is en relevant voor de te behalen competenties in de opleiding; dat per leerbedrijf een (door leerbedrijf en opleidingsorganisatie ondertekende) samenwerkingsovereenkomst wordt afgesloten, waarin minimaal is vastgelegd: • welke beroepspraktijkvorming binnen de opleiding wordt gerealiseerd en welke doelen hierbij worden behaald; • hoe de begeleiding en beoordeling van de deelnemers zal plaatsvinden; • hoe de samenwerking tussen opleidingsorganisatie en leerbedrijf inhoud krijgt; • dat het leerbedrijf bekend is met de overige erkenningseisen en hieraan – waar relevant – voldoet c.q. medewerking verleent aan het kunnen vaststellen hiervan. .
B4.
Het examen van de opleiding is van voldoende kwaliteit. Dit houdt in: examentoetsen zijn van voldoende kwaliteit en meten de in het profiel voor de opleiding beschreven competenties.
C.
De opleidingsorganisatie werkt op de gewenste wijze samen met de branche vvt
C1.
De opleidingsorganisatie werkt samen met de door de branche vvt aangestelde uitvoerder(s ) van de erkenningsregeling (zoals vermeld in bijlage 2 bij deze regeling). De opleidingsorganisatie: sluit hiertoe een contract met (een van) de uitvoerder(s); en draagt bij in de kosten voor de uitvoering van de erkenningsregeling conform het overzicht in bijlage 3 bij deze regeling; stelt de uitvoerder(s) van de erkenningsregeling in de gelegenheid de
Pagina 4
beoordeling van de opleidingsorganisatie en het opleidingsprogramma uit te voeren, door: (a) op vraag een aantal documenten te overleggen (zoals de resultaten van het jaarlijks uitgevoerde klanttevredenheidsonderzoek onder deelnemers en leerbedrijven, inclusief verbeteracties, examinerings- en EVCprocedures, examenproducten en de samenwerkingsovereenkomsten met leerbedrijven); (b) beschikbaar te zijn voor overleg waar nodig en medewerking te verlenen aan de uitvoering van steekproefsgewijze controles op de afname van de examinering. C2.
De opleidingsorganisatie werkt mee aan de voortgangsmonitoring van de betreffende branche erkende opleiding. Dit door jaarlijks gegevens aan te leveren aan personen c.q. organisaties, belast met de uitvoering van de voortgangsmonitoring.
C3.
De opleidingsorganisatie is na erkenning gerechtigd maar ook verplicht het keurmerk branche erkende opleiding te voeren. Dit is nader gespecificeerd in het bij deze regeling in bijlage 1 opgenomen 'Reglement op het gebruik en het toezicht'.
Pagina 5
4.
Reglement erkenning opleidingen door de branche verpleeg-, verzorgingshuizen en thuiszorg
Artikel 1 Begripsbepaling a.
Branche verpleeg- , verzorgingshuizen en thuiszorg (vvt): met de branche vvt wordt bedoeld: de sociale partners, verenigd in het Sociaal Overleg Verpleeg-, Verzorgingshuizen en Thuiszorg (SOVVT). Het uitvoeren van de erkenningsregeling is door het SOVVT neergelegd bij een van de commissies, ressorterend onder het SOVVT, te weten de adviescommissie Opleidingen.
b.
Uitvoeringsorganisatie: instanties en personen, aangewezen door (de adviescommissie Opleidingen van) het SOVVT om de 'regeling erkenning opleidingen branche vvt ' uit te voeren. Zij zijn feitelijk belast met het beoordelen van de kwaliteit van de opleidingsorganisatie, het opleidingsprogramma en de samenwerking met de branche vvt en adviseren de adviescommissie Opleidingen over de besluiten inzake erkenning. In bijlage 2 bij deze regeling is de uitvoeringsorganisatie nader omschreven.
c.
Opleidingsorganisatie: organisatie die (een van) de branche erkende opleiding(en) daadwerkelijk organiseert of die de intentie heeft deze opleiding(en) te gaan uitvoeren.
d.
Beroepspraktijkvorming: het onderricht in de praktijk van het beroep.
e.
Leerbedrijf: het bedrijf waar de beroepspraktijkvorming voor de branche erkende opleiding(en) feitelijk plaatsvindt.
f.
Reglement: reglement erkenning opleidingen door de branche vvt.
Artikel 2 Doel van de erkenning Uitsluitend opleidingsorganisaties die voldoen aan de bepalingen in dit reglement en die door de branche verpleeg- en verzorgingshuizen en thuiszorg als zodanig erkend zijn, zijn bevoegd (een van) de erkende opleiding(en) uit te voeren, het branche erkende diploma uit te reiken en mogen en moeten het collectieve merk van de erkenning uitdragen.
Pagina 6
Artikel 3 Verzoek tot erkenning 1.
Met inachtneming van de bepalingen in dit reglement kan de erkenning worden afgegeven op verzoek van een opleidingsorganisatie.
2.
Het verzoek tot erkennen dient schriftelijk te worden gedaan bij de uitvoeringsorganisatie door middel van het hiervoor ontwikkelde format (dat kan worden gedownload via de site www.vvtopleidingen.nl). Hierbij dient de opleidingsorganisatie de in het format vermelde documenten mee te sturen.
3.
Wanneer de uitvoeringsorganisatie om tot een goede beoordeling te komen meer informatie nodig heeft, verplicht de opleidingsorganisatie zich deze informatie aan te leveren binnen een termijn van twee weken.
4.
In de situatie als genoemd in het eerste lid, wordt een aanvraag uitsluitend in behandeling genomen indien dit een eerste aanvraag betreft of indien na een eerdere aanvraag of intrekking van de erkenning, ten minste een jaar verstreken is.
Artikel 4 Beoordeling aanvraag 1.
De branche vvt verleent de erkenning als de opleidingsorganisatie voldoet aan de criteria, beschreven in deze regeling. Indien de opleidingsorganisatie aan een aantal criteria niet geheel kan voldoen, maar de deelnemers hierdoor niet worden gedupeerd, kan de branche vvt een voorlopige erkenning verlenen.
2.
Onverminderd het bepaalde in lid 1 kan de branche vvt op grond van zwaarwegende redenen besluiten om de erkenning dan wel voorlopige erkenning niet te verlenen.
Artikel 5 Toekennen van de erkenning 1.
Uiterlijk acht weken na dagtekening van het verzoek als bedoeld in artikel 3 lid 2, beslist de branche vvt over het toekennen van de erkenning of de voorlopige erkenning. Overschrijding van deze termijn is in uitzonderlijke gevallen toegestaan en dient in de beslissing te worden gemotiveerd.
2.
In geval van een voorlopige erkenning stelt de uitvoeringsorganisatie in overleg met de opleidingsorganisatie uiterlijk binnen twee weken na de genomen beslissing als bedoeld in lid 1, vast van welke criteria nog onvoldoende is aangetoond dat de opleidingsorganisatie daaraan voldoet. Er wordt een termijn vastgesteld waarop voldaan moet zijn aan alle criteria, vermeld in deze regeling.
3.
Van de beslissing als bedoeld in het eerste lid wordt de opleidingsorganisatie schriftelijk binnen tien weken na dagtekening van het verzoek tot erkenning in kennis gesteld, onder opgave van reden in geval de erkenning niet wordt verleend. In geval van een voorlopige erkenning worden de criteria waaraan alsnog moet worden voldaan vermeld evenals de termijn waarop dit moet zijn gerealiseerd.
Pagina 7
Artikel 6 Omzetten voorlopige erkenning in erkenning 1.
De opleidingsorganisatie met een voorlopige erkenning dient, met inachtneming van de bepalingen in dit reglement, maximaal twee weken na het verlopen van de termijn als bepaalt in artikel 5 lid 2, een verzoek in te dienen om de voorlopige erkenning om te zetten in een erkenning.
2.
Het verzoek tot het omzetten van de voorlopige erkenning in een erkenning verloopt conform artikel 3. De opleidingsorganisatie dient echter alleen de in het format vermelde documenten mee te sturen voor die criteria waaraan nog in onvoldoende mate werd voldaan bij de eerste aanvraag.
3.
Wanneer de opleidingsorganisatie met een voorlopige erkenning zonder melding vooraf geen verzoek indient als bedoeld in lid 1, zal de branche vvt de voorlopige erkenning intrekken. De opleidingsorganisatie ontvangt hierover schriftelijk bericht binnen tien weken na het verlopen van de in artikel 5 lid 2 bedoelde termijn.
4.
De beoordeling van de aanvraag als bedoeld in lid 3 verloopt conform artikel 4 en 5.
Artikel 7 Behoud van de erkenning 1.
De opleidingsorganisatie verliest de erkenning in de volgende gevallen: de uitvoeringsorganisatie ontvangt geen klanttevredenheidsrapportage binnen twaalf maanden na eerste erkenning; de uitvoeringsorganisatie beoordeelt bij herbeoordeling dat de examens niet meer dezelfde kwaliteit hebben als bij eerdere beoordeling; de uitvoeringsorganisatie heeft reden om aan te nemen dat de eerder vastgestelde kwaliteit van instituut, programma of examen niet meer aanwezig is; de opleiding is drie aaneengesloten jaren niet uitgevoerd.
2.
De uitvoeringsorganisatie beoordeelt ook na erkenning periodiek of de opleidingsorganisatie blijft voldoen aan de in deze regeling vermelde criteria. De uitvoeringsorganisatie stelt dit vast op basis van een door de opleidingsorganisatie aan te leveren klanttevredenheidsrapportage, die de opleidingsorganisatie binnen twaalf maanden na toekennen van de erkenning aan de uitvoeringsorganisatie toezendt en met hen bespreekt. Hierbij beoordeelt de uitvoeringsorganisatie of de opleidingsorganisatie in voldoende mate de kwaliteit van de erkende opleiding en het examen op peil houdt dan wel verbetert; op basis van herbeoordelingen van de opleidingen, examens en kwaliteitszorg, die onder een steekproef van erkende opleidingsorganisaties en per opleidingsorganisatie minimaal eens per vier jaar worden uitgevoerd.
Pagina 8
3.
Uiterlijk acht weken na beoordeling van de klanttevredenheidsrapportage of na herbeoordeling besluit de branche vvt tot behoud of intrekken van de erkenning.
4.
Van de beslissing als bedoeld in het tweede lid wordt de opleidingsorganisatie schriftelijk binnen tien weken na ontvangst van de klanttevredenheidsrapportage of de documenten, die ten behoeve van de herbeoordeling worden aangeleverd op de hoogte gesteld, onder opgave van reden indien de erkenning ingetrokken wordt.
5.
Onverminderd het bepaalde in lid 2, kan de branche vvt de erkenning intrekken wanneer zij op grond van zwaarwegende redenen meent dat de erkenning in redelijkheid niet dient te worden verlengd. De opleidingsorganisatie wordt hiervan schriftelijk, onder opgave van reden op de hoogte gesteld.
6.
Indien een opleidingsorganisatie met een erkenning de betreffende opleiding drie aaneengesloten jaren niet uitvoert, zal de branche vvt de erkenning intrekken. De opleidingsorganisatie wordt hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld. Het staat de opleidingsorganisatie vrij om direct opnieuw een aanvraag tot erkenning in te dienen, waarmee de bepaling als bedoeld in artikel 3 lid 4 vervalt.
Artikel 8 Bezwaar 1.
Indien de erkenning geweigerd of ingetrokken wordt, kan de opleidingsorganisatie tegen de beslissing als bedoeld in artikel 5 lid 1 en 3, artikel 6 lid 3 en 4 en artikel 7 lid 3, 4, 5 en 6 bezwaar maken bij de adviescommissie Opleidingen van het SOVVT.
2.
Het bezwaar dient schriftelijk en voorzien van een handtekening en dagtekening binnen zes weken na dagtekening van de in lid 1 genoemde beslissing te worden ingediend.
3.
Het bezwaarschrift bevat in ieder geval: a. een opgave van de naam, het adres en de vestigingsplaats van de opleidingsorganisatie, alsmede de naam van degene die de opleidingsorganisatie vertegenwoordigt en diens correspondentieadres; b. de dagtekening; c. de omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar zich richt; d. de gronden van het bezwaar.
4.
Bij het bezwaarschrift dient te worden overgelegd: a. een afschrift van de beslissing waartegen het bezwaar zich richt; b. afschriften van de voornaamste op de zaak betrekking hebbende stukken.
5.
Indien het bezwaarschrift niet voldoet aan de in lid 3 en 4 vermelde eisen wordt de opleidingsorganisatie in de gelegenheid gesteld om dit verzuim binnen 14 dagen na dagtekening van het verzoek tot herstel van het verzuim, te herstellen.
Pagina 9
6.
Binnen tien weken na dagtekening van het bezwaarschrift wordt de opleidingsorganisatie schriftelijk onder opgave van reden in kennis gesteld van de beslissing op het bezwaar.
7.
Indien het bezwaarschrift wordt ingediend nadat de in lid 2 vermelde termijn is verstreken, wordt het geacht tijdig te zijn ontvangen indien de opleidingsorganisatie aannemelijk maakt dat het is ingediend zo spoedig mogelijk als dit redelijkerwijs verlangd kan worden. De adviescommissie Opleidingen neemt hierover een gemotiveerd besluit en stelt de opleidingsorganisatie hiervan in kennis.
Artikel 9 Onvoorziene omstandigheden In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet beslist de adviescommissie Opleidingen van het SOVVT. Artikel 10 Inwerkingtreding Dit reglement vervangt het Reglement erkenning opleidingsorganisaties EVV, dat op 1 januari 2004 in werking trad. Dit reglement treedt in werking 1 januari 2009. Artikel 11 Wijzigingen Wijzigingen in dit reglement worden vastgesteld door de adviescommissie Opleidingen van het SOVVT. Dit reglement wordt periodiek geëvalueerd. Verbetervoorstellen kunnen gemeld worden bij de adviescommissie Opleidingen van het SOVVT.
Pagina 10
5.
Omschrijving begrippen, gebruikt in de criteria
Beroepspraktijkvorming (BPV): het onderricht in de praktijk van het beroep. Competentie: het vermogen om te handelen in daarvoor kenmerkende situaties, waarbij in het handelen de daarvoor relevante kennis, houding, vaardigheden en persoonlijke eigenschappen op adequate wijze geïntegreerd zijn. Competentiegericht onderwijs: onderwijs dat gebruik maakt van werkvormen en methodieken waarbij relevante kennis, houding, vaardigheden en persoonlijke eigenschappen op adequate wijze geïntegreerd worden aangeboden. EVC procedure: een procedure voor het Erkennen van Verworven Competenties. Via een EVC procedure kunnen kandidaten die beschikken over buitenlandse diploma's en/of werkervaring vrijstellingen behalen voor een of meer onderdelen van de opleiding. Examenreglement: document waarin procedures en beroepsmogelijkheden rond examinering geregeld zijn. Leerbedrijf: het bedrijf, de organisatie waar de beroepspraktijkvorming feitelijk plaats vindt. Praktijkopleider: de aangewezen of aangestelde persoon (personen) binnen een leerbedrijf, die als taak heeft de deelnemer tijdens de beroepspraktijkvorming te begeleiden. Afhankelijk van een aantal factoren zoals schaalgrootte, organisatiestructuur of opleidingsgeschiedenis zal de aangewezen persoon (personen) in verschillende benamingen (praktijkbegeleider, werkbegeleider, mentor, stagebegeleider) en op verschillende niveaus in een leerbedrijf kunnen worden aangetroffen. Samenwerkingsovereenkomst: schriftelijke overeenkomst tussen de opleidingsorganisatie en een leerbedrijf waarin afspraken zijn opgenomen over de onderlinge samenwerking en de begeleiding en beoordeling van opleidingsdeelnemers.
Pagina 11
Bijlage 1: Reglement op het gebruik en het toezicht Het bestuur van de Stichting Fonds Arbeidsmarktbeleid voor de branche Verpleeg- en Verzorgingshuizen te Utrecht, In aanmerking nemende, -
-
dat de Stichting Fonds Arbeidsmarktbeleid voor de branche Verpleeg- en Verzorgingshuizen (hierna te noemen SAB-V&V) voornemens is in het Benelux Merkenbureau in te schrijven het depot van het collectieve merk 'Erkende Opleiding in de branche Verpleeg- en Verzorgingshuizen en Thuiszorg (hierna te noemen: 'Erkende Opleiding branche VVT') voor de diensten opleidingen; dat binnen de branche Verpleeg- en Verzorgingshuizen en Thuiszorg het collectieve merk ‘Erkende Opleiding branche VVT’ erkend is door SAB-V&V; dat dit is vastgesteld in de bestuursvergadering van SAB-V&V op 5 november 2008 in het navolgende reglement op het gebruik van het collectieve merk 'Erkende Opleiding branche VVT'.
Art. 1 1. Het bestuur van SAB-V&V is bevoegd het recht tot het gebruik van het collectieve merk 'Erkende Opleiding branche VVT' in de Benelux toe te kennen aan (rechts) personen, die een onderneming drijven waar de erkende opleidingen van de branche verpleeg- en verzorgingshuizen en thuiszorg worden verzorgd. Dit met inachtneming van de bepalingen van dit reglement. 2.
De (rechts)personen, die bevoegd zijn (verklaard) tot het gebruik van het collectieve merk 'Erkende Opleiding branche VVT', zijn gerechtigd dit merk aan te brengen op reclame-uitingen, prijslijsten folders, rekeningen en/of briefpapier, daar waar deze betrekking hebben op de opleidingen, waarvoor zij en zolang zij door de branche vvt erkend zijn.
3.
De (rechts)personen, die bevoegd zijn (verklaard) tot het gebruik van het collectieve merk 'Erkende Opleiding branche VVT' zijn tevens verplicht het collectieve merk te gebruiken op diploma's en/of getuigschriften, die worden uitgereikt aan deelnemers die de door de branche vvt erkende opleiding met succes hebben doorlopen. Dit zowel in de vorm van het uit te reiken diploma en/of getuigschrift, maar ook door de uitreiking van de zogenaamde 'spelden'.
4.
De gebruikers zijn niet bevoegd het recht tot het gebruik van het collectieve merk aan een derde over te dragen of aan een derde een licentie hierop te verlenen.
Pagina 1
Art. 2 1. De in art. 1 bedoelde (rechts)personen zijn slechts bevoegd tot het gebruik van het collectieve merk 'Erkende Opleiding branche VVT' voor de in artikel 1 genoemde diensten, indien zij aan de volgende vereisten voldoen: zij onderhouden de erkenningsrelatie met de branche verpleeg- en verzorgingshuizen en thuiszorg, zoals in de erkenningsregeling van de branche is vermeld en zijn op het moment van gebruik van het collectieve merk ook formeel 'erkend opleidingsinstituut'; zij vermelden bij het gebruik van het collectieve merk altijd voor welke opleiding(en) zij door de branche ‘erkend’ is/zijn en benutten de specifieke versie van het collectieve beeldmerk, bedoeld voor de betreffende opleidingsprogramma's. 2.
De in lid 1 bedoelde gebruikers zijn verplicht te allen tijde de door het bestuur van SAB-V&V aangewezen deskundigen toe te laten tot hun onderneming en administratie, teneinde deze deskundigen in de gelegenheid te stellen te onderzoeken, of de gebruikers blijven voldoen aan de in lid 1 genoemde vereisten.
3.
Het gestelde in art. 2 lid 1 is ook van toepassing, indien een gebruiker die niet (meer) gerechtigd is tot het gebruik van het collectieve dienstmerk 'Erkende Opleiding branche VVT' dit blijft gebruiken.
Art. 3 1. Indien bij een onderzoek, als bedoeld in art. 2, lid 2 en 3 van dit Reglement geconstateerd wordt dat de (rechts)persoon het collectieve dienstmerk 'Erkende Opleiding branche VVT’ in strijd met het gestelde in art. 2 lid 1 of ten onrechte gebruikt en de klacht van een klager door het bestuur van SAB-V&V niet op een voor betrokken (rechts)persoon en de klager bevredigende wijze kan worden opgelost, dan is SAB-V&V bevoegd één of meer van de volgende maatregelen te nemen respectievelijk sancties op te leggen aan de in overtreding zijnde gebruiker: a. waarschuwing, gepaard met een aanwijzing, welke interne maatregelen door de gebruiker moeten worden genomen om in de toekomst aan de in art. 2 lid 1 gestelde vereisten te kunnen voldoen; b. oplegging van een boete met een maximum van € 10.000, - voor iedere overtreding; c. publicatie in één of meer dagbladen en/of periodieken van de geconstateerde overtreding met vermelding van de naam van de in overtreding zijnde gebruiker; d. ontzegging van de bevoegdheid om vanaf een in de uitspraak te vermelden tijdstip zijn diensten aan te bieden met het gebruik van het collectieve dienstmerk. Art. 4 1. Alvorens over te gaan tot oplegging van een van de in art. 3 genoemde maatregelen of sancties, is het bestuur van SAB-V&V verplicht de betrokken gebruiker in de
Pagina 2
gelegenheid te stellen kennis te nemen van het rapport van de in art. 2 genoemde deskundige(n) en zich daartegen te verweren. 2.
Het bestuur stelt daarbij de procesorde vast, met dien verstande, dat voldoende waarborgen moeten worden geschapen voor termijnen, voor de toepassing van het beginsel van hoor en wederhoor, voor de bevoegdheid om zich te voorzien van rechtsgeleerde en andere bijstand en voor motivering van de beslissing.
3.
De gebruiker, die zich niet kan verenigen met een uitspraak van het bestuur van SABV&V tot toepassing van één of meer van de in artikel 3 genoemde maatregelen en/of sancties, is bevoegd om dit geschil aan een bindend advies te onderwerpen met toepassing van het reglement van het Nederlands Arbitrage Instituut te Rotterdam.
Art. 5 1. Alle gebruikers van het collectieve merk 'Erkende Opleiding branche VVT’ zijn verplicht iedere inbreuk op het collectieve merk, die hun ter kennis komt, mede te delen aan het bestuur van SAB-V&V; 2.
De gebruiker van het collectieve merk 'Erkende Opleiding branche VVT' is desgevraagd bevoegd tezamen met SAB-V&V een vordering in te stellen tegen ieder, die zonder daartoe gerechtigd te zijn, gebruik maakt van het collectieve merk of van overeenstemmend teken, dan wel in een zodanig geding tussen SAB-V&V en de inbreukmaker zich te voegen of tussen te komen.
3.
Indien de gebruikers van het collectieve merk geen gebruik maken van hun in lid 2 omschreven bevoegdheid, is SAB-V&V, die alleen tegen de inbreukmaker optreedt, verplicht het bijzonder belang van de gebruikers te laten gelden en in zijn eis tot schadevergoeding de bijzondere schade, die één of meer van hen hebben geleden, op te nemen.
Art. 6 1. Iedere gebruiker van het collectieve merk 'Erkende Opleiding branche VVT' is bevoegd bij het bestuur van SAB-V&V voorstellen in te dienen tot wijziging van dit reglement. 2.
Tot wijziging van het reglement kan worden besloten in een vergadering van het bestuur van SAB-V&V met inachtneming van de vereisten, gesteld in de statuten van SAB-V&V voor het nemen van rechtsgeldige besluiten.
Art. 7 1. De gebruikers van het collectieve merk zijn niet meer aan dit reglement gebonden, zodra het collectieve merk is vervallen, nietig verklaard of doorgehaald. 2.
In afwijking van het bepaalde in het vorige lid blijven de gebruikers onderworpen aan de maatregelen en sancties als bedoeld in art. 3 ter zake van overtredingen, die hebben plaatsgevonden ten tijde, dat het collectieve merk nog ingeschreven was.
Pagina 3
Bijlage 2: De uitvoeringsorganisatie van de erkenningsregeling Eindverantwoordelijkheid Verantwoordelijk voor de branche erkende opleidingen in de vvt branche zijn sociale partners, verenigd in SAB-V&V (Stichting Fonds Arbeidsmarktbeleid Verpleeg- en Verzorgingshuizen) en FAOT (Stichting Fonds voor Arbeidsmarktbeleid en Opleidingen Thuiszorg). SAB-V&V en FAOT hebben de feitelijke verantwoordelijkheid voor het toezicht op de branche erkende opleidingen neergelegd bij haar adviescommissie opleidingen. In deze adviescommissie hebben zitting: - De heer drs. H. Kanters (Actiz) - Mevrouw drs. A. Cremers (Nu'91) - De heer J. Sax van der Weijden (De Unie Zorg en Welzijn) - Mevrouw drs. M. G. van Swaay – Butter (CAOP). Secretaris van de adviescommissie Opleidingen.
Stichting Arbeidsmarktbeleid
SAB-V&V en Stichting FAOT Postbus 556 2501 CN DEN HAAG Tel: 070 – 3765765 Email:
[email protected]
Pagina 1
Projectcoördinatie Voor de branche erkende opleidingen tot EVV en GVP werken SAB-V&V en FAOT c.q. de adviescommissie Opleidingen met een externe projectcoördinator, te weten KplusV organisatieadvies. KplusV organisatieadvies Postbus 60055 6800 JB ARNHEM Tel: 026-3551355 Contactpersoon vanuit KplusV organisatieadvies m.b.t. de branche erkende opleidingen in de vvt branche is mevrouw J.M.P. Loof. Email:
[email protected] De projectcoördinatie voor de branche erkende opleiding tot kraamverzorgende ligt in handen van FAOT. Contactpersoon voor deze opleiding is Diana Lettink, email
[email protected], tel. 070 376 5926. Uitvoering erkenningsregeling Voor de uitvoering van de erkenningsregeling werken SAB-V&V en FAOT c.q. de adviescommissie Opleidingen met een externe uitvoerder. De uitvoering is in handen gelegd van Calibris Contract. Calibris Contract Postbus 131 3980 CC BUNNIK Tel: 030-7507000 Contactpersoon vanuit Calibris Contract m.b.t. de branche erkenning is mevrouw I.J. van der Linden. Email:
[email protected]
Pagina 2
Bijlage 3: Kosten voor het verkrijgen van de erkenning door de branche vvt Verwerven erkenning •
•
Het opleidingsinstituut betaalt bij aanvang van de procedure voor het verwerven van de erkenning een bedrag om erkend te worden. Hiermee verwerft het instituut de erkenning voor een periode van twee jaar. De hoogte van dit bedrag kan variëren. In geval het instituut voor wat betreft de professionaliteit van het instituut zelf (het A-deel van de erkenningscriteria) elders is erkend of gecertificeerd, dan vervalt de toetsing op deze aspecten. De kosten voor het verwerven van de erkenning zijn in dat geval lager dan wanneer de toetsing op het A-deel van de criteria wel moet plaatsvinden. − De kosten voor het verwerven van de erkenning, exclusief de facultatieve toets op de professionaliteit van het instituut bedragen € 1.800,- . − In geval de toetsing op de professionaliteit van het instituut wel moet worden uitgevoerd, dan bedragen de kosten voor het verwerven van de erkenning € 2.800,-. − Voor onderwijsinstellingen die de branche erkende opleiding tot kraamverzorgende aanbieden op basis van de relevante deelkwalificaties of het servicedocument kraamverzorgende (Calibris, 2009) èn daarvoor CREBO-erkend zijn, geldt dat niet wordt getoetst op professionaliteit. De onderwijsinstelling betaalt geen kosten voor het verwerven van de erkenning.
Behouden erkenning •
•
Vanaf het derde erkenningsjaar draagt het opleidingsinstituut bij aan de kosten voor het behoud van de erkenning. Het gaat om een jaarlijkse bijdrage van € 600,- per jaar. Onderwijsinstellingen die de branche erkende opleiding tot kraamverzorgende aanbieden en een CREBO-erkenning hebben voor de betreffende deelkwalificaties, worden alleen gecontroleerd op uitgifte van diploma’s via een jaarlijkse monitor. Deze onderwijsinstellingen dragen bij aan de kosten voor het behouden van de erkenning door een jaarlijkse bijdrage van € 600,- startend vanaf het eerste jaar.
Meerdere erkenningen •
In geval een opleidingsinstituut meerdere erkende opleidingen uitvoert, − Dan zijn de kosten voor het verwerven van de erkenning iedere keer dezelfde; − Maar worden de kosten voor behoud van de erkenning vanaf het derde erkenningsjaar lager: • De bijdrage voor de eerste erkenning is € 600,- per jaar. • De bijdrage voor de tweede erkenning is € 400,- per jaar. • De bijdrage voor de derde en volgende erkenning is € 250,- per jaar.
Pagina 1
Inning • • •
De kosten voor erkenning worden geïnd door het secretariaat van SAB-V&V SAB-V&V is niet BTW-plichtig Het instituut ontvangt een nota voor de inning van deze kosten.
Geldigheid tarieven erkenning • •
De bovenvermelde tarieven gelden vanaf 1 januari 2009 De tarieven zijn vastgesteld voor een periode van 4 jaar. In 2013 worden de tarieven opnieuw vastgesteld.
Pagina 2