91
4
Beleving van rijkdom en armoede
Eind 2008 is aan de panelleden van de gemeenten Almere, Amstelveen, Amsterdam, Haarlem, Haarlemmermeer, Purmerend en Zaanstad een vragenlijst voorgelegd over rijkdom en armoede. Het doel van de vragenlijst was meer inzicht te krijgen in de percepties over rijkdom en armoede in de regio en de eigen financiële situatie. Daarnaast wordt rijkdom en armoede gerelateerd aan geluk en tevredenheid met het leven. Verschillen de percepties over rijkdom en armoede en de percepties over de eigen financiële situatie tussen de gemeenten? Hoe zijn deze verschillen te verklaren? In dit hoofdstuk worden de resultaten van de zeven gemeenten vergeleken en wordt uitgebreid ingegaan op geluk en tevredenheid in relatief tot welvaart. In de panelonderzoeken werd een redelijke tot goede respons behaald. In het algemeen geldt dat de panelleden wat hoger zijn opgeleid dan gemiddeld in de regiogemeenten, ook het inkomen is iets hoger dan gemiddeld.
4.1 Geluk en tevredenheid Westerse landen geven over het algemeen een hogere tevredenheidsscore aan hun leven dan ontwikkelingslanden. Ook landen in Latijns-Amerika scoren relatief hoog.1 4.1 Tevredenheidscore met het leven in het algemeen (rapportcijfer)
8,5
5,8
3,0
verzameld tussen 1995 en 2005 op een schaal van 1 tot en met 10. bron: World database of Happyness
Metropoolregio Amsterdam 2008 Arm en rijk in beeld
92
4 Beleving van rijkdom en armoede
In Nederland doet het Sociaal en Cultureel Planbureau eens in de twee jaar onderzoek naar de sociale staat van Nederland. In 2007 kwam hieruit naar voren dat Nederlanders hun leven gemiddeld met een 7,6 waarderen.2 De Eurobarometer van de Europese Commissie geeft weer dat de tevredenheid van Nederlanders met hun leven tot de hoogste scores van Europa behoort, samen met de Scandinavische landen en Luxemburg. In Portugal, Hongarije en Bulgarije is de tevredenheid met het eigen leven het laagst.3 In ons onderzoek in de Metropoolregio waarderen respondenten hun leven gemiddeld een 7,6. Er zijn daarbij geen verschillen tussen Almere, Amstelveen, Amsterdam, Haarlem, Haarlemmermeer, Purmerend en Zaanstad. De tevredenheidsscores en de, eveneens onderzochte, geluksscore hangen sterk met elkaar samen en worden beïnvloed door dezelfde factoren. In figuur 4.2 is te zien dat de Metropoolbewoners vooral tevreden zijn met hun woning, hun vrienden en kennissenkring, hun opleiding (tot nu toe), hun maatschappelijke positie en de eigen gezondheid. De algemene tevredenheid met het leven wordt voor een groot deel verklaard 4 door tevredenheid met de aspecten: gezondheid, vrienden en kennissen, de woning, financiële middelen, werk, de Nederlandse samenleving en de maatschappelijke positie van de respondent. 4.2 Tevredenheidscore met verschillende onderwerpen, Metropoolregio 2008 (rapportcijfer) 7,6
leven als geheel
7,9
woning
7,9
vrienden en kennissenkring opleiding (tot nu toe)
7,7
maatschappelijke positie
7,6 7,6
gezondheid werk/dagbesteding
7,5
woonomgeving
7,5 7,5
loopbaan
7,6
de financiële middelen huishouden 6,7
de samenleving in de eigen gemeente
6,5
de Nederlandse samenleving 5,8
de regering 0
1
2
3
4
5
6
7
8
bron: enquête panelleden 2008
Feiten en cijfers over de Metropoolregio Amsterdam
4 Beleving van rijkdom en armoede
93
Geluk Er zijn in de geschiedenis verschillende definities voor geluk gegeven. Aristoteles beschreef geluk als ‘een uiting van de ziel in bewuste handelingen’ en Freud zag geluk als ‘een kwestie van Lieben und Arbeiten’. Wetenschappers gebruiken naast de term geluk ook vaak de term welzijn omdat dit een neutralere lading heeft. Prof. dr. S. Lyubomirsky heeft een zogenoemde schaal voor subjectief geluk ontworpen. De schaal bestaat uit vier vragen met zeven antwoordmoge lijkheden. Per vraag kunnen maximaal zeven punten en minimaal een punt behaald worden. De antwoorden leveren een score op tussen de één en de zeven. Internationaal wordt gemiddeld tussen de 4,5 en 5,5 gescoord. Studenten blijken lager te scoren (gemiddeld 4,5) dan werkende volwassenen en oudere, gepensioneerde mensen (gemiddeld 5,6).
Geluksstellingen van Lyubomirsky 1. Ik beschouw mijzelf in het algemeen als: • een bijzonder ongelukkig mens – tot – een bijzonder gelukkig mens. 2. Vergeleken met mijn leeftijdgenoten ben ik • veel minder gelukkig – tot – veel gelukkiger. 3. Sommige mensen zijn doorgaans heel gelukkig. Ze genieten van het leven, wat er ook gebeurt en halen er alles uit. In welke mate gaat dit ook voor u op? • helemaal niet – tot – ja hoor, zo ben ik helemaal. 4. Sommige mensen voelen zich niet gelukkig. Ze zijn niet (per se) depressief, maar niet zo gelukkig als ze zouden kunnen zijn. In welke mate geldt dit voor u? • Ja hoor, zo ben ik helemaal – tot – helemaal niet.
Deze vier geluksvragen zijn voorgelegd aan de panels van de Metropoolregio. De gemiddelde score is een 5,0. Tussen de gemeenten zijn geen verschillen gevonden. Geluk en tevredenheid hangen wel sterk samen met elkaar en met allerlei kenmerken van personen. Omdat geluk en tevredenheid met dezelfde factoren samenhangen wordt hier voor het gemak alleen over geluk gerapporteerd. Het opleidingsniveau, de huishoudsamenstelling, de leeftijd, de tijdsbesteding, het inkomen en het soort woning van respondenten zijn van invloed op hun geluk. Mensen met een hoog opleidingsniveau zijn gelukkiger dan mensen met een laag opleidingsniveau en mensen met koopwoning of particuliere huur woning zijn gelukkiger dan mensen met een sociale huurwoning. Ook het inkomen is van invloed, hoe hoger het inkomen des te hoger de geluksscore.
Metropoolregio Amsterdam 2008 Arm en rijk in beeld
94
4 Beleving van rijkdom en armoede
4.3 Geluksscore in relatie tot inkomen in de Metropoolregio, 2008 6
geluksscore
5 4 3 2 1 0 ≤ € 950
€ 951€ 1300
€ 1301€ 1900
€ 1901€ 3150
€ 3151€ 4300
€ 4301€ 5500
€ 5501€ 6900
> € 6900
bron: enquête panelleden 2008
Alleenwonenden zijn minder gelukkig dan mensen met een meerpersoonshuishouden. Mensen tussen de 45 en 54 jaar hebben gemiddeld de laagste geluksscore (4,9) terwijl 65-plussers het hoogst scoren (5,1). Maakt geld gelukkig? ‘Geld maakt gelukkig’ zegt 52% van de respondenten. Vooral respondenten uit Haarlemmermeer, Zaanstad en Almere vinden dit. Haarlemse respondenten vinden juist relatief vaak het tegenovergestelde. De perceptie of geld gelukkig maakt hangt sterk samen met het inkomen van het huishouden van de respondenten. Hoe hoger het inkomen des te vaker men van mening is dat geld gelukkig maakt. 4.4 Geld maakt gelukkig, 2008 (mee eens, procenten) gemeente
%
Haarlemmermeer
54
Zaanstad
54
Almere
54
Amsterdam
53
Purmerend
52
Amstelveen
48
Haarlem
46
gemiddelde
52 bron: enquête panelleden 2008
Feiten en cijfers over de Metropoolregio Amsterdam
95
4 Beleving van rijkdom en armoede
4.5 Mening over ‘Geld maakt gelukkig’ naar inkomen van het huishouden, 2008 (procenten) ≤ € 950 € 951-€ 1300 € 1301-€ 1900 € 1901-€ 3150 € 3151-€ 4300 € 4301-€ 5500 € 5501-€ 6900 > € 6900 totaal 0
20
40
60
helemaal mee eens
mee eens
mee oneens
helemaal mee oneens
80
100 %
neutraal
bron: enquête panelleden 2008
Er is geen verschil in geluksniveau tussen mensen die vinden dat geld gelukkig maakt en mensen die vinden dat dit niet zo is. Het gevoel zelf je pad te kunnen uitstippelen vergroot over het algemeen wel het geluk, evenals religie en spiritualiteit. Mensen die hebben aangegeven dat spiritualiteit en/of religie een hele belangrijke rol in hun leven inneemt hebben een hogere geluksscore dan gemiddeld. Financiële zorgen beïnvloeden sterk het geluk Kunnen rondkomen is net als het inkomen van invloed op het geluk. Over het algemeen geldt: hoe makkelijker mensen kunnen rondkomen hoe gelukkig ze zijn. Mensen die zich zorgen maken om baanverlies, hun hypotheek, oplopende schulden, teruggang van hun inkomen, pensionering of inflatie zijn minder gelukkig dan mensen die zich hier geen zorgen om maken. Schulden beïnvloeden, naast zorgen om de financiële situatie, ook het geluk. Leningen bij vrienden of familie, persoonlijke leningen en/of die rood staan bij de bank maken mensen minder gelukkig. Mensen met een hypotheek, en dus met een eigen huis, zijn daarentegen gelukkiger dan mensen die geen hypotheek hebben. Ook een positieve ontwikkeling van de financiële situatie in de afgelopen jaren en een verwachte positieve ontwikkeling in de toekomst leidt tot een hogere geluksscore.
Metropoolregio Amsterdam 2008 Arm en rijk in beeld
96
4 Beleving van rijkdom en armoede
4.6 Geluksverhogende factoren in de Metropoolregio, 2008 (procenten) meer geld, minder financiële problemen meer vrije tijd betere gezondheid betere gezondheid familieleden ander werk, andere werkzaamheden andere woning meer vrienden, kennissen andere woonomgeving vinden van een partner betere relatie met partner of familieleden krijgen van een kind krijgen van werk anders namelijk niets weet ik niet, geen antwoord 0
5
10
15
20
25
30
35 %
bron: enquête panelleden 2008
Gelukkiger worden? De tevredenheid met het leven kan volgens de respondenten vooral verbeterd worden door meer geld, minder financiële problemen, meer vrije tijd en een betere gezondheid. Ook een betere gezondheid voor familieleden, ander werk/ andere werkzaamheden en een andere woning worden regelmatig genoemd. In Amsterdam en Haarlem wordt het vinden van een partner ook relatief vaak genoemd als tevredenheidverhogende factor, in deze gemeenten zijn relatief veel alleenstaanden. Het krijgen van een kind wordt in Haarlem en Purmerend relatief vaak genoemd als mogelijke geluksverhogende factor. De top drie is in alle gemeenten gelijk. Meer geld is vooral een geluksverhogende factor voor mensen met een laag tot middeninkomen, laag en middelbaar opgeleiden en mensen zonder baan. Meer vrije tijd wordt daarentegen relatief vaak genoemd door mensen met een hoog opleidingsniveau, gezinnen met kinderen, eenoudergezinnen, werkenden en mensen onder de 55 jaar. Hoe hoger het inkomen, des te vaker wordt meer vrije tijd genoemd als tevreden heidverhogende factor. Meer geld wordt minder vaak genoemd naarmate het inkomen toeneemt. Lage inkomens noemen bijna altijd geld als één van de factoren die hun geluk zou vergroten. Ditzelfde geldt voor opleidingsniveau.
Feiten en cijfers over de Metropoolregio Amsterdam
97
4 Beleving van rijkdom en armoede
Door alleenstaanden wordt het vinden van een partner het meest genoemd (40%) als geluksverhogende factor, gevolgd door geld en een betere gezondheid. Ook respondenten met een eenoudergezin noemen vaak het vinden van een partner (33%), bij deze groep staat meer geld echter op de eerste plaats (43% noemt dit). Ouderen noemen een betere gezondheid het vaakst als factor om hun geluk te vergroten. Driekwart van de mensen zonder baan is van mening dat een baan zal zorgen voor meer tevredenheid.
4.2 Ervaren luxe Rijkdom, luxe en decadentie hangen nauw met elkaar samen. Ter gelegenheid van het 17e lustrum van de Radboud Universiteit in Nijmegen heeft het Instituut van Toegepaste Sociale Wetenschappen (its) een onderzoek uitgevoerd naar beleving van Nederlanders over luxe en decadentie. In dat onderzoek is aan respondenten gevraagd of zij goedkeurend of afwijzend aankeken tegen een aantal voorgelegde activiteiten zoals vakanties, luxe etenswaren en merkkleding. Om te kijken of de meningen van de bewoners van de Metropoolregio verschillen van Nederlanders in het algemeen zijn een aantal voorbeelden van luxe die in dat onderzoek aan de orde kwamen ook in dit onderzoek getoetst.
4.7 Houding ten opzichte van luxe activiteiten in de Metropoolregio, 2008 (procenten) regelmatig korte vakanties houden/weekendjes weg vroeg stoppen met werken 10 dagen all. incl. hotelvakantie uit eten gaan in toprestaurants een cruise in de Middellandse Zee het kopen van dure merkkleding het thuis schenken van dure champagnes kaviaar eten helikopterskiën 0 goedkeurende houding
20
afwijzende houding
40
60
80
100 %
weet het niet bron: enquête panelleden 2008
Metropoolregio Amsterdam 2008 Arm en rijk in beeld
98
4 Beleving van rijkdom en armoede
Luxe activiteiten zoals regelmatig weekendjes weg, vroeg stoppen met werken en all-inclusive vakanties krijgen de goedkeuring van een meerderheid van de respondenten in de Metropoolregio en in Nederland. Kaviaar eten en helikopter skiën daarentegen krijgen de minste goedkeuring (zie figuur 4.7). Vergeleken met Nederland kijken respondenten in de Metropoolregio echter toch vaker goedkeurend naar helikopterskiën. De houding ten opzichte van de overige luxe onderwerpen komt vrijwel overeen tussen Nederland en de Metropoolregio. Het eigen gedrag en de houding van mensen tegenover een aantal luxe-activiteiten hangt sterk met elkaar samen en lijkt beïnvloed te worden door de eigen mogelijkheden. Ouderen, mensen met lagere inkomens en mensen met een sociale huurwoning hebben vaker een afwijzende houding ten opzichte van de genoemde activiteiten dan anderen. Vooral respondenten tot en met 44 jaar hebben er weinig moeite mee dat anderen zich overgeven aan deze vormen van luxe. Wanneer respondenten het geld zouden hebben, zou 90% misschien of zeker wel regelmatig korte vakanties houden of weekendjes weggaan. Twee derde zou (misschien) vroeg willen stoppen met werken, hierin zijn ook de meningen van reeds gepensioneerden en mensen zonder werk meegenomen. Uit eten gaan in toprestaurants en een 10 dagen all inclusive hotelvakantie zou ruim de helft van de respondenten doen wanneer zij er het geld voor hadden. Kaviaar eten en helikopterskiën zou slechts een kleine groep doen als geld er niet toe deed.
4.8 Eigen gedrag ten opzichte van luxe activiteiten in de Metropoolregio, 2008 (procenten) regelmatig korte vakanties houden/weekendjes weg vroeg stoppen met werken uit eten gaan in toprestaurants 10 dagen all. incl. hotelvakantie het kopen van dure merkkleding een cruise in de Middellandse zee het thuis schenken van dure champagnes kaviaar eten helikopterskiën 0 zeker wel
misschien wel
20 waarschijnlijk niet
40
60
80
100 %
zeker niet
weet ik niet, geen antwoord bron: enquête panelleden 2008
Feiten en cijfers over de Metropoolregio Amsterdam
99
4 Beleving van rijkdom en armoede
4.3 Percepties over rijkdom en armoede in de Metropoolregio De rijkste en de armste gemeente Als respondenten hun eigen gemeente vergelijken met de andere zes uit de Metropoolregio die deelnamen aan het onderzoek dan plaatsen zij hun eigen gemeente veelal in het midden qua rijkdom. Bijna de helft van de Amsterdammers zet Amsterdam op de vierde of vijfde plek (1= armste gemeente en 7= rijkste gemeente). Ook respondenten uit Purmerend en Almere plaatsen hun gemeente vooral op plek vier en vijf. Haarlemmermeer en Haarlem worden door de bewoners zelf iets rijker geschat, zij zetten hun gemeenten vooral op plek vijf en zes. Respondenten uit Zaanstad zijn niet van mening dat hun gemeente de armste is, maar plaatsen Zaanstad wel iets lager dan de respondenten uit de andere gemeenten hun eigen gemeente plaatsen. Amstelveners zijn ervan overtuigd (45%) dat zij de rijkste gemeente zijn van de deelnemende gemeenten (zie tabel 4.9). De respondenten uit de zeven gemeenten zijn vrijwel unaniem over de rijkste gemeente in de Metropoolregio (van de zeven deelnemende gemeenten): Amstelveen (62%). Slechts 12% denkt dat Haarlem de rijkste gemeente is, gevolgd door Haarlemmermeer (6%) en Amsterdam (5%). Over de armste gemeente van de zeven zijn de meningen verdeeld. Eén op de drie respondenten uit de Metropoolregio denkt dat Zaanstad de armste gemeente is, 18% denkt Amsterdam en 13% is van mening dat Purmerend de armste gemeente van deze zeven gemeenten is. Opvallend is dat respondenten in Zaandstad Amsterdam als de armste gemeente zien terwijl de Amsterdammers Zaanstad juist op die plek zetten. 4.9 Ervaren welvaartspositie in de Metropoolregio, 2008 (procenten) gemeente
armste 1 2 3 4 5 6
rijkste 7
weet ik niet
totaal
Almere
2
7
14
34
23
8
1
11
100
Amstelveen
0
0
1
2
9
25
45
17
100
Amsterdam
5
9
15
23
25
12
3
7
100
Haarlem
0
1
4
16
30
31
8
9
100
Haarlemmermeer
0
1
4
15
30
32
8
11
100
Purmerend
0
3
10
30
33
10
2
11
100
12
15
20
27
16
3
1
6
100
Zaanstad
bron: enquête panelleden 2008
Metropoolregio Amsterdam 2008 Arm en rijk in beeld
100
4 Beleving van rijkdom en armoede
4.10 Ervaren armste gemeente in de Metropoolregio, 2008 (procenten) Purmerend Amsterdam Amstelveen Haarlemmermeer Haarlem Almere Zaanstad gemiddelde 0
20
40
Zaanstad
Amsterdam
Purmerend
Haarlemmermeer
Haarlem
Amstelveen
60
80
100 %
Almere weet ik niet, geen antwoord bron: enquête panelleden 2008
Ervaren welvaart Bijna 60% van alle respondenten vindt dat de verschillen tussen arm en rijk in de eigen gemeente groot zijn. Bijna de helft (47%) vindt bovendien dat de verschillen de afgelopen jaren zijn toegenomen. Vooral Amsterdammers vinden de verschillen tussen arm en rijk in Amsterdam groot en dat deze verschillen zijn toegenomen. Maar ook veel Almeerders delen deze mening. Respondenten uit Haarlemmermeer en Amstelveen noemen juist minder vaak dat er sprake is van grote verschillen en dat deze verschillen zouden zijn toegenomen. Dit is opvallend omdat de inkomensongelijkheid juist in Amstelveen groot is (paragraaf 3.5). Bewoners van Amstelveen ervaren dit dus niet zo. Ook de ervaren verschillen tussen arm en rijk door respondenten uit Almere zijn opvallend. De inkomensongelijkheid is daar juist gering. Onderwijsvolgende jongeren die (nog) bij hun ouders wonen vinden het verschil tussen arm en rijk in hun gemeenten vaker niet groot dan anderen. Mensen met lagere inkomens vinden de verschillen tussen arm en rijk vaker groot dan mensen met een heel hoog inkomen. Vrouwen zijn vaker dan mannen van mening dat de verschillen tussen arm en rijk de afgelopen jaren zijn toegenomen. Alleenstaanden en eenoudergezinnen hebben eveneens vaker deze mening dan mensen met een huishouden met meerdere volwassenen. Hogere inkomens en mensen tot en met 44 jaar vinden het minst vaak dat verschillen tussen arm en rijk zijn toegenomen in de afgelopen jaren.
Feiten en cijfers over de Metropoolregio Amsterdam
101
4 Beleving van rijkdom en armoede
4.11 Ervaren rijkdom en armoede in de eigen gemeente, 2008 (procenten) Amsterdam Almere Zaanstad Haarlem Haarlemmermeer Purmerend Amstelveen totaal 0
10
20
30
40
50
verschillen arm en rijk groot
60
70
80
90 %
verschillen arm en rijk toegenomen bron: enquête panelleden 2008
4.4 Financiële situatie en financiële zorgen De inkomens van de respondenten verschillen tussen de gemeenten. Respondenten uit Amstelveen hebben relatief vaak een hoog inkomen, onder de respondenten uit Amsterdam zitten zowel relatief veel hoge als lage inkomens en Purmerend heeft relatief veel lagere inkomens. De overige gemeenten zitten daartussenin. Amsterdam en Almere hebben relatief veel werkenden in het panel zitten, in Haarlem en Amstelveen zijn relatief veel respondenten al gepensioneerd. 4.12 Huishoudinkomen, 2008 (procenten) Almere
Amstel- veen
Amster- dam Haarlem
Haarlem- mermeer Purmerend
≤ € 950
3
5
4
5
4
€ 951-€ 1300
4
4
6
6
4
€ 1301-€ 1900
16
17
19
18
€ 1901-€ 3150
32
31
32
€ 3151-€ 4300
27
26
22
€ 4301-€ 5500
12
8
€ 5501-€ 6900
4
> € 6900
2
Zaanstad
totaal
3
3
4
6
5
5
15
21
19
18
31
36
37
36
34
25
24
24
25
24
9
10
10
5
8
9
5
5
3
4
2
2
4
4
3
2
3
1
2
2
bron: enquête panelleden 2008
Metropoolregio Amsterdam 2008 Arm en rijk in beeld
102
4 Beleving van rijkdom en armoede
4.13 Kunnen rondkomen, 2008 (procenten) Almere Purmerend Zaanstad Haarlem Amsterdam Haarlemmermeer Amstelveen totaal 0
20
40
niet tot net kunnen rondkomen
60
80
100 %
soms over houden
goed tot ruimschoots kunnen rondkomen bron: enquête panelleden 2008
Kunnen rondkomen Vier procent van de respondenten uit de Metropoolregio zegt niet te kunnen rondkomen, 4% heeft er moeite mee en 11% kan het financieel net redden. Daar staat tegenover dat 62% ruimschoots rond kan komen. De figuur laat zien dat respondenten uit Almere en Purmerend het vaakst zeggen niet of maar net kunnen rondkomen. Respondenten uit Amsterdam, Haarlemmermeer en Haarlem geven het vaakst aan goed tot ruimschoots te kunnen rondkomen. Mensen die aangaven niet tot net rond te kunnen komen zijn relatief vaak: laag opgeleid, een eenoudergezin, werkloos of arbeidsongeschikt, wonend in een sociale huur woning en hebben een relatief laag inkomen. Dit wil overigens niet zeggen dat alle mensen met een laag inkomen slecht kunnen rondkomen. Een deel van de respondenten heeft een laag inkomen, maar zegt goed rond te kunnen komen. Ontwikkeling financiële situatie De afgelopen jaren is 40% van alle respondenten er financieel op vooruit gegaan, voor 29% bleef de financiële situatie gelijk en 30% ging er op achteruit (1% weet het niet). In Haarlemmermeer en Almere zijn relatief veel mensen er financieel op achteruit gegaan, in Amstelveen juist relatief weinig. De financiële crisis heeft de panelleden mogelijk al beïnvloed in hun verwachtingen rondom de ontwikkeling van hun financiële situatie in het komende jaar. Een derde denkt er komend jaar op achteruit te gaan (2009). Het zijn overigens vooral mensen die er de afgelopen jaren op achteruit gingen die deze ontwikkeling zien doorzetten in de toekomst. Tussen de gemeenten valt op dat relatief veel respondenten uit
Feiten en cijfers over de Metropoolregio Amsterdam
103
4 Beleving van rijkdom en armoede
4.14 Verwachte ontwikkeling financiële situatie komend jaar, 2008 (procenten) Amsterdam Haarlem Purmerend Amstelveen Zaanstad Almere Haarlemmermeer totaal 0
20 vooruit
40 gelijk
60 achteruit
80
100 %
weet ik niet
bron: enquête panelleden 2008
Haarlemmermeer, Zaanstad en Purmerend verwachten er komend jaar (2009) financieel op achteruit te gaan. Mannen zijn er vaker sterk op vooruit gegaan dan vrouwen, dit geldt ook voor hoog opgeleiden en mensen onder de 35 jaar. Deze groepen verwachten er de komende jaren ook relatief vaak op vooruit te gaan. Leningen en schulden Een kwart van de respondenten zegt geen geld geleend te hebben. In Amsterdam en Amstelveen zijn relatief veel mensen die geen geld lenen. Dit hangt vooral samen met het relatief lage aandeel respondenten met een hypotheek in deze gemeenten (respectievelijk 46% en 55%). In Almere heeft daarentegen 77% een hypotheek. De verdeling tussen koop- en huurwoningen in gemeenten hangt natuurlijk samen met de aanwezigheid van hypotheken. Naast de hypotheek komen in Almere schulden in de vorm van rood staan bij bank of giro en/of een persoonlijke lening het vaakst voor, in Amstelveen en Haarlem het minst vaak. Schoolgaande jongeren (jonger dan 35 jaar) en mensen zonder werk hebben relatief vaak een lening bij vrienden of familie. Rood staan bij de bank komt relatief vaak voor bij (een ouder) gezinnen met kinderen (onder de 45 jaar) en mensen zonder werk. Mannen, eenoudergezinnen en niet-gepensioneerden zonder baan hebben vaker dan gemiddeld een persoonlijke lening.
Metropoolregio Amsterdam 2008 Arm en rijk in beeld
104
4 Beleving van rijkdom en armoede
4.15 Lopende leningen, 2008 (procenten) Almere
Amster- dam
hypotheek
77
46
55
59
69
rood staan
26
21
14
16
17
persoonlijke lening
19
14
9
9
2
8
8
3
6
3
2
15 2
studieschuld
Amstel- veen Haarlem
Haarlem- mermeer Purmerend
Zaanstad
totaal
59
67
62
18
22
19
12
15
15
13
9
2
6
5
6
5
4
3
4
5
4
1
2
2
2
2
2
30
31
24
21
29
20
24
1
2
1
1
2
1
2
lening bij vrienden/ familie andere lening geen geld geleend weet ik niet, wil ik niet zeggen
bron: enquête panelleden 2008
Zorgen om financiële situatie Op een schaal van 1 tot 10, waarbij 1 staat voor helemaal geen zorgen en 10 voor heel veel zorgen, scoren de respondenten in de Metropoolregio gemiddeld een 4,5. Haarlemse respondenten maken zich de minste zorgen om hun financiën en respondenten uit Purmerend en Almere de meeste. Financiële zorgen en leningen zijn nauw met elkaar verbonden. Buiten de hypotheek, beïnvloeden schulden sterk de mate waarin respondenten zich zorgen maken om hun financiën. Heeft men een leningen bij familie dan is de score 5,9, en rood staan bij de bank of een persoonlijke lening of doorlopend krediet levert een score op van 5,5, en dus relatief veel financiële zorgen. 4.16 Mate van zorgen om financiële situatie, 2008 (rapportcijfer; schaal 1 tot 10) gemeente
rapportcijfer
Haarlem
4,2
Amstelveen
4,3
Amsterdam
4,3
Haarlemmermeer
4,4
Zaanstad
4,4
Almere
4,7
Purmerend
4,9
totaal
4,5 bron: enquête panelleden 2008
Feiten en cijfers over de Metropoolregio Amsterdam
4 Beleving van rijkdom en armoede
105
Een aantal achtergrondkenmerken van respondenten speelt een rol in de mate van financiële zorgen. Vooral mensen met een lagere sociaal-economische positie, dus met een laag of middelbaar opleidingsniveau en een laag inkomen maken zich relatief veel zorgen. Het betreft daarmee ook vaak eenoudergezinnen, werklozen, arbeidsongeschikten en mensen met een sociale huurwoning. Ook leeftijd speelt een rol: jongeren onder de 35 jaar en 65-plussers maken zich minder druk om hun financiële situatie dan mensen tussen de 35 en 64 jaar. Ook mensen die aangeven hun eigen pad te kunnen uitstippelen maken zich minder zorgen dan zij die het gevoel hebben dat niet te kunnen.
Noten 1 Prof. dr. R. Veenhoven, World database of Happyness: http://worlddatabaseofhappiness. eur.nl. 2
Sociale Staat van Nederland (2007), SCP.
3 Eurobarometer 69 (2008), Europeese Commissie. http://ec.europa.eu/public_opinion/ archives/eb/eb69/eb69_part1_en.pdf. 4
Regressieanalyse.
Metropoolregio Amsterdam 2008 Arm en rijk in beeld
106
Feiten en cijfers over de Metropoolregio Amsterdam