Refaja Ziekenhuis Stadskanaal
Zwangerschapsdiabetes Begeleiding in het Refaja ziekenhuis
Refaja Ziekenhuis Stadskanaal
ZWANGERSCHAPSDIABETES BEGELEIDING IN HET REFAJA ZIEKENHUIS INLEIDING waar het ziekenhuis, omdat tijdens heeft ontwikkeld. Zwangerschapsdiabetes ontstaat vaak in de tweede helft van de zwangerschap, verdwijnt na de bevalling en ontstaat vaak weer bij een volgende zwangerschap. Er is een verhoogd risico op zwangerschapsdiabetes als diabetes in de familie voorkomt, als u overgewicht hebt, als u eerder zwangerschapsdiabetes hebt gehad en als u eerder een kind hebt gekregen met een te hoog geboortegewicht. Deze folder beschrijft wat u kan verwachten tijdens de zwangerschap, de bevalling en de eerste periode daarna.
OORZAAK EN GEVOLG Zwangerschapsdiabetes ontstaat pas later in de zwangerschap als de organen van de foetus al zijn aangelegd. De kans op aangeboren afwijkingen is daarom niet groter dan bij een vrouw zonder diabetes. Bij zwangerschapsdiabetes is er vaak sprake van overgewicht waardoor het lichaam minder gevoelig is voor de werking van insuline. Als de placenta (moederkoek) zich ontwikkelt gaat deze zwangerschapshormonen aanmaken. Deze hormonen houden de zwangerschap in stand maar werken de insuline tegen. Normaal gesproken reageert de alvleesklier met een verhoogde insuline-productie. Als de alvleesklier niet in staat is om deze extra insuline aan te maken worden de bloedglucosewaarden hoger dan normaal. Door de hogere glucosewaarden in het bloed van de moeder krijgt het kind via de placenta ook meer glucose binnen. Het kind slaat deze glucose op als onderhuids vet. Hierdoor groeit het kind te snel en wordt te zwaar. Een te zware baby kan complicaties geven tijdens de bevalling.
Refaja Ziekenhuis Stadskanaal
DE BEHANDELING VAN ZWANGERSCHAPSDIABETES DE DIAGNOSE Bij een verhoogde kans op zwangerschapsdiabetes vindt er routinematig onderzoek plaats tussen de 24e en de 29e week van de zwangerschap. In deze periode ontstaat namelijk vaak de zwangerschapsdiabetes. In sommige gevallen wordt er al eerder onderzoek gedaan. Zwangerschapsdiabetes wordt vastgesteld door middel van een bloedonderzoek, de OGTT (Orale Glucose Tolerantie Test). Bij deze test wordt er eerst nuchter bloed afgenomen. Vervolgens krijgt u een drank met 75 gram opgeloste glucose te drinken. Er vindt opnieuw bloedonderzoek plaats na 120 minuten. Bij een te hoge uitslag (een glucosewaarde na twee uur boven de 7.8 mmol/liter) verwijst de gynaecoloog of klinisch verloskundige u naar de diabetesverpleegkundige en internist.
DE BEHANDELING Vaak is het mogelijk om met eenvoudige aanpassingen in de voeding de bloedglucosewaarden te verbeteren, zodat ze binnen het normale bereik liggen. Het is belangrijk om producten te vermijden met veel toegevoegde suikers zoals koeken, snoep en frisdrank. Geadviseerd wordt om producten te kiezen in hun meest natuurlijke vorm, bijvoorbeeld halfvolle yoghurt in plaats van vruchtenyoghurt. Een volkoren boterham in plaats van een bolletje. Ook een goede verdeling van de koolhydraten over de dag laten een verbetering van de bloedglucosewaarden zien. De diabetesverpleegkundige leert u bloedglucose te prikken met een eigen bloedglucosemeter. Als de waarden ondanks een goed voedingspatroon te hoog blijven (of worden) zult u behandeld worden met insuline. De diabetesverpleegkundige leert u hoe te injecteren en hoe de insulinedosering, de koolhydraat inname en de activiteiten op elkaar aan te passen. Dit wordt zelfregulatie genoemd. Een behandeling met glucoseverlagende tabletten is niet mogelijk tijdens de zwangerschap omdat deze mogelijk schadelijk zijn voor het kind.
DE DIABETESREGULATIE EN HBA1C De bloedglucose, gemeten met uw eigen meter moet lager zijn dan 5.3 mmol/l nuchter en lager dan 7.8mmol/l één uur na de maaltijd.
Refaja Ziekenhuis Stadskanaal
U bespreekt met de diabetesverpleegkundige hoe vaak u de bloedglucose moet meten. U belt of mailt haar wekelijks de waarden. Bij verhoogde waarden zal er gestart worden met insulinetherapie. Als u behandeld wordt met insuline kan ook het HbA1c gecontroleerd worden. U controleert met uw eigen meter of de bloedglucosewaarde na een genuttigde maaltijd goed is. Het HbA1c in uw bloed zegt iets over de gemiddelde glucosespiegel in de laatste twee maanden. Glucose hecht zich aan een eiwit in de rode bloedlichaampjes. Een grotere hoeveelheid glucose in het bloed leidt dus tot een hoger HbA1c. Een normaal HbA1c ligt tussen de 20-42 mmol/mol. Bij zwangerschapsdiabetes streven we naar een waarde onder de 53mmol/mol. De internist en diabetesverpleegkundige zullen u begeleiden bij het behalen van deze streefwaarden. Alle vrouwen met (zwangerschaps)diabetes worden besproken in een twee wekelijks overleg met de diabetesverpleegkundige, internist en gynaecoloog of klinische verloskundige.
DE VOEDING TIJDENS DE ZWANGERSCHAP De verzamelnaam van alle soorten suiker is koolhydraten. Deze bevinden zich in zetmeelproducten, fruit en melkproducten en worden verwerkt in bijvoorbeeld koek, snoep, frisdrank en ijs. De koolhydraten geven een stijging van de glucosewaarden in het bloed. Het is daarom verstandig om koolhydraten die niet nodig zijn te vermijden. Denk hierbij aan snoep, chocolade en frisdrank. De diabetesverpleegkundige zal u hierin adviseren en u een voedings-tabel geven zodat u kan zien hoeveel suiker er in de producten zit. Een gezond voedingspatroon en een goed gewicht zijn belangrijk. Tijdens de zwangerschap is het niet verstandig om actief af te vallen, omdat afvalstoffen van verbrande vetcellen schadelijk kunnen zijn voor het kind. Wel is het belangrijk dat het gewicht niet te veel toeneemt. Door verstandiger en gezonder te eten neemt het gewicht minder toe. Het is mogelijk dat u na de diagnose zwangerschapsdiabetes niet veel meer aankomt. Mocht u roken of alcohol gebruiken dan wordt u geadviseerd om hiermee te stoppen, omdat het schadelijk is voor de foetus.
HET EERSTE TRIMESTER: WEEK 1 TOT 12 Over het algemeen ontstaat in deze periode geen zwangerschapsdiabetes.
Refaja Ziekenhuis Stadskanaal
HET TWEEDE TRIMESTER: WEEK 12 TOT 24 Na ongeveer 18-19 weken neemt door de toename van zwangerschapshormonen de insulinebehoefte fors toe. In deze periode kan zwangerschapsdiabetes ontdekt worden. De diagnose zal gesteld worden door het OGTT-onderzoek. Als de uitslag verhoogd is gaat u naar de internist en diabetesverpleegkundige om met een behandeling te starten. U krijgt een zelfcontroleapparaat en leert hiermee de bloedglucosewaarden meten. U krijgt voedingsadviezen. Als de waarden te hoog zijn, zult u behandeld worden met insuline en leert u deze te injecteren.
DE BEGELEIDING TIJDENS HET TWEEDE TRIMESTER Als u geen insulinetherapie nodig hebt dan onderhoudt u contact met de diabetesverpleegkundige via telefoon of e-mail. Als u wordt behandeld met insuline dan bezoekt u de diabetesverpleegkundige en/of internist minimaal 1 keer per maand. Uw bloeddruk en gewicht worden gecontroleerd en er wordt bloed- en urineonderzoek gedaan. Bij elk bezoek wordt de bloedglucoseregulatie geëvalueerd. De bloedglucose, gemeten met uw eigen meter, moet lager zijn dan 5.3 mmol/l nuchter en lager dan 7.8mmol/l. één uur na de maaltijd. U bespreekt met de diabetesverpleegkundige hoe vaak u de bloedglucose moet meten. U belt of mailt haar wekelijks de waarden. Het Hba1c moet onder de 53mmol/mol zijn.
De gynaecoloog die u elk 4 weken bezoekt controleert uw gezondheid en de gezondheid en groei van de baby. Bij problemen met uw gewicht of voeding kunt u verwezen worden naar de diëtiste. Zwangerschapsdiabetes kan een zware belasting zijn. Daar zal aandacht voor zijn. Als uw werk door de combinatie diabetes en zwangerschap te zwaar wordt kunt u dit bespreken met uw gynaecoloog, klinisch verloskundige of diabetesverpleegkundige.
Refaja Ziekenhuis Stadskanaal
HET DERDE TRIMESTER: VANAF DE 25E WEEK Het is normaal dat de insulinebehoefte blijft stijgen, dus ook in deze periode kan insulinetherapie nog nodig zijn. Vanaf de 35ste week is het mogelijk dat de insulinebehoefte weer gaat dalen. Dit gebeurt wanneer de baby sterk groeit en de groei van de placenta achterblijft. Er worden minder zwangerschapshormonen aangemaakt en de glucosewaarden gaan dalen. Daarop zal de insulinedosering naar beneden toe aangepast worden. Bij een plotseling daling van de bloedglucosewaarden kunt u contact opnemen met de diabetesverpleegkundige. In het weekend mag contact opgenomen worden met de kraamafdeling (afdeling E). U kunt de insuline nog steeds in de buik injecteren. Mochten daar problemen bij ontstaan dan kunt u contact opnemen met de diabetesverpleegkundige.
DE BEGELEIDING TIJDENS HET DERDE TRIMESTER Tot de 32e week zijn de controles zoals hiervoor beschreven. Daarna is de controle afhankelijk van de behandeling en de resultaten van de behandeling. Het kan zijn dat u in deze fase vaker gezien moet worden. De bloedglucose, gemeten met uw eigen meter moet lager zijn dan 5.3 mmol/l nuchter en lager dan 7.8mmol/l één uur na de maaltijd. U bespreekt met de diabetesverpleegkundige hoe vaak u de bloed-glucose moet meten. U belt of mailt haar wekelijks de waarden. Het HbA1c moet onder de 53mmol/mol zijn.
De voorlichtingsavond “Bevallen in het Refaja ziekenhuis” wordt twee keer per jaar georganiseerd. Op een poster bij de gynaecoloog en op de website van het ziekenhuis, www.refaja.nl, worden de data van deze avonden aangegeven. U krijgt op deze avond ook de gelegenheid om de kraamafdeling en de verloskamer te bekijken.
DE BEVALLING De bevalling zal in het ziekenhuis plaatsvinden. Als het tijdens de zwangerschap moeilijk is om de glucosewaarden onder controle te houden bestaat de kans dat de baby een hoger geboortegewicht heeft dan gemiddeld. Het gemiddelde geboortegewicht is 3500 gram.
Refaja Ziekenhuis Stadskanaal
Echter ook bij perfecte waarden kan dit voorkomen, net als bij vrouwen zonder diabetes! Bij insulinetherapie wordt de bevalling ingeleid bij 38+0 weken zwangerschap. Als er niet met insuline behandeld wordt en er zijn geen andere redenen voor inleiden dan wordt er gestreefd naar een voldragen zwangerschap. Tijdens de bevalling moeten de bloedglucosewaarden tussen de 5.0 en 10.0mmol/l zijn. Een te lage waarde geeft risico op een hypoglykemie, een te hoge waarde kan juist een hypoglykemie geven bij de baby. De baby produceert namelijk meer insuline als de waarden hoog zijn.
NA DE BEVALLING Tijdens de zwangerschap kan uw baby gewend zijn om extra insuline aan te maken om uw soms verhoogde bloedglucosewaarden op te vangen. Door deze verhoogde insulineproductie kan de bloedglucosewaarde van de baby na de bevalling te laag zijn. Daarom wordt na de geboorte de bloedglucosewaarde bij de baby gecontroleerd en krijgt deze zo nodig extra glucose toegediend. De baby wordt nagekeken door de kinderarts. Soms kan het nodig zijn dat de baby opgenomen wordt op de kinderafdeling, maar als alles goed is mag de baby bij u op de kamer blijven. Uw glucosewaarden normaliseren direct na de bevalling. De insuline mag direct gestopt worden. U meet na de bevalling nog twee dagen de bloedglucosewaarden om er zeker van te zijn dat de waarden goed zijn. Er kan altijd overlegd worden met de diabetesverpleegkundige.
BORSTVOEDING Het geven van borstvoeding vraagt veel energie. Geadviseerd wordt om extra te drinken, gezond te eten en eventueel een extra boterham of stukje fruit tussendoor te nemen.
FOLLOW-UP U bezoekt de internist nog eenmaal na 6 weken.
Refaja Ziekenhuis Stadskanaal
Bij een volgende zwangerschap is de kans groot om weer een zwangerschapsdiabetes te ontwikkelen. Kennis over een gezonde leefstijl, voeding, gewicht en beweging zijn daarom belangrijk. Daar zal met u over gesproken worden. Het is mogelijk dat u na verloop van tijd blijvend diabetes ontwikkelt. U wordt daarom verwezen naar de huisarts voor een jaarlijkse controle gedurende de volgende vijf jaar.
ERFELIJKHEID Iedereen heeft kans op diabetes maar als diabetes type 2 in de familie voorkomt is de kans groter. Als vader of moeder het heeft: 10-20%. Als beide ouders het hebben: 20- 40%. Erfelijkheid is bij diabetes een verwarrend woord, je erft niet de ziekte, maar de aanleg ervoor. Of iemand het werkelijk krijgt hangt af van een samenloop van omstandigheden, die voor iedereen anders zijn. Bij type 1 diabetes speelt erfelijkheid een veel kleinere rol, er is 1 tot 4% kans om de ziekte te krijgen als één ouder het ook heeft.
ONDANKS DIABETES TOCH GENIETEN VAN UW ZWANGERSCHAP Er wordt veel van u verwacht in deze periode. Het is belangrijk dat u een actieve rol speelt en dat u aangeeft wat haalbaar voor u is. U wordt mogelijk belast met frequent ziekenhuisbezoek. We zullen proberen om zoveel mogelijk afspraken te combineren. De combinatie diabetes en zwangerschap vergt veel energie en het is raadzaam om uw werkgever in te lichten. Als de belasting te groot wordt kunt u overwegen om minder te gaan werken of eerder verlof op te nemen. Bespreek dit met uw gynaecoloog, klinische verloskundige of diabetesverpleegkundige. Probeer ontspanning en regelmaat voor uzelf in te bouwen. Stress en oververmoeidheid zullen de bloedglucosewaarden negatief beïnvloeden en uw plezier in de zwangerschap in het algemeen verminderen. Als u ongerust bent of vragen heeft mag u tijdens kantoortijden altijd contact opnemen met de diabetesverpleegkundige. Buiten kantoortijden kunt u contact opnamen met de kraamafdeling van het Refaja ziekenhuis. Wij hopen dat u ondanks uw diabetes kunt genieten van uw zwangerschap en dat deze folder daar een bijdrage aan levert.