Reflectie gespreksvaardigheden
Gespreksvaardigheden dhr. H.J.J. Korte VD-A240-11 Liza Kester 12003107 Voeding en Diëtetiek 1C1 28 januari 2013
Inleiding Tijdens periode twee van blok één zijn er vier lessen gespreksvaardigheden gegeven. Tijdens deze lessen kwamen verschillende onderdelen aan bod die inzicht geven in hoe een professioneel gesprek kan worden gevoerd. Van elke les is een verslag gemaakt volgens het model van Korthagen. Dit model kent vijf stappen om te reflecteren op het eigen handelen. Voordat er kan worden gereflecteerd op het handelen is er ook uitgelegd wat er die les is gedaan. Hieronder volgen de verslagen per les.
Verslag bijeenkomt 1 Datum: 30 november 2012 Tijd: 13.00 – 14.30 Plaats: Den-Haag
Tijdens deze eerste les zijn de huisregels besproken voor de volgende lessen. Ook is er een belangrijke datum afgesproken. In week 9 moet op maandagochtend voor 9 uur het reflectieverslag digitaal worden ingeleverd. Verder moest iedereen vertellen wat hij/zij wil leren. Ik wil leren meer open vragen te stellen, zodat ik meer informatie van iemand krijg. Ook wil ik leren hoe ik de informatie van iemand kan samenvatten in een paar zinnen. Daarna werden de open en gesloten vragen besproken. Ook is het begrip LSD aan bod gekomen. Dit betekent luisteren, samenvatten en doorvragen. Dit is een belangrijke methode om een professioneel gesprek met iemand te kunnen voeren. Nadat de open en gesloten vragen waren uitgelegd, gingen we in tweetallen oefeningen doen. Tijdens de eerste oefening moest één persoon een bekende Nederlander in zijn/haar hoofd nemen, en de andere persoon mocht alleen gesloten vragen stellen om erachter te komen wie deze persoon was. Dit bleek erg moeilijk, omdat de vragensteller maar erg weinig informatie kreeg bij de vragen die hij/zij stelde. Dit ervaarde ik zelf ook zo, omdat ik na een aantal gestelde vragen niet meer wist welke vragen ik kon stellen. Ik had het gevoel dat ik de enige was die er niet achter kon komen welk persoon de ander in zijn hoofd had. Aan het einde van deze oefening bleek dat ik niet de enige was die niet meer wist welke vragen hij moest stellen en daardoor stilviel. Tijdens de tweede oefening moest weer één persoon een bekende Nederlander in zijn/haar hoofd nemen, alleen mocht de ander nu open vragen stellen om erachter te komen wie deze persoon was. Deze oefening was makkelijker, omdat de vragensteller meer informatie kreeg van de andere persoon bij de vragen die hij/zij stelde. Door deze oefeningen werd duidelijk dat door het stellen van open vragen de interviewer de geïnterviewde persoon uitnodigde om meer informatie te geven, dan wanneer de interviewer alleen gesloten vragen stelde. Ik heb deze oefening zelf ook als makkelijker ervaren, omdat
ik bij één vraag al gelijk meer informatie kreeg. Hierdoor kon ik er ook sneller achter komen welke persoon diegene in haar hoofd had. Ik voelde mij hierdoor opgelucht, omdat ik niet steeds zelf vragen hoefde te stellen, maar gelijk veel informatie kreeg en daar veel meer mee kon dan de losse antwoorden van de gesloten vragen. Als derde oefening werden er groepjes van drie mensen gevormd. Twee van deze personen moesten een gesprek met elkaar aangaan en de derde persoon moet observeren of er meer open of gesloten vragen werden gesteld. Hieruit bleek dat mensen van nature veel gesloten vragen stellen. Daardoor lopen de gesprekken sneller vast, omdat beide personen niet veel informatie geven bij gesloten vragen. Tijdens deze oefening heb ik zelf ook meer gesloten dan open vragen gesteld. Ik wil hier aan werken, omdat ik bij de vorige oefeningen heb gemerkt dat het prettiger is als iemand open vragen stelt. Je hebt hierdoor het gevoel dat iemand je veel meer uitnodigt om je verhaal kwijt te kunnen en daardoor loopt het gesprek ook fijner.
Samenvattend is er uit deze les naar voren gekomen dat er veel geoefend moet worden met het stellen van open vragen om een professioneel gesprek te kunnen voeren. Dit is naar voren gekomen door het doen van de verschillende oefeningen.
Verslag bijeenkomst 2 Datum: 13 december 2012 Tijd: 16.30 – 18.00 Plaats: Den-Haag
Tijdens deze tweede les werden de begrippen eenzijdige communicatie en tweezijdige communicatie besproken. Bij eenzijdige communicatie ben je als luisteraar afhankelijk van de kwaliteiten van de ander. Bij tweezijdige communicatie is er een mogelijkheid om vragen te stellen, wat wel meer tijd kost. Het uiteindelijke resultaat is over het algemeen wel beter. Deze begrippen werden uitgelegd aan de hand van twee oefeningen. Tijdens de eerste oefening was er sprake van eenzijdige communicatie. Hierbij moesten we luisteren naar hoe een medeleerling een tekening uitlegde en deze proberen na te tekenen. Tijdens deze oefening moest het helemaal stil zijn en mochten geen vragen gesteld worden. Na deze oefening werd duidelijk dat veel mensen de figuren niet goed hadden getekend, omdat er soms niet duidelijk genoeg werd uitgelegd. Ik had zelf ook het figuur niet goed getekend en heb deze oefening van eenzijdige communicatie dus ook ervaren als moeilijk. Ik voelde mij op sommige momenten besluiteloos en gefrustreerd, omdat ik niet wist wat ik moest tekenen en wat er precies bedoeld werd. Tijdens de tweede oefening werd er opnieuw een tekening uitgelegd die wij wederom moesten natekenen. Nu mochten er wel vragen gesteld worden, waardoor onduidelijkheden in de uitleg direct opgelost konden worden. Doordat deze
onduidelijkheden werden opgelost, hadden meer mensen de figuren goed getekend. Bij deze tweede oefening had ik het figuur ook goed getekend. Ik voelde me meer opgelucht dan bij de eerste oefening, omdat ik gelijk dingen kon vragen als ik het niet begreep. Hierdoor wist ik zeker wat er bedoeld werd en kon ik het gelijk goed in mijn schrift tekenen. Door deze oefeningen werd dus duidelijk dat tweezijdige communicatie betere resultaten oplevert dan eenzijdige communicatie. Tijdens oefening drie werd het samenvatten geoefend. Er werden groepjes van twee personen gemaakt en om de beurt moesten zij aan elkaar een verhaal vertellen. De andere persoon moest hiervan een samenvatting maken. Dit ging bij mij redelijk goed. Soms vond ik het moeilijk om de andere persoon bij te houden en alleen de kernwoorden op te schrijven. Soms ben ik geneigd om hele zinnen op te schrijven. Wat ik wel goed vond gaan, is dat als ik de samenvatting teruglees, ik nog steeds snap wat de rode draad was van het verhaal. Hierdoor zie ik dat ik wel kan samenvatten, maar alleen nog moet leren om het iets korter op te schrijven. Tijdens de vierde oefening werden er groepjes van 4 personen gemaakt. Twee personen gingen een discussie met elkaar aan en na een paar zinnen moesten zij samenvatten wat de ander had gezegd. De andere twee personen observeerden de punten luisteren en spreken bij de discussianten. Toen ik moest discussiëren vond ik het alleen lastig om echt goed en duidelijk te verwoorden wat de ander gezegd had. Ik had de neiging om de hele zin te herhalen. Na een paar keer oefenen voelde ik wel dat dit beter ging.
Tijdens deze les is er dus geoefend met eenzijdige communicatie, tweezijdige communicatie en samenvatten. Voor de volgende les moet iedereen een fotocamera bij zich hebben.
Verslag bijeenkomst 3 Datum: 07 januari 2013 Tijd: 09.30 – 11.15 Plaats: Den-Haag
Tijdens de derde les werd het begrip luisteren uitgelegd. Bij luisteren zijn de non-verbale en verbale houding van belang. Onder het begrip non-verbale houding wordt verstaan dat een gesloten houding erg asociaal kan overkomen. Er moet dus een open houding worden aangenomen. Dit is bijvoorbeeld: rechtop zitten, iets voorover gebogen zitten naar de spreker toe en de armen niet over elkaar. Hierdoor wordt de andere persoon meer uitgenodigd om zijn/haar verhaal te vertellen. Onder de verbale houding wordt verstaan dat je het verhaal van de spreker samenvat en de spreker aanmoedigt om door te gaan, door
‘mm, jaja en ga door’ te zeggen. Bij de eerste oefening werd duidelijk dat luisteren een onderschatte vaardigheid is. Tijdens deze oefening moesten vier leerlingen naar de gang en vertelde één leerling een verhaal over zijn kerstvakantie. De volgende moest dit aan iemand op de gang doorvertellen etc. Toen het verhaal bij de laatste persoon aangekomen was, was het verhaal verkort tot twee zinnen en waren er veel dingen weggelaten, maar ook spectaculairder gemaakt. Ik was zelf niet naar de gang gestuurd, en heb dus iedereen gehoord die het verhaal doorvertelde. Bij iedereen zag je dat ze alleen de belangrijkste en interessantste dingen onthielden en doorvertelden. Bij de tweede oefening was er een leerling die een verhaal vertelde aan een andere leerling. De eerste leerling wilde haar verhaal kwijt, maar de tweede leerling bleef verveeld en ongeïnteresseerd zitten. Hierdoor voelde de eerste leerling zich genegeerd en overbodig. Hierdoor werd duidelijk dat een gesloten houding van iemand al veel invloed kan hebben op de spreker. Tijdens de derde oefening werd iedereen opgesplitst in tweetallen. De eerste persoon moest een verhaal vertellen aan de tweede persoon, maar die mocht alleen op een non-verbale manier reageren en houding geven (open houding en knikken). Deze oefening heb ik als moeilijk ervaren, omdat je merkt dat als iemand een verhaal tegen je verteld, je al snel wilt ‘hummen’ of vragen wilt stellen. Ik had het gevoel dat ik niet genoeg interesse en gevoel toonde door alleen een open houding aan te nemen. Toen ik een verhaal aan mijn medeleerling vertelde en zij alleen non-verbaal mocht reageren, voelde ik mij ook heel erg genegeerd. Dit kwam omdat er niet op mijn verhaal werd gereageerd.
Tijdens deze les is er dus geoefend met verbale en non-verbale houdingen. Er is gebleken dat luisteren een erg moeilijke vaardigheid is.
Verslag bijeenkomst 4 Datum: 16 januari 2013 Tijd: 13.00 – 14.30 Plaats: Den-Haag Tijdens deze vierde en laatste bijeenkomst van gespreksvaardigheden, werd een simulatiegesprek met een patiënt geoefend. Dit betrof een intakegesprek. Door deze oefening konden we alle vaardigheden uit de vorige lessen toepassen op dit gesprek. Dit waren de open/gesloten vragen, samenvatten, luisteren en doorvragen. De eerste tien minuten konden we ons voorbereiden door wat vragen op te schrijven. Daarna voerden we om de beurt het gesprek met de patiënt. Naar mijn idee stelde ik wel goede vragen, maar mijn feedback was dat ik meer moest doorvragen. Ik had dit zelf ook in de gaten, omdat ik té snel van de ene vraag naar de andere vraag over ging, zonder dat ik nou eigenlijk heel veel
meer informatie had verkregen. Aan het einde van het gesprek wist ik waarom de patiënt was gekomen, maar ik was er niet achter gekomen wat nu haar echte probleem was. Dit had ik moeten doen door door te vragen. Mijn luisterhouding was wel goed. Ik had een open houding en maakte aantekeningen. Hierdoor kwam ik geïnteresseerd over op de patiënt. Het samenvatten aan het einde ging ook goed. Hierdoor kon ik controleren of het klopte wat ze allemaal had verteld. Ik kreeg als feedback dat ik dat goed had gedaan, omdat ze het gevoel kreeg dat ze echt begrepen werd. Verder waren de enige feedback punten nog dat ik de patiënt eerst op zijn gemak moest stellen en het doel van het gesprek moest vertellen, voordat ik direct met de vragen begon. Hierdoor kwam het gelijk over als een vragenlijst en niet als een echt gesprek. Ook wist ik niet zo goed hoe ik het gesprek af moest sluiten en daardoor begon ik te hakkelen. Ik heb hierbij de tip gekregen dat ik kan vragen hoe de patiënt het gesprek vond verlopen. Dit is tevens een open vraag, waardoor ik een afsluiting heb en feedback kan krijgen van de patiënt zelf. Nu ik al deze feedback en tips heb ontvangen, heb ik het gevoel dat ik een professioneler gesprek kan voeren. Ik moet wel in alle vaardigheden blijven oefenen, want nog niet alles ging even goed. Ik hoop dat ik hier in de toekomst veel aan zal hebben. Ik voel me al een stuk zekerder als ik een gesprek moet voeren, omdat ik weet welke hulpmiddelen ik kan gebruiken om een vloeiend en professioneel gesprek tot stand te brengen.