Inhoud #2
16
26
10 Er gaat niets boven... Minder vergunninggedoe, veel minder toezicht en toch een bedrijf goed in de smiezen houden. Het is een pittige klus, maar het kan wel. Dat bewijst het ’Gronings model’. De bedenkers van dit vergunning- en toezichtsysteem gaan nu het land in.
16 Nieuweboer ruimt op Roeland Nieuweboer, directeur van de Inlichtingen- en Opsporingsdienst van VROM, trof anderhalf jaar geleden een ’wat ingezakte club’ aan. Hij haalde de bezem door de organisatie. „We reageerden te veel op de winkelbel. Nu wegen we de signalen eerst grondig.”
20 Boete of beschikking De bestuurlijke boete en de strafbeschikking zijn bedacht om kleine overtredingen af te handelen zonder tussenkomst van de straf- of bestuursrechter. De procedure verloopt sneller, efficiënter en daarmee ook effectiever. Maar er bestaan veel misverstanden over deze nieuwe hulpmiddelen.
26 In de haven delen ze informatie DCMR Rijnmond en de politie vinden het normale toezicht niet geschikt om milieucriminaliteit op te sporen. Daarom zoeken ze nu samen. Dat lukt vooral heel goed omdat de handhavers in en rond de Rotterdamse haven hun informatie durven te delen.
En verder Journaal Recensies Toezichtyoga Vrijspraak ATF Meningen: wat niet meer doen?
4 14 19 24
Rechtzaak ATM Grenzen dicht voor milieutoezicht Specialist Eerste benchmark provincie
29 32 37 39
Jurisprudentie Gereedschapskist: Woningwet Len
42 43 44
Colofon Hoofdredacteur Monique Smeets Redactie-adres Postbus 270, 2700 AG Zoetermeer tel. 079 - 360 12 34, fax 079 - 360 12 30 e-mail:
[email protected] Commissie van advies Voorzitter: Joop Blenkers, Jolanda Roelofs (VROM-Inspectie), Hans van den Biggelaar (provincie Groningen), Bert Kaspers (BLOM/ ALOM), Berry Campagne (provincie Utrecht), Arie de Wit (Politie Instituut Verkeer en Milieu), Freerk Jan Medendorp (politie IJsseland), Ron van Haperen
(Waterschap Brabantse Delta), Jaap Rus (IVW), Frans Danse (KLPD), Marcel Sman (Seph Flevoland), Martin Hagen (Ministerie LNV) en Frank Kaandorp (VROMIOD) Advertenties Tariefkaart op aanvraag. tel. 079 - 360 12 32, fax 079 - 360 12 30 of via www.bladenmakers.nl. Abonnementen Ambtenaren en bestuurders die van overheidswege betrokken zijn bij de uitvoering en handhaving ontvangen HandHaving op aanvraag kosteloos. Aanvragen van abonnementen, adreswijzigingen en opzeggingen uitsluitend via: www.vrom.nl/handhaving
Productie Format Bladenmakers, Zoetermeer Vormgeving Zuiderlicht, Maastricht Druk Deltahage, Voorburg De in dit blad weergegeven meningen weerspiegelen niet noodzakelijkerwijs de opvattingen van de bewindslieden van VROM. ISSN 1381-8767 Coverfoto: TFS-controle bij de Duitse grens. Fotograaf: Ben Balster
HandHaving 2007 #2
Uitgever Ministerie van VROM
Journaal
Ruim duizend agrariërs hebben zich bij LTO-Noord gemeld om overtollige autobanden te laten recyclen: in totaal zijn bijna 400.000 autobanden overbodig geworden. De brancheorganisatie zamelt de banden in om het landschap mooier te maken. Autobanden zijn niet meer nodig om het veevoer af te dekken, daarvoor gebruikt men tegenwoordig folie of andere materialen. De banden bleven echter op de erven liggen. LTO regelt de inzameling en zorgt dat het autorubber wordt hergebruikt. Foto: Truus van Gog/HH
HandHaving 2007 #2
De gemeente Putten moet strenger optreden tegen bierketen. Dat heeft de rechter bepaald in een rechtszaak die was aangespannen door Bureau Eerlijke Mededinging (BEM). De rechter is van mening dat de keten oneerlijke concurrentie vormen voor horecabedrijven. Putten vindt dat onzin en gaat in hoger beroep. Volgens de rechter is er in de bierketen sprake van horeca-activiteiten omdat de jongeren de gezamenlijk ingekochte drank onderling afrekenen. Vanuit die visie moet de gemeente de bierketen net zo controleren als de plaatselijke horeca. Putten is het daar niet mee eens, maar gaat om een andere reden in hoger beroep. Woordvoerder Hans Vooren: „De BEM vertegenwoordigt Koninklijk Horeca Nederland en dat is volgens ons geen belanghebbende in deze zaak. Daarom kan de BEM geen aanspraak maken op rechtsmiddelen. Alleen concurrenten kunnen belanghebbend zijn. De horecabedrijven en de jeugdketen zijn echter geen concurrenten van elkaar.” Vooren zegt dat de keten goed in de gaten gehouden worden: „Ze zijn geregistreerd en gecontroleerd op brand- en bouwveiligheid. En er mogen geen nieuwe keten meer bij komen.” Putten is dan ook niet bereid om strenger op te treden, laat staan ze allemaal op te ruimen. „Het hoort bij onze gemeente en we houden alles goed in de gaten.”
Westland handhaaft Na het succes in Putten heeft BEM eenzelfde rechtszaak aangekondigd tegen de gemeente Westland. BEM-directeur Arjan Hoogervorst: „Veel hokken, zoals de keten in het Westland heten, zijn absoluut illegale cafés.” Onder dreiging van de rechtszaak heeft het Westland volgens BEM nu toch ingegrepen. Ruud Kerstiens, woordvoerder van de gemeente Westland, wil die suggestie niet bevestigen. Hij beaamt wel dat er recent is opgetreden tegen enkele bierketen met een bedrijfsmatig karakter. „Dat soort hokken zijn illegaal. Dat mag niet. En als iets niet mag, treden we op.” Westland controleert de veiligheid van de jeugdhonken niet. „Die verantwoordelijkheid ligt bij de eigenaar van het pand”, stelt Kerstiens. Wanneer het hoger beroep van Putten dient, is nog niet bekend.
Wegwijzer voor veilige unitbouw De Inspectie Openbare Orde en Veilig heid, de VROM-Inspectie en de Arbeids inspectie hebben samen een wegwijzer gemaakt voor een betere controle op de brandveiligheid van unitbouw. Het hulpmiddel is ontwikkeld naar aanleiding van de brand in het cellencomplex Schiphol-Oost in oktober 2005 en de later verschenen rapporten van de Onderzoeksraad voor Veiligheid en van de drie genoemde rijksinspecties. De Wegwijzer is niet alleen bestemd voor ontwerpers, bouwers, installateurs, eigenaren en gebruikers, maar ook voor gemeenten om beter te kunnen controleren bij de bouw en het gebruik van deze units. De inhoud van de wegwijzer is tot stand gekomen in nauwe samenwerking met maar liefst 25 brancheorganisaties die iets van doen hebben met unitbouw of met brand veiligheid. Er zijn twee versies van de wegwijzer beschikbaar: een voor nieuwbouw en een voor bestaande bouwwerken. De wegwijzers zijn te downloaden via www.vrom.nl (zoekterm wegwijzer brandveiligheid).
Onderzoek LOM naar uitvoering kernbepalingen Het Landelijk Overleg Milieuhand having (LOM) doet onderzoek naar de handhaving van milieuovertredingen. Het onderzoek moet aantonen hoe gemeenten, provincies en waterschappen omgaan met overtredingen van kern bepalingen. Het onderzoek wordt gehouden in Friesland, Noord-Holland, Zuid-Holland en Limburg. In 2004 is een landelijke strategie ontwikkeld om (milieu)overtredingen efficiënter en eenduidig aan te pakken. Dat heeft geresulteerd in de Landelijke Sanctiestrategie Milieuhandhaving. Hierin staat hoe moet worden gereageerd bij het overtreden van de kernbepalingen. Die kernbepalingen zijn de basis van de milieubescherming en daarom is afgesproken daar in ieder geval op te letten en zonodig op te treden. In de praktijk blijkt dat die strategie niet overal wordt toegepast. Er doen ook verhalen de ronde van gemeenten en provincies die een heel andere sanctiestrategie uitvoeren. LOM wil nu graag weten hoe de praktijk zich verhoudt tot de wettelijke afspraken. Deelnemende organisaties zijn onder meer gemeenten in de regio Amstel en Meerlanden (Uithoorn, Aalsmeer, Amstelveen, Diemen en Ouder-Amstel) en de provincie Noord-Holland; DCMR (regio Rotterdam); Friesland (provincie Friesland en de gemeenten Lemster
land, Menaldumadeel en Kollumer land en Wetterskip Fryslân) en regio Noord-Limburg. Aan de deelnemers is gevraagd vast te leggen welke overtredingen van kernbepalingen zij signaleren en deze overtredingen te melden aan de politie en het Functioneel Parket. Belangrijk element van het onderzoek is het overleg tussen bestuur en Functioneel Parket over de overtredingen waarbij niet duidelijk is of er moet worden gehandhaafd. Deelnemers leggen vast waarom zij afwijken van de sanctiestrategie. De praktische uitvoering doet het Interprovinciaal Overleg (IPO) samen met het Functioneel Parket. Het onderzoek is vorige maand gestart. Eind dit jaar zijn de resultaten bekend.
Forse boete voor puinverwerker De rechtbank in Zwolle heeft een puinverwerker uit Balkbrug veroordeeld tot een onvoorwaardelijk boete van € 75.000,- wegens geluidsoverlast, valsheid in geschrifte en overtredingen van de Wet op de bodembescherming. Het recyclingbedrijf had uit gemakzucht of financieel gewin nauwelijks op de milieuregels en voorwaarden in de eigen milieuvergunningen gelet. Men rommelde maar wat aan, aldus de rechtbank. Naast de opgelegde boete moest de afvalverwerker nog € 5000,- betalen omdat er nog een proeftijd liep van eerdere overtredingen. Er werd € 50.000,- voorwaardelijk gevonnist voor als het bedrijf weer in de fout gaat.
Opgemerkt Hoogleraar handhavingsrecht Lex Michiels in zijn oratie aan de Universiteit van Tilburg: ’Om de kwaliteit van de handhaving te verbeteren, moeten toezichthouders beter beloond worden. Vooral ook omdat wet- en regelgeving snel verandert en er niet eenvoudiger op wordt. Om het toezicht toch betaalbaar te houden, moet het mogelijk worden om de kosten door te berekenen. Wie abnormaal veel toezicht nodig heeft, moet daarvoor betalen.’ Ed Nijpels in Binnenlands Bestuur over het geheugen van de Tweede Kamer: ’Als het verkeerd gaat in een gemeente wordt een minister ter verantwoording geroepen. Na Enschede en Volendam werd iedereen achter de broek gezeten. En nu, nog geen vijf jaar later wordt de gebruiksvergunning weer afgeschaft.’ Eurocommissaris Günter Verheugen in Forum over de Brusselse cultuur: ’Als je op een fiets zit en stopt met trappen, dan val je om. Zo zagen mensen hier ook het wetgevingsproces: als je ophoudt nieuwe wetten te schrijven, dan valt de EU om.’ Loek Hermans, voorzitter van MKBNederland vindt in Binnenlandse Bestuur niet dat decentralisering veel oplost: ’Je moet oppassen middeleeuwse toestanden te creëren met in elke gemeente eigen regels. Dat is een ramp voor bedrijven.’
HandHaving 2007 #2
Putten weigert strenger op te treden tegen bierketen
De IPPC-veiligheidsrichtlijn is onder andere bedoeld om milieuverontreiniging door intensieve veehouderij te voorkomen. In deze stal verblijven 21.000 vleeskuikens Foto: Maarten Hartman/HH
‘Hapsnap’ was hoe de opvang van in beslag genomen dieren in HandHaving tien jaar geleden werd betiteld. Koen Brouwer, toenmalig directeur van de Stichting Nationaal Onderzoek Dieren tuinen, partner van de Nederlandse Vereniging van Dierentuinen (NVD), was in 1997 ongerust over de opvang van in beslag genomen dieren in Europa, waaronder veel vogels en reptielen. Wanneer de douane of de AID dieren onderschepten werd er rondgebeld. De betreffende dieren werden dan opgevangen in de dierentuin of opvanginstelling die op dat moment plek had. De dierentuinen raakten echter overvol en de opvang van geconfisqueerde dieren ging ten koste van de quarantaineruimte voor dieren uit de eigen collectie. „Als we dit niet snel oplossen is er geen dieren tuin die binnenkort nog bereid is om dieren op te vangen”, aldus Brouwer destijds. Koen Brouwer blijkt inmiddels directeur van een dierentuin in het Spaanse Valencia te zijn. De NVD-dierentuinen hebben tien jaar later nauwelijks nog bemoeienis met het onderbrengen van in beslag genomen beesten. Die opvang is grotendeels overgenomen door opvangcentra en wordt gecoördineerd door de Dienst Regelingen van het Ministerie van Landbouw. LNV fungeert hier als bewaarder op verzoek van Justitie. Henk Vonk van Dienst Regelingen vertelt dat de opvang van deze dieren
sinds 1997 behoorlijk is geprofessionaliseerd. „In 1998 is een rapport over deze opvang gemaakt. Dat werd de basis voor een opvangdraaiboek waarin tips en een stappenplan voor de opsporingsdiensten staan. Douane, politie en AID weten hierdoor beter wat ze moeten doen en wie ze moeten bellen als dieren in beslag worden genomen. Inmiddels zijn er met vijftien dierentuinen en specifieke opvanginstellingen contracten afgesloten voor de opvang van beschermde dieren. Alle opvangadressen zijn gespecialiseerd in een bepaalde diergroep, zoals bijvoorbeeld uitheemse vogels, reptielen of giftige dieren.” De capaciteit van deze opvanginstellingen is volgens Vonk voldoende. „Zo’n vijftig à zestig inbeslagnemingen per jaar gaan over beschermde diersoorten, variërend van aanzienlijke partijen schildpadden tot zeldzame, dure Steller zeearenden. Het betreft zo’n 2000 dieren per jaar, zoals reptielen, apen, papegaaien of levend koraal.” Justitie bepaalt wat er verder met de dieren gebeurt. Als de beesten verbeurd worden verklaard, worden ze vaak definitief geschonken aan dierentuinen. „Het is vaak wel een probleem om hier voor een plek te vinden. We hebben echter ook contacten met dierentuinen elders in Europa om de dieren toch een mooi onderdak te kunnen geven.”
Rolverdeling van ‘diereninspecties‘ beter uitleggen Om verwarring met overheidsdiensten te voorkomen is de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming een website gestart. De particuliere inspectiedienst, door velen dierenpolitie genoemd, wil aan een groot publiek bekend maken wat ze precies doet. Volgens woordvoerder Jelko de Ruijter wordt de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming (LID) ook doortoezichthouders nogal eens verward met de dierenbescherming of met de AID. De website www.dierenpolitie.nl moet duidelijkheid scheppen over de rolverdeling. De LID is in 1986 officieel opgericht om het dierenwelzijn in de gaten te houden. De Ruijter: „Voor die tijd voerden politieagenten in opdracht van de Dierenbescherming inspecties uit. De politie werkte dus feitelijk voor een particuliere opdrachtgever. Daar heeft het Ministerie van Landbouw een stokje voor gestoken. Men wilde een onafhankelijke organisatie.” De particuliere inspectiedienst werkt nog steeds veel samen met de eveneens particuliere Dierenbescherming. Als er op het meldnummer dierenmis handeling een melding binnenkomt, wordt die vaak eerst door de Dieren bescherming in behandeling genomen. De Ruijter: „De inspecteurs praten met de eigenaar van de dieren en vaak is
de overlast dan al verholpen. Maar als dat niet genoeg blijkt te zijn, geeft de Dierenbescherming de melding door aan ons.” De Dierenbescherming (officieel: Nederlandse Vereniging ter Bescherming van Dieren) is namelijk niet bevoegd om op te treden. De LID heeft BOA’s in haar gelederen en die mogen proces-verbaal opmaken en dieren in beslag nemen. „Maar de Dierenbescherming kan ons niet verplichten om er iets aan te doen. Wij werken onafhankelijk.” Samen met AID De LID werkt ook samen met de AID. „De bevoegdheden van beide inspectie diensten lopen in elkaar over. Maar er zijn goede onderlinge afspraken gemaakt. Vorig jaar is een convenant opgesteld, waarin duidelijk is vastge legd wat we doen”, vertelt AID-woordvoerder Roel Vincken. Er is bijvoorbeeld vastgelegd dat de meldingen aan elkaar door kunnen worden gegeven. Vincken: „Meldingen over kleinere dieren, van konijnen tot honden, geven we door aan de LID. Als er bij de LID een melding binnenkomt over landbouwdieren zoals koeien of paarden, gaat de AID daar op af.” Samen op pad gaan komt ook voor: „We kregen laatst een melding van een enorm groot nest puppy’s. Toen zijn we samen gaan kijken.” De Ruijter: „En bij een crisis zoals de vogelpest nemen wij toezichttaken over van de AID die anders zouden blijven liggen.” Volgens Vincken bestaat er geen verwarring tussen de AID en LID. „In ieder geval niet bij ons.”
Overheden bakken niet veel van invoering IPPC De invoering van de Europese IPPC-richtlijn in bestaande vergunningen gaat veel te traag. Provincies, gemeenten, waterschappen en Rijkswaterstaat hebben sinds 2004 nog niet veel haast gemaakt met het aanpassen van de circa 2600 vergunningen. Volgens de VROM-Inspectie en de Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW) is slechts een kwart van de bedrijven nu ’IPPC-proof ’. De IPPC-veiligheidsrichtlijn (Integrated Pollution Prevention and Control) is bedoeld om milieuverontreiniging door grote industrie en intensieve veehou- derij te voorkomen. De richtlijn staat in inmiddels in de Wet milieubeheer (Wm) en de Wet verontreiniging oppervlakte wateren (Wvo). Uiterlijk 31 oktober 2007 moeten alle Wm- en Wvo-vergunningen van inrichtingen die onder de IPPCrichtlijn vallen, voldoen aan de eisen die de richtlijn stelt. Het gaat om ongeveer 2600 vergunningen, maar zeker is dat niet, omdat de landelijke database met alle IPPC-plichtige bedrijven niet echt betrouwbaar is. Volgens de beide Rijksinspecties houden provincies en gemeenten de database niet goed bij. Waarschijnlijk is rond de tien procent van de inrichtingen niet geregistreerd. Volgens de onderzochte organisaties is ongeveer een kwart van de bedrijven IPPC-proof. Bij nog eens een kwart van de inrichtingen loopt nog een actie. Verwacht wordt dat deze actie voor oktober zal leiden tot een vergunning conform de IPPC-eisen. Voor de rest van de vergunningen is de planning niet bekend. De gemeenten en provincies doen het beduidend beter dan de regionale diensten van Rijkswaterstaat.
Daar is van 75% van de verouderde vergunningen nog geen planning bekend. In 2004 onderzochten beide Inspecties voor het eerst hoe het stond met invoering van IPPC. Toen is een inventarisatie gemaakt van IPPC-plichtige inrichtingen en is een database opgezet. Het tweede onderzoek is van najaar 2006 en de Inspecties steken niet onder stoelen of banken dat het resultaat fors tegenvalt. De verwachting is dat het op geen stukken na lukt alles in oktober op orde te hebben. Om toch snel enige vooruitgang te boeken, bieden de Inspecties extra voorlichting aan. Ook zullen ze een naleving- en interventiestrategie ter beschikking stellen. Geen overbodige luxe, want iedere geïnterviewde heeft in het onderzoek aangegeven dat er nog geen voornemens zijn voor handhaving van de IPPC-bedrijven na oktober 2007. Nadere inlichtingen: Henri Emond, Inspectie Verkeer en Waterstaat, tel. 0320 - 29 95 29,
[email protected]; Jeroen Bos, VROM-Inspectie, tel. 070 - 339 27 29,
[email protected].
HandHaving 2007 #2
HandHaving 2007 #2
Hoe gaat het toch met... Opvang van geconfisqueerde dieren
Bouwkundige experts bekijken de schade aan de appartementen in Maastricht. Foto: Marcel van den Bergh
Kort
Naar aanleiding van het interview met Joop van der Pligt in de vorige HandHaving vroegen we u naar uw ervaringen met belonen. Van der Pligt beweert dat belonen op de lange termijn meer effect sorteert dat straffen. De lezers die reageerden, hebben dezelfde ervaring en complimenteren of belonen daarom zeer bewust. Dagmar Stassen, toezichthouder Bodem & Water bij de gemeente Heerlen complimenteert bewust ook subtiel. ’Ik geef een beloning altijd mondeling mee aan de direct betrokkenen. Ik doe dit wel erg selectief. Als ik het gevoel heb van ‘hé deze sanering is echt goed gegaan’, dan laat ik dat blijken. Dan zeg ik bijvoorbeeld; ’Hier kunnen we met z’n allen tevreden over zijn en het milieu ook.’
De rechtbank in Leeuwarden heeft een besluit van B&W van de gemeente Wymbritseradiel (Friesland) voor de aanleg van een randweg om Heeg ver nietigd. De randweg tast het leefgebied van de waterspitsmuis aan. Deze muis is een beschermde diersoort in de Flora- en faunawet. De rechtbank vindt dat de gemeente onvoldoende heeft aangetoond dat de randweg een groot openbaar belang dient en alternatieven voor deze route zijn onvoldoende onderzocht.
R. Duijnker, medewerker afdeling Veiligheid, Vergunningen en Hand having in Den Helder laat weten een ondernemer soms tijdens een controle bewust te complimenteren.
’Als een voorziening goed is aangebracht, prijs ik de ondernemer en bedank hem of haar voor het meedenken of de inspanning. Dat wordt zeer goed ontvangen en ik merk tevens dat het ook spanning wegneemt bij de ondernemers. Hij of zij komt dan meer los.’ Ook bij grotere overtredingen, blijft Duijnker belonen. ’Laatst was een aannemer stevig in overtreding. Er lag met asbest verontreinigde grond en puin illegaal opgeslagen in zijn bedrijf. Tijdens het politieverhoor kondigde ik bestuursdwang aan. De man schrok zichtbaar en later vroeg zijn advocaat om even te wachten met bestuursdwang. Twee weken later was de 1000 ton grond conform de regels afgevoerd. Dan schrijf ik in de eerstvolgende brief: ’Wij willen in ieder geval onze waardering uitspreken voor de snelle en adequate wijze waarop u gehandeld heeft.’ Ondanks deze overtreding is het mogelijk om te belonen, tenminste als het besef er maar is dat er een fout is gemaakt en dat het anders moet.’
HandHaving 2007 #2
PMGG stort zich op Activiteitenbesluit
Het Ministerie van VROM heeft het Platform milieuhandhaving grote gemeenten (PMGG) uitgekozen om de invoering van het Activiteitenbesluit te regelen. PMGG gaat dit doen via ’coaching on the job’. Men zoekt 70 coaches die een speciale training krijgen van drie dragen. Iedere coach krijgt dit najaar twintig handhavers toegewezen om te begeleiden tijdens een bedrijfscontrole. Parallel hieraan krijgen de handhavers een inhoudelijke training. InfoMil zal hiervoor twintig trainers opleiden. PMGG is ingenomen met de keuze van VROM. „Het ministerie legt daarmee de verantwoordelijkheid voor de invoering van het Activiteitenbesluit waar die hoort: bij de gemeenten zelf”, aldus woordvoerder Herman Jansen. Het Activiteitenbesluit wordt 1 januari 2008 van kracht. Meer informatie is te vinden op www.barim.nl.
Hans Tegelaar, handhaver van de Milieudienst IJmond, vindt complimenteren niet genoeg. Hij verdiept zich ook grondig in bedrijven of branches: ’Ik wil ook iets te vertellen hebben over besparingsopties of nieuwe ontwikkelingen op hun vakgebied. Omdat wij vaak projectmatig werken, ontwikkel je een soort benchmarkachtige kennis door bedrijven te vergelijken. Ik zie het als een sport om te weten waarover ik praat. Daarbij doe ik veel moeite om mijn klanten te kennen. Ook al leeft een bedrijf niet alle voorschriften na, ik laat het niet achterwege om de dingen die goed zijn, te complimenteren.’ De Milieudienst IJmond beloont goed gedrag met minder toezicht, maar daar loopt Tegelaar bewust niet mee te koop. Dat geeft hij bij bedrijfscontroles globaal aan omdat hij vindt dat ondernemers de regels niet moeten gaan naleven om minder controle te krijgen. ’Dat moet binnen een sector uit een collectieve gedachte gebeuren. Bij de afronding van een controle vertel ik de ondernemer wel dat hij een 'nogal ambtelijke' brief krijgt, die de sfeer van de controle niet weergeeft. Het eventuele compliment staat daar dus niet in. Maar mondeling doe ik het natuurlijk wel, van mens tot mens.’ Bedankt voor uw bijdragen. Zoals beloofd, verloten we het boekje ’Humor om te huilen’ over schrijnende handhaving. Deze beloning gaat naar R. Duijnker uit Den Helder.
Philips en andere fabrikanten stoppen met uitvoering van een convenant om huishoudelijke apparaten zuiniger te maken. De bedrijven vinden dat de EU nu eerst eens de merken moet controleren en beboeten die geen energiezuinige producten maken. Vakantiepark De Wijde Aa in Roelof arendsveen is in de afgelopen twintig jaar op wonderbaarlijke wijze bijna anderhalf keer zo groot geworden. In 1985 werd de omvang vastgesteld op 4,3 hectare. Het terrein blijkt nu opeens 6,1 hectare te zijn, terwijl er nooit uitbreidingsplannen zijn geweest. De miraculeuze uitbreiding kwam aan het licht bij metingen voor een nieuw bestemmingsplan. Het Functioneel Parket heeft een camping, een kampeerboerderij, een jachthaven en een zeilvereniging een transactie van € 2500,– aangeboden voor het overtreden van de Waterleidingwet.
Boete voor hoofdconstructeur balkons Patio Sevilla Aannemer Smeets en balkonconstructeur Kaskon zijn vrijgesproken voor hun aandeel in de balkonramp in Maastricht. Hoofdconstructeur Verbossen ging niet vrijuit. Dit bedrijf kreeg een boete van € 22.500,- omdat de constructies onvoldoende zijn gecontroleerd. De rechtbank van Maastricht vindt niet dat er één partij als hoofdschuldige van het drama in april 2003 kan worden aangewezen. Niemand gaat helemaal vrijuit, aldus de rechtbank. De aannemer en de constructeur van de balkons waren echter niet zo onzorgvuldig dat ze straf verdienen. De aannemer had bijvoorbeeld gemeld dat er scheuren zaten in de nokken van de balkons. Constructiebureau Verbossen was hoofd constructeur van het complex en de rechters vinden dat dit bedrijf daarom eindverantwoordelijk was. Als de
aannemer aangeeft dat iets mogelijk niet in orde is, dan zal de hoofdconstructeur dat moeten uitzoeken. Zelfs een globale controle of berekening is in het geval van de scheurende nokken niet uitgevoerd. ’Verbossen had zich toen moeten realiseren dat de nokken een dragende functie hadden en actie moeten ondernemen’, aldus het vonnis. De rechtbank verwijt het bedrijf onachtzaam handelen en vonniste een boete van € 22.500,-. Officier van justitie Frank van Diem had € 70.000,geëist.
EU: ’milieucriminelen zwaarder straffen’ De Europese Commissie wil strengere straffen voor milieumisdrijven. De straffen en maatregelen in de lidstaten voldoen niet, vindt het dagelijks bestuur van de EU. De Commissie wil minimumstraffen voor misdrijven als het dumpen van giftig afval, onveilig transport van gevaarlijke goederen tot het beschadigen van beschermde planten en dieren. De zwaarste straf van tien jaar moet er komen voor milieumisdaden waardoor mensen omkomen. Bedrijven die verantwoordelijk zijn voor milieu-misdaden kunnen hoge boetes krijgen, tot 1,5 miljoen euro. De EU stelde in 2001 al vergelijkbare maatregelen voor, maar toen vonden de lidstaten het milieustrafrecht nog volledig een zaak voor de landen zelf en niet voor Brussel. Sinds de Probo Koala wordt daar in Brussel anders over gedacht. De Europese Commissie heeft aangekondigd met nieuwe wetsvoorstellen te komen over de aanpak van milieucriminaliteit.
HandHaving 2007 #2
’Belonen neemt spanning weg’
Aanleg van de gastransportleiding van het Friese Grijpskerk naar de Wieringermeer. Vergunningen uit dit project werden getest in het Gronings model.
HandHaving 2007 #2
Minder vergunninggedoe, veel minder toezicht en toch een bedrijf goed in de smiezen houden. Het is een pittige klus, maar het kan wel. Dat bewijst het ’Gronings model’. Bedrijf en overheid moeten dan wel de moed hebben de spaghetti aan wetten en toezicht te ontwarren en grondig bij elkaar in de pannen te roeren.
10
„De opdracht was: blijf van de bevoegd heden af. Dat bleek een voordeel, want dan kun je ook niet verzanden in domeindiscussies”, verduidelijkt Arend Kroes van de VROM-Inspectie als hij de rij autonome toezichthouders opsomt die een concern als de Gasunie op zijn weg vindt. Het ’Gronings model’ zoals het nieuwe vergunningen- en toezichtsysteem voor concerns is gedoopt, is de bestuurlijke belangen voorbij. Er is geconstateerd dat een landelijk opererend bedrijf als de Gasunie terecht horendol is van het cordon toezichthouders en de verschillen in interpretatie van wetgeving en dat daar een einde aan moet komen. Daarover had de Gasunie overigens zelf in 2004 aan de bel getrokken. Stef Procee, medewerker juridische zaken van de Gasunie: „Het begon ons echt te irriteren met de Milieujaarverslagen. We waren verplicht voor onze tien grotere locaties een compleet Jaarverslag in te leveren, terwijl het gros van de gegevens hetzelfde is.” De Gasunie gooide een balletje op bij collega-con-
cerns en stuitte op een nationale ergernis. Bedrijfsjurist Gerrit Renkema van de Gasunie: „Philips had hetzelfde. Ze moest de energie besparing per vestiging apart rappor teren. Na veel gedoe mocht dat één rapportage voor meer vestigingen worden.” Concernvergunning De ergernis over de rapportageverplichting viel in het niet bij de wirwar aan vergunningen en controles. Renkema: „Nu zijn we natuurlijk ook geen klein clubje. We hebben 12.000 km gasleiding en ruim 1400 installaties. Nationaal gezien moeten we regelmatig tussen de 21.000 en 22.000 vergunningen aanpassen of verlengen.” Op verzoek van de Gasunie werden de problemen rond vergunningverlening bij hen en bij elf andere landelijke bedrijven op een rij gezet. Daaruit bleek dat een concernvergunning ideaal zou zijn. Procee: „Wij hebben te maken met ongeveer 600 verschillende vergunningverlenende instanties en toe-
zichthouders. De onderlinge verschillen in kwaliteit en de interpretatie zijn groot.” Een overkoepelende, landelijke vergunning voor het hele bedrijf zou die verschillen opheffen. De concernvergunning was voor toenmalig VROM-staatssecretaris Pieter van Geel echter een brug te ver. „Van Geel was bezig met de omgevingsvergunning. Hij wilde dat eerst regelen en niet daarnaast nog van alles overhoop trekken.” VROM en Economische Zaken vonden de ervaringen van de twaalf concerns wel zo verontrustend dat een ’second best’-oplossing is gekozen. De regelgeving en bevoegdheden blijven zoals ze zijn, maar degenen die de wetten controleren moeten het werk beter organiseren. Kroes: „Geen concernvergunning, wel een concernbenadering.” Bescheiden start De Gasunie heeft als ’vergunningvreter’ het meeste last had van de overheidslagen en daarom is die nood het eerste aangepakt. Besloten werd bescheiden te beginnen om overzicht te kunnen houden over het kap- en snoeiwerk. Hendrik Cazemier van de provincie Groningen: „De schaal moest beheersbaar zijn. In Groningen waren alle installaties en inrichtingen van de
Gasunie aanwezig. Op twee na: een stikstof- en een LNG-installatie. Dus één provincie was groot genoeg om alles in de praktijk te kunnen testen.” Ook de projectgroep – met alleen mensen van de Gasunie, provincie Groningen, Vereniging Groninger Gemeenten en VROM-Inspectie – was bescheiden van omvang. De beperking tot alleen Groningen had ook als voordeel dat de gebruikelijke nationale beleidsdiscussies van belangenorganisaties konden worden vermeden. In plaats van de VNG kon bijvoorbeeld een beroep worden gedaan op de Vereniging van Groninger Gemeenten (VGG). Jannes Schoemaker van de VGG: „Landelijke belangenorganisaties zijn vaak ook heel druk met grote verbanden en belangen. Die ruis willen wij vermijden, want het gaat om operationele problemen: veel procedures, veel tijd, veel verschillen in toezicht. Je moet het dan alleen praktisch aanpakken.” Blije gemeenten Bedrijf en overheden zijn samen alle procedures en vergunningen gaan ontwarren en alles is opnieuw gerubriceerd. Zo in elkaars pannen roeren komt zelden voor. Schoemaker: „Je proeft elkaars nieren, ziet zwakheden bij de ander, maar je ontdekt ook mogelijkheden. Al snel ben je niet meer de ondernemer of de toezichthouder. Allemaal wilden die rijstebrijberg weg hebben.” Om zeker te weten waar de schoen nu precies wringt bij de overheden, heeft de
projectgroep alle betrokken gemeenten en waterschappen bezocht. Cazemier: „Er is gepraat met collega’s en wethouders. We hebben ze gevraagd: hoe kunnen we dit nu goed organiseren zonder dat u de controle op het bedrijf verliest?” Het gros van de gemeenten wilde graag meedenken en meedoen. Kroes: „De meesten waren eerlijk gezegd blij met ons. Want een vergunning voor de Gasunie is vaak zo specifiek en komt tegelijkertijd sporadisch voor. Dan mag je als gemeente weer het wiel uitvinden. Niemand wordt daar blij van.” Procee van de Gasunie: „Neem Zuid horn. De afdeling vergunningverlening handhaving heeft daar pakweg 300 agrarische inrichtingen en daarnaast twee kleine installaties van de Gasunie. Dan kun je ook niet verwachten dat de gemeente alleen voor ons een deskundige aanneemt.” Besef van veiligheid De ervaring van de Gasunie is dat ver-
gunningprocedures zich vaak voortslepen, maar dat de installaties als ze er eenmaal staan nauwelijks of slecht worden gecontroleerd. Procee: „Toe zichthouders vinden de Gasunie vaak een ingewikkeld monster of ze zeggen: ach, die hebben het vast wel goed geregeld. Daar hoef ik niet achteraan.” Dat laatste lijkt prettig voor het bedrijf, maar is het niet. „Wij kunnen het nog zo goed voor elkaar hebben, tachtig procent van de ongelukken of incidenten met onze installaties of leidingen wordt extern veroorzaakt. Alleen daarom al moet er bij overheden dus absoluut een veiligheidsbesef zijn. Gemeenten moeten weten waar de leidingen liggen en dat actueel bij houden. En het is nog veiliger als alle gemeenten dat in gestandaardiseerde bestemmingsplannen doen.” Daarnaast wil de Gasunie graag voor vol worden aangezien. Renkema: „Als er serieus naar een vergunningaanvraag wordt gekeken, dan mag het van mij naderhand ook serieus worden >>
Het land in Omdat het Gronings model in de praktijk blijkt te werken, zullen die ervaringen worden benut bij een stap-voor-stapuitbreiding naar de rest van het land. VROM, EZ en de Gasunie maken het financieel mogelijk om het lokettensysteem met behoud van bevoegdheden op grotere schaal te testen. Dat gaat waarschijnlijk gebeuren rond de aanleg van een nieuw aardgastransportsysteem door de provincies Drenthe, Overijssel, Gelderland, Noord-Brabant, Limburg en Zeeland. De uitvoerders van het Gronings model hopen echter dat dit een tussenstap is. Procee: „Zowel het concern als de overheid zijn echt geholpen met één nationaal systeem.”
11
HandHaving 2007 #2
Concerns krijgen slimme hulp uit Groningen
HandHaving 2007 #2
gecontroleerd. Dat de wetgever tegen me zegt: dit is correct gedaan.”
12
Praktijktest In het ’Gronings model’ blijven de bevoegdheden dus waar ze zijn. De goedkeuring voor een vergunning wordt juridisch gezien door het gemeentebestuur verleend, een last onder dwangsom wordt verstuurd namens een gemeente. De praktische uitvoering is echter geconcentreerd op één plek: het Concernloket. De crux van het Gronings model zijn echter de gestandaardiseerde en vaak vereenvoudigde procedures en ver gunningen. Daarvoor was het eerst noodzakelijk precies te weten hoe die werden verstrekt of hoe procedures liepen. Robin Sinke van het begeleidende KWA Bedrijfsadviseurs: „Er zijn zes echte zaken van a tot z uit gevoerd met praktijkmensen van gemeenten, inspecties, provincie en waterschappen. Je hebt een aanvraag voor de aanleg van een gasontvangststation. Wat doe je dan? Wat daarna? Waarom vraag je die erbij? En wat gaat diegene dan uitzoeken? Maar ook: het station staat nu in het bestemmingsplan. Hoe houd je nu verder toezicht op de uitvoering conform plan?” De zes praktijkproeven met steeds wisselende collega’s vergden tien werkdagen en leverden een schat aan ideeën op over hoe het eenvoudiger, sneller en beter kan. En het leverde goodwill op. Kroes: „We zagen nu in de praktijk dat er heel veel kan worden gestandaardiseerd. Tegelijkertijd hebben we ervaren dat je experts uit de achter-
bannen nodig hebt voor aanvullende informatie.” Multianalyse Het Concernloket vult momenteel een database met standaarddocumenten van installaties, leidingen en bedrijfsnoodplannen. Daarnaast zijn er standaard milieuvoorwaarden, ruimtelijke eisen en inspectieprogramma’s. Bij een vergunningaanvraag of -verlenging voor een ingevoerde installatie kan nu snel een oordeel worden gegeven. Hiervoor is een zogenoemde ’multianalyse’ ontwikkeld. Dit is een analyse van de risico’s op het gebied van milieu, ruimte en externe veiligheid, plus een toetsting aan wetgeving en BBT (Best Beschikbare Technieken). Op deze manier wordt concernbreed bijgehouden wat er is gebeurd en wat er in de pijplijn zit. Schoemaker van het Concernloket: „Op basis daarvan maken we controleschema’s en handhavingprogramma’s. Die worden straks gecoördineerd uitgevoerd: dus niet meer allemaal achter elkaar en hetzelfde door meerdere organisaties laten controleren.” Nu de Gasunie nog Kon het bij de overheid allemaal veel beter, de Gasunie heeft inmiddels ook haar trekken thuis gekregen. Renkema: „De overheid één loket, dan het concern uiteraard ook één loket. Dat viel bij ons, eerlijk is eerlijk, ook niet mee. Het bedrijf was gewend vanuit verschillende afdelingen zaken te regelen. Dus ook wij moesten stevig knippen en plakken.” Gasunie heeft na een half jaar ’improviseren’ nu ook
Het Functioneel Parket wordt verweten onvoldoende leiding te geven. De meest bekende milieuzaak van dit Parket tot nu toe is het nog lopende onderzoek naar de Probo Koala. Het Interregionaal Milieuteam Amsterdam-Amstelland/Gooi- en Vechtstreek voert het onderzoek uit.
één loket en één database: het Gasunie Servicepunt. De slagroom op de taart is dat de mensen van het Concernloket ’leesrecht’ hebben in de database van de Gasunie en andersom. Sinke: „De Gasunie kan dus volgen hoever een procedure is of even checken of de gestandaardiseerde gegevens van een bepaalde installatie aangepast moeten worden omdat ze een nieuw model gaan introduceren.” De winst is volgens Procee nu al enorm: „We besparen 50% tijd en het aantal vergunningen gaat zienderogen omlaag.” Tijdbesparing is bij de overheden nog niet waargenomen, maar de kwaliteit van het toezicht en de vergunningverlening is wel zichtbaar beter. Renkema: „Ik heb meegemaakt dat een medewerker van de gemeente een gasontvangstinstallatie controleerde, althans dat dacht hij. Het was een stroomkast van Essent. Dat maken we nu niet meer mee, dus het aantal grappen over ambtenaren zal ook wel minder worden.” Nadere inlichtingen: Stef Procee, Gasunie, tel. 050 - 521 33 10,
[email protected]; Jannes Schoemaker, coördinator Concernloket, tel. 050 - 367 12 81,
[email protected]; Arend Kroes, projectleider VROM-Inspectie, tel. 050 - 599 27 00,
[email protected]. Tekst: Hans Oosterhof Foto: Ferdinand van der Duin, Peter Hilz/HH
Nog gebrek aan sturing bij milieupolitie De regionale en interregionale politiemilieuteams hebben weinig greep op milieucriminaliteit. Het Functioneel Parket stuurt die opsporing bovendien onvoldoende aan. Een vooronderzoek naar de uitvoering van de milieutaak door politie en Functioneel Parket wijst genadeloos op de belangrijkste blinde vlek. Sinds 2005 zijn de regionale en interregionale politiemilieuteams (RMT’s en IMT’s) en het Functioneel Parket verregaand gespecialiseerd in de opsporing en vervolging van milieudelicten. Deze impuls volgde op de constatering van toenmalig financier VROM dat ’de milieupolitie’ niet uit de verf kwam. Bij de herschikking van teams en gelden is afgesproken dat de prestaties nu goed in de gaten worden gehouden. In opdracht van het Ministerie van Justitie heeft adviesbureau DHV daarom het huidig functioneren van de politiemilieuteams en het Functioneel Parket onderzocht. Het goede nieuws is dat de uitvoeringsorganisatie op de rails staat en dat de meeste leden van de politiemilieuteams gedreven zijn. Het slechte nieuws is dat de opsporing en vervolging (nog) aan alle kanten rammelt, voornamelijk doordat het niet lukt de juiste zaken in het vizier te krijgen. Het ontbreekt de politie en het Functioneel Parket aan overzicht op (middel)zware milieucriminaliteit. Frictie Een van de oorzaken van die blinde vlek is de frictie tussen bestuurlijke en strafrechtelijke handhaving. De bestuurlijke handhavers geven
nauwelijks tips door aan de politie. Daarnaast wachten de politiemilieuteams te veel af in plaats van zelf op onderzoek uit te gaan. Dit heeft volgens het onderzoek weer te maken met de gebrekkige ondersteuning van de korpsleiding. In de dagelijkse praktijk kiest de leiding voor oplossing van moord en doodslag en niet voor milieuzaken. Ook oogst het werken in de milieuteams weinig waardering. De beloning in de RMT’s en IMT’s is structureel lager dan ander politiewerk. Deze bevindingen zijn een herhaling van al langer bestaande kritiek. De keuzes van de korpsleiding voor bijvoorbeeld moordzaken in plaats van milieu en de geringe kennis bij het Openbaar Ministerie werden voor de reorganisatie ook als redenen genoemd voor het mislukken van de toenmalige milieupolitie. Taakscheiding Fundamenteler is de kritiek op het gebrek aan sturing door het Functioneel Parket, de instantie die ‘leidend’ moet zijn. Op papier ziet het schema er zo uit: de politie en bijzondere opsporingsdiensten ‘voeden’ de vier handhavingseen heden van het Functioneel Parket, de informatie wordt door diverse instanties en op diverse niveaus
geselecteerd en gewogen en ver volgens zet het Functioneel Parket de zaak uit bij een van de politie milieuteams, bij een bijzondere opsporingsdienst of bij de basis politiezorg. In de praktijk hapert dit proces. Om te beginnen is het de onderzoekers al niet duidelijk hoeveel van de 106 fte van het Functioneel Parket primair voor milieudelicten wordt ingezet. Ook constateren zij gebrekkige kennis van het milieurecht. Verder worden procesafspraken en hand havingsarrangementen met bestuurlijke en strafrechtelijke partners niet uitgevoerd. Eén goede stap is nu wel gezet: op medewerkerniveau is de taak fraude van de taak milieu gescheiden om te voorkomen dat milieu het verliest van fraude. Kamervragen In eerder onderzoek – door DHV in 2002 – werden harde noten gekraakt over de aanpak van de milieucriminaliteit door het Openbaar Ministe rie. Dat onderzoek leidde tot Kamer vragen en uiteindelijk tot de oprichting van RMT’s en IMT’s. Het kabinet moet nog reageren op het nieuwe onderzoek, dat overigens een tussenstand is. De grote evaluatie naar de effectiviteit van de politiemilieuteams en het Functioneel Parket gebeurt dit najaar. Tekst: Nicoline Elsink Foto: Raigo Pajula/ANP
13
HandHaving 2007 #2
De uitvoerders van het Gronings model. V.l.n.r: Jannes Schoemaker, Robin Sinke, Stef Procee, Arend Kroes en Gerrit Renkema.
Gerard Bakker, Bob Hoogenboom en Marcel Pheijffer zien nog heel veel dat toezichtorganisaties (dezelfde) informatie vergaren, daar heel goed op passen, en vooral niets delen met anderen. Illustratie: Denis Scott/Corbis
Plagerige ‘Toezichtyoga’
Bob Hoogenboom (hoogleraar Forensic Business Expertise Nyenrode Business Universiteit), Marcel Pheijffer (hoog leraar Forensische Accountancy, Nyenrode Business Universiteit en Universiteit Leiden) en Gerard Bakker (lid managementteam Douane Rotter dam) zijn de bedenkers van de zeven plagen van toezicht en handhaving (zie ook HandHaving 6/2005). De
HandHaving 2007 #2
Inspirerende compilatie
14
Recensie van Chiel Bovenkerk, hoofd afdeling Afval, VROM-Inspectie: „Intrigerende titel, leuke plaatjes, misschien wel een nieuwe visie op toezicht. Dat waren mijn eerste gedachten toen ik dit boekje van toch nog zo’n 200 bladzijden doorbladerde. ’Toezichtyoga’ is een soort plakboek vol cartoons, krantenberichten, stukken ‘overheidstekst’ en uitspraken over toezicht, en toezichthouders. Er is genoeg vergaard om je te laten nadenken. Malcolm Sparrow vraagt: ’Als een handhavingsorganisatie niet kan laten zien welke risico’s zij beheerst of welk probleem zij oplost, waarom bestaat zij dan?’ De samenstellers geven zeventien redenen waarom ze dit boek hebben
zeven plagen, variërend van beleidsvervetting tot lege woorden, publiceerden zij ook in NRC Handelsblad. De publicaties resulteerden in spreekbeurten, debatten en heftig mailverkeer met lezers van de NRC. Een verslag van een debat met ’toezichtbobo’s’ is het slotakkoord ’Toezicht yoga’. De auteurs beseffen dat ze zich soms eendimensionaal over de gebreken van handhavers uitlaten. Daarom presenteren ze ook negen principes hoe het anders kan. Toezichtyoga ‘Food for thought’ voor toezichthouders en handhavers, deel 10 NIVRA-Nyenrode Press, ISBN-10: 90-76845-115, € 18,– excl. BTW. Bestellen via
[email protected]
gemaakt, waaronder ‘we vervelen ons bij het lezen van beleidsrapporten met sociaal wenselijke teksten’ en ‘we willen tegenspraak organiseren’. De bedoeling is overduidelijk om buiten de eigen kaders naar jezelf te kijken en meer na te denken over nut, noodzaak en effectiviteit van je vak. Bij mij zijn ze daarin geslaagd. Ik vind ’Toezichtyoga’ een inspirerende compilatie over dit onderwerp. Maar na veertig pagina’s kreeg ik wel een gevoel van ‘ja, nu weet ik het wel, hoe moet het beter?’ Maar dat staat helaas niet in het boek. Zou ik het boek toch kopen voor achttien euro? Ja, dat is het waard. Ik heb er anderhalf uur plezier aan beleefd en ben toch op wat ideeën gekomen om toezicht nog beter aan te pakken. En dat is uiteindelijk toch de bedoeling.”
Visuele spaghetti zonder diepgang Recensie Dr. Judith van Erp, criminoloog organisatiecriminaliteit, Faculteit Rechtsgeleerdheid, Erasmus Universi teit Rotterdam: „Dit boek is geschreven omdat ‘wetenschap moet inspireren, stimuleren en irriteren’, aldus een van de eerste zinnen. In alle drie de doelen is het boekje geslaagd. Om te beginnen maar het irriteren. ’Toezichtyoga’ is een verzameling citaten, filmposters, cartoons, anekdotes, rechtbankvonnissen… leuk om eens door te bladeren, maar de titel ‘food for thought’ suggereert meer diepgang. Voor de beginnende handhaver is het wellicht aardig om een indruk te krijgen van het type discussie dat je in het vak vaak tegenkomt, maar ik vraag me af of het boekje veel nieuws bevat voor degenen die al een tijdje meedraaien. Persoonlijk raak ik meer geïnspireerd door een heldere analyse, dan door de fragmenten in dit boekje. Maar wie zich door deze ‘visuele spaghetti’ heen slaat, stuit aan het eind van het boek op een interessant debat. Hier treffen we een pleidooi voor hand having die zich richt op gedragsbeïnvloeding. Sancties kunnen een nuttige rol spelen, niet omdat ze afschrikken, maar omdat hiervan een normatief signaal uitgaat. Uniken Venema van het College van Procureurs-Generaal stelt in dit verband de onzichtbaarheid van bestuurlijke handhaving aan de kaak. Bestuurlijke boetes krijgen geen publicitaire aandacht. Zouden er ook cameraploegen in stelling zijn gebracht als Ahold bestuurlijk was
aangepakt, vraagt hij retorisch. De voorzitter van de NMa echter vraagt zich af of de scheidsrechter die het minste fluit, niet de beste is: te rigide optreden bederft het spel. Waar ligt het evenwicht tussen ‘hard’ en ‘zacht’ optreden, is de vraag die hier eigenlijk aan de orde wordt gesteld. Stimulerend is het omdat het thema’s aan de orde stelt voor onderzoek, zoals een criminaliteitsbeeldanalyse voor overtredingen van ondernemingen. Ook maakt het duidelijk dat reeds beschikbare kennis over gedragsbeïnvloeding door handhaving beter voor de praktijk ontsloten moet worden. Inspirerend zijn de negen ‘richting gevende principes’ voor het toezicht. Het toezicht wordt er zeker beter van als toezichthouders: ernaar streven zichzelf overbodig te maken; communiceren met hun doelgroepen; en opereren vanuit een goede informatiepositie. Hoe dat moet? Vanuit hun wetenschappelijke kennis en praktijkervaring kunnen de auteurs ons hierover ongetwijfeld veel vertellen. Hopelijk doen ze dat in een volgend boek.”
Ook nog tips voor onze leiders Recensie van Henk Blaauwgeers, VROMInlichtingen- en Opsporingsdienst: „De ‘plaaggeesten’ van handhavend Nederland hebben weer toegeslagen. Na de zeven toezicht- en handhavingsplagen komen Hoogenboom, Bakker en Pheijffer nu met richtinggevende principes voor toezicht. ’Toezichtyoga’ is echter vooral een hulpmiddel voor reflectie. De vormgeving en indeling nodigen uit om het na eerste lezing nog eens terug te pakken en al bladerend weer stil te staan bij een van de anekdotes, verwijzingen naar andere boeken of leuke illustraties. Deze afwisseling van tekst, foto’s en citaten werkt goed en moet vooral management en beleidsmakers binnen het toezicht aanzetten tot nadenken. De negen richtinggevende principes voor toezicht zijn goed te vertalen naar alle geledingen binnen de handhaving. Wat opvalt, is dat de auteurs positiever zijn over de ontwikkelingen in het toe-
zicht dan voorheen. Ze signaleren dat de toezichthouders – ze noemen vooral rijkstoezichthouders – al een aantal ontwikkelingen hebben ingezet: handhavingscommunicatie met doelgroepen, eenduidig toezicht. Het meest kritisch zijn ze op het gemodder rond informatieposities en op leiderschap. Leiders moeten de werkvloer (‘A working class hero is something to be’) veel meer betrekken bij hun keuzes en praktijkervaringen ook echt benutten. Daarnaast moeten de leiders van handhavingsorganisaties zich niet laten beïnvloeden door politieke tegenwind of incidenten, maar een eigen, onafhankelijke koers varen, zonder daarbij arrogant en zelfgenoegzaam te worden. Voorbeelden van het laatste zijn in het boek genoeg terug te vinden. Kortom, een aanrader om te lezen, af en toe weer op te pakken en uiteraard ook toe te passen. ’Toezichtyoga’ is tevens een stimulans om bepaalde films, series of boeken (weer) te gaan zien of lezen.” Tekst: Nicoline Elsink
15
HandHaving 2007 #2
Gaat humor hand in hand met toezicht en handhaving? Jazeker. De auteurs Marcel Pheijffer, Bob Hoogenboom en Gerard Bakker leveren het bewijs met ’Toezichtyoga’. Een bladerboek met vele vrolijke en ernstige collages over het vak. Drie lezers van HandHaving recenseren Toezichtyoga: ’Onze plaaggeesten hebben weer toegeslagen’.
Directeur VROM-IOD Roeland Nieuweboer met links Hester Klein Lankhorst, afdelingshoofd Strategie & Informatie en rechts Andrea Niederlander, afdelingshoofd Opsporing.
Nieuweboer: ’VROM-IOD is de competitie voorbij’
HandHaving 2007 #2
Het ‘hoofdkantoor’ van de VROM-IOD is gevestigd in een anoniem kantoorpand in het centrum van Utrecht. Uiteraard moet de bezoeker zich via de intercom melden bij de receptionist. Hij geeft de instructie met de trap naar de eerste etage te gaan. Ten overvloede hangt bij de lift een A4-tje met het zelfde verzoek. Het signaal is duidelijk: de IOD stelt geen prijs op toevallige passanten. Directeur Roeland Nieuwe boer op zijn werkkamer: „Marjanne Sint, de vorige secretaris-generaal van VROM liep bij een werkbezoek op het ministerie in Den Haag onverwacht een kamer van de VROM-IOD binnen en zag daar vertrouwelijke informatie liggen op een bureau. Daarna was er vrij snel overeenstemming over andere, gepastere huisvesting.”
16
Uw club zit praktisch gezien bij de VROM-Inspectie, maar u krijgt opdrachten van Justitie. Dat is politiek gezien hybride. „We zijn inderdaad een schip met twee kapiteins: de minister van VROM
en de minister van Justitie. We doen specifiek onderzoek naar complexere strafbare feiten op het gebied van wonen, ruimte en milieu; de onderwerpen waar de VROM-minister verantwoordelijk voor is. Maar dat gebeurt wel onder het gezag van het Functioneel Parket, onderdeel van het Openbaar Ministerie. Lijkt me lastig. „Valt mee. Het biedt ook mogelijk heden. We hebben dankzij deze constructie bijvoorbeeld ervaring opgedaan in zaken waar we eigenlijk niet voor zijn opgericht, maar die maatschappelijk wel van groot belang zijn. Neem bijvoorbeeld het toetsen van de fraudegevoeligheid van sub sidieregelingen, plus onderzoek naar subsidiefraude in de praktijk. Dat hebben we gedaan bij zonnecollectoren en onlangs het gebruik van het Wadden fonds, een pot subsidie van 850 miljoen euro. Onze forensisch accountants prikken inmiddels feilloos door mogelijkheden tot misbruik heen.”
U hebt bij het aanpakken van milieu criminaliteit stevige concurrentie gekregen van de regionale en inter regionale politiemilieuteams. Die teams vissen in dezelfde vijver. „Toen de politiemilieutaak opnieuw werd opgetuigd was er inderdaad scepsis. Dat was overigens wederzijds. De milieuteams wilden zich bewijzen en leken de VROM-IOD ’leeg te trekken’ door steeds een beroep op onze expertise te doen. Competitie en concurrentie zijn echt een valkuil voor dit soort organisaties. Nu speelt dat niet meer of in ieder geval minder. De houding is: wat kunnen we voor elkaar betekenen. Bij de politie werken honderden mensen aan milieu, bij ons telt de specifieke kennis. Goede samenwerking biedt veel meer mogelijkheden dan elkaar vliegen afvangen.” De baas van de vijver is het Functioneel Parket. Die verdeelt de zaken. „Ook met het Functioneel Parket zijn plooien glad gestreken. Net als de milieuteams wilde het jonge parket zich bewijzen door productie te draaien. Zaken met een korte doorlooptijd gingen naar de politie, de meer complexe zaken kreeg de IOD. Waarschijnlijk per ongeluk, kwam een zaak van een recidiverend bedrijf voor vervolg- >>
17
HandHaving 2007 #2
Roeland Nieuweboer, de nieuwe directeur van de Inlichtingen- en Opsporings dienst (IOD) van het Ministerie van VROM, trof anderhalf jaar geleden een „wat ingezakte club” aan. Hij haalde de bezem door de organisatie en zegt nu een hechte club te bestieren die goed in het werk zit. „Ik zou er graag vijftig mensen bij willen hebben om landelijk de milieupolitie te ondersteunen. Dat is namelijk hard nodig.”
18
onderzoek bij de politie terecht. Dat kon dus niet. Soms werkt een korte klap niet! Het belang van VROM was hier niet mee gediend. Daarover zijn we toen gaan praten. Wij selecteren nu de informatie, zodat we doordacht en gericht kunnen opsporen en zinvolle processen-verbaal schrijven. Dan kan het Functioneel Parket serieus vervolgen. Het loopt nu beter.”
de Criminele Inlichtingen Eenheid (CIE). De jongens van de CIE doen goed werk, alleen sloot de door hen vergaarde informatie onvoldoende aan op ons werkproces. Na dit voorwerk wordt de informatie overge dragen aan de afdeling Opsporing. Die doen het onderzoek, al dan niet met bijzondere opsporingsmethoden als tappen en observeren.”
Worden er ook daadwerkelijk een drachtig onderzoeken gedraaid met de milieupolitie? „Wat dacht je. Het regionale milieuteam Amsterdam-Amstelland is geassisteerd bij het onderzoek naar de Proba Koala. Wij hebben verdachten gehoord en forensische accountants hebben zich verdiept in handelsonderneming Trafigura. Een van de juristen van de IOD schreef mee aan de onderbouwing van het strafdossier. Een etage hoger in dit kantoor zijn ruim dertig collega’s bezig met twee grootschalige onderzoeken. De milieuteams van de politie, de douane en enkele milieudiensten participeren daarin zeer actief.”
Na uw studie rechten heeft u jaren bij de politie gewerkt. Daar volgde u een opleiding Veranderkunde. Tevens was u vier jaar organisatieadviseur bij Berenschot. Die ervaring kwam vast goed van pas bij de IOD. „In de tijd van Berenschot heb ik wel eens voor een volle zaal moeten aankondigen dat hun organisatie zou ophouden te bestaan. Nu dreigde er geen acute sluiting voor de IOD, maar ik trof wel een wat ingezakte club aan. Kort na mijn aantreden heb ik medewerkers twee vragen gesteld: ‘kun je mee en begrijp je waarom we gaan veranderen? Kan je het niet, dan zullen we je helpen zodat het wel lukt. Begrijp je het niet, dan leggen we het uit.” Hij is even stil en zegt dan: „Een derde mogelijkheid heb ik nooit genoemd, maar werd wel begrepen; als je niet mee wilt, wordt het tijd om verder te kijken. Maar los van alle organisatiemodellen, motiveert maar één ding mensen echt en dat is leuk werk.”
Toch heeft u intern de kussens flink opgeschud. Wat ging niet goed? „We reageerden te veel op de winkelbel. Er kwam een melding binnen, de bel klonk en de IOD ging over tot actie. U vraagt, wij rennen. Er was daardoor onvoldoende slagkracht. We hebben nu twee afdelingen: Strategie & Informatie en Opsporing. De strategische afdeling is het voorportaal. Deze mensen wikken en wegen de signalen, onder meer afkomstig van
Wat moet er gebeuren om nog effec tiever te kunnen werken? „Ik ben nog steeds verbaasd over de geringe hoeveelheid beschikbare data, terwijl voorgangers van de IOD al
jaren actief zijn. Ook de vergaarde informatie bij de politie is gebrekkig. Het zit veel te veel in de hoofden van de mensen. Dat mag, maar het is ook noodzakelijk dat de hele organisatie erover kan beschikken. Dan pas kun je strategische en tactische analyses maken. Het is nog maar eens gezegd: milieucriminaliteit is haalcriminaliteit. Het slachtoffer meldt zich niet, de dader is vaak bekend, alleen de strafbare feiten moeten worden opgespoord. Daar moet je naar zoeken.” U bent de nieuwe bezem van de VROM-IOD. Is het vegen klaar? „Na een scholingstraject, instroom van veertien nieuwe mensen en teambuilding is de VROM-IOD hard op weg de effectieve, compacte dienst te worden die ik voor ogen had. Maar de schaalgrootte is met tachtig medewerkers niet optimaal. Met veertig tot vijftig mensen erbij, kunnen we nog veel beter specialiseren en de milieupolitie breder ondersteunen. Ik wil bijvoorbeeld veel meer aandacht geven aan bodemsanering. Daar gaat veel geld in om. Al dat gesleep met vervuilde grond; waar blijft het?” Nadere inlichtingen: mr. Roeland Nieuweboer, directeur VROM-IOD, tel. 070-3398924. Tekst: Nicoline Elsink Foto: NFP Photography
Waarschuwingen ten westen van Drachten in mei 2000. De GGD Friesland presenteerde vorige maand een onderzoek naar de gezondheid onder hulpverleners en omwonenden naar aanleiding van de ATF-brand. Vier mensen hebben blijvend gezondheidsschade opgelopen door het inademen van de giftige rook.
Vrijspraak voor directie ATF Twee van drie directieleden van afvalverwerker ATF zijn vrijgesproken van brand door schuld. Het derde directielid is veroordeeld tot een voorwaardelijke boete van € 1000,-. De oorzaak van de brand op 12 mei 2000 is niet meer te achterhalen, aldus de rechtbank. Voor een aantal milieudelicten kreeg het bedrijf € 20.000,- boete. Het Openbaar Ministerie ging aanvankelijk in hoger beroep tegen de vrijspraak, maar trok dat besluit drie weken geleden weer in. Was het chemische broei door een verkeerde opslag van afvalstoffen, een mankement in de elektrische bedrading, brandstichting? Of een combinatie van al deze factoren? Het Openbaar Ministerie vond dat de directie schuldig was aan de brand omdat zij als leidinggevenden verantwoordelijk zijn voor een onzorgvuldige bedrijfsvoering. De rechtbank is na tien dagen zitting tot de conclusie gekomen dat de oorzaak van de brand niet met zekerheid is vast te stellen. Kort na de brand zijn alle resten voortvarend opgeruimd en er is nooit technisch onderzoek gedaan. Volgens de rechters is uit niets gebleken dat de ATFdirectie gevaarlijk afval bewust niet volgens de regels zou afvoeren om er
financieel beter van te worden. Het mengen van PCB-houdende olie met andere afvalolie wordt ATF wel aangerekend. Volgens de directeuren van het afvalbedrijf staat niet duidelijk in de wet dat transformatorolie met minder dan 50 mg/kg PCB’s niet zou mogen worden gemengd. De rechtbank vindt dat onzin; zodra olie PCB’s bevat is het PCB-houdende olie. „Het ligt in de lijn van bedrijf dat het bedrijf zelf klaarheid brengt in onduidelijke regelgeving”, aldus het vonnis. Vervalst Voor de milieudelicten kreeg ATF een geldboete van € 20.000,-. De eis was € 115.000,-. Een van de directieleden was volgens de rechtbank op de hoog-
te van het mengen en daarom kreeg hij een voorwaardelijke boete van € 1000,-. Tijdens de tien dagen durende zitting hekelde de verdediging de methoden van het opsporingsteam. De verdachten zouden onder zware druk zijn gezet. Om de verlenging van de voorlopige hechtenis te rechtvaardigen zouden de (toenmalige) officier van justitie en het Milieurechercheteam Friesland het proces-verbaal bewust hebben vervalst. In het vonnis gaat de rechtbank uitvoerig in op deze verwijten. Ook zij noemt het algemeen proces-verbaal suggestief en vol waardeoordelen. Desondanks is van doelbewuste misleiding geen sprake. De aantijgingen van ATF richting rechercheteam noemt de rechtbank ’volstrekt onvoldoende onderbouwd’. Tekst: Nicoline Elsink Foto: Hoge Noorden/ANP
19
HandHaving 2007 #2
HandHaving 2007 #2
Nieuweboer: „Ook met het Functioneel Parket zijn plooien glad gestreken. Soms werkt de korte klap gewoon niet.”
Dossier: Bestuurlijke boete
Straffen buiten de rechter om
HandHaving 2007 #2
Toezichthouders zijn er in soorten en maten: officier van justitie, parkeerwachter, boswachter, milieu-inspecteur, toezichthouder openbare ruimte, stads wacht, politie, conducteur. In het bezit van het ‘diploma bijzonder opsporings ambtenaar’ (BOA) mogen zij boetes uitschrijven. Nederland heeft ruim 25.000 van deze speciaal bevoegde ambtenaren. Voor deze groep zijn diverse strafinstrumenten in ontwikkeling of al in gebruik.
20
Openbare ruimte De Wet bestuurlijke boete overlast in de openbare ruimte is al jaren onderwerp van debat. De wet is vooral van belang voor gemeenten. Zij kunnen zelf boetes opleggen om de veiligheid en leefbaarheid in de steden en het buitengebied te bevorderen. Het zal in de praktijk gaan om ’kleine ergernissen’ als wildplassen, wildplakken, hondenpoep, graffiti en verkeerd aanbieden huisvuil. Toezichthouders in dienst bij de gemeente krijgen de mogelijkheid om overtreders meteen te beboeten.
Vorig jaar werd het wetsontwerp in het parlement behandeld. Vanwege het grote aantal amendementen met verstrekkende gevolgen is de wet voor een tweede keer voor advies aan de Raad van State voorgelegd. In februari 2007 heeft het Ministerie van Binnen landse Zaken gereageerd. Bestuurlijke boete In een zestigtal afzonderlijke wetten is geregeld dat de toezichthoudende instantie zelfstandig een bestuurlijke boete kan opleggen. Het gaan dan bijvoorbeeld om de Arbeidstijdenwet en de Wet arbeidsomstandigheden. Welke overtredingen precies ‘beboetbaar’ zijn, verschilt per wet. De Arbeidsinspectie en Inspectie Verkeer en Waterstaat zien bijvoorbeeld toe op het Arbeidstijdenbesluit Vervoer. De Voedsel en Waren Autoriteit op de Warenwet. Bezwaar en beroep via de bestuursrechter is echter wel mogelijk (zie schema 2). De bestuurlijke boete komt niet voor in het milieurecht (Wet milieubeheer).
Eind jaren negentig startte het Openbaar Ministerie (OM) met een proef Transactiebesluit milieudelicten. Bijzonder opsporingsambtenaren konden kleinere milieuovertredingen afdoen met een transactie. De over- tredingen en de bijbehorende bedragen waren exact omschreven. Het Openbaar Ministerie bood op basis van het proces-verbaal een transactie aan. Strafbeschikking milieu Met ingang van 1 maart 2007 is deze transactie omgezet in een zogenoemde strafbeschikking. Anders dan de transactie is de strafbeschikking een daad van vervolging door het OM. De strafbeschikking levert straf op vanwege schuld van de verdachte aan een strafbaar feit. Dat geldt dus ook voor de milieudelicten die eerst werden afgedaan met een transactie. Met de strafbeschikking bepaalt het OM de hoogte van de boete. Officieren van justitie, politie, BOA en bestuurlijke toezichthouders hebben de bevoegdheid tot de strafbeschikking gekregen. Zij stellen zelfstandig de schuld vast en leggen daarvoor een boete op. Een BOA bij een gemeente kan nu dus kiezen tussen een strafbeschikking of een bestuurlijke boete.
De Vereniging Nederlandse Gemeenten is voorstander van de Wet bestuurlijke boete overlast in openbare ruimte. De VNG heeft ook lang gevraagd om een bestuurlijke boete voor lichte verkeersovertredingen, zoals fout parkeren en te hard rijden in 30 km-zones. Maar daar wil de regering niet aan. Justitie vreest minder inkomsten uit het opleggen van parkeerboetes. Wel mogen gemeenten waarschijnlijk straks fietsers beboeten die door rood licht rijden. Kritiek Er is veel kritiek op de bestuurlijke boete. De kans is groot dat er een wildgroei ontstaat van boeten en boete-uitschrijvende figuren. Elke gemeente(raad) kan afwijken van de vaste lijst van overtredingen en van de hoogte van de boete. Het verkeerd aanbieden van huisvuil kost daardoor in de gemeente Den Haag € 166,88 en in Rotterdam € 59,-. Een loslopende hond kost in de ene gemeente € 50,-, in de andere € 75,-. Aan de burger is dat moeilijk te verkopen, met als gevolg minder begrip voor het werk van de stadswacht of de inspecteur
openbare ruimte. Achter de schermen zal veel overleg nodig zijn over de taakverdeling politie en gemeentelijke toezichthouder. Ook vrees voor het extreem spekken van de gemeentekas doet het imago van de bestuurlijke boete geen deugd. De boete gaat immers naar de gemeentekas en de opbrengst van de strafbeschikking naar de staatskas. De VNG weerlegt deze kritiek. In de vier grote steden zijn inmiddels veel stadswachten aan het werk in gesub sidieerde banen. De opbrengsten van de bestuurlijke boete zijn nodig om dat apparaat in stand te houden.
De voorstanders van de strafbeschikking hebben iets bedacht om deze discussies in te dammen: een deel van de opbrengsten van de strafbeschikking wordt afgedragen aan de gemeente. Daarmee worden de kosten van een gemeentelijke BOA voor een deel vergoed. >> Tekst: Nicoline Elsink Foto: Peter van Beek/HH Het schema op pagina 22 en 23 is tot stand gekomen met hulp van Reinier van Loon, afdeling Onderzoek en Expertise, Functioneel Parket.
Eén team openbare ruimte De G4, de vier grote gemeenten Utrecht, Amsterdam, Rotterdam en Den Haag, hebben hoge verwachtingen van de Wet bestuurlijke boete overlast in de openbare ruimte. De gemeente Utrecht heeft alle toezichthouders, inspecteurs en dergelijke bij elkaar gezet. De 140 medewerkers van een nieuwe afdeling, de ‘Groep Toezicht en handhaving’, controleren de openbare ruimte. Ook de boswachters, hondenwachters en medewerkers van de reinigingspolitie doen mee. De controleurs worden breed ingezet. Een medewerker die bezig is met controle van verkeerd aangeboden huisvuil kan bijvoorbeeld ook vernielingen van jongeren beboeten.
21
HandHaving 2007 #2
De bestuurlijke boete en de strafbeschikking (voorheen bestuurlijke transactie) zijn buitengerechtelijke instrumenten. Beide zijn bedacht om kleine overtre dingen af te handelen zonder tussenkomst van de straf- of bestuursrechter. De procedure verloopt sneller, efficiënter en daarmee ook effectiever. Maar er zijn veel misverstanden over verschillen en mogelijkheden van deze nieuwe hulpmiddelen.
OM-afdoening (strafbeschikking in handen OM)
Strafbeschikking in handen politie
Strafbeschikking in handen opsporingsambtenaar (BOA)
Strafbeschikking in handen bestuur
Bestuurlijke Boete overlast in openbare ruimte
Bestuurlijke Boete in afzonderlijke wet
Wat is het
Officier van justitie legt zelfstandig sanctie op
Politie legt zelfstandig sanctie op
Buitengewoon opsporingsambtenaar of opsporingsambtenaar van de politie legt sanctie op
Organisaties op personen met publieke taak leggen zelfstandig sanctie op
Toezichthouder of BOA legt sanctie op voor kleine overtredingen in publieke ruimte
BOA legt sanctie op voor overtreding specifieke wet
Bestuurs- of strafrechtelijk
Strafrechtelijk
Strafrechtelijk
Strafrechtelijk
Strafrechtelijk
Bestuursrechtelijk
Bestuursrechtelijk
Wettelijke basis
Art. 257a Wetboek van strafvordering (WvSv)
Art. 257b WvSv
Art. 257b WvSv en art. 257 ba WvSv (ba: personen met een publiek rechtelijke taak)
Art. 257 ba WvSv ba: lichamen en/of personen, Art.76 AWR (algemene wet rijksbelastingen)
Wetgeving gebaseerd op 4e tranche Algemene wet bestuursrecht
Circa zestig wetten
Wie biedt aan?
OM
Politie
BOA en politie
Bestuur
Bestuur
Bestuur
In mandaat? (vrijheid bij handelen namens bestuurs orgaan)
Nee
Nee
Nee
Ja, op niveau: - Afdelingshoofd - BOA
Tot € 340,- kan toezichthouder zelf standig boete opleggen, daarboven apart boetebureau
Grondslag sanctie
Proces-verbaal
Proces-verbaal
Proces-verbaal
Proces-verbaal, opgemaakt door BOA. Bestuur biedt beschikking aan
Toezichtsrapport. Toezichthouder kan als getuige door BOA worden gehoord
Proces-verbaal opgesteld door BOA
Opbrengst gaat naar
Staatskas
Staatskas
Staatskas
Staatskas en deel naar bestuursorgaan (mits geen verzet is aangetekend)
Bestuursorgaan
Bestuursorgaan
Consequentie niet betalen?
Direct executeren: inning zonder rechterlijk tussenkomst, bijvoorbeeld loonbeslag of deurwaarder
idem
idem
idem
Incasso via incassobureaus of incassoafdeling bestuursorgaan
Incasso via incassobureaus of incassoafdeling bestuursorgaan
Rechtsmiddelen
Algemeen Verzet binnen 14 dagen, Bijzonder Verzet binnen zes weken
idem
idem
idem
Bezwaar en beroep
Bezwaar en beroep
Wie voert procedure bij aanwending rechtsmiddel?
Het OM bij economische strafrechter
idem
idem
idem
Bezwaar: bij het betreffende bestuursorgaan Beroep: bij de bestuursrechter
Bezwaar: bij het betreffende bestuursorgaan Beroep: bij de bestuursrechter
Gijzeling, indien niet of niet volledig verhaal ex artikel 574, 575 en 576 heeft plaatsgevonden
Gijzeling, indien niet of niet volledig verhaal ex artikel 574, 575 en 576 heeft plaatsgevonden
Gijzeling, indien niet of niet volledig verhaal ex artikel 574, 575 en 576 heeft plaatsgevonden
Indien boete niet geïnd kan worden houdt het incassotraject op (vervangende hechtenis of gijzeling is bij de bestuurlijke boete niet mogelijk)
Indien boete niet geïnd kan worden houdt het incassotraject op (vervangende hechtenis of gijzeling is bij de bestuurlijke boete niet mogelijk
Instrument Kenmerk
Dwangmiddel bij niet betalen Gijzeling (hechtenis), indien niet of
HandHaving 2007 #2
niet volledig verhaal ex artikel 574, 575 en 576 heeft plaatsgevonden
22
Wie verwerkt en int de transactie?
Centraal Justiteel Incasso Bureau (CJIB)
idem
idem
idem
Incassobureau of -afdeling in opdracht van bestuursorgaan
Afhankelijk van regeling in specifieke wet: CJIB
Betalingspercentage
65 – 70 %
65 – 70 %
65 – 70 %
75 – 80 %
onbekend
onbekend
Kans op rechtsongelijkheid
Klein, strafbeschikking gebaseerd op landelijke richtlijnen ProcureursGeneraal
Klein, strafbeschikking aangeboden op basis feitcode, landelijk door het OM vastgesteld
Klein, strafbeschikking aangeboden op basis feitcode, landelijk door het OM vastgesteld
Klein, strafbeschikking aangeboden op basis feitcode, landelijk door het OM vastgesteld
Bestuurlijke boete wordt toegekend aan decentraal opererende bestuursorganen zoals gemeenten en/of provincies met eigen autonomie
Bestuurlijke boete wordt toegekend aan centraal opererend bestuursorgaan, zoals Arbeidsinspectie, Inspectie Verkeer en Waterstaat
Welke feiten
Strafbare feiten met een maximum van zes jaar gevangenisstraf
Alle strafbare feiten onder bereik van OM afdoening. Nu beperkt tot feiten onder Transactiebesluit 1994 vallen
Alle strafbare feiten onder bereik van OM-afdoening. (Nu beperkt tot feiten uit Transactiebesluit 1994 en waarvoor sommige BOA’s zjn bevoegd)
‘Kleinere’ ovetredingen Wet milieu beheer
APV overtredingen overgenomen in Algemene Maatregel van Bestuur, plus plaatselijke uitbreiding. Geen geweldsfeiten
In afzonderlijke wet omschreven
Hoogte boete
Wettelijk gemaximeerd tot boetecategorie voor dat feit. Werkstraf tot 180 uur
Wettelijk gemaximeerd tot € 350,-
Wettelijk gemaximeerd tot € 350,Bij bevoegdheid BOA tot boetecate gorie voor dat feit
Wettelijk gemaximeerd tot boetecategorie voor dat feit
Kan varieren per bestuursorgaan. Hoogste boete € 2250,- beperkt tot rechtspersonen
Verschilt per afzonderlijke wet (Arbeidstijdenwet € 100,- tot € 4400,-) In milieurecht bestaat bestuurlijke boete niet
Bijzonderheden
Wet buitenrechtelijk afdoening is dit jaar in werking getreden
Is vervolg op proef op Transactie besluit Milieudelicten
Regering heeft voor 2e maal advies bij Raad van State. Voor lichte verkeersovertredingen definitief geen bestuurlijke boete
Het wachten is op de 4e tranche van de Algemene wet bestuursrecht waarin artikelen over de bestuurlijke boete worden opgenomen
23
HandHaving 2007 #2
Straffen buiten de rechter om
Meningen
HandHaving 2007 #2
Ook het nieuwe kabinet vraagt meer verantwoordelijkheid van bedrijven en burgers. Dat heeft gevolgen voor de handhaving. CDA, PvdA en CU willen structureel 70 miljoen korten op het rijkstoezicht. Wie handhavers schrapt zal echter ook wetten moeten schrappen, zegt de oppositie. Welke taken kan de handhaver vergeten? Of welke regels zijn niet (meer) nodig?
24
‘Lokale deregulering’
‘Geef ons meer vrijheid’
Arno Teunissen, regisseur handhaving van de provincie Noord-Brabant: „Er is de laatste tijd behoorlijk geschipperd met de handhaving. De hele professionalisering draait sterk om prioriteiten. De capaciteit is nu eenmaal altijd beperkt. Je moet steeds bepalen welke risico’s je acceptabel vindt, en welk toezicht daarbij hoort. Maar ik weet niet of we – naast al het stroomlijnen – ook nog meer kunnen bezuinigen. De huidige versnippering is echter niet efficiënt en de discussie over verbetering is nog te beperkt. Het is ook maar de vraag of de Wabo veel verbetering brengt. Een stap vooruit is wel een handreiking van EZ en MKB Nederland over het onderbrengen van toezicht binnen de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). In Noord-Brabant hebben we daar een goed voorbeeld van: voorheen moest voor elke te kappen boom een vergunning worden aangevraagd. Nu hoeft dat alleen nog maar voor bomen die van tevoren als bijzonder zijn aangemerkt. Ook integratie van gemeente lijke handhavingstaken kan nog winst opleveren. Tilburg heeft onder druk van forse bezuinigingen het toezicht grotendeels integraal georganiseerd.”
Herman Kers, hoofd afdeling Veilig heid, Kabinet en Handhaving van de gemeente Amstelveen: „Een van de eerste dingen die me te binnen schieten is dat je ons meer vrijheid geeft. Maak algemene normen en laat de handhaver zelf bepalen wanneer ingrijpen nodig is. Daarmee doe je een zwaar beroep op de kwaliteit van die toezichthouders. Maar die kwaliteit is aanwezig. Nu is er nog veel te veel de neiging alleen te kijken naar het exact toepassen en naleven van de regels. Ons eigen oordeel kan meer inbreng krijgen. Op die manier kun je ook efficiënter werken. In Amstelveen brengen we dat een beetje in de praktijk doordat we handhavingsafdelingen hebben samengevoegd. Nu kennen we alleen nog het onderscheid tussen handhaving van de openbare buitenruimte en de rest. Inmiddels begint dat vruchten af te werpen: we doen meer met dezelfde middelen. Maar het was wel een hele cultuuromslag.”
‘Terug naar piepsysteem’ Riet Dupré, hoofd Handhaving van de Milieuadviesdienst Noord-Friesland: „Op persoonlijke titel ben ik van mening dat er in mijn vakgebied
milieu weinig mogelijkheden zijn. In tegenstelling tot de indruk die vaak wordt gewekt dat er bij gemeenten nog steeds overcapaciteit is, zit er werkelijk geen vet meer op. Daarnaast ben ik niet zo goed van vertrouwen dat de eigen verantwoordelijkheid van ondernemers altijd borg staat voor naleven van de regels. Maar dat is een politiek idee waarmee we het als handhavers nu eenmaal moeten doen. De enige mogelijkheid is de controlefrequentie nog verder verlagen: bedrijven uit de lagere categorieën niet meer controleren. Als je niets hoort is het in orde, als er wordt gepiept ga je kijken. Eerlijk gezegd gaat het momenteel al die kant op. En ik kan bij verdere bezuinigingen niet iets opvoeren wat ik niet al weg heb gegeven.”
‘Geen categorie 1 en 2’ Hans Jannink, coördinator Handhaving afdeling Milieu gemeente Utrecht: „We hebben vanwege onze beperkte capaciteit in ieder geval besloten bedrijven in de laagste categorieën niet meer te bezoeken. In ons hand havingsprogramma is prioriteit voor veiligheid, leefbaarheid en gezondheid. Dat betekent in de praktijk dat we de zware categorieën controleren. Daar hebben we onze handen al vol aan. Daarom heeft het college bepaald dat categorie 1- en categorie 2-bedrijven afvallen. Verder bezuinigen zou voor Utrecht betekenen dat je klachten niet
‘Vlonders en schuttinkjes’ Egbert van ‘t Oever, hoofd Vergunning en Handhaving van waterschap Vallei & Eem: „We bezuinigen natuurlijk het liefste bij een ander. Maar ik denk dat er ook bij ons mogelijkheden zijn om regels te verminderen. Vooral waar het gaat om de keur: dat zijn de regels wat wel en niet mag langs het water. Daarbij moet je denken aan vlonders, schuttinkjes en terrassen. In het verleden zijn die regels vooral bedacht voor het landelijk gebied. Inmiddels zijn wij ook waterbeheerder voor het stedelijk gebied en nu hebben we te maken met zo’n vijfduizend tuintjes van bewoners aan het water. Het lijkt me logisch daar vrijstellingen voor te regelen of één algemene regel op te stellen. Overigens geldt het omgekeerde voor keringen en dijken: daar moeten we juist meer controleren.”
‘Doe de geest van de wet’ Ike Kortlever, afdelings- en programma manager Veiligheid in Hoogeveen: „Niet bezuinigen op inspectie en toezicht! Wel op vergunningverlening; zorg nu eens voor handhaafbare ver gunningen. Als je vergunningen goed onder de loep neemt, blijkt dat we vaak veel tijd kwijt zijn aan onhandhaafbare dingen. Je handhaaft om gedrag te
veranderen. In Hoogeveen doen wij dat niet naar de letter, maar naar de geest van de wet. In het kader van een pilot voor de invoering van de Wabo werken wij met generalisten, relatief goedkope mensen, met ICT-ondersteuning. En we merken dat die gedragsverandering er komt. Zo zorgen we dus voor een verschuiving van crisismanagement naar risicomanagement. En dan hoef je bij handhaving niet te bezuinigen.”
‘Met verstand handhaven’ Joost Bijl, teammanager Toezicht en Handhaving van de gemeente Haarlemmermeer: „Het is niet slim om te zeggen: we gaan bezuinigen op milieu, of op bouw, of op blauw op straat. Je moet gewoon met verstand handhaven. De overheid kiest prioriteiten en vervolgens is het aan ons hoe die aan te pakken. Je moet dat slim en efficiënt doen. Je kunt niet alléén maar veiligheid als prioriteit hebben. Maar je kunt wel zeggen: we controleren risicobedrijven, maar dat hoeft niet altijd een integrale controle te zijn. Daarbij moet je altijd in je achterhoofd houden dat elke keuze grenzen heeft. Als je bij bouwcontroles alleen nog maar tijd hebt om te kijken naar constructieve veiligheid en niet meer toekomt aan het controleren van illegale bouw, dan schiet je tekort.”
‘Straks meer klachten’ Marcel Roelofs, coördinator milieuhandhaving van de gemeente Roermond: „Toevallig heeft ons bestuur me dit onlangs ook gevraagd. Maar het is het zeer lastig om te voorspellen wat de gevolgen van bepaalde keuzes in 2010
zullen zijn. We houden ons aan het afgesproken minimumniveau. Lichte categorieën controleren we nauwelijks. De enige handhavingskosten zijn het personeel. Dus hoe kun je daar nu nog meer vandaan halen? Alleen maar bezuinigen is gevaarlijk kortetermijndenken. Wij bereiden ons voor op de Wabo en gaan nu integraal handhaven. Daar is vast nog wel efficiëntiewinst te boeken. Maar dat moet je al doende ontdekken. In het algemeen geldt: hoe meer je van de handhaving afhaalt, hoe meer klachten je krijgt. Je schiet er dus niets mee op.”
‘Niet bij ons’ Herbert Dekkers, hoofd afdeling Ver gunningverlening en Handhaving van de Milieudienst IJmond: „Ik wil eerst weten waar de regering wil bezuinigen. Ik mag toch aannemen bij de rijksoverheid zelf. Gemeenten hand haven vaak niet goed in de ogen van de rijksoverheid, maar ik vind dat er een heel aardig adequaat niveau is bereikt. In de toekomst worden gemeenten echter zwaarder belast. De activiteitenAMvB brengt ondernemers misschien lastverlichting, voor ons is het een lastenverzwaring. Het zal toch vaak maatwerk worden met nadere eisen en specifieke voorschriften. Dus laat Den Haag zelf maar kiezen wat er nog kan worden bezuinigd.” Tekst: Joost Swanborn Illustratie: Robert Vulkers
25
HandHaving 2007 #2
Welke taken kunnen weg?
meer in behandeling kunt nemen. Dat willen we niet. Wel zou je het gedrag van ondernemers in het verleden kunnen laten meewegen in de beslissing ze volgend jaar te controleren of niet. Maar die gegevens moet je dan wel goed kunnen objectiveren.”
Mede dankzij het Expertisecentrum Haven levert de samenwerking tussen toezichthouders van diverse pluimage steeds meer successen op.
HandHaving 2007 #2
„Het normale toezicht is niet geschikt om milieucriminaliteit op het spoor te komen”, vindt DCMR Rijnmond. En vindt de politie. Daarom zoeken ze samen naar milieucriminaliteit. Dat lukt behoorlijk, want in de Rotterdamse haven zitten handhavers niet (meer) op hun informatie.
26
„De politie heeft hier eind vorig jaar grote partijen illegaal vuurwerk in beslag genomen in garages, met daarbij nood- en seinmiddelen waarvan de houdbaarheidsdatum was verstreken. Die seinmiddelen moeten op schepen aanwezig zijn voor als ze in nood zijn”, legt senior beleidsmedewerker Marcel Stigter van Milieudienst Rijnmond DCMR uit. „Elke drie jaar moeten die middelen worden vervangen. Het is aannemelijk dat partijen die over de datum zijn, verdwijnen bij de keuringsstations en illegaal worden verkocht.”
Zie daar hoe de ene handhaver, in dit geval de politieagent, de andere handhaver, hier de toezichthouder milieu, op een interessant spoor kan zetten. Stigter: „Het ging hier niet om peanuts. Elk jaar worden de nood- en seinmiddelen vervangen op duizenden schepen. Juist dat spul zorgt regelmatig voor afgerukte vingers of ander blijvend letsel.” De problemen met de zware vuurpijlen zijn komen bovendrijven dankzij de Handhavingsstructuur Probleem bedrijven Rijnmondgebied (HPR). Een lange verzamelnaam voor de
structurele samenwerking tussen Open baar Ministerie (OM), het regionale milieuteam van de politie, Zeehaven politie, VROM-Inspectie, Rijkswater staat en DCMR. Deze partijen komen elke zes weken bij elkaar, andere Rijnmondse handhavingsinstanties schuiven naar eigen behoefte aan. Doel van HPR is samen milieucriminaliteit opsporen en bestrijden. TCR-affaire Deze club handhavers is in 1999 gestart naar aanleiding van de TCRaffaire. TCR speelde overheden tegen elkaar uit, wist toezichthouders slim op afstand te houden en verziekte intussen het milieu. Stigter: „De eerste jaren liep het niet zo lekker met HPR. Wij zochten vooral informatie bij onze
Zetje in de rug Het HPR heeft ook een stevig zetje in de rug gekregen van het Expertise centrum Haven (ECH). Daar delen Douane, FIOD, SIOD (Sociale Inlich tingen- en Opsporingsdienst), Dienst Zeehavenpolitie Rotterdam-Rijnmond, Dienst Nationale Recherche, Konink lijke Marechaussee en VROM-IOD hun gegevens over transporten, personen en bedrijven. „Er is daar een vrije uitwisseling van informatie. Dat is afgesproken in een convenant. Normaal kon de FIOD bijvoorbeeld niks geven aan de politie of aan VROM zonder toestemming van het OM. Binnen het ECH kan dat altijd”, vertelt Kurt Langeveld in het ECH-kantoor op een steenworp van de Rotterdamse Parkhaven, tevens uitvalsbasis voor de patrouilleboten van de zeehaven politie. Op Langevelds visitekaartje staat ‘thematisch informatiemakelaar’, maar ‘coördinator van het ECH’ dekt
de lading volgens hem ook goed. De uitwisseling van informatie draait goed volgens Langeveld. „Op het moment dat je je partners niet kent, weet je ook niet precies wat er te halen is. Als de politie bijvoorbeeld illegale sigaretten tegenkwam bij een actie, dan kwam die informatie niet meteen bij de douane terecht. Nu kan de douane daar een vervolgcontrole uitvoeren. De douane heeft tientallen mensen in de haven rondrijden en de politie ook. Die zagen van alles, maar hielden dat voor zich. Nu niet meer, omdat men heeft ervaren dat je elkaar verrijkt met informatie.” Illegale gasolie Welke informatie, dat mag Langeveld in het geval van de douane niet zeggen. Hij heeft een ander voorbeeld. In de bunkersector (afleveren van brand stoffen aan schepen door een tankerlichter-red) blijkt een aantal oliehandelaren het niet zo nauw te nemen met de kwaliteit en de kwantiteit van de brandstoffen. Het zicht daarop was echter lange tijd versnipperd. Langeveld: „De Inspectie Verkeer en Waterstaat doet controles aan boord van de zeeschepen en ziet bijvoorbeeld illegale technische voorzieningen waar door een deel van de brandstof na het meetpunt weer wordt teruggeleid. De zeehavenpolitie doet controles aan de bunkerschepen en ziet illegale partijen gasolie in de kofferdammen en de douane ziet dat de handelaar bijvoorbeeld 100 ton ontvangt van de leve rancier, maar 110 ton levert aan de zeeschepen.” Op zichzelf geen zware overtredingen, aldus Stigter. „Maar door al die ogen-
schijnlijk kleine dingetjes op te tellen, zie je een structurele milieucrimineel.” Hapklare brokken Hans Tuinder, chef opsporing milieu van de zeehavenpolitie, is zeer te spreken over de huidige werkwijze: „Als overheid heb je nu ook munitie om te schieten. Het werkt fantastisch. Wij krijgen hapklare brokken van het ECH. Stel: een tankreinigingsbedrijf houdt zich structureel niet aan de vergunningvoorschriften. Maar als geprobeerd wordt dat bestuurlijk op te lossen, is het voor ons ingewikkeld om een strafrechtelijk onderzoek uit te voeren. ECH maakt dan een analyse en kijkt of die vergunning goed handhaafbaar is en waar wij strafrechtelijk kans van slagen hebben.” Eigen personeel heeft ECH niet. De handhavingsinstanties die meedoen, sturen een paar dagen per week medewerkers naar het ECH-kantoor. Daar zetten ze informatie in de computer, waarvan ze weten dat andere hand havingsinstanties die goed kunnen gebruiken. „Wij verzamelen informatie en analyseren die”, vertelt Langeveld. „Die analyses zijn voor de collega’s en we houden bij welke opsporingsonderzoeken er lopen.” Maar het draait niet alleen om gegevens verzamelen. „Wij proberen ook het centrale loket te zijn voor opsporingsinstanties elders. Vroeger moesten een politiemilieuteam vaak rondbellen in en rond Rotterdam als ze informatie uit Rijnmond nodig hadden. Nu kan dat bij ons.” Het Interregionaal Milieuteam Regio Gelderland deed bijvoorbeeld een onderzoek naar export van afvalstoffen >>
27
HandHaving 2007 #2
In Rijnmond wordt de informatie wel gedeeld
vaste bestuurlijke partners en daar kwam niet veel uit. Daarom zijn we gaan uitbreiden met anderen zoals FIOD, Douane en Inlichtingen- en Opsporingsdienst van VROM.” De laatste drie jaar is de samenwerking wel een succes. „Vooral dankzij uit wisseling van informatie. De Douane bijvoorbeeld neemt monsters van ladingen op schepen. Ze was eerst vooral geïnteresseerd in invoerrechten. Als er niets hoefde te worden betaald, dan hield het voor hen op. Maar in tussen waren bemonsterde partijen soms ook afval. Die ladinggegevens zijn voor ons waardevol en die krijgen we nu ook.”
28
(EVOA) en had daarvoor gegevens uit de haven nodig. „Wij helpen dan het uit te zoeken en in dit geval kwamen we bij Douane en VROM-IOD terecht. Dat heeft ertoe geleid dat een groot aantal containers met plastic afval is tegengehouden. Het afvalplastic was door een Nederlandse bedrijf vergaard in andere landen en zou illegaal geëxporteerd worden naar China.
in dit geval ook goed van geschrokken.” Overigens heeft de overheid sommige problemen ook aan zichzelf te danken, meent Stigter. „Neem die afgekeurde nood- en seinmiddelen. Afvoeren is erg duur en het inzamelcircuit is niet waterdicht. Dat bevordert misbruik. Daarom proberen we nu de regelgeving zo te veranderen dat gecontroleerde gratis afgifte mogelijk is.”
Acties clusteren Waar ECH bouwt aan een database waar partners vrijelijk uit kunnen putten, daar gaat HPR doelbewust op zoek naar milieucriminele probleembedrijven in Rijnmond. „Het normale toezicht is niet geschikt om milieucriminaliteit op te sporen”, stelt Stigter. Maar wanneer is een bedrijf een probleembedrijf? „Vorig jaar kwam een gemeente aanzetten met een glastuinbouwbedrijf dat illegaal bouwde, dat vergunningen niet naleefde en waar de gemeente geen verbetering zag”, illustreert hij. „Dan vragen wij aan de Algemene Inspectie Dienst en de Arbeidsinspectie: hebben jullie ook een probleem met dit bedrijf? Dat bleek het geval te zijn en niet alleen in die gemeente. Ook bij andere vestigingen van die tuinder was veel mis. „Zo’n analyse hoeft overigens niet ingewikkeld te zijn. Wij zoeken uit welke instanties met dat glastuinbouwbedrijf contact hebben. Als de naleving van een bedrijf niet verbetert, proberen wij acties van de overheid te clusteren. Bij dit bedrijf is gezegd: nu is de maat vol. Binnen drie maanden lagen er toen veertien dwangsommen. Je laat je tanden zien en daar is de ondernemer
Maling aan alles HPR zet alleen zijn tanden in structurele problemen waar meerdere handhavingsorganisaties bij zijn betrokken. In 2006 zijn er drie dossiers van probleemthema’s samengesteld en dertien dossiers van probleembedrijven. Is dat voor het Rijnmondgebied, met zoveel bedrijvigheid, geen druppel op een gloeiende plaat? Nee, vindt Tuinder. „Dat zijn echt probleemgevallen. Die waren niet op een andere manier aan te pakken. Dat is het type bedrijven dat zich buiten de samenleving plaatst en maling heeft aan de overheid, aan wetten en aan het milieu.” De Rijnmondse handhavers hebben de smaak van samenwerking inmiddels zo goed te pakken dat ze vorig jaar zijn gestart met het Regionaal Infor matieoverleg Milieu (RIOM). Dit overleg, waar tien handhavingsinstanties maandelijks samenkomen, moet laagdrempelige informatie-uitwisseling op gang brengen. „Niet zozeer de georganiseerde criminaliteit, zoals bij HPR, maar lichtere overtredingen zoals asbest”, aldus Langeveld. Is het niet de normaalste zaak van de wereld dat handhavingsorganisaties
informatie uitwisselen? Langeveld: „Dat is waar, het is in principe een voudig. Maar veel toezichtorganisaties willen graag voor zichzelf houden wat ze hebben. Lekker op je eigen informatie zitten.” Zo ervaart Stigter van DCMR het ook. Hij heeft inmiddels bezoek gehad van Brabantse en Amsterdamse handhavers die de werkwijze van HPR willen kopiëren. „In het land zie je vaak een stammenstrijd. Ieder op zijn eigen eilandje met gegevens. Wij hebben gezegd: wij kappen daarmee.” Nadere inlichtingen: Marcel Stigter, DCMR Rijnmond en HPR, tel. 010 - 246 84 63,
[email protected]; Kurt Langeveld, Expertisecentrum Haven, tel. 010 - 274 83 13. Tekst en foto: Harry Perrée
Handhavers onder het mes in Moerdijkse megazaak Wie afvalconcerns wil aanpakken moet van goeden huize komen. Afvalverwerking is big business en de concerns wapenen zich tegen zeperds. Strafpleiters van naam halen diepgaande opsporingsonderzoeken vakkundig onderuit. Dat gebeurde bij ATF in Drachten en dreigt te gebeuren bij ATM in Moerdijk. „Deze meneer van de provincie weet echt niets van chemisch afval.” De tijd dat een milieuzaak bij de rechtbank in een gemoedelijke sfeer van ’ja ja die milieuregels zijn inge wikkeld’ verliep, lijkt definitief voorbij. Was de juridische krachtmeting rond ATF uit Drachten al een huzarenstukje voor Openbaar Ministerie en verdediging, de strafzaak tegen Afvalstoffenterminal Moerdijk (ATM) voor de meervoudige kamer in Breda is nog weer een flink maatje groter. Vier dagen zijn er nodig om alle ten laste gelegde feiten te bespreken; het requisitoir van officier van justitie Koopmans vergt een hele dag. De verdediging is twee dagen bezig met pleidooien en repliek en dupliek vragen ook nog eens een dag. Daarnaast is de rechtbank nog twee keer een dag wezen kijken bij ATM. De tweede excursiedag bij de afvalverwerker was overigens een ’moetje’ die de rechters te danken hadden aan de advocaten Boudewijn van Eijck en Hansje van den Noort. Zij ontdekten op de tweede zittingsdag in november dat een van de drie rechters was vervangen nadat de
meervoudige kamer in juni 2006 het afvalbedrijf had bezocht. De strafpleiters vonden dat de ’nieuwe rechter’ alsnog ATM zou moeten bekijken, maar daar had rechtbankvoorzitter Van den Heuvel geen trek in. Daarop wraakten de advocaten de rechtbank: ze vroegen om drie nieuwe rechters. Die prompte motie van wantrouwen veroorzaakte veel commotie in Breda. Er moesten subiet drie andere rechters worden opgetrommeld om het verzoek tot wraking te beoordelen. Deze ’wrakingskamer’ kwam na drie uur debatteren tot de slotsom dat de rechters mochten blijven zitten. Wel kreeg het rechtscollege het dringende advies ATM nog een keer van dichtbij te bekijken. Advocaat Van den Noort ging die tweede keer niet meer mee omdat de rechtbank had gesuggereerd dat zij al eerder wist van de wisseling van rechters en expres het einde van de zittingsdag had afgewacht. Die aantijging viel helemaal verkeerd bij deze advocaat. Boos stampte ze de rechtbank uit.
De wrakingsactie en het extraverte optreden van de strafpleiters illus treren dat milieuzaken geen tweede garnituur meer zijn. Zowel ATF en ATM laten zich bijstaan door Sjöcrona Van Stigt Advocaten. Dat Haagse kantoor blijkt niet bang van spektakel. Er wordt theater gemaakt en tegelijkertijd wordt het werk van de handhavers en het Openbaar Ministerie ter zake kundig gefileerd. „Niemand heeft een chemische opleiding en de teamleider heeft niet eens een milieuachtergrond. Dit onderzoeksteam heeft nauwelijks kennis van zaken”, schampert advocaat Van Eijck als hij de cv’s van de leden van het onderzoeksteam stuk voor stuk en in detail ’behandelt’. „Deze mevrouw zat in het onderzoeksteam om de afvalstromen van ATM te ontleden. Ze heeft in haar verhoor bij de rechtercommissaris gezegd dat het onderzoek een leuke leerervaring was, want ze wist niets van afval.” Sluitende balans Bij de verhoren krijgen de hand havers een reeks technische vragen voor de kiezen, sommige antwoorden draagt de advocaat hardop voor in de rechtzaal. „Ook deze politieman weet niet wat een partijgemiddelde >>
29
HandHaving 2007 #2
HandHaving 2007 #2
Kurt Langeveld (links) van de politie en Marcel Stigter van DCMR proberen samen probleembedrijven in het havengebied in het gareel te krijgen.
ATM is gevestigd aan het Hollandsche Diep in Moerdijk.
opgesomd. Het blijkt de opmaat te zijn voor het onderdeel bewijslast onderuit halen. Van Eijck: „In grote nood heeft het onderzoeksteam uiteindelijk aan een expert van Rijkswaterstaat gevraagd een sluitende waterbalans te maken. Die man bedankte voor die eer, omdat de metingen van
(advertentie)
Goed geworden door klein te blijven MC2 Milieu Consultancy BV is een onafhankelijk adviesbureau dat een jarenlange ervaring koppelt aan flexibele dienstverlening. Overheden (gemeenten en provincies) en het bedrijfsleven behoren tot onze klantenkring. Voor onze beide vestigingen (Geleen en Amersfoort) zijn wij op korte termijn op zoek naar:
Allround senior milieuadviseurs Omschrijving: • uitvoeren van integrale bedrijfscontroles op naleving van milieuvoorschriften; • behandelen van vergunningaanvragen en meldingen in het kader van de Wet milieubeheer; • adviseren van bedrijven over (afval)preventie en energiebesparing in het kader van de verruimde reikwijdte. Functie-eisen: Een op de functie toegesneden opleidingsniveau (minimaal MBO+), bij voorkeur met specialisatie milieukunde/procestechnologie. Minimaal 9 jaar werkervaring op het desbetreffende vakgebied is een vereiste. Andere kernkwaliteiten zijn zelfstandigheid, resultaat- en klantgerichte houding, goede mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid en ervaring met geautomatiseerde gegevensverwerking. Kennis van geluid-, bodem- en bouwkundige aspecten is een pré. Wat bieden wij? Wij bieden je een zeer zelfstandige, flexibele baan met uitstekende arbeidsvoorwaarden. Salarisindicatie: € 3.700 bruto per maand afhankelijk van opleiding en werkervaring.
HandHaving 2007 #2
Hoe solliciteren? Je kunt je reactie met motivatie en C.V. per brief of e-mail, onder vermelding van de vacature omschrijving en locatie, richten aan: MC2 Milieu Consultancy BV T.a.v. de heer Ing. M.J.S. Carboex Gewandeweg 5. 6161 DJ Geleen E-mail
[email protected] Website www.mc2milieuconsultancy.nl
30
Voor nadere informatie kun je contact opnemen met de heer M.J.S. Carboex, tel. 046 - 475 80 32
de toezichthouders daarvoor onvoldoende aanknopingspunten boden.” Een manager van ATM op de publieke tribune fluistert net iets te hard: „Het is net of je naar Keyzer & De Boer zit te kijken.” Bedrijfscultuur In september 1999 deden provincie, waterschap, politie en rijksinspecties een inval bij ATM. De administratie werd meegenomen, de luchtemissie gemeten en er werden monsters genomen van de lozingen op het Hollandse Diep. ATM is gespecialiseerd in de verwerking van (gevaarlijk) afval en verwerkt ongeveer een miljoen ton per jaar. Het bedrijf houdt zich onder meer bezig met grondreiniging, waterzuivering en slibverwerking. Een deel van het afval wordt in een pyrolyse-installatie omgezet in gas voor verhitting van de thermische grondreiniger, de TRI. Het onderzoek bij ATM krijgt de naam Fortuin omdat het bedrijf volgens het OM structureel milieuregels negeerde om geld te besparen. Het dossier Fortuin meldt uiteindelijk meer dan duizend overtredingen over de jaren 1997 tot 2000, maar toch besloot het OM in 2005 de vervolging van vier ex-medewerkers van ATM in te trekken. Directeur Jack Droog wordt wel persoonlijk vervolgd en moet zich ook als leidinggevende verantwoorden. De officier van justitie selecteerde enkele tientallen stevige overtredingen voor beoordeling door de meervoudige kamer: illegale lozingen, niet vergunde opslag van gevaarlijke stoffen, geluidsoverlast, gerommel met milieurapportages en het illegaal verstoken van milieubelastende brandstof. Officier Koopmans: „ATM loosde afvalwater met kankerverwek kende stoffen in het Hollandse Diep.
Zware metalen, PAK’s en cyanide gingen het riool in.” Volgens Koopmans gebeurde dit allemaal opzettelijk. „Het was onder deel van de bedrijfscultuur van ATM: er moest productie worden gemaakt. Er werd zoveel mogelijk afval ge accepteerd en de verwerking van vervuilde grond is mede door een intern bonussysteem stelselmatig hoger geweest dan de vergunning toeliet. ATM streefde naar veel winst en nauwelijks naar milieu veiligheid.” De officier eist tegen ATM een half miljoen euro boete, waarvan € 150.000,- voorwaardelijk. Voor het leiding geven aan de milieumalversaties hoort Droog een boete van € 50.000,- euro eisen en een half jaar voorwaardelijke gevangenisstraf. Geen antwoord Dat sommige overtredingen tien jaar oud zijn, is koren op de molen van ATM. Directeur Droog vertelt dat zijn grondreiniger in 1999 320.000 ton mocht verwerken, nu is een miljoen ton vergund. Van Eijck: „Als die norm in 1999 mocht zijn overschreden, dan is het nog maar de vraag of dat echt schadelijk voor het milieu is geweest. Gezien de huidige vergunning.” Lastig voor de officier van justitie is dat een reeks officiële meldingen van ATM over andere werkwijzen in het kader van de Wet milieubeheer volgens het bedrijf niet door de provincie Noord-Brabant is beantwoord. Omdat een reactie uitbleef,
werd aangenomen dat de meldingen waren geaccepteerd. Tegen het bedrijf is ook ten laste gelegd dat verplichte kwartaalrapportages goederenbalans in 1998 veel te laat zijn ingeleverd bij de provincie. Die arriveerden pas begin 2000. De raadsman reageert laconiek: „Is dit nu echt relevant voor het milieu? Als die rapportages zo’n belangrijk controlemiddel zijn, waarom heeft de provincie tussen 1997 en 2007 dan nooit enige reactie gegeven op de kwartaalcijfers?” Dat de raadslieden van afvalconcerns de actuele discussies in de milieuhandhaving op de voet volgen, blijkt uit de kern van het verweer van ATM. Gastcollege lozingseisen Tot verrassing van velen geeft Van Eijck een ’gastcollege’ over de nota ’Lozingseisen Wvo-vergunningen’ uit november 2005. Die nota is onderdeel van het Nationaal Bestuurs akkoord Water en valt onder politieke verantwoordelijkheid van de Minister van Verkeer en Waterstaat. De nota geeft een achtstappenplan om de Wet verontreiniging oppervlaktewateren eenduidig te kunnen handhaven. Dat verbeterde toezicht begint volgens de nota met realistische lozingseisen, gebaseerd op het lozingspatroon van een bedrijf, seizoensinvloeden en rekening houdend met onvoorziene omstandigheden. De vergunningverlener en de handhaver moeten daarbij uitgaan van een mix van gesloten en open lozingseisen. Een gesloten eis is zoals de vaste normen nu zijn, een open eis houdt rekening
met een aanvaardbare foutmarge. De nota geeft voorbeelden van 10% overtredingen, wat aanvaardbaar zou zijn. „Die foutmarge vinden de handhavers verstandig omdat de praktijk leert dat iedereen weleens een lozingsnorm overtreedt. Je hebt nu eenmaal onbeheersbare uitschieters. Daarom kijken de bestuurlijke handhavers tegenwoordig liever naar het patroon van overtredingen”, aldus de advocaat. „Ik geef toe, deze nieuwe, realistische manier van toezicht houden en vergunning verlenen is gebaseerd op voortschrijdend inzicht. Maar als we de overtredingen van toen leggen naast de principes van nu, dan doet ATM het eigenlijk wel keurig.” Prompt rekent hij de meervoudige kamer voor dat er in 1998 en 1999 gedurende 233 dagen 87 lozingswaarden waren gemeten. „Dat zijn 20.271 waarden, waarbij er 176 keer een norm werd overschreden. Dat is een foutmarge van 0,9%. Bij het strafrecht is elke overtreding van het Lozingen-besluit in principe een proces-verbaal. Bij de bestuurlijke handhaving wordt de context van de overtreding tegenwoordig ook meegewogen. Ik hoop dat u dat bij ATM ook wilt doen.” Uitspraak eind april. Tekst: Hans Oosterhof Foto: Peter Hilz/HH
31
HandHaving 2007 #2
is, ook al gebruikt hij dit begrip wel in zijn proces-verbaal. En mevrouw X weet niet of de substituut-brandstof wordt gebruikt voor de TRI of voor de Waxtank. Ook zij had geen idee wat uitloog- en samenstellingsonderzoeken zijn.” Twee uur lang worden selectief foute of gebrekkige antwoorden van toezichthouders
Foto boven: Twee Duitse inspecteurs van BAG en Kaya Garabedian van de Bulgaarse Douane checken de vrachtpapieren. Foto onder: De Marechausse is blij met de mogelijkheid weer eens bij landsgrens af te kunnen sluiten. Op de achtergrond ruikt een hond of er verstekelingen in de laadbak zitten.
Bij milieu gaan de grenzen weer dicht
32
Een open Europa is ook een groot open economisch jachtterrein. En Nederland is als exportland en toonaangevend doorvoerland letterlijk de poort van dat werelddeel. De VROM-Inspectie is al jaren de poortwachter van een grenzeloos Europa als het om milieugevaarlijke afvalstoffen gaat. Daarvoor zijn twee redenen. Het is niet fatsoenlijk om ons afval ver weg te dumpen, met alle milieurisico’s van dien. Daar naast vragen goedwillende Nederlandse bedrijven om eerlijke concurrentie. Als regels niet gelijk worden toegepast of als er niet gelijk wordt gecontroleerd, begint het concurrentiebederf en het uitwijkgedrag van malafide bedrijven. Het bovenstaande is niet nieuw, zeker niet voor ervaren handhavers. Toch moet de VROM-Inspectie zich nogal eens verdedigen voor haar internationale veldwerk. En wie niet overtuigd is van de noodzaak van internationale netwerken of het op sleeptouw nemen van inspecteurs uit ’Verweggistan’, moet misschien eens naar de feiten kijken. Het afgelopen anderhalf jaar werden in vijftien Europese landen
internationale afvaltransporten gecontroleerd. Ongeveer de helft van de afvaltransporten uit zeehavens bleek illegaal. Slechts zes van de honderd transporten voldeden helemaal aan de Europese regels. De slechte naleving en het beroerde controleniveau in sommige lidstaten noopte de Europese Unie tot actie. De VROM-Inspectie heeft binnen de EU de meeste ervaring met toezicht op grensoverschrijdend afvaltransport. Daarom is Nederland gevraagd binnen het Europese netwerk IMPEL/TFS (Implementation and Enforcement of Environmental Law/Trans Frontier Shipment of Waste) het voortouw te nemen voor structureel beter inter nationaal toezicht op afvalstromen. Draaiboeken Dat het internationaal toezicht op grensoverschrijdende afvaltransporten (EVOA) volwassen wordt, blijkt als de redactie bij IMPEL/TFS-projectleider Jolanda Roelofs een overzicht vraagt van transportcontroles dit jaar. „Van welke maand wil je? Deze maand zijn
er in ons land een stuk of twaalf, in maart dacht ik ook zoiets.” Alleen in Nederland al twaalf grote controles in één maand? Nog niet zo lang geleden waren het er nog geen twaalf in een jaar. Roelofs somt een paar controleplekken voor de komende twee weken op: de Maasvlakte, de Eemshaven, de A1, het spoor in Meppel, Vlissingen, de A12, terminals in Oss en Oosterhout, een afvalterminal in Rotterdam. Op maandag 26 februari strijkt de EVOA-karavaan neer naast de A12 op de parkeerplaats Bergh, tussen Arnhem en Oberhausen voor een controle op de EU-verordening 259/93. Douane, KLPD, marechaussee, Bundes Polizei, Bezirksregierungen, BAG en VROM-Inspectie hebben ingetekend voor ’Traffic inspections at the border’. Het draaiboek is deels in Duits en het Engels, want collega’s uit Engeland, Schotland, Bulgarije en Duitsland komen vandaag van dichtbij bekijken hoe je afvaltransporten in de smiezen houdt. 8.00 uur: De Hollanders die vandaag komen helpen en met eigen auto naar grensovergang A12/A3 rijden zien onderweg een rijdende afzetting van Rijkswaterstaat op de vluchtstrook staan. Meteen wordt algemeen >>
33
HandHaving 2007 #2
HandHaving 2007 #2
Criminaliteit woekert bij voorkeur op plaatsen waar weinig regels zijn en waar slecht wordt gecontroleerd. Een Europa zonder landsgrenzen biedt nieuwe afvoerputjes waar de milieuboef graag komt. De VROM-Inspectie probeert die putten samen met zoveel mogelijk buitenlandse collega’s te dempen. Daarvoor gaan de binnengrenzen soms weer dicht.
coördinator Gerrit Markvoort van de VROM-Inspectie gewaarschuwd: ’Gerrit, weet je dat er verderop wagens staan omdat ze aan de weg gaan werken? Er gaan rijbanen dicht. Dat wordt niks zo.’ Markvoort lacht, zegt niets en vertelt even later bij de briefing dat de gele vrachtwagens van Rijks waterstaat zijn gehuurd om de hele A12 verkeersvrij te maken. En Neder land in, dus op de Duitse A3, staan ook een paar van die trucks met stootblok en pijlen om het verkeer van de weg af te sturen. „So, this border will be closed?”, vraagt Keith Broomfield verbaasd. „Not entirely closed”, legt Markvoort geduldig uit. Maar al het verkeer wordt wel omgeleid over het parkeerterrein. Dat haalt de snelheid eruit en daardoor is er meer tijd om te selecteren. Jenny van Houten van de VROMInspectie vertelt aan haar Schotse collega dat deze statische controle weliswaar enige verkeersoverlast gaat geven, maar dat het rendement en de uitstraling groter is dan bij controles waar vrachtwagens door een motorrijder van de weg worden geplukt. „Voorselectie met een motorrijder is handig en sneller te organiseren, maar je doet veel minder auto’s en je moet de keuze aan anderen laten.” Even later staat Arno Vink van de VROM-Inspectie vrachtwagens te selecteren. Alles met een grote A op de grille krijgt controle. Vink is alert op vrachtwagens met weggehaalde of zwaar versleten bedrijfsnamen, zwaar beladen opleggers met een stoffen huif en open containerbakken. 34
Duitsland: twee controles per jaar Drie personen sterk is de afdeling Abfallwirtschaft van de Bezirks regierung Düsseldorf al om half acht present. Een moment later arriveert een collega van Bezirks regierung Münster. De afdelingen van zijn vergelijkbaar met de VROMInspectie en houden zich vooral bezig met de administratie van EVOA: het verwerken van meldingen en het verstrekken van vervoersvergunningen. „Eigenlijk hebben we niets anders dan de EVOA-administratie. We doen twee keer per jaar een transportcontrole. Dat zijn de evenementen die in TFS-verband door Nederland worden georganiseerd. Daar haken wij dan bij aan”, vertelt inspecteur Stefan Hellman uit Düsseldorf een beetje beschaamd. Dat deze milieu-inspecteurs meedraaien in slechts twee transportcontroles zegt niets over de totale Duitse inzet. Het illustreert alleen de lastige en bureaucratische ’regiolappendeken’ bij onze Oosterburen. Men kan met al die kleine, verspreide afdelingen geen vuist maken. Gernot Hülser van Bezirksregierung Münster zegt jaloers te zijn op Neder land. „We weten ook veel van EVOA en houden de ontwikkelingen goed bij. Maar we krijgen nauwelijks de mogelijkheid onze kennis te testen in de praktijk. Daar is bij ons gewoon geen geld voor.” Die frustratie zorgt er in ieder geval voor dat de milieuinspecteurs met zichtbaar plezier papieren en ladingen controleren. Al gaat men aan het begin van
Niet alleen versleten busjes werden uit de file gehaald voor een paspoortcontrole.
De Bulgaarse collega’s oefenen in het selecteren van vrachtwagens.
de dag wel in conclaaf over details op het transportcontroleformulier: „Wat moet ik hier ook alweer invullen?” Nu staat ’Kreis Münster’ er ook weer niet helemaal alleen voor. Het Bundesamt für Güterverkehr (BAG), afdeling Strassenkontrollen haakt ook aan. De BAG is vergelijkbaar met onze IVW en controleert per jaar 600.000 vrachtwagens op rijtijdenbesluit en technische staat. Als we vragen hoe vaak de trans porten op milieuzaken of EVOA worden gecontroleerd geven de vier aanwezige BAG-agenten verschillende antwoorden. De een beweert elke week, de andere zegt twee keer per jaar per regio. Want ook de BAG kent vele regio’s. De waarheid zal ergens in het midden liggen, denkt Markvoort. „Als wij aan de oostgrens iets doen is de BAG in regel ook present.”
bolides met zakenmensen krijgen ook controle. Een ’search’ hond snuffelt bij bestelbusjes en vrachtwagens naar verstekelingen. Ook John Handels van de Mare chaussee blijkt ingenomen met de ’wegafsluiting’. „Wij hebben die bevoegdheid namelijk niet. Maar nu VROM het doet, kunnen we ook weer eens ouderwets bij de grens controleren wie en wat er allemaal binnenkomt.” Samen met de Douane worden paspoorten en kentekens gecheckt, de technische staat van auto’s beoordeeld en koffers opengemaakt. Een paar vehikels gaan onder motor begeleiding terug Duitsland in. Aan de andere kant van de A12 keert de Bundes Polizei een Opel Astra Station met Duits kenteken binnenstebuiten. De bestuurder en twee inzittenden gaan even later apart mee voor verhoor.
medewerker tussendoor een bekertje koffie uit zijn thermoskan. Een half uur later mogen ze Duitsland in, inclusief proces-verbaal en aanvullende documenten. Het afscheid is vriendelijk.
10.00 uur: Vanuit Duitsland wordt de eindeloze rij auto’s iets sneller dan stapvoets over het parkeerterrein geleid. Een motorrijder van de marechaussee staat aan het begin van het terrein auto’s te selecteren. Rechtdoor is geen controle, linksaf wel. De selecteur is opgetogen dat hij vandaag niet op de motor hoeft. „Op de motor moet je in een split second beslissen of je iemand naar de kant stuurt. Dit is veel beter. Ik kan nu goed in de auto kijken.” Eenduidig beleid is daarin voor een buitenstaander niet te ontdekken. Er worden veel versleten bestelbusjes linksaf gestuurd, maar glimmende
Engeland: mee in de politiewagen Environmental officer Keith Broom field van de Britse Milieu-inspectie blijft de hele dag een beetje verbaasd dat een milieu-inspectie files mag veroorzaken op zo’n belangrijke internationale verkeersader. „Dat krijgen wij niet voor elkaar, maar dat komt misschien ook omdat we een eiland zijn. Boot- en tunnel verbindingen kan je beter niet dwarsbomen.” Het afsluiten van de A12 is eigenlijk het enige waarvan Broomfield vindt dat Nederland en Duitsland het beter doen dan zijn land. „Wij hebben het ook al
goed voor elkaar. Milieu-inspecteurs rijden bij ons doorgaans mee met de politie en wijzen dan aan welke vrachtwagens gecontroleerd moeten worden.” De drie Britten en de Schot zijn van daag vooral kijkers, geen doeners. „We kennen deze manier van werken wel.” De grote zeehavens worden volgens Broomfield eens in de twee maanden gecontroleerd. De snel wegen komen minder vaak aan bod: een keer per kwartaal. Bij de havencontroles wordt echter wel steeds imposanter uitgepakt: „Laatst scanden we drie dagen op rij containers. Daar schrikt men behoorlijk van.” 12.00 uur: De meeste EVOA-controles zijn binnen tien minuten afgehandeld. Twee chauffeurs uit Sassenheim zitten echter al een half uur in de bestelbus van BAG terwijl papieren worden gekopieerd en processenverbaal geschreven. Beiden vervoeren gebruikt aluminium. De één heeft keurig een NIWO-erkenning en de overige papieren ook voor elkaar. „Maar hij is eigen rijder en rijdt momenteel voor ons bedrijf. Hij heeft de erkenning van ons gekopieerd, maar dat schijnt niet te kunnen. Onze fout en daarom blijf ik er even bij.” Opmerkelijk genoeg heeft hij begrip voor het wachten. „EVOA is knap in gewikkeld. Wij hebben er op kantoor speciaal iemand voor zitten. Het is logisch dat die gasten hier het ook goed moeten uitzoeken. Kunnen zij toch niks aan doen?” De chauffeurs krijgen van de BAG-
Bulgarije: één controleur voor afval Het is inspirerend om te zien Stefan Stefanov en Kaya Garabedian de hele dag helpen. En het is een bijzonder beeld: mevrouw Garabedian in een onvervalste bontjas met daarover een reflecterend oranje veiligheidshesje die aanwijzingen geeft aan chauffeurs. Met Stefan Stefanov is de top van het Directoraat afval van het Bulgaarse Ministerie van Milieu en Water present. Collega Garabedian is van de Douane. De Bulgaarse milieu-inspectie telt vijftien mede werkers. „Die zijn vooral druk met controle van waterkwaliteit. We hebben momenteel één controleur voor afval, maar in 2008 komen er drie bij”, vertelt Stefanov stralend. Sinds 1 januari van dit jaar is Bulgarije lid van de EU. Voor die tijd zijn de nationale wetten voor afval aangepast aan de EU-richtlijn 259/93 en zelfs aan de nieuwste richtlijn 1013/2006, legt de afvalexpert uit. Samen met Oostenrijk is vorig jaar geoefend met de uitvoering en dat gebeurt nu in IMPEL-verband. „We hebben de Duitse handleidingen vertaald. Die liggen klaar voor toekomstige medewerkers. Nu wil ik in de praktijk zien hoe het gaat bij controles en hoe politie en douane elkaar precies helpen.” Alle wetens- >>
35
HandHaving 2007 #2
HandHaving 2007 #2
Wilhelm Kockskämper van Bezirksregierung Düsseldorf legt uit waarom deze lading geplette autowrakken van hem Duitsland niet in mag.
Specialist
De Bundespolizei zoekt naar drugs of andere verboden waar.
36
13.00 uur: Een truck met aanhanger vol autowrakken wordt een parkeervak in gedirigeerd. Op het moment dat de truck stilstaat, is er nog niemand in de buurt van de cabine. De chauffeur wacht heel even en geeft dan een dot gas. Weg is-ie. De Nederlanders willen in een auto springen om de truck terug te halen. Maar het is Duits grondgebied, dus de bevoegdheid ontbreekt. De Bundes Polizei neemt het over en Wilhelm Kockskämper van Bezirksregierung Düsseldorf gaat mee richting Ober hausen. Anderhalf uur later arriveert de vrachtwagen propvol geplette wrakken onder politiebegeleiding aan de andere kant van de weg. De chauffeur stapt uit en grijnst naar Jolanda Roelofs: „We zijn weer thuis.” En hij blijft thuis. Kockskämper maakt duidelijk dat de wrakken Duitsland niet in mogen omdat ze olie lekken en omdat er plastic afval en hout tussen is gepropt. Op de wrakken zitten barcodes van Auto Recycling Neder land (ARN) en gele aftappluggen in carter en benzinetank bewijzen dat
de autorestanten vloeistofvrij zijn gemaakt. Dat is ook het verweer van de verbolgen chauffeur, die uitlegt dat de motorblokken in Duitsland worden verwijderd en dat de rest dan doorgaat naar een shredder in België. De Nederlanders kunnen nauwelijks geloven dat ARN dit goedkeurt, maar een telefoontje naar de recyclingorganisatie leert dat het verhaal van de chauffeur klopt: de wrakken worden legaal in Antwerpen verwerkt en moeten vloeistofvrij zijn. De plastic vaten tussen de wrakken zijn wel verboden. „Lekker milieuvriendelijk dat rondrijden”, bromt een douanier. De Nederlanders zijn geneigd de wagen te laten gaan, want van echte olielekkage is eigenlijk geen sprake. „De motorblokken zweten en het heeft geregend”, oordeelt VROM’er Jan van Hal. Duitsland is in dit geval echter de baas en Kockskämper kent, zeker na de achtervolging op de Autobahn, geen genade. Big bags Het scheiden van de markt, letterlijk de laatste wagen. Gerrit Markvoort trekt het dekzeil opzij. Kassa! Tientallen big bags los op elkaar gestapeld met daarin gebruikte nikkelcadmium-catalisatoren. Dit is gevaarlijk afval. De transporteur uit Hengelo heeft geen vergunning en houdt zich stil op de vraag waar de lading naar toe gaat. Markvoort: „Los van het waarschijnlijk illegale dumpen van dit spul, is het levensgevaarlijk. Als hij zwenkt,
rollen die big bags met een beetje pech zo door dat dekzeil heen. Dit zijn dus de ondernemers die zorgen dat vrachtwagens kunnen omvallen.” Nadere inlichtingen: Gerrit Markvoort, VROM-Inspectie, tel. 026 - 352 84 00,
[email protected]; Stephan Stefanov, Ministery of Environment and Water, Bulgarije, ststefanov@moew. government.bg; Gernot Hülsner, Berzirksregierung Münster, Duitsland,
[email protected]; Keith Broomfield, Environment Agency, Engeland,
[email protected]; Europese Commissie: http:\\ec.europa.eu\environment\impel Tekst: Hans Oosterhof Foto: Ben Balster, Format
Arie van Zoomeren, toezichthouder Sandrien Wat houdt de functie in? Als zelfstandig toezichthouder ben ik de schakel tussen de overheid en het bedrijf dat de sloop van de Sandrien uitvoert. Ik ben vrijwel permanent op het karwei aanwezig. De slopers weten alles van staal- en snijbranden, mijn taak is in de gaten houden hoe ze dat doen. Welke pijp ze niet moeten doorsnijden omdat er anders vloeistoffen buitenboord raken. Ik geef aan op welke plekken en in welke onderdelen mogelijk asbest is verwerkt. Verder zie ik toe op de afvoer van afval en neem ik watermonsters. Hoe komt u aan deze kennis? Ik heb jarenlange ervaring op de grote vaart, zowel op zee als met binnenvaart. Een schip heeft voor mij weinig geheimen. Na het faillissement van mijn werkgever ben ik voor mijzelf begonnen in de maritieme dienstverlening. U hebt geen formele bevoegdheden? Dat klopt, maar de lijn naar mijn opdrachtgever de VROM-Inspectie is kort. Er is dagelijks contact. Ook Rijkswaterstaat, de provincie Noord-Holland, de Arbeidsinspectie en het KLPD te water zijn hier nauw bij betrokken. We weten elkaar te vinden en ik documenteer het hele sloopproces met foto’s. En dan is er nog de Otapan? De Sandrien is zo goed als gesloopt. Er is een kans dat ik straks ook bij de Otapan aan slag mag. Foto: Marco Bakker
37
HandHaving 2007 #2
HandHaving 2007 #2
waardigheden noteert Stefanov de hele dag door in een boekje en na een uitleg van VROM’er Arno Vink selecteert de Bulgaar de vrachtwagens die moeten worden gecontroleerd. Daar zitten ook een paar Bulgaarse transporteurs tussen, waarvan Stefanov op een apart blaadje de kentekens of bedrijfsnamen opschrijft. Dat zou weleens het begin van een Bulgaarse database kunnen zijn...
IS ER SPRAKE VAN COÖRDINATIE VAN PROCEDURES?
ZIJN BESCHERMDE DIER- EN PLANTENSOORTEN GEÏNVENTARISEERD?
EEN COMPLEX PROJECT VEREIST RECHTSINFORMATIE OP MAAT
WANNEER DIENEN DE GRONDEN TE ZIJN AANGEKOCHT/ONTEIGEND?
Eerste benchmark provincies vergelijkt appels en peren In welke provincie werken handhavers het meest efficiënt? Waar maken ze de meeste improductieve uren? Voor het eerst is de milieuhandhaving van provincies onderling vergeleken. Van een keiharde prestatievergelijking is echter nog geen sprake. Want elke provincie heeft zijn eigen manier van tijdschrijven, om maar eens iets te noemen.
IS HET PROJECT GESCHIKT VOOR PPS?
In een paar muisklikken alle relevante juridische informatie bij de hand, zodat u exact weet waar u staat in omgevingsrechtelijke kwesties. Dat is OpMaat Omgevingsrecht. De bronnen zijn onderling gelinkt en worden dagelijks geactualiseerd. Naast complete
TWEE MAANDEN GRATIS OP PROEF
wet- en regelgeving biedt OpMaat Omgevingsrecht u een uniek jurisprudentiebestand met bijna 3000 uitspraken, inclusief bronvermelding en annotatie. Ervaar zelf de efficiency en neem nu twee maanden gratis en vrijblijvend een proefabonnement.
HandHaving 2007 #2
Ga naar www.opmaatomgevingsrecht.nl of bel Sdu Klantenservice (070) 378 98 80.
www.opmaatomgevingsrecht.nl
38
„Wij doen het best goed. Ik ben best trots”, laat Gerard Bouman, hoofd af deling bodem & afval van de provincie Gelderland, desgevraagd weten. Voor hem op tafel ligt het rapport ‘Efficiënt toezicht en handhaving in Gelderland: resultaten benchmark provincies’. Gelderland liet eind vorig jaar adviesbureau KplusV zeven provincies de maat nemen op het vlak van hand having. In veertien pagina’s en acht tabellen passeert de handhavingsaanpak van Gelderland, Noord-Holland, Zuid-Holland, Overijssel, Drenthe, Groningen en Limburg de revue. Zichtbare taak Een dwingend motief voor de benchmark was er niet. Bouman: „Wij stellen jaarlijks een handhavingsprogramma op. Daarbij baseren wij ons op onze eigen kengetallen en kunnen we de politiek bedienen met beargumenteerde handhavingsproducten.” Gelderland wilde vooral weten of de toezichthouders niet slimmer kunnen worden ingezet. „Daarover is nog maar weinig bekend. In gemeenteland wordt regelmatig gebenchmarkt. Ik weet niet
waarom dat nooit bij provincies is gebeurd. We deden het gewoon niet.” Bouman zag redenen genoeg om de onderlinge prestaties eens naast elkaar te zetten. „Als er één taak is waar je als provincie zichtbaar bent, dan is dat vergunningverlening en handhaving. Dan vind ik ook dat je duidelijk moet maken hoe je dat doet. Ook ten opzichte van de andere provincies.” Uren voor een controle Nu is daarvoor dus de aftrap gegeven. KplusV en Gelderland zijn samen op bezoek gegaan bij zes provincies en hebben onder andere bekeken welke ICT-ondersteuning en standaarddocumenten provincies in huis hebben, hoe de monitoring is geregeld, over welke taakvelden (grijze handhavers, groene handhavers, specialisten, juristen etcetera) de medewerkers zijn verdeeld en hoeveel medewerkers in dienst zijn bij de afdelingen handhaving. Dat heeft vooral geresulteerd in kwalitatieve vergelijkingen, waaruit niet direct een winnaar tevoorschijn komt. Maar er worden ook harde cijfers onthuld. Over hoeveel uren hand-
havers in den lande gemiddeld besteden aan een controle van een eenvoudig, minder eenvoudig, complex of zeer complex bedrijf. Zo blijkt dat een Gelderse handhaver 37 uur nodig heeft voor de controle van een zeer complex bedrijf, een handhaver uit Zuid-Holland 53 uur en terwijl in Groningen de handhaver al na 12,5 uur klaar is met zijn controle, inclusief voorbereiding, reistijd en afhandeling. We beginnen pas Om met die naakte feiten in de hand een hard oordeel te vellen, daarvoor is het nog veel te vroeg. „Dan heb je het risico dat je appels met peren vergelijkt”, waarschuwt Bouman. Neem nou de uren die een handhaver besteedt aan controles. In Gelderland draait het daarbij om een integrale controle, in andere provincies soms om controles op specifieke regelgeving. „Je mag het nog geen échte benchmark noemen”, vindt onderzoeker Joris Kok van KplusV zelfs. „Waarom niet? Er is een heleboel niet gedefinieerd: wat zijn directe en wat indirecte productieve >>
39
HandHaving 2007 #2
WANNEER KAN DE PLANOLOGISCHE PROCEDURE STARTEN?
Rubriekskop
Gerard Bouman (links) en Joris Kok durfden het als eersten aan de provincies langs de meetlat te leggen. „IPO is nu aan zet voor een landelijke prestatievergelijking.”
Bodemloze put Kortom, wie conclusies trekt op basis van deze prestatievergelijking, kan erg gemakkelijk zijn vingers branden. „Ik zie deze eerste keer meer als leerinstrument, niet als afrekening. Daar is het ook nog niet goed genoeg voor.”
„Maar met die slag om de arm verliest de benchmark toch niet zijn waarde”, stelt Kok. „Je zet wel iets op de bühne. Bijvoorbeeld dat je als bevoegd gezag wel de mond vol mag hebben van professionalisering en good governance, maar dat je ook de moed moet hebben intern de meetlat ter hand te nemen. Als je wat wilt met kengetallen en je hebt de mond vol over efficiency, dan moet je ook goed registreren”, beveelt hij dan ook aan. Bouman: „Het is de afgelopen jaren bij handhaving steeds gegaan om uren en capaciteit en minder over het feit
dat handhaving ook een bodemloze punt kan worden. Je kunt immers overal toezicht op willen houden, maar je moet kijken naar de beste werkwijze. Daar helpt de benchmark bij. Nou ja, nog niet meteen de eerste keer, maar dit is een eerste stap in die bewustwording.” Goed bedacht In Gelderland blijft het niet bij bewust wording. „Wat je uit de benchmark haalt, zijn de handige dingen die anderen bedacht hebben”, vertelt Bouman. „Hier in Gelderland hadden
(advertentie)
MIDDAG
milieuadvies
Wil jij kleur brengen in jouw carrière? dan is MIDDAG milieuadvies de juiste stap.
Wij zoeken twee:
Wat vragen wij?
ADVISEURS TOEZICHT EN HANDHAVING MILIEU
Jij hebt: Een afgeronde, relevante HBO-opleiding, minimaal 2 jaar ervaring met het uitvoeren van milieucontroles, kennis van de Woningwet en / of Wvo, bereidheid cursussen te volgen (bijv. bouwtoezicht, toezicht brandveiligheid), een grote mate van zelfstandigheid, ambitie en doorzettingsvermogen, een professionele en collegiale instelling, rijbewijs B en een auto.
met een integrale blik op de blauwe, groene en rode kleursporen (minimaal 32 uur per week) Als adviseur controleer jij bedrijven op de naleving van de relevante wetten en regels. Jij richt jouw blik niet alleen op de milieu-aspecten, maar hebt ook oog voor bijvoorbeeld brandveiligheid, RO-aspecten en afvalwaterlozingen. De werkzaamheden voer jij uit vanuit kantoor, bij de opdrachtgever of eventueel vanuit huis.
HandHaving 2007 #2
Wie zijn wij? MIDDAG milieuadvies is een professioneel en dynamisch adviesbureau. Onze specialismen zijn vergunningverlening, handhaving en juridische advisering. Overheden zijn onze klant. Het leveren van kwaliteit staat centraal. Wij willen het beste uit ons zelf halen en zijn trots op onze dienstverlening. Er is een open cultuur, waarin medewerkers elkaar stimuleren en enthousiasmeren en waar nodig op een positieve manier corrigeren. Door ruime studiemogelijkheden kunnen de adviseurs zichzelf blijven ontwikkelen.
40
Wat bieden wij? MIDDAG milieuadvies heeft prima arbeidsvoorwaarden. Wij bieden je een goed salaris (schaal 9/10), mobiele telefoon, laptop, mogelijkheid voor telewerken, pensioenregeling, spaarloon- en levensloopregeling, collectieve ziektekostenverzekering, WGAHiaatverzekering, kinderopvangregeling, 27 vakantiedagen obv 40-urige werkweek, reistijdregeling, kilometervergoeding en natuurlijk een stimulerende werkomgeving met leuke collega’s in een snel groeiende organisatie.
En…? Wil jij kleur brengen in jouw carrière? Dan nodigen wij jou van harte uit om te solliciteren. Wij ontvangen graag vóór 18 mei 2007 jouw sollitatiebrief met curriculum vitae. Dit kan per post of email met vermelding van het vacaturenummer 200702. Voor meer meer informatie over deze functie kun je contact opnemen met Alex Middag, 0183-681155.
Contactgegevens MIDDAG milieuadvies: t.a.v. de heer ing. C.J.A. (Alex) Middag • Avelingen-West 60 • 4202MV Gorinchem • Email:
[email protected]
wij de afspraak: één keer per jaar wordt een bedrijf helemaal, integraal, gecontroleerd. Maar is dat wel altijd slim? Andere provincies voeren vooral aspectencontroles uit. Wij gaan vanaf nu zorgvuldiger afwegen waar een handhavingsactie de meeste meerwaarde biedt.” Een aspectencontrole kost minder tijd en geeft dus ruimte om méér controles te doen en bij meer bedrijven langs te gaan die regels slecht naleven, legt hij uit. En er is meer. „In Noord-Holland en Limburg bijvoorbeeld houdt de handhaver zich alleen bezig met het technische toezicht. De afhandeling gebeurt daar door een administratief medewerker”, aldus Bouman. Voor zijn afdeling was dit inzicht aanleiding een proef te starten met een soortgelijke verdeling. Door de mand vallen Was het afdelingshoofd trouwens van niet bang dat de Gelderse handhavers door de mand zouden vallen bij een benchmark? Hij lacht van nee. „Dat zou de indruk wekken dat we helemaal geen idee hebben hoe collega’s bij andere provincies het doen. Maar zo erg was het toch echt niet.” Niettemin was Bouman wel heel benieuwd hoe Gelderland het er vanaf bracht tussen de andere provincies.
„Als ik mensen hier werk laat doen, rijst altijd wel de vraag: hoeveel tijd geef ik ze daarvoor? Klopt dat een beetje? Is het niet te krap bemeten? Het zou bijvoorbeeld bij de formatieverdeling niet prettig zijn als een medewerker hier op een volkomen ander percentage directe/indirecte productieve uren zou zitten als in andere provincies.” Volkomen anders was het percentage niet, maar met acht procent indirecte uren scoorde Gelderland wel het hoogst. „Daar zijn we dan ook mee omlaag gegaan. Ons kwaliteitszorgsysteem loopt nu als een tierelier, we brengen het aantal uren daarvoor nu meer in overeenstemming met wat andere provincies daarvoor nodig hebben.” Alle provincies Dat Bouman tevreden is over de positie van handhaving in Gelderland, wil niet zeggen, zo stelt hij, dat hij daarmee een oordeel geeft over de andere provincies in het onderzoek. Hij zou niet durven. „Dan zeggen ze straks terecht: jij komt hier binnen om slimme ideeën te halen en vervolgens krijgen wij een rapportje dat wij het niet goed doen.” Hij wil geen spijkerharde concurrentie met publieke lijstjes. „Bestuurders willen dan meteen op nummer één
staan. Dan gaat het daar om draaien.” Kok vult aan: „Handhaving gaat om de vraag welk effect je werk heeft ten opzichte van de inspanning.” Dit jaar moet er daarom volgens Bouman een nieuwe, complete prestatievergelijking komen voor alle provincies. „Ik ga het bij het InterProvinciaal Overleg (IPO) op de agenda zetten. Niet alleen om te vergelijken, maar ook om nog meer van elkaar te kunnen leren.” Nadere inlichtingen: Gerard Bouman, provincie Gelderland, tel. 026 - 359 83 74,
[email protected]; Joris Kok, KplusV, tel. 026 - 355 13 55,
[email protected] Tekst en foto: Harry Perrée
41
HandHaving 2007 #2
uren? Hoe wordt er geregistreerd? Wat houden functieomschrijvingen in: wat is management, wat coördinatie? Dat kan bij elke provincie weer anders zijn. Bovendien gebeurt het tijdschrijven niet consequent of soms niet precies genoeg.”
Jurisprudentie
Grenzen voor de toezichthouder Toezichthouders hebben een reeks bevoegdheden, maar die zijn niet onbeperkt. Zo kan een wettelijk voorschrift of een aanwijzingsbesluit de bevoegdheden inperken (art. 5:14 Algemeen Burgerlijk wetboek). Bovendien mogen de bevoegdheden alleen worden gebruikt voorzover dat redelijkerwijs nodig is. Burgers zijn gehouden mee te werken aan een onderzoek van een handhaver, echter ook niet in alle gevallen. Er zijn grenzen denkbaar, zoals onlangs bleek bij de bestuursrechter.
HandHaving 2007#2
De bevoegdheden van toezichthouders staan in de Algemene wet bestuursrecht (artikel 5:15 tot 5:19). Zo mag een toezichthouder elke plaats betreden, behalve als het een woning is en de bewoner geen toestemming geeft. De woning betreden zonder toestemming mag weer wel als het een onderzoek betreft dat met de specifieke bevoegdheden te maken heeft. Bijvoorbeeld als er wordt gezocht naar gevaarlijk afval. Ook is het toegestaan zakelijke gegevens te bekijken of te kopiëren en vervoermiddelen te doorzoeken. In het laatste geval geldt ook de voorwaarde dat het vervoermiddel te maken moet hebben met de wetgeving die wordt gecontroleerd.
42
LPG-gegevens Burgemeester en wethouder van Spij kenisse wilden graag van een tank stations de LPG-doorzetgegevens inzien. Het gemeentebestuur had die informatie nodig om te kunnen vaststellen of het tankstation de grenswaarden van het plaatsgebonden risico niet zou kunnen overschrijden. Berekening van dat risico gebeurde in het kader van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi). De exploitant van het tankstation weigerde de doorzet gegevens te laten zien, mede omdat het concurrentiegevoelige informatie betreft. Het college gelastte echter inzage en dreigde met een dwangsom. Volgens Spijkenisse overtrad de
ondernemer artikel 5:20, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht. Dat artikel zegt dat iedereen verplicht is om een toezichthouder binnen een redelijke termijn alle medewerking te verlenen. De ondernemer liet weten dat dit geen zaak is voor de bestuursrechter, maar voor de rechtbank. De dwangsom was volgens het bedrijf namelijk niet gebaseerd op milieu wetgeving, maar op een ruimtelijke verordening. Zelf nodig Daar was de Raad van State het niet mee eens. Het handhavingsbesluit van Spijkenisse heeft alles te maken met Bevi en die is weer gebaseerd op de Wet milieubeheer. De inzage van de gegevens stoelt op artikel 18.6 van de Wet milieubeheer. Daarmee kreeg Spijkenisse echter niet automatisch helemaal gelijk. De doorzetgegevens waren namelijk niet opgevraagd vanwege toezicht op het bedrijf, maar om artikel 17 van het Besluit externe veilig heid (Bevi) te kunnen uitvoeren. Op basis van die bepaling moeten B&W er zelf voor zorgen dat in de daarin vermelde gevallen het plaatsgebonden risico van inrichtingen de grenswaarde niet meer overschrijdt. Nu Spijkenisse de gegevens niet vroeg vanwege een voorwaarde in de milieuvergunning of een andere norm, liggen de kaarten anders. De bestuursrechter oordeelde dat hier geen sprake is van
toezicht op naleving (Afdeling 5.2 Algemene wet bestuursrecht), maar van het verzamelen van gegevens die de overheid zelf nodig heeft om aan haar wettelijke verplichtingen te voldoen. Het vorderen van de LPGgegevens was niet juist en datzelfde geldt voor het opleggen van een dwangsom. De exploitant van het tankstation werd in het gelijk gesteld. Professor Lex Michiels bestudeerde deze uitspraak en trekt de conclusie dat medewerking in gevallen zoals het tankstation niet met een bestuurlijke sanctie kan worden afgedwongen. De toezichthouder heeft namelijk meestal niet zelf de sanctiebevoegdheid, terwijl het bevoegd gezag waarvoor hij werkt weer niet zelf de toezichtsbevoegdheid heeft. De Wet milieubeheer (art. 18.6) regelt echter wel dat medewerking in het kader (van toezicht op) een groot aantal milieuwetten via een dwangsom kan worden afgedwongen. Het gaat dan onder meer om toezichthouders die belast zijn met toezicht op in de Wet milieubeheer gestelde regels. Vindplaats: Afdeling Bestuursrechtspraak, 31 januari 2007, AB 2007, 53 m.nt. Michiels (Toezicht en medewerking) Tekst: Jan van den Broek