REDArt® Brick verwerkingsrichtlijnen Voor u start BELANGRIJK: WERK ENKEL MET ONDERDELEN / PRODUCTEN BEHORENDE TOT HET REDART BRICK GEVELSYSTEEM (ZIE VOLGENDE PAGINA’S). WERK ENKEL VOLGENS DE RICHTLIJNEN ZOALS IN DEZE BROCHURE OMSCHREVEN.
Keuring bestaande situatie Voorbehandeling & inspectie van de ondergrond Bestaande ondergrond
De ondergrond dient droog, vlak en draagkrachtig te zijn, vrij van stof, algengroei en overige verontreinigingen. Een vervuilde ondergrond kan de hechting van de lijmmortel en REDArt Brick isolatieplaat verminderen. De ondergrond onder hoge druk met water of mechanisch (bijvoorbeeld met behulp van een staalborstel) reinigen. Indien nodig kan de ondergrond worden gereinigd met een algenreinigingsmiddel.
De ondergrond dient vlak te zijn. Controleer deze op oneffenheden en loszittende delen zoals b.v. loszittende stenen, deze dienen te allen tijde te worden vervangen. Om vlakheid te bepalen dient deze opgemeten te worden middels het spannen van een metselkoord langs de bestaande gevel. Oneffenheden kleiner dan 10 mm kunnen geëgaliseerd worden door verlijming van de isolatie platen volgens het dotten met randverlijming principe. Zie afbeelding.
Verwerkingsrichtlijnen REDArt Brick, Januari 2015
Pagina - 1 -
Oneffenheden >10 mm dienen eerst uitgevlakt te worden met geschikte cementmortel. Ook bestaande gepleisterde ondergronden grondig controleren op blazen en losse delen met een hamertest. Na eventuele verwijdering van deze oude lagen dienen deze geëgaliseerd te worden met een egalisatiemortel. Indien de bestaande spouw niet geïsoleerd is, met behulp van een endoscoop de spouw en spouwankers inspecteren. Is de spouw wel voorzien van isolatie, dan dient er een aantal stenen uitgehakt te worden om te controleren of de spouwankers in goede conditie zijn (niet gecorrodeerd of beschadigd). Zijn spouwankers beschadigd, dan dienen na overleg met de constructeur renovatiespouwankers te worden aangebracht, volgens beoordelingsrichtlijn URL 40.01. Beplanting, schuttingen en andere obstakels verwijderen. In geval van optrekkend vocht, een strook DPC folie in de muur aanbrengen ter plaatse van het basisprofiel.
Controle maatvoering gevels
Controleren of kozijnen in lange gevels op één hoogte liggen en tevens of door oude verzakkingen de kozijnen scheef of niet meer rechthoekig zijn. Door het toepassen van rollagen boven kozijnen en muuropeningen kunnen hoogteverschillen worden weggewerkt. De maten van de gevel controleren aan de hand van de koppen- en lagenmaat. Aan de hand van de nieuwe afmetingen weer de koppen- en lagenmaat bepalen voor de gevelstenen. De informatie van de gevelstenen kunt u opvragen bij uw steenleverancier.
Steigers
• •
Aanbevolen wordt vrijstaande steigers te gebruiken en (bij voorkeur) geen steigers die worden bevestigd aan of in de te isoleren ondergrond. Hierdoor hoeft u achteraf geen steigergaten en andere onderbrekingen te herstellen. De steiger moet over de volle hoogte van de gevel worden geplaatst. De breedte moet minimaal 1 m zijn. De steigerslagen moeten om de 2 meter zijn aangebracht. De steiger moet aan de bovenzijde waterdicht zijn afgedekt met witte lichtdoorlatende of transparante zeilen die ten minste doorlopen tot en met de bovenste steigerslag. De steiger moet zijn voorzien van regen werend gaas/netten tot aan straatniveau. De netten moeten verticaal aan de buitenkant van de steiger worden geplaatst. De netten moeten in de winterperiode regen en wind met 90 % reduceren; in de zomerperiode met 60 %.
Verwerkingsrichtlijnen REDArt Brick, Januari 2015
Pagina - 2 -
• •
De steiger moet zijn voorzien van trappenhuizen, met maximale tussenafstanden van 40 m. Opgangen moeten buiten de steiger zijn geplaatst en moeten zijn afgeschermd. Muurafstand in overleg met verwerker i.v.m. maatvoering systeem.
Sterk aanbevolen wordt de steiger pas te verwijderen als de laatste laag van het pleister- of afwerksysteem voldoende is uitgehard en gedroogd. NEN Steigers moeten voldoen aan de geldende normen, bijvoorbeeld NEN-EN 1004 voor rolsteigers opgebouwd uit geprefabriceerde onderdelen en NEN-EN 12810 voor gevelsteigers vervaardigd van geprefabriceerde onderdelen.
Plaatsing van de profielen Aanbrengen basisprofiel
De sokkelprofielen worden gemonteerd vóór de plaatsing van de isolatieplaten. Deze profielen dienen ter ondersteuning. De REDArt Brick isolatieplaten dienen ca. 15 cm boven maaiveld te worden gemonteerd op het basisprofiel. Indien gewenst kan een hiervoor geschikte kantplank isolatieplaat, (XPS) worden geplaatst vanaf fundering tot aansluiting profiel. Deze mogen niet onder en moeten minstens 15 cm boven het maaiveld worden bevestigd (tenzij anders gespecificeerd). Bevestig de sokkelprofielen met slagpluggen - met een maximale onderlinge afstand van 30 cm - waterpas aan de ondergrond, eventueel uitvullen met opvulstukjes. De profielen met een onderlinge afstand van 3 mm laten aansluiten met behulp van verbindingsstukjes. In- en uitwendige hoeken op verstek afzagen. Let op dat de profielen niet afbreken.
Afdichting van de ondergrond Het REDArt Brick systeem is bedoeld om een gevel te isoleren en te bekleden. Kozijnen dienen waterdicht in de gevel gemonteerd te zijn d.m.v. Fiberband. Ook dakrandaansluitingen dienen waterdicht aangesloten te zijn.
Kozijnen kunnen beter terugliggend in de gevel worden uitgevoerd zodat er een neggekant ontstaat. Met kozijnen die in de gevellijn of daarbuiten zijn geplaatst loopt u meer risico op lekkages.
Verwerkingsrichtlijnen REDArt Brick, Januari 2015
Pagina - 3 -
Aansluitingen We maken onderscheid tussen: • Aansluitingen met kozijnen en waterslagen • Aansluitingen met schuimband • Aansluitingen met kit (normale en verholen)
Aansluitingen met waterslagen en kozijnen
Als u het REDArt Brick systeem aansluit tegen stalen of aluminium waterslagen en tegen kozijnen moet u ervoor zorgen dat de waterslagen als gevolg van thermische werking kunnen krimpen en uitzetten. Het REDArt Brick systeem dat u aanbrengt mag daarbij niet worden beschadigd maar u moet wel een blijvende afdichting kunnen garanderen.
Aansluitingen met schuimband • • • • • •
Bij aansluiting van het REDArt Brick systeem op andere bouwdelen, dient u daarvoor geïmpregneerd opencellig schuimband in voorgecomprimeerde vorm te gebruiken. Breng het schuimband met enige overlap aan op alle bouwdelen. Alle bouwdelen moeten droog, schoon en vetvrij zijn. Gebruik alleen nieuw schuimband. Na de montage van de isolatieplaten moet het, vooraf geplaatste schuimband gelijk liggen met de voorkant van de aansluiting. Volg nauwgezet de verwerkingsvoorschriften van de leverancier, vooral als het gaat om de voegbreedte tussen de platen en de kozijnen.
Aansluitingen met kit
Als u een kit gebruikt als afdichtingsmateriaal, moet de vrije ruimte tussen de gevelstenen en de constructie ten minste 5 mm zijn. Controleer voor het aanbrengen of: - beide hechtvlakken droog, vetvrij en stofvrij zijn; - de ondergrond eventueel eerst moet worden voorzien van een primer die bij de kit soort hoort.
Volg altijd de aanwijzingen van de leverancier.
Waterslagen •
•
Bij toepassing van metalen waterslagen mogen deze niet langer zijn dan 3 meter. Dit in verband met de thermische uitzetting. De mogelijke uitzetting van (metalen) waterslagen moet in de aansluiting met de kopschotjes kunnen worden opgevangen. De aluminium waterslagen dienen uitgevoerd te worden met “dubbele” kopschotten. Bij andere materialen dienen deze altijd voorzien te zijn van een opstaande rand aan beide zijden.
Verwerkingsrichtlijnen REDArt Brick, Januari 2015
Pagina - 4 -
•
• • •
De waterslagen moeten aan de voorzijde een overstek hebben van ten minste 30 mm. De overstek wordt gemeten vanaf het oppervlak van de afwerking tot het punt waar de druppel valt. De eventuele koppelstukken en kopschotjes moeten met een speling van 4 mm zijn gemonteerd. De waterslagen moeten op de juiste manier zijn bevestigd daar deze behoorlijk belast worden door b.v. plaatsing van een ladder. Volg voor een juiste montage altijd de richtlijnen van de fabrikant.
Aanmaken lijmmortel De Lijm- en wapeningsmortel aanmaken met 0,21-0,25 liter zuiver water per kg mortel (zie richtlijnen op de verpakking). Meng de lijmmortel met een mixer door toevoeging van zuiver water tot een homogene, klontvrije lijmspecie. Minimaal 3 minuten mengen met een hiervoor geschikte machine. Na ca. 10 minuten opnieuw doormengen.
Maak niet meer aan dan binnen 2 à 3 uur kan worden verwerkt en meng deze elke 30 minuten nog eens door. Voeg in geen geval nog water toe na het mengen. Tijdens en na het aanbrengen van de specie mag de omgevingstemperatuur en de temperatuur van de ondergrond niet lager zijn dan 5°C en niet hoger zijn dan 30°C. De specie niet aanbrengen op bevroren of ontdooiende ondergronden, of bij risico op vorst binnen de 24 uur. De aangebrachte specie beschermen tegen zon, wind en slagregen
Het aanbrengen van de lijmmortel Plaats de isolatieplaten alleen op stofvrije en draagkrachtige ondergronden. Het aanbrengen van de lijmmortel op de REDArt Brick isolatieplaten kan op twee manieren;
Bij vlakke ondergronden: breng de lijmspecie aan volgens de volvlak verlijming. Gebruik hiervoor een getande spaan. Breng de lijmspecie met de getande spaan aan en verdeel deze over de gehele plaat. Er dient eerste een dunne laag aangebracht worden met de vlakke zijde
Verwerkingsrichtlijnen REDArt Brick, Januari 2015
Pagina - 5 -
van de spaan. De lijmmortel goed in de isolatieplaat drukken voor een optimale hechting. Verbruik ca. 6-8 kg/m² bij laagdikte ≥5 mm. 100% verlijming. Zie afbeelding.
Bij minder vlakke ondergronden of waar egalisatie nodig is: breng de lijmspecie aan volgens de puntrand verlijming. Breng de lijmspecie worstvormig langs alle zijkanten (minimaal 50 mm verwijderd van de rand) van de isolatieplaat en minstens driemaal over de breedte aan (minimaal 60% verlijming van het oppervlak). Breng de lijmspecie aan met een laagdikte die niet dikker is dan 15 mm voor een optimale hechting op de ondergrond. Ook hier dient t.p.v. de randen en de noppen de lijmmortel eerst in een dunne laag aangebracht te worden om een optimale hechting te verkrijgen. Verbruik ca. 5kg/m², 60% verlijming.
Plaatsing van de REDArt Brick isolatieplaten
Breng de gelijmde isolatieplaat aan door deze met een schuivende beweging strak aan te sluiten op de gewenste positie. Vervolgens de isolatieplaat goed aankloppen voor een vlakke aansluiting en verlijming. Lijmspecieresten die achterblijven op de ondergrond of tussen de plaatnaden naar buiten gedrukt worden verwijderen, zodat koudebruggen of scheurvorming in de afwerklaag wordt voorkomen. Bij lichte krommingen van de ondergrond kan worden volstaan met het inkepen of het verticaal plaatsen van de isolatieplaten. Inkepingen zijn alleen toegestaan aan de zijde van de isolatieplaat die op de ondergrond wordt verlijmd. Maak bij sterke krommingen van de ondergrond gebruik van vormstukken met extra mechanische bevestigingen.
BELANGRIJK:
Isolatieplaten die al enige minuten zijn verlijmd, kunnen NIET meer worden verplaatst, omdat de lijmverbinding dan breekt.
Plaatsing van de REDArt Brick isolatie platen rondom gevelopeningen
Er mogen zich geen plaatnaden rond hoeken om gevelopeningen bevinden. Isolatieplaten rondom kozijnen en deuropeningen moeten daarom altijd op maat worden gesneden. Houd tussen de isolatieplaat en de gevelopening minstens 200 mm vrij. Vermijd details waarbij kozijnen vlak in de gevel zijn ontworpen.
Verwerkingsrichtlijnen REDArt Brick, Januari 2015
Pagina - 6 -
•
De isolatie wordt altijd overlappend over het afdichtings- materiaal van raam- en deurstijlen aangebracht.
Plaatsing van de REDArt Brick isolatie platen rondom hoeken
Start bij de plaatsing van de isolatieplaten vanaf het sokkelprofiel en werk verder naar boven. De isolatieplaten dienen altijd in verband te worden aangebracht. Op de hoeken de isolatieplaten gelijk aan de dikte van de isolatie om en om over laten steken. Dit voorkomt snijafval.
Plaats geen isolatieplaten met een breedte of hoogte van minder dan 200 mm.
Verwerkingsrichtlijnen REDArt Brick, Januari 2015
Pagina - 7 -
Controleer tijdens voorgaande verwerkingsstappen regelmatig met een waterpas of de isolatieplaten vlak zijn aangebracht.
Afdichtingstape
Aansluitingen met niet te isoleren gebouwdelen, zoals raam- en deuropeningen dienen waterdicht te worden uitgevoerd met behulp van afdichtingstape. Deze dient ook te worden aangebracht rondom doorvoeringen zoals luchtafvoeren e.d.
Kierafdichting
Kieren tussen isolatieplaten groter dan 2 mm dienen te worden opgevuld met repen steenwol.
BELANGRIJK:
Vul eventuele kieren niet met specie omdat dit koudebruggen of scheurvorming in de afwerklaag kan veroorzaken. In geen geval de kieren vullen met PUR schuim.
Verwerkingsrichtlijnen REDArt Brick, Januari 2015
Pagina - 8 -
Mechanische bevestiging
De REDArt Brick isolatieplaten dienen naast de verlijming, ook mechanisch bevestigd te worden. Waar de verticale belasting op het REDArt Brick systeem wordt overgebracht door de lijmmortel, dient de windbelasting opgevangen te worden door de isolatieankers. Daarbij mogen de ankers niet uit de draagconstructie getrokken worden en mag de isolatie niet over de ankers heen getrokken worden. Uiteraard dient de ondergrond geschikt te zijn voor de ankers. De in het REDArt Brick systeem voorgeschreven ankers kunnen worden toegepast op beton, kalkzandsteen, OSB en metselsteen. Indien de draagconstructie uit ander materiaal is opgebouwd dient er overleg plaats te vinden met ROCKWOOL. Bevestigingsgaten worden door de isolatie in de ondergrond geboord.
Let op dat u het juiste type boor voor de betreffende ondergrond gebruikt. De juiste boordiepte is afhankelijk van het gekozen bevestigingsmateriaal. Boor altijd 10 mm dieper dan voorgeschreven om te voorkomen dat boormeel het boorgat blokkeert. Controleer hoeveel bevestigingspunten per isolatieplaat worden voorgeschreven. Bij 5 bevestigingspunten per isolatieplaat boort u de bevestigingspunten op de hoeken 100 – 150 mm uit de hoek naar binnen. De mechanische bevestiging dient te worden aangebracht vóór het aanbrengen van de wapeningsmortel en het wapeningsnet en na het uitharden van de lijmlaag! Plaats de plug in het boorgat tot de bovenkant van de schotel gelijk is met het oppervlak van de isolatieplaat en schroef of sla (afhankelijk van het type plug) deze vast. Let op dat de plug de isolatieplaat niet insnoert en niet meer dan 5 mm onder het oppervlak van de isolatieplaat ligt. Een te diep bevestigde plug moet worden verwijderd en vervangen. Bevestig een nieuwe plug op een naastgelegen plek.
Verwerkingsrichtlijnen REDArt Brick, Januari 2015
Pagina - 9 -
Het aanbrengen van het wapeningsnet en mortel Het aanmaken van de lijm- en wapeningsmortel
Meng een hele zak REDArt Brick lijm- en wapeningsmortel met een mixer door toevoeging van zuiver water tot een homogene, klontvrije specie. Na ca. 10 minuten opnieuw doormengen. Maak niet meer aan dan binnen 3 uur kan worden verwerkt en meng deze elke 30 minuten nog eens door. Voor de lijm- en wapeningsmortel geldt dezelfde mengverhouding als vermeld bij punt aanmaken lijm– en wapeningsmortel.
BELANGRIJK:
Voeg na het mengen geen water meer toe aan de lijmspecie. Verwerkingstijd bedraagt plus minus 2 uur (afhankelijk van omgevingstemperatuur). De lijmlaag dient minimaal 48 uur uit te harden voor aanbrengen wapeningslaag.
Hoeken en hoekprofielen
Alvorens het wapeningsnet en de lijmmortel aan te brengen dienen enkele geveldelen extra te worden beschermd.
Hoeken
Gebruik stroken wapeningsnet met een minimale afmeting van 30 x 30 cm. Bij elke hoek van ramen en deuren diagonaal (45°) een extra strook wapeningsnet aanbrengen. Deze strook aanbrengen met een dunne laag lijmspecie. Druk de specie goed in de isolatie voor een optimale hechting.
Verwerkingsrichtlijnen REDArt Brick, Januari 2015
Pagina - 10 -
Extra stroken wapeningsnet dienen ook te worden aangebracht rond inbouwdozen of doorvoeren. Deze moeten de wapeningslaag daaronder met minimaal 10 cm overlappen en worden diagonaal (45°) aangebracht.
Hoekprofielen
Hoekprofielen worden vol en zat in de specie gesteld. Controleer of het hoekprofiel vlak en in het lood is geplaatst. Als het hoekprofiel niet standaard voorzien is van een wapeningsnet, adviseren wij deze aan te brengen in een losse strook van 15 cm.
Het aanbrengen van de lijmspecie en het wapeningsnet
Tijdens en na het aanbrengen van de specie mag de omgevingstemperatuur niet lager zijn dan 5°C. Deze mag niet worden aangebracht bij risico op vorst binnen 48 uur. Controleer voor aanvang of het isolatiemateriaal vrij van stof en loszittende delen is. De lijmspecie aanbrengen in een laagdikte van ca. 5-6 mm met behulp van een spaan. Vervolgens het wapeningsnet inbedden.
Verwerkingsrichtlijnen REDArt Brick, Januari 2015
Pagina - 11 -
Wapeningsnet
Er mag alleen gebruik worden gemaakt van het REDArt Brick wapeningsnet. Dit i.v.m. bestandheid tegen veroudering door alkalische werking mortel. Deze wordt gelijkmatig aangebracht in de natte specie. Oneffenheden dienen te worden voorkomen of gladgestreken. Breng het wapeningsnet aan over het gehele geveloppervlak met een overlap van minstens 10 cm aan en respecteer deze overlap ook bij hoeken en rond gevelopeningen.
BELANGRIJK:
Het wapeningsnet niet direct op de isolatieplaten, maar ingebed in de lijmspecie aanbrengen. Deze dient in de toplaag van de wapeningsmortel te zitten. De wafelstructuur mag zichtbaar zijn, maar niet de kleur van het weefsel. Gebruik geen sponsbord. Gebruik voor het uitvlakken van het oppervlak GEEN extra laag lijmspecie, deze zal tijdens het uitharden loslaten.
Verwerkingsrichtlijnen REDArt Brick, Januari 2015
Pagina - 12 -
Het aanbrengen van de gevelstenen
Voor de afwerking met gevelstenen kunt u binnen het REDArt Brick systeem kiezen uit een zeer omvangrijk assortiment gevelbakstenen van de fabrikanten; Wienerberger Daas Baksteen Engels Baksteen
Geschikt zijn de gevelbakstenen die vallen binnen de onderstaande classificatie (volgens tabel 5 uit BRL 1007);
IW (initiële wateropname) klasse II (0,5-1,5kg/m².min) IW (initiële wateropname) klasse III (1,5-4,0Kg/m².min) IW klasse I en IV niet geschikt Vorstklasse F2 (C) of F2 (D)
Gevelbaksteenstrippen dienen een minimale breedte te hebben van 20mm.
Bepaling lagen- en koppenmaat Opmeten nieuwe gevelafmeting
Door het aanbrengen van het isolatiepakket krijgt het gebouw een andere maatvoering. Dit heeft hoofdzakelijk gevolgen voor de horizontale afmetingen. Deze maten dienen opgemeten te worden. De neggekanten dienen tijdens het ontwerp opnieuw bepaald te worden vanwege het opgebrachte isolatiepakket. Houd hier rekening met de afmetingen hoekstenen.
Opmeten muuropeningen
Afhankelijk welke detaillering er wordt toegepast bij kozijnen en muuropeningen veranderen ook deze afmetingen. Ook deze afmetingen opnieuw bepalen.
Bepalen koppenmaat
De gedeclareerde maatvoering van de toe te passen gevelbakstenen kunt u opvragen bij de fabrikanten, Daas baksteen, Engels baksteen en Wienerberger. In de voorbereidingsfase is het aan te raden een proefstuk (met de bakstenen uit de te leveren productie) opgezet te worden om deze maatvoering af te stemmen.
Hoogte muuropeningen, controleren posities
Indien de muuropeningen op verschillende hoogtes zitten, of als hier kleine afwijkingen in zitten, zijn deze eenvoudig op te vangen door een rollaag boven de kozijnen aan te brengen en de hoekstenen op maat te maken.
Bepalen lagenmaat
Afhankelijk van de gevraagde lintvoeg hoogte ( minimaal 8 mm. ) zal de nieuwe afwerking met gevelstenen gerealiseerd worden. Gangbaar is een lagenmaat van 62,5 mm bij gebruik van een gevelsteen van 50 mm hoogte, dan worden 16 lagen gevelstenen per m1 aangebracht. De lagenmaat kan variëren 58 mm tot 65 mm afhankelijk van de gekozen gevelsteen en lintvoeghoogte.
Verwerkingsrichtlijnen REDArt Brick, Januari 2015
Pagina - 13 -
Rollagen
Op deze manier zijn maatverschillen eenvoudig weg te werken.
Uitzetten van de lagen- en koppenmaat
De lagenmaat kunnen we op de profielen aftekenen. Om de koppenmaat uit te zetten is het handig om op de isolatieplaat de lijn van de negge naar beneden af te tekenen, dat maakt het uitzetten van de koppenmaat eenvoudiger. Echter door afwijkingen en maten die geen veelvoud van de koppenmaat zijn, zullen maten tussen muurdammen en kozijnen kunnen variëren.
Aanmaken lijmmortel. De lijmmortel aanmaken met zuiver water, volg voor de juiste hoeveelheid de instructies op de verpakking. Meng de lijmmortel met een mixer door toevoeging van zuiver water tot een homogene, klontvrije lijmspecie. Minimaal 3 minuten mengen met een hiervoor geschikte machine. Na ca. 10 minuten opnieuw doormengen. Maak niet meer aan dan binnen ca. 2 uur kan worden verwerkt en meng deze elke 30 minuten nog eens door. Voeg in geen geval nog water toe na het mengen. Tijdens en na het aanbrengen van de specie mag de omgevingstemperatuur en de temperatuur van de ondergrond niet lager zijn dan 5°C en niet hoger zijn dan 30°C. De specie niet aanbrengen op bevroren of ontdooiende ondergronden, of bij risico op vorst binnen de 24 uur. De aangebrachte specie beschermen tegen zon, wind en slagregen.
Borstel de gevelstenen vrij van het eventuele zaagstof.
De lijmmortel met een getande lijmkam (8x8 mm) middels horizontale banen aanbrengen op de wapeningslaag. Breng niet meer lijm aan dan verwerkt kan worden binnen de open tijd van de lijmmortel (ca. 2 uur afhankelijk van temperatuur). Er dient een laagdikte van >5 mm te worden aangebracht. Verbruik gemiddeld 5 kg/m2.
Verwerkingsrichtlijnen REDArt Brick, Januari 2015
Pagina - 14 -
De lijmmortel vervolgens handmatig aanbrengen volgens het buttering-floating principe op de achterzijde van de baksteenstrip. Breng de lijmmortel aan met een lijmkam van 8x8 mm onder een hoek van 60°. Gebruik niet meer lijm dan binnen de open tijd van 10 minuten kan worden verwerkt. Breng op de achterzijde van de gevelstenen een lijmlaagje van ca. 3 mm aan en plaats deze vervolgens met een lichte schuivende / drukkende beweging zodat vol vlakke verlijming ontstaat (zonder luchtinsluitingen).
Voegen uitkrabben vóór het verharden van de lijm. Na 2 dagen drogen/uitharden kunnen de gevelstenen worden opgevoegd.
Verwerkingsrichtlijnen REDArt Brick, Januari 2015
Pagina - 15 -
Vochtigheid en verwerkingsrichtlijnen gevelstenen Verwerkingsrichtlijnen gevelstenen
Raadpleeg de voorschriften van de vernoemde baksteenfabrikanten. Vochtigheid is na het nat zagen van de gevelsteen bepalend. Advies is de gevelsteen na verzagen te laten rusten om te kunnen drogen. Dit drogen is uiteraard afhankelijk van de weersomstandigheden en de omstandigheden tijdens het verzagen. De gevelstenen dienen winddroog verwerkt te worden.
Afstandhouders
Om het zakken in de lijmmortel van de gevelstenen en hoekstenen tegen te gaan, kan gebruik gemaakt worden van kunststof afstandhouders die in diverse diktes in de handel zijn. Ook de wigvormige afstandhouders zijn handig in gebruik daar men de baksteenstrip gemakkelijk “aan de draad” kan drukken. Bij een temperatuur rond de 20o C is de ondersteuning ongeveer 10 – 15 minuten voldoende.
Verwijderen lijmvlekken
Het verwijderen van eventuele lijmvlekken op de gevelstenen en hoekstenen is eenvoudig zolang de lijmmortel nog nat is en niet uitgehard, dit is met schoon water en desnoods een nylon borstel te verwijderen. Zodra de lijm is uitgehard is alleen mechanische reiniging nog maar mogelijk. Bij bezande gevelstenen kan een mechanische reiniging de bezanding aantasten.
Verwerkingsrichtlijnen REDArt Brick, Januari 2015
Pagina - 16 -
Het aanbrengen van de voegmortel Voegen Bevochtigen gevelstenen
Bij het voegen is het erg belangrijk dat de voegmortel zich hecht aan de gevelstenen, dit om een goed regenscherm te creëren. Door de geringe dikte van de voegen ( 20 – 23 mm) is een goede en volledige vulling erg belangrijk. Het systeem is in grote mate afhankelijk van een goede uitvoering, waardoor het waterdicht regenscherm wel of niet wordt bereikt.
Afhankelijk van de weersomstandigheden dienen de verwerkte gevelstenen wel of niet worden bevochtigd. Heeft het recent geregend, maar is door de wind de steen aan het oppervlak weer droog dan kun u direct starten met het voegen. Is door langdurig droog weer de gevel uitgedroogd, dan de gevel “nevelen” hierbij dient het water niet langs de gevel te lopen. Een handvormsteen neemt meer water op dan de strengperssteen. Houd hiermee rekening tijdens het voegen. Raadpleeg de voorschriften van de genoemde steenproducenten.
Voorbereiding
Krab direct na het metselen de metselspecie zodanig uit dat in de voegmortel een rechthoekige doorsnede ontstaat. Er dient minimaal 10 mm diepte te ontstaan. Verwijder ook de mortel en stofresten uit de voegen.
Aanmaken voegmortel
Meng machinaal de inhoud van een zak (25 kg) met 1,7-2,1 liter schoon leidingwater. Meng minimaal 2 minuten tot een homogene massa ontstaat. Voegspecie die onvoldoende gemengd is, kan tot een mindere kwaliteit en kleurverschil leiden.
Verbruik Baksteenstriptype waalformaat (210X50) dikformaat (210X65)
Voegdikte 12 mm 12 mm
Verbruik ± 7,5 kg/m2 ± 6,5 kg/m2
Verwerken
De voegmortel is verwerkbaar gedurende ca. 2 uur (afhankelijk van temperatuur). Verwerk de aangemaakte specie boven 0oC. Zorg, om vervuiling te voorkomen, voor roestvast stalen gereedschap. Breng de voegspecie gelijkmatig aan in de voeg en zorg voor een goede verdichting van de voeg m.b.v. een geschikte voegspijker.
Verwerkingsrichtlijnen REDArt Brick, Januari 2015
Pagina - 17 -
Nabehandelen
Het voegwerk dient tegen uitdroging en tocht beschermt te worden. In het bijzonder bij warm en schraal weer. Ook indien er veel wind staat kan de voegmortel te snel uitdrogen. Dek in deze omstandigheden het voegwerk af met een plastic folie of bevochtig het voegwerk regelmatig met een waternevel. Ook dient het voegwerk beschermd te worden tegen overmatige wateropname bij langdurige regenval. Bescherming kan door het aanbrengen van een folie over het voegwerk (zorg ervoor dat de folie zich niet hecht aan het voegwerk om vlekvorming te voorkomen).
Witte uitslag en kleurverschillen in het voegwerk zijn, ondanks veel aandacht voor het product en de verwerking door o.a. weersomstandigheden niet altijd te voorkomen. Omdat wij geen invloed hebben op het weer en de bouwomstandigheden is de kans op ontstaan van witte uitslag of kleurverschillen niet uit te sluiten. Wij kunnen daarom geen aansprakelijkheid voor het eindresultaat aanvaarden.
Bijzondere voorzieningen HWA montage op REDArt Brick systeem Een beugel op strip bevestiging met twee schroeven met plug in de steenstrip is voldoende.
Verwerkingsrichtlijnen REDArt Brick, Januari 2015
Pagina - 18 -
Montage van diverse veel voorkomende bouwonderdelen Zonnescherm (knikarm), rolluiken, lampen, satellietschotels, reclameboren, schuttingen.
Werk-/arbeidsomstandigheden Conform het A-blad Metselen en lijmen Een groot voordeel is dat de gevelstenen ongeveer 25% van gewicht hebben als van een volle baksteen.
ROCKWOOL isolatie Voor de verwerking van ROCKWOOL isolatie zijn geen speciale veiligheidseisen. Vanuit Eurima (European Insulation Manufacturers Association) zijn een aantal richtlijnen opgesteld om invulling te geven aan de Europese regelgeving betreffende veilig werken. 1. Bedek de huid. Gebruik een mondkapje in niet-geventileerde ruimtes. 2. Gebruik een veiligheidsbril bij werkzaamheden boven het hoofd. 3. Ventileer ruimte indien mogelijk. 4. Eerst met koud water afspoelen, daarna wassen. 5. Gebruik een stofzuiger voor het schoonmaken van de werkplek. 6. Voer afval af volgens de lokale voorschriften.
Versie: 27 januari 2015 Auteur: Rob Kooiker
Verwerkingsrichtlijnen REDArt Brick, Januari 2015
Pagina - 19 -