2009 Recht op gezondheid In een gezonde maatschappij
Visietekst
Inhoud Onze gezondheidszorg meer en meer op Amerikaanse leest geschoeid? ..........8 Waarom mag gezondheidszorg geen koopwaar zijn? ........................................... 10 Zorgt de markt voor betere toegang, meer kwaliteit en betere efficiëntie in de gezondheidszorg? ........................................................................................................ 11 Waarom solidariteit en geen markt? ......................................................................... 13 Vier criteria voor de realisatie van de gezondheidszorg als basisrecht.................13 Solidariteit: van ethiek naar wetenschap................................................................... 14 Eerst de mensen, niet de winst.................................................................................. 16 Sociale ongelijkheid maakt ziek ............................................................................... 17 De arbeidsbeweging en gezondheid ......................................................................... 24 2.1
Onze solidaire sociale zekerheid dankzij de arbeidersbeweging................24
2.2
GvhV ten dienste van de arbeidersbeweging ................................................. 25
De expertise van GVHV op vlak van arbeid en gezondheid vertaalt zich in verschillende initiatieven:........................................................................................... 28 Milieu en gezondheid ................................................................................................... 29 Versterk de toegankelijkheid ..................................................................................... 32 De eerste lijn gratis ...................................................................................................... 32 De beste geneesmiddelen, vaccins en medisch materiaal fors goedkoper maken door invoering van het kiwimodel ................................................................. 33 Automatische toekenning van het omniostatuut via gebruik van de kruispuntenbank, zoals nu gebeurt met de maximumfactuur. .............................. 36 Versterk de kwaliteit ..................................................................................................... 37 De eerste lijn centraal met inschrijving en echelonnering .................................... 37 Afbouw prestatiegeneeskunde en uitbouw forfaitaire geneeskunde met een goed basisinkomen voor huisartsen en andere gezondheidswerkers ................39 Medische nascholingen betaald door de ziekteverzekering, met verbod op commerciële sponsoring .............................................................................................. 39 Onafhankelijke en kwaliteitsvolle gezondheidsopvoeding .................................. 40 Versterking van preventie en veiligheid op de werkvloer .................................... 40 Klinisch wetenschappelijk onderzoek moet uitsluitend openbaar gefinancierd worden ............................................................................................................................ 40 Vervanging van de Orde der Geneesheren door een hoge raad voor medische ethiek (Wetsvoorstel Demeyer, Detiège) ................................................................ 41 Versterk de solidariteit ................................................................................................ 41 Onze gezondheidszorg afschermen tegen de door Europa opgelegde privatisering. .................................................................................................................. 42 Visietekst - Geneeskunde voor het Volk – 7 maart 2009
Pagina 2
Voor een versterkte, federale, eengemaakte, solidaire sociale zekerheid en alles dekkende ziekteverzekering… ....................................................................... 42 … met voldoende financiering door een miljonairtaks .......................................... 42 Voor het behoud van de huidige groeinorm van 4,5% in de gezondheidszorg 44 Gezondheidszorg en socialisme................................................................................ 47 Onze uitgangspunten .................................................................................................. 48 Acht hoofdkenmerken van een groepspraktijk van “Geneeskunde voor het Volk” ................................................................................................................................ 49 1. Laagdrempelige gezondheidszorg......................................................................... 49 2. Permanente kwaliteitsbevordering......................................................................... 50 3. Multidisciplinaire aanpak en samenwerking......................................................... 51 4. Management een must voor goed beleid............................................................... 51 5. Onderzoek en opleiding vertrekkende vanuit concrete noden............................ 52 6. Participatie en gemeenschapsgericht werken...................................................... 52 7. Nationale eenheid, internationale solidariteit en antiracisme.............................. 53 8. GVHV kiest kant....................................................................................................... 54
Meer lezen…...............................................................................................................55
Geneeskunde voor het volk (GVHV) is een netwerk van 11 eerstelijnscentra, verspreid over gans België. Momenteel zijn er een 75 tal gezondheidswerkers actief (artsen, verpleegkundigen, diëtisten, kinésitherapeuten, …), samen met een 60 tal administratieve medewerkers en een hondertal vrijwilligers. 30.000 patiënten zijn ingeschreven bij een van die centra.
Visietekst - Geneeskunde voor het Volk – 7 maart 2009
Pagina 3
Illustraties uit het boek: Dokter van het Volk, Kris Merckx
Inleiding: Geneeskunde voor, door en van het volk “ Sta op met mij, … tegen de organisatie van zoveel miserie.” Pablo Neruda1
1
Geciteerd door prof. Michael Marmot, voorzitter van de ‘Commissie over de invloed van sociale determinanten op gezondheid’ van de Wereldgezondheidsorganisatie. Marmot M. Health in an unequal world. Lancet 2006 ; 368: 2081 2094. Dit artikel is vrij te raadplegen op www.lancet.com en geeft een helder overzicht van de wetenschappelijke evidenties waarop GVHV beroep doet om haar visie te onderbouwen.
Deze visietekst is het resultaat van studie en discussie van heel veel mensen binnen en buiten Geneeskunde voor het Volk (GVHV). 2 De tekst is bestemd voor studenten geneeskunde en verpleegkunde, voor jonge artsen of voor al wie interesse heeft in de visie van Geneeskunde voor het Volk. De tekst is complementair aan het boek ‘Dokter van het Volk’ van Kris Merckx, waarin de geschiedenis en dagelijkse praktijk van GVHV wordt beschreven. Al tientallen jaren verzorgen gezondheidwerkers van GVHV mensen gratis, voeren ze strijd voor het behoud van de openbare ziekenhuizen, voor het kiwimodel, voor de vervanging van de ondemocratische Orde der Geneesheren door een democratisch
Visietekst - Geneeskunde voor het Volk – 7 maart 2009
Pagina 4
gecontroleerde Hoge Raad voor Medische Ethiek, voor meer en betere sociale woningen, voor een beter milieu, voor het openhouden van een buurtzwembad of postkantoor en voor betere arbeidsomstandigheden in Hoboken, Deurne, Herstal, Lommel, Genk, Zelzate, Seraing, Schaarbeek, Molenbeek, Marcinelles en La Louvière. Waar halen deze gezondheidswerkers hun inspiratie en energie vandaan? ‘Dien het volk’ is ons uitgangspunt van het eerste uur. Wij zetten ons met ons hart in voor de dagelijkse noden van de mensen. “Er zijn geen kleine problemen”, zo vat Frans Van Acoleyen, dokter voor het volk uit Zelzate het samen. Daarnaast is recht op gezondheid een fundamenteel mensenrecht. Wij willen door ons werk mensen sensibiliseren om deel te nemen aan het GVHV project voor een diepgaande maatschappelijke ommekeer, die dit basisrecht duurzaam realiseert. Maar Geneeskunde voor het volk staat niet alleen. Wereldwijd werken mensen en organisaties aan gezondheid in de brede betekenis van het woord. Reeds in 1946 gaf de Wereldgezondheidsorganisatie volgende definitie aan gezondheid: “Gezondheid is niet alleen afwezigheid van ziekte, maar betekent lichamelijk, psychisch en sociaal welbevinden”. In België maakt GVHV deel uit van het actieplatform www.gezondheid-solidariteit.be , een samenwerkingsverband van wijkgezondheidscentra, vakbonden, mutualiteiten, sociale organisaties, NGO’s en wetenschappers. GVHV maakt ook deel uit van het internationale netwerk ‘People’s Health Movement’.3 Internationale solidariteit en engagement van onze gezondheidswerkers in de Derde Wereld kenmerkt onze werking vanaf het begin. Wij zijn medeondertekenaar van het “People’s Charter for Health” dat volgende stellingen verdedigt: “ Het bereiken van het meest optimale niveau van gezondheid en welzijn is een fundamenteel mensenrecht.
De principes van een universeel en geïntegreerd gezondheidssysteem, waarbij de eerste lijn een centrale plaats inneemt, zoals gesteld in de Alma Ata verklaring van 1978, vormen de basis voor het formuleren van alle beleidsmaatregelen rond gezondheid. Nu, meer dan ooit hebben we nood aan een toegankelijke, kwaliteitsvolle, participatieve en intersectorale benadering van gezondheid en gezondheidszorg.4 De Alma Ata verklaring vertrekt vanuit de fundamentele verantwoordelijkheid die de overheden hebben om die universele toegang tot een kwaliteitsvolle gezondheidszorg, onderwijs en andere sociale diensten te verzekeren volgens de noden van de mensen, niet volgens hun mogelijkheden om te betalen.
De participatie van de mensen en het werk van vele sociale en syndicale organisaties zijn essentiële pijlers bij het formuleren, implementeren en evalueren van alle gezondheids- en sociale beleidsprogramma’s.
Gezondheid wordt voor een groot deel bepaald door de politieke, economische, sociale en fysieke omgeving, en zou samen met gelijkwaardige en duurzame ontwikkeling, een topprioriteit moeten zijn op lokaal, nationaal en internationaal niveau.”
Visietekst - Geneeskunde voor het Volk – 7 maart 2009
Pagina 5
Het zijn de sociale, leef- en arbeidsomstandigheden die in doorslaggevende mate de grote verschillen bepalen in verband met ziekte en gezondheid in de maatschappij. De gezondheidskloof neemt nog steeds toe. Veel artsen van GVHV hebben expertise opgedaan in het onderzoek naar de relatie tussen woon-, leef- en werkomstandigheden enerzijds, en ziekte en gezondheid anderzijds. Wij willen ons niet alleen engageren vanuit ons hart maar ook met ons hoofd. Sociaal geëngageerd en deskundig, vanuit die combinatie willen we werken. Hoe dit sociaal engagement en die deskundigheid laten samengaan? Het is onze actiebereidheid die ons doet zoeken naar de werkelijke oorzaken van het onrecht, en het is ons streven naar deskundigheid dat ons de juiste inzichten geeft. Samen zijn ze de motor om het onrecht te doen omkeren. Naast ons hart en ons hoofd willen wij ook onze voeten en handen gebruiken om mee actie te voeren voor het recht op gezondheid. Onze gezondheidszorg wordt meer en meer blootgesteld aan toenemende winstzucht, privatisering en commercialisering. GVHV stelt daar solidariteit tegenover: ‘eerst de mensen, niet de winst’. Deze visietekst legt in deel 1 uit waarom gezondheidszorg een basisrecht is en geen koopwaar mag zijn. In deel 2 wordt besproken waarom opkomen voor recht op gezondheid voor iedereen een kwestie is van maatschappelijk onrecht te bestrijden. En waarom de arbeidersbeweging daarin een cruciale rol speelt. In deel 3 werken we de hefboomeisen uit waarmee GVHV in de huidige concrete Belgische situatie gezondheidszorg als basisrecht wil verdedigen. Tenslotte beschrijven we in deel 4 hoe GVHV anno 2009 concreet tewerk wil gaan.
Visietekst - Geneeskunde voor het Volk – 7 maart 2009
Pagina 6
Het ontwerp van deze visietekst werd nagelezen en van veel nuttige commentaar voorzien door ondermeer volgende professoren of academici: JeanJacques Amy (gynecologie VUB), Dirk Avonts (huisartsgeneeskunde U-Antwerpen, U-Gent), Bea Cantillon (sociologie U-Antwerpen), Bart Criel (volksgezondheid ITG), Jan De Maeseneer (huisartsgeneeskunde U-Gent, Wijkgezondheidscentra), Isabelle Heyman (Fédération des Maisons Médicales), Guy Kegels (volksgezondheid ITG), Mark Leys (sociologie VUB), Fred Louckx (medische sociologie VUB), Ben Nemery (arbeidsgeneeskunde en maatschappelijke gezondheidszorg KU-Leuven), Michel Rolland (huisartsgeneeskunde ULB), Patrick Vanderstuyft (epidemiologie ITG en U-Gent), waarvoor dank.
Visietekst - Geneeskunde voor het Volk – 7 maart 2009
Pagina 7
DEEL 1: Gezondheidszorg is een basisrecht, en mag geen koopwaar zijn “Eenieder heeft recht op een levensstandaard, die hoog genoeg is voor de gezondheid en het welzijn van zichzelf en zijn gezin, waaronder inbegrepen voeding, kleding, huisvesting en geneeskundige verzorging en de noodzakelijke sociale diensten, alsmede het recht op voorziening in geval van werkloosheid, ziekte, invaliditeit, overlijden van de echtgenoot, ouderdom of een ander gemis aan bestaansmiddelen, ontstaan ten gevolge van omstandigheden onafhankelijk van zijn wil. Moeder en kind hebben recht op bijzondere zorg en bijstand. Alle kinderen, al dan niet wettig, zullen dezelfde sociale bescherming genieten.” Artikel 25 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens.
Onze gezondheidszorg meer en meer op Amerikaanse leest geschoeid? “Het is verbazingwekkend dat zo velen in Europa of in Canada willen experimenteren met vermarkting in de gezondheidszorg, ondanks het feit dat deze vermarkting in de Verenigde Staten overduidelijk een verschrikkelijke mislukking is geworden.” Prof. Marcia Angell, voormalig hoofdredacteur van The New England Journal of Medicine.5 Michael Moore, de rebel in de filmwereld, draaide de film SiCKO over de Amerikaanse gezondheidszorg. Een onthutsende documentaire. SiCKO gaat niet over de 47 miljoen Amerikanen die geen ziekteverzekering hebben. De film heeft het over de 250 miljoen aangeslotenen bij private ziekteverzekeringen. Een vrouw heeft een ernstig verkeersongeval en wordt bewusteloos naar het hospitaal gevoerd. De verzekering weigert de ambulance te betalen want de vrouw heeft vooraf geen toestemming gegeven voor dat transport. Kafka? Kafka. De afloop is dodelijk. Een moeder brengt haar kleine peuter, die braakt en diarree en hoge koorts heeft, naar de spoedafdeling. De diagnose: bloedvergiftiging. De dokters willen intraveneus antibiotica toedienen, maar de verzekering eist dat het kind wordt overgebracht naar een ander ziekenhuis waar de verzekering een contract mee heeft. Drie uur later, bij aankomst in het tweede ziekenhuis, sterft het kind. Het is een tragedie zonder einde. Het confronterendst in de film van Michael Moore is het beeld van een controlearts die voor een parlementaire onderzoekscommissie getuigt dat ze geen toelating gaf voor een behandeling van een patiënt, die kort daarop overleed. De arts kreeg promotie. Want, zo vertelt ze geëmotioneerd aan de verbouwereerde commissieleden: ‘Het was mijn opdracht om met mijn medische ervaring de firma geld te besparen’. Ziekteverzekeringen weigeren mensen omdat ze ‘te dun’ zijn, of ‘te dik’, of gezondheidsrisico’s of bepaalde aandoeningen hebben. Verzekeringen gaan als detectives op zoek naar ziektes in het verleden, die de patiënt zou verzwegen hebben bij aansluiting. Zo kunnen ze in geval van ernstige medische kosten de patiënt uitsluiten wegens fraude.6 ‘Het was alsof we een moordzaak moesten onderzoeken’, vertelt iemand in de film. Zo komt het dat in Amerika de helft van de verzekerden zegt zijn medische kosten niet te kunnen betalen in geval van een ernstige tegenslag met de gezondheid. In
Visietekst - Geneeskunde voor het Volk – 7 maart 2009
Pagina 8
Amerika is het devies: geen geld, geen hulp. De private geneeskunde domineert. 7 8 Onder zware tegendruk van het medisch-farmaceutisch complex heeft president Obama een aantal hervormingen doorgevoerd die de scherpste kanten moeten afvijlen. De verplichte en veralgemeende ziekte- en invaliditeitsverzekering in België steunt daarentegen op solidariteit, waarbij de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen. Dit systeem onderscheidt zich fundamenteel van een privaat verzekeringssysteem, dat selecteert in functie van het risico en als bedoeling heeft maximale winst te maken. Tweederde van de gezondheidszorguitgaven wordt nog steeds gedekt door de federale solidaire ziekteverzekering. Deze wordt hoofdzakelijk betaald uit bijdragen op de lonen. Daarin zit een deel werknemersbijdragen (13% op het brutoloon) en een deel werkgeversbijdragen (34% op het brutoloon voor bedienden en 41% voor arbeiders). Feitelijk is de sociale zekerheid daarmee voor een belangrijk deel indirect of uitgesteld loon. In die zin is gezondheidszorg in België een verzekerd basisrecht en is de sociale zekerheid de uitdrukking van het gemeenschappelijk belang van de klasse van werknemers. Daarbovenop haalt de sociale zekerheid ook een deel van haar inkomsten uit directe en uit indirecte belastingen, zoals BTW en accijnzen. De zorgverstrekking gebeurt in België door een gemengd publiek en privaat systeem met for-profit en nonprofit instanties en zorgverleners zoals artsen, kinesisten, verpleegkundigen enz. Maar jaar na jaar vergroot ook in ons land het deel dat patiënten uit eigen zak dienen te betalen. Dit komt omdat alle opeenvolgende regeringen van welke kleur ook, meer en meer hun bezuinigingen en de meerkost door bijvoorbeeld de technologische evolutie in de zorg op de patiënt afwentelen. Bij het verdrag van Maasstricht in 1991 werden de Europese lidstaten verplicht om fors te bezuinigen in de openbare uitgaven. Het betekende voor de Belgische patiënt forse stijging van de remgelden in de gezondheidszorg. Op de Europese top van 1993 werd het Witboek Delors gestemd, waarbij de Europese lidstaten zich ertoe verbonden om de patronale sociale bijdragen op de loonkost stelselmatig af te bouwen. Daarmee moest de Europese concurrentiepositie ten aanzien van de Amerikaanse bedrijfswereld versterkt worden. In Amerika is er immers geen veralgemeende sociale zekerheid of zijn sociale bijdragen op de lonen onbestaande. Maar minder sociale bijdragen betekent minder inkomsten in de sociale zekerheid. Die worden dan gecompenseerd door inkomsten uit indirecte belastingen: accijnzen en BTW, wat een meer onrechtvaardige vorm van belasting is. Tegelijk stimuleerde Europa privatisering van openbare diensten, waaronder ook de ziekterverzekering. Dit zijn de onderliggende politieke verdragen die onze samenleving, in het bijzonder de ziekteverzekering hebben doen vermarkten.
Van 1997 tot 2005 steeg het deel van de gezondheidszorgen dat de patiënt uit eigen zak betaalde van 23% tot 28%.9 14 procent van de Belgen stelt gezondheidszorg uit, omdat de kosten te hoog zijn. Zo blijkt uit de resultaten van de nationale gezondheidsenquête van 2008. 10 In 2004 was dit 10 procent en in 1997 nog 8 procent. 35 procent van de gezinnen zegt het moeilijk te hebben om de bijdragen voor gezondheidszorg in het huishoudbudget in te passen. Vier jaar eerder lag dit percentage nog op 29 procent. Een studie van Testaankoop van 2009 meldt dat bijna 30 procent van de Belgen het vaak moeilijk heeft om gezondheidskosten te betalen. In het voorbije jaar zette 8 procent van de gezinnen een lopende behandeling stop, 26 procent stelde een behandeling uit.11
Een onderzoek dat de Christelijke Mutualiteit (CM) uitvoerde bij 6.000 leden toonde aan dat een op de acht Belgische gezinnen financiële problemen heeft door de uitgaven voor Visietekst - Geneeskunde voor het Volk – 7 maart 2009
Pagina 9
gezondheidszorg12. Bij chronisch zieken loopt dat aandeel op tot een derde. Bij gezinnen die zeggen geen financiële moeilijkheden te hebben, bedroegen de eigen uitgaven voor gezondheidszorg in 2008 gemiddeld 155 euro per maand. Bij diegenen die wel problemen hadden, liepen ze op tot 226 euro. Het gaat om kosten na tussenkomst van de ziekteverzekering. Remgelden en supplementen wegen nog altijd zwaar door. Daarnaast zijn er uitgaven waarvoor de ziekteverzekering niet tussenkomt. Het gaat om geneesmiddelen, zoals pijnstillers, maar ook om vervoerskosten en hulp aan huis. Vandaag wordt in toenemende mate gesproken van een ‘gezondheidszorg met twee snelheden’, waarin hooggeprijsde technologische vernieuwingen enkel toegankelijk zouden zijn voor diegenen die ze kunnen betalen, eventueel via een aanvullende private verzekering. In ons land zijn nu reeds 7 miljoen mensen aanvullend privé verzekerd voor hospitalisatie. Maar de premies worden alsmaar duurder. In april 2008 verhoogde bijvoorbeeld Argenta de premies voor hospitalisatievezekering met 200% en meer. De premie voor mensen boven de 80 jaar steeg van 250 euro tot 720 euro. Bejaarden worden zelfs niet toegelaten tot hospitalisatieverzekeringen. Kosten voor noodzakelijke gezondheidszorg vormen een belangrijke reden waarom gezinnen zich in de schulden moeten steken.13 Op een symposium van de Christelijke Mutualiteiten over de commercialisering in de zorg werd gewaarschuwd voor grote buitenlandse beursgenoteerde groepen die azen op de meest winstgevende delen van de Belgische gezondheidszorg.14 Gezondheidszorg vormt immers met ongeveer 10% van het bruto-binnenlands product in de meeste Europese landen de grootste economische sector. 73% van de uitgaven in de gezondheidszorg zijn publieke uitgaven. “Het publiek bezit van gezondheidszorg in Europa maakt het de privésector moeilijk om op die markten door te breken”, lees je letterlijk in de strategische planningsrapporten van internationale multinationals die zich op de gezondheidsmarkt richten.15
Waarom mag gezondheidszorg geen koopwaar zijn? Gezondheidszorg is een fundamenteel mensenrecht, zoals het recht op onderwijs en huisvesting. De verzekerde toegang tot kwaliteitsvolle gezondheidszorg is een belangrijke voorwaarde voor een goede levenskwaliteit. We constateren echter veel ongelijkheden in gezondheid en in gezondheidszorg. We leggen verder uit hoe deze ongelijkheden als gevolg hebben dat de marktwerking tegengesteld is aan het basisrecht van gelijke toegang tot gezondheidszorg. Daarom mag gezondheidszorg geen koopwaar zijn, maar moet de overheid verplicht worden om via solidariteit gelijke toegang tot kwaliteitsvolle gezondheidszorg te organiseren. De drie belangrijkste ongelijkheden zijn: 1. De ongelijkheid in gezondheidszorgbehoeften De uitgaven voor gezondheidszorg zijn geconcentreerd bij een klein deel van de bevolking. In België verbruikt 10% van de bevolking, vooral bejaarde en chronische patiënten, 70% van de uitgaven in de gezondheidszorg.16 Dit heet een ongelijkmatige of scheve risicoverdeling. Met de vergrijzing gaat deze nog fors toenemen.
Visietekst - Geneeskunde voor het Volk – 7 maart 2009
Pagina 10
2. De sociale ongelijkheid in gezondheid Mensen met een lagere socio-economische status hebben het meeste kans op gezondheidsproblemen, overlijden vroeger en hebben het meest nood aan zorg. Een recente studie toont aan dat in ons land mannen met een lage scholing 5,5 jaar minder lang leven en vrouwen zonder diploma 25 jaar minder lang gezond leven dan mensen met een universitair diploma. 17 Dus mensen met de minste middelen hebben het meeste behoefte aan gezondheidszorg. Zij vallen in een winstgestuurde gezondheidszorg verzekeringssysteem volledig uit de boot. “Ziek maakt arm en arm maakt ziek”, luidt de campagneslogan van Welzijnszorg. 3. De sociale ongelijkheid in toegang tot gezondheidszorg Mensen met een lagere socio-economische status hebben bovendien het moeilijkste toegang tot de gezondheidszorg. De armen die het meest behoefte hebben aan gezondheidszorg genieten het minst van de bestaande zorg. Dit verschijnsel heet ‘the inverse care law’ of omgekeerde zorgwet.18 Als we gezondheidszorg toegankelijk willen houden voor iedereen, dan is juist omwille van deze ongelijkheden solidariteit een noodzakelijke voorwaarde. Solidariteit betekent een transfer van 'rijke en gezonde' naar 'niet-rijke en zieke' mensen, dus een herverdelingsmechanisme. Aan de inkomstenzijde moeten de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen. Aan de uitgavenzijde dienen de middelen verdeeld te worden volgens wie het meeste nodig heeft (behoefte) en niet zoals bij marktwerking volgens wie het meeste kan betalen (koopkracht) of waar het meeste kan aan verdiend worden (winstbejag). Solidariteit botst met de marktlogica.19 Private ziekteverzekeringsmaatschappijen op de markt zijn vooral geïnteresseerd in mensen die jong, gezond en koopkrachtig zijn. Als je aan één van deze drie kenmerken niet voldoet, dat ben je minder interessant. De markt werkt dus tegen gelijke toegang tot gezondheidszorg voor iedereen.
Zorgt de markt voor betere toegang, meer kwaliteit en betere efficiëntie in de gezondheidszorg? In België gebeurt de financiering van de gezondheidszorg nog hoofdzakelijk door publieke gelden. Ook het zorgaanbod is, hoewel overwegend privaat, nog steeds grotendeels georganiseerd door non-profit organisaties. Maar de toegankelijkheid van het systeem wordt meer en meer bedreigd door toenemende marktwerking en commercialisering zowel in de verzekering tegen ziektekosten, als in het zorgaanbod. 20 In de wetenschappelijke literatuur zijn volgende drie problemen als gevolg van vermarkting, commercialisering of privatisering van de gezondheidszorg goed gedocumenteerd. 21 22 23 24 25 26 27
Probleem 1: geen betere toegang, wél tweedeling en risicoselectie. De markt kent geen moraal en heeft geen belang bij solidariteit. Solidariteit is tegengesteld aan winstbejag. De markt leidt noodzakelijkerwijze naar een geneeskunde met twee snelheden: één voor de rijken en één voor de niet-rijken. Overal waar privé geneeskunde wordt ingevoerd of kan gedijen naast openbare gezondheidszorg trekt de privé sector de meest befaamde artsen en paramedisch
Visietekst - Geneeskunde voor het Volk – 7 maart 2009
Pagina 11
personeel weg uit de sector waar de meeste nood bestaat (publieke) naar de sector waar het meeste geld te rapen valt (privé). Ook in België met zijn hoofdzakelijk publiek systeem van financiering en voornamelijk privaat systeem van zorgverstrekkers doet dit verschijnsel zich in toenemende mate voor. Privé verzekeringsmaatschappijen trachten chronisch zieken, bejaarden, mensen met een verhoogd risico of met voorafbestaande aandoeningen zoveel mogelijk uit te sluiten of te onderwerpen aan zeer hoge premies. De nationale openbare en solidaire ziekteverzekering biedt daarentegen veiligheid en zekerheid voor allen, omdat het financieel risico wordt gespreid over het breedst mogelijke maatschappelijke draagvlak, namelijk heel de samenleving. Dit valt weg bij commercialisering, waar de gezondheid van mensen in handen komt van privé verzekeringsgroepen. Deze werken bovendien veelal met financieel risicokapitaal, dat speculeert of aan speculatie onderhevig is op de internationale beurzen.
Probleem 2: kwaliteitsverlies en gebrek aan samenwerking. De markt heeft geen langetermijnbelang. Iets wat zeer belangrijk is in de gezondheidszorg. Primaire preventie, bij uitstek een onderdeel van zorg gericht op lange termijn, zal minder aandacht krijgen. Het marktprincipe betekent : zorg leveren met een zo hoog mogelijke winst en dus aan een zo laag mogelijke kostprijs. Gevolg: besparingen op kwaliteit, scholing en arbeidsomstandigheden van het personeel. Commercialisering en winstmaximalisering leiden tot voortdurende verhoging van de werkdruk en tot onderbetaling van het personeel. Ziekenzorg is echter bovenal mensenzorg. De motivatie, de menselijke houding en de bekwaamheid van de zorgverleners en hun beschikbare tijd voor de patiënt zijn daarbij cruciaal. Dit alles komt onder druk te staan. Bij commercialisering primeert de concurrentie voor eigen winstmaximalisatie boven de noodzakelijke samenwerking in de zorg. Vermarkting leidt tot versnippering, chaos en verspilling in plaats van doelmatige planning en samenwerking. Het leidt tot fragmentering en verlies van gezondheidsgegevens nodig voor de best mogelijke behandeling van de patiënt, voor een rationeel beheer en organisatie van de zorg en voor wetenschappelijk onderzoek. Wetenschappers moeten bij privatisering van de gezondheidszorg dikwijls veel geld betalen om aan gezondheidsdata te komen, terwijl deze gegevens in een openbare gezondheidszorg gemeengoed zijn.
Probleem 3: geen betere efficiëntie of kostenbeheersing, wél verspilling, slechte geneeskunde, meer bureaucratie en hoge beheerskosten. De markt veroorzaakt onderconsumptie voor wie zorgen nodig heeft en niet kan betalen en overconsumptie en medicalisering bij mensen die wel kunnen betalen. Kortom: de markt levert ongelijke en slechte geneeskunde op. Zo wordt er bijvoorbeeld gretig misbruik gemaakt van patiënten met aanvullende verzekeringspolissen om in ziekenhuizen exorbitante erelonen op te strijken. Onderzoek zowel in de VS als in Europa heeft aangetoond dat de administratieve kosten, ‘overheadkosten of beheerskosten’ genaamd, bij private verzekeringsmaatschappijen in de zorg twee tot drie keer hoger liggen als bij non-profit of publieke systemen. Privéverzekeraars rekenen in België gemiddeld 19 % administratiekosten, plus 7 % commissies (samen 26 % overhead)aan, los van de winst die ze daarbovenop boeken. De Belgische ziekenfondsen doen het met minder dan 4 % administratiekosten.28 Dit komt omdat topmanagers in de privé-
Visietekst - Geneeskunde voor het Volk – 7 maart 2009
Pagina 12
markt aan opbod doen voor concurrentiële graailonen, terwijl voor de lonen van gewone werknemers de concurrentie altijd naar beneden drukt. Zorgverleners met een verantwoordelijke functie worden vervangen door managers. De uitvoerende zorgverleners en hun ‘klanten’ moeten zo strikt mogelijk gecontroleerd worden. Want hun kosten moeten zoveel mogelijk gedrukt worden. Daardoor ontstaat een enorm bureaucratisch controleapparaat. Hoge beheerskosten zijn ook een gevolg van het feit dat de concurrentie op de markt gepaard gaat met hoge kosten voor marketing. In de geneesmiddelensector wordt bijvoorbeeld 30% van de verkoopprijs gespendeerd aan reclame.29 Vermarkting en concurrentie brengen tevens hoge kosten mee voor advocatenbureaus die alle mogelijke contracten moeten opstellen of die concurrenten moeten aanvechten, of voor consultancybureaus die de markt en haar concurrenten in kaart moeten brengen. Commercialisering en vermarkting leiden op lange termijn noodzakelijkerwijze tot overnames en fusies, marktconcentratie en tenslotte marktverdeling en monopolievorming. De keuzevrijheid voor de patiënt wordt drastisch ingeperkt, omdat alleen de sterkste medische of farmaceutische bedrijven of verzekeringsmaatschappijen op de privémarkt de concurrentie overleven. Deze concentratie aan economische macht laat de monopolies toe het aanbod te bepalen en hun prijzen op te leggen: hun aanbod is niet wat nodig is, wel wat het meeste opbrengt aan de hoogst mogelijke prijs die de zieke bereid is te betalen. Dat creëert de meeste winst. Bovendien geeft deze concentratie aan economische macht de mogelijkheid tot het beïnvloeden van politieke beslissingen via lobbywerk of zelfs erger. Dit is gevaarlijk voor de democratie. Vele praktijken van farmaceutische multinationals zijn daarvan treffende illustraties.30
Waarom solidariteit en geen markt? Terwijl wereldwijd de ‘vrije’ markt haar falen bewijst in de bankencrisis, publiceert de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) eind 2008 in een systematische wetenschappelijke literatuurstudie de bewijzen van de nefaste gevolgen van marktwerking in de gezondheidszorg. Haar rapport over de invloed van sociale determinanten op gezondheid besluit:“Hogere uitgaven in private gezondheidszorg zijn geassocieerd met slechtere gezonde levensverwachting, terwijl hogere uitgaven in de publieke sector en in sociale zekerheid geassocieerd zijn met betere gezonde levensverwachting. De Commissie beschouwt gezondheidszorg als een gemeenschappelijk basisgoed, niet als een koopwaar. Toegankelijke en kwaliteitsvolle gezondheidszorg organiseren is een verplichting voor de overheid, in plaats van deze over te laten aan de werking van markt.” 31 De performantie van een gezondheidszorgsysteem wordt bepaald door vier criteria die stuk voor stuk een op solidariteit en NIET een op markt gebaseerde gezondheidszorg vereisen.
Visietekst - Geneeskunde voor het Volk – 7 maart 2009
Pagina 13
Vier criteria voor de realisatie van de gezondheidszorg als basisrecht. 1. Relevantie De gezondheidszorg en de ziekteverzekering als onderdeel van de sociale zekerheid moeten beantwoorden aan de reële zorgbehoeften in de maatschappij. Dat vereist een wetenschappelijke behoeftenanalyse, door de overheid geïnitieerd. Hierbij is het advies en de participatie van patiënten en de verschillende actoren in de gezondheidszorg van groot belang.
2. Kwaliteit en kosteneffectiviteit. De gezondheidzorg en de ziekteverzekering moeten op de meest kwaliteitsvolle en kostendoeltreffende manier georganiseerd worden. Dat vereist een wetenschappelijke analyse van het medisch nut en de effectieve kost van de beschikbare gezondheidszorginterventies. Dit is de basis van een “Evidence Based Health Care” waarbij het Federaal Kenniscentrum van de Gezondheidszorg (KCE) een sturende functie kan hebben, mits garanties op onafhankelijkheid, transparantie en democratische controle.
3. Equity. ‘Equity’ betekent gelijke en drempelloze toegang tot gezondheidszorg voor iedereen in functie van de behoeften. De maatschappij moet bereid zijn om voldoende openbare middelen ter beschikking te stellen om de behoeften te lenigen en de toegang tot gezondheidszorg voor ieder te waarborgen. Deze middelen moeten zoals we al schreven verdeeld worden volgens wie deze het meeste nodig heeft en NIET volgens wie het meest kan betalen (koopkracht) of er het meeste aan kan verdienen (winstbejag).
4. Duurzame financiering. De financiering van de ziekteverzekering dient in functie van de behoeften gewaarborgd te worden volgens een solidair principe waarbij de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen.
Solidariteit: van ethiek naar wetenschap “Solidariteit is de tederheid van het volk.” Thomas Borge, Nicaraguaanse minister onder de Sandinisten. Solidariteit staat op ethisch vlak tegenover individualisme en egoïsme. Solidariteit staat op economisch vlak tegenover winstbejag en uitbuiting. Uitbuiting betekent dat de ene mens zich verrijkt door de arbeid van anderen. Solidariteit daarentegen betekent dat de ene mens aan zijn noden kan voldoen mede met de hulp van de arbeid van anderen. Het essentiële element in het uitbuitingsproces is het verschil tussen wat werknemers met hun arbeid produceren en wat zij in ruil daarvoor verdienen. Dit verschil, deze meerwaarde, wordt door de eigenaar van de productiemiddelen toegeëigend als winst, om zijn kapitaal uit te breiden of zichzelf te verrijken. Dit uitbuitingsproces creëert grosso modo twee tegenover elkaar staande sociaaleconomische klassen met tegengestelde belangen: een zeer kleine
Visietekst - Geneeskunde voor het Volk – 7 maart 2009
Pagina 14
minderheid die de grote productiemiddelen bezit en zich daardoor verrijkt met de meerwaarde geproduceerd door een overgrote meerderheid. Bij solidariteit verdwijnt deze meerwaarde niet in de handen van enkelen die er zich mee verrijken, maar gaat ze naar het lenigen van de behoeften van medemensen die er nood aan hebben. Karl Marx heeft voor het eerst de economische uitbuiting wetenschappelijk beschreven. Marx toonde reeds in 1848 aan dat armoede en ongelijkheid geen natuurfenomenen zijn, maar een gevolg van het privébezit van de grote productiemiddelen, wat op zijn beurt leidt tot onrechtvaardige verdeling van goederen en inkomsten. Het kapitalistisch systeem, dat de jacht op maximale winst als belangrijkste drijfveer heeft, creëert noodzakelijkerwijze een opstapeling van extreme rijkdom voor enkelen ten koste van een toenemende armoede voor heel velen, aldus Marx. Economische uitbuiting is zodoende de bron van sociale ongelijkheid met ook als gevolg ongelijkheid in gezondheid en in toegang tot de zorg. Karl Marx legde de basis voor een wetenschappelijke analyse van de geschiedenis en de maatschappij die ons toelaat maatschappijproblemen beter te begrijpen en zodoende mensen beter te kunnen helpen in hun strijd voor een beter leven. De commissie van de Wereldgezondheidsorganisatie in haar studie over de invloed van sociale determinanten op gezondheid stelt vast dat de sociale ongelijkheid of de kloof tussen rijk en arm voortdurend blijft toenemen: “De voordelen van de economische groei van de laatste 25 jaar – een periode van snelle globalisering – worden zeer ongelijk verdeeld. In 1980 had de 10 procent rijkste landen een Bruto Nationaal inkomen per inwoner dat 60 maal zoveel bedroeg als dat van de 10 procent armste landen. In 2005 is die verhouding toegenomen tot 122. (…) Ook binnen de landen is het aandeel van de armste 20 procent van een bevolking in het nationale inkomen de laatste vijftien jaar gedaald.” 32 Recent empirisch onderzoek toont aan dat de graad van inkomensongelijkheid binnen een gegeven samenleving, op zich consistent een zeer belangrijke determinant is voor welzijn en gezondheid.33 Vanaf een gemiddeld nationaal inkomen van meer dan 10.000 $ per inwoner heeft de graad van inkomensongelijkheid een grotere invloed op de mate van welzijn en gezondheid dan het gemiddelde inkomen. 160 jaar na Marx verwoordt de commissie van de Wereldgezondheidsorganisatie dit verschijnsel als volgt: “Armoede is niet een alleen een gebrek aan inkomen. De sociale gradiënt in gezondheid en het feit dat de armsten het meest ongezond zijn, deze ongelijkheid in gezondheid is veroorzaakt door ongelijke verdeling van inkomen, goederen en diensten en dus van kansen om een welvarend leven te leiden. Deze ongelijke verdeling is in geen enkel opzicht een ‘natuurfenomeen’, maar het resultaat van een politiek die de belangen van de ene laat voorgaan op deze van de andere, al te dikwijls de belangen van een rijke en machtige minderheid over een grote machteloze meerderheid.” 34 Prof. Vicente Navarro, diensthoofd volksgezondheid van de Johns Hopkins universiteit, merkt daarbij op: “het zijn niet de ongelijkheden die mensen doden, zoals het rapport stelt; het zijn deze die verantwoordelijk zijn voor deze ongelijkheden die mensen doden.” 35 De hebzucht zit in het kapitalistisch economisch systeem. Wie niet meedraait wordt weggeconcurreerd. “Kapitalisme maakt ziek, onze gezondheidszorg is ziek van het kapitalisme”, stelt Geneeskunde voor het Volk al van in haar beginjaren
Visietekst - Geneeskunde voor het Volk – 7 maart 2009
Pagina 15
Het is de jacht op maximale winst voor de aandeelhouders die ook in de gezondheidszorg leidt naar verdere vermarkting, commercialisering en privatisering en naar ongelijkheid in gezondheid. Solidariteit is de concrete uitdrukking van het tegenovergestelde: eerst de mensen, niet de winst. Het Marxisme geeft zo aan het ethisch begrip solidariteit een wetenschappelijke maatschappelijke invulling. De ideale samenleving volgens Marx is een maatschappij zonder uitbuiting, waar alle mensen ontvangen naar behoeften en aan de samenleving bijdragen naar vermogen. Zo'n samenleving kent de hoogste vorm van solidariteit. De kwaliteit van een beschaving kan gemeten worden aan de zorg die zij besteedt aan de zwakste leden van de samenleving. In deze discussie betreft dat de zieke mensen. Er bestaat een brede ethische consensus dat een kwaliteitsvolle en adequate gezondheidszorg een basisrecht is. Dat betekent concreet vertaald dat de kwaliteit en de toegankelijkheid van de zorgen niet mag afhangen van de financiële draagkracht van de patiënt. Dat niemand voorrang mag krijgen op basis van andere dan medische motieven of graad van kwetsbaarheid. 36 Binnen de actuele realiteit van de gezondheidszorg constateren we dat dit ethisch principe meer en meer met de voeten getreden wordt. Niet de vermarkting en commercialisering, maar wel de solidariteit en sociale strijd vormen de beste garantie hiertegen. Geneeskunde voor het Volk wil vanuit deze uitgangspunten een breed maatschappelijk draagvlak ondersteunen en mobiliseren opdat gezondheidszorg een fundamenteel mensenrecht zou blijven en geen koopwaar zou worden.
Eerst de mensen, niet de winst Geneeskunde voor het Volk is een initiatief van de PVDA (Partij Van de Arbeid). De baseline van de PVDA ‘Eerst de mensen, niet de winst” is ook de meetlat waaraan Geneeskunde voor het Volk ontwikkelingen en alternatieven in de gezondheidszorg afmeet. Wat het winstbejag boven de mens stelt, leidt tot een ontoegankelijk, ongezond en bijgevolg onmenselijk systeem, en dat zullen wij bekampen. Initiatieven en voorstellen waarbij de (zieke) mens belangrijker is dan de winst, leiden tot een toegankelijke, gezonde en menselijke gezondheidszorg en die zullen wij ondersteunen.
Visietekst - Geneeskunde voor het Volk – 7 maart 2009
Pagina 16
DEEL 2: Gezondheid kwestie van maatschappelijk onrecht bestrijden “Sociale onrechtvaardigheid doodt op massale schaal”, Wereldgezondheidsorganisatie 2008 “ Gebrek aan gezondheidszorg is niet de oorzaak van de wereldwijde enorme ziektelast: watergerelateerde ziekten worden niet veroorzaakt door een gebrek aan antibiotica maar door vervuild water, én door de politieke, economische en sociale krachten die er niet slagen om zuiver water beschikbaar te maken voor iedereen; hartziekten worden niet veroorzaakt door een gebrek aan coronaire hartdiensten, maar door de manier waarop mensen hun leven leiden, welke beïnvloed wordt door de omgeving waarin mensen leven; obesitas is niet de schuld van individuen maar komt door de overdadige aanwezigheid van vetrijk en suikerrijk voedsel. De belangrijkste interventies die invloed hebben op de sociale determinanten van gezondheid moeten daarom van buiten de gezondheidszorgsector komen”, Wereldgezondheidsorganisatie 2008
Sociale ongelijkheid maakt ziek Sociaaleconomische determinanten hebben veel meer invloed op ziekte en sterfte dan de geneeskunde en haar medisch technische vooruitgang. Ter illustratie de grafiek van de Britse onderzoeker McKeown die de daling van het aantal doden door TBC in Engeland en Wales sinds 1838 weergeeft.
Visietekst - Geneeskunde voor het Volk – 7 maart 2009
Pagina 17
Visietekst - Geneeskunde voor het Volk – 7 maart 2009
Pagina 18
De grootste daling in de curve deed zich niet voor na de ontdekking van geneesmiddelen tegen tbc (vanaf 1946), maar al veel eerder: in de loop van de 19° en begin 20ste eeuw, toen de arbeidersbeweging al enige verbetering van de leefomstandigheden door sociale strijd had afgedwongen. De Britse onderzoekster Margaret Whitehead heeft de determinanten die iemands gezondheid bepalen uitgebeeld in volgend schema. Het schema geeft tevens de aard van de hefbomen aan die men kan hanteren wanneer men sociaal-economische gezondheidsverschillen wil aanpakken.
1/ Gezondheidsrisico’s in de 4 lagen rond het individu . Mensen met een lagere sociaaleconomische status lopen in alle 4 de omgevende lagen van het schema van Whitehead grotere gezondheidsrisico's.
Laag1: persoonlijke leefstijl-factoren: We weten dat mensen uit een lagere sociale klasse er gemiddeld een ongezondere leefstijl op nahouden wat betreft voeding,roken,... en dat ze ook over minder middelen beschikken om gezonde leefstijlkeuzes te maken.
Laag 2: sociale en buurt- en gemeenschapsinvloeden: mensen in de lagere sociaaleconomische categorieën kennen minder sociale netwerken en ondersteuningssystemen. Laag 3: levens- en arbeidsomstandigheden: Ook in de derde laag van het schema is er een ongelijke spreiding van gezondheidsrisico’s: gezonde huisvesting, gezondheidsdiensten en (hoger)onderwijs
Visietekst - Geneeskunde voor het Volk – 7 maart 2009
Pagina 19
kosten geld, wat maakt dat de toegankelijkheid beperkter is voor mensen met een lager inkomen. Daarnaast zijn de werkomstandigheden van diegenen die weinig verdienen vaak ongezonder en gevaarlijker dan die van mensen met een hoger inkomen.
Laag 4: Algemene sociaaleconomische, culturele en milieuomstandigheden: *Gezondheidsrisico’s verschillen op de eerste plaats van land tot land: De commissie van de WHO die de invloed van sociale determinanten op gezondheid bestudeerde stelt in haar rapport van 2008 dat de levensverwachting van kinderen afhangt van de plaats waar ze geboren zijn. In Japan of Zweden is die verwachting meer dan 80 jaar, in India 63 jaar, in een aantal Afrikaanse landen onder de 50 jaar. De Millennium Preston curve gepubliceerd in dit rapport toont het verband tussen het gemiddelde inkomen van een land per inwoner (GDP of Bruto Binnenlands Product) en de levensverwachting.37 Tot een inkomen van ongeveer 5500 $ per inwoner geldt de regel: hoe armer, hoe lager de levensverwachting. Gebrek aan elementaire gezonde levensomstandigheden leidt tot ziekte en dood. Opvallend is China dat met zijn groot bevolkingsaantal en laag BBP de curve letterlijk omhoog trekt. De spot in de bovenste linker hoek is Cuba, dat met het nationaal inkomen per hoofd van een ontwikkelingsland(4220 PPP $ in 2000) gezondheidsprestaties (levensverwachting:76 jaar) neerzet die zich kunnen meten met de rijkste Westerse landen. België had in 2000 een BBP van 27.000 PPP $ en een levensverwachting van 78 jaar), ongeveer dezelfde positie als Frankrijk op de grafiek. Ook opvallend is de cirkel in de uiterst rechter bovenhoek, de VS, die met de hoogste inkomsten en uitgaven voor gezondheidszorg per inwoner van de Oeso-landen de slechtste levensverwachting haalt.
Visietekst - Geneeskunde voor het Volk – 7 maart 2009
Pagina 20
* Gezondheidsrisico’s verschillen ook binnen de landen
Binnen de landen zien we daarnaast nog een sociale gradiënt in gezondheid. Een hooggeschoolde man van 25 jaar, heeft in België gemiddeld 5 jaar langer te leven dan een laaggeschoolde man. De kloof wordt nog groter als je kijkt naar de gezonde levensjaren. Een hooggeschoolde 25 jarige man heeft nog 46 gezonde levensjaren voor de boeg tegenover slechts 28 jaar voor een ongeschoolde man van dezelfde leeftijd
Visietekst - Geneeskunde voor het Volk – 7 maart 2009
Pagina 21
Michael Marmot en Wilkinson stellen dat deze materiële verschillen in de verschillende sociale lagen van de bevolking alleen, de verschillen in gezondheidstoestand niet voldoende kunnen verklaren. De oude idee dat managers aan de top van de hiërarchie onder meer stress gebukt gaan dan mensen onder hen werd in de Whitehall II study vervangen door twee verklaringsmodellen voor werkstress. 38 Het eerste model stelt dat werkstress bepaald wordt door de controle die men zelf heeft over zijn werk. Het tweede model stelt het onevenwicht tussen inspanning en verloning of waardering voor, als bepalend voor chronische stress. Recent onderzoek bij een representatief staal van 11.099 Belgische werknemers laat zien dat flexibele arbeid veel werkstress veroorzaakt met negatieve impact op gezondheid. Emotionele en fysieke belasting, repetitieve bewegingen, flexibele arbeidstijden, onzekere jobs e.a. werden geassocieerd met negatieve gezondheidsuitkomsten. 39
2/Hoe kunnen we deze 4 lagen gebruiken als hefboom om gezondheidsverschillen aan te pakken? Willen we de gezondheid van individuen verbeteren,dan moeten we inwerken op de determinanten in de 4 lagen die het individu omgeven. - Laag 1: Persoonlijke leefstijl-factoren: Op het individuele niveau kan je aan gezondheidsopvoeding doen, maar ook aan vormen van empowerment. Marmot en co stellen dat “empowerment” gezondheidsbevorderend werkt. Hiermee bedoelen ze het zelfvertrouwen, de sterkte en de kracht van individuen en groepen mensen om hun vrijheid en de keuze over hun levensomstandigheden te kunnen controleren en bepalen. - Laag 2: Sociale en buurt- en gemeenschapsinvloeden: Op het tweede niveau kan je ook aan empowerment doen via het ‘versterken van buurten’ (‘strengthening communities’). Dan gaat het om allerhande vormen van buurtwerking die de fysieke omgeving, het sociale klimaat, inclusief de veiligheid, kunnen verbeteren. Medisch socioloog professor Fred Louckx (VUB) wijst evenwel op de groeiende kritiek op de interventies op deze eerste twee niveaus: ‘De leefstijlcampagnes zijn gebaseerd op de veronderstelling dat de mensen hun gezondheidsgedrag zelf in handen hebben en dat ze zonder belemmering vrij kunnen kiezen een gezonde leefstijl aan te nemen. (…) Maar leefstijl is niet louter een kwestie van vrije keuze. De leefstijl van de lagere sociaaleconomische categorieën is een antwoord op de levensomstandigheden waarin zij zich bevinden. Leefstijlinterventies leggen de verantwoordelijkheid bij het individu. Dat kan ertoe leiden dat dergelijke campagnes in plaats van een positief effect op de leefstijl, alleen een negatief effect op het zelfwaardegevoel van de doelgroep teweegbrengen. Victim blaming heet dat. (…) Ten slotte is er de kritiek dat de impact van deze “gezonde” reclame wellicht tenietgedaan wordt door de massa’s “ongezonde” boodschappen in de media (…) Het voordeel dat lagere sociaaleconomische categorieën uit die interventies kunnen halen, wordt snel tenietgedaan door de structurele nadelen waarmee ze dagelijks worden geconfronteerd. Anders gezegd: individuele interventies kunnen wel leiden tot een tijdelijke verkleining van de gezondheidskloof maar die groeit nadien weer snel. In wezen is het dus voornamelijk symptoombestrijding, zonder dat de eigenlijke oorzaak van gezondheidsverschillen wordt aangepakt.’40
Visietekst - Geneeskunde voor het Volk – 7 maart 2009
Pagina 22
- Laag 3en 4:Levens- en arbeidsomstandigheden en algemene sociaaleconomische,culturele en milieuomstandigheden: Historicus Simon Szreter van de Cambridge universiteit deed verder onderzoek naar de McKeown thesis die luidde dat economische groei op zich en daardoor verbetering van de levensomstandigheden de gezondheidsindicatoren hebben doen verbeteren.41 42 De conclusie van Szreter luidt: de verbetering is er pas ten volle gekomen toen de arbeiders zich organiseerden en de overheden verplichtten tot maatregelen voor de volksgezondheid en sociale bescherming. Het feit dat mensen zich collectief organiseerden was even belangrijk als het verbeteren van hun materiële levensomstandigheden. Zoals we al eerder schreven worden de verschillen in materiële omstandigheden tussen de verschillende sociaaleconomische lagen van de bevolking veroorzaakt door de uitbuiting van de ene sociale klasse door de andere. ‘Empowerment’ stimuleren dient er bijgevolg ook voor om die machtsverhoudingen tussen de klassen in de maatschappij te helpen veranderen, de sociaal-economische ongelijkheid te temperen en daardoor ook de gezondheid voor de grote meerderheid van de bevolking te verbeteren. “Empowerment strategieën zouden mensen moeten helpen om hun persoonlijke strijd voor een betere gezondheid te verbinden met de collectieve strijd om de gezondheid van iedereen te verbeteren. Er zijn robuuste aanwijzingen die aantonen dat individuen die bewust zijn van hun gezondheidsbeperkingen en van de oorzaken van die beperkingen, hun gezondheid kunnen verbeteren als zij hun eigen strijd voor een betere gezondheid verbinden met de strijd van andere personen die dezelfde beperkingen delen.”, besluit Vicente Navarro, diensthoofd volksgezondheid aan de Amerikaanse Johns Hopkins Universiteit.43 In deel één lieten we zien hoe onze gezondheidszorg amerikaniseert. Maar nog slechter voor de gezondheid is de ‘neo-liberale amerikanisering van onze samenleving’: minder sociale zekerheid, meer privatisering, minder belasting voor de rijken, meer voor de gewone man, minder koopkracht voor de grote meerderheid van de bevolking, vergroten van de kloof tussen rijk en arm, meer flexibiliteit in de arbeidstijd en arbeidsmarkt (Mc Donaldjobs).
3/ Een voorbeeld : Aanpak van de pollutie in de wijk Sledderlo in Genk Sledderlo is een achterstandswijk in Genk, gelegen rond de metaalfabriek Arcelor Mittal. Men vermoedt al jaren hoge concentraties aan zware metalen in de omgeving, met belangrijke gezondheidsrisico’ s voor de bevolking. Op niveau van de 4 lagen van Whitehead werd research gedaan om de gezondheidsrisico’s te detecteren, en werden er ook concrete voorstellen geformuleerd ter vermindering van deze risico’s voor de populatie in de wijk. Laag 1: Persoonlijke leefstijl-factoren: Op de dokterspraktijk van GVHV in Genk start een onderzoek naar de gezondheid van de wijkbewoners. Er worden abnormaal veel luchtwegproblemen vastgesteld. Bovendien blijken de woonomstandigheden van veel bewoners zeer ongezond. Visietekst - Geneeskunde voor het Volk – 7 maart 2009
Pagina 23
De bevraging op individueel niveau op de dokterspraktijk veroorzaakt een algemene bezorgdheid omtrent het vervuilingsprobleem en individuele maatregelen worden aangeboden, ter behandeling en bescherming van de gezondheid van de patiënt. Laag 2: Sociale buurt- en gemeenschapsinvloeden: De resultaten van het praktijkonderzoek worden door huisarts en PVDAgemeenteraadslid Harrie Dewitte op de gemeenteraad voorgelegd. De pollutie “hot spot” wordt officieel erkend.Vanuit de gemeenteraad wordt er beslist om een uitgebreid wijkonderzoek op te starten naar de verschillende bronnen van pollutie in de wijk. Bewoners starten een petitie tegen de vervuiling, en een manifestatie van de kinderen uit de buurt rond de fabriek wordt georganiseerd. Er wordt op gemeentelijk niveau beslist om de lagere school die zich in de hotspot bevindt te doen verhuizen. Laag 3: levens- en arbeidsomstandigheden: Er wordt beslist dringend werk te maken van de renovatie van een aantal woningen in de wijk. De regionale overheid wordt verplicht een algemeen gezondheidsonderzoek op te starten en de bevolking in te lichten. Laag 4: algemene sociaaleconomische, culturele en milieuomstandigheden: De federale overheid gaat over tot een biomonitoring (door 4 universiteiten) van de “hotspot”, en start een continu onderzoek teneinde ook andere hotspots te detecteren op basis van hetzelfde model. Er worden zuiveringsnormen voor de uitstoot van de fabriek opgelegd. Cuba
De arbeidsbeweging en gezondheid 2.1
Onze solidaire sociale zekerheid dankzij de arbeidersbeweging
Onze solidaire ziekteverzekering en sociale zekerheid, al onze verworvenheden en sociale wetten om het werk menselijker, veiliger en gezonder te maken, alsook al onze democratische rechten zijn stuk voor stuk het resultaat van sociale strijd. Onze huidige sociale zekerheid is uitgebouwd na de Tweede Wereldoorlog als toegeving van de economische machthebbers voor de sterk opkomende arbeidersbeweging én voor het opkomende communisme in Europa. Bijna alle grote strijdbewegingen in de arbeidersgeschiedenis zijn begonnen en aangevoerd vanuit grotere bedrijven of sectoren. Dat was zo voor de algemene stakingen in 1932, 1936 en 1960-61. Dat was zo tijdens de grote strijdbeweging tegen het globaal plan in 1993. Dat was zo met de strijdbewegingen in de staalsector, de mijnen, de scheepsbouw. Alsook bij de havenarbeiders die de Europese afbraakmaatregelen verhinderden. En het was evenzeer zo tijdens de strijd tegen het Generatiepact in 2005. De kracht van die strijdbewegingen ligt vooreerst in de organi-
Visietekst - Geneeskunde voor het Volk – 7 maart 2009
Pagina 24
satiegraad van de arbeiders en bedienden in de industriële grote bedrijven en andere sleutelsectoren (post, spoor, vlieghaven, haven…). Doordat arbeiders in de fabriek in een groot geheel samenwerken om tot een gezamenlijk afgewerkt product te komen leren ze goed georganiseerd samen te werken. Die vaardigheid is nodig als we met zijn allen samen willen werken aan een diepgaande maatschappelijke ommekeer. De grote ondernemingen bevatten dat deel van de arbeidersklasse dat niet alleen in aantal overwegend is, maar nog meer in invloed, in bewustzijnsniveau en in strijdvaardigheid. Sinds de jaren ’80 is de industriële productie sterk geflexibiliseerd en geglobaliseerd. Naast loonarbeiders in de grote fabrieken is er een met het productieproces verbonden dienstensector ontwikkeld. Informaticabedrijven, technologisch onderhoud, industriële schoonmaakfirma’s, beveiliging, transport, marktonderzoek, reclame en personeelswerving. In deze sectoren komen vele uitbestede (outsourcing) jobs terecht, die voorheen in de industrie waren ondergebracht. De lonen zijn in die sectoren lager, de flexibiliteit in arbeidstijd én in arbeidscontracten veel hoger, de veiligheid slechter. Zoals we verderop laten zien hebben deze flexibele werksituaties belangrijke negatieve impact op gezondheid. De werknemers van grote bedrijven of in strategische sectoren hebben door hun strategische positie in het productieproces de hefbomen van onze economie in handen. Daardoor zijn zij in staat om bij sociale of syndicale strijd de grootste druk uit te oefenen om onze sociale verworvenheden te verdedigen. Begin 2008 veroorzaakte een reeks stakingen voor koopkrachtbescherming in onderaannemingen in België belangrijke onderbrekingen in de industriële productie. Door het ‘Just in time’ produceren, waren er geen stocks of buffers meer. Wanneer één schakeltje in de productieketen staakte lag heel de productielijn stil. Daarmee hebben de werknemers in die flexibele sectoren, ondanks hun versnippering, ook laten zien dat ze een reële macht kunnen vormen die op het economisch gebeuren weegt. 75% van de Belgische arbeiders, bedienden en ambtenaren (3 miljoen) is georganiseerd in de vakbonden. Deze vakbonden vormen de belangrijkste organisatie van de werkende klasse. Ze zijn tevens de grootste sociale organisatie van het land en bezitten dus de grootste organisatiekracht om samen een vuist te vormen en veranderingen af te dwingen. Geneeskunde voor het Volk kiest de kant van deze arbeidersstrijd omdat deze ontzettend belangrijk is om een maatschappelijke ommekeer te bewerkstelligen, ten dienste van het volk, en niet van de winst, en zo de voorwaarden kan creëren om het recht op gezondheid voor iedereen te garanderen.
2.2
GvhV ten dienste van de arbeidersbeweging
Geneeskunde voor het Volk besteedt sinds zijn oprichting in 1971 veel aandacht aan de invloed van arbeid op gezondheid. Hiermee wordt onze steun voor de arbeidersklasse op medisch vlak ingevuld. Het betekent ook een ondersteuning van de syndicale strijd voor gezondere werkomstandigheden. Doorheen de sociale geschiedenis tot de dag van vandaag zijn ongezonde arbeidsomstandigheden het gevolg van de drang tot winstmaximalisatie. De medische literatuur toont ten overvloede aan dat niet alleen onveilige werkomstandigheden, maar ook werkloosheid, herstructureringen, flexibiliteit en precaire jobs een enorm negatieve impact hebben op de gezondheid van de werknemers. Het jaarrapport van de Wereldgezondheidsorganisatie van 2008 ‘Primary Healthcare: Now more than ever’ bevat een tabel die aangeeft voor welke gezondheidsuitkomsten er wetenschappelijk klinisch bewijs is dat ze veroorzaakt worden door werkloosheid, herstructureringen of flexibiliteit.44 In onderstaande tabel zie je dat deze resultaten goed
Visietekst - Geneeskunde voor het Volk – 7 maart 2009
Pagina 25
overeen komen met zopas gepubliceerd Belgisch onderzoek bij een representatief staal van 11.099 werknemers in loondienst.45
Visietekst - Geneeskunde voor het Volk – 7 maart 2009
Pagina 26
van werkloosheid • • • • • •
•
•
Verhoogde bloeddruk Toegenomen depressiviteit en angst Meer bezoeken aan de huisarts Meer symptomen van coronaire ziekte Slechtere mentale gezondheid en meer stress Toegenomen psychologische morbiditeit en meer medische consulten Slechtere zelfgerapporteerde gezondheidstoestand en groter aantal gezondheidsproblemen Toename in familieproblemen, voornamelijk financiële moeilijkheden
Negatieve gezondheidseffecten van van flexibiliteit herstructureringen •
• •
• •
Minder werktevredenheid, minder toewijding aan de organisatie en meer stress Gevoelens van onrechtvaardigheid bij ontslagen Overblijvers worden geconfronteerd met nieuwe technologieën en arbeidsprocessen, nieuwe fysieke en psychologische blootstellingen (minder autonomie, hogere werkintensiteit, veranderingen in de sociale relaties en de tewerkstellingscontracte n en veranderingen in persoonlijk gedrag Veranderingen in het psychologisch contact en verlies van vertrouwen Verlengde stress met fysiologische en psychologische tekenen
Visietekst - Geneeskunde voor het Volk – 7
•
Hogere aantallen arbeidsongevallen en beroepsziekten dan werknemers met voltijdse, stabiele tewerkstelling • Hoog stressniveau, lage werktevredenheid en andere negatieve gezondheids- en welzijnsfactoren • Meer frequent in subsectoren waar mensen over het algemeen lagere opleiding- en vaardighedenniveaus hebben • Weinig aanspraak op werknemerscompensaties en weinig claims door de werknemers die gedekt zijn • Verhoogde beroepsgebonden gezondheidsrisico’s ten gevolge van toenemende werkdruk om economische redenen • Ontoereikende opleiding en slechte communicatie veroorzaakt door institutionele desorganisatie en onvoldoende controlemaatregelen • Werknemers zijn niet in staat hun eigen bescherming te organiseren • Cumulatieve schadeclaims zijn moeilijk te traceren door mobiliteit van werknemers • Verminderde mogelijkheid om levensomstandigheden te verbeteren ten gevolge van onmogelijkheid kredieten te krijgen, behuizing te vinden, pensioenregelingen te treffen en kwaliteitsvol onderwijs te genieten • Minder aandacht voor maart 2009 Pagina 27 milieuproblemen en gezondheid en veiligheid op het werk
De expertise van GVHV op vlak van arbeid en gezondheid vertaalt zich in verschillende initiatieven: Zoals ook in het boek “Dokter van het volk” van Kris Merckx (zie bijlage achteraan), met talrijke verhalen wordt geïllustreerd, proberen de gezondheidswerkers in alle groepspraktijken van GVHV van in het begin arbeiders bij te staan met hun expertise of het nu is om hen te verdedigen bij een arbeidsongeval of een beroepsziekte, of bij concrete vragen over blootstellingen aan scheikundige en andere stoffen. In de jaren 80 en 90 werd die expertise in verschillende brochures en boeken samengebracht om arbeiders op de gevaren van hun werkomstandigheden en hun rechten beter in te lichten. Zo was er “De mannen van de nacht” over de invloed van nachtwerk op de gezondheid uitgebracht door de groepspraktijk van Zelzate, “Fiberglas” over risico’s van glasvezel in een bedrijf in Herstal en “De baas verzuimt zijn controle nooit”, over controlegeneeskunde. Als boeken verschenen er "De zoete Dood" over de invloed van zware metalen op de gezondheid en het milieu in de NoorderKempen en "De Kopervreters" die de geschiedenis vertelt van de zinkarbeiders in de Noorderkempen. De eerste bloemenhulde organiseerden we in 1999 naar aanleiding van een dodelijk arbeidsongeval in de toen nog Cockerill Sambre. Sindsdien volgden (te)veel bloemenhuldes in Luik, de Sidmar in Zelzate en aan de Antwerpse haven. Als hulde en als aanklacht van de onveilige werkomstandigheden waarin arbeiders moeten werken. Als steun voor de weduwen en hun families. In 2002 werd in Seraing bij Luik C-Dast (Centre de Défense et d’Action pour la Santé des Travailleurs ) gesticht met als doel de GVHV-expertise ten dienste te stellen van de verdediging van arbeiders die slachtoffer zijn van arbeidsongevallen, en de families van die slachtoffers. Ze doen dit ook voor de slachtoffers van beroepsziekten. Daarnaast stellen ze ook concrete maatregelen voor op vlak van veiligheid en gezondheid op de werkvloer, in overleg en samenwerking met de arbeiders en hun vertegenwoordigers namelijk de vakbondsorganisaties, en met alle andere mogelijke partners, zoals bvb arbeidsgeneesheren die dezelfde bezorgdheid delen. Karel Van Bever, jonge arts bij GVHV Zelzate, was erg onder de indruk van de psychische, sociale en fysieke gevolgen van uitzendwerk op zijn patiënten. Om dit beter te begrijpen ging hij 9 maanden incognito aan de slag als interimarbeider in de haven van Antwerpen. Zijn dagboek over deze ervaring verscheen als boek onder de titel “Dokter in Overall” Hans Kramich en Staf Henderickx werken aan een boek over de invloed van flexibele werkuren en stress op de gezondheid: "Dokter ik ben op! “ In de groepspraktijk van Geneeskunde voor het volk Deurne werd in 2004 geschiedenis geschreven met de verdediging van een patiënt havenarbeider. Zijn slechte rug werd erkend als een gevolg van het jarenlang werken aan de haven. Meer nog, sindsdien wordt lage rugpijn onder bepaalde voorwaarden in een historisch Koninklijk Besluit erkend als beroepsziekte. Dankzij de informatisering van onze dossiers konden we ook de vakbondsbeweging steunen in hun strijd tegen het generatiepact en voor het behoud van het recht op brugpensioen. Door analyse van de electronische dossiers van haar patiënten kon GVHV
Visietekst - Geneeskunde voor het Volk – 7 maart 2009
Pagina 28
aantonen dat twee op drie patiënten vanaf de leeftijd van 50 jaar lijden aan een chronische aandoening waarop de werksituatie een negatieve impact kan hebben. Om nog beter te kunnen inspelen op de arbeidsrisico’s lopen er in verschillende groepspraktijken nu registratieprojecten rond opleidings-en beroepsanamnese. We willen door systematischer bij onze patiënten behorende tot de actieve leeftijdsgroep een opleidings- en beroepsanamnese af te nemen, een beter inzicht krijgen in de arbeidsrisico’s van iedere patiënt afzonderlijk. Tevens kunnen we dan ook wetenschappelijk onderzoek doen zoals bvb naar het verband tussen bepaalde chronische aandoeningen en arbeidsomstandigheden.
Milieu en gezondheid Vandaag zijn er meer en meer mensen bezorgd over het milieu en de opwarming van de aarde. De leefomgeving heeft een belangrijke invloed op de gezondheid zoals nogmaals blijkt uit het rapport van de Commissie van de Wereldgezondheidsorganisatie (2008) dat een systematische wetenschappelijke literatuurstudie deed naar de invloed van sociale determinanten op gezondheid. Het rapport behandelt de invloed van milieufactoren zoals urbanisatie, luchtkwaliteit en lawaai, wegverkeer en wonen.46 De auteurs onderstrepen de belangrijke rol die locale overheden hebben in het opvolgen en saneren van deze milieufactoren. Het rapport beschrijft een bijzonder interessant gerandomiseerd vergelijkend onderzoek (RCT) in Zuid-Engeland waarbij in sociale wijken ad random de helft van de sociale woningen werden gerenoveerd. Deze woningen kregen een nieuwe centrale verwarming, ventilatie, nieuwe elektriciteitsleidingen, isolatie en een nieuw dak. De uitkomsten van deze woningrenovaties op de gezondheid en het welzijn van de bewoners waren spectaculair: “De interventie slaagde erin om warmere, drogere en meer energie-efficiënte huizen te maken, gemeten a.d.h.v. de sanering van het binnenhuismilieu en het energieverbruik. De bewoners waardeerden de verbetering en rapporteerden een betere gezondheid en welvoelen als gevolg van de interventie. Ook de relaties binnen deze families verbeterden, alsook het eigenwaardegevoel van de inwonenden. De bewoners van de interventiehuizen scoorden significant beter op luchtwegensymptoomscores, zowel de non-astma als astma, vergeleken met de controle groep.”
De expertise en acties van GVHV op vlak van het milieu en gezondheid Vanaf haar beginjaren heeft Geneeskunde voor het Volk steeds veel aandacht besteed voor de invloed van milieu op gezondheid. De eerste groepspraktijk in Hoboken heeft de strijd voor sanering van de loodvervuiling door de toenmalige Métallurgie gewonnen. De GVHV groepspraktijk in Lommel stond mee vooraan in de strijd tegen de cadmiumvervuiling. Een ongewoon groot aantal patiënten met nierinsufficiëntie en kankers in deze praktijk was mede aanleiding tot een grootscheeps onderzoek naar het verband tussen blootstelling aan cadmiumvervuiling en ziekte of vroegtijdige sterfte. In Genk, Zelzate (Gentse kanaalzone) en Deurne (Lange Wapperbrug) staan de groepspraktijken van Geneeskunde voor het Volk mee vooraan in de strijd tegen luchtverontreining (fijn stof) en lawaaihinder. In Genk, Hoboken, Deurne, Zelzate, Herstal, Marcinelle, La Louvière voert GVHV actie voor meer toegankelijke sociale
Visietekst - Geneeskunde voor het Volk – 7 maart 2009
Pagina 29
woningen en voor de sanering van het binnenmilieu. Vertrekkende vanuit de concrete en dagelijkse gezondheidsproblemen van de patiënten, gekoppeld aan wetenschappelijke literatuurstudie en eigen onderzoek, met de steun van de belangrijkste deskundigen en met de steun van de bevolking brengt GVHV de problematiek en de nodige saneringsmaatregelen op de politieke agenda. De locale verkozenen passen hierbij het straat – raad – straat beginsel toe. Hierbij luistert men eerst naar de problemen van de mensen op straat, dan neemt men die probleemthema’s mee naar de gemeenteraad om daar een oplossing af te dwingen, en telkens brengt men dat nadien terug naar de straat, om het verder op te volgen, te bespreken, etc. Voor GVHV is er geen tegenstelling tussen milieu en werk. Integendeel, het milieu begint in de werkomgeving. Het zijn de werknemers die het meest kwetsbaar zijn voor milieuvervuilende productie. Zij zijn de eerste belanghebbenden voor milieusanering in of rond de fabriek. In die zin hebben ze een gemeenschappelijk belang met de omwonenden. Bovendien creëren investeringen in milieuvriendelijke technologie, renovaties en saneringen bijkomende arbeidsplaatsen.
DEEL 3: Hefboomeisen van Geneeskunde voor het Volk Voor een toegankelijke, kwaliteitsvolle en solidaire gezondheidszorg voor iedereen Geneeskunde voor het Volk stelt veertien hefboomeisen voor om de gezondheidszorg toegankelijker en kwaliteitsvoller te maken. Hefboomeisen zijn vanzelfsprekende, eenvoudige maatregelen met een belangrijk positief effect voor patiënt, ziekteverzekering en gezondheidswerkers, waarvoor een breed maatschappelijk draagvlak bestaat. Deze eisen kaderen prioritair in de verdediging en versterking van onze veralgemeende en verplichte sociale zekerheid. Zoals we eerder hebben besproken wordt gezondheid niet op de eerste plaats bepaald door de geneeskunde, maar zijn het inkomen, de opleiding en werken leefomstandigheden veel doorslaggevender. Een goede sociale zekerheid biedt de beste garantie voor een menswaardig inkomen. Het behoud van een goed basispensioen, van de ziekte- en invaliditeitsuitkering, van de werkloosheidsvergoeding en van de kinderbijslag is minstens zo belangrijk als de gezondheidszorg zelf. (zie eerder p 8) Dankzij de sociale zekerheid leeft in ons land ‘slechts’ 15 procent van de mensen onder de armoedegrens. Volgens de recentste cijfers van de FOD Economie wordt 14,7 procent van de Belgen als arm beschouwd. Die cijfers dateren uit 2006 en slaan op de jaarinkomens van 2005. Wie onder de armoedegrens valt, wordt als arm beschouwd. Voor alleenstaanden is dat 860 euro per maand, voor een gezin met twee kinderen is dat 1.805 euro.
Dat zijn er nog 15 procent te veel, maar zonder sociale zekerheid zou 28 procent van onze landgenoten arm zijn. 47 Zoals we eerder schreven is de basis
Visietekst - Geneeskunde voor het Volk – 7 maart 2009
Pagina 30
van de sociale zekerheid de solidariteit tussen de inwoners van het land: iedereen draagt bij volgens zijn draagkracht. Bij al wie werkt, gaat een deel van het loon eraf voor de kas van de pensioenen, de kinderbijslagen, de werkloosheid en de ziekteverzekering. Uit die kas word je betaald bij ziekte, werkloosheid, als je op pensioen gaat of als je kinderen hebt. De mensen die aan het werk zijn, betalen voor de werklozen, de gepensioneerden, de zieken en de kinderbijslagen. De toenemende behoeften door de vergrijzing, de toenemende kosten omwille van de nieuwe technologische evoluties in de zorg, maar ook door de economische crisis waarbij meer en meer mensen worden uitgesloten, vereisen een versterkte sociale zekerheid. Een sterke sociale zekerheid is tenslotte de beste dam tegen de oprukkende vermarkting, commercialisering en privatisering van de zorg. Onze sociale zekerheid is verworven dankzij sociale strijd en enkel collectieve actie en verdediging van deze verworvenheden zal een toenemende afbraak kunnen tegenhouden.
Visietekst - Geneeskunde voor het Volk – 7 maart 2009
Pagina 31
Versterk de toegankelijkheid van de gezondheidszorg
1. 2.
Gratis eerste lijn
De beste geneesmiddelen, vaccins en medisch materiaal fors goedkoper maken door invoering van het kiwimodel 3. Hospitalisatie goedkoper door een algemeen verbod op supplementen 4. Automatische toekenning van het omniostatuut of systeem van verhoogde terugbetaling
Versterk de kwaliteit van de gezondheidszorg 5. Eerste lijn centraal met inschrijving en echelonering 6. Verdubbeling budget huisartsgeneeskunde om te investeren in samenwerking, ondersteuning en kwaliteit 7. Forfaitaire geneeskunde met een goed basisinkomen voor alle artsen en gezondheidswerkers 8. Medische nascholingen betaald door de ziekteverzekering, verbod op commerciële sponsoring. 9. Klinisch wetenschappelijk onderzoek moet uitsluitend openbaar gefinancierd worden 10. Onafhankelijke en kwaliteitsvolle gezondheidsopvoeding 11. Versterking van preventie en veiligheid op de werkvloer
12.
Afschaffing van de Orde der Geneesheren
Versterk de solidariteit in de gezondheidszorg 13. Onze gezondheidszorg afschermen tegen de door Europa opgelegde privatisering 14. Voor een versterkte, federale, solidaire sociale zekerheid en alles dekkende ziekteverzekering 15. Versterkt de financiering door de miljonairtaks 16. Behoud van de huidige groeinorm van 4,5%
Versterk de toegankelijkheid De eerste lijn gratis Gezondheidszorg als basisrecht betekent dat de toegang tot zorg niet mag afhangen van de financiële draagkracht van de patiënt. In principe dient daarvoor de hele gezondheidszorg, om te beginnen met de eerste lijn, gratis toegankelijk te zijn. Het gratis maken van de eerste lijn is belangrijk om deze zo laagdrempelig mogelijk maken. België is één van de weinige Europese landen waar het bezoek aan de huisarts nog steeds niet gratis is. Gratis is niet kosteloos, maar wel kostbaar. Gratis geneeskunde is immers gebaseerd op een voorafbetaling van sociale zekerheidsbijdragen én belastingsgeld aan de ziekteverzekering. Beiden zijn solidaire financiële herverdelingsmechanismen.
Visietekst - Geneeskunde voor het Volk – 7 maart 2009
Pagina 32
De beste geneesmiddelen, vaccins en medisch materiaal fors goedkoper maken door invoering van het kiwimodel Het kiwimodel is een nationaal model van openbare aanbesteding van geneesmiddelen waardoor het Riziv jaarlijks 1,5 miljard Euro zou sparen. 1.
Het kiwimodel vertrekt vanuit een wetenschappelijke behoeftenanalyse: welke en hoeveel geneesmiddelen hebben wij nodig voor onze bevolking? 2. Het kiwimodel kiest op basis van objectieve wetenschappelijke criteria en studies (Evidence Based Medicine), via een onafhankelijke wetenschappelijke commissie de beste geneesmiddelen. 3. Het kiwimodel gebruikt de gezamenlijke koopkracht van de gemeenschap, via de ziekteverzekering, om via openbare aanbesteding of offerteaanvraag de beste aankoopvoorwaarden te bedingen.
Deze drie voorwaarden garanderen een rationeel en betaalbaar geneesmiddelenbeleid waarmee aan de patiënt en de gemeenschap de beste kwaliteit aan de beste prijs geleverd wordt. Het kiwimodel is geïnspireerd op het geneesmiddelenbeleid dat in Nieuw-Zeeland sinds een tiental jaren wordt toegepast en waardoor de geneesmiddelenuitgaven in dit land gehalveerd werden. Bij ons werd het kiwimodel geïntroduceerd door het verschijnen van ‘De Cholesteroloorlog’ (2004), een kritisch boek over de farmaceutische industrie van Dirk Van Duppen, huisarts bij GVHV te Deurne. Op 21 december 2006 overhandigde een delegatie van Geneeskunde voor het Volk, de KWB en de LBC-NVK ,na meer dan een jaar actie voeren over het hele land, aan toenmalig minister van Sociale Zaken Demotte een petitie met 102.585 handtekeningen voor het kiwimodel. Bij het brede publiek geraakte het kiwimodel bekend door een actie die Geneeskunde voor het Volk, samen met de KWB (Kristelijke Werknemersbeweging) en Ziekenzorg CM organiseerden op 21 april 2007 waarbij chronische patiënten met autobussen gingen paracetamol shoppen in de grensgemeente Hulst. Voor de prijs van één doosje Dafalgan in België heb je acht doosjes paracetamol in de Nederland. Reden: aankoop via aanbestedingen door supermarkt en apothekersketens. Let op, wij verdedigen niet de verkoop van geneesmiddelen in supermarkten zoals in Nederland. Integendeel, geneesmiddelen moeten bij de apotheker blijven die ze deskundig kan afleveren. Maar niet aan de woekerprijzen waaraan ze soms in België worden verkocht. Wat een supermarktketen in Nederland voor zijn 650 winkels kan, moet de minister bij ons ook voor 10 miljoen Belgen kunnen via openbare aanbesteding. Sinds 1 juli 2008 passen de particuliere zorgverzekeraars in Nederland een soort kiwimodel toe op een 30tal geneesmiddelen. De gevolgen zijn verbluffend. De prijs van het meest voorgeschreven antidepressivum Cipramil (stofnaam citalopram) is nu in Nederland 5 tot 15 maal goedkoper dan in België, de meest voorgeschreven bloeddrukverlager Amlor (amlodipine) 6 tot 9 maal, de meest voorgeschreven maagzuurremmer Losec (omeprazole) 9 tot 17 maal.48 Ook hier is dit geen pleidooi voor privéziekenfondsen, integendeel. De opbrengsten van het kiwimodel mogen niet gaan naar privé aandeelhouders van verzekeringsmaatschappijen zoals in Nederland, maar terugkeren naar de gemeenschap en de patiënten. Indien we in België voor die 30 geneesmiddelen de Nederlandse prijzen zouden hanteren dan wint de ziekteverzekering jaarlijks 300 miljoen euro en de patiënt nog eens bijkomend 110 miljoen euro. Een globale toepassing
Visietekst - Geneeskunde voor het Volk – 7 maart 2009
Pagina 33
van het kiwimodel zou in België jaarlijks een 1,5 miljard euro besparing voor patiënt en ziekteverzekering kunnen opbrengen.
Geneesmiddelen zijn een belangrijke uitgave voor patiënten en voor de gemeenschap: In een bevraging van de apothekers in juni 2008 zegt één op drie dat ze vaak patiënten over de vloer krijgen die het remgeld op voorgeschreven geneesmiddelen niet meer kunnen betalen en op krediet kopen.49 Maar ook voor onze ziekteverzekering zijn geneesmiddelenuitgaven sinds begin de jaren ’90 de snelst stijgende uitgavenpost. Met uitzondering van 2005-2006, toen door de hete adem van het kiwimodel 900 geneesmiddelen fors in prijs daalden, waardoor voor het eerst in de sociale geschiedenis van België en als enigste land in Europa de geneesmiddelenuitgaven met 40 miljoen euro gedaald waren. In de steil stijgende curven van geneesmiddelenuitgaven wordt dit de ‘kiwiknik’ genoemd. Sinds 2007 zijn de uitgaven terug in stijgende lijn, ondermeer door de terugbetaling van het zeer dure vaccin tegen baarmoederhalskanker, dat voor één behandeling 390 euro kost.
Visietekst - Geneeskunde voor het Volk – 7 maart 2009
Pagina 34
Toepassing van het kiwimodel op alle vaccins Het griepvaccin en het vaccin tegen baarmoederhalskanker moeten onmiddellijk door de overheid via openbare aanbesteding aangekocht worden. Daardoor kunnen ze, zonder meerkost voor de ziekteverzekering, gratis zijn voor de patiënt en kunnen ze direct beschikbaar zijn bij de huisarts. Openbare aanbesteding gebeurt nu al voor alle andere basisvaccins voor de zuigelingen en het tetanusvaccin voor volwassenen.
Hospitalisatie betaalbaar maken door algemeen verbod op supplementen op erelonen en op medisch materiaal 1.
Hospitalisatiekosten vormen het snelst groeiend aandeel van wat de patiënten uit eigen zak moeten betalen. Het is ook één van de belangrijkste redenen waarom gezinnen zich in de schulden moeten steken.50 Supplementen op de erelonen van specialisten die kunnen oplopen tot 500% meerkost voor de patiënt en supplementen op medisch materiaal zijn de belangrijkste reden voor de groei van de hospitalisatiefactuur. 51 52 Hierdoor zet zich een vicieuze cirkel in gang die de onderbouw van onze solidaire ziekteverzekering onderuit haalt. Sommige specialisten en ziekenhuizen gebruiken patiënten met aanvullende verzekeringspolissen om exorbitante erelonen op te strijken. Gevolg: hoge uitgaven voor de verzekeringsmaatschappijen die deze op hun beurt terug afwentelen op de verzekerden door verhoging van de premies. Dat bemoeilijkt verder de toegankelijkheid voor deze aanvullende hospitalisatieverzekeringen en leidt dus opnieuw tot meer tweedeling en ongelijkheid in de zorg. Daarom eist GVHV een algemeen verbod op supplementen op erelonen en op medisch materiaal tijdens hospitalisatie. Er bestaat geen enkele medische of deontologische reden waarmee een specialist 50%, 100% , 300% of 500% extra-ereloon mag vragen aan een patiënt omdat die op een eenpersoonskamer ligt. De patiënt betaalt zelf ook al extra ‘hotelkosten’ uit eigen zak indien hij verblijft op zulke kamers. Indien de specialist zou moeten afdragen aan het ziekenhuis ter compensatie voor de onderfinanciering, dan moet die onderfinanciering op een andere manier opgelost worden, niet ten koste van de patiënt. 53 Daarenboven is het deontologisch onverantwoord gezien de afhankelijkheidspositie van de patiënt in zijn relatie tot de arts en gezien voor de mens ‘gezondheid geen prijs kent’, dat artsen vrije erelonen kunnen blijven vragen. Het verbod op supplementen moet algemeen zijn want hoge erelonen zijn een pervers middel in de concurrentie tussen ziekenhuizen om de meest befaamde specialisten naar deze met de rijkste patiënten te draineren, i.p.v. deze specialisten beschikbaar te stellen waar ze het meest nodig zijn.
Visietekst - Geneeskunde voor het Volk – 7 maart 2009
Pagina 35
Kiwimodel voor medisch materiaal De eigen bijdragen voor medisch materiaal vormen zowel in de ambulante zorg (zoals bijvoorbeeld bij hoorapparaten), maar vooral in de ziekenhuiszorg een steeds groter wordend deel van de factuur voor de patiënt. Een studie van de Christelijke Mutualiteiten (CM) liet zien dat de gemiddelde kosten voor de patiënt voor medisch materiaal bij
Volgens een andere studie van de CM betaalde de Belgische patiënt in 2008 gemiddeld 507 euro uit eigen zak voor een verblijf met overnachting in een algemeen ziekenhuis. Daarvan ging 181 euro naar remgelden en 326 euro naar honoraria en materiaalsupplementen.55 De prijzen voor dit medisch ziekenhuisopname op vijf jaar tijd met 103% zijn toegenomen. 54
materiaal in België liggen volgens de hierna geciteerde studies van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) 25 à 44% hoger dan in de buurlanden. Het KCE pleit onomwonden voor toepassing van het kiwimodel op medisch materiaal, wat in meerdere Europese landen reeds wordt gedaan. “Openbare aanbestedingen voor hoorapparaten met enkele van de meest belangrijke technische kenmerken, zoals die gebeuren in sommige Europese landen, zouden een financieel referentiepunt kunnen bepalen voor een ‘volwaardig’ hoorapparaat waarvoor geen persoonlijk supplement van de patiënt vereist is.”, luidt de beleidsaanbeveling van het KCE in een recente studie over de prijs van hoorapparaten.56 Een andere studie van oktober 2005 over stomamateriaal adviseert het gebruik van openbare offerte-aanvraag bij de aankoop van dit medisch materiaal.57 Een studie van juli 2007 over orthopedisch materiaal pleit eveneens onomwonden voor toepassing van het kiwimodel.58 Het KCE heeft gelijkaardige studies met gelijkaardige conclusies gepubliceerd over coronaire stents. Openbare aanbestedingen kunnen ook, zoals nu reeds gebeurt in de Scandinavische landen, georganiseerd worden rond knie en heupprothesen, pacemakers en andere medische implantaten. In België werden in 2008 6OO miljoen euro uitgegeven aan materiaalkosten voor implantaten. Daarvan betaalden de patiënten 65 miljoen euro aan remgelden en 70 miljoen euro aan persoonlijke supplementen. Een prijsdaling met één derde door toepassing van openbare aanbestedingen zoals het KCE suggereert, geeft een besparing van 200 miljoen euro op die materiaalkosten. 59 Dat laat toe dat om remgelden en supplementen voor de patiënt af te schaffen en daarbovenop nog eens 65 miljoen euro te besparen door het RIZIV.
Automatische toekenning van het omniostatuut via gebruik van de kruispuntenbank, zoals nu gebeurt met de maximumfactuur.
Visietekst - Geneeskunde voor het Volk – 7 maart 2009
Pagina 36
Naar schatting hebben in België 800.000 mensen recht op het omniostatuut. Het gaat om mensen met een laag gezinsinkomen die daardoor kunnen genieten van verhoogde terugbetaling, vermindering van de prijzen voor openbaar vervoer, vrijstelling van een aantal belastingen, enz. Op dit moment zijn er nog maar 190.000 mensen die dit statuut hebben aangevraagd. De doelgroep voor dit statuut zijn mensen die vaak laag geschoold zijn, of verkeren in een overlevingsstrategie. Net voor die mensen is de drempel tot aanvraag van dit statuut het hoogst. Door gebruik te maken van de kruispuntenbank, waar de inkomens van de mensen gekend zijn, kan dit statuut automatisch worden toegekend aan alle rechthebbenden, zoals nu al met de maximumfactuur gebeurt.60 Het is hemeltergend dat een regering die de mond vol heeft over administratieve vereenvoudiging hier niet toe komt en daardoor meer dan 600.000 mensen met een laag gezinsinkomen voordelen ontzegt waarop ze recht hebben.
Versterk de kwaliteit De eerste lijn centraal met inschrijving en echelonnering De Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) brengt in 2008 haar jaarrapport uit onder de titel:’Primary Health Care. More than ever’. Daar waar eerstelijnsgeneeskunde centraal staat zijn kwaliteit, toegankelijkheid, patiëntentevredenheid en kosteneffectiviteit in de gezondheidszorg het hoogst. 61 40% van de problemen die zich aandienen op een specialistische polikliniek worden beter door de huisarts opgelost.62 Een groot deel van de patiënten die op de spoedgevallendienst van een ziekenhuis terecht komen kunnen beter behandeld worden door de huisarts. De huisarts beheert het gehele medische dossier, hij heeft een continue vertrouwensrelatie met de patiënt en zijn directe omgeving, de familie en de gemeenschap. Hij benadert de patiënt niet alleen medisch, maar ook psychosociaal en heeft daarvoor de competenties. Bij hem zal de patiënt preventie en gezondheidspromotie beter aanvaarden, naast curatieve geneeskunde, revalidatie of palliatieve zorg. Hij is best geplaatst om oordeelkundig door te verwijzen indien nodig. Een centrale eerste lijn komt ook ten goede aan de specialisten omdat zij zich dan op hun echte specialistische taken kunnen toeleggen, in een betere samenwerking met de huisarts. Zopas publiceerde het Federaal Kenniscentrum van de Gezondheidszorg (KCE) een studie over hoe de aantrekkingskracht van het huisartsenberoep te bevorderen.63 Het KCE rapport doet ondermeer volgende aanbevelingen: ‘aanmoedigen van werk binnen groepsverband; administratieve ondersteuning en multidisciplinair werken; goed georganiseerde wachtdiensten en initiatieven zoals loopbaanonderbreking, zwangerschapsverlof, deeltijds werk en continue medische vorming tijdens de werkuren’. Tenslotte pleit het rapport voor verandering van de huidige betaling per prestatie. De eisen van Geneeskunde voor het Volk komen inhoudelijk en financieel tegemoet aan deze aanbevelingen. Volgende maatregelen in de organisatie van de gezondheidszorg leiden tot méér kwaliteit en tot betere toegankelijkheid met minder kosten: a. Een sterke eerste lijn: inschrijving bij de huisartspraktijk, echelonnering (doorverwijzing naar de tweede lijn door de huisarts) en zonder remgeld.
Visietekst - Geneeskunde voor het Volk – 7 maart 2009
Pagina 37
De huisarts als coördinator, wie naar de specialist moet passeert best eerst langs zijn huisarts. Dat vermijdt vele overbodige technische onderzoeken of medisch shoppen.64 65 66 b. Verdubbeling van het huisartsenbudget moet meer samenwerking en multidisciplinair werken mogelijk maken. c. Een goed basisinkomen voor alle huisartsen aangevuld met bijkomende vergoedingen volgens geleverde kwaliteit en werkbelasting. d. Medische bijscholingen tijdens de werkuren, betaald door de ziekteverzekering. Deze eisen betekenen een win-win situatie voor patiënt, huisarts en solidaire gemeenschappelijke ziekteverzekering. Ze maken van de huisarts het hart van de gezondheidszorg.
Verdubbeling van het budget voor huisartsgeneeskunde, om te investeren in samenwerking, logistieke en multidisciplinaire ondersteuning. 2.
De Huisartsgeneeskunde kost het RIZIV 1 miljard euro of minder dan 5% van het totale RIZIV budget. Uit een recent onderzoek blijkt dat de Belgische huisarts relatief weinig verdient vergeleken met de meest van zijn Europese collega’s.67 België loopt ook fel achter op vlak van investeringen voor verbetering van de kwaliteit van de huisartsgeneeskunde of voor commercieel onafhankelijke bijscholing. Om in België deze achterstand in te halen en de performantie van de huisartsgeneeskunde tot op het beste niveau van de Europese landen te brengen is 10% van het RIZIV budget noodzakelijk. Het toepassen van het kiwimodel voor dertig veel voorgeschreven geneesmiddelen zoals in Nederland reeds gebeurt, levert ons 410 miljoen euro op. Met de helft van dat bedrag kunnen remgelden in de huisartsgeneeskunde in België afgeschaft worden. België kan zich inderdaad inspireren op de Nieuw-Zeelandse ervaring waarbij de overheid de invoering van het kiwimodel voor geneesmiddelen koppelde aan het verstrekken van stimuli voor praktijkverbetering in de huisartsgeneeskunde, zoals een Belgische Senaatscommissie op bezoek in Nieuw-Zeeland kon vaststellen. 68 Een groot deel van de besparingen in de geneesmiddelensector werd geïnvesteerd in het stimuleren van samenwerking tussen huisartsen, het verlenen van logistieke ondersteuning en het subsidiëren van kwaliteitsprojecten en bijscholing. Het heeft niet alleen de geneesmiddelensector maar ook het huisartsenlandschap in Nieuw-Zeeland op tien jaar tijd volledig veranderd en verbeterd. De volledige invoering van het kiwimodel op alle klassen van geneesmiddelen levert 1,5 miljard euro op. Daarmee kan het budget voor de eerste lijn verdubbeld worden en het systeem van de forfaitaire financiering zo aantrekkelijk worden gemaakt dat het door de huisartsen meer veralgemeend zal worden toegepast.
Visietekst - Geneeskunde voor het Volk – 7 maart 2009
Pagina 38
Afbouw prestatiegeneeskunde en uitbouw forfaitaire geneeskunde met een goed basisinkomen voor huisartsen en andere gezondheidswerkers De huisarts en andere gezondheidswerkers op de eerste lijn moeten kunnen kiezen voor een basisloon overeenkomstig hun opleidingsniveau en praktijkervaring, aangevuld met stimulansen voor geleverde kwaliteit en vergoeding volgens werkbelasting, zoals wachtdienst en forfaitaire betaling per ingeschreven patiënt. Het wegvallen van de druk van de prestatiegeneeskunde geeft de zorgverlener de mogelijkheid om aan die patiënten die het nodig hebben voldoende tijd te besteden. Dat is zeer belangrijk voor de kwaliteit van zorg. Als de overheid daarenboven net zoals in Nederland en Groot-Brittanië zou rationaliseren in de overvloed aan attestjes die de Belg voor alles en nog wat bij zijn huisarts moet gaan halen (dagje ziekteverlof, schoolverlet, crècheverlet enz.) dan zou dat ook veel vermijdbare en onzinnige werkbelasting bij de huisarts wegnemen. Bovendien kunnen de huisarts en andere zorgverleners bij tewerkstelling in loondienst, zoals andere werknemers ook genieten van zwangerschapsverlof, loopbaanonderbreking, deeltijds werken e.a. Zo kan deze betalingswijze geleidelijk het systeem van betaling per prestatie vervangen, een systeem waarvan bewezen is dat het leidt tot een verspillende aanbodsgestuurde gezondheidszorg. Een recente studie van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) toont aan dat forfaitaire huisartsengroepspraktijken die gratis en dus toegankelijker zijn voor de patiënten, globaal minder kosten voor het RIZIV en eenzelfde of voor sommige indicatoren betere kwaliteit leveren dan de prestatiegeneeskunde.69 Forfaitaire geneeskunde: Het RIZIV erkent 2 manieren van terugbetaling: per prestatie (je betaalt je arts, krijgt een betaalbewijs en de mutualiteit betaalt jou een deeltje terug) en per forfait. Bij dit laatste schrijf je je in bij een multidisciplinaire huisartsenpraktijk en tekent een contract dat je van dan af altijd bij hen gaat voor de eerstelijnszorg, het Riziv betaalt die artsengroep per maand een vast forfaitair bedrag per ingeschreven patiënt. Dit betekent dat je als patiënt niet meer hoeft te betalen en dat je als arts, hoeveel of hoe weinig je die patiënt ziet, je eenzelfde bedrag per maand ontvangt.
Medische nascholingen betaald door de ziekteverzekering, met verbod op commerciële sponsoring Net zoals reeds o.a. in de Scandinavische landen gebeurt, stellen we voor de continue medische vorming tijdens de werkuren te organiseren en volledig te laten financieren door de ziekteverzekering. De overheid moet de huidige sponsoring van geaccrediteerde bijscholingen door de farmaceutische industrie verbieden. Onderzoek bewijst dat dit leidt tot beter en kosteneffectief voorschrijven. Dit in tegenstelling met wat nu in België gebeurt. Zo schrijft een rapport van het KCE over een studie over kwaliteitsbevordering in de huisartsenpraktijk: ‘België besteedt meer dan 73.000.000 euro aan huisartsenaccreditatie welke geen aantoonbaar effect heeft op de zorgkwaliteit. Deze verschillen roepen vragen op over het optimale budget voor een huisartsenkwaliteitssysteem.’70 Het systeem van sponsoring van medische nascholingen door de farma-industrie, gekoppeld aan reclame voor welbepaalde behandelingen, leidt tot meer irrationeel,
Visietekst - Geneeskunde voor het Volk – 7 maart 2009
Pagina 39
kostelijk voorschrijfgedrag en tot een negatieve spiraal voor de ziekteverzekering. Die ziekteverzekering financiert dus mee de marketing die aan de basis ligt van het te veel en verkeerd gebruik van geneesmiddelen, wat zorgt voor ontsporingen van de uitgaven van de ziekteverzekering. Vergeten we niet dat de kost van al die sponsoring uiteindelijk verrekend wordt in het prijskaartje van het geneesmiddel dat patiënt en ziekteverzekering dienen op te hoesten. Bovendien geeft de invulling van deze eis van Geneeskunde voor het Volk ook meer armslag aan de universiteiten en aan wetenschappelijke verenigingen zoals Domus Medica om medische bijscholingen beter te kunnen coachen dankzij commercieel onafhankelijke financieringsbronnen. In de Scandinavische landen is dit verbod op commerciële sponsoring voor geaccrediteerde bijscholing al een feit. Maar ook het zopas gepubliceerde rapport van de Britse ‘Royal College of Physicians’ pleit voor onafhankelijke bij- en nascholing. 71 De conclusies van dit rapport vertonen opmerkelijke gelijkenis met het op 27 januari jl. door de Nederlandse RVZ (Raad voor Volksgezondheid en Zorg) gepresenteerde rapport ‘Farmaceutische industrie en geneesmiddelengebruik: evenwicht tussen publiek en bedrijfsbelang’. Ook in dit rapport wordt gepleit voor onafhankelijke bij- en nascholing van artsen en het hiertoe oprichten van een fonds.72
Onafhankelijke en kwaliteitsvolle gezondheidsopvoeding Geneeskunde voor het volk eist een nationaal beleidsprogramma van publieke, onafhankelijke kwaliteitsvolle preventiecampagnes via de media en via het onderwijs. Daarbij is de uitbouw van gratis, onafhankelijke en wetenschappelijk gefundeerde internetsites voor gezondheidsvoorlichting en opvoeding van cruciaal belang. De regering moet een algemeen verbod op reclame en sponsoring door de farmaceutische industrie, niet alleen zoals nu voor voorschriftplichtige geneesmiddelen, maar ook voor gezondheidsvoorlichting handhaven.
Versterking van preventie en veiligheid op de werkvloer Geneeskunde voor het volk eist de uitbouw van degelijke primaire preventie op de werkvloer: geen overdreven arbeidsdruk en stress, voorkomen van arbeidsongevallen en bescherming tegen toxische producten. GVHV eist dezelfde volwaardige bescherming in geval van onderaanneming of interim-arbeid. GVHV eist de afschaffing van de controlegeneeskunde die door de werkgevers betaald wordt om werknemers op ziekteverlof zo snel mogelijk terug aan het werk te krijgen.
Klinisch wetenschappelijk onderzoek moet uitsluitend openbaar gefinancierd worden Vandaag wordt het merendeel van het klinisch onderzoek betaald door de farmaceutische industrie. Dit heeft zware gevolgen. Er wordt geen onderzoek gedaan naar interventies om de belangrijkste behoeften te lenigen, maar wel onderzoek naar geneesmiddelen of therapieën waarvoor er de meest koopkrachtige markt bestaat. Gesponsord wetenschappelijk onderzoek is winstgestuurd i.p.v. behoeftegestuurd. Onderzoek wordt door de farmaceutische industrie gebruikt als marketing en wordt daarvoor wetens en
Visietekst - Geneeskunde voor het Volk – 7 maart 2009
Pagina 40
willens vertekend. Negatieve resultaten worden niet gepubliceerd, positieve resultaten worden uitvergroot. Er wordt geen vergelijkend onderzoek gedaan met de tot dan best beschikbare therapie of geneesmiddel. Integendeel, er wordt veel gemanipuleerd in het onderzoeksdesign. Kortom: wie betaalt bepaalt, winstgestuurd onderzoek is gestoord onderzoek.73 Willen we het wetenschappelijk onderzoek afstemmen op de belangrijkste behoeften en betrouwbaar maken, dan is volledige publieke financiering cruciaal. Daarin steunt GVHV het voorstel van Marcia Angell en vele andere internationaal gerenommeerde wetenschappers om het onderzoek terug in handen te geven van de universiteiten en openbare onderzoeksinstellingen, volledig gefinancierd met overheidsgeld.74 Deze fondsen kunnen verhaald worden door een extra-belasting op de grote marketingbudgetten en exorbitante winsten van de farmaceutische industrie.
Vervanging van de Orde der Geneesheren door een hoge raad voor medische ethiek (Wetsvoorstel Demeyer, Detiège)
Geneeskunde voor het Volk is voor de vervanging van de Orde der Geneesheren en voor de oprichting van een hoge raad voor medische ethiek, zoals omschreven in het Wetsvoorstel Demeyer, Detiège en Peeters (SP.a). Daarnaast pleit GVHV voor het oprichten van fora voor de verdediging van patiëntenrechten. De Orde is een ondemocratische instelling. Haar rechtspraak is een aanfluiting van alle moderne rechtsregels. Ze is een corporatistische instelling gericht op de verdediging van de enge beroepsbelangen van artsen, in het bijzonder de financiële belangen van rijkere artsen. Ze verzette zich meermaals tegen gratis en toegankelijke gezondheidszorg en schaadt zo de patiëntenbelangen. De Orde was, en is nog grotendeels, een instrument in handen van de zeer conservatieve Syndicale Kamers van Dr. Wynen en haar opvolger BVAS. Bovendien stellen we vast dat de Orde er niet in slaagt om essentiële taken met betrekking tot de ethiek en de deontologie inzake gezondheidszorg waar te maken. Andere – nieuwe- organisaties en structuren, met een grotere democratische inbreng, zijn nu verantwoordelijk voor het ontwikkelen van de medische ethiek. Voorbeelden daarvan zijn het Federaal Kenniscentrum (m.b.t. de kwaliteit van de gezondheidszorg), de federale Bio-ethische commissie (m.b.t. ethische kwesties), en het parlement dat de wet op de patiëntenrechten (m.b.t. de arts-patiënt relatie) gestemd heeft, enz. Als tussenstap naar de afschaffing van de Orde pleit Geneeskunde voor het Volk voor de afschaffing van de verplichte bijdrage aan de Orde. Bij de publieke opinie wordt die ‘verplichte bijdrage’ terecht beschouwd als een aanslag op het recht op vrije keuze van verenigen. De afschaffing van de verplichting laat ook toe aan de voorstanders van de Orde om met hun vrijwillige financiële bijdrage de relevantie van de Orde als artsenvereniging te bewijzen. Wij denken echter dat de afschaffing van deze verplichting de Orde snel op droog zaad zal zetten, zodat dit instituut vanzelf zal verdwijnen.
Versterk de solidariteit
Visietekst - Geneeskunde voor het Volk – 7 maart 2009
Pagina 41
Onze gezondheidszorg afschermen tegen de door Europa opgelegde privatisering.
GVHV verzet zich tegen een commerciële vermarkting van de Belgische gezondheidszorg onder druk van het Europese concurrentierecht. In dat kader ijvert GVHV voor de Europeesrechtelijke erkenning van het niet-economisch karakter van zorgverstrekking en ziekteverzekering als diensten van algemeen belang. 75 Complementair daaraan is ons streven de binnen de Belgische gezondheidszorg bestaande solidariteitsmechanismen derwijze te versterken dat het van elke deregulerende invloed van het Europese concurrentierecht wordt gevrijwaard. Dat geeft ons de mogelijkheid om onze sociale zekerheid te beschermen tegen regelgeving vanuit Europa voor privatisering van onze gezondheidszorg.
Voor een versterkte, federale, eengemaakte, solidaire sociale zekerheid en alles dekkende ziekteverzekering… De belangrijkste tegenstelling in dit land is niet deze tussen Noord (Vlaanderen) en Zuid (Wallonië), wél tussen rijk en niet-rijk. Sociale ongelijkheid bepaalt het meest het verschil in gezondheid, ongeacht de taal van de persoon. Dit land heeft geen baat bij meer splitsing,het heeft wel nood aan meer solidariteit. Solidariteit betekent transfers, niet tussen "Nederlandssprekenden" en "Franssprekenden", maar wel van "rijke en gezonde" naar "zieke en arme" mensen. Defederalisering verzwakt dit solidariteitsbeginsel. Een eengemaakte solidaire gezondheidszorg heeft een breder maatschappelijk draagvlak om de risico’s te spreiden over zoveel mogelijk personen. Ze profiteert van het voordeel van schaalgrootte en kan tezelfdertijd voldoende decentralisatie en autonomie garanderen om de zorg dichtbij en op maat van de mensen te organiseren. De actoren in de gezondheidszorg, voornamelijk de artsen, kunnen onterechte transfers wegwerken of voorkomen door hun praktijk te toetsen aan wetenschappelijke aanbevelingen. Met behulp van de Evidence Based Medicine (geneeskunde gebaseerd op wetenschappelijke bewijzen) kunnen we vandaag de werkzaamheid en het nut van de meeste medische interventies onderzoeken. Dat is geen kwestie van taal of cultuur, maar van wetenschap die voor iedereen van toepassing is. In die zin bestaat er geen Vlaamse of Waalse medische cultuur. Zo ontwikkelde het Federaal Kenniscentrum bijvoorbeeld een aanbeveling (‘Het preoperatief onderzoek’) in antwoord op een onterecht hoog aantal preoperatieve onderzoeken, voornamelijk in de Waalse ziekenhuizen.76 Waarom zou immers een operatie bij een Franssprekende patiënt anders moeten voorbereid worden dan bij een Nederlandstalige? Het feit dat de Waalse patiënt bijvoorbeeld gemiddeld minder kan genieten van goed uitgebouwde huisartsgeneeskunde vergeleken met een Vlaamse patiënt, heeft veel te maken met de grotere macht van het conservatieve artsensyndicaat, waarin rijke specialisten de plak zwaaien, in Wallonië en Brussel dan in Vlaanderen. Splitsing lost dat probleem niet op, integendeel. Vlamingen, Walen en Brusselaars hebben er alle belang bij om samen op te komen voor het recht op een progressieve, kwaliteitsvolle en toegankelijke gezondheidszorg.
… met voldoende financiering door een miljonairtaks De financiering van de Sociale Zekerheid gebeurt nu door de sociale bijdragen op de lonen, door progressieve inkomstenbelasting en door indirecte belastingen. GVHV verzet
Visietekst - Geneeskunde voor het Volk – 7 maart 2009
Pagina 42
zich tegen financiering via indirecte belastingen (BTW, accijnzen). Indirecte belasting is onrechtvaardig omdat armen relatief veel meer betalen dan rijken. Dit botst met het solidariteitsprincipe. Dit gebeurt nu meer en meer ter compensatie van de voortdurende daling van de patronale sociale bijdragen. Opeenvolgende regeringen hebben op enkele jaren tijd deze patronale sociale bijdragen verminderd met bijna 6 miljard euro. Dit betekent dus 6 miljard minder inkomstenen voor onze sociale zekerheid. 77 De financiering dient aangevuld te worden naargelang de toename aan reële behoeften of voor de technologische evoluties in de geneeskunde, met een solidariteitsbelasting op de grote vermogens, die in de meeste Europese landen reeds bestaat. Twee procent vermogensbelasting boven de 1 miljoen euro brengt in België 7 miljard euro op.
In De Morgen en De Standaard publiceerde Tine Van Rompuy, daags na de aanstelling van haar broer Herman tot president van de Europese Unie volgende opiniebijdrage in De Standaard en in De Morgen. Tine is “meter” van de miljonairtaks én heeft grote sympathie voor Geneeskunde voor het Volk. Graag nemen we haar argumentatie voor de miljonairtaks over in deze visietekst omdat ze concreet vertrekt vanuit de gezondheidszorg. De twee cadeautjes voor mijn broer, president Herman door Tine Van Rompuy "Ik ben blij dat mijn broer president van Europa wordt. Een hele eer voor hem en voor onze familie", aldus Tine van Rompuy, zus van de eerste Europese president. De voorbije week was voor onze familie ook om een andere reden een week van vreugde. Herman is grootvader geworden van Jasper, zoontje van dochter Laura, en ikzelf ben de fiere grootmoeder geworden van Charlotte, dochter van mijn dochter Femke. Ik dacht dus: dat zijn allemaal goede voortekenen opdat Herman president van Europa zou worden. En nu is het zover. Mijn broer wordt straks Europees president. Zondag zie ik hem want dan wordt mijn andere broer Eric 60 jaar. Voor Herman heb ik twee cadeautjes gekocht. Voor Herman als grootvader kocht ik een Cubaanse sigaar. Want sigaren om feestjes af te sluiten, daar kan hij van genieten. Voor Herman als politicus heb ik een andere verrassing. Een mooi doosje met het recept voor een zogenaamde miljonairstaks. En op dat doosje staat: "Dit product zal je leven veranderen!" De miljonairstaks, dat wil zeggen dat 2 procent van de bevolking, de rijksten der rijken, gemiddeld 2 procent belast worden op hun vermogen, opdat er geld zou zijn voor een Europa van de mensen, in plaats van een Europa van de rendementen van een handvol aandeelhouders. Ik ben er fier op "meter" te zijn van de miljonairstakscampagne, en we zijn op zoek naar tienduizenden "fans" van de taks. Als verpleegster en actieve syndicalist leef ik tussen gewone mensen en die houden niet van de EU omdat onze EU niet op mensenmaat functioneert. De Unie brengt zo weinig positieve boodschappen, het gaat alleen nog over concurrentie en commerce. Het kapitalisme verkoopt zeepbellen waarop de banken zijn gecrasht. Bijna dreigde ons hele systeem failliet te gaan, maar plots vond men miljarden euro"s om het te redden. De gewone mensen worden afgedankt. In Engeland wordt het spoor geprivatiseerd, de treinen komen te laat, de rijtuigen Visietekst - Geneeskunde voor het Volk – 7 maart 2009
Pagina 43
trekken op niks. De elektriciteitsmarkt wordt opengegooid en alles is alleen maar duurder geworden. En de energiereuzen maken miljarden winst. Europa staat voor een keuze. En ook mijn broer staat nu voor die keuze. Wie gaat opdraaien voor de crisis? Wie gaat de miljarden betalen die naar de banken zijn gegaan? Ofwel de werkende mensen, ofwel zij die voor de crisis verantwoordelijk zijn. Ik wil de Belgische miljonairstaks uitbreiden tot Europa. Door een Europese miljonairstaks moeten de gewone burgers niet inleveren voor de crisis. We hebben werk nodig. Overal in Europa. Wel, de miljonairstaks zorgt voor werk. Het geld ervan zal jobs scheppen in zorg, welzijn en onderwijs, het kan zorgen voor een groene economie en voor een Europese sociale zekerheid, voor een programma van openbaar wetenschappelijk onderzoek in plaats van de privé op zijn wenken te bedienen. Tot wat commercie leidt zien we in België in de rusthuissector. De laatste vijf jaar zijn er 10.000 commerciële rusthuisbedden weggekocht bij de niet-commerciële sector. Uitbaters strijken woekerwinsten op, terwijl deze sector zoveel bijkomend geld nodig heeft. Pater Damiaan die enkele weken geleden in Rome heilig werd verklaard woonde in Tremelo, een dorpje op 10 kilometer van waar ik woon. Daar is er ook een rustoord naar hem genoemd. Het is overgekocht door de commerciële Senior Living Group. Vorig jaar deelde dit rustoord 28 miljoen euro uit aan de aandeelhouders. 28 miljoen euro is het jaarloon van 620 verpleegsters. Neen, je kunt geen winst maken over de rug van zwakkeren en bejaarden. Privatisering leidt tot dure rustoorden voor de meerbegoeden en tot onwaardige rustoorden voor armeren. Privatisering leidt tot afbouw van personeel en afbouw van degelijke zorg. Er is geld nodig voor rustoorden en kinderopvang. Dan wil ik een Europa waarin de overheid het recht heeft deze rustoorden en deze kinderopvang te blijven subsidiëren. Als mijn kleindochter nood heeft aan kinderopvang dan wil ik ze achterlaten met een gerust hart, dan wil ik dat er kwalitatief toezicht is van de overheid en niet zoals in de geprivatiseerde kinderopvang in Nederland waar de overheid zich terugtrekt als toezichthouder. Ik werk in het universitair ziekenhuis Gasthuisberg in Leuven, het grootste ziekenhuis van Europa met meer dan 8.000 werknemers. Gezondheidszorg is een recht voor iedereen. Geen winst op kap van de zieken, hulpbehoevenden, bejaarden. Europese politici beslissen ver boven ons hoofd maar gelukkig zijn er ook vele frisse en groene ideeën die we samen met vakbonden, ngo’s en progressieve politieke partijen kunnen verwezenlijken. Eerst de mensen, niet de winst. Put people first, not profit. Ook in Europa. (De Morgen en De Standaard, 21 november 2009)
Voor het behoud van de huidige groeinorm van 4,5% in de gezondheidszorg Deze groei is vooreerst noodzakelijk omdat ziek zijn voor vele mensen in toenemende mate onbetaalbaar wordt, zoals de laatste nationale gezondheidsenquête van 2008 laat zien.78 Deze enquête werd uitgevoerd in 2008 vlak voor het uitbreken van de financiële crisis. De gezondheidsenquête laat zien dat “slechte gezondheid vooral sociaal bepaald is”. We weten dat de economische crisis de komende jaren nog meer mensen ziek zal maken en dat de behoeften aan gezondheidszorg zullen stijgen.
Visietekst - Geneeskunde voor het Volk – 7 maart 2009
Pagina 44
Ten slotte zijn er de bijkomende kosten van de vergrijzing. Volgens de gezondheidsenquête is “het percentage personen dat aangeeft één of meerdere langdurige ziekten te hebben tussen 2004 en 2008 toegenomen van 23,8% tot 27,2%, deels ten gevolge van de vergrijzing. Het percentage van de bevolking dat beperkt is om hun dagdagelijkse activiteiten uit te voeren, als gevolg van langdurige aandoeningen, is tussen 2004 en 2008 gestegen van 13,7 % tot 17,1%.”
Visietekst - Geneeskunde voor het Volk – 7 maart 2009
Pagina 45
Naar een goedgefinancierde, performante en democratisch functionerende Nationale Gezondheidsdienst “Het Nordic model” Op termijn ijvert Geneeskunde voor het Volk voor de oprichting van een performante en democratisch functionerende Nationale Gezondheidsdienst met voldoende financiële slagkracht zoals het Nordic model van de Scandinavische landen. Een Nationale Gezondheidsdienst (National Health Service of NHS) heeft volgende kenmerken: 1) Gratis kwaliteitszorg gelijk voor iedereen, onafhankelijk van inkomen en status. ‘Judge and janitor on the same room’ (rechter en portier in dezelfde kamer). 2) Universeel en tegelijk sterk gedecentraliseerd. Alle streken en wijken (ook de armere) dienen van goede voorzieningen voorzien te zijn. 3) Allesomvattend. De algemene en specialistische geneeskunde, preventie en gezondheidspromotie, de tandheelkunde, de kine, geestelijke gezondheidszorg, geriatrie enz. ressorteren onder de NHS en zorgen, op geplande wijze, voor een totale preventieve en curatieve gezondheidszorg. De nationale structuur laat toe alle gegevens en resultaten te centraliseren en op basis daarvan wetenschappelijk onderzoek te doen en het beleid bij te sturen. Het ‘Nordic model’ is gerenommeerd omwille van de beste kwaliteit, beste toegankelijkheid, beste patiënttevredenheid , kleinste ongelijkheid en beste kosteneffectiviteit van de gezondheidszorg. 79 80 81 82 83 De oorspronkelijke missie van de Britse NHS luidde ‘freedom of fear’, de ‘bevrijding van angst’ voor ziekte en haar gevolgen aan iedereen verzekeren, en dat van de wieg tot het graf. Opgericht in 1948 door Aneurin Bevan heeft de NHS in de UK 40 jaar lang globaal gezorgd voor een modelzorg, waaraan de bevolking sterk gehecht was en nog steeds is, en dat in de internationale wetenschappelijke literatuur sterk geprezen werd. Margaret Thatcher onderfinancierde, ontmantelde en privatiseerde delen van de Britse NHS in de jaren ’80. Deze politiek werd verder gezet door haar ‘socialistische’ opvolger Tony Blair en stoot dan ook tot op vandaag op grote weerstand.84 Het Britse NHS model werd door heel wat landen overgenomen, ondermeer Canada en de Scandinavische landen. Vandaag staat echter ook dit model in deze landen onder Europese of internationale druk tot bezuinigingen, afbraak en privatisering . “Het probleem met de Canadese medicare is niet het systeem, maar de hoeveelheid geld die er wordt ingestoken. Het probleem met de gezondheidszorg in de VS is juist omgekeerd. Het is niet het geld, maar wel het systeem.”, schrijft Marcia Angell in een vergelijkende studie tussen het Amerikaanse en Canadese gezondheidszorgsysteem. 85
Visietekst - Geneeskunde voor het Volk – 7 maart 2009
Pagina 46
Gezondheidszorg en socialisme "Gratis voeding en onderwijs voor alle kinderen...is het grootste werkstuk van Sociale Geneeskunde dat gebeurd is in Cuba." Che Guevara Er is harde cijfermatige evidentie dat socialistische landen zoals bijvoorbeeld Cuba, superieure gezondheidsuitkomsten realiseren vergeleken met rijke kapitalistische landen. Ondanks het feit dat een land als Cuba dit moet doen met de schamele middelen van een ontwikkelingsland.86 Het Jaarrapport van de Wereldgezondheidsorganisatie van 2008 schrijft hierover: “ In Cuba is de gemiddelde levensverwachting van bij de geboorte de tweede hoogste van de Amerikas: in 2006 bedroeg deze 78 jaar, slechts 7,1 per 1000 kinderen overleed voor de leeftijd van vijf jaar. Indicatoren voor onderwijs voor jonge kinderen zijn bij de beste van heel Latijns-Amerika. Cuba heeft deze resultaten behaald ondanks enorme economische moeilijkheden, zelfs tot op vandaag. Het BBP per hoofd bedraagt slechts 4500 $ (nvdr: ter vergelijking in België 30.000 $). Cuba’s succes op vlak van kinderwelzijn weerspiegelt zijn toewijding voor een politiek van nationale volksgezondheid en intersectoriële acties. De opleiding van gezondheidswerkers is een nationale prioriteit. Cuba heeft een hoger aantal artsen als aandeel van de bevolking, dan eender welk ander land. Opleidingen in eerstelijnsgezondheidszorg wijden speciale aandacht aan de sociale determinanten van gezondheid. Zij werken in multidisciplinaire teams in een allesomvattende eerstelijnsgezondheidszorg- structuur, waar ze verantwoordelijk zijn voor de gezondheid van een geografisch afgebakende bevolking, zowel in het leveren van curatieve als van preventieve zorgen. Zij werken in nauw contact met de gemeenschappen, de sociale diensten en scholen, waar alle kinderen tweemaal per jaar een medisch onderzoek krijgen dat samen met de leerkrachten wordt georganiseerd.”87 Deze resultaten en manier van werken hangen samen met het maatschappelijk systeem. Cuba heeft de laagste gini-coëfficiënt (maat voor sociaaleconomische ongelijkheid in een land) van heel LatijnsAmerika. Basisbehoeften worden voor ieder gelenigd: voedselveiligheid, recht op werk, wonen, onderwijs, gezondheidszorg, pensioenen, zwangerschapsverlof, ziekteverlof, openbaar vervoer tot zelfs cultuur. 88 89 Voor het lenigen van de basisbehoeften in een socialistische maatschappij krijgt iedereen naargelang zijn of haar noden en draagt iedereen bij naargelang zijn of haar vermogen. Dit is dus een samenleving die opgebouwd is op de solidariteit tussen mensen en niet op de uitbuiting. Niet de jacht op maximale winst, maar de mens staat centraal.
Visietekst - Geneeskunde voor het Volk – 7 maart 2009
Pagina 47
DEEL 4: Geneeskunde voor het Volk De dagelijkse praktijk anno 2009 “ De filosofen hebben de wereld slechts verschillend geïnterpreteerd ; het komt erop aan haar te veranderen.” Karl Marx
Onze uitgangspunten We vatten ze hier nogmaals samen: a) Gezondheidszorg is een basisrecht en mag geen koopwaar zijn. Recht op gezondheid is een kwestie van maatschappelijk onrecht bestrijden. b) De gezondheidswerkers van GVHV kiezen kant en stellen hun wetenschappelijke kennis en sociaal engagement ten dienste van de noden van de mensen. c) GVHV wil samen met zijn patiënten, sociale organisaties, mutualiteiten en vakbonden het recht op een gezond leven verdedigen. Dit betekent meer concreet: het recht op toegankelijke en kwaliteitsvolle gezondheid (-szorg) en onderwijs, recht op gezonde arbeids- , leef- en milieuomstandigheden en recht op sociale zekerheid. Hierbij hecht GVHV veel belang aan samenwerking met en ondersteuning van de syndicale organisaties. De strijd van de arbeidersbeweging ligt aan de basis van onze sociale zekerheid. De mensen hebben de arbeidersbeweging nodig om deze te behouden en te versterken. d) We willen niet alleen aan symptoombestrijding doen, maar ook de maatschappelijke oorzaken van ziekte en gezondheid aanpakken. Onze sociale stethoscoop, met bijzondere aandacht voor de sociale en maatschappelijke context, is hierbij ons belangrijkste onderzoeksinstrument. We willen niet systeembestendigend, maar wel bevrijdend of emanciperend werken. Geen liefdadigheid, maar wel solidariteit in de strijd voor het recht op gezondheid. Zo zien wij de sociale verantwoordelijkheid van de arts of andere gezondheidswerker.
e) Hoe meer mensen zelf begrijpen wat er in hun lichaam gebeurt als ze ziek worden, hoe weerbaarder ze worden in het in handen nemen van hun eigen genezingsproces. Hoe meer mensen begrijpen wat mogelijke oorzaken (sociaal, maatschappelijk, economisch, milieu) zijn van hun ziek worden, hoe weerbaarder en strijdbaarder ze worden om samen stappen te ondernemen zoals bijvoorbeeld de strijd tegen de Lange Wapperbrug of de strijd voor betere arbeidsomstandigheden. GVHV wil zich engageren om samen met de mensen (individueel en collectief) dit bewustmakingsproces te ondersteunen. We willen samen met de patiënten een maatschappelijke kracht vormen om wat fout en oneerlijk is te veranderen. Dat is ‘empowerment’.
Visietekst - Geneeskunde voor het Volk – 7 maart 2009
Pagina 48
Acht hoofdkenmerken van een groepspraktijk van “Geneeskunde voor het Volk”
Toegankelijkheid 1. Laagdrempelige gezondheidszorg
Kwaliteit 2. Permanente kwaliteitsbevordering 3. Multidisciplinaire aanpak en samenwerking 4. Management een must voor goed beleid 5. Onderzoek en opleiding vertrekkende vanuit concrete noden
Solidariteit 6. Participatie en gemeenschapsgericht werken 7. Nationale eenheid, internationale solidariteit en antiracisme 8. GVHV kiest kant
Toegankelijkheid 1. Laagdrempelige gezondheidszorg Hierbij is de financiële toegankelijkheid essentieel. De meeste praktijken van Geneeskunde voor het Volk werken met het forfaitbetalingssysteem en hebben een vaste ingeschreven patiëntenpopulatie. Hierdoor genieten de patiënten van gratis geneeskunde. Voordien werden patiënten steeds verzorgd aan “terugbetalingstarief” (er werd geen remgeld gevraagd). De mensen betalen reeds hun gezondheidszorg via de belastingen en sociale bijdragen van hun loon. Waarom zouden zij een tweede maal moeten betalen? Gezondheidszorg is een basisrecht en moet niet “geremd” worden via allerhande remgelden. Laagdrempelig betekent ook dat patiënten zich op hun gemak voelen in de praktijken. Het is hun thuis. In de meeste praktijken is dat ook letterlijk te nemen. Honderden patiënten hebben vrijwillig meegeholpen aan de bouw of renovaties van talrijke praktijkhuizen. Laagdrempelig betekent ook dat de gezondheidswerkers; artsen en andere medewerkers werken aan een gewoon werknemersloon, vergelijkbaar met dat van de meeste patiënten. Concreet laat het toe om de consultaties gratis te houden voor de patiënt en om ook te kunnen investeren in projecten voor maatschappijverandering. Laagdrempelig blijkt ook uit het feit dat de meeste gezondheidswerkers leven in de dichte buurt van de praktijk en tussen de mensen waarvoor ze zich willen inzetten. Dat verhoogt de betrokkenheid voor de problemen van de mensen in de buurt en maakt de arts-patiënt relatie meer gelijkwaardig.
Visietekst - Geneeskunde voor het Volk – 7 maart 2009
Pagina 49
Kwaliteit 2. Permanente kwaliteitsbevordering. Kwaliteit betekent voor GVHV op de eerste plaats: de patiënt als mens een kwaliteitsvolle zorg en dienstverlening aanbieden. We willen die patiënt tegemoetkomen met al onze toewijding en empathie. Maar omdat te kunnen moet je ook goed voor jezelf kunnen zorgen en heb je bovenal een team nodig, waar je kan werken in een goede werksfeer, met voldoende aandacht en zorg voor elkaar. Kwaliteit betekent de patiënt met voldoende tijd vanuit een bio-psycho-sociaal of holistisch benaderingsmodel beluisteren. Voor GVHV is de maatschappelijke context daarbij erg belangrijk. Kwaliteit betekent de patiënt een mix van behandeling, preventie, gezondheidspromotie, revalidatie of palliatieve zorg aanbieden in overeenstemming met zijn/haar behoeften. GVHV besteedt veel tijd en aandacht aan preventie en gezondheidsopvoeding: 1) Gezondheidsopvoeding (leefstijlfactoren: voeding, beweging, stress en conflictbeheersing, rookstop, tegen misbruik van alcohol en andere drugs…). Sommige praktijken organiseren in dit kader zelfhulpgroepen. Om de krachten in de patiënten zelf aan te boren. En omdat zieken vaak geholpen worden door uitwisseling van ervaringen met lotgenoten en wederzijdse ondersteuning. 2) Preventie betekent ook aandacht voor en strijd tegen ongezonde en onveilige arbeidsomstandigheden, milieuvervuiling en verkeersongevallen. Hiervoor werkt GVHV wat betreft arbeidsomstandigheden samen met vakbonden, syndicale delegaties, professoren arbeidsgeneeskunde en sommige arbeidsgeneeskundige diensten. Op vlak van milieu is er nauwe samenwerking met bewonersactiegroepen en milieudeskundigen. GVHV baseert het medisch handelen op de Evidence Based Medicine (medische besliskunde gebaseerd op klinisch wetenschappelijke bewijzen), en toetst zo ook de wetenschappelijke kwaliteit van zorgen. Sinds 2000 zijn de praktijken van het papieren “GVHV-dossier” overgeschakeld op het elektronisch medisch dossier (Medidoc). Sommige GVHV praktijken zijn gekend als pionier in ‘Online-on-the-spot”: het opzoeken van de nieuwste klinische wetenschappelijke bewijzen en medische richtlijnen voor het oplossen van klinische vragen door middel van gebruik van internet samen met de patiënt tijdens de consultatie. De huisarts brengt en hertaalt die laatste nieuwe behandelrichtlijnen rechtstreeks naar de patiënt. Dít is democratisering van wetenschappelijke informatie. Dit is ook ‘empowerment’ op het individuele niveau: mensen met correcte informatie weerbaar maken tegen de manipulerende reclame voor geneesmiddelen in de media. Ook op andere innovatieve terreinen in de moderne huisartsgeneeskunde spelen GVHV praktijken een vooraanstaande rol. Enkele voorbeelden: het gebruik van cognitieve gedragstherapie, een wetenschappelijk onderbouwde vorm van psychotherapie, in het dagelijks praktijkvoeren als huisarts. Het integreren van arbeidsgebonden risico’s in het medisch dossier en de dagelijkse medische besliskunde.
Visietekst - Geneeskunde voor het Volk – 7 maart 2009
Pagina 50
De GVHV praktijken voeren een actief, continu en projectmatig beleid van kwaliteitsverbetering. GVHV past daarin de methode toe van ‘sociaal constructivisme’. Het is de leercompetentie waarbij we door samenwerking, uitwisseling, discussie, wederzijdse hulp, literatuurstudie en het continu toepassen van de ‘Plan, Do, Check, Act’ cirkel, we betere kwaliteit construeren in ons werk. Wat de tevredenheid van zowel patiënten als hulverleners ten goede komt. Ter illustratie de talrijke deelnames, nominaties en prijzen van huisartsen in opleiding van GVHV op het jaarlijks wetenschappelijk eerstelijnssymposium of de jaarlijkse “Prijs van de huisarts”.
3. Multidisciplinaire aanpak en samenwerking Naast de huisartsen werken er op sommige GVHV praktijken ook een artsacupuncturist, een diëtiste en verpleegkundigen. Daarnaast hebben de praktijken een nauwe samenwerking met andere thuisverplegingsdiensten (OCMW, mutualiteiten, naast enkele private verplegenden), kinesisten, logopedisten, geestelijke gezondheidszorg en specialisten in de tweede en derde lijn.
4. Management een must voor goed beleid Als moderne, multidisciplinaire, eerstelijnsgezondheidscentra en als VZW’s die aan heel wat wettelijke verplichtingen dienen te voldoen, is een professionele, aanpak een must. Onze groepspraktijken voeren eenzelfde beleid inzake administratie en beheer, personeelsbeleid (personeelszaken en HRM) , patiëntenbeleid, financies en infrastructuur. In elke centrum van GVHV werkt een ‘manager’ die deel uitmaakt van de nationale coördinatie en die zelf de nodige begeleiding en opleiding krijgt. Deze plaatselijke manager leidt in duo met de praktijkverantwoordelijke, de eigen groepspraktijk op haar/zijn specifieke terrein. Elke groepspraktijk wordt geleid door een praktijkverantwoordelijke samen met een verantwoordelijke voor organisatie en beheer. Alle medewerkers in GVHV zijn gelijkwaardig. Artsen, huisartsen-in-opleiding, verpleegkundigen, ander zorgverstrekkers, onthaalmedewerkers of de talrijke vrijwilligers hebben hun zeg en worden betrokken in het reilen en zeilen van de praktijk. Om de twee weken is er een teamvergadering met alle vaste medewerkers. Om de twee weken is er een medische vergadering gericht op bijscholing en overleg van de zorgverleners. Daarnaast zijn er regelmatig onthaalvergaderingen en bijeenkomsten met de vrijwilligers. De belangrijke afspraken worden in draaiboeken en praktijkprotocols vastgelegd. In elke praktijk worden de beslissingen gezamenlijk genomen en voelt elkeen zich verantwoordelijk voor de realisatie ervan. Naast de nationale projecten heeft elke praktijk eigen projecten en initiatieven en werkt aan een eigen specifieke toekomstvisie en planning.
Visietekst - Geneeskunde voor het Volk – 7 maart 2009
Pagina 51
5. Onderzoek en opleiding vertrekkende vanuit concrete noden GVHV maakt gebruik van de gegevens van het EMD (elektronisch medisch dossier) in wetenschappelijk onderzoek met een maatschappelijke signaalfunctie. Ten tijde van het generatiepact toonde GVHV bvb aan dat het afpakken van het recht op brugpensioen of het recht op tijdskrediet ook gezondheidsimplicaties heeft, gezien de meerderheid van de patiënten boven de 50 lijdt aan minimum 1 chronische aandoeningen. Een ander onderzoek was het verwerken van gegevens over puffer-gebruik bij patiënten als mogelijke indicator voor luchtpollutie zoals in Genk en Deurne. Dankzij deze studie kon Dr Harrie De Witte in Genk het debat in de gemeenteraad activeren. Het leidde uiteindelijke tot concrete saneringsmaatregelingen in de getroffen wijk. Gvhv neemt het ook op zich om patiënten bij expertises i.v.m. ziekte of werkongevallen zo goed en zo wetenschappelijk mogelijk te verdedigen. Op veel van die terreinen doet GVHV ook wetenschappelijk onderzoek, dat gepresenteerd wordt op wetenschappelijke congressen en gepubliceerd wordt in wetenschappelijke tijdschriften in binnen- en buitenland. De meeste praktijken van Geneeskunde voor het Volk zijn door de Universitaire Huisartsencentra erkend als opleidingpraktijken. GVHV heeft stageplaatsen zowel voor studenten geneeskunde als voor afgestudeerde artsen die nog een tweejaarse opleiding tot huisarts dienen te volgen. Ook studenten dieët, verpleegkunde en maatschappelijk werk lopen stage. Voor geëngageerde studenten organiseert GVHV kennismakingsstages waarin de sociale dimensie van ons werk geaccentueerd wordt. Jaarlijks worden er voor hen ook ‘sociale enquêtes’ georganiseerd. Dirk Avonts, professor huisartsgeneeskunde in Antwerpen, schreef in een column voor De Huisarts over het boek van Kris Merckx, 'Dokter van het Volk': “Niet onterecht, worden deze praktijken van Geneeskunde voor het Volk ook wel de vijfde universiteit in Vlaanderen genoemd. Want het volk heeft recht op de beste geneeskunde, gebaseerd op wetenschappelijke bevindingen en tegen betaalbare prijzen, liefst gratis. Zo word je een dokter van het volk.”
Solidariteit
6. Participatie en gemeenschapsgericht werken GVHV praktijken zijn eerstelijns-gezondheidscentra én actiecentra Ons engagement als gezondheidswerker beperkt zich niet tot de consultatiekamer (of de huiskamer tijdens het huisbezoek). Als de oorzaken van ongezondheid maatschappelijk zijn, dan moet je ook buiten je nauwe medische praktijk durven treden en actief proberen in te grijpen op onze sociale omgeving. Dan heb je als gezondheidswerker ook een sociale verantwoordelijkheid. GVHV koestert en stimuleert onbaatzuchtig vrijwilligerswerk van haar medewerkers en patiënten. Vrijwilligers worden nauw betrokken bij de planning
Visietekst - Geneeskunde voor het Volk – 7 maart 2009
Pagina 52
en bij de werking. Vrijwilligers ondersteunen het werk van de vaste onthaalmedewerkers of helpen bij administratief werk (mailings). Vrijwilligers concipiëren en werken mee aan de bouw, renovatie en onderhoud van onze infrastructuur. Vrijwilligers participeren evenzeer in de talrijke acties die Geneeskunde voor het Volk trekt of ondersteunt: bijvoorbeeld voor het kiwimodel, voor gezonder milieu, voor gezondere arbeidsomstandigheden, voor de vrede, voor de Derde Wereld, tegen de orde der geneesheren, tegen de sluiting van ziekenhuizen of op vakbondsbetogingen voor sociale rechten, bij solidariteit aan de piketten van stakende arbeiders enz. Dit gebeurt dikwijls samen met de PVDAverkozenen. Vrijwilligers werken mee aan de talrijke feesten, verbroederingen (bijvoorbeeld met de anderstalige praktijken) en andere culturele evenementen van de GVHV praktijken.
7. Nationale eenheid, internationale solidariteit en antiracisme « Zij die zich verzetten tegen onrecht, waar ook ter wereld, zijn onze broeders. » Camilo Cienfuegos, verzetstrijder in Cuba en vriend van Che Guevarra Geneeskunde voor het Volk heeft momenteel 11 groepspraktijken verspreid over Vlaanderen, Wallonië en Brussel. Het is een nationale, meertalige organisatie. Het is een collectieve solidaire organisatie waarbij de ene groepspraktijk letterlijk op alle vlak beroep kan doen op de anderen. Dit kan onder de vorm van uitlenen man/ vrouwkracht, financies, steun bij acties….. Geneeskunde voor het Volk wordt nationaal geleid. Collectief wordt er beslist over een jaarplanning met nationaal geleide en gecoördineerde projecten zoals Kiwiproject, kwaliteitsproject, campagne met boek Kris Merckx. Ook op vlak van management zijn er collectieve jaarprojecten. In de Derde Wereld en verschillende landen van het voormalige Oostblok zijn de problemen inzake gezondheid en gezondheidszorg nog vele malen groter dan bij ons. Geneeskunde voor het volk trekt zich dat even hard aan. Voor ons zijn alle mensen gelijk, hebben zij evenveel recht op welzijn, welvaart, goede gezondheidszorgen en geluk. Daarom heeft Geneeskunde voor het Volk eind de jaren 80 haar zusterorganisatie Geneeskunde voor de Derde Wereld opgericht. Vandaag zit zij mee in de koepel www.intal.be, op hun site vindt je meer info. Veel van onze gezondheidswerkers werkten voor korte of langere tijd in het buitenland: in vluchtelingenkampen van de Palestijnen in Libanon, de Filippijnen, Burkina Faso, Eritrea, Kongo, Nicaragua, Irak, Mexico, Cuba, Venezuela… Samen met Geneeskunde voor de Derde Wereld organiseert GVHV ook inleefreizen en stages voor studenten in Derde Wereldlanden. Werken in de Derde Wereld kan bij GVHV als een vorm van jobrotatie. Sommige artsen bij GVHV kunnen een tijd in een project in de Derde Wereld werken. Bij terugkeer organiseren zij mee de solidariteit voor de mensen waarmee ze ginds hebben samengewerkt. Zoals Dr Elly Van Reusel die terug is van 2 jaar werken met Gabriella in Manilla, Filipijnen. Meer hierover lees je op www.alyado.info
Visietekst - Geneeskunde voor het Volk – 7 maart 2009
Pagina 53
Tegenover de internationale eenheid van de grote multinationale geldmachten moeten wij onze internationale solidariteit stellen. Racisme, discriminatie, chauvinisme en eng nationalisme verdelen en verzwakken de werkende mensen. Eén of meerdere keren per jaar voeren alle praktijken concrete solidariteitscampagnes voor de Derde Wereld . De patiënten worden ook extra gesensibiliseerd wanneer ‘hun’ huisarts op missie is in een Derde Wereldland. De globalisering heeft van onze wereld een dorp gemaakt. Zeker in de arbeidersgemeenten, waar onze groepspraktijken zijn ingeplant, drong de multinationalisering en verkleuring van onze maatschappij volop door. Wij verzorgen zonder onderscheid van origine en kleur alle mensen op gelijkwaardige wijze. We proberen op positieve wijze, door samenwerking met ‘migranten’ en ‘Belgen’ iets te doen aan de objectieve problemen zoals de achterstelling, gettovorming, samenlevingsproblemen, onveiligheid… Voor GVHV behoren alle werkende mensen tot dezelfde klasse, ongeacht taal, ras, kleur, geloofsovertuiging of achtergrond. ‘In de mijn is iedereen zwart’, droegen de Belgische en Turkse mijnwerkers op hun spandoek tijdens een manifestatie tegen de Limburgse mijnsluitingen van 1985. De werking van GVHV heeft in belangrijke mate ertoe bijgedragen dat bij de gemeenteverkiezingen van 2006 in de Antwerpse deelgemeenten Hoboken en Deurne het racistische Vlaams Belang van de absolute meerderheid werd afgehouden, dankzij de verkiezing van drie PVDA+ districtsraadsleden.
8. GVHV kiest kant GVHV is een initiatief van de PVDA (Partij van de Arbeid). Daar waar maatschappelijke oorzaken van ziekte en ongezondheid maatschappelijk kunnen opgelost worden, heb je politieke strijd nodig om daadwerkelijke maatregelen en veranderingen voor heel de bevolking te kunnen doorvoeren. Heel wat gezondheidswerkers van GVHV nemen daarom een politiek engagement op binnen de PVDA. In de praktijken van Zelzate, Hoboken, Deurne, Lommel, Genk, Herstal, Seraing en La Louvière zijn huisartsen of andere medewerkers van Geneeskunde voor het Volk verkozen als PVDA raadslid in de gemeenteraad. Hun actieprincipe luidt: straat – raad – straat. Ze pikken de concrete problemen op van de mensen in de straat, ze agenderen dit op de raad, en gaan dan terug met de antwoorden naar de straat. Ze geven zo een stem aan de patiënten op de politieke fora. Politiek engagement in de PVDA is geen voorwaarde om bij GVHV te kunnen werken. Wel wordt er loyauteit verwacht van alle medewerkers voor onze band met de PVDA en onze gemeenschappelijke en gedeelde inzet voor meer solidariteit of een maatschappij van “eerst de mensen, niet de winst”. Niet alleen op medisch vlak, maar ook op maatschappelijk vlak cultiveert GVHV kritische reflectie en discussie. Dit draagt ook bij aan de vernieuwingsoperatie die de PVDA doormaakt.
Visietekst - Geneeskunde voor het Volk – 7 maart 2009
Pagina 54
Meer lezen… “Kris Merckx heeft in "Dokter van het volk" de geschiedenis vastgelegd van een generatie artsen, die de kans die de maatschappij hen gaf, doordat zij vaak als eersten in hun familie, door de democratisering van het onderwijs naar de universiteit konden gaan, met beide handen hebben gegrepen om een nieuw antwoord te geven op de vraag: welke artsen hebben we nodig in de samenleving? Opbouwen van status werd hierbij vervangen door maatschappelijk engagement, met bijzondere aandacht voor de mensen in nood, hier en in de ontwikkelingslanden. Kris Merckx was visionair in 3 opzichten. Hij was er heel duidelijk van overtuigd dat sociale determinanten (woon-, leef-, werkomstandigheden) essentieel waren bij het begrijpen van ziekte en gezondheid. Het rapport "Closing the gap in one generation", dat in november 2008 verschijnt, bevestigt de relevantie van deze analyse. Ten tweede koos Kris Merckx duidelijk voor het werken in het kader van de eerstelijnsgezondheidszorg die toegankelijk, kwaliteitsvol en kosteneffectief moet zijn. Het "World Health Report 2008": "Primary health care: now more than ever" vraagt vandaag wereldwijd aandacht voor de uitbouw van de eerstelijnsgezondheidszorg. Ten derde getuigt dit boek ook van het belang om bij alle processen in de gezondheidszorg patiënten en de bevolking actief te betrekken. Het boek is geschreven met een groot "hart" voor de dagelijkse zorg voor gezondheid van vele mensen, waar een huisarts voortdurend mee te maken heeft. Dat Kris Merckx in dit boek ook kritisch kijkt naar de keuzen die hijzelf heeft gemaakt, maakt het tot een belangrijk en inspirerend document voor alle die betrokken zijn bij de gezondheidszorg.” Prof.dr. J. De Maeseneer. Gewoon hoogleraar huisartsgeneeskunde en eerstelijnsgezondheidszorg. Universiteit Gent. Voorzitter European Forum for Primary Care.
Visietekst - Geneeskunde voor het Volk – 7 maart 2009
Pagina 55
’Omdat hij steeds vaker patiënten te zien kreeg die onder een torenhoge werkdruk gebukt gingen, besloot hij om undercover als havenarbeider aan de slag te gaan aan de Antwerpse dokken. “In mijn leven heb ik nog nooit zo hard gewerk, ik ben nog nooit zo moe geweest en nog nooit heeft mijn sociaal levenop zo’n laag pitje gestaan”,getuigt Van Bever’
‘Psychisch is het systeem van uitzendwerk loodzwaar. Als dagcontractant krijgt hij slechts een dag op voorhand te horen of hij de volgende dag mag werken. Van een deftig gezinsleven is dus geen sprake. Ook fysiek eist het werk zijn tol. Tennisellebogen en gekwetste handen zijn dagelijkse kost. Bovendien stelt dokter Van Bever zich ondanks beschermdende kledij, ernstige vragen bij het laden en lossen van chemische producten. ‘ ‘Medisch Dossier’ Welzijnszorg (ACW) 2008
“Ik las met veel interesse en aandacht het geëngageerde, maar tevens zeer wetenschappelijk onderbouwde traktaat van dr. Van Duppen over het (gebrek aan) geneesmiddelenbeleid in België. Hij maakt een wandeling doorheen de historiek van vele bekende en minder bekende geneesmiddelen, de internationale wetgevingen en kostprijzen, het beleid van de grote farma-holdings en de reactie van zorgverstrekkers, patiënten en overheid. Met het ontleedmes van de arts legt hij systematisch alle pijnpunten bloot en doet aan het einde van zijn verhaal concrete voorstellen voor een gezond en open beleid en voor een breed maatschappelijk debat. Hopelijk komt dat er ook en er zullen goede argumenten gevonden moeten worden om zijn standpunten aan het wankelen te brengen.” Prof. Dr. Josse Van Steenberge, voormalig rector UIA, gewoon hoogleraar
Visietekst - Geneeskunde voor het Volk – 7 maart 2009
Pagina 56
Socialezekerheidsrecht en voorzitter van de Associatie Universiteit & Hogescholen Antwerpen 2
6 medewerkers van Geneeskunde voor het Volk maakten een eerste ontwerp in de Kerstperiode van 2008. Dit ontwerp werd voorgelegd en besproken in al de 11 groepspraktijken en met 22 externe reviewers. Er kwamen 40 feedbackrapporten binnen. Op 7 maart 2009 werd over de inhoud van de tekst een eerste seminarie gehouden aan de VUB met 80 artsen en medewerkers van GVHV. Meer dan 100 mensen hadden de tekst op voorhand doorgenomen, erover nagedacht en hun zeg gedaan.
3
http://www.phmovement.org/charter/pch-english.html
4
http://www.righttohealthcare.org/Docs/DocumentsC.htm#AlmaAta
5
Persoonlijke correspondentie van DVD met Marcia Angell, 15 augustus 2007
6
Van Duppen D. Sicko ook bij ons? De Gids op Maatschappelijk Gebied. Oktober 2007. pp.3-11.
7
Kuttner R. Market-based failure - a second opinion on U.S. health care costs. N Engl J Med.2008;358:54951.
8
9
Angell, M. MD (2008). Privatizing health care is not the answer: lessons from the United States. CMAJ 179: 916-919 OESO Health Data 2007
10
Gezondheidsenquête België 2008. Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid en de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie. 11 Testgezondheid, februari 2010 12
CM Informatie 237. September 2009, p.23-47.
13
Vranken Jan, Campaert G., de Boyser Katrien Dewilde Caroline, Dierckx Danielle- Armoede en sociale uitsluiting: jaarboek 2009.-Leuven: Acco, 2008
14
Gezondheidszorg tussen markt en overheid. CM-informatief. November 2007. 15
Coalition of Service Industries 1999, geciteerd in Allison Pollock. NHS Plc: The Privatisation of Our Health Care. London.Verso 2004 16
Belgian population ranked to medical consumption. National Health Survey. RIZIV. 1997.
17 18
19
Bossuyt N, at all. Socio-economic inequalities in health expectancy in Belgium. Public Health 2004; 118: 310. Hart JT. The inverse care law. Lancet 1971;1:405-412. Er zijn nog meer ongelijkheden inherent aan gezondheidszorg die maken dat volgens de theoretici van de vrije markt zelf, de markt onmogelijk kan werken om een kwaliteitsvolle gezondheidszorg voor iedereen te bekomen. Er is ten vierde de ongelijkheid in informatie in de gezondheidszorg. Er bestaat wat genoemd wordt een informatie asymmetrie tussen arts en patiënt. (de Laat E, Windmeijer F, Douven R. How does pharmaceutical marketing influence doctor’s prescribing behaviour? Centraal Planbureau.2002. Nivel studie. Universiteit Utrecht. 2003.) Gezondheidszorg is niet zomaar een consumptieproduct waarbij de verbruiker volledig vrij kan kiezen. Een goede vrije marktwerking vereist volgens de theoretici van de markt een goed geïnformeerd zijn van de consumenten die zelf vrije keuzes kunnen maken. Een patiënt kan niet zomaar naar zijn dokter stappen en zeggen: ‘ik wil dit of dat geneesmiddel tegen hoge bloeddruk’. Het is de dokter die tenslotte beslist en voorschrijft. Die informatie asymmetrie is ook de reden waarom publieksreclame voor voorschriftplichtige geneesmiddelen terecht nog steeds verboden is in Europa. Ten vijfde is er de ongelijkheid in prijszetting in de gezondheidszorg. Gezondheid kent geen prijs. Een vrouw met borstkanker is bijvoorbeeld bereid om haar huis te verkopen voor een behandeling als dat haar leven kan redden. Dat is de belangrijkste reden waarom de nieuwste anti-kankermedicatie zoals trastuzumab tegen borstkanker 35.000 euro per jaar behandeling kost (Van Duppen D, Avonts M. The cost of the newest cancer drugs. Lancet 2007; 370: 317-318.). Het is bewezen dat die hoge kostprijs in geen enkele verhouding staat met de reële ontwikkelingskosten. Het farmaceutisch bedrijf vraagt die prijs die de gemeenschap of de patiënt bereid is te betalen. Een marktwerking veronderstelt volgens de vrije markt theoretici een sterke prijselasticiteit op basis van vraag en aanbod. Gezondheidszorg kent daarentegen het tegenovergestelde. De kwetsbare en dus ongelijke positie van de zieke patiënt laat hem geen andere keuze dan te betalen wat gevraagd wordt. Daarenboven heeft de informatie asymmetrie als gevolg dat de minst geïnformeerde patiënten hierbij het makkelijkste slachtoffer zijn. Mensen met lage scholing zijn het makkelijkste te verleiden tot ‘zotte kosten’ als het op gezondheid op aan komt. Ook voor hen kent gezondheid geen prijs. Ten zesde is er in gezondheidszorg ook geen prijselasticiteit omdat de voorschrijver in gezondheidszorg geen financiële verantwoordelijkheid draagt, de patiënt weinig of beperkte keuze heeft in wat er voorgeschreven wordt en de ziekteverzekering die financiert daarop nauwelijks of geen zeggenschap heeft.
Visietekst - Geneeskunde voor het Volk – 7 maart 2009
Pagina 57
20
21
Vermarkting in de zorg : een terreinverkenning. CM Informatie. Februari 2007. p.13 e.v. ‘De bewering dat privatisering van voorzieningen leidt tot grotere efficiëntie wordt verworpen door robuuste wetenschappelijke bewijsvoering met de ervaring in de VS, waar dit fenomeen het sterkst veralgemeend is, en nu ook met de ervaring in Engeland door de toenemende vermarkting binnen de NHS’, aldus professor Allyson Pollock. Zij is wereldwijd erkend gerenommeerd voor haar onderzoek naar de gevolgen van de privatisering in de gezondheidszorg. Zij heeft daarover ook veelvuldig gepubliceerd in toptijdschriften zoals de Lancet en de British Medical Journal. De meeste publicaties van Pollock in de British Medical Journal zijn vrij on-line te raadplegen op www.bmj.com . Zij publiceerde twee boeken over de vermarkting en privatisering van de NHS: Allyson M Pollock. NHS Plc: The Privatisation of Our Health Care. London.Verso 2004; The New NHS: A Guide to Its Funding, Organisation and Accountability. London. 2007.
22
Het nieuwe rapport van de WGO over de invloed van sociale determinanten op de gezondheid ondersteunt de stelling van Pollock met een systematische review (literatuurstudie volgens de methodologie van de ‘Evidence Based Medicine’). Commission on Social Determinants of Health. ‘Closing the gap in a generation: health equity through action on the social determinants of health. Final report’. Geneva, World Health Organization, 2008.p.94, p.134 e.v. http://www.who.int/social_determinants/final_report/en/index.html
23
The world health report 2008 : ‘Primary health care now more than ever’ WHO Geneva. p.13, 24-25 e.v. http://www.who.int/whr/2008/en/
24
25 26
27
Navarro V, Muntaner C, Borrell C, Benach J, Quiroga A, Rodríguez-Sanz M, Vergés N, Pasarín MI. Politics and health outcomes.Lancet. 2006;368(9540):1033-7. Woolhandler S, Himmelstein DU. Competition in a publicly funded healthcare system. BMJ 2007;335:1126-9. Kuttner R. Market-based failure - a second opinion on U.S. health care costs. N Engl J Med.2008;358:549-51.
Angell, M. MD (2008). Privatizing health care is not the answer: lessons from the United States. CMAJ 179: 916919 De artikels in noten 13-15 zijn vrij toegankelijk op de website van desbetreffende tijdschriften. Marcia Angell is de voormalige hoofdredacteur van de New England, professor sociale geneeskunde aan Harvard en auteur van ‘The Truth about the drugcompanies’, een internationaal standaardwerk over de praktijken van de farmaceutische multinationals. Zij was wetenschappelijk adviseur bij de nieuwste film SiCKO van de Amerikaanse documentaire maker Michael Moore. De film is op DVD verkrijgbaar, waarop ook een interview van Michael Moore met Angell. Dit interview is ook via het net te bekijken: http://www.vimeo.com/1407485. Het VRT programma Terzake maakte over enkele patiënten van GVHV te Deurne een ‘SiCKO Belgium’ reportage die eveneens op het net te bekijken is: http://www.vimeo.com/1410247 .
28
Gezondheidszorg tussen markt en overheid. CM-informatief. November 2007.
29
Bronnen: “2002 Drug Industry Profits: Hefty Pharmaceutical Company Margins, Dward Other Industries” Public Citizen. Berekend op basis van Fortune 500 Drug Companies, April 2003. De marketing en R&D percentages per firma zijn gebaseerd op een studie van de Amerikaanse consumentenorganisatie “Family USA” in haar rapport “Profiting from pain: Where presription drug dollars go. July 2002”. Zij analyseerden hiervoor de officiële jaarrapporten van 2001 van “US pharmaceutical companies” ingediend bij het "Securities and Exchange Commission” (SEC). www.citizen.com en www.familiesusa.org/site/PageServer
30 31
Van Duppen D. De Cholesteroloorlog. Waarom geneesmiddelen zo duur zijn. EPO.2004. WHO Commission on Social Determinants of Health. Closing the gap in a generation: health equity through action on the social determinants of health. Geneva: WHO, 2008. www.who.int/social_determinants/final_report/en/index.html .
32
WHO Commission on Social Determinants of Health. Closing the gap in a generation: health equity through action on the social determinants of health. Geneva: WHO, 2008. pp.37, 38. 33
Wilkinson R. Pickett K. .The Spirit Level: Why More Equal Societies Almost Always Do Better Penguin. March 2009. . Zie ook: www.equalitytrust.org Deze website systematiseert en presenteert op didactische wijze de evidenties voor deze stelling. 34
WHO Commission on Social Determinants of Health. Closing the gap in a generation: health equity through action on the social determinants of health. Geneva: WHO, 2008. pp.31.
Visietekst - Geneeskunde voor het Volk – 7 maart 2009
Pagina 58
35
Navarro V. What we mean by social determinants of health. International Journal of Health Services 2009; 39: 423-441. 36
Marmot M. Achieving health equity: from root causes to fair outcomes. Lancet, 2007, 370:1153–1163.
37
WHO Commission on Social Determinants of Health. Closing the gap in a generation: health equity through action on the social determinants of health. Geneva: WHO, 2008. www.who.int/social_determinants/final_report/en/index.html.
38
Marmot MG, Davey Smith G, Stansfeld SA, et al. Health inequalities among British Civil Servants: the Whitehall II study. Lancet 1991; 337: 1387-1393.
39
Vanroelen, C., et al. The structuring of occupational stressors in a Post-Fordist work environment. Moving beyond traditional accounts of demand, control and support. Social Science & Medicine (2009), doi:10.1016/j.socscimed.2009.01.012
40
M. Beck, C. Vanroelen en F. Louckx, Sociale Breuklijnen in de gezondheid en de gezondheidszorg, VUB Press Brussel, 2002.
41
Szreter S. Rethinking McKeown: The relationship between public health and social change. Am J Public Health (2002) 92:722–25.
42
Szreter S. The population health approach in historical perspective. Am J Public Health (2003) 93:421–31.
43
Navarro. V. What is a national health policy? Int. J. Health Serv. 2007;37:1-14
44
The World Health Report 2008 : ‘Primary health care. Now more than ever’ WHO, Geneva. : http://www.who.int/whr/2008/whr08_en.pdf p 70 tabel 4.1
45
Vanroelen, C., et al. The structuring of occupational stressors in a Post-Fordist work environment. Moving beyond traditional accounts of demand, control and support. Social Science & Medicine (2009), doi:10.1016/j.socscimed.2009.01.012
46
WHO Commission on Social Determinants of Health. Closing the gap in a generation: health equity through action on the social determinants of health. Geneva: WHO, 2008. pp.60-71.
47
Vranken Jan, Campaert G., de Boyser Katrien Dewilde Caroline, Dierckx Danielle- Armoede en sociale uitsluiting: jaarboek 2009.- Leuven: Acco, 2008
48 49
www.kiesbeter.nl ; www.bcfi.be De Standaard 24/6/08
50
Vranken Jan, Campaert G., de Boyser Katrien Dewilde Caroline, Dierckx Danielle- Armoede en sociale uitsluiting: jaarboek 2009.- Leuven: Acco, 2008
51
De Graeve D, Lecluyse A, Schokkaert E, Van Ourti T, Van de Voorde C. Eigen betalingen in de Belgische gezondheidszorg. De impact van supplementen. Equity and Patient Behaviour EPB). Brussel: Federaal Kenniscentrum voor de gezondheidszorg (KCE); 2006. KCE reports 50 A
52
Socialistische mutualiteit. Ereloonsupplementen tot vijf keer hoger. Februari ’09. http://www.socmut.be/SocMut/Thema/ereloonsupplementenZiekenhuizen.htm
53
Ernst & Young : VAN MAELE Rosita en SANDERS Jo. Validatie van het rapport van de Onderzoekscommissie over de onderfinanciering van de ziekenhuizen. Brussel: Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE); 2004. KCE reports vol.7A.
54 55
http://www.cm.be/nl/100/nieuws_home/ziekenhuistarieven.jsp
CM informatie, maart 2010.
56
Beguin C, Deggouj N, Debaty M, Gerkens S, Van den Steen D, Roberfroid D, et al. Hoorapparaten in België: health technology assessment. Health Technology Assessment (HTA). Brussel: Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE); 2008. KCE reports 91A
57
Van den Steen D, Simoens S, Veerle Vanleene, De Maré L, Moldenaers I, Debruyne H, et al. HTA Stomamateriaal in België. Brussel: Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE); 2005. KCE reports 21 A.
58
Simoens S, De Coster S, Moldenaers I, Guillaume P, Depoorter A, Van Den Steen D, et al. Orthopedisch Materiaal in België: Health Technology Assessment. Health Technology Assessment (HTA). Brussel: Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE); 2007. KCE reports
59 60
CM informatie, maart 2010. Schokkaert E, Guillaume J, Lecluyse A, Avalosse H, Cornelis K, De Graeve D, et al. Evaluatie van de effecten van de maximumfactuur op de consumptie en financiële toegankelijkheid van gezondheidszorg. Equity and Patient
Visietekst - Geneeskunde voor het Volk – 7 maart 2009
Pagina 59
Behaviour (EPB). Brussel: Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE); 2008-07-01. KCE reports 80A 61
The World Health Report 2008 : ‘Primary health care. Now more than ever’ WHO, Geneva. http://www.who.int/whr/2008/en/ Volgende kenmerken van de eerstelijnsgeneeskunde hebben een bewezen positieve invloed op de kwaliteit van zorg en op gezondheidsuitkomsten: persoonsgerichtheid, allesomvattendheid en samenhangendheid, continuïteit, vertrouwensrelatie met zorgverlener en verantwoordelijkheid van de zorgverlener voor de gezondheid van de doelpopulatie. Starfield B. Primary care: balancing health needs, services, and technology. New York, Oxford University Press, 1998. Starfield B. Policy relevant determinants of health: an international perspective. Health Policy, 2002, 60:201–218.
62
Kroenke K, Mangelsdorff D. Common symptoms in ambulatory care: incidence, evaluation, therapy and outcome. Am J Med 1989; 86: 262-266.
63
Lorant V, Geerts C, D'Hoore W, Sauwens D, Remmen R, Peremans L, et al. Huisartsgeneeskunde: aantrekkingskracht en beroepstrouw bevorderen. Health Services Research (HSR). Brussel: Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE); 2008. KCE reports 90A
64
Testaankoop zond een onderzoekster onder het voorwendsel van een lichte enkelverstuiking naar de spoedgevallendiensten van 36 ziekenhuizen verspreid over het hele land. Volgens algemeen aanvaarde medische richtlijnen volstaat een goed klinisch onderzoek en hoeft geen specifieke behandeling. Doch in 34 van de 36 gevallen werden onnodige radiografieën genomen, 1 op de 3 spoedartsen immobiliseerde de enkel meestal met gipsverband wat absoluut uit den boze was en bijna alle arsten schreven overbodige pijnstillers voor. Testgezondheid december 2008.
65
Op 13 december ’08 klaagt de Socialistische Mutualiteit de wildgroei aan van het aantal robotchirurgen in ons land. Er zijn al 20 toestellen operationeel, waarvan 14 in Vlaanderen. Dat is meer dan in heel Duitsland.
66
Jacques J, Gillain D, Fecher F, Van De Sande S, Vrijens F, Ramaekers D, et al. Studie naar praktijkverschillen bij electieve chirurgische ingrepen in België. Good Clinical Practice (GCP). Brussel: Federaal Kenniscentrum voor de gezondheidszorg (KCE); 2006. KCE reports 42A (D/2006/10.273/45).
67
Kroneman M, Van der Zee J, Groot W. Income development of General Practitioners in eight European countries from 1975 to 2005, BMC Health Services Research, vol. 9, 2009, nr. 26. Income development of General Practitioners in eight European countries from 1975 to 2005: The calculation of the Belgian General Practitioner revised. M. Kroneman, P. Meeus, J. van der Zee and W. Groot 68
Verslag van de studiereis van een delegatie van de commissie voor de Sociale Aangelegenheden naar Singapore en Nieuw-Zeeland van zaterdag 26 februari tot en met zondag 6 maart 2005. BELGISCHE SENAAT 1 DECEMBER 2005. 3 - 1325/1. P.26 e.v.
69
Annemans L, Closon J-P, Closon M-C, Heymans I, Lagasse R, Mendes da Costa E, et al. Vergelijking van de kost en kwaliteit van twee financieringssystemen voor de eerstelijnszorg in België. Health Services Research. (HSR). Brussel: Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE); 2008. KCE reports 85A 70
Remmen R, Seuntjens L, Pestiaux D, Leysen P, Knops K, Lafontaine J-B, et al. Kwaliteitsbevordering in de
huisartsenpraktijk in België: status quo of quo vadis? Good Clinical Practice (GCP). Brussel: Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE); 2008. KCE Reports 76A 71
Editorial. Doctors, patients, and the drug industry BMJ 2009;338:b463
72
www.rzv.net ; http://www.rvz.net/data/download/WEB_Farmaceutische_industrie_en_geneesmiddelengebruik.pdf
73
74
Van Duppen D. De Cholesteroloorlog. Waarom geneesmiddelen zo duur zijn. EPO.2004. Angell M. The truth about the drug companies – How they deceive us and what to do about it. New York: Random House; 2004.
75
Louckx Freek. Gezondheidszorg tussen interne markt en algemeen belang. In: Sociale zekerheid in het Europa van de markt en de burgers: enkele actuele thema’s. (die Keure, 2007); p.295-431
76
Mambourg F, Dargent G, Van den Bruel A, Ramaekers D. Het preoperatief onderzoek. Brussel : Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) ; 2004 oktober. KCE Reports vol. 5A.
77
Jaarrapport Nationale Bank. 2007.
Gezondheidsenquête België 2008. Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid en de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie. 78
79
The world health report 2008 : primary health care now more than ever http://www.who.int/whr/2008/en/ ‘The Nordic model’ p.102
Visietekst - Geneeskunde voor het Volk – 7 maart 2009
Pagina 60
80
‘Social solidarity or commercial profit – challenges for the 21th century health care’ The 15th Nordic Congress of General Practice Reykjavik 13.-17. June 2007 Steinar Westin Norwegian University of Science and Technology. Trondheim, Norway
81
Commission on Social Determinants of Health. Closing the gap in a generation: health equity through action on the social determinants of health. Final report. Geneva, World Health Organization, 2008.p.33
82
Navarro V. What is a national health policy? Int J Health Serv. 2007;37(1):1-14.
83
Navarro V, Muntaner C, Borrell C, Benach J, Quiroga A, Rodríguez-Sanz M, Vergés N, Pasarín MI. Politics and health outcomes.Lancet. 2006 Sep 16;368(9540):1033-7.
84
Allyson M Pollock . NHS Plc: The Privatisation of Our Health Care. London. Verso 2004; The New NHS: A Guide to Its Funding, Organisation and Accountability. London. 2007.
85 86
Angell, M. MD (2008). Privatizing health care is not the answer: lessons from the United States. CMAJ 179: 916-919 WHO Commission on Social Determinants of Health. Closing the gap in a generation: health equity through action on the social determinants of health. Geneva: WHO, 2008. p.37 Fig.3.1. ‘Preston curve’ en p.55. www.who.int/social_determinants/final_report/en/index.html.
87
The World Health Report 2008 : ‘Primary health care. Now more than ever’ p. 65. WHO, Geneva. http://www.who.int/whr/2008/en/
88
Serv. 89
De Vos P."No one left abandoned": Cuba's national health system since the 1959 revolution. Int J Health 2005;35(1):189-207.
De Vos P, De Ceukelaire W, Bonet M, Van der Stuyft P.Cuba's health system: challenges ahead. Health Policy Plan. 2008 Jul;23(4):288- 90.
Visietekst - Geneeskunde voor het Volk – 7 maart 2009
Pagina 61