Rechten & plichten
November 2013 D/2013/6274/5
van de gebruiker van een voorziening voor personen met een handicap
Deze brochure is gratis te verkrijgen bij: VAPH Communicatiedienst T 02 225 85 97 – F 02 225 84 05 E
[email protected] www.vaph.be > publicaties
VOORWOORD
INHOUD
HET WAAROM VAN DEZE BROCHURE
VOORWOORD
3
4
Recht op medezeggenschap
HISTORIEK: VAN TOEN TOT NU
5
5
Zelfbeschikkingsrecht
RECHTEN & PLICHTEN
6
6
Recht op informatie
Definitie van de gebruiker
7
7
Recht op dossierinzage
Recht op zorg en kwaliteit
8
8
Informatie- en hoorrecht voor
1
Recht op ondersteuning
2
Recht op zorgbemiddeling
9
3
Recht op continuïteit van de ondersteuning
10 Recht om klacht in te dienen
4
Recht op een verantwoorde overdracht
5
Recht op kwaliteit
Recht op individuele en
2
11 Bescherming tegen eenzijdig ontslag Recht op bescherming van 10
Centraal meldpunt
2
Waarborg op integriteit
rechten en plichten
3
Afzonderingsmaatregelen
12
Recht op een individuele
OVER RECHTEN EN PLICHTEN…
15
20
de integriteit 1
behandeling of begeleiding 3
23
Recht op advies
Recht op een charter van collectieve Recht op een protocol van verblijf,
18
de vertrouwenspersoon
collectieve inspraak 1
22
Als persoon met een handicap verdien je een kwaliteitsvol bestaan. Deze brochure gaat over de kwaliteit van de zorg en de zorg voor kwaliteit waarop jij recht hebt. Deze brochure is voor jou bestemd als je in een voorziening verblijft of gebruik maakt van ondersteuning die door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) wordt erkend en gesubsidieerd. Over welke voorzieningen gaat het dan? Alle residentiële, semi-residentiële en ambulante voorzieningen. En behalve tot jou, richt deze brochure zich ook tot de mensen uit jouw omgeving. Als persoon met een handicap of als gezin met een zoon of dochter met een handicap moet je kunnen rekenen op een kwaliteitsvolle dienstverlening. Daarom moet een voorziening aan een aantal verplichtingen voldoen. Anders krijgt ze geen erkenning en geen subsidies van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap.
17
TOEKOMSTPERSPECTIEVEN
24
EEN PAGINA VOOR JOU
26
TREFWOORDENLIJST
27
dienstverleningsovereenkomst
COLOFON Dit is een brochure van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH). Deze brochure werd met veel zorg samengesteld. Er kunnen in deze publicatie evenwel onvrijwillige onjuistheden voorkomen, waarvoor de redactie en de uitgever niet aansprakelijk kunnen worden gesteld. Verantwoordelijke uitgever: Dany Dewulf, Sterrenkundelaan 30, 1210 Brussel. Deze brochure is gratis te verkrijgen bij: VAPH, Communicatiedienst, Sterrenkundelaan 30, 1210 Brussel, T 02 225 85 97, F 02 225 84 05,
[email protected], www.vaph.be. Concept & realisatie: Roularta Custom Media – Tekst: Ben Herremans en Barbara Vandenbussche – Lay-out: Anne-Sophie Demey – Illustraties: Hans Vanneste – Met dank voor input en revisie aan: Monique Dumon (SEN), Bernadette Rutjes (Inclusie Vlaanderen vzw) en Lief Vanbael (Gezin en Handicap vzw) – Druk: Roularta Printing.
2 RECHTEN EN PLICHTEN
Die verplichtingen hebben te maken met onder meer de kwalificaties van het personeel, de werking, de behuizing, de administratie enzovoort. Jij hebt dankzij die verplichtingen het recht om kwaliteit te verwachten wanneer je gebruik maakt van deze diensten. Tegelijkertijd heb je als gebruiker ook plichten, en mag de dienstaanbieder van jou ook een en ander vragen. Dat je tijdig de rekeningen voor je verblijf betaalt bijvoorbeeld, of dat je je houdt aan de gemaakte afspraken,… Er is dus sprake van rechten én plichten. Wederzijds, zowel voor de voorziening als voor jou als gebruiker van de voorziening. Het meeste kans op een kwaliteitsvol bestaan of een kwaliteitsvolle dienstverlening heb je wanneer je open en respectvol kan communiceren met de aanbieder van zorg en ondersteuning. De ervaring die jij als persoon met een handicap of als ouder, broer of zus van een persoon met een handicap daarbij inbrengt, RECHTEN EN PLICHTEN
3
is essentieel. Jij moet de kans en de ruimte krijgen om je noden en verwachtingen te verwoorden. De aanbieders van zorg en ondersteuning kunnen hier hun deskundigheid inbrengen. Naar elkaar luisteren, samen denken en mogelijkheden bekijken in wederzijds vertrouwen biedt de meeste kansen voor de beste invulling van jouw vraag.
EEN BESLUIT VOOR KWALITEITSZORG Participatie, mee kunnen bepalen hoe je wilt leven, je dagbesteding wilt invullen, hoe je wilt geholpen worden, is een fundamenteel mensenrecht. Meer en meer worden zorg en ondersteuning daarom vraaggestuurd bepaald. Dit lijkt misschien vanzelfsprekend, maar dit is niet altijd zo geweest. Het was een lange weg, met heel wat besluiten en decreten (zie kader), om meer inspraak te krijgen voor gebruikers in voorzieningen en meer ondersteuning op maat te kunnen bieden. Maar uiteindelijk bundelde de Vlaamse regering op 4 februari 2011 alle rechten en verplichtingen voor een kwaliteitsvolle zorg in één besluit. Dat besluit is dus belangrijk voor jou. Het gaat immers over de rechten die je hebt als je gebruik maakt van de door de VAPH-voorzieningen geleverde opvang, behandeling en begeleiding. Alvast goed om te weten: de kwaliteit van de zorg en de zorg voor kwaliteit vertrekken zo veel mogelijk vanuit jouw vragen en verwachtingen. Zo veel mogelijk, want het spreekt voor zich dat niet alle wensen kunnen worden ingewilligd. In het besluit van de Vlaamse regering zijn alle rechten en verplichtingen van zowel de voorzieningen als de gebruikers weergegeven. De volledige teksten en details vind je daar. Deze brochure wordt opgebouwd aan de hand van de rechten van de gebruikers, maar ook hun plichten komen in de brochure aan bod. Lees deze brochure vooral als een gids voor jou als gebruiker van een voorziening en voor de mensen die je vertegenwoordigen zoals je ouders, broer, zus of voogd. Zo kan jij jouw zorg of ondersteuning zo goed mogelijk onderhandelen en je ondersteuning mee bepalen.
4 RECHTEN EN PLICHTEN
HISTORIEK
VAN TOEN TOT NU Het besluit van de Vlaamse regering van 4 februari 2011 kent een lange voorgeschiedenis. Het loont de moeite om die nog eens kort te vertellen. Waarom? Omdat het de weg toont die al werd afgelegd om jou de hoofdrol in je eigen leven te geven.
VROEGER
Vroeger was er van inspraak en deelname helemaal geen sprake. De voorzieningen namen de zorg in handen. Als ouder moest je je kind met een handicap toevertrouwen aan de zorg van anderen. En als persoon met een handicap moest je leven volgens de opgelegde regels.
1993
Op 15 december 1993 werd het zogenaamde Inspraakbesluit gepubliceerd. Voor het eerst werden enkele belangrijke rechten voor de gebruikers vastgelegd.
1997
Op 29 april 1997 vaardigt de Vlaamse regering een decreet uit over ‘de kwaliteitszorg in de voorzieningen’.
2000
Op 15 december 2000 zet de Vlaamse regering het decreet over die kwaliteitszorg om in een besluit, ‘het kwaliteitsbesluit’ genoemd. Sindsdien moeten de voorzieningen voldoen aan ‘minimale kwaliteitseisen’.
2003
Op 17 oktober 2003 vervangt de Vlaamse regering het decreet van 1997 door een nieuw decreet, waarmee de Vlaamse overheid de kwaliteit van de zorg wil beoordelen en bewaken.
2011
Op 4 februari 2011 bundelt de Vlaamse regering alle bepalingen over de kwaliteit van zorg en zorg voor kwaliteit voor de sector personen met een handicap in één besluit. Dit besluit heet officieel: ‘Besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 2011 betreffende de algemene erkenningsvoorwaarden en kwaliteitszorg voor opvang, behandeling en begeleiding van personen met een handicap’.
RECHTEN EN PLICHTEN
5
Rechten & plichten Ben je een nieuwe gebruiker van een voorziening? Of krijg je al ondersteuning van een voorziening? Het is in beide gevallen nuttig om eens al je rechten en plichten te overlopen. Als nieuwe gebruiker kan je het best het hele overzicht goed en grondig lezen. Voor de lezers die al gebruiker van een voorziening zijn, is het misschien verwarrend om een onderscheid te maken: wat was er al en wat is er nieuw? Daarom duiden we aan welke in het fuchsia en met elementen uit het Besluit van 4 februari 2011 van de Vlaamse regering je speciale aandacht verdienen.
6
DEFINITIE VAN DE GEBRUIKER De gebruiker is de persoon die een beroep doet op de ondersteuning door een voorziening. Misschien ben je niet in staat om zelf je rechten en plichten uit te oefenen. Bijvoorbeeld vanwege je leeftijd, of vanwege de aard van je beperking. In dat geval wordt er in deze volgorde gezocht naar iemand die in jouw plaats je rechten en plichten uitoefent: 1 – je partner. Dat is je samenwonende echtgenoot / echtgenote of de partner met wie je (wettelijk of feitelijk) samenwoont. 2 – je ouders, één of beide. 3 – een vertrouwenspersoon die jij zelf kiest, of die je ouders of je voogd kiezen. 4 – je meerderjarig kind. 5 – je meerderjarige broer of zus. t%FWFSUFHFOXPPSEJHFSNBHBMMFFOCFTMJTTJOHFOOFNFO over persoonsgebonden materies. Dus beslissingen in verband met je gezondheid, je opvoeding, je onderwijs, je vrije tijd en zo meer. t%F[FWFSUFHFOXPPSEJHFSNBHgeen beslissingen nemen over alles wat te maken heeft met je bezittingen. Die beslissingen kunnen alleen door je wettelijke vertegenwoordiger (voogd, bewindvoerder,…) worden genomen.
RECHTEN EN PLICHTEN
7
RECHT OP ZORG EN KWALITEIT
1 RECHT OP ONDERSTEUNING Een voorziening kan jou niet weigeren op grond van je etnische afkomst, je nationaliteit, je geslacht, je seksuele geaardheid, je sociale achtergrond, je filosofische of godsdienstige overtuiging, je financiële toestand.
2 RECHT OP ZORGBEMIDDELING Als de voorziening je zorg- of ondersteuningsvraag niet of niet voldoende kan beantwoorden, word je niet aan je lot overgelaten, maar wordt er naar een oplossing gezocht.
3 RECHT OP CONTINUÏTEIT VAN DE ONDERSTEUNING Indien je voorziening een of meerdere van je noden niet zelf kan opvangen, dan gaat ze actief op zoek naar een oplossing. Dat kan bijvoorbeeld een samenwerking met een andere organisatie zijn.
4 RECHT OP EEN VERANTWOORDE OVERDRACHT Stap je in je voorziening over van de ene vorm van ondersteuning naar een andere, dan moet je voorziening je daarover op een correcte manier tijdig inlichten en moet ze jouw gegevens correct overdragen.
5 RECHT OP KWALITEIT Aan de hand van een kwaliteitshandboek garandeert je voorziening je een kwaliteitsvolle hulp- en dienstverlening. De voorziening beoordeelt in samenspraak met de gebruikers of ze de beoogde kwaliteit haalt en indien niet, dan stuurt ze haar aanpak bij. 8 RECHTEN EN PLICHTEN
- Het kwaliteitshandboek werd vereenvoudigd. - De voorziening heeft telkens vijf jaar de tijd om alle stappen van haar zelfevaluatie te doorlopen. - Je hebt recht op een administratief, medisch en begeleidingsdossier.
TOEZICHT EN HANDHAVING Het agentschap Zorginspectie is verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van het nieuwe Besluit. De verslagen die daarover worden gemaakt, kan jij op elk moment bij je voorziening inkijken.
ZELFEVALUATIE De voorziening moet aan haar gebruikers en aan de overheid meedelen wat zij doet op het vlak van kwaliteitszorg. Dit gebeurt via ‘zelfevaluatie’. Elke voorziening en ondersteuningsvorm beschrijft zelf welke kwaliteit van zorg en ondersteuning ze wil bereiken, welke stappen ze daarvoor onderneemt, hoe ze de gegevens over die kwaliteit vastlegt en verzamelt, en wat ze van plan is mocht ze haar doelstellingen niet bereiken. Ook moet een voorziening aantonen hoe vaak en op welke manier ze zichzelf beoordeelt.
RECHTEN EN PLICHTEN
9
RECHT OP INDIVIDUELE EN COLLECTIEVE INSPRAAK
1 RECHT OP EEN CHARTER VAN COLLECTIEVE RECHTEN EN PLICHTEN Je voorziening moet een charter van collectieve rechten en plichten opstellen en dit aan jou of je vertegenwoordiger overhandigen. (Dit is het vroegere reglement van orde.) Het gaat om een algemene overeenkomst met informatie en afspraken die voor iedere gebruiker van deze dienst van toepassing is.
DE GEBRUIKERSRAAD t 8PPOKFJOFFOWPPS[JFOJOH EBONPFUEF[F voorziening een gebruikersraad hebben. In die raad zitten minstens drie gebruikers (of hun vertegenwoordigers) van de voorziening. De gebruikersraad is er om jou te vertegenwoordigen en je belangen te bewaken en te verdedigen. Hij kan vragen stellen en adviezen geven aan de directie en de beheerders van de voorziening. De voorziening kan geen belangrijke wijzigingen doorvoeren zonder daarover eerst met de gebruikersraad te overleggen. De gebruikersraad komt minstens drie keer per jaar samen. 10 RECHTEN EN PLICHTEN
COLLECTIEF OVERLEG t ,SJKHKFPOEFSTUFVOJOHWBOFFOWPPS[JFOJOHXBBSKF niet woont (‘ambulante ondersteuning’), dan moet ook deze dienst ervoor zorgen dat ze een vorm van collectief overleg regelt. En ze moet de manier waarop ze dit overleg regelt, opnemen in het charter.
Het charter is in jouw bezit of in het bezit van je vertegenwoordiger. Elke aanpassing hieraan moet aan jou of je vertegenwoordiger gemeld worden. Je kan dat charter op elk moment inkijken. En je hebt het recht om, via de gebruikersraad, voorstellen voor aanpassingen aan het charter in te dienen. Wat moet er minstens in het charter staan? - Wie beheert de voorziening en sinds wanneer is de voorziening erkend? - Wat wil de voorziening doen (wonen, opleiding, dagarbeid) en voor wie is ze bedoeld (welke beperking, regio)? - Hoe moet een eventueel ontslag of heroriëntatie gebeuren? - Hoe is de gebruikersraad samengesteld? - Hoe worden klachten ingediend? - Wat zijn de wederzijdse financiële verplichtingen? - Wat zijn de contactgegevens van de klachtencommissie? - Wie is de onafhankelijke derde voor bemiddeling bij eenzijdig ontslag? - Wat zijn de door de voorziening verzekerde risico’s? - Wat zijn de wederzijdse rechten en plichten? RECHTEN EN PLICHTEN
11
2 RECHT OP EEN PROTOCOL VAN VERBLIJF, BEHANDELING OF BEGELEIDING De voorziening moet binnen 5 dagen na je opname een protocol met je afsluiten: dit is een individuele overeenkomst tussen jou en de voorziening.
Wat moet er in het protocol staan? - Jouw identiteit en de identiteit van de voorziening. - De datum van het begin (en eventueel de duur) van de dienstverlening. - Of er een proefperiode voorzien is en de duur daarvan. - De inventaris van jouw persoonlijke goederen. - Jouw maandelijkse inkomsten. - Jouw wettelijk voorziene bijdrage in de dagprijs en gereserveerde persoonlijk inkomen (‘zakgeld’). - Wie je bijdrage betaalt en op welke manier dit gebeurt. - Eventueel: het bedrag van de socioculturele bijdrage. - Het bedrag van het voorschot (indien dit wordt gevraagd) en de wijze van betaling. - De individuele extra te betalen vergoeding die niet onder de dagprijs valt.
t #JKBMMFniet-residentiële woonvormen (ambulante begeleiding) draag jij vanuit je eigen inkomen zelf de woon- en de leefkosten: het onderhoud voor je woning, je energiekosten, je voeding,…
12 RECHTEN EN PLICHTEN
t 7FSCMJKGKFJOFFOresidentiële of semiresidentiële voorziening, dan betaal je alleen je eigen financiële bijdrage en je persoonlijke kosten. De hoogte van die eigen financiële bijdrage en de bepalingen hierover worden door de Vlaamse regering vastgelegd. Veel (semi-)residentiële voorzieningen rekenen naast de eigen financiële bijdrage nog supplementen aan voor bepaalde aangeboden diensten. Welke diensten en tegen welke prijs staat vermeld in het protocol van verblijf, of in het charter.
- Het individueel handelingsplan of dienstverleningsaanbod, en hoe dit wordt opgesteld. Of de termijn waarbinnen er zo’n plan zal worden opgesteld. - De wijze van overleg met jou of je vertegenwoordiger over dit plan of aanbod, en de manier waarop dat kan worden bijgestuurd. - De opzeggingstermijn en de verbrekingsvergoeding. - Een verklaring op erewoord dat de kosten omwille van je handicap niet vergoed worden door een verzekering (bijvoorbeeld omdat je handicap het gevolg is van een ongeval of beroepsziekte); als dat zo is, moet je het VAPH op de hoogte brengen zodat deze een regeling met de verzekering kan treffen. - Een luik over ‘het beheer van de gelden en/of goederen’, wanneer dit beheer aan de voorziening wordt toevertrouwd. (zie kader pagina 14)
RECHTEN EN PLICHTEN
13
HET BEHEER VAN GELDEN EN GOEDEREN In heel uitzonderlijke gevallen kan, als er geen andere mogelijkheden zijn, het beheer van je gelden of goederen door je voorziening worden opgenomen. Dit gaat dus over je inkomen, je spaargeld en je bezittingen. De voorziening moet daarvoor een procedure voorzien die aan de volgende voorwaarden voldoet. -
14 RECHTEN EN PLICHTEN
De voorziening moet een toezichtsraad oprichten met een vertegenwoordiger van de voorziening, een vertegenwoordiger van de gebruikersraad en een juridische of boekhoudkundige deskundige. Jij of je vertegenwoordiger moet de uitdrukkelijke opdracht tot het beheer van je gelden of goederen geven. Met de vermelding van: * de aanvangsdatum van het beheer. * de inventaris van je maandelijkse inkomsten en eventueel van je vermogen. * de financiële regelingen in verband met je persoonlijke bijdrage, je noodzakelijke aankopen en de maandelijkse afrekening daarvan. * de wijze waarop jij of je vertegenwoordiger bij het beheer wordt betrokken. * de verzekeringen die je hebt afgesloten. * de financiële regelingen bij het schorsen of beëindigen van de overeenkomst, of de opname. * de wijze waarop veranderingen, aanpassingen of opzeggingen zullen worden geregeld. * de wijze van de berekening en de betaling van gedane beheerskosten. * de wijze waarop deze overeenkomst wordt geregeld en kan worden aangepast.
3 RECHT OP EEN INDIVIDUELE DIENSTVERLENINGSOVEREENKOMST Samen met de voorziening stel je een overeenkomst op die gebaseerd is op jouw persoonlijke ondersteuningsplan. Dat plan gaat uit van je zorg- en ondersteuningsvragen en van je mogelijkheden. Deze overeenkomst wordt regelmatig besproken en desgewenst aangepast.
RECHTEN EN PLICHTEN
15
SAMENGEVAT ( 1 + 2 + 3 ) Wie gebruik maakt van een door het VAPH erkende ondersteuning moet DRIE DOCUMENTEN ondertekenen. In deze documenten staan de wederzijdse rechten en plichten duidelijk omschreven: 1. Het charter collectieve rechten en plichten beschrijft de dienstverlening, de voorwaarden voor de opvang en de omstandigheden van een eventueel ontslag. Je krijgt daar ook informatie over je mogelijkheden tot inspraak, bijvoorbeeld over het collectief overleg en over de manier waarop je bemerkingen, suggesties en klachten kan formuleren. 2. Het protocol van verblijf, behandeling of begeleiding geeft uitleg over de financiële aspecten van de opvang. Daar krijg je ook informatie over de aanvangsdatum van de opvang en ondersteuning, en over de opzegtermijnen als dit van toepassing zou zijn. 3. De individuele dienstverleningsovereenkomst is de overeenkomst die jij met je voorziening sluit over de ondersteuning die de voorziening jou persoonlijk aanbiedt, en over de wijze waarop ze dit doet. Deze overeenkomst moet in wederzijds overleg tot stand komen.
16 RECHTEN EN PLICHTEN
4 RECHT OP MEDEZEGGENSCHAP De voorziening garandeert dat je medezeggenschap hebt over de hulp- en dienstverlening die ze aanreikt.
5 ZELFBESCHIKKINGSRECHT Voor haar hulp- en dienstverlening maakt de voorziening gebruik van jouw ervaringen en inzichten.
6 RECHT OP INFORMATIE De voorziening moet je volledige, nauwkeurige en tijdige informatie geven over je opvang, begeleiding en behandeling. Anderzijds heb je ook de plicht om eerlijke informatie te geven aan de voorziening.
7 RECHT OP DOSSIERINZAGE De voorziening houdt je dossier zorgvuldig bij en bewaart het veilig en met respect voor je privacy, zoals dat in de wet is voorzien. De voorziening stelt de verslagen van het agentschap Zorginspectie ter beschikking van jou of je vertegenwoordigers.
RECHTEN EN PLICHTEN
17
8 INFORMATIE- EN HOORRECHT VOOR DE VERTROUWENSPERSOON Als jij daarmee akkoord gaat, dan heeft je vertrouwenspersoon het recht op informatie over je individuele dienstverleningsovereenkomst. En als je vertrouwenspersoon daarover iets te zeggen heeft, dan moet de voorziening daarnaar luisteren.
9 RECHT OP ADVIES Je hebt het recht om advies te vragen en om advies te geven. Dat kan via het collectief overlegorgaan (bijvoorbeeld de gebruikersraad). De leden van dit overlegorgaan worden bij verkiezing aangesteld voor een termijn van vier jaar. Je hebt het recht op antwoord op vragen die gaan over de verhouding tussen de voorziening en jou.
10 RECHT OM KLACHT IN TE DIENEN Je hebt het recht om klacht in te dienen bij de directie van je voorziening. Als het antwoord van de directie je geen voldoening schenkt, kan je je klacht richten tot de klachtencommissie. Ben je ook niet tevreden over het antwoord van de klachtencommissie, dan kan je je wenden tot het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap. Dat neemt dan de nodige maatregelen.
18 RECHTEN EN PLICHTEN
Hoe dien je klacht in? Je schrijft een brief of een mail naar de directie van je voorziening. Die noteert je klacht en bezorgt je binnen 30 dagen een schriftelijk antwoord. Ben je met dat antwoord niet tevreden, dan kan je een brief of mail sturen naar de interne klachtencommissie. Deze bestaat uit een vertegenwoordiger van de voorziening en een vertegenwoordiger van de gebruikers. Zij moeten je horen. Je kan je daarbij laten bijstaan. De commissie brengt binnen 30 dagen de voorziening op de hoogte van haar oordeel over je klacht. Dan heeft de voorziening nog eens 30 dagen de tijd om je schriftelijk te melden op welke manier ze gevolg zal geven aan je klacht. Als dat antwoord voor jou niet voldoet, kan je klacht indienen bij de klachtendienst van het VAPH.
DE KLACHTENCOMMISSIE
Wat is de klachtencommissie? De klachtencommissie bestaat uit een vertegenwoordiger van de voorziening en een vertegenwoordiger van het collectief overleg (bijvoorbeeld de gebruikersraad). Wanneer het gaat om een ontslag komt er nog een derde persoon bij, namelijk een onafhankelijke bemiddelaar. Deze bemiddelaar wordt aangeduid in overleg met de gebruikersraad. De bemiddelaar heeft een mandaat voor vier jaar dat telkens kan vernieuwd worden.
RECHTEN EN PLICHTEN
19
Speciale klachten Heb je een klacht over de organisatie van de collectieve inspraak van je voorziening, dan kan je die klacht rechtstreeks indienen bij de klachtendienst van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH). Heb je een klacht over het beheer van je gelden en goederen door je voorziening, dan kan je met die klacht terecht bij de toezichtsraad van de voorziening. De samenstelling van die toezichtsraad staat opgenomen in het charter.
11 BESCHERMING TEGEN EENZIJDIG ONTSLAG De voorziening heeft niet het recht om je te ontslaan, of om de ondersteuning te beëindigen, tenzij om gegronde redenen.
t Wat zijn de regels bij een ontslag? De ontslagprocedure moet de volgende elementen bevatten. - Het ontslag moet schriftelijk meegedeeld en gemotiveerd worden. - De duur van de opzeggingsperiode: drie maanden, tenzij er anders wordt afgesproken. - De verbintenis van de voorziening om mee op zoek te gaan naar een passende oplossing (indien het ontslag uitgaat van de voorziening). - Of er een verbrekingsvergoeding is en zo ja, hoeveel die bedraagt. De verbrekingsvergoeding geldt wanneer de partij die de overeenkomst beëindigt, de opzeggingstermijn niet respecteert.
tRedenen voor ontslag - Overmacht (bijvoorbeeld na een brand). - Een beslissing van het VAPH om voor een gebruiker geen subsidie te geven. - Een verandering van de toestand van de gebruiker, waardoor de voorziening zijn noden niet meer kan beantwoorden. - Een verandering van de toestand van de gebruiker waardoor hij niet meer beantwoordt aan de voorwaarden van de voorziening (wanneer de gebruiker meerderjarig wordt bijvoorbeeld) - Nalatigheid van de gebruiker in het nakomen van zijn verplichtingen, zoals die zijn vastgelegd in het charter of het protocol.
20 RECHTEN EN PLICHTEN
RECHTEN EN PLICHTEN
21
RECHT OP BESCHERMING VAN DE INTEGRITEIT 1 CENTRAAL MELDPUNT Het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap heeft een meldpunt voor grensoverschrijdend gedrag opgericht.
3 AFZONDERINGSMAATREGELEN Als een voorziening afzonderingsmaatregelen tegen gebruikers voorziet, dan moeten deze maatregelen tijdelijk zijn en ze moeten vooraf vastliggen in een procedure. De afzonderingsmaatregelen kunnen alleen genomen worden ingeval het gedrag van een gebruiker risico’s inhoudt voor zijn eigen veiligheid of de veiligheid van andere gebruikers of personeelsleden van de voorziening. Deze maatregelen gelden ook bij het vernielen van materiaal.
De voorziening is verplicht om grensoverschrijdend gedrag tegenover jou te melden aan een centraal meldpunt bij het VAPH, met respect voor je privacy. Het gaat hierbij bijvoorbeeld over gevallen van geweld, misbruik en verwaarlozing. Bovendien moeten alle gevallen van grensoverschrijdend gedrag in het register van de voorziening worden vermeld.
2
WAARBORG OP INTEGRITEIT De voorziening moet regels opstellen waarmee ze grensoverschrijdend gedrag vermijdt en vaststelt, en ook regels over hoe ze op grensoverschrijdend gedrag reageert.
22 RECHTEN EN PLICHTEN
RECHTEN EN PLICHTEN
23
Toekomstperspectieven ENKELE BELANGRIJKE ACCENTEN VOOR DE TOEKOMST Het is jouw leven! Een leven waarin je je eigen keuzes kan en mag maken, in harmonie met je omgeving, is belangrijk voor iedereen. Ook voor mensen met een handicap! Als je in een voorziening leeft of ondersteuning krijgt van een dienst is dit helaas niet zo vanzelfsprekend. Samen leven in groep, gebruik maken van dienstverlening, dat brengt nu eenmaal met zich mee dat er afspraken gemaakt worden en dat regels gerespecteerd worden. Toch is het de bedoeling dat de wijze waarop de zorg voor en ondersteuning van personen met een handicap en hun netwerk georganiseerd wordt, zo veel mogelijk rekening houdt met de individuele wensen en behoeften van mensen. En dat we die afspraken en regels samen maken. Samen met alle betrokkenen. Dit is alvast de rode draad in het besluit van de Vlaamse regering van 4 februari 2011. Maar wij zijn er nog niet! Om nog meer rekening te houden met de individuele wensen en behoeften van mensen met een handicap en hun gezin, en om mensen met een handicap toe te laten om nog meer de ‘regie’ van hun leven in eigen handen te nemen, zal de wijze waarop de ondersteuning georganiseerd wordt nog een hele weg moeten afleggen. Het VN-verdrag voor gelijke kansen van personen met een handicap biedt hiervoor heel wat inspiratie. Streefdoel is dat mensen met een handicap zo veel mogelijk kunnen wonen, leven, hun dag besteden,… als iedere andere persoon. Er staan dus nog heel wat veranderingen voor de deur… 24 RECHTEN EN PLICHTEN
Het begint bij jou en je netwerk. De kwaliteit van de zorg en de zorg voor kwaliteit zullen vertrekken vanuit jouw situatie, vanuit jouw vraag. Wat heb jij nodig? Wat zijn jouw verwachtingen? Daar sluit onmiddellijk een volgende vraag bij aan. Wat zijn de noden en verwachtingen van jouw netwerk: je familie, je vrienden, je nabije omgeving? Daarbij zal worden gekeken naar de inzet die er nu al is om je ondersteuningsvraag te beantwoorden. Welke ondersteuning krijg je nu al van je netwerk (familie, vrienden, nabije omgeving) en van de reguliere diensten (thuiszorg, thuisverpleging,…)? Met die twee elementen – jouw vraag en de inzet die er nu al is – wordt dan een concreet voorstel voor de ondersteuning die jij specifiek nodig hebt uitgewerkt. Bij de uitwerking van jouw ondersteuningsvoorstel zal er rekening worden gehouden met de mate waarin je netwerk en mantelzorg kunnen helpen. Daarbij zullen reguliere diensten jou of je netwerk mee ondersteunen wanneer je in je vertrouwde omgeving wilt blijven. Indien nodig zal je in bepaalde mate gebruik kunnen maken van de handicapspecifieke diensten van het VAPH. Of, wanneer dat het best aansluit bij jouw ondersteuningsvraag, kiezen voor een al dan niet voltijds verblijf in een voorziening. RECHTEN EN PLICHTEN
25
EEN PAGINA VOOR JOU
TREFWOORDENLIJST Afzonderingsmaatregelen Beheer van gelden en goederen Bemiddelaar Charter Collectief overleg Eigen financiële bijdrage Gebruikersraad Grensoverschrijdend gedrag Individuele dienstverleningsovereenkomst Integriteit Klacht Klachtencommissie Kwaliteitshandboek Meldpunt Ontslag Persoonsgebonden materies Protocol Reglement van orde Toezichtsraad Verbrekingsvergoeding Vertrouwenspersoon Zakgeld Zelfevaluatie Zorgbemiddeling
26 RECHTEN EN PLICHTEN
23 14 19 10 11 12 10 22 15 22 18 19 9 22 20 7 12 10 14 21 7 12 9 8
RECHTEN EN PLICHTEN
27