CASUSSEN Jones & Other v. VK EHRM, onvoldoende bewijs om te besluiten tot een gelijkaardige uitholling van de materiële immuniteit van vreemde overheidsfunctionarissen in burgerlijke zaken
Zaak Kosovo Kosovo was een provincie van Servië. Kosovoranen zijn overwegend Moslim terwijl Serviërs Christelijk zijn. De wens van Kosovo om onafhankelijk te worden van Servië leidde in de jaren ’90 tot massamoorden, de NAVO moest ingrijpen. Kosovo heeft zich in februari 2008 onafhankelijk verklaard van Servië, tientallen landen hebben de onafhankelijkheid van Kosovo erkend. Rechtsvraag Is de eenzijdige onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo in overeenstemming met internationaal recht? Overweging Het IGH stelt dat de vraag beantwoord moet worden in het licht van de geschiedenis van Kosovo. Het Hof staat kort stil bij een VN Resolutie uit 1999 waarin opgenomen is dat Servië zich terug moet trekken van Kosovoraans grondgebied. De verantwoordelijkheden ten aanzien van de administratie van Kosovo worden verdeeld tussen de VN en Kosovo zelf. Na 1999 is de administratie stap voor stap volledig overgedragen aan het bestuur van Kosovo. Uit verschillende officiële documenten en verslagen die zijn opgemaakt tot 2008 blijkt dat Kosovo functioneert als onafhankelijke staat. Ten aanzien van de status van onafhankelijkheidsverklaringen onder internationaal recht overweegt het Hof ten eerste dat het niet verboden is onder internationaal recht om onafhankelijkheid uit te roepen. Er is binnen het recht op zelfbeschikking zelfs een recht op onafhankelijkheid voor volken in zogenaamde ‘non-self-governing’ gebieden. Het Hof herhaalt de regel van internationaal recht dat het niet verboden is voor een staat om zich onafhankelijk te verklaren. Dit betekent volgens het Hof dat de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo niet in strijd is met algemeen internationaal recht. Na een analyse van de VN Resolutie uit 1999 en de daaropvolgende afspraken stelt het Hof dat deze onderdeel uitmaken van het internationaal recht en meegenomen moeten worden in het antwoord op de vraag. Het Hof concludeert dat de resolutie niet in de weg staat aan de geldigheid van de onafhankelijkheidsverklaring. Daaruit volgt dat de verklaring niet in strijd is met de resolutie. Het Hof kwam tot deze conclusie door het analyseren van de tekst van de verklaring en de omstandigheden waaronder zij gedaan is. Uit die omstandigheden volgde volgens het Hof dat Kosovo geen beroep deed op het recht op zelfbeschikking maar voor de toekomst een mogelijkheid zag om als onafhankelijke staat verder te gaan.
Rechtsregel Het Hof concludeert aldus dat de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo in overeenstemming is met internationaal recht. Tessa Welvaert
Internationaal & Europees Recht Cases Internationaal
2014-2015 UGent
North Sea Continental Shelf IGH (1969), multilaterale verdragen kunnen bijdragen tot de vorming van internationaal gewoonterecht. 3 mogelijkheden; 1) een verdrag kan eerdere gewoonterechtelijke regels codificeren, 2) het kan een ontluikende gewoonterechtelijke norm kristalliseren of 3) het kan bijdragen tot de vorming van een nieuwe gewoonterechtelijke norm. Verdragen zijn effectief als relevante ‘statenpraktijk’. De North Sea Continental Shelf-zaak is aanhangig gemaakt op basis van een special agreement tussen Duitsland en Denemarken en tussen Denemarken en Nederland. Landen met grenzen aan de Noordzee hebben grenzen getrokken om hun continental shelf te bepalen. Nederland en Denemarken beroepen zich bij de wijze van grensbepaling op artikel 6 van de “Geneva Continental Shelf Convention” Duitsland, aan de andere kant stelt dat uit moet gegaan van gelijke delen. Het geschil kon niet opgelost worden dus werd aan het Internationaal GerechtsHof gevraagd het geschil op te lossen. Rechtsvraag Welke regels zijn van toepassing op het bepalen van de grenzen? Overweging Opgemerkt dient te worden dat dit arrest niet van belang is vanwege het antwoord op de rechtsvraag, maar vanwege de overwegingen van het Hof met betrekking tot de vorming van gewoonterecht. Artikel 6 van het Verdrag heeft invloed gehad en blijft invloed hebben als norm-bepalend artikel dat de basis gelegd heeft voor regels die opgenomen zijn in het corpus van het internationaal recht en als zodanig geaccepteerd zijn door de opinio juris. Daardoor zijn zij bindend geworden voor landen die geen lid zijn van het verdrag. Het Hof overweegt dat het ook noodzakelijk is dat de bepaling van een normcreërend karakter zodat het beschouwd kan worden als basis voor het vormen van algemene rechtsregels. Voordat een regel beschouwd kan worden als gewoonterecht moet een bepaalde tijd verstreken zijn waarin ook daadwerkelijk naar die regel gehandeld werd. Dat het handelen nog maar een korte periode plaatsvindt is in zichzelf geen reden voor het niet vormen van gewoonterecht. Een onmisbare voorwaarde zou dan wel statenpraktijk zijn, inclusief door de staat wiens belangen in het bijzonder geraakt worden, die extensief en zichtbaar uniform is. Daarnaast moet zij voorkomen op zodanige wijze dat aangetoond wordt dat een rechtsregel of wettelijke verplichting algemeen erkend wordt. Het belangrijkste punt in dit arrest is paragraaf 77, het Hof beschrijft de voorwaarden voor opino juris. Het Hof stelt dat voordat er sprake is van opnio juris aan twee voorwaarden voldaan moet zijn. De gedragingen waar het om gaat moeten niet alleen resulteren in een vaste praktijk, maar ze moeten ook uitgevoerd of nageleefd worden op een manier waaruit blijkt dat er ook de overtuiging is dat op deze manier gehandeld moet worden. De frequentie of zelfs het gebruikelijke karakter van de handeling is niet voldoende op zichzelf.
Tessa Welvaert
Internationaal & Europees Recht Cases Internationaal
2014-2015 UGent
Nigaragua-arrest IGH, het verstrekken van financiering aan een rebellenbeweging in een ander land geen schending met zich mee brengt van het geweldverbod, maar wel van het non-interventiebeginsel. Jaren 80, geschil tussen Nicaragua en Amerika. Conflict tussen linkse overheid en rechtse rebellen ‘contra’s’, Amerika stuurt CIA agenten, die steunen de rebellen (geld, wapens, militaire steun) verregaande samenwerking met de rebellen. Is het optreden van de VS wettig? Het is toerekenbaar aan de Amerikaanse overheid, het optreden van de CIA-agenten is toerekenbaar want het zijn formele staatsorganen. De rebellen plegen mensenrechtenschendingen bv. foltering, zijn die inbreuken ook toerekenbaar aan de Amerikaanse overheid? Nee, dus er was enkel een intensieve samenwerking, maar de contra’s werkten nog op individuele basis. Internationaal gewoonterecht
De feiten Nicaragua startte een zaak tegen de Verenigde Staten omdat de VS ongeoorloofd gebruik van geweld gemaakt zou hebben.
Rechtsvraag Nicaragua vroeg het Hof voor recht te verklaren dat de VS handelde in strijd met artikel 2 lid 4 van het VN handvest.
Overweging Het Belang van dit arrest is erin gelegen dat Nicaragua zich niet alleen beroept op verdragsbepalingen maar ook op regels van gewoonterecht. De VS verdedigt zich door te stellen dat zij aan die regels van gewoonterecht helemaal niet gebonden is, als het al regels van gewoonterecht zijn. Het Hof overweegt dat het geweldsverbod weliswaar zowel een verdragsrecht als gewoonterecht is, de inhoud van die regels niet identiek is. Zelfs wanneer de inhoud van de verdragsnorm en norm van gewoonterecht identiek zou zijn is dat geen reden om het gewoonterecht geen betekenis toe te kennen en enkel op het verdragsrecht af te gaan. Het Hof overweegt dat artikel 51 van het VN Handvest, gezien de geschiedenis, een regel van gewoonterecht is die is gecodificeerd in het verdrag. Het Hof bespreekt het belang van identieke regels die complementair aan elkaar toegepast worden in het licht van het verdragenrecht. Het Hof beargumenteert dat ook artikel 2 lid 4 van het VN Handvest een regel van gewoonterecht is, die complementair aan de gecodificeerde verdragsbepaling moet worden toegepast.
Rechtsregel Het gebruikte geweld was niet gerechtvaardigd op grond van zelfverdediging (de argumentatie van de VS) en was in strijd met regels van gewoonterecht. Tessa Welvaert
Internationaal & Europees Recht Cases Internationaal
2014-2015 UGent
Nottebohm- arrest IGH, staten zich er veelal van onthielden om diplomatieke bescherming uit te oefenen ten gunste van genaturaliseerde personen die, wegens lange afwezigheid, hun band met de staat hadden verbroken, IGH liet zich inspireren op relevante gewoonterechtelijke regels. IGH besloot dat Liechtenstein geen diplomatieke bescherming kon uitoefenen ten opzichte van een persoon die door Guatemala was uitgewezen omdat er geen spraken was van dergelijke ‘genuine link”= daadwerkelijke band) met de staat waarvan men de nationaliteit heeft. Wanneer er een persoon dubbele nationaliteit heeft, zullen in principe de beide staten het diplomatieke beschermingsrecht kunnen uitoefenen ten opzichte van andere landen. (statenpraktijk) De feiten De heer Nottebohm, van origine Duits, vraagt in 1939 neutralisatie in Liechtenstein aan. Voorwaarde hiervoor is dat hij ook geaccepteerd zal worden in een maatschappelijk verband in Liechtenstein, ook dit vraagt hij aan. De heer Nottebohm, werkte voornamelijk in Guatemala, maar reisde regelmatig naar Duitsland en Liechtenstein voor bezoek. Uiteindelijk wordt de neutralisatie geaccepteerd, wat de heer Nottebohm tot staatsburger van Liechtenstein maakt. Guatemala accepteert de neutralisatie niet, waarop Liechtenstein een vraag voorlegt aan het Internationaal Gerechtshof.
Rechtsvraag Kan de unilaterale handeling door Liechtenstein ingeroepen worden tegen Guatemala met betrekking tot het uitoefenen van bescherming?
Overweging Het Hof overweegt dat nationaliteit valt binnen de jurisdictie van de staat die het behandelt volgens haar nationale recht. In dit geval echter, nu het gaat om bescherming, wordt het nationaliteitsvraagstuk in de internationale sfeer geplaatst. Het Hof overweegt dat wanneer twee staten claimen dat één persoon haar nationaliteit heeft moet dit conflict in internationaal perspectief bekeken worden. Om de nationaliteit van een dergelijk persoon te bepalen zijn een aantal criteria ontwikkeld.Het Hof stelt dat de voorkeur wordt gegeven aan de effectieve nationaliteit die gebaseerd is op de banden die een persoon heeft met een staat. Hierbij moeten diverse factoren meegenomen worden die in verschillende zaken verschillende waarde toegekend moeten worden. Hieronder valt bijvoorbeeld, de woonplaats, zijn interesses en hoe deze aan een plaats gebonden zijn, familiebanden, participatie in de maatschappij, hechting aan een bepaalde staat etc. Het Hof overweegt vervolgens wat de banden van de heer Nottebohm zijn met Guatemala, Duitsland en Liechtenstein en komt tot de conclusie dat er helemaal geen band met Liechtenstein is. De enige reden dat de heer Nottebohm neutralisatie aan heeft gevraagd is om, in oorlogstijd, inwoner te zijn van een neutrale staat. Het Hof concludeert dat de werkelijke band bestaat tussen de heer Nottebohm en Guatemala. Rechtsregel Het Hof antwoordt dan ook ontkennend op de vraag.
Tessa Welvaert
Internationaal & Europees Recht Cases Internationaal
2014-2015 UGent
Warrant-zaak /Yerodia IGH, nationale wetgeving inzake immuniteit in strafzaken om uit te maken of er een gewoonterechtelijke regel was die België verbood om de zittende Congolese buitenlandminister te vervolgen. Ook de uitspraken van nationale rechters kunnen een bron van statenpraktijk vormen. Zaak België v Congo. Feiten In 1993 nam België een wet voor universele jurisdictie aan. Dit stond toe om personen voor war crimes, crimes against humanity en genocide te vervolgen. De zittende minister voor buitenlandse zaken van Congo werd voor het Hof gedaagd. Hierop brak er een stroom van kritiek los, onder andere aangezien een zittende minister streng relatief strikt beschermd wordt onder internationaal recht op basis van personele immuniteit.
Rechtsvraag Komt een zittende minister van buitenlandse zaken toch immuniteit toe, ook al gaat het om internationale misdrijven?
Overweging Immuniteit wordt toegekend opdat die personen in kwestie hun functie naar behoren uit kunnen oefenen. Als deze personen in het buitenland zijn dienen zij volledige immuniteit te hebben.
Rechtsregel Immuniteit voor personen in functie is er om te zorgen dat zij die functie naar behoren uit kunnen oefenen.
Oplossing Het Hof besliste om zich niet uit te spreken over het vraagstuk van de universele jurisdictie. Het steunt deze beslissing voornamelijk op de vraag van de partijen zelf om de beslissing te beperken tot de kwestie van de immuniteiten.
Tessa Welvaert
Internationaal & Europees Recht Cases Internationaal
2014-2015 UGent
Asiel-zaak / Asylum case IGH (1950) onderzocht of er binnen Latijns-Amerika regionaal gewoonterecht bestond inzake het verlenen van asiel aan politieke vluchtelingen. De feiten Na een burgeroorlog in Peru zocht de leider van de verliezende partij asiel in Colombia, dit doet een aantal vragen rijzen over de bevoegdheid van Colombia om asiel te verlenen aan personen die strafbare feiten begaan hebben. Rechtsvraag Was Colombia bevoegd om asiel te verlenen aan een persoon die strafbare feiten begaan heeft? Overweging Colombia rechtvaardigt haar handelen door onder andere verwijzen een verdrag dat in 1911 gesloten werd waarin de staat-partijen het instituut asiel erkennen in overeenstemming met de beginselen van internationaal recht. Verder verwijst Colombia naar verschillende andere verdragen en gewoonterecht. Het Hof overweegt dat de partij die zich beroept op internationaal gewoonterecht, moet bewijzen dat die gewoonte zich op dusdanige manier ontwikkeld heeft dat deze verbindend is voor de andere partij. De Colombiaanse regering moet bewijzen dat de ingeroepen regel constante en uniforme toepassing vindt door de betrokken staten en dat deze toepassing een uitdrukking is van het recht behorend tot het asielrecht. Dit volgt uit artikel 38 van het Statuut van het Internationaal gerechtshof, dat verwijst naar internationale gewoonte “as evidence of a general practice accepted as law”. Het Hof concludeert dat een dergelijke regel van internationaal gewoonterecht niet bestaat. Daarbij stelt het Hof dat mocht een dergelijke regel wel bestaan, Peru er niet aan gebonden zou zijn door de werking van het Montevideo Verdrag. Belangrijke overweging van het Gerechtshof in dit arrest is dat de statenpraktijk, die vereist is voor gewoonterecht, naast nationale gewoonte, ook lokale gewoonte omvat. Rechtsregel Colombia was hier niet toe bevoegd, het internationaal recht verzet zich hiertegen.
Tessa Welvaert
Internationaal & Europees Recht Cases Internationaal
2014-2015 UGent
Right of Passage-zaak IGH erkende de mogelijkheid van een vorm van lokaal gewoonterecht, mits instemming van alle betrokken partijen. Paquete Habana-arrest Amerikaans Hooggerechtshof uit 1900, het hof besloot in deze zaak, op basis van een analyse van de officiële instructies in derde landen, van bestaande verdragen, van vonnissen van lokale rechtbanken en opinies in de rechtsleer, dat visserijschepen niet konden worden buit gemaakt in het kader van een gewapend conflict. Internationaal gewoonterecht. Nuclear Test IGH, Australië v. Frankrijk, eenzijdige verklaring/verbintenis Frankrijk was gehouden door verklaringen van haar President en diverse regeringsleden waarin te kennen was gegeven dat Frankrijk geen atmosferische nucleaire testen meer zou uitvoeren in de Stille Oceaan. Andere staten konden deze verklaringen nadien tegen Frankrijk inroepen. Frankrijk voerde testen uit voor zijn atoombomprogramma in de Franse overzeese gebieden in de Stille Oceaan, meer bepaald op het eiland Mururoa. Australië en Nieuw-Zeeland wensten dat deze testen werden stopgezet. Frankrijk verklaarde, in de periode tussen de aanhangingmaking van de zaak bij het IGH en de uitspraak, meermaals dat het na de testenreeks van de zomer van 1974 met het programma zouden stoppen Suez-crisis Eenzijdige verklaring van Egypte uit 1957 n.a.v. de Suez-crisis inzake vrije doorgang voor derde staten doorheen het Suez-kanaal. Arbitragezaak tussen Oost-Timor en Australië / Attorney-General Relatieve nietigheid , Oost – Timor vs Australië, Verdrag rond de exploitatie van olie in de Timorese zee, inkomsten delen tussen die twee staten. Vorig jaar begon Oost-Timor een zaak (afluistering, onderhandelingen inzet voordeel van Australië), vrij vreemde zaak. Arbitragetribunaal =>Australische politie binnengevallen in advocatenkantoor van Oost - Timor, huiszoekingen en dergelijke... Aanvechten van de geldigheid van dat verdrag => O. T. eist dat de documenten worden terug geven en de mogelijke kopieën worden verwijderd. Bedrog. Preah Vihear Geschil tussen Cambodja en Thailand rond de tempel, relatieve nietigheid; dwaling.
Tessa Welvaert
Internationaal & Europees Recht Cases Internationaal
2014-2015 UGent
Reparations for Injuries IGH, (1949) advies gevraagd naar aanleiding van de moord op VN-bemiddelaar Folke Bernadotte door Joodse extremisten , dat de VN bevoegd was om een schadeclaim in te stellen tegen een overheid voor schade toegebracht aan één van vertegenwoordigers in uitvoering van diens taak. Aanslag op een Zweedse graaf, die actief was als VN-onderhandelaar in het Midden-Oosten. Gedood door Joods extremisten, VN wil schadeclaim instellen. Is de VN verantwoordelijk voor schadeclaim te stellen? Advies hierover vragen aan het IGH, IGH zegt: ja, rechtssubjecten, ook andere entiteiten zoals internationale organisaties (IO’s) bv. VN. (ook NGO’s, subjecten van het internationaal recht) Het IGH erkende uitdrukkelijk dat internationale organisaties Internationale rechtspersoonlijkheid hebben. IO’s kunnen claims brengen om vergoeding te krijgen voor schade toegebracht door lidstaten of derde staten aan de organisatie. Maar ook zijn ze internationaal aansprakelijk voor internationaal onrechtmatig gedrag. Feiten De United Nations vroeg om een advisory opinion van het Hof omtrent de volgende kwestie. Een aantal personen hadden de dood gevonden in dienst van de United Nations. Nu was de vraag of de United Nations als organisatie het recht had om een claim in te dienen tegen de verantwoordelijke overheid voor oftewel schade geleden door de United Nations zelf, of schade geleden door het slachtoffer of zijn opvolgers middels hem/haar. Rechtsvraag Heeft de United Nations als organisatie de rechtspersoonlijkheid om een claim in te dienen voor geleden schade oftewel door haarzelf, of door het slachtoffer? Overweging Het Hof kwam unaniem tot de conclusie dat de United Nations inderdaad in staat is om een claim in te dienen voor schade geleden door haarzelf of het slachtoffer bij een Staat die dit veroorzaakt heeft door zijn verplichtingen jegens de United Nations te schenden onder internationaal recht. De bevoegdheden gegeven door de leden van de United Nations kunnen alleen zo uitgelegd worden als dat zij een internationale rechtspersoonlijkheid toekennen aan de United Nations als organisatie. De functies die de United Nations toegekend heeft gekregen kunnen enkel uitgevoerd worden indien deze internationale rechtspersoonlijkheid impliciet toegekend zou zijn. De United Nations heeft internationale rechten en plichten en de mogelijkheid om deze rechten en plichten te effectueren door internationale claims in te kunnen dienen. De United Nations heeft ook de mogelijkheid om zijn 'agents' te kunnen beschermen en deze claim dus voor hen in te kunnen dienen. Rechtsregel De United Nations als organisatie heeft krachtens de toegekende bevoegdheden toegekend door haar leden impliciet internationale rechtspersoonlijkheid, en is dus in staat om internationale claims in te dienen voor haarzelf en haar 'agents'.
Tessa Welvaert
Internationaal & Europees Recht Cases Internationaal
2014-2015 UGent
Aaland-eilanden 1921 Werd Finland een soevereine staat in de chaotische nadagen van de Russische revolutie? Eilanden tussen Finland. Wie heeft aanspraak op die eilanden? Er werd een comité opgericht door de Volkerenbond om een uitspraak te doen over wie aanspraak heeft op de eilanden. Je bent de soevereine staat indien je(effectief gezag) controle over de staat hebt zonder hulp van buitenlandse troepen. Indien tijdelijke verstoring, nog steeds een staat bv staatsgreep, lange tijd zonder regering. Secession o fQuébec Canadees Hooggerechtshof (1998) oordeelt dat een volk buiten een paar uitzonderingen) geen aanspraak kan maken op ‘externe’ zelfbeschikking wanneer het zijn recht op zelfbeschikking ‘intern’ kan uitoefenen. Secession of Quebec, Frans-deel van Canada, ze wouden zich afscheiden. Suprême court van Canada 1998: goed vertegenwoordigd in alle structuren (internationale zelfbeschikking), Québec heeft geen legitieme aanspraak op onafhankelijkheid. Wat indien geen interne zelfbeschikking? Dan was er mogelijkheid op aanspraak van externe zelfbeschikking. Louisiana purchase 1803, waarbij de VS een gebied van meer dan 2 miljoen km2 kocht van Frankrijk. Cessie is uiteraard maar mogelijk indien de staat die het gebied overdraagt zelf een geldige titel heeft (nemo dat quod non habet) Guantanamo lease Stuk in het oosten van Cuba met een marine basis van de VS, 1903 VS overeenkomst met Cuba voor onbeperkte duur een erfpacht, tot stand gekomen onder militaire druk zegt Cuba. Cuba stelt geldigheid van verdrag in vraag. Island of Palmas Spanje kon het eiland Palmas niet overdragen aan de VS omdat het gebied ingevolge prescriptie aan Nederland was gaan toebehoren. Cessie is uiteraard maar mogelijk indien de staat die het gebied overdraagt zelf een geldige titel heeft (nemo dat quod non habet) NL v. VS dacht dat ze soevereiniteit hdden omdat Spanje de Filipijnen had overgedragen aan de VS. Maar Spanje was daar niet gemachtigd toe, want Nederland bezette zonder tegenstand van Spanje Island of Palmas. Filartiga v Pena-Irala Ontstond de indruk dat deze wetsbepaling kon worden ingeroepen om voor de Amerikaanse rechtbanken schadevergoeding te verkrijgen voor de meest uiteenlopende schendingen van het volkenrecht gepleegd in het buitenland. Jonge man werd gefolterd in Parague. Zaak wordt beslecht in Amerika. Klagers baseren zich op een hele oude wet. De Amerikaanse rechter interpreteerde de wet als een wettelijke basis om mensen in Amerika schadevergoeding te bekomen bij overtreding mensenrechten in buitenland. Extra-territoriale jurisdictie
Tessa Welvaert
Internationaal & Europees Recht Cases Internationaal
2014-2015 UGent
Kiobel-arrest Amerikaans hooggerechtshof, US, Suprême Court, 2013 Het hooggerechtshof van Amerika besloot in het arrest dat tot aanleiding van een wet als de ATS (Alien Tort Statute) een weerlegbaar vermoeden geldt dat zij geen extra-territoriale werking kent. ingesteld door Nigerianen in Amerika. Shell betrokken bij mensenschendingen in Nigeria. Nietextraterritoriaal geldt, behalve tegendeel bewezen. Vermoeden dat de wet niet geldt en het vermoeden wordt niet weerlegd. Einde claims van Amerikanen die schadevergoeding willen krijgen voor mensenrechtenschendingen overal ter wereld. Extra-territoriale jurisdictie Air Transport Association of America-arrest 2011, besloot het hof van Justitie van de EU niettemin dat deze aanpak niet strijdig was met het internationale of Europees recht. Bosnische Genocide zaak Hoewel Servië niet als dusdanig verantwoordelijk was voor de genocide in Srebrenica (uitgevoerd door het (niet-statelijke) Bosnisch- Servische Volksleger), zij niettemin een inbreuk had begaan op haar plicht onder het Genocideverdrag om genocide te voorkomen. Bosnische Genocide-zaak werd aanhangig gemaakt op basis van een compromissoire clausule uit het Genocideverdrag. Teheran-arrest VS v Iran (1979), Val sjaar (islamitisch regime aan de macht), spontane studentenprotesten voor ambassade, de ambassade wordt overmeesterd en gegijzeld. De ambassade moest beschermd worden door de Iraanse overheid, op zich is Iran niet verantwoordelijk (wel inbreuk op beschermingsplicht van Iran). Voor de bevrijding van het ambassade personeel moet de VS enkele eisen aannemen, hierbij neemt Iran de verantwoordelijkheid van de voortzetting van de gijzeling opzich. Voor het begin van de gijzeling was Iran niet verantwoordelijk, Iran heeft wel een inbreuk gepleegd op de beschermingsplicht van de ambassade. Vanaf dat Iran eisen stelt aan de VS is Iran wel verantwoordelijk voor de verderzetting van de gijzeling. Staatsaansprakelijkheid en toerekenbaarheid Walvis-zaak Australië v Japan, bij Internationaal gerechtshof. Australië start zaak tegen Japan. Nieuw-Zeeland komt er tussen in procedure over Japanse walvisjacht. Walvisjagers kunnen bij Japanse overheid vergunning krijgen, voorstellen als wetenschappelijk onderzoek Maar internationaal gerechtshof zegt dat Japan de interne verplichtingen in kader van het walvissen-verdrag geschonden heeft. Staatsaansprakelijkheid – maatregel
Tessa Welvaert
Internationaal & Europees Recht Cases Internationaal
2014-2015 UGent
Duitsland vs Italië In WOII plegen de Duitsers veel ernstige mensenrechtenschendingen en oorlogsmisdaden in Italië. Duitsland richt na oorlog een compensatiefonds in, slachtoffers konden aanspraak doen op een vergoeding. Soms werd een verzoek tot compensatie afgewezen voor Italianen en Grieken, gaan naar eigen rechtbank maar de Italiaanse rechtbank erkent de immuniteit van de Duitse overheid niet. Hof van Cassatie erkende ook geen staatsimmuniteit. Schending van ius cogens, uitvoeringsmaatregelen wel toegelaten. 1) opgeven van staatsimmuniteit door schending ius cogens, 2) uitvoeringsmaatregelen binnen Italië toelaten, 3) Grieken met Grieks vonnis kunnen uitvoering verkrijgen tegen Italië. Duitsland pleegt dus een inbreuk op staatsimmuniteit, zaak voor internationaal gerechtshof. IGH zoekt antwoord in gewoonterecht; 3 argumenten van Italië. 1) onrechtmatige daad (verlenen in kader van strijdkrachten van gewapend conflict), 2) ernstige mensenrechtenschendingen (geen bewijzen van niet), 3) inbreuk ius cogens (immaterieel procedureel, ius cogens inhoudelijk) Italië heeft Duitse staatsimmuniteiten geschonden door zaken voor nationale rechter toe te laten + uitvoeringsmaatregelen toe te laten + Griekse individuen toe te laten. Rainbow Warrior In de jaren ’90, Franse overheid voert nucleaire testen uit in Stille Oceaan. Greenpeace heeft in buur: Rainbow Warrior (schip), die daar militaire domeinen gaat betreden, ze proberen de testen te verstoren en de Franse overheid ziet dat niet graag gebeuren. Frankrijk pleegt een aanslag op hun schip als ze aangemeerd ligt in de haven van Nieuw-Zeeland. 2 explosies, 1 waarschuwing en 2de om het schip te laten zinken. Er zat nog een fotograaf op het schik, die verdronk. De leden van de Franse dienst proberen terug te keren naar Frankrijk, maar de politie van Nieuw-Zeeland houdt 2 mensen aan. Ze worden voor de strafrechter gebracht en worden strafrechtelijk veroordeeld voor 10 jaar cel. Frankrijk wil dit niet laten gebeuren, met gevolg een diplomatieke rel. Frankrijk dreigt met een economisch embargo. UNSG onderhandelt tussen 2 partijen, ze komen tot een compromis. De 2 Franse agenten moeten niet in de cel van Nieuw-Zeeland verblijven, maar moeten wel 3 jaar aan een stuk op militaire basis van Frankrijk in Stille Oceaan verblijven en Frankrijk moet een schadevergoeding betalen. Wanneer een geschil bestaat over de toepassing van de compromis moeten ze het geschil voorleggen aan het Arbitragetribunaal. Maar de 2 agenten komen beide voor 3 jaar terug naar Frankrijk, de ene om een medische behandeling te ondergaan en de andere zijn stervende vader te bezoeken. Nieuw-Zeeland zegt dat Frankrijk de overeenkomst niet is nagekomen; geen toestemming gevraagd aan N-Z en ze zijn nooit terug gekeerd naar N-Z, gevolg: er wordt een arbitragetribunaal opgericht. Frankrijk roept verweergronden op voor Arbitragetribunaal 1) geen forse majeure, het gaat niet om een soort van onweerstaanbare kracht. 2) geen noodtoestand, a) levensbedreigende situatie, b) proberen toestemming te verkrijgen van N-Z, minstens poging ondernemen, c) tijdelijk van aard, terugkeren naar eiland als levensbedreigende situatie wegvalt. De ene agent zat in een levensbedreigende situatie en had toestemming proberen te verkrijgen, maar niet tijdelijk van aard. De andere agent zat niet in een levensbedreigende situatie, had gen poging gedaan achter een toestemming en ook geen tijdelijke aard. Frankrijk wordt veroordeeld, gevolg van staatsaansprakelijkheid.
Tessa Welvaert
Internationaal & Europees Recht Cases Internationaal
2014-2015 UGent
Lotus Frankrijk tegen Turkije, bij permanent internationaal gerechtshof. Botsing schip, Franse kapitein veroordeeld door Turkije. Frankrijk gaat naar PIGH verzet zich, Turkije geen rechts jurisdictie. Turkije krijgt gelijk van PIGH. Extraterritoriale jurisdictie Yerodia Absolute immuniteit Pinochet –arrest Een voormalig staatshoofd kan zich niet beroepen op immuniteit. Foltering, niet normale uit voering van zijn functie, voor bepaalde handelingen door overheidsfunctionaris, geen immuniteit. Materiële immuniteit Barcelona traction –zaak Volgt uit de zaak, kijken naar de vestiging van de statutaire zetel of de plaats van registratie om uit te maken welke staat desgevallend diplomatieke bescherming kan uitoefenen Diallo-arrest Onwettige aanhouding van en uitzetting van een persoon met de Guineese nationaliteit door de DRC,IGH (2010) diplomatieke bescherming Senkaku/Diaoyu eilanden China vs Japan Territoriaal geschil Lockerbie Russische aanslag op vliegtuig boven Schotland, in opdracht van Kadafi (Engeland wil geen mensen uitleveren, schrik voor straffeloosheid. Engeland vervolgt Libische overheidsfunctionaris, overeenkomst berechting in Nederland met 3 schotse rechters (geen jury). Immuniteit
Tessa Welvaert
Internationaal & Europees Recht Cases Internationaal
2014-2015 UGent