Refaja Ziekenhuis Stadskanaal
Kind met diabetes en insulinepomp Algemene informatie voor kind en ouders
Refaja Ziekenhuis Stadskanaal
KIND MET DIABETES EN INSULINEPOMP ALGEMENE INFORMATIE VOOR KIND EN OUDERS INLEIDING Een insulinepomp is een apparaatje dat gebruikt wordt voor de toediening van snelwerkende insuline. De insuline wordt automatisch, verdeeld over 24 uur, aan het lichaam afgegeven. Extra insuline voor de maaltijd wordt als bolus gegeven. Er zijn 2 pompvarianten: • Een draadloze pod waar insuline ingespoten wordt en die via een handcomputer bediend wordt. • Een pomp waar een ampul insuline in gaat en die via een infuussysteem gekoppeld is aan een naald. De naald wordt onderhuids in de buik of bil ingebracht en kan over het algemeen 2 á 3 dagen blijven zitten. Bij jonge kinderen zal de katheter over het algemeen maar 2 dagen kunnen blijven zitten (minder insuline/sneller verstopt). De insuline wordt per uur geprogrammeerd volgens het schema van de kinderarts en ingevoerd in de pomp.
INSULINE EN VOEDING Insuline • alleen snelwerkende insuline (Novorapid/Apidra) • werkingsduur: 10 min. - 2 á 3 uur • er is geen voorraad langwerkende insuline meer, daarom zijn snel hoge bloedglucose mogelijk bij onderbreken van de insulineafgifte • basaal = bepaalde hoeveelheid eenheden per uur • bolus = extra insuline voor de maaltijden Voeding • uitgangspunt: 15 gr. kh inname = 1 E bolus • koolhydraatkennis is nodig om bolus te kunnen bepalen
Refaja Ziekenhuis Stadskanaal
• bijhouden van voedingslijsten (eetdagboek) en bewegings activiteiten, voor en tijdens start pomptherapie • bolus voor een tussendoortje toedienen kan nodig zijn • bolus kan ook tijdens/na maaltijd toegediend worden als van tevoren niet bekend is hoeveel er gegeten gaat worden • niet eten = geen bolus geven • beginfase: vaste koolhydraatverdeling aanhouden om dosering van de insuline te kunnen bepalen • daarna kan de calculator worden ingesteld
INFUSIESYSTEEM Vullen reservoir • insuline min. 24 uur van te voren uit de koelkast halen • voor het vullen handen wassen • luchtbelvrij vullen • gevulde reservoirs recht opzetten in de koelkast, zo verdwijnen kleine luchtbellen. • gevulde reservoirs zijn 1 maand houdbaar in de koelkast (niet in het vriesvak) • een pod kan alleen direct voor gebruik gevuld worden Vullen infusiesysteem • luchtbelvrij vullen • iedere luchtbel = geen insuline = kans op hoge bloedglucose • de slang vullen tot insulinedruppel te zien is en controleren of er geen lucht in de slang zit Verwisselen • eerste week om de dag • na 1 week uitproberen om iedere derde dag naald en systeem te verwisselen • streven naar gelijktijdig verschonen ampul en systeem • zo nodig naalden in de koelkast bewaren, minder pijn bij inbrengen • een pod moet elke 3 dagen verwisseld worden Insteekplaats • zo veel mogelijk wisselen • buik: waar plooi gepakt kan worden, 2 tot 3 cm van de navel
Refaja Ziekenhuis Stadskanaal
• niet te dicht bij de ribbenboog • eventueel in bil of bovenbeen • geen geparfumeerde zeep of lotion gebruiken • bij pijn: naaldje inbrengen op andere plaats, eventueel verdovingszalf gebruiken. De zalf dient 1 uur van te voren aangebracht te worden • bij jeuk: andere pleister proberen, eventueel eerst Tegaderm pleister aanbrengen of Cavelon spray gebruiken • bij roodheid/zwelling/warmte: mogelijk infectie, dus andere insteekplaats pakken Inbrengen naaldje • zo nodig 45-60 min. van tevoren verdovingszalf aanbrengen • handen wassen met water en zeep • inbrengen in de buik: zittende houding, afhankelijk van het kind • verdovingszalf verwijderen • systeem inbrengen zoals geleerd • aanpriknaald verwijderen uit de katheter (niet bij stalen naald) • katheterstukje in buik vullen met 0,3 E voor 6 mm. naald en 0,5 E voor 9 mm naald • altijd 2 uur na het inbrengen de bloedglucose controleren • bij een pod gaat dit d.m.v. afstandsbediening
BLOEDGLUCOSEREGULATIE Wat is een hyperglycemie Zijn de bloedglucoses regelmatig boven de 15 dan spreken we van een hyper. Deze kan ontstaan omdat er te weinig insuline is gegeven, er te veel koolhydraten zijn gegeten of als er minder inspanning is geweest dan normaal. Ook ziekte en stress kunnen hypers veroorzaken. Een matige hyper is vaak niet te voelen. Hoe hoger de bloedglucoses hoe meer klachten er zullen ontstaan. Hyperglycemie bij diabetes type 1 kan in korte tijd een ketoacidose (verzuring) veroorzaken.
Naast de hoge bloedglucoses kunnen de volgende verschijnselen voorkomen: • misselijkheid en braken
Refaja Ziekenhuis Stadskanaal
• spierpijn, krampen en buikpijn • snelle ademhaling waarbij de adem naar aceton ruikt • sufheid • coma
Maak onderscheid tussen een hogere bloedglucoses die ontstaan kan zijn door het eten van meer koolhydraten en hogere bloedglucoses tijdens ziekte. Denk er altijd om dat bij griep of andere ziekten met koorts de diabetes snel kan ontregelen. Neem in die omstandigheden dus eerder contact op met de kinderarts of verpleegkundig consulent diabetes. Bij aanhoudende hoge bloedglucoses en ziekte altijd contact opnemen met de kinderarts. Dit kan 24 uur per dag. Buiten kantoortijden belt u naar de receptie van het Refaja ziekenhuis en vermeldt u duidelijk dat het om een kind gaat met diabetes mellitus met ontregeling. U wordt doorverbonden met de dienstdoende kinderarts
Hyperglycemie (= bloedglucose boven 15 mmol) Allereerst oorzaak achterhalen: • zijn er pompproblemen; bv. staat de pomp in stopstand, zit de aandrijfstang vast? • zit de naald los, verstopt of is de insteekopening rood? • zit er lucht in de slang? • is de ampul leeg, stuk of is er een luchtbel? • is de batterij leeg? • zijn er meer koolhydraten gegeten dan normaal? • was er minder beweging dan normaal? • is er sprake van ziekte/koorts/stress? • zijn er fouten gemaakt in de dosering, zoals een bolus vergeten?
Bij insulinepomptherapie is er geen onderhuids insulinedepot. De langwerkende insuline ontbreekt. Dus bij pomp- of naaldproblemen kan binnen enkele uren een ontregeling met verzuring ontstaan.
Refaja Ziekenhuis Stadskanaal
MAATREGELEN Bij een plotselinge hoge bloedglucose altijd eerst naald/systeem/ampul/batterij vervangen. Daarna extra insuline geven:
Streefwaarden bloedglucose Tijdstip
Bloedglucose in mmol/l
Nuchter en voor overige maaltijden
tussen de 4.0 - 7.0
Twee uur na de maaltijden
tussen de 5.0 - 8.0
Voor het slapen
tussen de 7.0 en 8.0
3 uur in de nacht
tussen de 4.0 en 7.0
Correctie met snelwerkende insuline Bloedglucose in mmo/l
Eenheden
<4
E minder
4-9
Geen aanpassing
10-14
E meer
15-20
E meer
> 20
E meer
Als de glucosewaarde na 1 uur lager is dan15 mmol/l de controle herhalen bij de volgende maaltijd of tussendoortje.
Boven 15 mmol/l en klachten als misselijkheid, buikpijn, braken en spierpijn dan altijd ketonen controleren in het bloed met de Precision Xceed-meter of GlucoMen LX plus.
HOE MOETEN DE KETONEN WAARDEN IN BLOED WORDEN GEÏNTERPRETEERD? ketonen concentratie in het bloed
advies
< 0,6 mmol/l
geen actie doorgaan met normale schema
Refaja Ziekenhuis Stadskanaal
0,6 - 1,5 mmol/l
bloedglucose en ketonen in bloed binnen 2 uur opnieuw meten en bijspuiten volgens schema
1,5 - 3 mmol/l
risico op het ontwikkelen van een keto-acidose direct contact opnemen met behandelteam voor advies
> 3 mmol/l
vereist onmiddellijke behandeling professionele hulp inschakelen!! braken is altijd de kinderarts bellen!!
WAT IS EEN HYPO Komt de glucosewaarde onder de 4 dan spreken we van een hypo. Dit kan ontstaan • omdat er te veel insuline is gegeven • of er zijn te weinig of te laat koolhydraten gegeten • of er is meer inspanning dan normaal geweest
Een hypo is te herkennen aan klachten als • hongergevoel • trillen • transpireren • slapte • stemmingswisseling • gapen • wazig zien Een hypo moet een incident zijn. Komt een hypo meerdere keren in een week voor, neem dan contact op met de kinderarts of verpleegkundig consulent diabetes.
WAT TE DOEN BIJ EEN HYPO Bij een incidentele hypo Meet als het mogelijk is eerst de bloedglucose. Daarna direct ‘snelle suikers’ nemen.
Refaja Ziekenhuis Stadskanaal
Neem 0,5 gram glucose per kg lichaamsgewicht tot max. 20 gram glucose. - 1 tablet druivensuiker = 3 gram glucose, - 10 ml limonadesiroop = 5,5 gram glucose. Bv.: een kind van 10 kilo heeft min. 2 tabletten druivensuiker nodig. Hoe lager de bloedglucose hoe meer snelle suiker nodig is. Meet na 20 minuten opnieuw de bloedglucose. Als deze dan nog onder de 4 is dan het bovenstaande herhalen Laat een maaltijd nog meer dan 2 uur op zich wachten, dan ook 15 gram koolhydraten nemen, bv. een boterham met hartig beleg.
Bij een veel voorkomende hypo: Er is geen goede balans tussen de insulinedosering, voeding en activiteit. Neem contact op met de verpleegkundig consulent diabetes, zodat de oorzaak kan worden opgespoord en de insuline zo nodig aangepast.
HET GEBRUIK VAN DE POMP BIJ SPORT Indien er voldoende insuline in het lichaam is doet spieractiviteit de bloedglucose dalen tijdens, na en/of meerdere uren inspanning. Als je gaat sporten binnen twee uur na het eten is het verstandig om de dosering snelwerkende insuline te verlagen. Als het sporten meer dan twee uur na de maaltijd plaatsvindt kan een bloedglucose verhoogd worden door extra koolhydraten te nemen. Om te controleren of de aanpassing van de dosering juist is meet je de bloedglucose voor, halverwege en na het sporten. Na een paar keer sporten zal het duidelijk zijn met hoeveel je de dosering moet verminderen. Het kan nodig zijn om bij duursport naast het verminderen van de dosering ook extra koolhydraten te gebruiken. De bloedglucoses zijn hierin de leidraad.
SPORTEN BIJ HOGE BLOEDGLUCOSES Bij een hoge bloedglucose door tekort aan insuline zal de bloedglucose stijgen door sport. Het heeft een omgekeerd effect. Insuline toedienen is dan nodig.
Refaja Ziekenhuis Stadskanaal
Het na-ijl effect Het sporten kan een na-ijl effect geven. Daardoor is het mogelijk dat je enkele uren na het sporten een hypo krijgt. Dit kan wel 7 - 11 uur duren. Vooral bij sporten in de avonduren is het belangrijk om je bloedglucose te meten en extra koolhydraten te nemen. Ook kun je de basaalstand tijdelijk verlagen of minder langwerkende insuline spuiten. Of dit bij jouw nodig is zal blijken uit de bloedglucoses en de ervaringen die je opdoet.
Afkoppelen • direct na een maaltijdbolus en max. 2 uur • als afkoppeling pas 3 uur na de maaltijd plaatsvindt, dan eerst glucose controleren • insuline met de pen geven als de pomp langer afgekoppeld is om de tijd te kunnen overbruggen • pomp niet in de stopstand zetten maar gewoon door laten lopen
Douchen/bad/zwemmen • afkoppelen maar de pomp wel door laten lopen • tijdens zwemmen elk uur de bloedglucose controleren Let op: bij een erg warme douche/bad wordt opname van insuline gestimuleerd, dus kan de bloedglucose sneller dalen.
Vakantie • ruime voorraad ( voor min 1 week meer) meenemen verdeeld over 2 tassen • telefoonnummers leverancier pomp/materialen en diabetesteam meenemen • reis- en bagageverzekering aanpassen • bij wintersport pomp onder de kleding dragen ter voorkoming van bevriezen • pompklok zo nodig aanpassen aan de tijd van het land • dagje strand: om het uur bloedglucose controle en bijspuiten met de pen met kortwerkende insuline als de pomp wordt afgekoppeld • zon en warmte zorgen voor een sneller opname van de insuline • pomp niet direct aan zonlicht blootstellen.
Refaja Ziekenhuis Stadskanaal
ALGEMENE INFORMATIE Wanneer moet je het diabetesteam bellen: • na bijspuiten met pen nog bloedglucose boven 20 • bij braken, spierpijn in combinatie met hoge bloedglucose • bij ketonen in het bloed boven 1.5
WAT TE DOEN BIJ PROBLEMEN Binnen kantoortijden: Contact opnemen met de kinderarts (via de secretaresse) of met de verpleegkundig consulent diabetes
Buiten kantoortijden: Als er ondanks de genomen maatregelen klachten van ontregeling voortduren en/of verzuring optreedt, neemt u contact op met de kinderarts. Bij braken en sufheid direct naar het ziekenhuis gaan en melden bij de receptie!
ANDERE PROBLEMEN Bij technische problemen belt u met de firma die de pomp geleverd heeft. Bij problemen met de diabeteshulpmiddelen belt u met uw leverancier van diabeteshulpmiddelen.
TELEFOONNUMMERS Kinderartsen:
0599-654573/654574
Algemene telefoonnr. van het Refaja:
0599-654654
Verpleegkundigconsulent diabetes :
0599-654528
Firma Ypsomed: Omnipod
0800-9776633
www.mylife-diabetescare.nl Firma Roche: Combo
0800-0220585
www.accu-chek.nl Firma Medtronic: Paradigm Veo
0800-3422338
www.medtronic-diabetes.nl Diabeteshulpmiddelen: Mediq Direct www.mediqdirectdiabetes.nl
0800-0221858