Refaja Ziekenhuis Stadskanaal
Kind met diabetes en intensieve therapie Algemene informatie voor kind en ouders
Refaja Ziekenhuis Stadskanaal
KIND MET DIABETES EN INTENSIEVE THERAPIE ALGEMENE INFORMATIE VOOR KIND EN OUDERS INLEIDING Je bent voor de behandeling van diabetes mellitus ingesteld op 4 keer per dag een insuline injectie. Hierbij krijg je voor elke maaltijd een injectie snelwerkend insuline en 1 keer per dag een injectie langwerkende insuline. Het is van belang om er voor te zorgen dat de bloedglucoses zo stabiel mogelijk zijn. Jouw diabetesteam begeleidt jou en je ouders hierin.
STREEFWAARDEN BLOEDGLUCOSE Tijdstip
Bloedglucose in mmol/l
Nuchter en voor overige maaltijden
tussen de 4.0 - 7.0
Twee uur na de maaltijden
tussen de 5.0 – 8.0
Voor het slapen
tussen de 7.0 en 8.0
3 uur in de nacht
tussen de 4.0 en 7.0
INTERPRETATIE VAN DE BLOEDGLUCOSE De gemeten bloedglucose is het resultaat van de insulinedosering, de koolhydraatinname en de activiteiten van het voorbije dagdeel.
De langwerkende insuline De bloedglucose om 3 uur in de nacht als ook de nuchtere bloedglucose zijn het resultaat van de langwerkende insuline. De langwerkende insuline wordt in een vaste dosering en op een vaste tijd en plaats gespoten. Op geleide van meerdere nuchtere bloedglucoses kan deze aangepast worden. Dit kun je overleggen met de kinderarts of verpleegkundig consulent diabetes. De bloedglucose voor de overige maaltijden en voor het slapen zijn indirect het resultaat van de langwerkende insuline. Andere factoren zoals voeding, snelwerkende insuline en activiteiten spelen ook een rol.
Refaja Ziekenhuis Stadskanaal
De snelwerkende insuline De bloedglucose twee uur na de maaltijden is het resultaat van de snelwerkende insuline, gespoten bij de betreffende maaltijd. Met de snelwerkende insuline kun je flexibel omgaan. Om de insuline te kunnen aanpassen kun je uitgaan van een vaste dosering snelwerkende insuline. Als de bloedglucoses binnen de streefwaarden vallen, dan is de dosering goed. Als de bloedglucoses incidenteel te hoog of te laag zijn, dan kun je een eenmalig correctie op de snelwerkende insuline geven. Daarna val je terug op de vaste dosering. Als er vaak gecorrigeerd moet worden, dan is de vaste dosering niet goed. Er hoort dan een
structurele aanpassing plaats te vinden.
ALGEMENE RICHTLIJNEN VOOR ZELFREGULATIE BIJ AFWIJKENDE BLOEDGLUCOSES DE BLOEDGLUCOSES EN DE LANGWERKENDE INSULINE • De bloedglucose om 3 uur ’s nachts Een eenmalige lage waarde moet opgevangen worden door extra koolhydraten te eten. Een structurele te lage bloedglucose om 3 uur moet voorkomen worden met minder langwerkende insuline. Een structureel te hoge bloedglucose moet voorkomen worden met meer langwerkende insuline. Dit kun je overleggen met de kinderarts of verpleegkundig consulent diabetes. • De nuchtere bloedglucose Als de nuchtere bloedglucose op drie opeenvolgende dagen hoger is dan 7.0 mmol/l of lager dan 5.0 mmol/l dan kun je contact opnemen met de kinderarts of verpleegkundig consulent diabetes. De langwerkende insuline zal aangepast moeten worden. Een eenmalige hoge nuchtere bloedglucose kan wijzen op een hypo in de nacht. In dit geval moet de langwerkende insuline naar beneden in plaats van omhoog. Dit kun je overleggen met de kinderarts of verpleegkundig consulent diabetes . • De bloedglucose voor de overige maaltijden Als de bloedglucose voor een maaltijd eenmalig te hoog of te laag is dan kun je corrigeren met een beetje meer of minder snelwerkende insuline.
Refaja Ziekenhuis Stadskanaal
Als de bloedglucoses goed zijn twee uur na het eten maar structureel te hoog of te laag zijn voor een volgende maaltijd dan kan dit te herleiden zijn naar koolhydraten die tussendoor zijn genomen, en/of de activiteiten en/of omstandigheden zoals bijvoorbeeld stress. De oorzaak kan ook in de dosering langwerkende insuline liggen. Je kunt dit overleggen met de kinderarts of verpleegkundig consulent diabetes. • De bloedglucose voor het slapen Een eenmalige hoge bloedglucose voor het slapen kan zonodig gecorrigeerd worden met een extra injectie snelwerkende insuline. Controleer na een extra injectie de bloedglucose na 1 uur. Bij een structureel te hoge bloedglucose voor het slapen moet er gekeken worden naar de bloedglucose na het avondeten en tussendoortjes in de avonduren.
DE BLOEDGLUCOSE EN DE SNELWERKENDE INSULINE • De bloedglucose twee uur na de maaltijd Als de bloedglucose twee uur na een maaltijd structureel te hoog of te laag is dan kun je de snelwerkende insuline aanpassen. Je controleert de dosering achteraf, je past dus de insuline de volgende dag aan. Je gaat dan verder met een verhoogde of verlaagde vaste dosering snelwerkende insuline. Als de bloedglucose incidenteel afwijkt dan kun je eenmalig een extra injectie tussendoor geven om te corrigeren. Bij twijfel kun je overleggen met de kinderarts of verpleegkundig consulent diabetes.
CORRECTIE MET SNELWERKENDE INSULINE Bloedglucose in mmo/l
Eenheden
<4
E minder
4-9
Geen aanpassing
10-14
E meer
15-20
E meer
> 20
E meer
Refaja Ziekenhuis Stadskanaal
BLOEDGLUCOSEREGULATIE Wat is een hyperglycemie Zijn de bloedglucoses regelmatig boven de 15 dan spreken we van een hyper. Dit kan ontstaan omdat er te weinig insuline is gegeven, er te veel koolhydraten zijn gegeten of als er minder inspanning is geweest dan normaal. Ook ziekte en stress kunnen hypers veroorzaken. Een matige hyper is vaak niet te voelen. Hoe hoger de bloedglucose hoe meer klachten er zullen ontstaan.
Hyperglycemie bij diabetes type 1 kan in korte tijd een ketoacidose (verzuring) veroorzaken. Naast de hoge bloedglucoses kunnen de volgende verschijnselen voorkomen: • misselijkheid en braken, • spierpijn, krampen en buikpijn, • snelle ademhaling waarbij de adem naar aceton ruikt, • sufheid, • coma.
Maak onderscheid tussen een hogere bloedglucose die ontstaan kan zijn door het eten van meer koolhydraten en hogere bloedglucoses tijdens ziekte. Denk er altijd om dat bij griep of andere ziekten met koorts de diabetes snel kan ontregelen. Neem in die omstandigheden dus eerder contact op met de kinderarts of verpleegkundig consulent diabetes.
Bij aanhoudende hoge bloedglucoses en ziekte altijd contact opnemen met de kinderarts. Dit kan 24 uur per dag. Buiten kantoortijden bel je naar de receptie van het Refaja ziekenhuis en vermeld je duidelijk dat het om een kind met diabetes gaat met ontregeling. Je wordt dan doorverbonden met de dienstdoende kinderarts.
Boven 15 mmol/l en klachten als misselijkheid, buikpijn, braken en spierpijn dan altijd ketonen controleren in het bloed met de Precision Xceed-meter of GlucoMen LX plus.
Refaja Ziekenhuis Stadskanaal
HOE MOETEN DE KETONEN WAARDEN IN BLOED WORDEN GEÏNTERPRETEERD ketonen concentratie in het bloed advies < 0,6 mmol/l
geen actie doorgaan met normale schema
0,6 – 1,5 mmol/l
bloedglucose en ketonen in bloed na 2 uur opnieuw meten en bijspuiten volgens schema
1,5 – 3 mmol/l
risico op het ontwikkelen van een keto-acidose direct contact opnemen met behandelteam voor advies
> 3 mmol/l
vereist onmiddellijke behandeling professionele hulp inschakelen!! braken is altijd de kinderarts bellen!!
WAT IS EEN HYPO Komt de bloedglucose onder de 4 dan spreken we van een hypo. Dit kan ontstaan • omdat er te veel insuline is gegeven, • of er zijn te weinig of te laat koolhydraten gegeten, • of er meer inspanning dan normaal geweest.
Een hypo is te herkennen aan klachten als • hongergevoel • trillen • transpireren • slapte • stemmingswisseling • gapen • wazig zien Een hypo moet een incident zijn. Komt een hypo meerdere keren in een week voor, neem dan contact op met de kinderarts of verpleegkundig consulent diabetes.
Refaja Ziekenhuis Stadskanaal
WAT TE DOEN BIJ EEN HYPO Bij een incidentele hypo Meet als het mogelijk is eerst de bloedglucose. Daarna direct ‘snelle suikers’ nemen. Neem 0,5 gram glucose per kg lichaamsgewicht tot max. 20 gram glucose. - 1 tablet druivensuiker = 3 gram glucose, - 10 ml limonadesiroop = 5,5 gram glucose. Bv.: een kind van 10 kilo heeft min. 2 tabletten druivensuiker nodig. Hoe lager de bloedglucose, hoe meer snelle suiker nodig is. Meet na 20 minuten opnieuw de bloedglucose. Als deze dan nog onder de 4 is dan het bovenstaande herhalen. Laat een maaltijd nog meer dan 2 uur op zich wachten, dan ook 15 gram koolhydraten nemen, bv. een boterham met hartig beleg.
Bij een veel voorkomende hypo Er is geen goede balans tussen de insulinedosering en de activiteit. Neem contact op met de kinderarts of verpleegkundig consulent diabetes, zodat de oorzaak opgespoord wordt en de insuline zo nodig wordt aangepast.
ZIEKTE Bij ziekte verandert de behoefte aan insuline. Ook als er minder of niet gegeten wordt kunnen de bloedglucoses verhoogd zijn. Er is meer insuline nodig om de stijgende bloedglucosewaarden op te vangen. Dit is vooral het geval bij een infectieziekte met koorts. Bij sterk afwijkende bloedglucoses moet de bloedglucose iedere twee uur gecontroleerd worden. Hoge bloedglucoses kunnen volgens schema gecorrigeerd worden met meer insuline bij de maaltijd of eenmalig tussen twee maaltijden in met een extra injectie. Als de bloedglucoses niet dalen kun je overleggen met de kinderarts of verpleegkundig consulent diabetes. Controleer altijd je acties met extra zelfcontrole.
SPORT Indien er voldoende insuline in het lichaam is doet spieractiviteit de bloedglucose dalen tijdens, na en/of meerdere uren inspanning.
Refaja Ziekenhuis Stadskanaal
Als je gaat sporten binnen twee uur na het eten is het verstandig om de dosering snelwerkende insuline te verlagen. Als het sporten meer dan twee uur na de maaltijd plaatsvindt kan een bloedglucose verhoogd worden door extra koolhydraten te nemen. Om te controleren of de aanpassing van de dosering juist is meet je de bloedglucose voor, halverwege en na het sporten. Na een paar keer sporten zal het duidelijk zijn met hoeveel je de dosering moet verminderen. Het kan nodig zijn om bij duursport naast het verminderen van de dosering ook extra koolhydraten te gebruiken. De bloedglucoses zijn hierin de leidraad.
SPORTEN BIJ HOGE GLUCOSES Bij een hoge bloedglucose door tekort aan insuline zal de bloedglucose stijgen door sport. Het heeft een omgekeerd effect. Insuline toedienen is dan nodig.
Het na-ijl effect Het sporten kan een na-ijl effect geven. Daardoor is het mogelijk dat je enkele uren na het sporten een hypo krijgt. Dit kan wel 7 - 11 uur duren. Vooral bij sporten in de avonduren is het belangrijk om je bloedglucose te meten en extra koolhydraten te nemen. Ook kun je minder langwerkende insuline spuiten. Of dit bij jouw nodig is zal blijken uit de bloedglucoses en de ervaringen die je opdoet.
ALGEMENE INFORMATIE Wanneer moet je het diabetesteam bellen: • na bijspuiten met pen met insuline nog waardes boven 20; • bij braken, spierpijn in combinatie met hoge waardes; • bij ketonen in het bloed boven 1.5.
WAT TE DOEN BIJ PROBLEMEN Binnen kantoortijden U neemt contact op met de kinderarts (via de secretaresse) of met de verpleegkundig consulent diabetes.
Buiten kantoortijden Als er ondanks de genomen maatregelen klachten van ontregeling voortduren en/of verzuring optreedt, neem je contact op met de kinderarts.
Refaja Ziekenhuis Stadskanaal
Bij braken en sufheid direct naar het ziekenhuis gaan en melden bij de receptie
TELEFOONNUMMERS Kinderartsen:
0599-654573/654574
Algemeen telefoonnummer Refaja:
0599-654654
Verpleegkundig consulent diabetes:
0599-654528