Recht op gelijke behandeling voor gehandicapte en chronisch zieke leerlingen in het basis- en voortgezet onderwijs
Recht op gelijke behandeling voor gehandicapte en chronisch zieke leerlingen Sinds 1 augustus 2009 is de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte van toepassing op het basis- en voortgezet onderwijs. Dat wil zeggen dat scholen moeten voldoen aan deze wet.
Recht op gelijke behandeling voor gehandicapte en chronisch zieke leerlingen
Inleiding
Leerlingen, hun ouders en onderwijsinstellingen kunnen bij het College voor de Rechten van de Mens terecht met vragen en klachten over discriminatie in het basis- en voortgezet onderwijs. Dit kunnen heel verschillende vragen zijn. 'Mag de onderwijsinstelling mij weigeren omdat ik een handicap heb?', maar ook: 'Zijn wij als onderwijsinstelling verplicht een lift te bouwen in ons pand?'. Het doel van de wet is om het mogelijk te maken dat leerlingen met beperkingen ook deel kunnen nemen aan basis- en voortgezet onderwijs. Dat vergt soms extra inspanning van scholen, maar hoeft lang niet altijd ingewikkeld te zijn. In deze brochure kunt u lezen over de rechten van leerlingen met een beperking en de plichten van de onderwijsinstellingen.
3
4
Gelijke behandeling op de basis- en middelbare school Sinds 1 augustus 2009 kunnen leerlingen in het basis- en voortgezet onderwijs een verzoek indienen bij het College voor de Rechten van de Mens (voorheen Commissie Gelijke Behandeling) als scholen hen vanwege hun beperking discrimineren. Wat staat er in de wet? Natuurlijk mogen hun ouders dat ook namens hen doen. In de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte staat dat discriminatie verboden is bij: - de toegang tot het onderwijs - het aanbieden van onderwijs - het afnemen van toetsen - het afronden van onderwijs Het verbod op discriminatie vanwege handicap of chronische ziekte geldt voor het hele onderwijstraject in het basis- en voortgezet onderwijs. Zo mogen scholen leerlingen niet zomaar weigeren vanwege een handicap of chronische ziekte. De school mag leerlingen op grond van hun beperking niet van bepaalde lesstof uitsluiten of een lager schooladvies geven. Ook is het niet toegestaan om leerlingen met een beperking niet mee te nemen op een (verplichte) schoolreis ‘omdat het te lastig is’.
Doeltreffende aanpassing De wet bepaalt dat als (een ouder van) een leerling met een beperking om een aanpassing vraagt, de school verplicht is deze aanpassing te realiseren. Voorbeelden van aanpassingen zijn: digitaal lesmateriaal in plaats van boeken, een lesrooster met lokalen enkel op de begane grond (voor rolstoelgebruikers) en extra tijd voor toetsen en examens. Alleen als de gevraagde aanpassing echt te veel van de school vraagt, mag de school deze aanpassing weigeren. Bijvoorbeeld omdat de kosten te hoog zijn. In de wet heet dat dan onevenredig belastend. Of een aanpassing onevenredig belastend is moet per geval onderzocht worden. Persoonlijke verzorging Een school is niet verplicht om ondersteuning bij persoonlijke verzorging te bieden. Als een leerling hulp nodig heeft bij het eten en drinken, of bij het naar het toilet gaan, zal hij of zij dat op een andere manier moeten regelen.
Recht op gelijke behandeling voor gehandicapte en chronisch zieke leerlingen
Toelating Het verbod op discriminatie betekent niet dat een leerling met een beperking per definitie recht heeft op toelating op de school van zijn of haar keuze. Wel is het schoolbestuur verplicht om te onderzoeken of de leerling in staat is om aan het onderwijs deel te nemen. Per geval zal bekeken moeten worden of de beperking het volgen van onderwijs in de weg staat. En zo ja, of dit niet met een aanpassing verholpen kan worden. Het schoolbestuur mag zich hierbij niet laten leiden door stereotype denkbeelden. Bijvoorbeeld het vooroordeel dat een kind met een gehoorbeperking of een kind met downsyndroom nooit op een reguliere school zal kunnen meekomen. De school is verplicht per geval te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn. Veiligheid Een leerling kan ondanks zijn beperking in staat zijn om het onderwijs te volgen. Maar in sommige gevallen heeft dit ontoelaatbare risico’s tot gevolg voor de veiligheid en gezondheid van de leerling en anderen. Wanneer aanpassingen dit gevaar voor de veiligheid en gezondheid niet kunnen wegnemen, mag een school de leerling weigeren. Het spreekt voor zich dat de onderwijsinstelling een beroep op veiligheid en gezondheid goed moet onderbouwen.
5
> ‘Ik ben advocaat. De ouders van een gehandicapt kind zijn naar mij toegekomen. Zij hebben hun kind bij een middelbare school aangemeld. De school wil het kind alleen toelaten als de ouders meer geld betalen. Als reden geven zij aan dat het kind extra begeleiding nodig heeft en dat dit de school geld kost. Kan de school dit eisen?’ Nee. Een school mag voor aanpassingen die nodig zijn voor kinderen met beperkingen geen extra geld vragen, tenzij de school door de kosten van de aanpassingen onevenredig wordt belast.
> ‘Mijn dochter is slechtziend. Ik heb een ‘rugzakje’ (leerling gebonden financiering) voor haar aangevraagd, maar deze is afgewezen. Kan ik hierover een verzoek om een oordeel bij het College indienen?’ Nee, met een dergelijke klacht kunt u niet bij het College terecht. Klachten over dit onderwerp worden behandeld door de Bezwaar Advies Commissie van de Commissie voor Indicatiestelling.
6
> ‘Onze zoon is spastisch en heeft een ‘rugzakje’ (leerling gebonden financiering). Wij proberen hem op een reguliere middelbare school te plaatsen, maar geen enkele school laat hem toe. Hij zit nu al zes maanden thuis. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat hij zo snel mogelijk weer naar school kan? ‘ U kunt het beste als eerste een onderwijsconsulent inschakelen. Deze zal met u en de scholen die uw zoon weigeren overleggen en een oplossing zoeken. Bemiddeling door de onderwijsconsulent leidt er in de meeste gevallen toe dat het probleem snel wordt opgelost. Als de bemiddeling niet lukt, kunt u overwegen naar de rechter te stappen of alsnog een verzoek om een oordeel indienen bij het College. In de meeste gevallen leidt een oordeel van het College ertoe dat een school maatregelen neemt om de discriminatie ongedaan te maken.
Bij wie kunt u terecht met uw klacht? Als een leerling, of de ouders van een leerling vinden dat een school vanwege de handicap of chronische ziekte discrimineert, kunnen zij bij het College voor de Rechten van de Mens terecht of bij de rechter. Deze beslissen of er in strijd met de wet is gehandeld. Leerlingen of hun ouders kunnen er ook voor kiezen om een onderwijsconsulent in te schakelen. Deze zet zich ervoor in om het probleem zo snel mogelijk, buitengerechtelijk en praktisch op te lossen.
Recht op gelijke behandeling voor gehandicapte en chronisch zieke leerlingen
7
Een oordeel van het College voor de Rechten van de Mens Het College geeft informatie en behandelt klachten van leerlingen die vinden dat zij ongelijk zijn behandeld vanwege hun handicap of chronische ziekte. Ook geeft het College voorlichting aan onderwijsinstellingen en ouders over de eisen die de wet stelt. Als het College om een oordeel wordt gevraagd, wordt vastgesteld of er in strijd met de wet is gehandeld. Het oordeel is niet bindend. Dat wil zeggen dat het College geen boete kan opleggen of de school ergens toe kan dwingen. In de praktijk worden de oordelen van het College meestal wel opgevolgd. Bij zaken die handicap of chronische ziekte betreffen, gebeurt dat in ruim 80% van de zaken. Het College behandelt zowel zaken van geïndiceerde leerlingen met beperkingen (leerlingen met een ‘rugzakje’) als zaken van leerlingen met een beperking zonder indicatie. Aan een procedure bij het College zijn geen kosten verbonden.
Wanneer naar het College? In de volgende situaties kan het College om een oordeel worden gevraagd: - een leerling wordt vanwege een beperking niet tot de school toegelaten - er zijn problemen bij het volgen van het onderwijs. Bijvoorbeeld omdat de school geen aanpassingen biedt - er zijn problemen bij het afnemen van toetsen. Bijvoorbeeld omdat de leerling geen extra leestijd heeft gekregen, terwijl hier wel om is verzocht - een leerling wordt vanwege zijn of haar beperking van school gestuurd Wie kunnen bij het College terecht? De volgende personen of organisaties kunnen bij het College een verzoek om een oordeel indienen: - (ouders van) leerlingen met een handicap of chronische ziekte. Ouders kunnen als wettelijke vertegenwoordiger van hun kind een verzoek om een oordeel indienen. Het College stelt het kind (afhankelijk van de leeftijd) in de gelegenheid om bij de zitting aanwezig te zijn. Kinderen van 16 jaar en ouder kunnen in de meeste gevallen zelf een verzoek om een oordeel indienen - scholen die hun beleid willen laten toetsen (dit heet een ‘oordeel over eigen handelen’) - belangenorganisaties (zoals een antidiscriminatiebureau of een ouderorganisatie) - medezeggenschapsraad van een school
8
> ‘Mijn dochter zit op een particuliere middelbare school. Zij lijdt aan chronische vermoeidheid en heeft daarom om een aangepast lesrooster gevraagd. De school zegt dat het hier niet toe gedwongen kan worden, omdat het een particuliere school is. Klopt dit?’ Nee, alle basis- en middelbare scholen zijn gebonden aan de wet die discriminatie verbiedt op grond van een handicap of chronische ziekte. Scholen in het speciaal onderwijs zijn van deze wet uitgezonderd. Particuliere scholen niet.
Wanneer kunt u niet naar het College? Als er een probleem is met de indicatiestelling, dan kunt u hiermee niet naar het College. Ook als het gaat om een klacht over het speciaal onderwijs, kan het College deze klacht niet in behandeling nemen. Verder kan het College zich evenmin uitspreken over: - de toekenning van een persoonsgebonden budget (PGB) - de wijze waarop gemeentes de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) toepassen - de toepassing van de Algemene wet bijzondere ziektekosten (AWBZ) Hoe kunt u het College inschakelen? Als u van mening bent dat een school een leerling vanwege zijn of haar handicap of chronische ziekte discrimineert, kunt u een klacht indienen bij het College. Het College onderzoekt de klacht en spreekt vervolgens een oordeel uit. In dit oordeel staat of er inderdaad sprake is van discriminatie. U kunt per brief een verzoek om een oordeel indienen. Ook kunt u op de website van het College een klachtenformulier vinden. Hiermee kunt u uw discriminatieklacht online indienen.
Recht op gelijke behandeling voor gehandicapte en chronisch zieke leerlingen
9
Bemiddeling door een onderwijsconsulent
Geïndiceerde leerlingen en hun ouders kunnen een onderwijsconsulent inschakelen om te bemiddelen. Onderwijsconsulenten
delingsplan. Het doel is dan om snel een oplossing voor het probleem te vinden. Bijvoorbeeld als een geïndiceerd kind thuiszit, omdat de school hem of haar vanwege de beperking niet toelaat.
zijn onafhankelijk en hebben veel kennis en ervaring op het gebied van onderwijs voor leerlingen met beperkingen.
Zij zijn op de hoogte van de mogelijkheden binnen het regulier en het speciaal onderwijs. In de meeste gevallen kan een onderwijsconsulent voor een snelle en praktische oplossing zorgen. Wanneer een onderwijsconsulent inschakelen? Onderwijsconsulenten adviseren en begeleiden ouders/verzorgers van geïndiceerde leerlingen bij: - problemen met de plaatsing - problemen met een schorsing - problemen rondom een verwijdering van school - problemen rondom de besteding van budget De onderwijsconsulent adviseert en begeleidt daarnaast ook de ouders en school wanneer zij het niet eens kunnen worden over het han-
Onderwijsconsulenten gaan in gesprek met de school en (de ouders van) de leerling, om het kind zo snel mogelijk weer verder te laten leren. Als de bemiddelingspoging niet lukt, kan er alsnog een verzoek om een oordeel bij het College worden ingediend. Maar u kunt er natuurlijk ook voor kiezen om direct een verzoek bij het College in te dienen. Wie kunnen een onderwijsconsulent inschakelen? - ouders of de wettelijk vertegenwoordiger van een geïndiceerde leerling met een leerling gebonden financiering - ouders of de wettelijk vertegenwoordiger van een niet-geïndiceerde leerling die langer dan vier weken thuiszit, zonder uitzicht op een schoolplaatsing - scholen - instanties zoals regionale expertisecentra, ambulant begeleiders, coördinatoren van het samenwerkingsverband ‘Weer samen naar school’ en van het Centrum voor Consultatie en Expertise
10
Wanneer niet naar een onderwijsconsulent? Onderwijsconsulenten kunnen niet worden ingezet als het gaat om leerlingen die niet geïndiceerd zijn. Ook bemiddelen zij niet als het kind korter dan vier weken thuis zit. Leerlingen of ouders van leerlingen uit het speciaal onderwijs kunnen in principe geen gebruik maken van een onderwijsconsulent. Hiervoor gelden een paar uitzonderingen: als de leerling uit het speciaal onderwijs dreigt te vallen of als het kind langdurig thuis zit, dan kan wél een beroep worden gedaan op de onderwijsconsulent. Hoe kunt u een onderwijsconsulent inschakelen? Informatie over hoe een onderwijsconsulent ingeschakeld kan worden, vindt u op de website van de Stichting Ondersteuning Scholen en Ouders (SOSO): www.onderwijsconsulenten.nl. Aan het inschakelen van onderwijsconsulenten zijn geen kosten verbonden.
Hoe kunt u het College inschakelen? Als u van mening bent dat een school een leerling vanwege zijn of haar handicap of chronische ziekte discrimineert, kunt u een klacht indienen bij het College. Het College onderzoekt de klacht en spreekt vervolgens een oordeel uit. In dit oordeel staat of er inderdaad sprake is van discriminatie. U kunt per brief een verzoek om een oordeel indienen. Ook kunt u op de website van het College een klachtenformulier vinden. Hiermee kunt u uw klacht online indienen.
Recht op gelijke behandeling voor gehandicapte en chronisch zieke leerlingen
11
Mediation
Bij een conflict op het gebied van gelijke behandeling kunnen de gemoederen hoog oplopen. Toch kunnen partijen ook in een dergelijk geval soms tot een gezamenlijke oplossing komen, zonder dat het College een oordeel hoeft uit te spreken. Als beide partijen in beginsel bereid zijn om er samen uit te komen, kan mediation uitkomst bieden. Bij mediation zoekt u samen naar een oplossing van het probleem dat u heeft aangekaart bij het College. Dit doet u onder leiding van een onafhankelijke derde: de mediator. Hij of zij is specialist in het begeleiden en ‘vlot trekken’ van onderhandelingsprocessen en kan beide partijen helpen om emotie van inhoud te scheiden. Voorwaarde voor mediation is dat beide partijen bereid zijn om het conflict op te lossen en beide partijen instemmen met mediation.
In principe is elk conflict geschikt voor mediation, maar vooral wanneer partijen na afloop met elkaar verder moeten kan mediation een uitkomst zijn. Dat geldt bij uitstek voor zaken in het onderwijs. Een bijkomend voordeel is dat bij mediation het conflict in zijn volle omvang kan worden behandeld; een oordeel van het College beperkt zich tot het aspect van de gelijke behandeling.
12
Veelgestelde vragen
> Wat valt er onder handicap of chronische ziekte? Heeft het College een lijst waarin staat wat hier wel en niet onder valt? Nee. Een dergelijke lijst kent het College niet. Wat onder handicap of chronische ziekte moet worden verstaan, staat niet in de wet- of regelgeving. Maar het moet in ieder geval wel gaan om een aandoening die in principe onomkeerbaar of langdurig van aard is. Alle langdurige lichamelijke, verstandelijke en psychische beperkingen kunnen vallen onder de begrippen handicap of chronische ziekte.
sing van het kind te belastend is, zal het dit goed moeten kunnen uitleggen. Een kleine school met meerdere leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, zal dit eerder hard kunnen maken dan een grote school met weinig hulpbehoevende leerlingen.
> Geldt het verbod van discriminatie voor alle basis- en middelbare scholen? Ja, het geldt voor alle basis- en middelbare scholen. Alleen voor het speciaal onderwijs geldt het verbod van discriminatie niet.
> Mijn zoon heeft het syndroom van Asperger. Ik heb hem bij een basisschool in de buurt aangemeld. De school heeft laten weten dat mijn zoon vanwege zijn handicap niet welkom is. De school zegt onvoldoende capaciteit te hebben om extra ondersteuning te kunnen bieden. Mag dit? Voordat de school een kind vanwege een beperking afwijst, zal zij eerst goed moeten onderzoeken welke belemmeringen de leerling ondervindt. Is er extra ondersteuning nodig, en zo ja welke, en hoeveel? De school mag er niet zonder meer van uitgaan dat het aannemen van een kind met een handicap te belastend is. Als de school nadat het informatie heeft ingewonnen nog steeds vindt dat plaat-
> Mijn kind zit in een rolstoel en wil naar een middelbare school die voor rolstoelen niet toegankelijk is. Kan ik van de school eisen dat het gebouw wordt aangepast? In principe zal de school op uw verzoek aanpassingen moeten doen waardoor uw kind gewoon aan de lessen kan deelnemen. Hiervoor kan het nodig zijn het gebouw aan te passen, maar soms zijn er ook andere oplossingen denkbaar. Het lesrooster zou bijvoorbeeld zo kunnen worden gemaakt, dat uw kind alleen les heeft in die lokalen die voor een rolstoel toegankelijk zijn (begane grond bijvoorbeeld). Als de benodigde aanpassingen veel kosten met zich meebrengen, kan er
Recht op gelijke behandeling voor gehandicapte en chronisch zieke leerlingen
sprake zijn van een onevenredige belasting. De school is dan niet verplicht de aanpassingen te doen. Bij het bepalen of er sprake is van een onevenredige belasting kunnen de grootte van de school en het budget een rol spelen.
> Ik ben docent op een middelbare school. Een leerling uit mijn klas heeft dyslexie. Omdat zij moeite heeft met schriftelijke toetsen, heeft ze gevraagd of zij haar biologietoetsen mondeling mag doen. Moet ik hierin toestemmen? Als een leerling om een aanpassing vraagt, is de school in principe verplicht hieraan te voldoen. Een mondeling examen in plaats van een schriftelijk is zo’n verzoek om een aanpassing. Als de leerling hierom vraagt moet de school haar in principe tegemoet komen. Aangezien het schoolbestuur uiteindelijk voor de aanpassing verantwoordelijk is (en niet de docent), is het raadzaam om dit met het bestuur te bespreken. Dan kan meteen bekeken worden of de leerling voor andere vakken soortgelijke aanpassingen nodig heeft.
13
14
Een klacht indienen
Als u of uw kind vindt dat hij of zij wordt gediscrimineerd, dan kunt u of uw kind een klacht indienen bij het College voor de Rechten van de Mens. Het College onderzoekt de klacht en spreekt vervolgens een oordeel uit. In dit oordeel staat of er inderdaad is gediscrimineerd.
Niet alleen individuele personen, ook belangenorganisaties en medezeggenschapsraden kunnen bij het College aankloppen. Bijvoorbeeld als hun leden worden gediscrimineerd. Organisaties Soms weet een onderwijsinstelling zelf niet goed wat er wel of niet mag. Zij kan haar (voorgenomen) beleid dan voorleggen aan het College. Het College toetst het beleid aan de gelijkebehandelingswetgeving en oordeelt vervolgens of het discriminerend is of niet. Dit heet een ‘Oordeel over eigen handelen’.
Meer informatie Meer informatie over discriminatie vanwege handicap en chronische ziekte of het verzoek tot een oordeel zijn te vinden op de website van het College voor de Rechten van de Mens: www.mensenrechten.nl. Vragen? Bel het College op werkdagen tussen 10.00-16.00 uur via 030 - 888 38 88 of mail naar
[email protected].
Contact
College voor de Rechten van de Mens Kleinesingel 1-3 Postbus 16001 3500 DA Utrecht T 030 888 38 88 teksttelefoon: 030 888 38 29 F 030 888 38 83 E
[email protected] w www.mensenrechten.nl Voor vragen kunt u een e-mail sturen of iedere werkdag bellen van 10.00 uur - 16.00 uur.
Postbus 16001 3500 DA Utrecht
Kleinesingel 1-3 3572 CG Utrecht
T 030 888 38 88 F 030 888 38 83
[email protected] www.mensenrechten.nl