De ontwerper
BPA Recreatiezone - uitbreiding I MB 23 mei 2002
Gemeentebestuur Jabbeke Dorpsstraat 3 8490 Jabbeke Tel. 0580/81 01 20 Fax. 050/81 01 17
BPA Recreatiezone MB 7 januari 1992
Recreatiezone Klein Strand II
Provincie West-Vlaanderen Gemeente Jabbeke
Ruimtelijke planner Sil Goossens
Tekenaar Tine Rosseel
februari 2014
Auteur(s)
:
Sil Goossens (Grontmij) - tekst Tine Rosseel (Gemeente Jabbeke) - plannen en foto’s
E-mail adres
:
[email protected]
Contact
:
Gemeente Jabbeke Tine Rosseel Dorpsstraat 3 8490 Jabbeke T +32 50 81 01 32 F +32 50 81 01 17
[email protected] www.jabbeke.be
Gezien en voorlopig vastgesteld door de gemeenteraad in vergadering van 3 februari 2014 op bevel, Gabriël Acke gemeentesecretaris
Paul Vanden Bussche voorzitter gemeenteraad
Het College van Burgemeester en Schepenen verklaart dat onderhavig RUP voor iedereen ter inzage heeft gelegen van …………………….. tot en met ……………. namens het college, op bevel, Gabriël Acke gemeentesecretaris
Daniël Vanhessche burgemeester
Gezien en definitief vastgesteld door de gemeenteraad in vergadering van …………………. op bevel, Gabriël Acke gemeentesecretaris
Paul Vanden Bussche voorzitter gemeenteraad
Inhoudsopgave 1 TOELICHTINGSNOTA
7
1.1 INLEIDING 1.1.1 Dossiersamenstelling 1.1.2 Doelstelling, reikwijdte en detailleringgraad van het RUP 1.1.2.1 Aanleiding tot de opmaak van het RUP 1.1.2.2 Reikwijdte van het RUP 1.1.2.3 Detailleringsgraad van het RUP 1.1.2.4 Gewest‐ of landsgrensoverschrijdende effecten van het RUP
8 8 9 9 9 9 9
1.2 Ruimtelijke context 1.2.1 Ligging van het RUP 1.2.2 Ruimtelijke kenmerken van het plangebied 1.2.3 Fotoreportage van het plangebied
10 10 11 13
1.3 JURIDISCHE CONTEXT 1.3.1 Gewestplan 1.3.2 Plannen van aanleg – Ruimtelijke uitvoeringsplannen 1.3.2.1 BPA’s in uitvoering van een structuurschets 1.3.2.2 BPA’s en RUP’s binnen het plangebied 1.3.2.3 Vergelijking juridische toestand met de huidige invulling 1.3.3 Verkavelingen en ruilverkavelingen 1.3.4 Wegen 1.3.5 Fietsroutenetwerk 1.3.6 Voet en buurtwegen 1.3.7 Rooilijnplannen 1.3.8 Onbevaarbare geklasseerde waterlopen 1.3.9 Beschermde monumenten, landschappen en/of dorpsgezichten 1.3.10 Inventaris van bouwkundige erfgoed 1.3.11 Centrale Archeologische Inventaris 1.3.12 RAMSAR‐, vogelrichtlijn‐ en habitatgebieden 1.3.13 VEN – gebieden 1.3.14 Stiltegebieden 1.3.15 Gebieden duinendecreet 1.3.16 Waterwingebieden 1.3.17 Biologische waarderingskaart 1.3.18 Bodem 1.3.19 Gebieden met recht van voorkoop 1.3.20 Stedenbouwkundige vergunningen 1.3.21 Weigeringen 1.3.22 Bouwmisdrijven 1.3.23 Milieuvergunning 1.3.24 Eigendomstructuur 1.3.25 Toeristische vergunning 1.3.26 Landschapsatlas
14 14 14 14 16 17 18 18 19 19 19 20 20 21 21 23 23 23 23 23 24 25 25 26 28 29 30 30 30 30
1.4 Planningscontext 1.4.1 Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (1997) 1.4.1.1 Herbevestigd agrarische gebied 1.4.1.2 Planningsprocessen voor landbouw, natuur en bos – regio Veldgebied Brugge – Meetjesland 1.4.2 Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West‐Vlaanderen (2002) 1.4.3 Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan
31 31 31 31 32 33
1.5 Huidige en toekomstige planologische initiatieven 1.5.1 Masterplan Klein Strand
38 38
1.6 Visievorming 1.6.1 Probleemstelling 1.6.2 Korte en middellange termijnvisie 1.6.3 Lange termijnvisie 1.6.4 Inrichting 1.6.5 Groeninrichting/buffering 1.6.6 Mobiliteit 1.6.7 Parkeren
41 41 41 41 42 43 44 44
1.7 Decretale bepalingen 1.7.1 Opgave van strijdige bepalingen 1.7.2 Lijst met op te heffen voorschriften 1.7.3 Ruimtebalans 1.7.4 Register in functie van planschade, planbaten of compensatie 1.7.4.1 Planschadevergoeding 1.7.4.2 Planbatenheffing 1.7.4.3 Bestemmingswijzigingscompensatie 1.7.4.4 Compensatie ingevolge beschermingsvoorschriften 1.7.5 Watertoets 1.7.5.1 Overstromingsgevoelige gebieden (1 maart 2011) 1.7.5.2 Erosiegevoelig 1.7.5.3 Infiltratiegevoelig 1.7.5.4 Grondwaterstromingsgevoelig 1.7.5.5 Zoneringsplan 1.7.5.6 Signaalgebieden 1.7.5.7 Conclusie 1.7.6 Resultaat onderzoek tot m.e.r.
45 45 45 46 47 47 47 47 47 48 48 49 49 50 50 51 51 51
1.8 Planproces 1.8.1 1e dossier 1.8.2 2e dossier
52 52 52
2 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN 2.1 Algemene bepalingen 2.1.1 Lijst met op te heffen voorschriften 2.1.2 Bestaande situatie 2.1.3 Overgangsbepaling 2.1.4 Reliëfwijzigingen 2.1.5 Archeologisch vooronderzoek 2.1.6 Inplantingen van openbaar nut 2.1.7 Waterhuishouding en integraal waterbeheer 2.1.8 Referentiepeil 2.1.9 Afsluitingen 2.1.10 Permanente bewoning 2.1.11 Openluchtrecrecreatief terrein onder de vorm van een camping 2.1.12 Gemeenschappelijk groen 2.1.13 Gemeenschappelijke bebouwing 2.1.14 Definities: 2.1.14.1 Een openluchtrecreatief terrein 2.1.14.2 Een camping 2.1.14.3 Een verplaatsbaar openluchtrecreatief verblijf 2.1.14.4 Een verblijfplaats voor langkampeerders:
53 54 54 54 54 55 55 55 55 56 56 56 56 57 58 59 59 59 59 59
2.1.14.5 2.1.14.6 2.1.14.7
Een toeristische kampeerplaats voor kortkampeerders: Een kampeerautoplaats Een tentenweide
2.2 Bijzondere bepalingen Artikel 1 : Zone voor lang kamperen Artikel 2 : Zone voor kort kamperen Artikel 3 : Zone voor gemeenschappelijke voorzieningen Artikel 4 : Zone voor landschappelijke inkleding Artikel 5 : Interne ontsluiting
3 BIJLAGEN
59 60 60 60 61 66 73 76 79
81
3.1
“Onderzoek tot m.e.r.”, adviezen en ontheffing plan‐MER
82
3.2
Beslissing Commissie Nevenbedrijven inzak desaffectatie t.v.v. Klein Strand II en Klein Strand I
83
3.3 Ontvangen adviezen en het verslag van de plenaire vergadering 85 3.3.1 Ruimte Vlaanderen ‐ West‐Vlaanderen 85 3.3.2 Provincie West‐Vlaanderen – Deputatie 86 3.3.3 GECORO 89 3.3.4 Provincie West‐Vlaanderen – dienst waterlopen 90 3.3.5 Agentschap Infrastructuur ‐ Afd. Wegenbeleid en Beheer – Vlaamse Commissie van de Nevenbedrijven 95 3.3.6 Agentschap Infrastructuur – Afd. Wegen en Verkeer West‐Vlaanderen 98 3.3.7 Toerisme Vlaanderen 99 3.3.8 De Nieuwe Polder van Blankenberge 101 3.3.9 BLOSO 104 3.3.10 Departement Leefmilieu, Natuur en Energie ‐ Dienst Milieueffectrapportage 105 3.3.11 Departement Leefmilieu, Natuur en Energie – Dienst Veiligheidsrapportage 107 3.3.12 Verslag van de plenaire vergadering 110
Provincie West-Vlaanderen Gemeente Jabbeke
Toelichtingsnota
BPA Recreatiezone - uitbreiding I MB 23 mei 2002
De ontwerper
BPA Recreatiezone MB 7 januari 1992
Recreatiezone Klein Strand II
1
Gemeentebestuur Jabbeke Dorpsstraat 3 8490 Jabbeke Tel. 0580/81 01 20 Fax. 050/81 01 17
Ruimtelijke planner Sil Goossens
Tekenaar Tine Rosseel
februari 2014
1.1
1.1.1
INLEIDING
Dossiersamenstelling
De opdracht bestaat uit het opmaken van een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’ overeenkomstig de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, en latere wijzigingen, de uitvoeringsbesluiten en de ter zake door de Vlaamse Regering en het agentschap RO-Vlaanderen verstrekte richtlijnen, rekening houdend met de gemeentelijke ruimtelijke structuur. Conform artikel 2.2.2. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening bevat het ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP): een grafisch plan dat aangeeft voor welk gebied of welke gebieden het plan van toepassing is; de erbij horende stedenbouwkundige voorschriften inzake de bestemming, de inrichting en/of het beheer, en, desgevallend, de normen, vermeld in art 4.1.12 en 4.1.13 van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid; een weergave van de feitelijke en juridische toestand; de relatie met het ruimtelijk structuurplan of de ruimtelijke structuurplannen waarvan het een uitvoering is; in voorkomend geval, een zo mogelijk limitatieve opgave van de voorschriften die strijdig zijn met het ruimtelijk uitvoeringsplan en die opgeheven worden; in voorkomend geval een overzicht van de conclusie van: - het planmilieueffectenrapport; - de passende beoordeling; - het ruimtelijk veiligheidsrapport; - andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; - in voorkomend geval, een register, al dan niet grafisch, van de percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd die aanleiding kan geven tot een planschadevergoeding, vermeld in artikel 2.6.1, een planbatenheffing, vermeld in artikel 2.6.4, of een compensatie, vermeld in boek 6, titel 2 of titel 3, van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid. Volgens artikel 2.2.13 §2 worden de RUP’s opgemaakt ter uitvoering van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van Jabbeke werd op 21 augustus 2008 goedgekeurd door de Bestendige Deputatie. Het RUP dient bovendien te kaderen in de gewenste ruimtelijke structuur van het RSV en het PRS.
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 8
1.1.2 1.1.2.1
Doelstelling, reikwijdte en detailleringgraad van het RUP Aanleiding tot de opmaak van het RUP
Het huidige aanbod van het recreatiegebied Klein Strand is sterk verouderd, zowel naar verblijven als naar gemeenschappelijke voorzieningen. Er werd een masterplan opgemaakt waarin een modernisatie wordt vooropgesteld voor de gehele recreatiezone. Door de specifieke problematiek per zone is er gekozen voor een gefragmenteerde aanpak. De gemeente is gestart in 2008 met de opmaak van een RUP ter herziening van deel van het BPA voor het oostelijk deel van Klein Strand I. In dit RUP werden de belangrijkste aanpassingen opgenomen die het masterplan beoogt voor het gebied. Het RUP heeft inmiddels de procedure doorlopen en is op 24 mei 2012 definitief goedgekeurd. Klein Strand II betreft het westelijke gedeelte van de recreatiezone en verschilt danig van Klein Strand I. De dynamiek in dit plangebied is veel lager dan deze van Klein Strand I, gezien het grotendeels een bestendiging van de bestaande inrichting toestand betreft. Deze huidige toestand wijkt af van de huidige bestemmingsvoorschriften, waardoor een modernisering niet mogelijk is. 1.1.2.2
Reikwijdte van het RUP
De opmaak van het RUP is beperkt tot de grenzen van het plangebied. Met de opmaak van het RUP Recreatiezone Klein Strand II wenst het gemeentebestuur van Jabbeke de huidige invulling van het plangebied grotendeels te bestendigen en reorganiseren. 1.1.2.3
Detailleringsgraad van het RUP
Het RUP zal randvoorwaarden opleggen om de huidige en geplande functies binnen het plangebied optimaal te laten functioneren met respect voor de omringende ruimte. 1.1.2.4
Gewest- of landsgrensoverschrijdende effecten van het RUP
Gezien de centrale ligging van Jabbeke binnen West-Vlaanderen en de relatief kleine impact van het plan, worden er geen aanzienlijke effecten op de gewest- of landsgrenzen verwacht.
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 9
1.2
1.2.1
Ruimtelijke context
Ligging van het RUP
Het plangebied van het ruimtelijk uitvoeringsplan ligt ten oosten van de dorpskern van Jabbeke. Het gebied ligt ten zuiden van de Varsenareweg en ten zuiden van de autosnelweg E40. Het omvat een deel van het recreatiedomein Klein Strand (aangeduid met blauwe omleining), namelijk zuidelijke deel: Klein Strand II (gearceerde aanduiding).
Situering plangebied op stratenplan (bron: multinet)
Topografische kaart met afbakening plangebied
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone – gedeeltelijke herziening’
Pagina 10
Luchtfoto met afbakening plangebied (bron: GIS Vlaanderen – luchtopname 2008)
1.2.2
Ruimtelijke kenmerken van het plangebied
Recreatiegebied Klein Strand heeft een totale oppervlakte van ca. 22,2 hectare en bestaat uit twee grote delen; Klein strand I en Klein strand II, van elkaar gescheiden door de Varsenareweg. Dit dossier behandeld slechts Klein Strand II. Toch is het opportuun beide gebieden kort te beschrijven.
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 11
Klein Strand I (totaal 15,6 ha) omvat de vijver (4,0 ha) en het eigenlijke strand (0,5 ha). anno 2011 bevindt zich hier o De Zaaier : taverne / feestzaal o 2 tennisvelden outdoor, 2 tennisvelden indoor, accommodatie waterski o Chinees restaurant o receptie o supermarkt o aan de kleine vijver : 12 houten chalets, 67 toeristische plaatsen (stacaravans) o aan de Kroondreef : 6 houten chalets (permanente bewoning) o 17 stenen chalets o The Village : 76 toeristische plaatsen (mobiele chalets) o 180 toeristische plaatsen (stacaravans) o 27 toeristische plaatsen (houten chalets) – Van Lierpleintje o 12 trekkersplaatsen o bovengrondse parking 175 plaatsen totaal : 397 toeristische plaatsen
Er is recent voor een deel van Klein Strand I een BPA definitief goedgekeurd (zie verder juridische context)
Klein Strand II en tevens plangebied van dit RUP wordt uitgebaat als een kampeerterrein (totale oppervlakte van het plangebied is 6,6 ha) anno 2011 bevindt zich hier: o cafetaria o frituur o speeltuin / kinderzwembad / speelzolder o 231 verblijfplaatsen o 27 toeristische plaatsen o 87 plaatsen voor kortkampeerders o 10 plaatsen op de kampeerweide. totaal : 355 toeristische plaatsen
Vanuit het opgemaakte masterplan voor heel Klein Strand en in navolging van het goedgekeurde RUP voor Klein Strand I wordt met dit RUP een uitwerking van de visie gegeven voor Klein Strand II
Conclusie geheel recreatiedomein Klein Strand Het gehele recreatiedomein Klein Strand beschikt zodoende anno 2011 over 752 toeristische plaatsen (incl. 6 permanente bewoning). Alle events e.d. bevinden zich op Klein Strand I, gelinkt aan de waterplas en dus niet in het plangebied van dit RUP. Bovendien worden deze nog afgebouwd in het nieuwe masterplan, dat zich meer focust op het verblijfstoerisme.
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 12
1.2.3
Fotoreportage van het plangebied
Foto van het recreatiedomein
Het plangebied wordt begrensd door:
In het noorden door Varsenareweg
In het oosten door grasland
In het zuiden door de fiets- en wandelpad met daarnaast de ambachtelijke zone Vlamingveld
In het westen door het gemeentepark met het vrijetijdscentrum Jabbeke
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 13
1.3
1.3.1
JURIDISCHE CONTEXT
Gewestplan
Afbakening plangebied binnen gewestplan Brugge – Oostkust
De planologische context in het plangebied wordt gevormd door het gewestplan Brugge Oostkust (KB 7 april 1977, wijziging 19 september 1996). De bestemming binnen het RUP ‘Recreatiezone Klein Strand II’ heeft betrekking op een zone voor verblijfsrecreatie en dienstverleningsgebied. 1.3.2 1.3.2.1
Plannen van aanleg – Ruimtelijke uitvoeringsplannen BPA’s in uitvoering van een structuurschets Begin de jaren ’90 heeft de gemeente voor de hele zone een structuurschets opgemaakt. In kader van deze schets heeft de gemeente jaren verdere uitvoering gegeven via de opmaak van verschillende BPA’s.
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 14
BPA Recreatiezone
BPA Ambachtelijke zone Gistelsteenweg
MB dd. 07.01.1992
MB dd. 24.01.1994
werd deels herzien in een RUP (DEP. 24.05.2012)
BPA Ambachtelijke zone Gistelsteenweg - uitbreiding I
BPA Gemeentepark
MB dd. 04.05.1999
MB dd. 10.01.2000
werd deels herzien in een BPA (MB 30.12.2008)
werd volledig herzien in een BPA (MB dd. 15.12.2004)
BPA Recreatiezone - uitbreiding I
BPA Ambachtelijke zone Gistelsteenweg - uitbreiding II
MB dd. 23.05.2002
MB dd. 18.08.2003
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 15
1.3.2.2
BPA’s en RUP’s binnen het plangebied
1.
Bij Ministerieel Besluit van 7 januari 1992 werd het BPA Recreatiezone goedgekeurd. Dit BPA gaf een gedetailleerdere invulling aan o.m. de zone voor verblijfsrecreatie (Klein Strand) en de zone voor dagrecreatie (het gemeentelijk sportpark).
2.
Bij Ministerieel Besluit van 23 mei 2002 werd het BPA Recreatiezone Uitbreiding goedgekeurd. Hierbij kreeg de recreatiezone via Klein Strand II een bijkomende uitbreiding die gesitueerd lag aan de zuidkant van de Varsenareweg.
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 16
3.
Bij besluit van de deputatie van de provincie West-Vlaanderen van 24 mei 2012 werd het RUP RUP Recreatiezone – gedeeltelijke herziening goedgekeurd. Dit RUP werd goedgekeurd ter herziening van het BPA Recreatiezone in functie van een reorganisatie van het oostelijk deel van Klein Strand I. De opmaak van dit RUP gebeurde in het kader van een masterplan voor het gehele gebied.
1.3.2.3
Vergelijking juridische toestand met de huidige invulling
Er zijn op Klein strand II enkel stedenbouwkundige vergunningen afgeleverd voor de gebouwen aan de inkom die dienst doen als materialenloods en onthaalgebouw met voorzieningen. Het BPA voorziet op deze locatie een zone bestemd als kampeerterrein. Deze zone werd uitgebreid bij BPA Recreatiezone. Er is een exploitatievergunning bekend van toerisme Vlaanderen dd. 18-8-1996. Het betreft een vergunning voor de uitbreiding waarop standplaatsen en plaatsen voor trekkers zijn voorzien. Voor de huidige inrichting en functie is er geen stedenbouwkundige vergunning bekend. De inrichting en functie van de wegenis, vaste verbijven,… zijn onvergund. In de huidige toestand wordt het merendeel van Klein Strand II gebruikt voor enerzijds stacaravans en anderzijds paviljoenen of andere vaste verblijven en is de huidige toestand dus in strijd met volgende voorschriften uit het BPA: “Het BPA beoogt de nodige uitbreidingsmogelijkheden te creëren voor het kampeerterrein.” “Permanente verblijven, andere dan de toegelaten bedrijfswoning, zijn verboden. Stacaravans, chalets, paviljoenen, en andere vormen van vaste verblijven zijn niet toegelaten. Kavels noch standplaatsen mogen het voorwerp uitmaken van vervreemding of langdurige verhuring.” Hieromtrent is een stakingsbevel uitgeschreven dd. 17-10-2011 en een pv met staking gebruik dd. 24-10-2011 (zie hieronder linker plan)
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 17
Hieronder (rechter plan) geven we op een luchtfoto met de bestaande toestand duidelijk weer om welke delen van het terrein het gaat:
1.3.3
Verkavelingen en ruilverkavelingen
Er zijn geen verkavelingsvergunningen afgeleverd in het plangebied. 1.3.4
Wegen
Het RUP wordt in het noorden en noord-oosten begrensd door een gemeenteweg, nl de Varsenareweg. De recreatiezone wordt ten noorden begrensd door de E40, een gewestweg. Ten noord-oosten van de recreatiezone ligt een motelzone.
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 18
1.3.5
Fietsroutenetwerk
Het RUP is gelegen aan het functioneel fietsroutenetwerk. 1.3.6
Voet en buurtwegen
Binnen het plangebied zijn geen sentiers of chemins gelegen. Het plangebied is gelegen aan de Chemin nr. 1. 1.3.7
Rooilijnplannen
Langs de Varsenareweg zijn geen rooilijnplannen gelegen.
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 19
1.3.8
Onbevaarbare geklasseerde waterlopen
Het RUP is gelegen aan de Zandbeekstraatbeek, een waterloop van 2e categorie (WO.5.02), die langs de Varsenareweg loopt. De waterloop wordt momenteel onderhouden langs deze weg. 1.3.9
Beschermde monumenten, landschappen en/of dorpsgezichten
Binnen het plangebied of in de omgeving van het plangebied zijn geen beschermde monumenten, landschappen en/of dorpsgezichten
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 20
1.3.10
Inventaris van bouwkundige erfgoed
Binnen het plangebied of in de omgeving van het plangebied staan geen gebouwen en/of woningen die op de inventaris van bouwkundige erfgoed staan. 1.3.11
Centrale Archeologische Inventaris
Uit de centrale archeologische inventaris (CAI) blijkt dat in de omgeving van het plangebied gekende zone gelegen is met archeologische potenties. Locatie 306531 Naar aanleiding van graafwerken voor de aanleg van een schaatspiste nabij het Klein Strand weren eind december 1988 ten oosten van de dorpskern archeologische elementen gevonden De vondsten dateerden vanuit de volle Middeleeuwen, deze datering werd gedaan op basis van de schaarse aardewerkvondsten (begin volle middeleeuwen)
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 21
Het betreft uitsluitend fragmenten van gewoon grijs gebruiksaardewerk. Er werden ook kuilen, grachten en paalgaten gevonden waarvan sommige mogelijk in verband te brengen zijn met een spieker. Locatie 76922 Naar aanleiding van het nieuw geplande Sport- en Cultuurcentrum werd 2005 tot eind oktober 2005 een proefsleuvenonderzoek uitgevoerd. De vondsten dateerden vanuit de Yzertijd (de late Yzertijd) Het aardewerk dat werd gevonden is van oorsprong typisch late ijzertijd, maar kende een verderzetting zowel technisch als vormelijk in het begin van de Romeinse periode. Er is een concentratie van nederzettingssporen langs de weg van Oudenburg naar Aardenburg. Locatie 300030 In 1996 werden bij nazicht van de wegkoffer voor een nieuwe verkaveling op drie plaatsten archeologische sporen waargenomen. De vondsten dateerden vanuit de vroege Middeleeuwen Een concentratie van paalsporen vormt waarschijnlijk de aanzet van een huisplattegrond. Een tweede groep sporen (op afstand van zo’n 130m) omvat een poel of waterput, enkele grachten en mogelijk ook de standgreppel van een gebouw. Bij de tweede sporenconcentratie sloten een aantal sporen uit de volle middeleeuwen aan. In het verleden werden al verscheidenen keren waarnemingen verricht en/of vondsten geborgen in de directe nabijheid van de nieuwe verkaveling, o.m. enkele Romeinse aardewerkfragmenten bij de aanleg van een parkeerterrein achter WKZ-Vierstraete. Gezien er in de omgeving vrij veel archeologische vondsten werden gedaan, zal hier voor de zone van het RUP eveneens rekening mee worden gehouden gezien het voorkomen van dergelijke sites vrij vaak een voorteken is voor het voorkomen van meerdere nog niet gekende sites in de omgeving. Binnen het RUP zal er een bepaling worden opgenomen dat er voor er van start wordt gegaan met de realisatie van bouwprojecten en wegenis een archeologisch vooronderzoek dient gedaan te worden. Dit vooronderzoek wordt verricht met een systeem van doorlopende sleuven van 2m breed met een platte bak. Dit gebeurt onder toezicht van een archeoloog die tevens de diepte van de sleuven bepaalt. Het resultaat van dit vooronderzoek is de bepaling van archeologisch waardevolle zones of de bepaling van afwezigheid ervan. In deze archeologische waardevolle zones worden preventieve archeologische opgravingen gedaan. De inrichting van het terrein kan slechts aangevat worden nadat het ontdaan is van archeologische informatie en archeologievrij wordt afgeleverd.
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 22
Bijkomend dient gesteld dat de gemeente Jabbeke toegetreden is tot Raakvlak, de Intergemeentelijke Dienst voor Archeologie in Brugge en Ommeland. Er wordt dus bij elke aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning advies aan Raakvlak gevraagd. 1.3.12
RAMSAR-, vogelrichtlijn- en habitatgebieden
Er zijn geen RAMSAR-, vogelrichtlijn en/of gebieden habitatrichtlijngebieden in of in de nabijheid van het plangebied. 1.3.13
VEN – gebieden
Er zijn geen VEN-gebieden in of in de nabijheid van het plangebied. 1.3.14
Stiltegebieden
Wanneer we de website www.lne.be nakijken, merken we dat het plangebied, noch de gemeente Jabbeke vermeld wordt als onderdeel van een potentieel stiltegebied. 1.3.15
Gebieden duinendecreet
Niet van toepassing binnen de gemeente Jabbeke. 1.3.16
Waterwingebieden
Het plangebied is niet gelegen in of nabij een oppervlaktewaterwingebied of een beschermingszone voor grondwaterwinning. De activiteiten die binnen het planologisch kader van het RUP kunnen gerealiseerd worden, zullen geen of slechts een beperkte impact hebben op het grondwater.
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 23
1.3.17
Biologische waarderingskaart
Binnen het plangebied is er een klein gedeelte aangeduid als biologisch waardevol gebied. Het betreft tuinen met loofhoutaanplant, niet deel uitmakend van een groter geheel. De historiek van de luchtfoto’s hieronder bewijst echter dat de configuratie van deze biologisch waardevolle zone helemaal is veranderd ten opzichte van het terreinbezoek van de karteerder in mei 2004. We kunnen dan ook stellen dat de omschrijving hiervan momenteel niet meer klopt.
Luchtfoto 2000
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 24
Luchtfoto 2005
Luchtfoto 2012
1.3.18
Bodem
Het plangebied heeft een bodem bestaande deels uit vochtig en voor een heel klein deel uit nat zand. De meest gevoelige bodems zijn diegenen met drainageklassen f, g of i. Er zijn geen dergelijke bodems binnen het plangebied. Tevens treffen we in het plangebied geen veenbodems of poelgronden aan. 1.3.19
Gebieden met recht van voorkoop
Er zijn binnen het plangebied geen gebieden aanwezig met een recht van voorkoop.
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 25
1.3.20
Stedenbouwkundige vergunningen
Stedenbouwkundige vergunningen Datum 18/10/1984
Aard van vergunning Het oprichten van vervangingsbouw met woongelegenheid en bergingen
11/10/1990
Vervangen woning en herbouwen berginggarages
22/04/1993
Bouwen van een sanitair blok 1
02/11/1995
Bouwen van een materialenloods
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 26
21/03/1996
Oprichten van 2 trekkershutten
29/03/2001
Onthaalgebouw met conciërgewoning
07/06/2004
Bijbouwen technisch lokaal
26/03/2007
Vernieuwen speelterrein door middel vervanging huidige speeltoestellen
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 27
1.3.21
Weigeringen
Datum 2004
Aard van vergunning Weigering – bouwen 3 studio’s tijdelijk verblijf monitoren
14.12.2000
Weigering – aanleg containerpark, verharden parking
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 28
1.3.22 Nr. A
Bouwmisdrijven
Datum 19/10/2011
24/10/2011 13/02/2013
B
09/12/2011
09/12/2011 23/03/2012
Aard van vergunning Stakingsbevel - bouwmisdrijf: Het recreatiepark Klein Strand 2 is (met uitzondering van het onthaalgebouw en materialenloods vooraan) compleet onvergund. Grote delen van het park zijn strijdig met het geldende BPA. De inbreuken kennen een voortschrijdend karakter. Bekrachtigingsbeslissing Er is een ontheffingsprocedure opgestart door de exploitant tegen het stakingsbevel, die door de rechtbank ongegrond is verklaard. De exploitant is in juni 2013 tegen deze uitspraak in beroep gegaan. Hierover is nog geen uitspraak. Bouwmisdrijf: permanente bewoning stacaravan – Serge D’Hondt geen vergunning bekend voor de stacaravan of het tuinhuis. Bekrachtigingsbeslissing Dossier werd geseponeerd wegens ‘toestand geregulariseerd’
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 29
1.3.23 Datum 19/11/2012
08/08/2013
1.3.24
Milieuvergunning Aard van vergunning Melding van de overname van een vergunde inrichting (basisvergunning 3/5/1984 verleend door de Deputatie met einddatum 3/5/2014) voor volgende rubrieken (Klein Strand I en II): - Rubriek 3.2.2.a lozing van huishoudelijk afvalwater in de openbare riolering: 3.000 m3/jaar; - Rubriek 12.2.1: transformator van 400 kVA - Rubriek 16.3.1.1: Koelinrichtingen: l2 kW - Rubriek 16.7.2 Opslag van gassen in verplaatsbare recipiënten: 3.300 liter propaan - Rubriek 17 .3.4.2.1.b: opslag van zeer licht ontvlambare vloeistoffen: 3.000 liter benzine - Rubriek 17.3.6.l.b.: opslag van I 0.000 liter stookolie - Rubriek 17.3.9.2: brandstofverdeelinstallatie: I stuk - Rubriek 32.8.1.2: plonsbad - Rubriek 32.8.2: waterskiën op vijver Milieuvergunningsaanvraag voor recreatiepark met jetski en een camping De vergunning wordt verleend voor het : - Verder exploiteren, uitbreiden, toevoegen en wijzigen van een recreatiepark met jetski en een camping voor een termijn van 20 jaar - De lozing van max 21.000m³/j HA – rubriek 3.2.2.°a) – in de openbare riolering van de Varsenareweg en de Kroondreef, de grondwaterwinning 7000m³/j in het Quartair dek en en 14.000m³/j in het Ieperiaan zand voor een termijn van 18 maanden op proef Eigendomstructuur
Een deel van het plangebied, is eigendom van het Vlaams Gewest (AWV) (zie zonering op plan bestaande toestand). Echter is er een princiepsovereenkomst voor het gebruik en aankoop van deze grond. Deze wordt bijgevoegd in bijlage van dit dossier. 1.3.25 Datum 06/10/2011
1.3.26
Toeristische vergunning Aard van vergunning Een administratieve vergunning wordt toegekend voor de exploitatie van het toeristisch logies Klein Strand II in de categorie Openluchtrecreatiefterrein en subcategorie Camping voor het plaatsen van 318 plaatsen voor openluchtrecreatieve verblijven Comfortclassificatie: 2 sterren Landschapsatlas
Uit de Landschapsatlas blijkt dat het plangebied of de directe omgeving geen onderdeel vormt van een ankerplaats of relictzone. Op ongeveer 700m ten noorden van het projectgebied is er de relictzone ‘Graslandgebied Kwetshage’. Het RUP zal geen impact hebben op deze relictzone mede omdat het gebied ervan gescheiden wordt door de E40, een meer hinderlijke infrastructuur.
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 30
1.4
Planningscontext
1.4.1
Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (1997)
1.4.1.1
Herbevestigd agrarische gebied In uitvoering van het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen (RSV) stelt de Vlaamse overheid een ruimtelijke visie op voor landbouw, natuur en bos. Deze visie zal de basis vormen voor het opmaken van concrete afbakeningsplannen voor landbouw-, natuur- en bosgebieden. Het plangebied valt niet binnen de afbakening van de herbevestiging van de gewestplannen in het kader van de planningsprocessen voor landbouw, natuur en bos.
1.4.1.2
Planningsprocessen voor landbouw, natuur en bos – regio Veldgebied Brugge – Meetjesland
Het RUP is niet gelegen binnen de planningsprocessen voor landbouw, natuur en bos
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 31
1.4.2
Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen (2002)
De provincie selecteert de toeristisch recreatieve knooppunten, de netwerken van primair belang en werkt ook een gebiedsgerichte visie uit. Het recreatiedomein “Het Klein Strand” wordt niet geselecteerd als een openluchtrecreatief groen domein of als pretpark. Vanuit het provinciaal ruimtelijk structuurplan worden aldus geen ontwikkelingsperspectieven vooropgesteld voor het Klein Strand. Delen van Jabbeke behoren tot een toeristisch recreatief netwerk van primair belang en tevens tot het landelijk toeristisch recreatief netwerk van “De Brugse streek”. De Vlaamse overheid geeft de provincie de opdracht om een visie en uitvoering te geven aan de ontwikkeling van openlucht recreatieve verblijven. Volgens het provinciaal beleidskader komt het Klein Strand in aanmerking voor bestendiging/uitbreiding. Het terrein is gelegen in de juiste bestemmingszone volgens het gewestplan en gelegen buiten landschappelijk structurerende componenten op Vlaams niveau. De bestendiging/uitbreiding veroorzaakt geen versnippering van landschappelijk waardevolle gebieden, noch van aaneengesloten landbouwgebied. Het terrein is kerngebonden ingeplant en is niet hinderlijk voor de kwalitatieve ruimtelijke ontwikkeling van de omgeving.
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 32
1.4.3
Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan
In de gemeenteraad van 3 maart 1997 werd beslist om over te gaan tot de opmaak van een gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. In het GRS wordt gesteld dat de nodige voorzieningen op het niveau van elke deelkern moeten worden aangeboden. Voor de twee grotere kernen, Varsenare en Jabbeke betekent dit een aanbod aan sportvoorzieningen, culturele voorzieningen met inbegrip van bibliotheek en ruimte voor verenigingsleven. Deze voorzieningen moeten zo gebundeld mogelijk worden aangeboden in functie van wederzijdse dynamiek, efficiëntie, synergie, etc. Voor de kern Varsenare zijn de voorzieningen gecentraliseerd in het complex aan Hof Van Straeten, voor Jabbeke zal dit gebeuren in de zone Gemeentepark – Klein Strand - Bogaertstadion. Uittreksel uit het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan : ‘2.6 Gewenste toeristisch-recreatieve structuur1 Kaart RG8: Gewenste toeristisch-recreatieve structuur
2.6.3 Toeristisch-recreatief beleid Toeristisch-recreatief beleid voor het ‘Klein Strand’ Het ‘Klein Strand’ is een lokaal toeristisch-recreatief knooppunt met bovenlokale uitstraling. Het is een multifunctioneel complex met een menging van dag- en verblijfsrecreatie en met een aantrekkingskracht tot buiten Jabbeke. Onlangs is een BPA goedgekeurd met de bestendiging van de trekkerscamping. Wegens de problemen van deze recreatiezone (ontbrekende vergunning, bouwovertredingen, permanente bewoning, weinig kwalitatieve omgeving, geringe toeristische potenties, lage bezettingsgraad,…) dringt een grondige reorganisatie van het gebied zich op. Er wordt gesuggereerd dat het terrein in de toekomst een volwaardige toeristisch-recreatieve functie moet kunnen vervullen. Er moeten mogelijkheden worden gecreëerd ten behoeve van kampeer/verblijfplaatsen, gekaderd binnen de hedendaagse noden. In dit kader moeten er voorzieningen mogelijk zijn voor vakantiewoningen, vakantiesuites en/of hotel. Een beperkte zone, gelegen langs de Kroondreef, komt op termijn in aanmerking voor woonontwikkeling. In de overgangszone naar het gemeentelijk sportpark wordt de mogelijkheid voorzien tot de bouw van een hotelinfrastructuur in combinatie met wellness- en bijbehorende accommodatie. 2.6.5 Selecties Lokaal toeristisch-recreatief knooppunt met bovenlokale uitstraling: Permekemuseum, Klein Strand.
1
Uittreksel uit GRS: de nummering werd overgenomen uit GRS
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 33
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 34
3.5.1 Structuurondersteunend hoofddorp Jabbeke Kaart RG17: Gewenste ruimtelijke ontwikkeling van het structuurondersteunend hoofddorp Jabbeke
Visie Het structuurondersteunend hoofddorp Jabbeke vervult een bovenlokaal verzorgende functie voor de hele fusiegemeente. Tegelijkertijd heeft het ook een lokaal verzorgende functie voor de eigen inwoners. Deze bovenlokale en lokale verzorgende rol moet zich uiten in een gedifferentieerd en uitgebreid woningaanbod in voldoende grote dichtheden, het voorzien van diverse culturele, toeristische, recreatieve, handels- en gemeenschapsfuncties, een economische dynamiek, en een verkeersleefbare omgeving.
Bestendigen en versterken van de kerngebonden sport- en culturele infrastructuur De zone tussen bedrijvenzone Gistelsteenweg en het op- en afrittencomplex krijgt een recreatieve invulling. Het krachtbalterrein wordt geherlokaliseerd naar het Bogaertstadion. De overige sport- en recreatie-infrastructuur (Bogaertstadion, speelpleintjes) worden bestendigd. Het ‘Klein Strand’ dient grondig te worden gereorganiseerd (zie verder). De sporthal van Jabbeke zal herlokaliseren naar het gemeentepark, waar ze zal geïntegreerd worden binnen het nieuwe sport- en cultuurcomplex. De huidige sporthal zal verdwijnen (ze maakt deel uit van het inbreidingsproject W1). Het Permekemuseum wordt geselecteerd als lokaal toeristisch-recreatief kooppunt met bovenlokale uitstraling en wordt geprofileerd als gemeentelijk toeristisch attractiepunt.
Bestendigen en versterken van de kerngebonden sport- en culturele infrastructuur In het kader van de problemen die binnen deze recreatiezone voorkomen en wegens de lage dynamiek ervan, moet gezocht worden naar nieuwe impulsen in functie van de revitalisering van deze zone. Hierbij wordt er uit gegaan van een zuivere hoogwaardige toeristischrecreatieve invulling van de zone. Hierbij moet de aandacht uitgaan naar het inplanten van kwaliteitsvolle infrastructuren, het creëren van een hoogwaardige landschappelijke invulling en het aanbieden van een hoogwaardig assortiment aan recreatievoorzieningen. Prioritair moet er werk gemaakt worden van een grondige sanering (vooral Klein Strand I) en van het oplossen van de juridische problemen (permanente bewoning, bouwovertredingen,…). Het aantal toeristische plaatsen moet minimaal 15% van het aantal staanplaatsen bedragen. Er moet echter wel rekening gehouden worden met het mobiliteitsaspect als gevolg van het creëren van een bijkomende dynamiek in aansluiting op het hoofddorp. Er moeten voorzieningen mogelijk zijn voor vakantiewoningen, vakantiesuites en/of hotel. Een beperkte zone, gelegen langs de Kroondreef, komt op termijn in aanmerking voor woonontwikkeling. In de overgangszone naar het gemeentelijk sportpark wordt de mogelijkheid voorzien tot de bouw van een hotelinfrastructuur in combinatie met wellness- en bijbehorende accommodatie.
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 35
Nieuwe impulsen voor recreatiezone ‘Klein Strand’ In het kader van de problemen die binnen deze recreatiezone voorkomen en wegens de lage dynamiek ervan, moet gezocht worden naar nieuwe impulsen in functie van de revitalisering van deze zone. Hierbij wordt er uit gegaan van een zuivere hoogwaardige toeristischrecreatieve invulling van de zone. Hierbij moet de aandacht uitgaan naar het inplanten van kwaliteitsvolle infrastructuren, het creëren van een hoogwaardige landschappelijke invulling en het aanbieden van een hoogwaardig assortiment aan recreatievoorzieningen. Prioritair moet er werk gemaakt worden van een grondige sanering (vooral Klein Strand I) en van het oplossen van de juridische problemen (permanente bewoning, bouwovertredingen,…). Het aantal toeristische plaatsen moet minimaal 15% van het aantal staanplaatsen bedragen. Er moet echter wel rekening gehouden worden met het mobiliteitsaspect als gevolg van het creëren van een bijkomende dynamiek in aansluiting op het hoofddorp. Er moeten voorzieningen mogelijk zijn voor vakantiewoningen, vakantiesuites en/of hotel. Een beperkte zone, gelegen langs de Kroondreef, komt op termijn in aanmerking voor woonontwikkeling. In de overgangszone naar het gemeentelijk sportpark wordt de mogelijkheid voorzien tot de bouw van een hotelinfrastructuur in combinatie met wellness- en bijbehorende accommodatie.’
Besluit van de deputatie van de provincie West-Vlaanderen houdende goedkeuring van het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Jabbeke Enig artikel. Het bijgaand Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan van de gemeente Jabbeke bestaande uit een informatief, een richtinggevend en een bindend gedeelte, wordt goedgekeurd, mits uitsluiting van : In het richtinggevend gedeelte de stelling dat in de overgangszone naar het gemeentelijk sportpark de mogelijkheid wordt voorzien tot de bouw van een hotelinfrastructuur in combinatie met wellness- en bijhorende accommodatie. De zone waar het besluit betrekking op heeft bevat de overgangszone naar het gemeentelijke sportpark en niet het Klein Strand.
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 36
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 37
1.5 1.5.1
Huidige en toekomstige planologische initiatieven Masterplan Klein Strand
Er werd een masterplan opgemaakt waarin een modernisatie wordt vooropgesteld voor de gehele recreatiezone. Door de specifieke problematiek per zone is er gekozen voor een gefragmenteerde aanpak. De gemeente is gestart in 2008 met de opmaak van een RUP ter herziening van deel van het BPA voor het oostelijk deel van Klein Strand I. In dit RUP werden de belangrijkste aanpassingen opgenomen die het masterplan beoogt voor het gebied. Het RUP heeft inmiddels de procedure doorlopen en werd op 24 mei 2012 definitief goedgekeurd. Het is duidelijk dat het karakter van inrichting en functies van Klein Strand I en II danig verschillen. Zo heeft Klein Strand I een veel hogere dynamiek dan Klein Strand II. Bovendien zijn ze ook fysiek afgescheiden van elkaar door de Varsenareweg. Om deze redenen wordt Klein Strand II opgenomen in een apart RUP , maar werkt het masterplan toch overkoepelend i.f.v. mobiliteit,… . Het masterplan uit zich in volgende vooropgestelde toekomstige planologische situatie, we geven deze informatief mee:
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 38
De voorgestelde masterplanschets beoogt onder voorbehoud volgende invulling voor Klein Strand II: Toekomstige ontwikkelingen kampeerauto’s
Opp. m² Ca. 5000 Ca. 22000
Tent/caravan Luxe mobiele chalets
Ca 2000
Mobiele chalets
Ca 18000
Overig
Ca 20000
groen, buffer, parkeerplaatsen, sanitair, spel/sport
Waar onder andere:
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Vaste parkeerplaatsen
Ca. 3500 m²
Buffer
Ca. 5000 m²
Sport & spel
Ca. 5000 m²
Pagina 39
Intussen is deze masterplanschets verder uitgezuiverd voor Klein Strand II tot een effectief inrichtingsplan:
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 40
1.6 1.6.1
Visievorming Probleemstelling
Het huidige probleem is meervoudig: Het huidige aanbod van het volledige recreatiegebied Klein Strand is sterk verouderd, zowel naar verblijven als naar gemeenschappelijke voorzieningen. Bovendien wordt in de huidige toestand het merendeel van Klein Strand II gebruikt voor stacaravans, paviljoenen en andere vaste verblijven en is de huidige toestand dus in strijd met volgende voorschriften uit het BPA. Omtrent deze overreding is een stakingsbevel uitgeschreven dd. 17-10-2011 en een pv met staking gebruik dd. 24-10-2011 (zie juridische context) Er werd intussen een masterplan opgemaakt waarin een modernisatie wordt vooropgesteld voor de gehele recreatiezone. o Hierbij wordt gestreefd naar een hoogdynamische karakter met harde verhardings- en versteningsgraad voor zone 1 terwijl in zone 2 wordt ingezet op groen en wegneembare materialen. Het is/was echter niet mogelijk deze modernisatie door te voeren binnen de huidige bestemmingsplannen. In Klein Strand I heeft dit geleid tot een RUP (ter herziening van het BPA) met de gewenste reorganisatie en modernisering. In Klein Strand II is dit nog niet gebeurd. 1.6.2
Korte en middellange termijnvisie
Het RUP werd opgestart met het oogpunt op een bestendiging van de huidige verschijningsvorm van het plangebied met uitzondering van alle vormen permanente bewoning. Dit wil zeggen dat alle structuren die de huidige werking van het terrein waarborgen, behouden kunnen blijven. Op middellange termijn, zullen de huidige structuren, zonder echte reorganisatie van het terrein, kunnen worden gemoderniseerd/vernieuwd, met dien verstande dat enkele beperkende maatregelen worden opgelegd in functie van het Vlaams Toeristisch Logiesdecreet (naar oppervlakte van bebouwing, bouwhoogte, buffering, soorten verblijven,…) Het opgestelde masterplan voor Klein Strand voorziet deze invulling op middellange termijn als volgt: de realisatie van een zone voor kampeerauto’s de inrichting van sanitaire units voor een deel van de toeristische kampeerplaatsen in functie van het gebruikscomfort de realisatie van een tweede sanitair gebouw en de vervanging van het huidige sanitair gebouw, hetgeen zal resulteren in een beter gebruiksconfort op het terrein. de reorganisatie van de toegang tot Klein Strand o Dit wordt opgebouwd in relatie met de toegang van Klein Strand I, met gebundelde parkeerplaatsen en toegang. o Deze zal rechtstreeks in relatie staan met de gemeenschappelijke functies (waaronder sport & spel faciliteiten (bvb. minigolf of petanqueveld). 1.6.3
Lange termijnvisie
Om het plan ook op lange termijn bruikbaar te maken, is het belangrijk voldoende vrijheid te bewaren om ook een eventuele reorganisatie op het terrein mogelijk te maken. Wel moeten hier natuurlijk enkele basisvoorwaarden aan worden opgesteld, om zo een kwaliteitsvolle en niet-hinderlijke inrichting te garanderen. Deze basisvoorwaarden worden zo opgesteld dat de huidige verschijningsvorm nog steeds mogelijk blijft. We baseren ons voor deze basisvoorwaarden vooral op het Vlaams Toeristisch Logiesdecreet.
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone – gedeeltelijke herziening’
Pagina 41
1.6.4
Inrichting
Enkele algemene bepalingen/voorwaarden die gelden voor alle zones: Permanente bewoning is niet toegestaan Er mogen maximaal 300 kampeer- en/of verblijfplaatsen (uitgezonderd tentenweide) worden vastgelegd. Het terrein moet geëxploiteerd worden in één centraal beheer Minimaal 10% van het terrein moet bestaan uit gemeenschappelijke groene ruimten (exclusief de zone voor landschappelijke inkleding). Deze kan wel voor max. 30% ingevuld worden tussen 1 april en 30 oktober als tentenweide. De totale oppervlakte van de gemeenschappelijke gebouwen en overdekte terrassen mag maximaal 1000m² zijn. Art. 1 : Zone voor lang kamperen In deze zone worden verblijfplaatsen voor langkampeerders toegelaten. Een verblijfplaats voor langkampeerders is een verblijfplaats waarop toeristen langer dan 6 maanden kunnen verblijven in een verplaatsbare openluchtrecreatief verblijf. Vaste bebouwing kan enkel beperkt én in functie van gemeenschappelijke voorzieningen. Niet waterdoorlatende verharding is enkel mogelijk voor interne circulatie. Verhardingen in functie van parkeren en niet-gemotoriseerd verkeer moeten uitgevoerd worden in een groene waterdoorlatende verharding. De verblijfplaatsen worden beperkt in oppervlakte en bezetting. Art. 2 : Zone voor kort kamperen In deze zone worden toeristische kampeerplaatsen voor kortkampeerders toegelaten. Een toeristische kampeerplaats voor kortkampeerders is een kampeerplaats waarop toeristen voor maximaal 6 opeenvolgende maanden kunnen verblijven met een eigen verplaatsbare openluchtrecreatief verblijf. De toerist dient op het einde van zijn verblijf zijn openluchtrecreatief verblijf zelf te verwijderen. Behalve de toegelaten bestemming zijn er ook in de inrichting enkele cruciale verschillen tussen deze zone en de zone voor lang kamperen. verhardingen zijn op de toeristische kampeerplaatsen niet toegestaan. op maximaal 1/3 van de toeristische kampeerplaatsen en met een maximaal aantal van 36 is de inrichting van maximaal één sanitaire unit per toeristische kampeerplaats toegelaten. Zij moeten minimaal geclusterd worden per 4 kampeerplaatsen, met een maximale oppervlakte van 50m² per 4 geclusterde units en op voorwaarde dat zij éénvormig zijn over het gehele terrein. Onderstaande foto geeft een voorbeeld van een dergelijke sanitaire unit.
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 42
Art. 3 : Zone voor gemeenschappelijke voorzieningen Aan de straatzijde wordt een zone voor gemeenschapsvoorzieningen ingetekend. Deze locatie leent zich hiervoor het beste (aan de toegang vanaf het openbaar domein, link met het omliggende woonweefsel, relatie met Klein Strand I). Er mogen dan ook geen verblijfplaatsen en/of kampeerplaatsen worden ingericht. De mogelijkheden voor gemeenschappelijke functies zijn wel uitgebreider dan in de rest van het plangebied, zonder hierbij hinderlijke functies toe te laten, de meer dynamische functies zullen allemaal ingericht worden op Klein Strand I (cfr. Masterplan). Zo zullen enkel binnen deze overdruk volgende functies kunnen worden ingericht: dienstgebouwen ten behoeve van de ontvangst van bezoekers van het terrein en voor de uitbating van het terrein + bestaande conciërgewoning hoofdtoegang en parkeervoorzieningen verharde en onverharde speel- en sportvoorzieningen en bijhorende accommodatie ondersteunende commerciële of recreatieve accommodatie voor zover deze gericht is op de gebruikers van het terrein, zoals: o verkoop van maximum 6 mobiele openluchtrecreatieve verblijven o gebouwen in functie van (groen)onderhoud o gebouwen in functie van spel, sport & leisure ( lokaal voor kinderactiviteiten, speeltuin, speelzolder, minigolf, petanque, …) een afgeschermde afvalverzamelplaats van voldoende grootte met een ondoordringbare vloer, evenueel (half) ondergronds ingericht. Deze afvalverzamelplaats dient met een groene afsluiting afgeschermd te worden, zodoende een goede landschappelijke inpassing te hebben. wasplaatsen voor caravans/mobilehomes 1.6.5
Groeninrichting/buffering Art. 4 : Zone voor landschappelijke inkleding overdruk : erfdienstbaarheidstrook voor de waterloop
Er wordt een zone voor landschappelijke inkleding langs de grenzen van de camping voorzien. Hier zullen bebouwing en andere constructies verboden zijn en zal een landschappelijke overgang gecreëerd worden naar omliggende percelen. Deze landschappelijke inkleding is overal minimaal 7m breed en bestaat minimum uit: een groenscherm wordt van minimaal 3m. een tussenruimte van 4m, vrij van constructies en ontdaan van verdroogde struikgewassen en gras in functie van de brandveiligheid op het terrein. Afhankelijk van zijn specifieke omgeving wordt deze landschappelijke inkleding verbreed: ter hoogte van de openbare weg in functie van een erfdienstbaarheid voor onderhoud van de waterloop. ter hoogte van de private tuinen van de woningen langs de Varsenareweg in functie van een bredere buffering teneinde het zicht maximaal te kunnen bufferen.
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 43
1.6.6
Mobiliteit Art. 5 : Interne ontsluiting
De ontsluiting tot het openbaar domein zal via een specifieke pijl worden opgelegd en omschreven in de voorschriften, het is namelijk niet de bedoeling meer dan 1 toegang voor gemotoriseerd verkeer te voorzien. Wel wordt toegelaten dat de effectieve ontsluiting maximaal 10m afwijkt van de intekening, zodoende voldoende mogelijkheden te behouden met het zicht op een eventueel toekomstige reorganisatie van het terrein. We willen er wel de nadruk op leggen dat het een zeer belangrijk criterium is bij de vergunningsaanvraag. Er worden wel enkele breedtes opgelegd voor de interne ontsluiting, die ook worden gebruikt in het Vlaams Toeristisch logiesdecreet. 1.6.7
Parkeren
Per verblijfplaats/kampeerplaats moet er minimum 1 parkeerplaats worden ingericht. Het voorzien van de parkeerplaatsen op de verblijfplaats/kampeerplaats is toegelaten: In functie van plaatsen voor (kampeer)auto’s Wanneer de terreinoppervlakte minimum 125m² bedraagt, en onder welbepaalde voorwaarden (zie voorschriften) Parkeerplaatsen dienen steeds te worden aangelegd in groene waterdoorlatende verharding met waterdoorlatende fundering Alle andere parkeervoorzieningen dienen geclusterd als gemeenschappelijke parkeerplaatsen worden voorzien en moeten voldoen aan volgende voorwaarden: Minimaal per 10 parkeerplaatsen geclusterd Per 5 parkeerplaatsen 1 boom voorzien ter hoogte van deze cluster De parkeerplaatsen moeten aan het zicht onttrokken worden. Parkeerplaatsen dienen steeds te worden aangelegd in groene waterdoorlatende verharding met waterdoorlatende fundering. Parkeren kan dus gebeuren per verblijfplaats/kampeerplaats, al dient opgemerkt te worden dat de voorkeur steeds uit gaat naar geclusterde parkeerplaatsen. Ondergronds parkeren is niet mogelijk.
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 44
1.7 1.7.1
Decretale bepalingen Opgave van strijdige bepalingen
De voorschriften en de bestemmingen van het ruimtelijke uitvoeringsplan ‘Recreatiezone – gedeeltelijke herziening’ vervangen de voorschriften en de bestemming van het gewestplan voor de zones die binnen het plangebied van het RUP vallen. Het betreft volgende bestemmingen van het koninklijk besluit van 28.12.1972 betreffende inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen : ART. 9. - 3. De dienstverleningsgebieden: 3.0. Deze zijn bestemd voor de vestiging van bedrijven of inrichtingen waarvan de functie verder reikt dan de verzorging van de buurt. Voor zover de veiligheid en de goede werking van het bedrijf of de inrichting het vereist, kunnen ze woongelegenheid voor de exploitant, de bewakers of het onderhoudspersoneel omvatten ART. 16. - 5. De recreatiegebieden: 5.2. De gebieden voor dag- en verblijfsrecreatie zijn bestemd voor de recreatieve en toeristische accommodatie alsmede de verblijfsaccommodatie met inbegrip van de kampeerterreinen, de gegroepeerde chalets, de kampeerverblijfparken en de weekendverblijfparken. Bij het van kracht worden van het ruimtelijk uitvoeringsplan worden de voorschriften en bestemmingen van het gewestplan opgeheven en vervangen door de voorschriften en bestemmingen bepaald in het ruimtelijk uitvoeringsplan. 1.7.2
Lijst met op te heffen voorschriften
Na het van kracht worden van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan worden volgende voorschriften in het plangebied opgeheven : Bestemmingen van het gewestplan Brugge – Oostkust (KB 7 april 1977) zijnde gebieden voor verblijfsrecreatie, code 0402. zijnde gebieden voor dienstverleningsgebieden, code 0300 Bestemmingen van BPA Rekreatiezone (MB 7 januari 1992) zijnde bestemmingszone 2, kampeerterrein Bestemmingen van BPA Recreatiezone – uitbreiding I (MB 23 mei 2002) zijnde een deel van het kampeerterrein, zone 2
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 45
1.7.3
Ruimtebalans
Bestemming RUP Zone voor langkamperen
Zone voor kortkamperen
oppervlakte 2ha 14a 69ca
3ha 20a 72ca
Zone voor gemeenschappelijke voorzieningen
44a 57ca
Zone voor landschappelijke inkleding
81a 73ca
Met inbegrip van een erfdienstbaarheidstrook voor de waterloop
6a 89ca
Interne ontsluiting
NVT
Totale oppervlakte
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Bestemming gewestplan
oppervlakte
dienstverleningsgebieden
5a 47ca
recreatiegebieden
2ha 09a 22ca
dienstverleningsgebieden
97a 11ca
recreatiegebieden
2ha 23a 61ca
dienstverleningsgebieden
18a 06ca
recreatiegebieden
26a 51ca
dienstverleningsgebieden
17a 87ca
recreatiegebieden
63a 86ca
dienstverleningsgebieden
2a 88ca
recreatiegebieden
4a 01ca NVT
6ha 61a 71ca
Pagina 46
1.7.4 1.7.4.1
Register in functie van planschade, planbaten of compensatie Planschadevergoeding
Het plan bevat geen percelen die vallen onder Art. 2.6.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening 1.7.4.2
Planbatenheffing
Het plan bevat geen percelen die vallen onder Art. 2.6.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening 1.7.4.3
Bestemmingswijzigingscompensatie
Het plan bevat geen percelen die vallen onder Boek 6, titel 2 van het decreet betreffende het grond- en pandenbeleid 1.7.4.4
Compensatie ingevolge beschermingsvoorschriften
Het plan bevat geen percelen die vallen onder Boek 6, titel 3 van het decreet betreffende het grond- en pandenbeleid
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 47
1.7.5
Watertoets
Het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid legt de verplichting op een watertoets uit te voeren. De watertoets bestaat erin onderzoek te doen naar de effecten van het plan op de waterhuishouding. Schadelijke effecten moeten zoveel mogelijk worden beperkt. Indien dit niet mogelijk is, moeten de schadelijke effecten worden hersteld of, in gevallen van vermindering van de infiltratie van hemelwater of de vermindering van ruimte voor het watersysteem, gecompenseerd. Inrichting : Bij de inrichting van het gebied zal rekening worden gehouden met de codes van goede praktijk en de vigerende verordening met betrekking tot gescheiden rioleringen, maximale infiltratie en vertraagde afvoer van oppervlaktewater en worden de verhardingen strikt beperkt. Tevens wordt in de voorschriften het aandeel groene en dus waterdoorlatende ruimte fors verhoogd ten opzichte van de bestaande toestand. 1.7.5.1
Overstromingsgevoelige gebieden (1 maart 2011)
Er is een beperkt gedeelte mogelijk overstromingsgevoelig.
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 48
1.7.5.2
Erosiegevoelig
Het plangebied is volledig niet erosiegevoelig 1.7.5.3
Infiltratiegevoelig
Het plangebied ligt in een infiltratiegevoelige bodem.
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 49
1.7.5.4
Grondwaterstromingsgevoelig
Het plangebied ligt in een grondwaterstroming type 2: matig gevoelig. Onder de matig gevoelige gebieden vallen alle gebieden die niet tot type 1 (zeer gevoelig) of type 3 (weinig gevoelig) behoren. Indien er in type 2 gebied een ondergrondse constructie gebouwd wordt met een diepte van meer dan 5m en een horizontale lengte van meer dan 100m dient advies aangevraagd te worden bij de bevoegde adviesinstantie. 1.7.5.5
Zoneringsplan
Het plangebied is gelegen in het centraal gebied, er is in de straat afvalwaterriolering aanwezig die verbonden is met een operationele waterzuiveringsinstallatie. In dit gebied is er de verplichting om afvalwater aan te sluiten op de afvalwaterriool.
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 50
1.7.5.6
Signaalgebieden
De Vlaamse Ministers Muyters, Schauvliege en Crevits hebben op 26/6/2013 een nieuwe omzendbrief aan de Vlaamse Regering meegedeeld, met richtlijnen voor de toepassing van de watertoets voor de vrijwaring van het waterbergend vermogen in signaalgebieden. De ontwikkeling van het gebied heeft geen negatief effect op het watersysteem, aangezien de verharding t.o.v. de huidige situatie niet vermeerderd en een bestendiging van de huidige bestemming wordt voorzien. Er dienen geen extra acties ondernomen te worden, de watertoets volstaat.
1.7.5.7
Conclusie
Overwegende dat de impact van de nieuwe bestemmingen binnen het plangebied binnen de contouren van het plangebied moeten worden opgevangen door het treffen van voldoende maatregelen met betrekking tot waterbuffering en infiltratie en dat het plan een verbetering van de omgeving beoogd, kan er vanuit gegaan worden dat de impact op de waterhuishouding van de omgeving positief zal zijn. Uit overstromingskaarten en de kaarten van de watertoets blijkt dat in de omgeving van het RUP geen recente overstromingen voor komen. 1.7.6
Resultaat onderzoek tot m.e.r.
Op 1 februari 2013 werd door de dienst MER beslist dat het plan geen aanleiding geeft tot aanzienlijke milieugevolgen en dat de opmaak van een plan-MER niet nodig is. Deze beslissing kan u in bijlage aantreffen.
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 51
1.8 1.8.1 1.8.2
Planproces 1e dossier Adviesprocedure + plenaire vergadering op 29 mei 2013 2e dossier
-
Adviesprocedure + plenaire vergadering op 22 november 2013 o Ruimte Vlaanderen – Ruimte West-Vlaanderen o Provincie West-Vlaanderen – Deputatie o GECORO o Provincie West-Vlaanderen – dienst waterlopen o Agentschap Infrastructuur - Afd. Wegenbeleid en Beheer – commissie van de nevenbedrijven o Agentschap Infrastructuur – Afd. Wegen en Verkeer West-Vlaanderen o Toerisme Vlaanderen o Nieuwe Polder van Blankenberge o BLOSO o Departement Leefmilieu, Natuur en Energie - Dienst Milieueffectrapportage o Departement Leefmilieu, Natuur en Energie – Dienst Veiligheidsrapportage
-
Voorlopige vaststelling gemeenteraad op 3 februari 2014
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 52
Recreatiezone
2
Stedenbouwkundige voorschriften
De ontwerper
BPA Recreatiezone - uitbreiding I MB 23 mei 2002
Gemeentebestuur Jabbeke Dorpsstraat 3 8490 Jabbeke Tel. 0580/81 01 20 Fax. 050/81 01 17
BPA Recreatiezone MB 7 januari 1992
Recreatiezone Klein Strand II
Provincie West-Vlaanderen Gemeente Jabbeke
Ruimtelijke planner Sil Goossens
Tekenaar Tine Rosseel
februari 2014
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 53
2.1
Algemene bepalingen
2.1.1
Lijst met op te heffen voorschriften
Na het van kracht worden van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan worden volgende voorschriften in het plangebied opgeheven : Bestemmingen van het gewestplan Brugge – Oostkust (KB 7 april 1977) zijnde gebieden voor verblijfsrecreatie, code 0402. zijnde gebieden voor dienstverleningsgebieden, code 0300 Bestemmingen van BPA Recreatiezone (MB 7 januari 1992) zijnde bestemmingszone 2, kampeerterrein Bestemmingen van BPA Recreatiezone – uitbreiding I (MB 23 mei 2002) zijnde bestemmingszone 2, kampeerterrein 2.1.2
Bestaande situatie
Binnen de bestaande vergunde of vergund geachte en niet-verkrotte gebouwen, die niet voldoen aan de stedenbouwkundige voorschriften van dit ruimtelijk uitvoeringsplan, kunnen onderhouds-, renovatie- en instandhoudingswerken uitgevoerd worden binnen het bestaand volume. Bij herbouw of nieuwbouw van een hoofdzakelijk vergund, niet verkrot gebouw of een deel van een dergelijk gebouw, moet de nieuwe bebouwing beantwoorden aan de inrichtingsvoorschriften van dit ruimtelijk uitvoeringsplan. De bestaande, vergunde activiteiten kunnen behouden blijven. Nieuwe activiteiten moeten beantwoorden aan de stedenbouwkundige voorschriften van dit ruimtelijk uitvoeringsplan. 2.1.3
Overgangsbepaling
“Binnen de 6 maanden na de inwerkingtreding van het RUP dient een aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning ingediend te worden waarin het verwijderen van alle constructies die een bouwmisdrijf omvatten bij de goedkeuring van dit RUP opgenomen zijn. Hierbij dient ook een duidelijke fasering aanwezig te zijn inzake de tijdspanne van de verwijdering van de verschillende constructies. Binnen 3 jaar na de inwerkingtreding van het RUP dient 50% van de constructies die een bouwmisdrijf omvatten verwijderd zijn. Binnen 5 jaar na de inwerkingtreding van het RUP moeten alle constructies die een bouwmisdrijf bevatten verwijderd zijn en moet het domein volledig in overeenstemming zijn met de stedenbouwkundige voorschriften van het RUP.”
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 54
2.1.4
Reliëfwijzigingen
Het reliëf kan enkel worden gewijzigd in functie van de bestemming. Bij elke aanvraag van reliëfwijziging moeten de bouwtechnische redenen van de reliëfwijziging worden aangetoond. Dit kan gebeuren via een verklarend gemotiveerde nota, die informatief aan de vergunningsaanvraag wordt toegevoegd als extra inzicht voor de behandeling ervan. 2.1.5
Archeologisch vooronderzoek
Bij wijzigingen met een potentiële impact op het historisch bodemarchief, zoals het graven van nieuwe funderingen, dient een archeologisch vooronderzoek plaats te vinden voorafgaand aan de werken. 2.1.6
Inplantingen van openbaar nut
Het oprichten van gebouwen en infrastructuur voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut zijn toegelaten in alle zones, ongeacht de bestemming, maar wel rekening houdend met de inrichtingsvoorschriften van de betreffende zone. De inplanting mag de bestemming van de betreffende zone evenmin hinderen. Hun noodzaak moet om technische of maatschappelijke redenen kunnen aangetoond worden door een informatieve, verklarende en gemotiveerde nota. Dit document wordt informatief toegevoegd aan de vergunningsaanvraag als extra inzicht voor de behandeling ervan. 2.1.7
Waterhuishouding en integraal waterbeheer
Werken en handelingen, voorzieningen en inrichtingen die nodig zijn voor het beheersen van overstromingen of het voorkomen van wateroverlast en passen binnen een integraal waterbeheer zijn in het volledige plangebied toegelaten. Regenwater moet maximaal kunnen infiltreren in de ondergrond, hetzij door het gebruik van waterdoorlatende materialen, hetzij door afleiding van regenwater van verharde delen naar de onverharde delen, hetzij door afleiding naar daartoe voorziene constructies om het water te bufferen. Afvloei van hemelwater naar aanpalende onverharde zones voor infiltratie mag enkel plaatsvinden op eigen terrein. Afvalwater afkomstig van de bebouwde delen in het plangebied dient aangesloten te worden op het bestaande rioleringsnet of dient op de site zelf gezuiverd te worden. Werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor : Het behoud en herstel van het waterbergend vermogen, Het behoud en herstel van de structuurkenmerken van de beeksystemen, de waterkwaliteit en de verbindingsfunctie Het behoud, het herstel en de ontwikkeling van overstromingsgebieden, het beheersen van overstromingen of het voorkomen van wateroverlast in voor bebouwing bestemde gebieden, Het beveiligen van bebouwing en infrastructuren tegen overstromingen zijn toegelaten, voor zover de technieken van natuur technische milieubouw gehanteerd worden.
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 55
Een vertraagde afvoer van maximum 10 liter per seconde per hectare verharde oppervlakte met een bijkomende nuttige buffercapaciteit van 330m³ per hectare verharde oppervlakte wordt opgelegd. Buffervoorzieningen worden bij voorkeur in open profiel aangelegd. 2.1.8
Referentiepeil
De hoogte van het gebouw wordt gemeten vanaf het referentiepeil tot bovenkant kroonlijst. Het aantal volle bouwlagen wordt gerekend tussen het referentiepeil en de bovenkant kroonlijst. Het referentiepeil is gelijk aan de as van de weg. 2.1.9
Afsluitingen
Voorschriften verordenend
Toelichting
De plaatsing van erfscheiding is toegelaten onder de vorm van levende hagen en/of groene draadafsluiting. De maximale hoogte bedraagt 2.50m.
Onder groene draadafsluiting wordt o.a. begrepen: draad met klimop,…
2.1.10
Permanente bewoning
Voorschriften verordenend
Toelichting
Permanente bewoning is niet toegestaan. Kavels noch verblijfplaatsen noch kampeerplaatsen mogen het voorwerp uitmaken van vervreemding of langdurige verhuring.
Het is verboden om binnen het plangebied je hoofdverblijfplaats te hebben, er gedomicilieerd te zijn of er permanent te wonen.
2.1.11
Openluchtrecrecreatief terrein onder de vorm van een camping
Voorschriften verordenend
Toelichting
Het plangebied is een openluchtrecreatief terrein, bestemd voor het aanbieden van verplaatsbare openluchtrecreatieve verblijven onder de vorm van een camping.
Cfr. 2.1.13.1 en 2.1.13.2 en 2.1.13.3
Het terrein moet geëxploiteerd worden in één centraal beheer. Het aantal plaatsen voor verplaatsbare openluchtrecreatieve verblijven wordt vastgelegd op maximaal 300. Het aantal plaatsen voor tenten (geplaatst op de tentenweide) is hierbij niet inbegrepen.
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 56
Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor het realiseren van de bestemming zijn toegelaten voor zover zij voldoen aan de specifieke voorschriften.
2.1.12
Onder werken, handelingen en wijzigingen die nodig zijn voor het realiseren van de bestemming wordt verstaan: specifieke constructies, paden, buffers, groenbeplantingen, sport- en speelterreinen, toegangswegen en parkeervoorzieningen, sanitaire voorzieningen, plaatsen van vaste constructies met een informatieve inslag ten behoeve van oriëntatie van de toeristen, ...
Gemeenschappelijk groen
Voorschriften verordenend
Toelichting
Minimaal 10% van het terrein dient te bestaan uit gemeenschappelijke groene (recreatieve) ruimten. Deze mogen tussen 1 april tot 30 oktober voor maximaal 30% ingevuld worden als tentenweide. De landschappelijke inkleding kan geen deel uitmaken van deze gemeenschappelijke groene ruimten.
Met het terrein wordt hier bedoeld, de zone voor kortkampeerders, langkampeerders en de gemeenschappelijke voorzieningen ( ca 5ha79a 98ca). Het overige deel is al een zone voor landschappelijke inkleding en wordt dus niet meegerekend voor de berekening van de 10%. M.a.w. 10% van het terrein is ca 5800m. Tussen 1 april en 30 oktober mag ca 1740m² van het gemeenschappelijk groen ingevuld worden als tentenweide. Gemeenschappelijke groenvoorzieningen zijn onder andere gemeenschappelijke speelveldjes, waterpartijen, picknickweide, groenstructuren die geënt zijn op de ontsluiting, dreefstructuren, lanen, ontvangstruimtes etc. met uitzondering van de stroken voor landschappelijke inkleding op de grens van het terrein.
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 57
2.1.13
Gemeenschappelijke bebouwing
Voorschriften verordenend
Toelichting
De totale bebouwde oppervlakte van gemeenschappelijke gebouwen over de hele camping, met inbegrip van de overdekte terrassen, mag niet meer dragen dan 1000m². De inrichting van een winkelfunctie wordt beperkt tot 100m² Er kan maximaal één conciërgewoning worden ingericht.
Het vastleggen van de bebouwbare oppervlakte is een parameter om de versteninggraad te meten. Doel hierbij is een te verregaande verstening tegen te gaan. Dit betreft exclusief verharde oppervlakte in functie van niet overdekte publieke ruimte (bvb. plein), wegenis en parkeerplaatsen.
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 58
2.1.14
Definities:
2.1.14.1
Een openluchtrecreatief terrein
Een openluchtrecreatief terrein is een uitgerust en afgebakend terrein in centraal beheer. 2.1.14.2
Een camping
Een camping is een openluchtrecreatief terrein dat beschikt over minstens 30 toeristische kampeerplaatsen voor kortkampeerders of minstens 15 % van de plaatsen voor openluchtrecreatieve verblijven op het terrein ter beschikking stelt als toeristische kampeerplaatsen voor kortkampeerders. 2.1.14.3
Een verplaatsbaar openluchtrecreatief verblijf
Er kan gesproken worden van een verplaatsbaar openluchtrecreatief verblijf, indien voldaan is aan volgende voorwaarden: het verblijf heeft geen funderingsplaat en kan slechts geplaatst worden op de noodzakelijke (ondergrondse) steunpunten. lijn- en/of sleuffunderingen zijn niet toegestaan het verblijf is maximaal 4m hoog de materiaalkeuze moet duurzaam zijn beton en baksteen worden als materialisatie uitgesloten het verblijf moet op korte termijn verplaatsbaar zijn 2.1.14.4
Een verblijfplaats voor langkampeerders:
Een verblijfplaats voor langkampeerders is een verblijfplaats waarop toeristen langer dan 6 maanden kunnen verblijven in een verplaatsbare openluchtrecreatief verblijf. 2.1.14.5
Een toeristische kampeerplaats voor kortkampeerders:
Een toeristische kampeerplaats voor kortkampeerders is een toeristische kampeerplaats waarop toeristen voor maximaal 6 opeenvolgende maanden kunnen verblijven met een eigen verplaatsbare openluchtrecreatief verblijf. De toerist dient op het einde van zijn verblijf zijn openluchtrecreatief verblijf zelf te verwijderen.
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 59
2.1.14.6
Een kampeerautoplaats
Een kampeerautoplaats is een kampeerplaats voor uitsluitend kampeerauto’s. De kampeerautoplaats wordt gedurende maximum 31 opeenvolgende dagen aan dezelfde toerist aangeboden. De toerist dient op het einde van zijn verblijf zelf zijn kampeerauto te verwijderen. 2.1.14.7
Een tentenweide
Een tentenweide is een onverharde zone die bestemd is voor het plaatsen van tenten. Er kan slechts plaats worden aangeboden aan dezelfde toerist voor maximum 31 opeenvolgende dagen. De toerist dient op het einde van zijn verblijf zelf zijn tent te verwijderen.
2.2
Bijzondere bepalingen
Kolom 1 van onderstaande tabel geeft de verordenende stedenbouwkundige voorschriften weer.
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Kolom 2 geeft verder toelichting rond een aantal elementen uit de stedenbouwkundige voorschriften. Deze toelichting geeft bijkomende informatie bij het beoordelen van de stedenbouwkundige vergunning
Pagina 60
Artikel 1 : Zone voor lang kamperen categorie gebiedsaanduiding ‘recreatie’
I. Bestemming : Zone voor lang kamperen
Voorschriften verordenend
Toelichting
Het gebied is bestemd voor het aanbieden van verblijfplaats voor langkampeerders.
Een verblijfplaats voor langkampeerders is een verblijfplaats waarop toeristen langer dan 6 maanden kunnen verblijven in een verplaatsbare openluchtrecreatief verblijf.
Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor het realiseren van de bestemming zijn toegelaten.
Onder werken, handelingen en wijzigingen die nodig zijn voor het realiseren van de bestemming wordt verstaan: paden, buffers, groenbeplantingen, sport- en speelterreinen, toegangswegen en parkeervoorzieningen, sanitaire voorzieningen, plaatsen van vaste constructies met een informatieve inslag ten behoeve van oriëntatie van de toeristen...
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 61
II. Inrichting : Zone voor lang kamperen
Voorschriften verordenend
Toelichting
Verblijfplaatsen voor langkampeerders De verblijfplaatsen dienen minstens te voldoen aan volgende voorwaarden: De oppervlakte van de verblijfplaats bedraagt minimaal 90m². Maximaal 50% van de verblijfplaats mag bezet zijn met constructies. Deze dienen allemaal verplaatsbaar te zijn.
Wanneer de terreinoppervlakte van de verblijfplaats minimum 125m² bedraagt, per staanplaats max. 10m² verharding worden ingericht met het principe karrespoor in functie van één parkeerplaats. Deze verharding mag enkel uitgevoerd worden in een groene waterdoorlatende verharding. De eventueel fundering dient ook waterdoorlatend te zijn.
De bezetting wordt opgelegd om het groene karakter maximaal te behouden. Onder verplaatsbare constructies wordt onder andere verstaan: het openluchtrecreatieve verblijf, voortent, achtertent, luifel, verhoogd houten terras, de treden en trappen voor de toegang Deze constructies zijn eenvoudig wegneembaar en staan ze de verplaatsbaarheid van het verblijf niet in de weg. Onder principe karrespoor wordt verstaan: twee verharde stroken voor de wielen van het te parkeren voertuig. Onder groene waterdoorlatende verharding wordt o.a. verstaan; grindgazon, kunststof rijplaten, opgevuld met gras, kunststof grasdallen,2 betonnen rijstroken voor de wielen van het te parkeren voertuig,… waarbij de gebruikte versteviging slechts beperkt tot niet zichtbaar is. Hieronder wordt bv. niet verstaan: waterdoorlatende klinkers, klinkers met open voeg, betonnen grasdallen, opvulling met grind,…
Aanbouwen, andere dan de voortent, achtertent, luifel, verhoogd terras en de treden en trappen voor de toegang, zijn verboden aan het verblijf
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 62
Op de verblijfplaats mag slechts één voortent of één achtertent of één partytent met dak en wanden in zeil worden ingericht. Er kan slechts één openluchtrecreatief verblijf per verblijfplaats worden ingericht. Het is toegestaan om naast het openluchtrecreatief verblijf twee aanvullende losstaande tenten te plaatsen die bestemd zijn voor overnachting. Tussen de verplaatsbare openluchtrecreatieve verblijven onderling moet minstens een afstand van 4m gelaten worden, op de grond gemeten. Tussen de verblijfplaatsen onderling kan een afsluiting geplaatst worden van max. 1,2m hoogte. Deze kunnen enkel in levende hagen worden geplant Andere bijkomende constructies zijn verboden
In voorkomend geval geldt een partytent niet als een aanvullende tent die bestemd is voor overnachting
Onder andere bijkomende constructies wordt onder andere verstaan: bergingen, tuinhuisjes, pergola’s, tuinvijvers, …
Bebouwing: Vaste bebouwing kan enkel worden ingericht in functie van gemeenschappelijke voorzieningen en onder volgende voorwaarden: Maximaal 1 bouwlaag + dak Maximale nokhoogte 8m Vrije dakvorm Alle materialen voor nieuwe gebouwen moeten uit esthetisch standpunt verantwoord en van duurzame aard zijn Het gelijkvloerse peil mag niet lager zijn dan het laagste peil van het natuurlijke maaiveld Ondergrondse bouwlagen zijn enkel toegestaan i.f.v. technische ruimten
Bij de opstelling van de bebouwing moet rekening gehouden worden met oriëntatie en schaduwwerking
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
De praktijk wijst uit dat bij een aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning voor een vaste constructie voor openlucht recreatief verblijf vaak gebruik wordt gemaakt van een gedeeltelijke ingegraven gelijkvloerse verdieping, en dit om de volumenormen te omzeilen. Dit leidt niet enkel tot onnatuurlijke situaties, het verminderd ook de onderhoudsmogelijkheden van het verblijf en maakt deze vatbaar voor regeninsijpeling bij wolkbreuken. Wel wordt een technische ruimte toegelaten om bv. bij een nieuw sanitair gebouw te werken met een kelder opgetrokken specifiek en enkel voor een centrale verwarmingsketel. Oriëntatie en schaduwwerking kan onderzocht worden aan de hand van een schaduwplan. Bedoeling is te voorkomen dat sommige lagere bebouwingen steeds in de schaduw van hogere naastgelegen bebouwingen liggen. Voor de afstand tussen de volumes wordt de zogenaamde 45° regel toegepast.
Pagina 63
Interne circulatie Er kunnen twee soorten interne circulatie worden ingericht voor gemotoriseerd verkeer in functie van traag verkeer : de centrale circulatiewegen de secundaire circulatiewegen Hierbij dient een goed onderbouwde afweging te gebeuren tussen veiligheid en comfort enerzijds en de algemene omgevingskwaliteit en openruimte anderzijds. De interne circulaties voor gemotoriseerd verkeer moeten aan volgende voorwaarden beantwoorden: De centrale circulatiewegen moet een minimale breedte van 4 m hebben De secundaire circulatiewegen moeten een minimale breedte van 3 m hebben Beide circulatiewegen moeten in alle weersomstandigheden berijdbaar zijn Beide circulatiewegen moeten een vrije hoogte hebben van minstens 4m Beide circulatiewegen bezitten een draagvermogen in die mate dat voertuigen van minstens 15 ton er kunnen rijden en stilstaan zonder te verzinken, zelfs wanneer ze het terrein vervormen De centrale circulatiewegen moet voorzien zijn van een degelijke verlichting Het is verboden om voertuigen op de circulatiewegen te parkeren Infrastructuur voor niet-gemotoriseerd verkeer moet worden aangelegd in waterdoorlaatbare verhardingen.
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Voorbeelden van waterdoorlatende verhardingen zijn dolomiet, steenslag, grasdallen in beton/kunststof, grindgazon, betonstraatstenen met open voeg, …
Pagina 64
Parkeren Volgende parkeermodaliteiten zijn geldig: Per verblijfplaats moet er binnen de zone van deze camping verplicht minimum 1 parkeerplaats worden ingericht Op een verblijfplaats kan maximaal 1 parkeerplaats worden toegelaten, mits de terreinoppervlakte van deze verblijfplaats minimum 125m² bedraagt Parkeervoorzieningen die niet voorzien zijn op de verblijfplaats moeten aan volgende modaliteiten voldoen: o minimum per 10 parkeerplaatsen geclusterd worden ingericht o per 5 parkeerplaatsen moeten minstens één boom voorzien worden ter hoogte van deze parkeercluster o de parkeerplaatsen dienen zodanig ingeplant en geïntegreerd worden dat ze aan het zicht onttrokken worden o De parkeerplaatsen dienen te worden uitgevoerd in een groene waterdoorlatende verharding. De eventueel fundering dient ook waterdoorlatend te zijn.
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
De oppervlakte van 125m² is berekend op een minimum standplaats van 90m² + een parkeerruimte van 7 x 5m
Pagina 65
Artikel 2 : Zone voor kort kamperen categorie gebiedsaanduiding ‘recreatie’
I. Bestemming : Zone voor kort kamperen
Voorschriften verordenend
Toelichting
Het gebied is bestemd voor het aanbieden van toeristische kampeerplaatsen voor kortkampeerders.
Een toeristische kampeerplaats voor kortkampeerders is een toeristische kampeerplaats waarop toeristen voor maximaal 6 opeenvolgende maanden kunnen verblijven met een eigen verplaatsbare openluchtrecreatief verblijf
Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor het realiseren van de bestemming zijn toegelaten.
Onder werken, handelingen en wijzigingen die nodig zijn voor het realiseren van de bestemming wordt verstaan: paden, buffers, groenbeplantingen, sport- en speelterreinen, toegangswegen en parkeervoorzieningen, sanitaire voorzieningen, plaatsen van vaste constructies met een informatieve inslag ten behoeve van oriëntatie van de toeristen...
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 66
II. Inrichting : Zone voor kort kamperen
Voorschriften verordenend
Toelichting
Toeristische kampeerplaatsen voor kortkampeerders De toeristische kampeerplaatsen dienen minstens voldoen aan volgende voorwaarden: De oppervlakte van toeristische kampeerplaatsen, uitgezonderd kampeerautoplaatsen en tentenweide, bedraagt minimaal 90m²
Wanneer de terreinoppervlakte van de verblijfplaats minimum 125m² bedraagt, per staanplaats max. 10m² verharding worden ingericht met het principe karrespoor in functie van één parkeerplaats. Deze verharding mag enkel uitgevoerd worden in een groene waterdoorlatende verharding. De eventueel fundering dient ook waterdoorlatend te zijn.
Er kan slechts één openluchtrecreatief verblijf per kampeerplaats worden ingericht. Het is toegestaan om naast het openluchtrecreatief verblijf twee aanvullende losstaande tenten te plaatsen die bestemd zijn voor overnachting
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Onder principe karrespoor wordt verstaan: twee verharde stroken voor de wielen van het te parkeren voertuig. Onder groene waterdoorlatende verharding wordt o.a. verstaan; grindgazon, kunststof rijplaten, opgevuld met gras, kunststof grasdallen,2 betonnen rijstroken voor de wielen van het te parkeren voertuig,… waarbij de gebruikte versteviging slechts beperkt tot niet zichtbaar is. Hieronder wordt bv. niet verstaan: waterdoorlatende klinkers, klinkers met open voeg, betonnen grasdallen, opvulling met grind,…
In voorkomend geval geldt een partytent als een aanvullende tent die bestemd is voor overnachting
Pagina 67
Aanbouwen, andere dan de voortent, achtertent, luifel zijn verboden aan het verblijf
Op de kampeerplaats mag slechts één voortent of één achtertent worden ingericht
Tussen de verplaatsbare openluchtrecreatieve verblijven onderling moet minstens een afstand van 4m gelaten worden, op de grond gemeten.
Tussen de kampeerplaatsen onderling kan een afsluiting geplaatst worden van max. 1,2m hoogte. Deze kunnen enkel in levende hagen worden geplant
Op maximaal 1/3 van de toeristische kampeerplaatsen, exclusief kampeerautoplaatsen en tentenweide, kan de inrichting van maximaal één sanitaire unit per toeristische kampeerplaats toegestaan worden met volgende voorwaarden: o deze sanitaire units moeten minimaal aan elkaar gehecht worden tot 1 constructie per 4 toeristische kampeerplaatsen o deze 4 sanitaire units hebben een totale maximale oppervlakte van 50m² o Er kunnen maximaal 36 units worden ingericht op het terrein o deze sanitaire units moeten over het gehele terrein éénvormig zijn op het vlak van bouw, materiaal en uitzicht o andere bijkomende constructies zijn verboden o de toeristische kampeerplaatsen die gebruik maken van de sanitaire units waarvan sprake, moeten allen geclusterd en gekoppeld zijn in één groep. Het gekoppeld en geclusterd zijn van deze groep houdt geen rekening met de aanwezige interne wegenis
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
In voorkomend geval zijn de voortent, de achtertent, de luifel eenvoudig wegneembaar en staan ze de verplaatsbaarheid van het verblijf niet in de weg.
Max. 12,5m² per toeristische kampeerplaats
Onder andere bijkomende constructies wordt onder andere verstaan: tuinhuisjes, pergola’s, tuinvijvers, … Er mogen dus geen kampeerplaatsen met sanitaire units gescheiden zijn van elkaar door kampeerplaatsen zonder sanitaire units. De begrippen geclusterd, gekoppeld en in één groep kunnen als volgt schematisch weergegeven worden:
Pagina 68
De toeristische kampeerplaatsen kunnen ook ingericht worden als kampeerautoplaatsen. De kampeerautoplaats wijkt af van voorgaande voorschriften: de afmeting van de kampeerautoplaats bedraagt minstens 8m x minstens 4 meter de kampeerautoplaatsen dienen minstens gegroepeerd worden in clusters van vier de kampeerautoplaatsen kunnen volledig verhard worden
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 69
met een groene waterdoorlatende verharding de inrichting van een afsluiting tussen de verschillende kampeerautoplaatsen is niet verplicht. de inrichting van zowel draadafsluiting als een levende haag is toegestaan als afbakening rondom de kampeerautoplaatsen met een maximale hoogte van 1,2 m.
Onder groene waterdoorlatende verharding wordt o.a. verstaan; grindgazon, kunststof rijplaten, opgevuld met gras, kunststof grasdallen,… waarbij de gebruikte versteviging slechts beperkt tot niet zichtbaar is. Hieronder wordt bv. niet verstaan: waterdoorlatende klinkers, klinkers met open voeg, betonnen grasdallen, opvulling met grind,…
Er moet verplicht één tentenweide van minimum 150m² worden ingericht. Deze tentenweide wijkt af voor volgende voorwaarden: maximaal toegelaten aantal tenten = oppervlakte tentenweide/30m² op de tentenweide zijn enkel tenten kleiner dan 10m² toegelaten vaste constructies en verhardingen zijn niet toegelaten op de tentenweide zij maakt deel uit van de opgelegde gemeenschappelijke groenzone Bebouwing: Vaste bebouwing kan enkel worden ingericht in functie van gemeenschappelijke voorzieningen en onder volgende voorwaarden: Maximaal 1 bouwlaag + dak Maximale nokhoogte 8m Vrije dakvorm Alle materialen voor nieuwe gebouwen moeten uit esthetisch standpunt verantwoord en van duurzame aard zijn Het gelijkvloerse peil mag niet lager zijn dan het laagste peil van het natuurlijke maaiveld Ondergrondse bouwlagen zijn enkel toegestaan i.f.v. technische ruimten Bij de opstelling van de bebouwing moet rekening gehouden worden met oriëntatie en schaduwwerking
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
De praktijk wijst uit dat bij een aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning voor een vaste constructie voor openlucht recreatief verblijf vaak gebruik wordt gemaakt van een gedeeltelijke ingegraven gelijkvloerse verdieping, en dit om de volumenormen te omzeilen. Dit leidt niet enkel tot onnatuurlijke situaties, het verminderd ook de onderhoudsmogelijkheden van het verblijf en maakt deze vatbaar voor regeninsijpeling bij wolkbreuken. Wel wordt een technische ruimte toegelaten om bvb bij een nieuw sanitair gebouw te werken met een kelder opgetrokken specifiek en enkel voor een centrale verwarmingsketel. Oriëntatie en schaduwwerking kan onderzocht worden aan de hand van een schaduwplan. Bedoeling is te voorkomen dat sommige lagere bebouwingen steeds in de schaduw van hogere naastgelegen bebouwingen liggen. Voor de afstand tussen de volumes wordt de zogenaamde 45° regel toegepast.
Pagina 70
Interne circulatie Er kunnen twee soorten interne circulatie worden ingericht voor gemotoriseerd verkeer in functie van traag verkeer : de centrale circulatiewegen de secundaire circulatiewegen Hierbij dient een goed onderbouwde afweging te gebeuren tussen veiligheid en comfort enerzijds en de algemene omgevingskwaliteit en openruimte anderzijds. De interne circulaties voor gemotoriseerd verkeer moeten aan volgende voorwaarden beantwoorden: de centrale circulatiewegen moet een minimale breedte van 4 m hebben de secundaire circulatiewegen moeten een minimale breedte van 3 m hebben beide circulatiewegen moeten in alle weersomstandigheden berijdbaar zijn beide circulatiewegen moeten een vrije hoogte hebben van minstens 4m beide circulatiewegen bezitten een draagvermogen in die mate dat voertuigen van minstens 15 ton er kunnen rijden en stilstaan zonder te verzinken, zelfs wanneer ze het terrein vervormen de centrale circulatiewegen moet voorzien zijn van een degelijke verlichting het is verboden om voertuigen op de circulatiewegen te parkeren Infrastructuur voor niet-gemotoriseerd verkeer moet worden aangelegd in waterdoorlaatbare verhardingen.
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Voorbeelden van waterdoorlatende verhardingen zijn dolomiet, steenslag, grasdallen in beton/kunststof, grindgazon, betonstraatstenen met open voeg, …
Pagina 71
Parkeren Volgende parkeermodaliteiten zijn geldig: per toeristische kampeerplaats moet er verplicht minimum 1 parkeerplaats worden ingericht met uitzondering van de kampeerautoplaatsen het voorzien van maximaal 1 parkeerplaats op de toeristische kampeerplaats is slechts toegelaten wanneer de terreinoppervlakte van de kampeerplaats minimum 125m² bedraagt en indien geen sprake van een kampeerautoplaats op de tentenweide worden geen auto’s toegestaan parkeervoorzieningen die niet voorzien zijn op de kampeerplaatsen moeten: o minimum per 10 parkeerplaatsen geclusterd worden ingericht o per 5 parkeerplaatsen moeten minstens één boom voorzien worden ter hoogte van de parkeercluster o de parkeerplaatsen dienen zodanig ingeplant en geïntegreerd worden dat ze aan het zicht onttrokken worden De parkeerplaatsen dienen te worden uitgevoerd in een groene waterdoorlatende verharding. De eventueel fundering dient ook waterdoorlatend te zijn.
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
De oppervlakte van 125m² is berekend op een minimum standplaats van 90m² + een parkeerruimte van 7 x 5m
Pagina 72
Artikel 3 : Zone voor gemeenschappelijke voorzieningen categorie gebiedsaanduiding ‘recreatie’
I. Bestemming : Zone voor gemeenschappelijke voorzieningen
Voorschriften verordenend
Toelichting
Het gebied is bestemd voor gemeenschappelijke voorzieningen. Binnen deze zone zijn toegelaten: verharde en onverharde speel- en sportterreinen en bijhorende accommodatie hoofdtoegangsweg en parkeervoorzieningen (ook voor bezoekers) dienstgebouwen ten behoeve van de ontvangst van bezoekers van het terrein en voor de uitbating van het terrein ondersteunende commerciële of recreatieve accommodatie voor zover deze gericht is op de gebruikers van het terrein
Onder speel- en sportterreinen wordt o.a. verstaan petanqueveld, minigolfterrein, basketbalterrein, voetbalterrein, speeltuin, speelveld,… Onder bijhorende accommodatie wordt verstaan omkleedruimtes, opslagruimte, technische ruimte, berging, e.d.m.
Met ondersteunende commerciële of recreatieve accommodatie worden bedoeld : - verkoop van maximum 6 mobiele openluchtrecreatieve verblijven - gebouwen in functie van (groen)onderhoud - gebouwen in functie van spel, sport & leisure ( lokaal voor kinderactiviteiten, speeltuin, speelzolder, minigolf, pétanque, …)
een afgeschermde afvalverzamelplaats wasplaatsen voor caravans/mobilehomes
Binnen deze deelzone zijn geen kampeerplaatsen en/of verblijfplaatsen toegelaten
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 73
II. Inrichting : Zone voor gemeenschappelijke voorzieningen
Voorschriften verordenend
Toelichting
Bebouwing: Vaste bebouwing kan enkel worden ingericht in functie van gemeenschappelijke voorzieningen en maximaal één conciërgewoning en onder volgende voorwaarden: maximaal 1 bouwlaag + dak maximale nokhoogte 8m vrije dakvorm alle materialen voor nieuwe gebouwen moeten uit esthetisch standpunt verantwoord en van duurzame aard zijn. het gelijkvloerse peil mag niet lager zijn dan het laagste peil van het natuurlijke maaiveld. ondergrondse bouwlagen zijn enkel toegestaan i.f.v. technische ruimten bij de opstelling van de bebouwing moet rekening gehouden worden met oriëntatie en schaduwwerking
Er is momenteel reeds één conciërgewoning vergund.
Parkeren Volgende parkeermodaliteiten zijn geldig: parkeervoorzieningen moeten minimum per 10 parkeerplaatsen geclusterd worden ingericht. per 5 parkeerplaatsen moet minstens één boom voorzien worden ter hoogte van deze parkeercluster. Deze parkeerplaatsen dienen bereikbaar te zijn via de hoofdtoegangsweg De parkeerplaatsen dienen te worden uitgevoerd in een groene waterdoorlatende verharding. De eventueel fundering dient ook waterdoorlatend te zijn.
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 74
Afvalverzamelplaats De afvalverzamelplaats moet afgeschermde zijn en van voldoende grootte met een ondoordringbare vloer. Deze kan ook (half)ondergronds worden ingericht. De afvalverzamelplaats dient met een groene afsluiting afgeschermd te worden, zodoende een goede landschappelijke inpassing te hebben.
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
De afvalverzamelplaats zal voorzien zijn van voldoende containers of beschikken over een afvalplaats (die onttrokken is aan het zicht). Papier en karton, glas, tuinafval en restafval worden apart verzameld. Onder groene afsluiting wordt o.a. begrepen: levende haag, draad met klimop,…
Pagina 75
Artikel 4 : Zone voor landschappelijke inkleding categorie gebiedsaanduiding ‘recreatie’
overdruk: erfdienstbaarheidstrook voor de waterloop
I. Bestemming : Zone voor landschappelijke inkleding
Voorschriften verordenend
Toelichting
Het gebied is bestemd voor de aanleg van een zone met een breedte van respectievelijk 7, 10 en 12m in functie van een landschappelijke inkleding van de camping t.o.v. zijn specifieke omgeving Niet toegelaten zijn: bebouwing constructies verharding, uitgezonderd in functie van art. 5 – interne ontsluiting
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Onder constructies worden o.a. verstaan: vaste en/of mobiele openluchtrecreatieve verblijven, sanitaire units, terrassen, mobiele structuren, speeltoestellen,…
Pagina 76
II. Inrichting : Zone voor landschappelijke inkleding
Voorschriften verordenend
Toelichting
Groenscherm Binnen deze zone dient een groenscherm te worden geplaatst met een minimale breedte van 3m. In geval van private tuinen op aanliggende percelen dient dit groenscherm verbreed te worden tot min. 6m.
De breedte van de landschappelijke inkleding wordt aangeduid op het bestemmingsplan.
Dit groenscherm dient te worden aangelegd met streekeigen beplantingen.
De aanvrager kan in zijn vergunningsaanvraag melden op welke wijze hiermee wordt omgegaan, vb. planten van een groenscherm met beplantingen die slechts een beperkte hoogte krijgen,…
Het groenscherm moet rekening houden met lichten en zichten richting private tuinen op aanliggende percelen. Het groenscherm moet worden gerealiseerd bij het plantseizoen volgend op het bekomen van de eerstvolgende stedenbouwkundige vergunning na inwerkingtreding van het RUP; Vrije tussenruimte De afstand van de kampeerplaatsen en/of verblijfplaatsen op het terrein tot aan het groenscherm moet steeds 4m bedragen. Die tussenruimte moet ten allen tijde vrijgehouden worden van bebouwingen en constructies en ontdaan worden van verdroogd hoogstaand gras en verdroogde struikgewassen.
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Er moet namelijk een tussenafstand van min. 4m worden vrijgehouden van vaste constructies, hoogstaand gras,… in functie van de brandveiligheid op het terrein.
Pagina 77
overdruk : erfdienstbaarheidstrook voor de waterloop
Voorschriften verordenend
Toelichting
Het betreft een zone van 5m die wordt vrijgehouden als openbare erfdienstbaarheid om onderhoudswerken mogelijk te maken. Binnen deze strook wordt doorgang verleend aan uitvoerend personeel en materieel. Hindernissen en aanplanten die de ruimings- en onderhoudswerken kunnen belemmeren worden niet toegelaten. Het groenscherm kan niet binnen deze overdruk worden gerealiseerd. De oeverzone zal op een beek- en biotoopvriendelijke wijze worden aangelegd en onderhouden. Stabilisatie van de erfdienstbaarheidstroken in functie van toegankelijkheid van nooddiensten en/of onderhoud is toegelaten. Alle afwatering binnen deze zone dient natuurlijk te gebeuren. In functie van de interne ontsluiting van het terrein, kan deze overdruk maximaal 2x worden onderbroken en verhard met een gezamenlijke breedte van maximaal 25m.
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Ter hoogte van de indicatieve aanduiding voor interne ontsluiting wordt de aanzet gegeven tot de ontwikkeling van de interne ontsluiting voor de recreatiezone. Deze kan worden opgesplitst in een aparte in- en uitgang met een maximale breedte van telkens 6m met eventueel bijkomend en aanliggend een (breed i.f.v. toeristisch seizoen) voetpad.
Pagina 78
Artikel 5 : Interne ontsluiting categorie gebiedsaanduiding ‘recreatie’
I. Bestemming : Interne ontsluiting Voorschriften verordenend
Toelichting
Ter hoogte van deze indicatieve aanduiding wordt de aanzet gegeven tot de ontwikkeling van de interne ontsluiting voor de recreatiezone. Deze kan worden opgesplitst in een aparte in- en uitgang met een maximale breedte van telkens 6m met bijkomend en aanliggend een voetpad. De ontsluiting kan maximaal 20m afwijken van de grafische weergave op plan.
In functie van deze interne ontsluiting van het terrein, kan de overdruk erfdienstbaarheid voor waterloop maximaal 2x worden onderbroken en verhard met een gezamenlijke breedte van maximaal 25m.
De zone wordt aangelegd in functie van de verkeersafwisseling met respect voor het karakter van de omgeving; bij heraanleg van de openbare wegenis staat de verblijfskwaliteit voorop, zowel voor voetgangers en fietsers als voor motorisch verkeer.
Een sobere, kwaliteitsvolle aanleg van de openbare ruimte wordt nagestreefd
Alle werken in functie van het verzekeren van toegankelijkheid, signalisatie, veiligheid en het realiseren van een kwalitatieve aanleg zijn toegelaten.
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 79
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 80
Provincie West-Vlaanderen Gemeente Jabbeke
Bijlagen
De ontwerper
BPA Recreatiezone - uitbreiding I MB 23 mei 2002
Gemeentebestuur Jabbeke Dorpsstraat 3 8490 Jabbeke Tel. 0580/81 01 20 Fax. 050/81 01 17
BPA Recreatiezone MB 7 januari 1992
Recreatiezone Klein Strand II
3
Ruimtelijke planner Sil Goossens
Tekenaar Tine Rosseel
februari 2014
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 81
3.1
“Onderzoek tot m.e.r.”, adviezen en ontheffing plan-MER
Zie extra bijlage
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 82
3.2
Beslissing Commissie Nevenbedrijven inzak desaffectatie t.v.v. Klein Strand II en Klein Strand I
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 83
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 84
3.3
Ontvangen adviezen en het verslag van de plenaire vergadering
3.3.1
Ruimte Vlaanderen - West-Vlaanderen
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 85
3.3.2
Provincie West-Vlaanderen – Deputatie
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 86
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 87
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 88
3.3.3
GECORO
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 89
3.3.4
Provincie West-Vlaanderen – dienst waterlopen
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 90
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 91
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 92
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 93
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 94
3.3.5
Agentschap Infrastructuur - Afd. Wegenbeleid en Beheer – Vlaamse Commissie van de Nevenbedrijven
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 95
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 96
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 97
3.3.6
Agentschap Infrastructuur – Afd. Wegen en Verkeer West-Vlaanderen
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 98
3.3.7
Toerisme Vlaanderen
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 99
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 100
3.3.8
De Nieuwe Polder van Blankenberge
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 101
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 102
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 103
3.3.9
BLOSO
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 104
3.3.10
Departement Leefmilieu, Natuur en Energie - Dienst Milieueffectrapportage
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 105
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 106
3.3.11
Departement Leefmilieu, Natuur en Energie – Dienst Veiligheidsrapportage
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 107
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 108
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 109
3.3.12
Verslag van de plenaire vergadering
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 110
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 111
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 112
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 113
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 114
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 115
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 116
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 117
Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recreatiezone Klein Strand II’
Pagina 118