Recreatiegebruik en -beleving Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug
SAMENVATTING RAPPORTAGE
Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug Recreatiegebruik en -beleving Samenvatting rapportage
© Bureau Verten Onderzoek – uw partner in onderzoek www.vertenonderzoek.nl e-mail:
[email protected] postadres: Zijlsingel 80a, 2315 KH Leiden, tel. 071 5221168 K.v.K. 17074935 BTWnr. 800 759 199 B01
De afbeelding op de voorzijde is van Marc de Bruyn, kunstenaar werkzaam bij het atelier voor ‘Outsider Art’ Kunst & Vliegwerk. Het betreft een grensverleggend atelier van kunstenaars met een verstandelijke beperking. Voor meer informatie over het atelier, zie www.kunstvliegwerk.nl.
Inhoudsopgave 1
2
INLEIDING
1
1.1
Aanleiding
1
1.2
Doelstelling en vraagstellingen
1
1.3
Methode van onderzoek
2
OPZET EINDRAPPORTAGE
4
2.1
Aanleiding, Doelstelling en Vraagstellingen
4
2.2
Kwantificering van het recreatieve verkeer in het gebied
4
2.3
Recreatieve gebruik en de verschillende gebruikersgroepen
4
2.4
Beleving en waardering van het gebied door de recreatieve gebruikers
4
2.5
Geeft antwoord op centrale vraag van het onderzoek
4
3. Samenvatting recreatieonderzoek Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug
4
3.1
Recreatiegebruik en -verkeer
4
3.2
Waardering recreatiegebruiker
5
3.3
Typering natuurrecreant
5
Samenvatting rapport recreatiegebruik en -beleving Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug
Rapport recreatiegebruik en -beleving Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug De rapportage Nulmeting Recreatiegebruik Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug is het resultaat van een grootschalig recreatieonderzoek waarbij het veldonderzoek plaatsvond gedurende 4 seizoenen, te weten herfst, winter, voorjaar en zomer 2003 - 2004.
Het recreatieonderzoek is uitgevoerd in opdracht van de Provincie Utrecht en het Overlegorgaan Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug. Het recreatieonderzoek betreft een nulmeting waarbij het recreatieve gebruik, de beleving en het recreatieverkeer in kaart zijn gebracht. Herhalingsonderzoek zal uitwijzen of er veranderingen zijn in het recreatiegebruik, al dan niet als gevolg van beleidsmaatregelen, en of bijsturing nodig is ten aanzien van deze maatregelen.
1.1. Aanleiding van het onderzoek De Utrechtse Heuvelrug, een stuwwal uit de voorlaatste ijstijd, strekt zich uit van Hilversum in het noorden tot aan Rhenen in het zuiden. Op 27 oktober 1999 is het zuidelijke deel van de heuvelrug ingesteld tot Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug in oprichting, een gebied van ongeveer 6000 hectare groot dat ruwweg ten zuiden van de A12 ligt. Bijna de helft van dit gebied is in handen van een groot aantal landgoedeigenaren. Staatsbosbeheer is eigenaar/beheerder van ongeveer een derde deel van het gebied, circa 12% is in handen van het Utrechts Landschap en circa 7% in handen van Natuurmonumenten. In 2002 is het Beheers- en Inrichtingsplan voor het Nationaal Park opgesteld. Met de goedkeuring van dit plan door het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij is de status van Nationaal Park eind 2003 definitief geworden. De provincie Utrecht heeft besloten in deze beginfase van het bestaan als nationaal park een onderzoek te laten uitvoeren naar het recreatieve gebruik van het Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug. Daarmee wilde de provincie inzicht krijgen in de bezoeker en zijn gebruik en beleving van het gebied. Variabelen die in het onderzoek aan bod komen betreffen het profiel van de bezoeker (herkomst, activiteiten, tijdsduur onderweg en op locatie, e.d.), de beleving en waardering van de bezoeker(kwaliteiten omgeving van belang voor reden bezoek, herhalingsbezoek), en tenslotte variabelen die de kwantificering van het recreatieverkeer betreffen (vervoerswijze, vervoersrichting, aantallen).
1.2. Doel- en vraagstellingen van het onderzoek Doelstelling Door middel van een nulmeting inzicht krijgen in het recreatief gebruik van het Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug, dat wil zeggen het recreatieve gebruik en de gebruikersgroepen, de beleving en het recreatieverkeer in het gebied, teneinde, in de toekomst middels monitoring eventuele verandering in dit recreatief gebruik, de beleving en het recreatieverkeer in kaart te brengen, als ook in de toekomst vast te kunnen stellen óf – en zo ja op welke manier – bijsturing is gewenst van de maatregelen in het Beheers- en Inrichtingsplan Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug.
Bureau Verten Onderzoek
1
Samenvatting rapport recreatiegebruik en -beleving Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug
Vraagstellingen 1. Welke zijn de kwaliteiten van het gebied Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug voor de recreatiegebruikers van het gebied? 2. Hoe is het recreatieverkeer samengesteld en hoe is de kwantificering hiervan, ofwel welke zijn de aantallen recreatieve gebruikers in het gebied Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug? 3. Hoe is het recreatieve gebruik in het gebied Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug, en welke verschillende gebruikersgroepen zijn te onderscheiden? 4. Hoe is de beleving en waardering van de kwaliteiten van het gebied Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug door de verschillende gebruikersgroepen?
1.3. Methode van onderzoek De onderzoeksmethode voor de nulmeting recreatiegebruik Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug kan worden opgedeeld in drie fasen. De eerste fase betreft een kwalitatieve methode van onderzoek. De tweede en derde fase betreffen een kwantitatieve methode van onderzoek. Kwalitatieve methode van onderzoek Het doel van de kwalitatieve onderzoeksmethode is om te komen tot de variabelen die vervolgens de basis vormen voor de volgende fasen van onderzoek, namelijk het kwantitatieve gedeelte. Er worden drie typen variabelen onderscheiden. Variabelen die in het onderzoek aan bod komen betreffen: 1. het profiel van de bezoeker (herkomst, activiteiten, tijdsduur onderweg en op locatie, e.d.) 2. de beleving en waardering van de bezoeker (hierbij worden de kwaliteiten van de omgeving achterhaald die van belang zijn voor reden bezoek, herhalingsbezoek, e.d.) 3. de kwantificering van het recreatieverkeer (vervoerswijze, vervoersrichting, aantallen). Om de verschillende kwaliteiten te achterhalen die uiteindelijk nodig zijn voor het benoemen van de variabelen zijn diverse gesprekken gevoerd en is uitgebreid deskresearch uitgevoerd. Door het toepassen van het Kwaliteitsoordeel zijn de achterhaalde kwaliteiten in de praktijk getoetst bij de bezoekers van het Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug. Met het achterhalen van de kwaliteiten en het benoemen van de variabelen is antwoord gegeven op de eerste vraagstelling van het onderzoek. Kwantitatieve methode van onderzoek De tweede en derde fase in het onderzoek betreffen een grootschalig jaarrond kwantitatief onderzoek: het survey-onderzoek. In dit veldonderzoek is gekozen om de eenheden uit de populatie te onderzoeken middels twee soorten dataverzameling. • •
dataverzameling door middel van ondervraging, namelijk via mondelinge enquêtes dataverzameling door middel van observaties, namelijk door het houden van visuele tellingen
De interviews hebben plaatsgevonden op locatie, dat wil zeggen in het gebied Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug waar de respondent op dat moment als gebruiker aanwezig was. Hier kon de respondent direct worden benaderd en ondervraagd naar zijn recreatief gebruik.
Bureau Verten Onderzoek
2
Samenvatting rapport recreatiegebruik en -beleving Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug
Na een groot aantal gesprekken met de opdrachtgever en na overleg met deskundigen betrokken bij het Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug, zijn 10 onderzoekslocaties geselecteerd. Op deze locaties is het veldonderzoek voor het kwantitatieve gedeelte uitgevoerd. Validiteit en betrouwbaarheid Voor ieder van de 10 locaties is bepaald welke methode van dataverzameling zou worden gehanteerd. Hierbij rekening houdend met de validiteit van het gehele onderzoek, namelijk “meet je (met deze onderzoeksmethode en met deze keuze van onderzoekslocaties, wat je bedoelt te meten?”. Nadat in de eerste onderzoeksfase de variabelen waren geformuleerd, konden nu de vragen worden opgesteld voor de vragenlijst. Om de validiteit van het onderzoek verder te waarborgen en voor het toetsen van de betrouwbaarheid van de vragen zijn, voor het starten met de enquêtes, op alle onderzoekslocaties proefenquêtes afgenomen. Ook werd nu duidelijk of de vragen duidelijk en begrijpelijk waren geformuleerd. Door bovendien controlevragen in te bouwen in het kwantitatieve deel van het onderzoek was het mogelijk de validiteit van het onderzoek te vergroten. Om de gewenste betrouwbaarheid te krijgen is tijdens het interviewen en tellen naast dagtype ook rekening gehouden met tijdstip van de dag. De interviews vonden, op de geselecteerde dagen, plaats tussen 10.00 en 17.00 uur, gangbare tijdstippen voor dergelijk veldonderzoek. Een aantal keren is veldonderzoek uitgevoerd vanaf 8.00 uur en tot 21.00 uur. Alle bezoekers die op deze dagen op het betreffende tijdstip op de onderzoekslocatie aanwezig waren zijn opgenomen in de steekproef. Indien het een persoon alleen was, werd hij of zij geïnterviewd; betrof het een gezelschap dan werd de eerst jarige, ouder dan 14 jaar, ondervraagd. Deze laatste maatregel is getroffen om een goede verdeling van geslacht, leeftijd en andere kenmerken binnen de steekproef te waarborgen. Het afnemen van de enquêtes is volgens van te voren vastgestelde richtlijnen geschied. De interviewers werkten volgens het next to pass-principe gewerkt, dus enquêteren op continue basis. De interviewer selecteert en ondervraagt direct het volgende op de onderzoekslocatie verschijnende gezelschap wanneer het interview met de vorige respondent is beëindigd. Ook zijn, zo mogelijk, vertrekkende bezoekers ondervraagd. De respondent kan namelijk aan het einde van het bezoek een duidelijk beeld geven van het gebruik van de locatie op de onderzoeksdag.
Bureau Verten Onderzoek
3
Samenvatting rapport recreatiegebruik en -beleving Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug
De periode van interviewen gold de 4 seizoenen van het jaar, te beginnen bij het najaar 2003, gevolgd door winter, voorjaar en zomer 2004. Verspreid over de 4 seizoenen is gedurende 12 dagen per onderzoekslocatie veldonderzoek verricht. De steekproefomvang per onderzoekslocatie is bepaald op 385 (betrouwbaarheid 95%, onnauwkeurigheid 5%). De non-respons tijdens het mondeling enquêteren lag op 9%, met een totaal van ruim 1500 enquêtes voor 4 locaties. Visuele tellingen vonden plaats op alle 10 locaties.
2. Opzet eindrapportage De rapportage van het onderzoek Nulmeting recreatiegebruik Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug bestaat uit twee delen, te weten Rapportage deel 1 (hoofdrapport) en Onderzoeksresultaten deel 2 (naslagwerk met grafische weergaven en bijlagen). De opbouw van de twee rapporten is als volgt. 2.1 Hoofdstuk 1 behandelt Aanleiding, Doelstelling en Vraagstellingen van het onderzoek, gevolgd door de Onderzoeksopzet met daarin beschreven de Methode van onderzoek en Werkwijze van het onderzoek. Ook wordt ingegaan op de eerste vraagstelling van het onderzoek betreffende de kwaliteiten van het gebied Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug voor de recreatiegebruikers. 2.2 Hoofdstuk 2 gaat uitgebreid in op de tweede vraagstelling door de samenstelling en de kwantificering van het recreatieve verkeer in het gebied te beschrijven. 2. 3 Hoofdstuk 3 behandelt het recreatieve gebruik en de verschillende gebruikersgroepen die zijn te onderscheiden in het gebied. Hiermee wordt antwoord gegeven op de derde vraagstelling van het onderzoek. 2. 4 Hoofdstuk 4 behandelt de vierde vraagstelling en gaat uitgebreid in op de beleving en waardering van het gebied door de recreatieve gebruikers. Ook wordt het kwaliteitsoordeel van de bezoeker behandeld. Het kwaliteitsoordeel brengt het belang voor de gebruiker in kaart van diverse kwaliteiten in het algemeen en relateert dit belang vervolgens aan het oordeel van de gebruiker over de kwaliteiten aanwezig in het betreffende recreatiegebied. Uitgangspunt hierbij is dat het oordeel zwaarder weegt naarmate er meer belang aan een kwaliteit wordt gehecht. 2.5 Hoofdstuk 5 geeft tenslotte op concluderende en samenvattende wijze antwoord op de centrale doelstelling van het recreatieonderzoek.
3. Samenvatting recreatieonderzoek Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug 3.1 Recreatiegebruik en -verkeer De recreatief gebruiker van het Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug kan worden getypeerd als een Natuurrecreant die naar een nabij zijn woon- of verblijfplaats gelegen locatie in het Nationaal Park komt, met de auto in maximaal een half uur. Het percentage bezoekers vertrekkende vanaf de eigen woonplaats ligt op ongeveer 90%, de overige bezoekers komen vanaf een tijdelijke verblijfplaats.
Bureau Verten Onderzoek
4
Samenvatting rapport recreatiegebruik en -beleving Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug
Met name wanneer locaties in de buurt van een camping, een vakantiepark, e.d. liggen, komt een (klein) deel van de bezoekers vanaf deze tijdelijke verblijfplaatsen. Van de bezoekers vertrekkende vanaf de eigen woonplaats komt een ruime meerderheid vanuit de provincie Utrecht. Ongeveer een kwart tot een vijfde deel van de bezoekers vertrekkende vanaf de eigen woonplaats komt van buiten de provincie Utrecht. Naarmate de locatie dichter in de nabijheid van een (grote) woonkern ligt komen meer bezoekers in plaats van de auto met alternatief vervoer, zoals per fiets, per mountainbike, te voet of te paard. Slechts een zeer klein deel van de bezoekers komt per openbaar vervoer. In het algemeen geldt dat naarmate de locatie dichter bij de plaats van herkomst ligt (woonplaats of tijdelijke verblijfplaats) het aantal bezoekers op de locatie toeneemt. Ook blijkt dat naarmate een locatie drukker wordt meestal de diversiteit in gebruik toeneemt, bijvoorbeeld op de locatie Prattenburg en Maarnsche Berg. Gekeken naar vervoer op locatie blijkt dat de meeste bezoekers in het Nationaal Park zich te voet (wandelaars) verplaatsen. Het aantal wandelaars is op alle locaties relatief hoog. Daar waar zich op een locatie een geasfalteerd(e) pad of weg bevindt komen relatief veel fietsers en racefietsers, bijvoorbeeld op de locaties Defensieweg, Heulweg, Ginkelduin. Vooral op Defensieweg is het aandeel van racefietsers groot. Mountainbikers komen specifiek en dan in relatief grote getale naar locaties waar MTB-routes zijn uitgezet, bijvoorbeeld naar Bergweg en Prattenburg. Overige wijzen van verplaatsen zijn bezoekers die trimmen en ruiters te paard. De richting van recreatieverkeer wordt beïnvloed door factoren als ligging van de locatie ten opzichte van plaats van herkomst, de (bewegwijzerde) routes in het gebied, eventueel utilitair verkeer. De zomer en het najaar zijn de drukste seizoenen in het Nationaal Park. De winter is het rustigste seizoen. Bezoekers komen relatief weinig met kleine kinderen naar het gebied. Bezoekers met kleine kinderen komen vooral op locaties waar speelvoorzieningen, een horecagelegenheid of gemakkelijk begaanbare, korte routes zijn. Naarmate de locatie dichter bij een plaats van herkomst van bezoekers ligt (woonplaats of tijdelijke verblijfplaats), als ook in een hondenlosloopgebied, neemt het aantal honden per dag toe, met name door bezoekers die dagelijks de hond uitlaten.
Een ruime meerderheid van de bezoekers besteedt niets tijdens het bezoek aan het Nationaal Park, tenzij op de locatie een horecagelegenheid is. Een ruime meerderheid van de bezoekers wint geen informatie in voorafgaande aan het bezoek. Eventueel informeert men zich via ANWB, Staatsbosbeheer of via Internet. 3.2 Waardering recreatiegebruiker De recreatief gebruiker is relatief tevreden over de kwaliteiten van het Nationaal Park. Hij waardeert vooral ‘spannende natuur die je kunt beleven’, met afwisseling tussen open (heide, weide-, akkerland) en gesloten landschap (bossen), variatie in soorten paden en heuvels. Hij waardeert stilte, (een beperkt aantal, goed onderhouden) voorzieningen als banken, bewegwijzerde (wandel-, fiets-, MTB-, ruiter)routes, bereikbaarheid door (duidelijk aangegeven)
Bureau Verten Onderzoek
5
Samenvatting rapport recreatiegebruik en -beleving Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug
parkeerplaatsen, goed onderhouden toegangswegen. Een deel van de bezoekers waardeert bijzondere flora en fauna (vogels, uitgezette runderen). Relatief ontevreden is de bezoeker over het aantal speelvoorzieningen, (“gezellige”) horecagelegenheden en voorzieningen voor informatie (als informatieborden, websites, informatiecentra). Ook is men relatief ontevreden over de rust in het gebied, dat wil zeggen men ervaart het gebied als te druk. 3.3 Typering natuurrecreant 1. De Natuurvorser die komt om individueel een (lange) wandeling te maken, de natuur te bestuderen, te genieten van (unieke) flora en fauna (vogels, runderen) in stilte en rust, zonder veel gebruik te maken van voorzieningen als paden, bankjes, e.d. Deze natuurrecreant struint en dringt diep het Nationaal Park in. 2. De Rustzoeker die, vooral individueel, geniet van rust en schoonheid van natuur. Hij volgt eventueel een route maar wijkt ook af van bewegwijzerde paden, hij struint en blijft niet alleen aan rand van het Nationaal Park. Hier valt ook de natuurrecreant onder die regelmatig (evt. dagelijks) komt om de hond(en) uit te laten. De bezoeker met hond(en) is kort onderweg en verblijft kort, blijft daarbij aan rand van het Nationaal Park bij de parkeerplaats en gebruikt geen voorzieningen. 3. De Sociale landschap- / Natuurvermaakzoeker die komt om een middellange (wandel- of fiets-) tocht te maken en om gezamenlijk (eventueel met kinderen en / of hond) buiten in de natuur te zijn om afleiding van de hectiek van de dag te zoeken en in een groene, afwisselende, ‘spannende’ (heuvelachtig, variatie in soorten paden) omgeving te genieten van het gezelschap: het sociale aspect is belangrijk. Men maakt gebruik van voorzieningen als bewegwijzerde routes (wenst variatie in soorten paden), bankjes, informatiepanelen, Horeca, e.d. Deze natuurrecreant dringt minder diep het Nationaal Park in, blijft in de buurt van de uitgezette route, gaat niet ver van het pad af en niet ver van de parkeergelegenheid.
4. De Actiezoeker die komt om een sportieve prestatie te leveren als mountainbiken, (race)fietsen, trimmen, paardrijden, buiten in een natuurlijke, afwisselende omgeving. Hij maakt gebruik van en komt speciaal voor de specifiek voor deze gebruikersgroep aangelegde paden en routes. Hij komt individueel of in een groep die eventueel met regelmaat op dezelfde locatie afspreekt (wekelijkse trimloop of MTB-tocht). Deze natuurrecreant is bereid om langer onderweg te zijn naar de locatie om dit ‘doen en beleven’ mee te maken. Afhankelijk van de snelheid van verplaatsen dringt de bezoeker dieper in het Nationaal Park. Indien op zelfde locatie kunnen actiezoekers en andere natuurrecreanten door verschil in snelheid en ruimtegebruik elkaar hinderen. Ondanks het gegeven dat een aanzienlijk deel van de bezoekers gebruik maakt van voorzieningen als speciale routes, bankjes, informatieborden, e.d., geeft een opvallend grote meerderheid van de bezoekers aan een natuurgebied te willen bezoeken waar de “natuur z’n gang kan gaan zonder veel menselijk ingrijpen”. Men ervaart het als positief als het gebied “in een natuurlijke staat verkeert”. Bezoekers merken op dat “recreatievoorzieningen niet te prominent aanwezig mogen zijn waardoor het gebied te veel een ingerichte indruk zou krijgen. Ook moeten recreatievoorzieningen worden ingepast in een natuurlijk, gevarieerd landschap”. Het onderzoek Nulmeting recreatiegebruik Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug is beschreven in twee rapporten. Het betreft de rapporten Rapportage deel 1 (hoofdrapport en Summary visueel toegelicht door middel van grafieken en tabellen) en Onderzoeksresultaten deel 2 (gedetailleerd naslagwerk met grafische weergaven en bijlagen).
Bureau Verten Onderzoek
6
Samenvatting rapport recreatiegebruik en -beleving Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug
Bureau Verten Onderzoek
7