reflectienota STUDIO - LJUBLJANA
THEORETISCH COMPONENT PIETERNEL DEKEYSER
THEORIE EN GESCHIEDENIS - masterproef uAD 2011-2012 docenten TC: Roeland Smits and Bart Van Gassen - docenten atelier: Jan Maenhout en Erik Van Daele
PIETERNEL DEKEYSER - reflectienota
1
inleiding
Algemeen opzet theoretische component Theorie en Geschiedenis De Theoretische Component Theorie en Geschiedenis heeft tot doel de studenten te ondersteunen in het funderen van het atelierproject in de ruimtelijke en maatschappelijke context enerzijds en de context van de stedenbouw- en architectuurdiscipline an sich anderzijds.
De input Er zijn twee vormen van input: lezingen die diepgaander een algemeen thema op een objectieve wijze behandelen en korte inputs die op een meer persoonlijke manier op specifieke thema’s inzoomen. Naast de verschillende inputs worden er workshops gemodereerd, teksten gecorrigeerd, presentaties becommentarieerd.
De output - de reflectienota Een reflectienota is de neerslag van het leerproces van de student. Stap voor stap, week na week wordt de reflectienota ingevuld als antwoord op telkens een nieuwe opgave. Er wordt verwacht van iedere student om iedere opgave te benaderen vanuit zijn of haar specifieke invalshoek én een wisselwerking te realiseren tussen beschouwingen en het atelierproject. In de verschillende stappen zullen de verschillende capaciteiten van de student aan bod komen: tekenen, schrijven, presenteren, discussieren.
PIETERNEL DEKEYSER - reflectienota
2
inhoud 1: ABSTRACT REFLECTIENOTA Leermethode: opdracht Timing: week 1 tot week 15
2: MAPPINGS
Lezing: Mappings (Roeland Smits)
Leermethode: les/mappings/terugkoppeling Timing: lezing week 1 en bespreking output week 2 en week 3
3: WATER URBANISM
Lezing: Water Urbanism (Bart Van Gassen) Leermethode: les/artikel/terugkoppeling Timing: lezing week 1 en bespreking output week 11
4: BENADERING VAN DE 21ste EEUWSE STAD
Lezing: Benadering van de 21ste eeuwse stad_deel 1 (Bart Van Gassen) Leermethode: les/reflectie/terugkoppeling Timing: lezing week 3 & bespreking output week 5
Lezing: Benadering van de 21ste eeuwse stad_deel 2 (externe spreker) Leermethode: les/reflectie/terugkoppeling Timing: lezing datum te bepalen & bespreking output week 5
5: STEDENBOUW EN DE ARCHITECTUURPRAKTIJK Leermethode: opdracht/workshop Timing: week 6
6: THEMATISCHE INPUT
Input: Publieke Ruimte (meerdere docenten)
Leermethode: input/reflectie/workshop/output atelier Timing: week 8
7: bespreking abstract, mappings, artikels en output atelier week 11, 12 en 13
8: indienen en jury reflectienota week 14 indienen en week 15 jury
PIETERNEL DEKEYSER - reflectienota
3
PIETERNEL DEKEYSER - reflectienota
4
abstract reflectienota
OPDRACHT
De student maakt een abstract van zijn reflectienota. Dit is een geïllustreerd artikel waarin de essentie van de reflectie en het atelierproject wordt weergegeven. De andere hoofdstukken van de reflectie zijn te beschouwen als enerzijds een middel om tot deze essentie te komen en anderzijds een meer uitgewerkte vorm van de gedachten, ontwerpideeën, standpunten ... die in deze abstract worden geformuleerd. In deze abstract wordt in het bijzonder aandacht besteed aan het formuleren van één of meerdere onderzoeksvragen en het innemen van een standpunt van de student ten aanzien van deze onderzoeksvragen. Zowel onderzoeksvragen als standpunt houden rekening met de specifieke ruimtelijke en maatschappelijke context en worden gekaderd binnen de architectuur- en stedenbouwpraktijk.vvv PIETERNEL DEKEYSER - reflectienota
5
een brede waaier aan bomen verspreiden zich over het terrein zelf in mekaar geknutselde moestuintjes nestelen zich tussen de bomen een drukke baan sneed bruusk een stukje vacant space af. De vacant space kreeg een eilandkarakter en veranderde stillaan in common space PIETERNEL DEKEYSER - reflectienota
6
IMPRESSIE VAN LJUBLJANA
hoofdstad van een EU-land?!
de geënsceneerde stedelijkheid langs het water, de fijne korrel van de typerende villawijken die binnendringen in de stad, de verspreide woonblokken uit de communistische tijd, het drukkere en nieuwere ljubljana, pitoreske plekken zoals de Krakovowijk,... al die SCHALEN, al die KORRELS binnen een straal van 2 km en toch heb je niet het gevoel dat ze in mekaar verweven zijn.
BONTE NEVENSCHIKKING van o.a. woonblokken, vaak in sterk contrast met de omgeving.
het collectief wonen en het collectief kweken het RURALE sijpelt de stad binnen ONBENUTTE POTENTIES als de prachtige, historisch en biologisch belangrijke botanische tuin die met afstandelijke hekkens begrensd is, de oninteressante voet van de fantastische Golovec heuvel, wild begroeide oevers die de relatie met het water volledig verbreken de dominantie van INFRASTRUCTUUR op sommige plekken, vaak plekken die boeiend zouden kunnen zijn zoals rond het Gruberkanaal, tussen de Kasteelheuvel en de Golovecheuvel
MIST BOMEN mist bomen water bomen mist bomen moestuinen bomen mist
PIETERNEL DEKEYSER - reflectienota
7
IMPRESSIE VAN LJUBLJANA
URBAAN-AANGELEGD-GESCENOGRAFEERD ljubljana
RURAAL-ONGESTRUCTUREERD-SPONTAAN ljubljana
een onvolwassen stad
OXFORD het rurale en het urbane pal tegen elkaar
Ljubljana is een stad die nog volop aan het ontwikkelen is. Het hartje van de stad, rond de drie bruggen is al overmatig aangelegd terwijl een kilometer verderop het rurale, onontwikkelde ljubjana haar gezicht laat zien. De bovenstaande foto’s - allemaal in het centrum van de stad genomen - tonen situaties die we niet verwachten in een hoofdstad van een EU-land. Ljubljana is nog niet volwassen en twijfelt tussen het grootstedelijke en het rurale. Aan de ene kant heb je de te gedefinieërde stad van Plecnik, waar geen spontaniteit meer te bespeuren valt omdat de gebruiktswijze van de plekken al vast liggen. Aan de andere kant heb je nog ongedefiniëerde plekken, terrain vagues, die voor een groot deel opgeëist zijn door de inwoners zelf die er hun moestuintjes aanleggen, een vorm van informeel gebruik van die plekken. Dit alles op wandelafstand van elkaar. Er zitten nog gaten in de stadsplanning maar dat maakt de stad net zo boeiend. Het biedt de stad bijzonder potenties. Men kan er dingen initiëren die in andere steden niet meer mogelijk zijn. De onvolwassenheid van de stad uit zich onder meer in de bonte nevenschikking. Moestuinen tussen moderne wooncomplexen, oninteressante inplanting van woontorens langs het water,... Diezelfde onvolwassingheid herkennen we ook in de bonte nevenschikking op de foto met de spoorweg als een grootstedelijke infrastructuur. Het is opvallend hoe de omgeving zich totaal nog niet heeft aangepast aan die stedelijkheid. De plek betekend niets en wordt dan ook maar gebruikt als parking. We herkennen dus een vorm van transformatieproces. Stedelijkheid wordt geimplimenteerd maar wat doet de omgeving ermee? Dat proces is ook aan te duiden aan de hand van de foto met de moderne woning die volledig afstapt van het morfologietype van de rurale wijken en kiest voor een architectuur die niets meer te maken heeft met de omgeving - een typisch stedelijk fenomeen. Dit wijst dus op de twijfel tussen het grootstedelijke en het rurale.
PIETERNEL DEKEYSER - reflectienota
8
AANGELEGDE LJUBLJANA VAN PLECNIK vs TERRAIN VAGUES - INFORMEEL INGEPALMD ALS MOESTUINEN (licht groen)
AANGELEGDE LJUBLJANA VAN PLECNIK vs TERRAIN VAGUES - INFORMEEL INGEPALMD DOOR MOESTUINEN
van vacant space tot common space. de officieel functieloze plek, een terrain vague, wordt spontaan gebruikt door de mensen uit de buurt. die spontaniteit is ook af te lezen in het gebruik van de oevers en in de architecturale taal van de moestuintes en de opberghokjes. zelfs de bomen staan er ongestructureerd door elkaar. niets is gestructureerd, dit in groot contrast met het aangelegde ljubljana van plecnik.
Ljubljana heeft nog een overvloed aan terrain vagues. Het grootste deel van die gebieden zijn in gebruik genomen als moestuin. Maar die plekken dreigen verloren te gaan omdat de stad verder wil ontwikkelen. Daarbij wordt vaak de kwaliteiten van die plekken niet als belangrijk gezien en wordt er voor tabula rasa gekozen. De site zelf wordt gedomineerd door de spontaniteit van de moestuinen. Het is een van de grootste terrain vagues in Ljubljana die ook nog eens het dichts bij het centrum van de stad ligt. Met andere woorden; deze site is een en al potentie. PIETERNEL DEKEYSER - reflectienota
9
PIETERNEL DEKEYSER - reflectienota
10
HOE KAN JE TERRAIN VAGUES VALORISEREN ZONDER DAT ER EEN PROGRAMMA WORDT INGEPLANT DIE DE SPONTANITEIT TENIET DOET?
HOE KAN IK ALS ONTWERPER EEN PROGRAMMA INPLANTEN OP DE SITE EN DAARBIJ DE TYPERENDE SPONTANITEIT VRIJWAREN?
a grammar for the city - OFFICE en DOGMA architects “not solving the problem but creating a frame in which the problem is acceptable” of hoe een duidelijke structuur alle vrijheid toelaat aan datgene dat zich tussen die structuur bevindt PIETERNEL DEKEYSER - reflectienota
11
METHODIEK “The relationship between the absence of use, of activity, and the sense of freedom, of expectancy, is fundamental to understanding all the evocative potention that the city’s terrain vagues have accrued as part of the very perception of the city in recent years. Void, then, as absence, and yet also as promise, as encounter, as the space of the possible, expectation. In this situation, the role of the architect is inevitably problematic. It seems that the entire destiny of architecture has always been colonization, the imposing of limits, order, form, the introduction into strange space of the elements of identity necessary to make it recognizable, identical, universal. Pertaining to the very essence of architecture is its condition as instrument of organization, of rationalization, of productive efficiency capable of transforming the uncivilized into the cultivated, the fallow into the productive, the void into the built. How can architecture act in the terrain vague without becoming an aggressive instrument of power and abstract reason? Undoubtedly, through attentive concern with continuity. Not, however, the continuity of the planned, efficient and legitimated city, but by listening attentively to the flows, the energies, the rhythms which the passing of time and e loss of limits have established.”
framing the uncontrolled
Sola Morales - Terrain Vague
sola morales kaartte reeds het belang aan om de potenties te zien van ongedefinieerde plekken en het belang van de juiste houding van de architect die zijn project op een dergelijke site moet zien te implementeren. Hij moet die potenties gebruiken, valoriseren en versterken. Office kgdvs architecten en Dogma architects hebben met ‘Grammar For The City’ er hun antwoord op gegeven. “Architecture frames and supports what cannot be predicted: life. It’s not about solving a problem but about creating a frame in which the problem is acceptable.” Hier is de spontaniteit het ‘probleem’ die als een potentie moet gezien worden. Enkel door framing kan die spontaniteit blijven bestaan en geaccepteerd worden. De stuctuur die het framework kan vormen heb ik niet gevonden in de bebouwing maar wel in de aanwezige vegetatie en vooral de bomen. Hun inplanting initiëren een afbakening van zones. Die afbakening vervolledigen impliceert in feite een herstel van iets wat nooit bestaan heeft. Concreet kunnen die zones gezien worden als tuinkamers.
PIETERNEL DEKEYSER - reflectienota
12
DE ESDOORN ALS STRUCTUREREND ELEMENT acer platanoides en acer pseudoplatanus een inheemse boomsoort elk seizoen heeft hij een ander kleur terwijl de meeste bomen op de site enkel wisselen tussen de kleuren groen en bruin. Dennen bijvoorbeeld, die heel het jaar door groen blijven worden in de lente gecamoufleerd tussen de groene esdoorns terwijl hun aanwezigheid in de herfste, wanneer de es rood kleurt des te meer opvalt net door dat contrast. het is van belang de bestaande vegetatie te kunnen onderscheiden van de nieuwe. De speelsheid van de vrucht kan een grote meerwaarde bieden aan de beleving en aan de kind- / gebruiksvriendelijkheid van de site.
soorten bomen op de site
Als ontwerper heb je enkel de mogelijk- het frame in de vorm van een bomenmassa die tuinkamers omslluit met inpassing van het programma heid om ruimtes te ontwerpen die initiatieven initiëren, dat door sferen af te bakenen. Door kamers te bufferen, de randen vorm te geven en in de open ruimte zelf een vrij gebruik toe te laten, zullen de potenties van de plek dus behouden worden en is er ruimte voor nieuwe initiatiëven, nieuwe spontaniteit. Naast ruimte voor de moestuinen, zullen bepaalde kamers een deel van het manege- en herbergprogramma toegeschreven worden en zal er dus altijd iets te opserveren vallen, ook voor diegenen die niet specifiek voor dat programma naar de site komen. Zo zullen kamers ook functioneren als publieke ruimte. Dat elke kamer een eigen karakter heeft, zal dus te maken hebben met het inpassende programma en de daarbij horende architecturale taal. Daarnaast verschillen de begrenzingen qua doorlaatbaarheid. Nu zijn de enige structurerende elementen op de site de opvallende bomen die de omkadering van de kamers initiëren. Die omkadering wordt vervolledig door een buffer van bomen die qua inplanting en kleur, naar gelang het seizoen, contrasteren met de bestaande bomen. Vraagt het programma enige privacy, dan zal de buffer een dichtere massa vormen, een buffer als een filterend membraan. Deze diffuse eigenschap is dus mede bepalend voor de sfeer. Al die kamers gebundeld op de site vormen een oase in de stad waar interactie en initiatieven kunnen ontstaan tussen een brede waaier aan doelgroepen. PIETERNEL DEKEYSER - reflectienota
13
PROGRAMMA
De keuze voor een manege met herberg als programma is logisch aangezien de verbinding en dus de beleving van de verschillende natuursferen in en rond de stad een belangrijk aandachtspunt is. Dat wordt mogelijk gemaakt door fietstochten en wandelingen te paard. Mensen moeten zich bewust zijn van het belang en de schoonheid van de natuur die zo talrijk aanwezig is rond de stad. Door de ligging van de site, in het midden van het groene verhaal, is een natuurpunt die deze belangen aantoont een gepaste aanvulling voor het programma. Het feit dat het ‘pad van herinnering en kameraadschap’ – een bijna 33 km lang verhard pad rond Ljubljana die de route volgt van het prikkeldraadhek dat de stad tijdens WOII omringde - de site raakt, kan enkel maar de beleving en het belang van de plek versterken. Ook wordt de focus gelegd op Equine Assisted Therapy, therapie met paarden voor patiënten met een niet aangeboren aandoening. De vraag ernaar is enorm maar het aanbod is nog heel beperkt. De paardencultuur zit al eeuwen verankerd aan Slovenië. Het Lippizaans paardenras is een echte trots van het land. Door die paarden in te zetten op de manege wordt een stukje cultuur binnengebracht in de hoofdstad en wordt, door het therapeutisch doel, het ras uit zijn elitaire kringen getrokken. De omgeving van de manege, als niet typisch therapeutisch, is één van de belangrijkste factoren bij EAT. Het is van groot belang dat de omgeving niet te vergelijken valt met een omgeving die de patiënten, voor de aandoening, gewoon waren. Anders kunnen ze te vaak geconfronteerd worden met hoe het ‘vroeger’ was, en wat ze toen konden en nu niet meer. Ook het wandelen met het paard van de stallen naar de piste is een belangrijk deel van de therapie. De verweving van het programma in de intieme tuinkamers lijkt mij de ideale niet-therapeutische omgeving. De nabijheid van de botanische tuin en het daaraan gekoppeld instituut (voeding, dans, dierenverzorging) is een gepaste aanvulling voor het programma. De omringende residentiële wijken leggen al een schaal en een korrel vast die de architectuur moet bepalen maar door de taal en de dominantie van de tuinkamers doet die architectuur er niet meer echt toe. Eenvoudige, uitgepuurde volumes zullen volstaan.
In feite kan de de plek, met de zones en het programma zien als één groot park op schaal van de individu, de rustzoeker, de patient, de tuinier,.... Het moet en oase worden op vijf minutjes fietsen van de drie bruggen in het hartje van de hoofdstad. PIETERNEL DEKEYSER - reflectienota
14
PIETERNEL DEKEYSER - reflectienota
15
Ljubljana in zijn wijde omtrek adembenemende natuur waar de Slovenen trots op (mogen) zijn
PIETERNEL DEKEYSER - reflectienota
16
PIETERNEL DEKEYSER - reflectienota
17
PIETERNEL DEKEYSER - reflectienota
18
mappings LEZING 1
-
docent: Roeland Smits
OPDRACHT
Een niet te onderschatten fase binnen het ontwerpproces betreft het ‘mappen’. Mappen is een proces waarbij een site of context wordt gepotentialiseerd (Corner 1999). Mappings gaan in die zin verder dan het louter inventariseren en interpreteren van specifieke meetbare elementen, alhoewel dat een inherent onderdeel van ‘mapping’ uitmaakt. Eerder dan een droge analyse van de site waarbij kwantiteit de inhoud voorbijgaat, wordt van de student verwacht dat hij de aangereikte technieken van ‘mapping’ toepast om de verborgen dynamieken bloot te leggen die een ruimte hebben vormgegeven. Mappings maken een inherent onderdeel uit van het ontwerpproces. De student maakt een reflectie omtrent de toegepaste techniek om tot bepaalde bevindingen te komen. Hij doet dit aan de hand van min 5 en maximum 10 slides (afhankelijk van de gekozen mapping, te bespreken in samenspraak met docent TC) waar de nadruk ligt op het beeld en waar een bondig onderschrift kan specifiëren. De eerste slide geeft weer wat de precieze onderzoeksvraag is die werd gesteld en welke techniek er werd gebruikt om deze onderzoeksvraag te beantwoorden. De daaropvolgende slides geven de ‘mapping’ weer. Een laatste slide geeft een bondige reflectie omtrent de inzichten die werden verworven door gebruik te maken van de aangereikte technieken. De slides worden individueel besproken in het atelier. PIETERNEL DEKEYSER - reflectienota
19
MACRO
MESO
MICRO
Ljubljana ligt gekneld tussen meerdere groene heuvels enerzijds en uitgestrekte agrarische gebieden anderzijds. hierdoor komt het agrarisch gebied in gebrang bij stadsuitbreiding. De te onderzoeken site ligt net op de grens van het historisch centrum met die stadsuitbreiding in de vorm van een uitgestrekte, eentonige residentiele kwab. Kenmerkend voor de site is de vertakking van het water. Qua schaal en sfeer is Ljubljana te vergelijken met Gent.
GENT
LJUBLJANA LJUBLJANA OPPERVLAKTE STAD OPPERVLAKTE STAD
275275 KM² KM²
AANTAL INWONERS AANTAL INWONERS
310310 000 000
PIETERNEL DEKEYSER - reflectienota INWONERS / KM² INWONERS / KM²
UITBREIDINGSBEBIED
LJUBLJANA
1127.27 1127.27
GENT GENT 156.18 KM² 156.18 KM² 246.967 246.967 1583.12 1583.12
20
INVLOEDEN EN CULTURELE VORMING DOORHEEN DE GESCHIEDENIS
HISTORISCHE GEBOUWEN
PUBLIEKE RUIMTE GROOT TEKORT
Slovenië heeft een enorm rijke maar bewogen geschiedenis. De site zelf kent echter geen ‘gebouwde’ geschiedenis. Weinig plekken komen in aanmerking om opgenomen te worden in het collectief geheugen van de inwoners van Ljubljana. De meeste belangrijkste functies in de stad zijn gebundeld boven de Gradascica en ten oosten van de kasteelheuvel wat maakt dat het niet duidelijk is welke betekenis de site heeft voor de stad. De belangrijkste functies op de site zijn op onderstaande kaart aangeduid. Behalve het multifunctioneel Spicaplein, die het dichts aansluit bij de door Plechnik geënsceneerde stadskern, is er geen functie te vinden die het status van kern, van centrum voor de wijk kan dragen.
VERSPREIDING VAN FUNCTIES OVER DE STAD
PIETERNEL DEKEYSER - reflectienota
FUNCTIES OP DE SITE
21
PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT
PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT
PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT
OVERSTROMINGSGEVAAR
GROEN IN SLOVINIE
Slovenië is een deel van het gigantisch rivierbekken van de Donau. Door het vele water, hoofdzakelijk afkomstig uit het Alpengebergte, behoord het uitgestrekt agrarisch gebied ten noord westen tot de belangrijkste moerasgebieden van Europa. De biologische waarde van dit gebied is niet te onderschatten, in tegendeel, de plek is vrij uniek. De site zelf vormdt de verbinding van de stad met het moerasgebied (Barje). Het moerassig zijn van een gebied gaat natuurlijk gepaard met een groter overstromingsgevaar, wat dus ook geldt voor de site zelf. De nabijheid van dit uitgestrekt moerassig landschap, de bosrijke heuvels en de Alpen zorgt voor een van de grootste sfeerscheppers in en rond de stad, namelijk de mist.
PIETERNEL DEKEYSER - reflectienota
22
VORM
DATUM grid - bebouwing
PROGRAMMA
DENSITEIT
MORFOLOGIE
RUIMTEGEBRUIK straten - tussen
HISTORISCH CENTRUM OUD PRULE GRID 1
P
a b
P
GRID 2 GRID 33
a b
GRID 4
a b c
Bovenstaande matrix toont onder andere aan dat e residentiële wijken rond de site ontwikkeld is vanaf 1976. Straten werden volgens een grid aangelegd en gelijktijdig werden de daarbijhorende percelen volgebouwd, villatje naast villatjes. In een mum van tijd was het volledige grid opgevuld. Dit maakt duidelijk dat het grid en de onwikkeling van de site gepland was, wat de site in feite, op het eerste zicht, minder interessant maakt. We merken ook een gradatie in morfologie op. In het historisch centrum van de stad zijn de randen elke bouwblok volledig dicht terwijl bij grid 1a bijvoorbeeld, de volumes uit mekaar getrokken worden wat meer open ruimte creeërt tussen de gebouwen. Maar die openruimtes zijn volledig waardeloos.
MORFOLOGIE
HISTORISCH CENTRUM OUDE PRULE
STRATENPATROON STRATENPATROON
GRID 1 GRID 2 P
GRID 3 SPACESYNTAX SPACE SYNTAX doodlopende straten in blauw BLAUW - DOODLOPENDE STRATEN
PIETERNEL DEKEYSER - reflectienota
GRID 4
23
Zoals reeds aangehaald kent de site geen centrum. Dit komt, naast de keuze voor het duidelijk grid die overal, volgens eenzelfde ritme werd volgebouwd is, door het gebrek aan publieke ruimte. De site kent hier en daar wel ‘open’ ruimte maar die hebben te weinig potenties om tot publieke ruimtes te kunnen promoveren. Do foto hiernaast is een duidelijk voorbeeld van een open ruimte op de site. Een grootstedelijke layer, met belangijke infrastructuurwegen, wordt bovenop de eerder rurale residentiële wijken gelegd. Wat betekend die plek nog voor zijn opgeving? Toch kent de site ook plekken met veel potenties zoals de oevers van twee watertakken. Maar die potenties worden niet benut.
PUBLEIK - grid 1a PUBLIEK BEDOELDBEDOELD
BETREEDBARE RESTRUIMTE - grid 1a RESTRUIMTE BETREEDBARE RESTRUIMTE - grid 1b, 3 De prachtige oevers vormen een scheiding tussen het water en de woonwijken i.p.v. een connectie. Vele straten zijn doodlopend en zouden fantastische speelstraten kunnen zijn in het verlengde van de oevers. RESTRUIMTE Hoewel de school aan het Spika plein op nog geen 10m van het ligt, biedt MOGELIJKHEID TOTwater de zone daartussen niet de meerwaarde OPEISEN die ze zou kunnen bieden.
PIETERNEL DEKEYSER - reflectienota
24
activiteit op en aan het water aangelegde oever dicht contact met water onbetreedbare groene oevers geen contact met water PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT
PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT
PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT
PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT
De oevers in de binnenstad zijn, onder invloed van de visie van Plecnik, ‘ontworpen’ met als doel het water te betrekken in het stedelijk weefsel. ingrepen plecnik om water te bertekken in stedelijk weefsel. contact met het water. Slechts 1 van de 4 watertakken op de site maakt deel uit van dat geënsceneerde water in de stad. Bij het Gruberkanaal, tussen de kasteelheuvel en de Golovecheuvel, is de connectie met het water echter volledig zoek. De andere 2 takken zijn nog ‘onaangetast’ gebleven en bezitten enorm veel potenties. De oevers die samenkomen op de site zijn dus enorm verschillend, zeker qua sfeer en beleving, wat de plek des te boeiender maakt.
aangelegd groen natuurlijk groen grind, fiets en voetgangerspad verhard, fiets en voetgangerspad verharde zone bebouwde zone parking geplante bomen natuurlijke bomen
PIETERNEL DEKEYSER - reflectienota
25
LANGSE EN DWARSE KIJKRICHTING
DWARSE OVERSTEKEN
De relatie tot het water is dus een belangrijke topic voor de mapping van de site. We onderscheiden een langse en een dwarse relatie tot het water. Opvallend is de oever ter hoogte van de Prulewijk, ten westen van de kasteelheuvel, die volledig is aangelegd met een maximale dwarse relatie tot het water. Maar wat bevindt er zich achter die publieke oevers? Onderstaande kaartjes tonen aan hoe die ruimte is ingedeeld. Telkens wordt een zone aangeduid tussen het water en ... Hieruit werd duidelijk dat 1) niet alle oevers betreedbaar zijn 2) de afstand tussen het water en het dichtse pad vergroot naarmate we verder van de stad verwijderd zijn 3) vele straten in het residentieel gedeelte dwars op het water liggen en dus doodlopend zijn 4) de bebouwing overal op een zekere afstand van het water blijft, met andere woorden; Geen enkel gebouw gaat de relatie aan met het water. De woningen op de percelen die grenzen aan het water zijn identiek gepositioneerd als op de andere percelen wat niet logisch is aangezien het water een enorme meerwaarde biedt aan die percelen. Elke woning is gericht naar het grid en dat grid staat volledig los van het water. Er is een vorm van grens naar het water.
WATER - BETREEDBARE GROND
WATER - PAD
WATER - STRAAT
WATER - BEBOUWING
PIETERNEL DEKEYSER - reflectienota
26
GRENZEN OP EN NAAR DE SITE
Het thema grenzen is vaak van toepassing bij de mapping van de site. Er zijn grenzen op de site als de omheining van de botanische tuin, het privaatbord en de school die als een blok voor het water staat. De dominerende infrastructuur aan de voet van de kasteelheuvel vormt een grens naar de site. Ook vormen sommige oevers een grens naar het water. Door de vertakking van het water wordt de site opgesplitst in 4 delen die weinig relatie hebben tot elkaar. Het water kan in dat opzicht als een grens gezien worden.
PIETERNEL DEKEYSER - reflectienota
27
HET GRUBERKANAAL ALS EEN GROTE GRENS OP DE SITE. DE DOMINERENDE INFRASTRUCTUUR SLUIT HET WATER VOLLEDIG AF EN MAAKT DAT HET GEBIED TUSSEN DE KASTEELHEUVEL EN DE GOLOVECHEUVEL ENKEL NOG ALS RESTGEBIED KAN GEDEFINIEERD WORDEN
DE LINKSE EN DE RECHTSE FOTO ZIJN OP 20 METER VAN ELKAAR GETROKKEN. EEN ENORM DRUKKE, FIETSONVRIENDELIJKE BAAN SNIJDT DE PRULE WIJK - DIE OOK CHARMANT GEWEEST MOEST ZIJN - AF VAN HET PITORESKE OUD LJUBLJANA. HET GEVOLG VAN DIE DOMINERENDE INFRASTRUCTUUR IS DUIDELIJK TE MERKEN AAN DE VERLOEDERDE STAAT VAN DE WIJK. JE ZIET ER OVERAL GRAFFITI DIE NIET BEPAALD MOOI TE NOEMEN IS.
PIETERNEL DEKEYSER - reflectienota
28
De grootste merkwaardigheid aan de stad zijn de allom aanwezige moestuinen. Bovenstaand beeld is genomen op nog geen 10 minuten wandelen van het hartje de stad, de drie bruggen. Dat zoiets te zien is in het centrum van de hoofdstad van een EU-land is bijzonder boeiend en vreemd tegeljker tijd. De cultuur van eigen groentenkweek is dan ook sterk ingeburgerd bij de inwoners van de stad. Zo is er bij de drie bruggen een marktplaats waar onder andere die groenten verkocht kunnen worden. Op de kaart zien we hoe de moestuinen, waar een duidelijke structuur in te herkennen is afhankelijk van de gekweekte gewassen, verspreid zijn over de site en zijn omgeving. De gearceerde zones onderaan de kaart zijn akkerlanden die het begin van het uitgestrekt agrarisch en moerassig gebied aanduiden.
PIETERNEL DEKEYSER - reflectienota
29
PIETERNEL DEKEYSER - reflectienota
30
water urbanism LEZING 2
-
docent: Bart Van Gassen
OPDRACHT
De student schrijft een geïllustreerde tekst (circa 1000 woorden) over de relatie tussen water en stedenbouw. Hij of zij kan hiervoor gebruik maken van de verschillende lessen en input die vanuit de verschillende docenten werden aangereikt gedurende de master uAD. Daarnaast kan ook teruggegrepen worden naar het atelierwerk van de student of collegastudenten van de afgelopen semesters uAD en het atelierproject voor de masterproef. Internationale referentieprojecten, referentiebeelden en relevante artikels kunnen deze beschouwing verder voeden. PIETERNEL DEKEYSER - reflectienota
31
rivierbekken van de donau publieke bewustwording met de otter als leermeester
Ljubljansko barje als overstromingsgebied
In Europa zijn slechts 30 % van de in oorsprong moerassige gebieden tot op heden nog altijd als moerassen te definiëren. Ljubljansko Barje, met zijn 163 km² weilanden, bossen, akkers, sloten en heggen, het grootste onbebost gebied van Slovenië, is een van de belangrijkste moerasgebieden van Europa en behoort daardoor tot de Natura 2000, een Europees netwerk van beschermde natuurgebieden. Het is een gebied van bijzondere biologische kwaliteit. Ook al bedekt het gebied slechts 1% van Slovenië, het is wel de broedplaats van meer dan 100 van alle Sloveense vogels en de habitat van 45 zoogdieren zoals de zeldzame Europese otter en de beverrat die tot in het hartje van Ljubljana te vinden is. Het is een van de belangrijkste regio’s die het behoud van uitzonderlijke platen en dieren die reeds op de lijst van bedreigde soorten van Europa staan. Een van de projecten van Natura 2000 behandelt de bescherming van het ecologisch en economisch erg waardevolle rivierbekken van de Donau waarvan de venen van Ljubljana deel uitmaken. Het is van groot belang de bewustmaking van het belang van dergelijke gebieden voor het hele ecosysteem tot in de huiskamer te brengen. De otter wordt hier als charismatisch en aantrekkelijk symbool voor zoetwater ecosystemen ingezet voor educatie en publieke bewustmaking.
de barje die ruimte heeft aan de rivier tijdens de overstroming van september 2010
Onlangs nog, met de overstroming van 2012 die lelijk huis hield in Ljubljana, bewees de Barje ook zijn functie als buffergebied die de nodige ruimte geeft aan de Ljubljanica tijdens piekmomenten. Ondanks de aanleg van het Gruberkanaal tussen de Golovecheuvel en de kasteelheuvel in 1780, die dient om overtollig water snel af te voeren, werden delen van de stad zelf ook overspoeld. Gezien de klimaatsverandering zal het aantal overstromingen er niet op verminderen en moet er misschien gehamerd worden op het belang van het dergelijke buffergebieden, ook in de stad zelf. Naast de biologische waarde kent de Ljubljansko Barje ook een rijke geschiedenis die in reeds door populaire “Bobri” (Bever), een boek uit 1943 van de Sloveense schrijver en priester Janez Jalen gekend is bij het volk. Ooit was heel het gebied één groot meer. Vanaf 5000 v.Chr. ontwikkelden er zich nederzettingen van paalwoningen waar tot op vandaag nog restanten van gewonden worden. De laatste woning is waarschijnlijk tot 1000 v.Chr. overeind gebleven. Later droogde het meer deels uit tot enkel een moerassig gebie doverbleef. Die uitdroging is ook de reden waarom de beverrat nu in het centrum van Ljubljana zit, de beverrat die nu een mascotte van de stad is.
restanten van de paalwoningen gevonden in de venen van Ljubljana PIETERNEL DEKEYSER - reflectienota
Plecnik zag ook de kwaliteiten van de venen en ontwierp er een van zijn meesterwerken, de St Michael kerk, met een indrukwekkend houten interieur
32
Tussen de rijk beboste Kasteel- en Golovecheuvel en Ljubljansko Barje, als scharnierpunt tussen de geënsceneerde stad en het landschappelijke, is de gekozen site ideaal om die publieke bewustmaking mogelijk te maken. Het natuurpunt legt het belang uit van de Barje, aquatische ecosystemen, bufferzones,… en toont de biodiversiteit van zowel de moerassen als de beboste heuvels. De paarden van de manege brengen de mensen ter plaatse.
Wandelingen te paard De driehoeken duiden abstracte routes aan van 1, 2, 3 uur. De rode kring is het bestaande Pad van Herinnering en Kameraadschap die de lijn volgt waar, ten tijde van de WOII, prikkeldraad gespannen was. De ‘bewustwordingswandelingen kunnen dus aangevuld worden met geschiedenis van de stad.
Zoals reeds vermeld, is de site een goeie plek voor een ‘bewustmakingscentrum’. Daarnaast biedt het programma van een manege enkele voordelen die die bewustmaking kunnen versterken. De tuinkamers die als weide dienen, kunnen tergelijkertijd buffergebieden zijn die meer ruimte aan het rivierwater geven bij piekmomenten. Door te spelen met hoogteverschillen en kanaaltjes kan gecontroleerd worden welke weides het eerst gevuld mogen worden met water. De kamer die voor een deel permanent onder water staat, dient als bad voor de paarden, kan een recreatieve plek worden voor de bezoekers en kan afkoeling bieden voor diegenen die net een wandeling achter de rug hebben. de meest centraal gelegen kamer zou het eerst gevuld worden met water en biedt zo een recreatieve meerwaarde voor het naastliggend strand en het café. Indien nodig kunnen de rest van de weides nog overspoeld worden. Ookal is de overstroombare oppervlakte beperkt, het kan zeker een tool zijn in het hele bewustwordingsverhaal. PIETERNEL DEKEYSER - reflectienota
33
Het ‘ Cheonggyecheon (Stream) restoration project’ bijvoorbeeld, is één van de vele wetlandprojecten in Korea. Seoul, de miljoenenstad langs de Yangjaecheonrivier kende in de jaren 70 een enorme groei. De natuur moest plaatsmaken voor stedelijke ontwikkelingen. Al snel was de rivier sterk vervuild en verspreidde ze een stank over de stad. Midden jaren 90 werd dankzij het publieke bewustzijn dit natuurherstelproject gestart. Als resultaat is de stad nu een stedelijke, ecovriendelijke oase rijker op de plek waar vroeger een ‘vacant land’ lag. Dit is een duidelijk voorbeeld tot wat publieke bewustwording kan leiden.
Neretva river. Irrigatiesysteem als structurerend element in het lanschap
Het idee om water binnen te trekken in de kamers kan vertaald worden naar een irrigatiesysteem met hoofdkanalen die ook het water naar de buffergebieden brengt, worden vertakt in de kamers die ruimte bieden aan moestuinen. Een stervormige vertakking in een cirkelvormige kamer bijvoordbeeld kan alleen maar de vorm en de structuur van de moestuintjes versterken. Ook het speelse en kindvriendelijk karakter van die kleine kanaaltjes kan een meerwaarde zijn voor de ‘oase’ in de stad. De dynamiek van het water op de site en het duidelijke nut ervan in combinatie met het recreatieve en het speelse van het ontwerp is het gevolg van een totaal andere kijk op waterurbanise in Ljubljana. De diversiteit qua plekken, sferen en relaties tot water laat spontaan en informeel gebruik van de plek toe, terwijl in het hartje van de stad, het gebruik van de oevers duidelijk vast ligt. Het contrast met de gescenografeerde stad van Plecnik kan niet groter zijn! PIETERNEL DEKEYSER - reflectienota
34
PIETERNEL DEKEYSER - reflectienota
35
PIETERNEL DEKEYSER - reflectienota
36
benaderingen van de 21e eeuwse stad LEZING 3
-
docent: Bart Van Gassen + lezing externe spreker
OPDRACHT
De student gebruikt één of meerdere thema’s met betrekking tot het benaderen van de 21ste eeuwse stad die behandeld werden in de lezing. Hij of zij werkt deze verder uit en past deze toe op het atelierproject. Daarnaast kunnen ook andere benaderingen besproken worden en in interactie gebracht worden met elkaar. Dit gebeurt aan de hand van een korte geïllustreerde tekst (tekst ca 500 woorden). PIETERNEL DEKEYSER - reflectienota
37
Het kasteel van Ljubljana fungeert als het pareltje van de stad, het ultieme eindpunt. Het zicht vanaf dit punt is volledig gericht naar het historisch centrum met in de verte het nieuwe gedeelte van de stad. Maar wat met het gebied dat zich achter de muren van het kasteel bevindt (afb1) ? Dit gebied vol potenties kan omschreven worden als een achterkantzone, een rear zone. Het gebied is mentally exterior van de bevolking in de stad. Op de kasteelheuvel zijn er wel reeds ingrepen gedaan om de plek een betekenis te geven maar die ingrepen zijn alweer gericht op het kasteel. De Golovecheuvel, aan de andere kant van het Gruber Kanaal, werd niet geïntegreerd in het verhaal. Het is vooral de strook langs dat kanaal, die geflankeerd is door de heuvels, die de sfeer van het gebied bepaald. Het vormt een radicale, door infrastructuur gedomineerde breuk tussen de twee groene heuvels. Een spoorweg, een autoweg, het kanaal en nog een autoweg liggen evenwijdig lang elkaar zonder onderling een interactie aan te gaan (afb2). De infrastructuur vormt een duidelijke grens naar het water die op zijn beurt veel te diep ligt ten opzichte van de straten om enige relatie mogelijk te maken. De strook heeft trouwens nooit een betekenis gehad behalve een infrastructurele (afb2) . Interessant zou zijn om dit gebied - de twee heuvels en de strook ertussen - op te nemen in een verhaal, een verhaal die start bij een goed gekozen programma en gevoed wordt door de potenties van deze plek, om op die manier deze territory te recyclen.
Afb. 1,2,3 - site als achterkantzone – REAR ZONE Dat de plek geen echt deel uitmaak van het mental interior van de bevolking is ook duidelijk als we het gebied rond de plek opdelen in zones afhankelijk van de geschiedenis, de dominerende functies en de doelgroepen (afb4) .Wat opvalt is dat geen enkele zone de heuvels echt opeist, in tegendeel. De heuvels vormen een extra zone. Elk van de zones hebben een typerende sfeer en pluggen zich in op het water, die op zijn beurt ook een typerende sfeer heeft dankzij de ingrepen van Plecnik. De Ljubljanica kan gezien worden als een sequens van zijn invloeden, aangevuld met meer recente ingrepen. Deze nieuwe insteek in verband met zones en sferen kunnen we mappen als een Plecnik+ - graat (afb5) .
Afb.4 - zones en morfologie – COMPLEMENTARY ZONES PIETERNEL DEKEYSER - reflectienota
38
Afb. 5,6,7 - PLECNIK+ GRAAT – GROENE GRAAT – GROENE GRAAT MESO SCHAAL
Op de zelfde manier kunnen we ook een groene graat mappen die de opeenvolging van de verschillende sferen in het groene verhaal rond de site toont (afb6) . We zien dat de hierboven besproken rear zone opgenomen is in de groen graat en zo al een betekenis krijgt. Opvallend is dat de twee graten op een bepaalde plek elkaar gaan kruisen. Hieruit kunnen we afleiden dat dit kruispunt de ideale plek is om zowel de plecnik+ - graat als de groene graat op te laden met een nieuw programma (afb8) .
Afb. 8 - KRUISPUNT PLECNIK+ GRAAT EN GROENE GRAAT ALs PLEK VOOR PROGRAMMA PIETERNEL DEKEYSER - reflectienota
39
Als toepassing van de strategie complementary places zal deze site ingevuld worden met een programma die een aanvullende place, een nieuwe zone creëert waardoor op de site een unieke sfeer ontstaat die toch de beide graten kan opladen. Ik wil de uitdaging aangaan om een manege te ontwerpen die het stedelijke van de plecnik+ graat en het natuurlijke van de groene graat versmelt, zonder louter een verlengde te worden van de graten, in tegendeel. Het programma zou een extra sfeer en een extra dimensie moeten bieden aan de twee graten.
Afb. 9 EEN NIEUW PAD MET HET PROGAMMA IN HET MIDDEN LANGS DE GROENE GRAAT DIE DE REAR ZONE OPNEEMT IN HET VERHAAL
Stallburg in Wenen – De Boerekreek in Sint-Jan-in-Eremo STEDELIJKHEID VS LANDELIJKHEID
Ligweide Central Park – paardenweide Stedelijk strand in Brussel – buitenpiste manege STEDELIJKHEID VS LANDELIJKHEID: designtool voor een artificieel landschap
PIETERNEL DEKEYSER - reflectienota
40
PIETERNEL DEKEYSER - reflectienota
41
PIETERNEL DEKEYSER - reflectienota
42
stedenbouw en de architectuurpraktijk OPDRACHT: CASESTUDIE
-
docent: Roeland Smits
OPDRACHT
Ieder architecturaal en stedenbouwkundig project moet vertrekken vanuit een duidelijk standpunt over de stad enerzijds en de ontwerpdiscipline anderzijds. Binnen de huidige architectuuren stedenbouwpraktijk bestaat over het in te nemen standpunt geen consensus. Een aantal benaderingen staan naast elkaar of in bepaalde gevallen zelfs tegenover elkaar. Cruciaal binnen deze benaderingen is vaak de positie die door de architect/stedenbouwkundige ingenomen wordt ten opzichte van de bestaande stad en haar geschiedenis. Anders gezegd: hoe in het formuleren van een project om te gaan met de veelzijdige context (ruimtelijk, economisch, sociaal, topografisch) enerzijds en op welke manier wordt in het project de factor tijd verdisconteerd (continuïteit, breuklijn...). Voor deze opdracht maakt de student een bondige reflectie over zijn of haar benadering van architectuur en stedenbouw. Om deze benadering te illustreren selecteert de student uit de opgegeven lijst een architectenbureau (ieder bureau wordt slechts door één student besproken) waarvan hij of zij een stedenbouwkundig project, een architectuurproject en één of meerdere kritische teksten over het werk van dit bureau bestudeert. Het materiaal wordt grondig geanalyseerd en kritisch geëvalueerd. Aan de hand van beeld en uitleg worden de bevindingen van de student gepresenteerd en bespreekbaar gemaakt. Als conclusie wordt de benadering van het geselecteerde bureau betrokken op de eigen benadering van de student. Hier kunnen parallellen zijn maar ook tegenspraak. In wisselende verhoudingen. Het resultaat is een geillustreerde tekst van ca 500 woorden. De resultaten worden besproken in kleine workshops van een 10-tal studenten. PIETERNEL DEKEYSER - reflectienota
43
noA.architecten stedenbouwkundig project
WERVIK SITE VREDEGERECHT
In 2005 werd een citymarketingplan opgesteld voor de stad Wervik. Onder het motto wervend Wervik, waar de werkthema’s wonen, werken en vrije tijd naar voren werden geschoven. Leegstand van woningen en handelspanden en een gebrek aan eenheid en het stedelijk weefsel zijn enkele voorbeelden van problemen die aangepakt moeten worden. De stad moeten plek worden waar rust gepaard kan gaan met vernieuwing, stedelijkheid en bedrijvigheid. Een jury onder leiding van de Vlaamse bouwmeester koos noA.architecten om een masterplan op te stellen voor de StPol site binnen het kader van het citymarketingplan. In 1971 werd daar de St-Pol school afgebroken wat het karakter van de plek volledig veranderde. Met de monumentale neogotische gevel verdween ook een stuk collectief geheugen van de wervikenaren. Hierdoor ontstonden ongelukkige openingen in de straatgevel en werd het achterliggend restgebied toegankelijk. Plots werden de informele achterkanten van de bestaande bebouwing in directe confrontatie met elkaar gebracht. Het probleem is dat die gebouwen nooit in een bewuste relatie tot elkaar zijn ontworpen maar dat hun achterkanten nu wel een openbaar domein omsluiten. Op dat domein hebben zich gaandeweg stedelijke functies gevestigd zoals het politiekantoor, de bibliotheek en kantoren van het ACV en de CM. De vraag van de stad was dan ook om een nieuwe dynamiek te creëren rond de site en er de dienstenfuncties te versterken. Dit alles zou met een PPS (Publiek Private Samenwerking) gerealiseerd moeten worden. Door de strategische integratie van nieuwe volumes en de aanwezige elementen zoals de beek, de spoorweg en de nabijheid van het stadscentrum in het verhaal op te nemen, kwam noA.architecten tot een logisch, puur en haalbaar masterplan. De nieuwe volumes die evenwichtig communiceren met de fijne korrel van de omliggende bebouwing vormen de nieuwe voorkanten die het openbaar domein omsluiten. Door hun zorgvuldig afgewogen positie, hoogte, hun onderlinge relaties en hun relatie met het open domein werd de gepaste stedelijke schaal bekomen. Ze worden ingevuld met zowel woningen als commerciële functies en aangevuld met een nieuw vredegerecht. Het ontwerp van publiek domein als dragende en structurerende kracht in een stad is van groot belang. Ook wil noA.architecten buitenruimtes ontwikkelen die ook overblijfruimtes kunnen zijn zonder dat het (stads)pleinen in de klassieke zin zijn.
PIETERNEL DEKEYSER - reflectienota
44
architecturaal project
MENEN STADHUIS
De laatste jaren kreeg Menen meer faam door de alom geprezen vernieuwing van het stadhuis door noA.Architecten. Zij kregen de moeilijke opdracht om het beschermd monument met de belforttoren, het 18e eeuwse stadhuis en de 19e eeuwse uitbreidingen een toegankelijk en publiek karakter te geven. Het stadhuis ligt tussen de twee marktpleinen en heeft dus een prominente plek in de stad. Maar door de opeenstapeling door de jaren heen van ruimtes en was de structuur en de oriëntatie in het complex volledig zoek. Door eenvoudig weg een extra structuur voor de bestaande gevels op de binnenkoer te plaatsen en hierin de circulatie te organiseren kregen de oude gebouwen hun karakter terug. Deze ranke, witte stalen structuur, volledig opgevuld met glas, schept enorme duidelijkheid voor de bezoeker in de organisatie van het stadhuis. Alle niveaus worden visueel met elkaar verbonden en vullen zich met het licht die binnengetrokken wordt door deze nieuwe structuur. “Het Brugs- Brussels architectenbureau noA heeft op heel trefzekere wijze het gebouw gestript tot zijn oorspronkelijk bouwkundige structuur en het vervolgens poëtisch opgeladen en verweven met serene ingrepen. Het compromisloos moderne ontwerp sluit naadloos aan bij het historische weefsel van stad en gebouw.” noA.architecten gingen nog een stapje verder in de integratie van de rijke geschiedenis van het complex. Zo wordt in de verschillende kantoren die hun intrek kregen in de voormalige rijwoningen een link gelegd naar die huiselijke sfeer aan de hand van speels behangpapier van Benoit Van Innis. Ook werd in de inkomhal, die met een fijn gevoel voor ruimtelijkheid onder handen werd genomen, een glazen plafond voorzien die de belforttoren visueel binnentrekt. Het gebouw vormt een opeenvolging van sferen die telkens overgoten zijn met licht en ruimtelijkheid. Door de doordachte circulatie kunnen personeel en bezoekers via verschillende routes, die elk gekenmerkt zijn door een zeer eigen, specifieke beleving, hun doel bereiken. PIETERNEL DEKEYSER - reflectienota
45
Deze citaten vatten de werking van het bureau goed samen. Voor mij maken ze duidelijk hoe de kwaliteiten van de projecten van noA.architecten een projectie zijn van hun visie. Het menselijke van hun architectuur, de juiste schaalverhoudingen met de omgeving en de finesse van het uiteindelijk architecturaal beeld zijn de aspecten die mij aanspreken aan dit bureau en die me kunnen helpen in het inpassen van mijn programma op de site waar de stedelijke korrel overgaat in de landschappelijke. Veel stedenbouwkundige projecten hebben ze nog niet op hun palmares staan. Het project in Wervik is dan ook vrij kleinschalig, maar net daarom denk ik dat de keuze voor noA.archecten een goede beslissing was. Het juiste evenwicht tussen stedelijkheid, innovatie en de schaal, de korrel van de plek samen met het budget is een aspect die in het hele oeuvre dan het bureau te herkennen is. Ook blijkt uit hun eenvoudige analyse van de site de pure logica in hun aanpak waaruit dan snel en automatisch een stedenbouw-kundig antwoord op gevonden werd. De niet te onderschatten complexiteit van de ontwerpvraag voor het stadhuis in Menen en de pure eenvoud en logica waarmee ze de vraag een architecturaal antwoord gaven getuigd van een intelligente ontwerpstrategie. In feite kan je de site in Ljubljana opvatten als een fragile site in die zin dat het de gewone mens is, de visser, de tuinier,... die de plek waarde hebben gegeven. Ook is de sfeer op de site uniek in de stad. Het is een terrain vague met potenties die deels aan het licht zijn gekomen door die gewone mens. Een onwerp maken voor deze site vraagt dus een subtiele aanpak die rekening houdt met die fragiliteit, een aanpak die Noa.Architecten volledig begrijpt. Niet zozeer hun projecten zelf maar wel hun visie en hun manier van werken kan ik dus meenemen in mij ontwerp
PIETERNEL DEKEYSER - reflectienota
46
PIETERNEL DEKEYSER - reflectienota
47
PIETERNEL DEKEYSER - reflectienota
48
publieke ruimte INPUT 1
OPDRACHT
De student reflecteert over het thema in relatie tot de atelieropdracht. Dit aan de hand van 10 slides waarbij de nadruk ligt op het beeld en waar een bondig onderschrift het beeld aanvult. De eerste zes slides geven een meer algemene reflectie. Deze worden bediscusieerd in een workshop. De laatste 4 slides hebben betrekking tot het atelierproject waarvoor eigen beeldmateriaal wordt ingezet.. Deze laatste worden individueel besproken in het atelier. PIETERNEL DEKEYSER - reflectienota
49
office kgdvs en dogma architects PIETERNEL DEKEYSER - reflectienota
of hoe een duidelijke structuur alle vrijheid toelaat aan datgene dat zich tussen die structuur bevind
50
De hedendaagse samenleving en levensstijl heeft onze noden en verwachtingen van de stad drastisch veranderd. De steeds sneller innoverende maatschappij verplicht ons er toe altijd en overal bereikbaar te zijn. De werkplaats beperkt zich bijvoorbeeld niet meer tot de kantoorruimte maar breidt zich uit tot de gehele stad, zelfs tot de hele wereld. Er is een enorme verhoging van het te verwerken prikkels en daarbij een verhoging van de productiviteit van het denken. Het steeds groeiende belang van ‘global network’ vergroot ook onze nood aan eigen plekjes buiten de muren van de woning. Zich eventjes kunnen afschermen maar toch net binnen de grens van de stedelijke dynamiek blijven, is een algemene must geworden. De grote stedelijke korrel heeft dus nood een fijnkorrelige layer waarbinnen men elk zijn ‘easy-spots’ kan opeisen. De drive van de stad is voor velen een enorme inspiratiebron maar net daarom is er nood aan dergelijke plekken om die drive te laten bezinken. Het is net die mix van korrels die de identiteit van de stad vormt. Het belang van de ergonomische stad, op schaal van de mens is dan ook niet te onderschatten. Alles draait om interactie, van persoonlijk contact tot het observeren op afstand van elkaars doen.
Mensen kijken nu eenmaal graag naar mensen.
mp3 als tijdelijk afscherming van het stedelijk gebeuren maar binnen het stedelijk gebeuren blijven, namelijk de metro
powers of ten - Eames (in Ljubljana) De hedendaagse maatschappij richt zich steeds meer op het universele, het grootschalige mede dankzij de communicatietechnologie. We zijn overal. Dit maakt dat de mens steeds meer belang hecht aan het kleinschalige.
sterk toenemend aantal gsm’s, computers,... per persoon
CULTSPOT berlin
of hoe een duidelijke zonering van culturele broedplaatsen, net buiten de stedelijke kern, voor een boeiende en gevarieerde dynamiek in de stad kan zorgen. Die kern is enorm inspirerend terwijl dergelijke cultspots nodig zijn om die inspiratie te laten borrelen.
PIETERNEL DEKEYSER - reflectienota
51
Merkwaardig aan de site is het feit dat ze zo dicht bij het hart van de stad ligt, letterlijk om de hoek van heel het stedelijk ensceneringverhaal van Plecnik, maar dat de korrel er opvallend veel fijner is. Er is niet veel meer te merken van het stedelijk weefsel maar omwille van de fysieke nabijheid ervan is de plek net zo boeiend. In het geënsceneerde Ljubljana speelt de gebouwde geschiedenis in op de publieke ruimte en omgekeerd. Alles is strategisch gepland om dynamic in de stad te brengen. Maar op de site is er geen gebouwde geschiedenis en is er enkel plaats voor publieke ruimte van een totaal ander kaliber. Door de fijne korrel is de site geschikt voor een ‘easy-spot’, net op de grens van het geënsceneerde en in een gebied waar de menselijke schaal nog duidelijk voelbaar is. De spot zou voor het bredere publiek vanuit de stad als rustplek, als oase in de stad, moeten functioneren en voor de omwonenden als een verlenging van hun tuinen. De site ligt namelijk op de grens van een residentiële wijk die zich vanaf 1930 aan een snel tempo ontwikkelde, villatje naast villatje met elk een weinig kwaliteitsvol tuintje. Het resultaat hiervan is een enorm uitgestrekt, eentonig gebied zonder een duidelijk centrum met hier en daar een restruimte zonder veel potenties. De site zelf heeft echter wel vele potenties die ingezet moeten worden om de nodige publieke ruimte te creëren. Als we kijken hoe in de urban planning omgegaan wordt met gebieden als de site (nog duidelijk aantonen en beschrijven met goeie termen), een eiland tussen de geënsceneerde stad en de verkavelde residentiële kring rond de stad, gebieden buiten de stedelijke kern maar waar er wel nog vraag is aan publieke ruimte, komen onderzoeks- en planningsbureaus als Clear Village, CCA en MUF architects vaak naar voor. Interactie en participatie tussen de omwonenden en de doelgroepen om als resultaat met de maximale exploitatie van de aanwezige troeven een dynamische publieke ruimte te bekomen staat bij hen centraal. Er wordt vaak ingespeeld op het belang voor de bewoners zelf, het belang van sociale contacten en interactie met de stad zelf. Als ontwerper heb je enkel de mogelijkheid om ruimtes te ontwerpen die initiatieven te initiëren door sferen af te bakenen. Dat is ook de methodiek die toegepast moet worden om de publieke ruimte op de site betekenis te geven. Hiervoor moet eerst gekeken worden hoe de site nu gebruikt wordt, de potenties daarvan inzien en die potenties met een ontwerp uitpuren en vrijwaren. Het is alvast opvallend dat de site gedomineerd wordt door spontaniteit.
PIETERNEL DEKEYSER - reflectienota
TILBURY
muf-architects
a horse tale: Een stuk wasteland moet plaats geven aan publieke ruimte. Maar de plek die in feite nooit een functie gehad heeft, wordt wel al eeuwen lang gebruikt als loopruimte voor de paarden van zigeuners. Wat nu? “Each parish has a manor, and each manor has a certain amount of ‘waste land’: that is, land not easily made use of by the manor. This waste land becomes common land – land over which commoners have certain rights, rights of grazing, for instance… (for a horse perhaps…)” “The horses in Tilbury signify a relation to place, both historic and current that falls outside the accepted order. The provision of the horse arena legitimises the presence of the horse and recognises the culture of travelling and so brings into the debate of the ordering of the public realm specific cultural values. The procession of the children as horses is a reframing of the familiar landscape through an unexpected occupation.” 52
Op de gekozen site zijn duidelijk drie zones te onderscheiden. De opvallendste is het driehoekig gebied die bruusk afgesneden is door een belangrijke weg. Er werd nooit echt een plan gemaakt om functies aan de plek te koppelen. Spontaan werd de grond opgeëist door omringende bewoners die daar hun eigen moestuintjes begonnen te ontwikkelen. De structuurloze spontaniteit, het eilandgevoel en de de bomen die er vrij groeien - niet gemanipuleerd door de mens, niet aangelegd uitgezonderd op de private gedeeltes - maken deze plek zo merkwaardig en charmant. Op luchtfoto’s, genomen in verschillende jaren is echter te merken dat die spontane moestuintjes dreigen te verdwijnen. De ongestructureerde verspreiding van de bomen en de veelheid aan soorten zorgen voor een boeiende dynamiek doorheen het jaar. In de winter domineren de strakke verticale groenhoudende sparren, in de zomer zorgen vooral de sierlijke treurwilgen en de monumentale kastanjebomen voor een totaal andere sfeer. De invloed van de seizoenen is ook duidelijk af te lezen aan de moestuinen. Het fijn grid wordt duidelijker naar mate de zones opgevuld worden met bepaalde gewassen. Visueel is de plek niet gefragmenteerd maar naar beleving toe wel doordat er delen geprivatiseerd zijn. Het private gedeelte is afgezet maar verder wordt er niet veel gedaan met de grond behalve het gestructureerd planten van bomen en hagen. Zoals Dogma architects claimen, moet er bij het invullen van een programma en publieke ruimte op de plek, een frame ontworpen worden die de karakteriserende spontaniteit toelaat. Alleen dan kan de spontaniteit blijven bestaan en de plek blijven domineren. Door kamers af te bakenen, de randen vorm te geven en in de open ruimte zelf een vrij gebruik toe te laten, zullen de potenties van de plek dus behouden worden en is er ruimte voor mensen die er hun eigen ‘easy-spot’ opeisen zonder dat het ontwerp die ‘spots’ al zelf markeert. Het zijn ook niet de bankjes zijn in het Citadelpark die het vaakst bezet zijn. Men zoekt er zelf zijn plekje.
spontaniteit rond en op de site
bomenrijk eiland afgesneden door druke baan
BRYANT PARK NY
losse meubels als frame die spontaan gebruik initieert en toelaat.
PIETERNEL DEKEYSER - reflectienota
53
GREENWICH LONDON EN SINAASAPPELPLUK IN VALENCIA of hoe seizoenen heel bepalend kunnen zijn in het gebruik van een publieke ruimte Zoals reeds aangehaald is het van een groter belang dat er iets te zien valt dan dat er iets te doen is. naast ruimte voor de moestuinen, zullen bepaalde kamers een deel van het manege- en herbergprogramma toegeschreven worden en zal er dus altijd iets te opserveren zijn. Dat elke kamer een eigen karakter heeft, zal dus te maken hebben met het inpassende programma en de daarbij horende architecturale taal. Daarnaast verschillen de begrenzingen qua doorlaatbaarheid. Nu zijn de enige structurerende elementen op de site de opvallende bomen die de omkadering van de kamers initiëren. Die omkadering wordt vervolledig door een buffer van bomen die qua kleur en inplanting en naar gelang het seizoen contrasteren met de bestaande bomen. Vraagt het programma enige privacy, dan zal de buffer een dichtere massa vormen, een buffer als een filterend membraan. Deze diffuse eigenschap is dus mede bepalend voor de sfeer. Al die kamers gebundeld op de site vormen een oase in de stad waar interactie en initiatieven kunnen ontstaan tussen een brede waaier aan doelgroepen.
soorten bomen op de site
sorenson en richard long PIETERNEL DEKEYSER - reflectienota
frame van een bomenmassa die tuinkamers omsluit met inpassing van het programma 54
INFRASTRUCTURAL URBAN DESIGN
Ed submitted a book chapter for a forthcoming book on infrastructural urban design. The essay explores the interstitial spaces of the Westway in London through literature, planning and its use.
Een structuur is nodig om spontaniteit en informeel gebruik toe te laten zoals Dogma Architects claimen. De structuur op de site ligt zodanig vast en is zo duidelijke dat hetgeen er binnen de structuur voordoet geen invloed zal hebben op die structuur. Alles kan. Maar omgekeerd geldt ook dat er misschien een structuur nodig is om informeel gebruik te initiëren. Dat is de taak van de ontwerpers. Wij kunnen enkel ruimtes ontwerpen om activiteit te initiëren maar wij kunnen niet controleren welke activiteiten er uiteindelijk zullen plaatsvinden. We moeten dus ruimtes ontwerpen die elke vorm van activiteit aankan.
URFUN LAB SURAT guerilla art
de randen zijn intiem, de ruimte die ze ontsluiten laat alles toe.
Dus concreet, wat is er van publieke ruimte op de site? Kamers die ingevuld zijn als weide bieden rust, een mooi zicht en spannende dynamiek bij overstromingen. (kaki) Kamers die ingevuld zijn als moestuinen zorgen voor sociale interactie. (licht groen) Kamers die functies voor de manege toegeschreven krijgen bieden de wandelaar interessante kijkpunten en interactie. Een kamer wordt opgevuld met zand die zo zowel als piste en als publiek strand gebruikt kan worden. (beige) Kamers die publieke functies als café en restaurant omsluiten zijn de meest publieke kamers waar evenementen kunnen georganiseerd worden. (geel) Kamers die een minder duidelijke invrulling krijgen zijn net die kamers die voor elke individu een andere betekenis kan krijgen . Het zijn kamers die de invullig als easyspot kunnen dragen.
PIETERNEL DEKEYSER - reflectienota
55
OASES IN DE STAD
GREENWICH PARK BARCELONA of hoe bij de enorme dy- of hoe diverse
namiek van het stedelijk weefsel een enorme plek van rust hoort Even weg uit de stad maar toch is de stad nog zo dichtbij en visueel aanwezig. De schaal van de ‘rust-oase’ is dan ook evenredig met de schaal van het stedelijk weefsel.
publieke ruimtes met elk hun eigen karakter zich inpluggen op een stedelijke ruggengraad. De ene laad de andere op en vice versa. Het belang van verschillende schalen, korrels, typologiën en intimiteiten van publiek ruimtes.
CITYLOUNGE of hoe een duidelijk
afgebakende zone een duidelijk afgebakende sfeer en beleving met zich mee brengt
OUD NICE
of hoe een fijne korrel tenmidden een stedelijk grotere korrel een oase kan vormen De dualiteit tussen de het rationele van het grote Nice en de chaos in het oude Nice is één van de boeienste aspecten van deze stad.
KEIZERPARK GENT VROEGER EN NU
Dit populair buurpark waar iedereen aan zijn trekken komt was vroegen een verwaarloosd, geisoleerd eiland tussen twee armen van de Schelde en zoals de site, afgesneden door een drukke baan. De fietsersbruggen zorgen voor een dynamisch spel tussen de rustplekken in het park zelf. Eenvoudige vormgeving creeren bijzondere kamers met elk hun karakter. Elk van die kamer initiëren andere initiatieven. Zo is er een gradatie van kamers voor actie, zoals een skatepark, tot intiemere kamers die blaken van rust.
PIETERNEL DEKEYSER - reflectienota
56
PIETERNEL DEKEYSER - reflectienota
57
PIETERNEL DEKEYSER - reflectienota
58
bronvermelding
- Krajinski park Ljubljansko barje http://www.ljubljanskobarje.si/ - Ljubjansko barje http://sl.wikipedia.org/wiki/Ljubljansko_barje - Ljubljana marchlands http://www.slovenia.info/?naravne_znamenitosti_jame=850&lng=2 - Solà-Morales, I. de (1995) Terrain Vagues. Cynthia C. Davidson - Dogma architects http://www.dogma.name/about.html - Office architecten http://www.officekgdvs.com/ - Wigley, M. “The Architecture of Atmosphere.” Daidalos 68 (1998); 18-27 - Varra, G. la (2003) “POST-IT CITY: The Other European Public Spaces”, Multiplicity. USE-Uncertain States of Europe, Skira, Milan. - infrastruktururbanismus. Symposium. Technische universität münchen http://www.infrastruktururbanismus.de/
PIETERNEL DEKEYSER - reflectienota
59