Reader WGA-EIGENRISICODRAGEN voor grote Bedrijven Inhoudsopgave: 1. 2. 3. 4. 5.
1.
Inleiding Wettelijke regeling eigenrisicodragen Verzekeren voor eigenrisicodragen Re-integratie Eigen risicodragen WGA en het zelfstandig bestuursorgaan (ZBO)
p. p. p. p. p.
1 1 3 7 8
Inleiding
Deze reader leidt u door de mogelijkheden eigen risico drager te worden voor de WGA. Alle informatie in deze reader is gebaseerd op informatie zoals die bij ons bekend is. U kunt geen rechten ontlenen aan deze tekst en wij kunnen niet instaan voor de juistheid van dit stuk. Deze reader is bedoeld om u meer inzicht te verschaffen in de materie rondom het eigenrisicodragerschap. De materie rondom de WGA en het uittreden uit het publieke bestel is ingewikkeld; om dit stuk leesbaar te houden hebben wij ons beperkt tot die onderdelen die voor u als bedrijf het meest essentieel zijn. Als aanvulling op deze reader kunt u altijd uw vragen aan ons kwijt, wij zullen deze dan beantwoorden. Op 1 januari 2006 is de WAO vervangen door de WIA (Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen). Werknemers die op of na 1 januari 2004 ziek zijn geworden, ontvangen van het UWV een IVA-uitkering (de Inkomensvoorziening Volledig en Duurzaam Arbeidsongeschikten) of een WGA- (Regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten). Per 1 januari 2007 is het voor alle werkgevers mogelijk eigenrisicodrager te worden voor de WGA-uitkeringen. De werkgever geeft dan te kennen uit het publieke bestel te treden, het zogenaamde uittreden. De werkgever die eigenrisicodrager wordt voor de WGA, draagt voor een periode van tien jaar het risico van een WGA-uitkering van zijn werknemers en is in die tijd verantwoordelijk voor hun re-integratie. Omdat de WGA een wachttijd kent van twee jaar (de periode van verplichte loondoorbetaling bij ziekte) neemt de werkgever in feite gedurende 12 jaar de verantwoordelijkheid op zich voor ziekte, gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid, verzuimbegeleiding en re-integratie. 2.
Wettelijke regeling eigenrisicodragen
Aanvraag eigenrisicodragen Er kan twee maal per jaar worden uitgetreden: per 1 januari en per 1 juli. Om te kunnen uittreden moet uiterlijk 13 weken van tevoren, dus resp. 1 oktober of 1 april, bij de Belastingdienst een aanvraag voor eigenrisicodragen zijn ontvangen. Het aanvraagformulier (Aanvraag of Beëindiging Eigenrisicodragerschap voor de WGA) is te downloaden via www.belastingdienst.nl. Bij te late ontvangst van de aanvraag voor eigenrisicodragen wordt het verzoek onherroepelijk afgewezen. De aanvraag moet zijn ondertekend door een personeelslid van de werkgever dat volgens de inschrijving bij de KvK bevoegd is om een dergelijke verbintenis aan te gaan. Garantieverklaring
Elke eigenrisicodrager dient aan de Belastingdienst een garantieverklaring te verstrekken waarmee een kredietinstelling of verzekeraar zekerheid stelt voor het juist, volledig en tijdig nakomen van de verplichtingen tegenover de werknemers van de eigenrisicodrager en het UWV. De garantieverklaring geldt dus niet alleen bij faillissement of betalingsonmacht van de werkgever, maar ook bij niet tijdig betalen. In principe moet deze garantieverklaring bij de aanvraag eigenrisicodragen zijn gevoegd, maar de Belastingdienst geeft de kredietinstellingen en verzekeraars in de praktijk de mogelijkheid om deze garantieverklaring na te zenden, mits die uiterlijk binnen 5 weken na de datum van uittreden (dus resp. 4 mei of 2 december) bij de Belastingdienst is ontvangen. WGA-uitkering voor rekening eigenrisicodrager De WGA kent drie soorten uitkeringen. Voor rekening van de werkgever komen: de loongerelateerde uitkering. de loonaanvulling, tot maximaal het bedrag van de vervolguitkering waarop de werknemer recht zou hebben gehad indien hij niet had gewerkt. de vervolguitkering. Een en ander voor zover de totale WGA-uitkering niet langer heeft geduurd dan 10 jaar. De werkgever die geen eigenrisicodrager is, betaalt de kosten van deze uitkeringen via de gedifferentieerde WGA-premie van het UWV. Als de werkgever eigenrisicodrager is, moet hij deze uitkeringen zelf betalen of betaling van deze uitkeringen verzekeren bij een private verzekeraar. Vangnetregeling en no-risk polis Er zijn twee situaties waarin de WGA-uitkering niet voor rekening komt van de werkgever, maar door het UWV wordt betaald uit de basispremie WAO/WIA. Het gaat hierbij om de vangnetregeling en de no-risk polis. De vangnetregeling is van toepassing op de volgende groepen: Werknemers met een tijdelijk dienstverband dat afliep tijdens de ziekteperiode en waarbij de einddatum vaststond voordat de werknemer ziek werd; Oproepkrachten en nul-urencontracten (voor zover de werkgever geen loondoorbetalingsplicht heeft); Uitzendkrachten die geen arbeidsovereenkomst hebben (fase A); Mensen die ziek worden door orgaandonatie; Personen met een fictieve dienstbetrekking, zoals thuiswerkers, leerlingen/stagiairs, musici en artiesten; Arbeidsgehandicapten in de zin van de vroegere Wet REA; Op grond van de no-risk polis is er de eerste 5 jaar van een nieuw dienstverband recht op ziekengeld en WGA-uitkering op kosten van het UWV. De no-risk polis geldt: Als een werknemer na 2 jaar ziekte een WGA-uitkering krijgt, maar het dienstverband met de werkgever wordt voortgezet, in de eigen functie of in passende arbeid binnen het bedrijf; Als een werkgever een werknemer in dienst neemt die al een WGA-uitkering heeft; Als een werkgever een werknemer in dienst neemt die minder dan 35% arbeidsongeschikt is verklaard en dus geen WGA-uitkering heeft gekregen. Hierbij geldt als voorwaarde dat de werknemer dertien weken voor het einde van de loondoorbetalingsplicht geen dienstverband met een andere werkgever dan zijn eigen werkgever heeft gehad en binnen 5 jaar na de keuring bij de nieuwe werkgever in dienst is gekomen. Uit het feit dat werkgevers niet opdraaien voor de WGA-lasten van werknemers die onder het vangnet vallen of een no-risk polis hebben, mag niet de conclusie worden getrokken dat voor deze werknemers geen gedifferentieerde WGA-premie hoeft te worden betaald. De gedifferentieerde WGA-premie wordt geheven over de totale sv-loonsom van een bedrijf. De correctiefactor voor het feit dat werknemers die onder het vangnet vallen of een no-risk polis hebben niet ten laste van de gedifferentieerde WGA-premie komen, zit
namelijk in het premiemodel en is dus verdisconteerd in het gemiddelde premiepercentage. Gedifferentieerde WGA-premie Voor de WGA geldt voor alle bedrijven premiedifferentiatie op individueel bedrijfsniveau. Die differentiatie wordt gebaseerd op de WAO en/of WIA uitkeringen die door het UWV verstrekt zijn in de afgelopen jaren. De landelijke gemiddelde premie voor 2007 is vastgesteld op 0,7%. De minimum premie voor grote bedrijven is 0,05%. Er is een maximumpremie voor grote bedrijven van vier keer de landelijk gemiddelde premie (2,80%). Bedrijven kunnen dus te maken krijgen met vrij grote schommelingen in de premie die ze moeten betalen. De premies voor 2008 worden pas in oktober/november bekend gemaakt. Eigenrisicodragers betalen géén gedifferentieerde premie! Betaling uitkering bij eigenrisicodragen Het UWV berekent het recht op uitkering voor de werknemer en betaalt de uitkering rechtstreeks aan de werknemer. Vervolgens verhaalt het UWV op de eigenrisicodrager het deel van de uitkering dat deze zelf moet betalen. Hieraan zijn geen extra kosten verbonden. De eigenrisicodrager kan er ook voor kiezen om de uitkering zelf te betalen en bij het UWV het deel van de uitkering te verhalen, dat voor rekening van het UWV komt (feitelijk de loonaanvulling minus bedrag vervolguitkering). Hiervoor dient een apart verzoek bij het UWV te worden ingediend. Ziek en beter melden Ziekmelden bij het UWV hoeft de eigenrisicodrager pas te doen uiterlijk acht maanden na de eerste ziektedag, i.p.v. na 13 weken, zoals geldt voor werkgevers die bij het UWV verzekerd zijn. Beter melden bij het UWV hoeft alleen als de werknemer al ziek gemeld is bij het UWV. Werknemers die een Ziektewetuitkering van het UWV kunnen krijgen moeten eerder worden ziek gemeld, meestal uiterlijk op de derde ziektedag. Werknemers die binnen acht maanden na de eerste ziektedag uit dienst gaan, moeten uiterlijk op de laatste werkdag worden ziek gemeld. 3.
Verzekeren voor eigenrisicodragen
Algemeen Er bestaan drie mogelijkheden voor een werkgever die eigenrisicodrager wil worden: a. Alle lasten volledig zelf dragen De werkgever neemt de eerste tien jaren van de WGA-uitkering dan helemaal voor eigen rekening. De uitkeringsverplichtingen dienen onder IFRS (International Financial Reporting Standards) op de balans van de onderneming te worden vermeld. De werkgever dient te beschikken over garantieverklaring van een kredietinstelling (bank of borgmaatschappij), voor het geval hij zijn verplichtingen niet meer nakomt. Deze garantstelling moet ongelimiteerd zijn. b. Een deel van de lasten zelf dragen en een deel verzekeren De eigenrisicodrager neemt dan een deel van de uitkeringen (meestal overeenkomend met de geschatte gemiddelde uitkeringslasten) voor eigen rekening en sluit alleen een verzekering voor de dekking van uitschieters in de lasten. De uitkeringsverplichtingen die hij voor eigen rekening neemt dienen onder IFRS op de balans van de onderneming te worden vermeld. De werkgever moet ook in dit geval beschikken over een garantieverklaring van een bank, verzekeraar of borgsteller, die het totale risico omvat. De garantieverklaring kan dus niet beperkt worden tot het deel dat de eigenrisicodrager voor eigen rekening neemt of het deel dat hij verzekerd. Het is ook niet mogelijk te werken met gesplitste garantieverklaringen. Er moet één en ondeelbare garantieverklaring worden afgegeven bij de Belastingdienst c. Een volledige verzekering voor de WGA-lasten In dat geval dekt een private verzekeraar de betaling van de uitkeringslasten die voor rekening van de eigenrisicodrager komen. De verzekeraar dient een garantstelling af te geven.
Verzekeringsmogelijkheden in de praktijk Er zijn diverse verzekeraars die de mogelijkheid bieden het eigenrisocodragerschap bij hen onder te brengen. Er is niet echt één standaard en bovendien wijzigen de verzekeraars onder invloed van vraag nog al eens hun verzekeringsvorm of voorwaarden. Om u toch een beeld te geven wat u kunt verwachten indien u besluit te verzekeren, hebben wij de mogelijkheden van één verzekeraar hieronder voor u op een rij gezet. U kunt hieraan geen rechten ontlenen en wij kunnen niet instaan dat deze variant op het moment dat u overweegt zich te verzekeren, gesloten kan worden. Het voorbeeld is bedoeld om u een goed inzicht te geven hoe een en ander in de praktijk werkt. De hoofdpunten van deze verzekering zijn: Vergoeding van de WGA-uitkering, die ten laste van de eigenrisicodrager komt; Mogelijkheid tot meeverzekeren van inlooprisico; Winstdeling op het technische resultaat; Garantieverklaring voor de Belastingdienst en UWV; Ondersteuning bij de uitvoering van de wettelijke re-integratieverplichtingen; Vergoeding voor re-integratiekosten, met inbegrip van een voorschot op eventuele subsidies. Aanvullende rechtsbijstanddekking voor geschillen in het kader van de WGA. Meeverzekerde werkgeverslasten De eigenrisicodrager moet over de uitkeringen die te zijnen laste komen dezelfde werkgeverspremies betalen als het UWV betaalt over WGA-uitkeringen. In 2007 komt dat neer op circa 16%, met inachtneming van de geldende franchise bij premie WW en maximumdaglonen voor premieheffing sv-wetten c.q. inkomensafhankelijke bijdrage Zvw. Overigens meldt het UWV bij het verhaal van de betaalde uitkering welk bedrag aan werkgeverslasten daarbij is gerekend. De dekking voor werkgeverslasten is inbegrepen in het premiepercentage. Er komt dus geen opslag op de premie of loonsom voor dekking van werkgeverslasten. In die zin is de vergelijkingsbasis tussen premie bij UWV en de verzekeraar transparant. In beide gevallen wordt de premie voor dekking berekend over het sv-loon en zit in de dekking de vergoeding voor werkgeverslasten. Indexatie uitkeringen De wettelijke indexatie van de WGA-uitkeringen op 1 januari en op 1 juli van elk jaar is automatisch door de polis gedekt. Acceptatiebeleid Aangezien de Wet op de Medische Keuringen van toepassing is, zal geen risicoselectie op het niveau van de individuele werknemer plaatsvinden. Alle werknemers die door de werkgever in dienst worden genomen, vallen vanaf de eerste werkdag onder de dekking van de verzekering. Inlooprisico De polis biedt standaard dekking voor alle ziektegevallen die ontstaan op of na de dag waarop de werkgever bij de Belastingdienst het verzoek tot eigenrisicodragen moet hebben ingediend. Op die manier wordt voorkomen dat de werkgever tussen de datum van indienen van het verzoek om eigenrisicodrager te worden en de ingangsdatum van de verzekering nog onverwacht met ziektegevallen wordt geconfronteerd die niet onder de verzekering vallen. Onder voorwaarden biedt de verzekeraar echter een uitgebreidere dekking voor het inlooprisico. Alle ziektegevallen die zijn ontstaan in het halfjaar vóór de datum van eigenrisicodrager worden zijn gedekt onder de polis. Voor werkgevers die per 1-1-2008 eigenrisicodrager worden, betekent dit dus dat alle ziektegevallen die zijn ontstaan op of na 1-7-2007 onder de dekking van deze polis vallen.
Meeverzekeren inlooprisico Werkgevers die per 1-1-2008 eigenrisicodrager worden, hebben geen dekking voor de werknemer waarvan de eerste ziektedag lag vóór 1 juli 2007. Als zo'n ziektegeval later leidt tot een WGA-uitkering komt die uitkering wel voor rekening van de eigen risicodrager, maar wordt dus niet door de verzekering vergoed. De verzekeraar biedt de mogelijkheid deze gevallen wel mee te verzekeren. In principe kunnen alle ziektegevallen vanaf 1-1-2004 onder de dekking worden gebracht. Dit kan door betaling van een koopsom, waarvan de hoogte per zieke werknemer wordt berekend. Veel aantrekkelijker voor grote bedrijven is het echter om voor de uitbreiding met het inlooprisico een premieopslag te betalen. De kosten van de inloopdekking worden dan uitgesmeerd over een periode van 5 jaar. Bij de berekening van deze opslag wordt uitgegaan van de gegevens omtrent het inlooprisico zoals die zijn verstrekt bij de aanvraag voor de verzekering. Indien blijkt dat er meer ziektegevallen onder uitbreiding van de inloopdekking vallen dan bij de berekening van de opslag bekend was, dan heeft de verzekeraar het recht de opslag met terugwerkende kracht te verhogen. Als de werkgever de verzekering beëindigt voordat de periode van 5 jaar is verstreken, dan heeft de verzekeraar recht op een vergoeding voor de resterende kosten voor de dekking van het inlooprisico, gelijk aan de premieopslag over de dan geldende premieplichtige loonsom gerekend over de resterende periode. Indien op basis van de winstdelingsregeling recht op winstdeling bestaat over de eerste 3 jaar van de verzekering, dan vervalt deze opslag bij de eerste verlenging. Uitlooprisico Als de verzekering wordt beëindigd, blijft er dekking bestaan voor de kosten van de WGA-uitkering voor werknemers met een eerste ziektedag die ligt in de periode waarin de verzekering van kracht was. Dit maakt het voor een werkgever mogelijk om altijd weer terug te keren naar het publieke bestel (lees “weer bij het UWV verzekerd te zijn”). Uittreden wil dus niet zeggen dat men eeuwig tot de verzekeraar is veroordeeld. Premiestabiliteit Onze voorbeeldverzekeraar biedt premiestabiliteit. Gedurende de eerste looptijd van de polis (3 jaar) wordt de premie niet aangepast op basis van experience-rating (de individuele bedrijfsfactoren en eventuele WIA-instroom). Alleen als de landelijke cijfers over de WIA-instroom die het UWV heeft gehanteerd voor vaststelling van de WGApremie voor 2007 worden gewijzigd, heeft de verzekeraar het recht de premie in gelijke mate aan te passen. Bij de verlenging van de verzekering na de eerste periode van 3 jaar kan aanpassing plaatsvinden van het premiepercentage. Indien het premiepercentage voor de nieuwe verzekeringsperiode meer dan 25% hoger is dan dat in de voorgaande verzekeringsperiode, heeft de werkgever het recht een dergelijke verhoging te weigeren, tenzij de aanpassing voortvloeit uit een wijziging van de landelijke cijfers over de WIAinstroom. Premiegrondslag De premie wordt berekend over de totale WGA-loonsom van het bedrijf. Dit betekent dat het premiepercentage direct te vergelijken is met dat van het UWV. Er wordt dus geen uitzondering gemaakt voor oproepkrachten en tijdelijke krachten die onder het Vangnet ZW vallen en waarvan WGA-uitkeringen niet voor rekening van de eigenrisicodrager komen. De redenen hiervoor zijn: De ervaring leert dat er nogal eens ten onrechte gedacht wordt dat voor een tijdelijke kracht of oproepkracht geen loondoorbetalingplicht bestaat en deze dus onder de Vangnet ZW valt; Het UWV bepaalt op het moment van ziekmelding of een werknemer voor Vangnet ZW in aanmerking komt. Het kan daarbij voorkomen dat het UWV vindt dat een werknemer toch niet onder Vangnet ZW valt. De werkgever kan zich dan niet beroepen op zijn eigen registratie van vangnetgevallen; Omdat nooit op voorhand met zekerheid te zeggen valt of een werknemer
wanneer hij/zij ziek wordt wel of niet onder het Vangnet ZW valt, is er geen waterdicht systeem van registratie van dienstverbanden die onder het Vangnet ZW vallen; De werkgever is als eigenrisicodrager aansprakelijk voor alle WGA-uitkeringen die op grond van de wet voor zijn rekening komen. Hij kan dus niet de aansprakelijkheid voor bepaalde werknemers uitsluiten; De verzekeraar dient garant te staan voor alle WGA-uitkeringen die ten laste van de eigenrisicodrager kunnen komen. De verzekeraar kan geen garantieverklaring verstrekken waarin de dekking voor bepaalde werknemers is uitgesloten; Wanneer de eigenrisicodrager niet direct aan het UWV de uitkering terugbetaalt, kan het UWV die uitkering direct op de verzekeraar verhalen. Nadere ingebrekestelling is daarbij niet nodig. De afgegeven garantieverklaring geldt namelijk niet alleen bij faillissement, maar ook als de werkgever niet terstond aan het UWV betaalt; de verzekeraar wil de bij haar verzekerde eigenrisicodragers niet voor de onaangename verrassing plaatsen dat bij hen in rekening gebrachte WGAuitkeringen niet onder de verzekeringsdekking blijken te vallen; Ook bij het UWV wordt de premie geheven over de totale sv-loonsom. Premiebetaling De WGA-premie is verschuldigd door de werkgever. De premie is fiscaal aftrekbaar als bedrijfslast (voor zover niet een deel daarvan op de werknemers wordt verhaald). Deze verzekeraar gaat uit van een systeem van voorschotpremie, berekend op basis van de verwachtte loonsom in het jaar en naverrekening op basis van de feitelijk gerealiseerde sv-loonsom over een kalenderjaar. De werkgever kan daarom volstaan met een jaarlijkse opgave van de relevante totale sv-loonsommen. Er is geen deelnemersadministratie. Tussentijdse aan- of afmelding van personeel is niet nodig en de premie wordt in beginsel voor het hele jaar vooruit betaald. Premiebetaling per kwartaal of maand is echter ook mogelijk. Hiervoor wordt een opslag berekend. De opslag 3,75% bij kwartaalbetaling of 4,5% bij maandbetaling. Verhaal van WGA-premie op de werknemer Wettelijk is bepaald dat de werkgever (gedifferentieerde) WGA-premie tot ten hoogste de helft kan verhalen op de werknemer. Voor werkgevers die bij het UWV verzekerd zijn, is dat de helft van de gedifferentieerde WGA-premie. Voor werkgevers die volledig privaat verzekerd zijn, is dat maximaal de helft van de premie voor de private verzekering. Voor bedrijven die het risico volledig zelf dragen gelden overigens aparte regels voor het verhaal van de WGA-lasten op de werknemers. Voor werkgevers die het risico deels zelf dragen en deels verzekerd hebben, zijn de regels nog in voorbereiding. Het verhaal van de WGA-premie vindt plaats op het netto-loon van de werknemer. Het verhaalde bedrag is dus niet aftrekbaar van het brutoloon. Wanneer de werkgever afziet van verhaal is dat geen belastbaar voordeel voor de werknemer. De verhaalde premie komt volledig ten goede van de werkgever. Er is geen sprake van een werknemerspremie WGA die de werkgever moet of kan inhouden en afdragen aan de verzekeraar. Winstdeling Voor grote bedrijven biedt deze verzekeraar op deze polis winstdeling. De winstdelingsregeling houdt in dat na afloop van iedere 3-jarige contractsperiode het technische resultaat wordt berekend. Recht op winstdeling bestaat indien en voorzover 80% van de gecumuleerde premie binnen het mantelcontract verminderd met het totaal bedrag aan uitgekeerde schades en noodzakelijke voorzieningen voor toekomstige uitkeringen meer bedraagt dan 5% van de gecumuleerde bruto premie. Jaarpremie € 75.000 - € 150.000 € 150.000 - € 250.000 € 250.000 - € 500.000 € 500.000 of meer
Winstdeling 40% 45% 50% 60%
Is er een premie opslag voor het inlooprisico dan wordt bij de toepassing van de winstdelingsregeling ook de opslag voor dekking inlooprisico als premie meegerekend en wordt bij de schadelast tevens rekening gehouden met de schadevergoeding en vereiste voorziening voor uitkeringen die zijn ontstaan door de dekking van het inlooprisico. Schademelding De polisvoorwaarden gaan uit van ziektemelding binnen 26 weken na de 1e ziektedag. Dit om de benodigde schadereserve te kunnen gaan opbouwen. Voor grote werkgevers (meer dan 500 werknemers) is de procedure dat de werkgever aan het eind van elk kwartaal een overzicht verstrekt van werknemers die langer dan 26 weken ziek zijn. Deze opgave kan elektronisch in Excel worden aangeleverd. Schadevergoeding De standaard regeling is dat het UWV de WGA-uitkering betaalt en bij de eigenrisicodrager declareert. Die declaratie vindt maandelijks plaats. De eigenrisicodrager zendt die declaratie vervolgens door aan de verzekeraar. Bij grote werkgevers kan de declaratie gebundeld geschieden. Hierna betaalt de verzekeraar aan de eigenrisicodrager. Rechtstreekse verrekening tussen UWV en verzekeraar is op dit moment nog niet toegestaan. Er vindt wel overleg over plaats. Ook is in bespreking om de declaraties op kwartaalbasis te laten plaatsvinden. Contractduur De duur van de verzekering is drie jaar, met stilzwijgende verlenging. De opzegtermijn is twee maanden. Van de zijde van de verzekeraar zijn de polissen in beginsel niet opzegbaar, behoudens in geval van wanbetaling of fraude. 4.
Re-integratie
Wettelijk kader voor eigenrisicodragers In de WIA is geregeld dat de gedeeltelijk arbeidsgeschikte aanspraak kan maken op ondersteuning bij re-integratie. Dit is voor werknemers die een uitkering van het UWV ontvangen echter anders geregeld dan voor werknemers in dienst van een eigen risicodrager. Voor eigenrisicodragers WGA zijn de verplichtingen bij re-integratie afgeleid van de wettelijk vastgelegde re-integratieverantwoordelijkheid van de werkgever in het kader van de Wet Verbetering Poortwachter. Een al bestaande verplichting loopt voor deze werkgevers dus gewoon door. De WIA bevat alleen enkele minimumvoorwaarden voor de re-integratietaak. Dit zijn: De eigenrisicodrager bevordert ten aanzien van de verzekerde die recht heeft op een WGA-uitkering de inschakeling in de arbeid in zijn bedrijf of in het bedrijf van een andere werkgever. de eigenrisicodrager treft maatregelen gericht op behoud, herstel of bevordering van de mogelijkheid tot het verrichten van arbeid van de verzekerde. De eigenrisicodrager evalueert periodiek het plan van aanpak dat is opgesteld op grond van de Wet Verbetering Poortwachter. De werkgever heeft dus een grote vrijheid om zijn re-integratieverantwoordelijkheid in te vullen. Recht op ondersteuning bij onze voorbeeld verzekeraar De verzekeraar heeft in haar polis geregeld dat de werkgever en de werknemer, onder voorwaarden recht hebben op ondersteuning (case-management) bij: – de uitvoering van de in het Plan van Aanpak opgenomen activiteiten; – de uitoefening van de in de WIA opgenomen verplichtingen tot bevordering van de inschakeling van de werknemer in de arbeid in het bedrijf van de verzekeringnemer of in het bedrijf van een andere werkgever; – het treffen van maatregelen gericht op behoud, herstel of bevordering van de mogelijkheid tot het verrichten van arbeid van de werknemer; – het treffen van maatregelen gericht op het voorkomen of beperken van het beroep op WGA-uitkering.
5.
Eigenrisicodragen WGA en het zelfstandig bestuursorgaan (ZBO)
Wettelijk kader In de WIA is geregeld dat een eigenrisicodrager voor de WGA een maatregel kan opleggen als een werknemer zijn re-integratieverplichtingen niet nakomt. De werkgever moet dat altijd melden aan het UWV. De werkgever mag als maatregel de uitbetaling van de uitkering opschorten of schorsen, maar niet langer dan 8 weken. Hij mag niet de uitkering blijvend geheel weigeren. Dat mag alleen het UWV. Omdat de eigenrisicodrager in zo'n geval de taken van het UWV uitvoert, wordt hij door de wet aangemerkt als zelfstandig bestuursorgaan (ZBO) en moet hij voldoen aan de eisen van de Algemene Wet bestuursrecht. Dit houdt in: De te nemen maatregel moet de werknemer schriftelijk worden meegedeeld. Dat schriftelijke stuk is een beschikking. In de beschikking moet staan waarom de maatregel wordt opgelegd. Het is van belang dat er een deugdelijke motivering wordt gegeven. Tegen de beschikking moet de werknemer bezwaar kunnen maken bij de werkgever. De werkgever moet dit bezwaar gemotiveerd afhandelen. Tegen de beslissing op het bezwaar moet de werknemer in beroep kunnen bij de rechter. De werknemer moet ook de mogelijkheid hebben een klacht in te dienen over de procedure met betrekking tot het toepassen van een maatregel. Op grond van de Wet Openbaar Bestuur (WOB) heeft de werknemer of diens belangenbehartiger recht op inzage in alle stukken die betrekking hebben op de maatregel. Situaties waarin dit aan de orde is Verwacht wordt dat slechts in uitzonderingsgevallen sprake zal zijn van een maatregel van een eigenrisicodrager wegens weigering van de werknemer om mee te werken aan re-integratie. De re-integratie vangt immers al aan tijdens de eerste twee jaar van ziekte. Het weigeren van medewerking aan re-integratie zal dus ook meestal tijdens de periode van loondoorbetaling plaatsvinden. In dat geval valt het conflict gewoon binnen de regels van het arbeidsrecht. Het aantal gevallen waarin werkgevers om die reden een loonsanctie op de werknemer hebben toegepast, is niet erg groot. Ook het aantal maatregelen dat tot nu toe door het UWV in het kader van de WIA is getroffen, is niet erg groot. Er wordt daarom verwacht dat de kwestie van het ZBO slechts bij uitzondering aan de orde zal komen. Consequenties van ZBO status In de praktijk vallen de consequenties van het ZBO zijn erg mee. Hierbij spelen de volgende elementen een rol. De zorgvuldigheidseisen waaraan de werkgever moet voldoen bij het nemen van de beslissing om een maatregel op te leggen zijn niet zwaarder dan de eisen die ook al gelden in het burgerlijk recht wanneer een werkgever de werknemer op het loon wil korten omdat hij niet meewerkt aan re-integratie. Ook voor beslissingen in het arbeidsrecht geldt dat de werkgever ze deugdelijk moet motiveren. Het vereiste van een deugdelijke motivering in de algemene wet bestuursrecht is dus niets nieuws. Het is juist dat de algemene wet bestuursrecht uitgaat van een behandeling via bezwaarschrift voordat men naar de rechter gaat. Die tussenstap is echter te vermijden als de werknemer in zijn bezwaar aangeeft dat hij wil dat de zaak direct aan de rechter wordt voorgelegd. Een eigenrisicodrager hoeft geen bezwaarschriftenprocedure in te richten zolang hij geen sanctie treft. Naarmate een bedrijf groter is, mag ervan worden uitgegaan dat er reeds interne klachtenprocedures bestaan en vaak ook procedures zijn ingericht om bezwaren te behandelen, bijv. tegen beoordelingen. Het ligt dan voor de hand om die
bestaande procedures te gebruiken voor de afhandeling van klachten en bezwaren. De wet openbaarheid van bestuur is weliswaar formeel van toepassing, maar de praktische betekenis is gering. De toepassing beperkt zich tot het daadwerkelijke geschil. Er kan dus geen informatie over andere zaken gevraagd worden. Bovendien kan de werkgever verzoeken om informatie van derden afwijzen omdat het hier een kwestie betreft waarbij de privacy van de werknemer in het geding is. Ook het UWV verstrekt nooit informatie over specifieke uitkeringsgerechtigden of geschillen tussen het UWV en een uitkeringsgerechtigde.