Reader voor de Studiereis 4 en 5 November 2010 Mechatronica - opleidingen in Duitsland Geachte deelnemer aan de studiereis, In deze reader vindt u alle informatie die u op 4 en 5 november nodig heeft. Het geeft u een beeld van het systeem van beroepsonderwijs in Duitsland. Dat heeft het voordeel dat onze gastheren zich uren kunnen besparen en de uitleg over hun beroemde duale systeem zullen overslaan: wij weten dat straks immers allemaal al! De reader geeft u ook een beeld van het opleidingsaanbod op school (Robert Bosch) en in het bedrijf (Siemens). Zoals u in de beschrijving van het opleidingsprofiel kunt zien hebben beide partners een eigen inhoudelijke opdracht die door de wetgever nauw wordt omschreven. (Een groot verschil met Nederland). Tot slot krijgt u een beeld van de productieactiviteiten van Siemens Duisburg. Het is daarbij goed om te weten dat de vestiging die wij bezoeken pas sinds 2001 onderdeel is van Siemens. Van oudsher worden hier grote kranen gebouwd ( Demag en later Mannesmann) in de afgelopen jaren is de productie sterker geconcentreerd op grote turbines.
Inhoudsopgave reader 1. Programma studiereis 2. Beroepsonderwijs in Duitsland (Landenstudie) 3. Overzicht opleidingsysteem in Duitsland ( Bildung in Deutschland) 4. Beschrijving van het opleidingsprofiel (Berufsbild Mechatroniker) 5. Productenpalet Siemens Duisburg ( Products and services) 6. Opleidingstructuur mechatronica (bedrijfsopleiding bij Siemens) 7. Leerplan Mechatronica Robert Bosch Berufskolleg Duisburg.
Studiereis 4 en 5 November 2010
Mechatronica - opleidingen in Duitsland Een uitwisselingsbezoek aan Duisburg
.
Achtergrond van de studiereis Mechatronica is in Nederland een betrekkelijk nieuw opleidingsprofiel. Vijf Nederlandse ROC’s in de Euregio Rijn Waal en kenniscentrum Kenteq gaan op bezoek in Duisburg om daar te zien wat we kunnen leren van collega’s - docenten en bedrijfsopleiders - die al veel langer werken aan de implementatie van mechatronica - opleidingen in het Duitse secundaire beroepsonderwijs. De wens leeft om inspiratie op te doen en waardevolle contacten te leggen gericht op toekomstige samenwerking. De voorbereiding van de reis is in handen van het projectmanagement van de Lere(n)de Euregio een netwerk van nederlandse en duitse scholen voor beroepsonderwijs in de Euregio Rijn- Waal 1 en van het Robert Bosch Berufskolleg in Duisburg Marxloh. De studiereis wordt financieel mogelijk gemaakt door Band, een Leonardo da Vinci programma gericht op Nederlands Duitse uitwisseling in het beroepsonderwijs. Opzet van de studiereis De studiereis is er op gericht om zoveel mogelijk informatie te verzamelen over de wijze waarop in Duitsland wordt opgeleid voor het beroep mechatronicus. Dat zal tijdens de reis vooral gebeuren door steeds in gesprek te zijn met onze duitse collega’s in school en bedrijf. Voorafgaande aan de reis ontvangen de deelnemers een informatiepakket. Het is de bedoeling dat de informatie in dit pakket vooraf wordt bestudeerd. Tijdens de werkbezoeken behoeven we ons dan niet bezig te houden met basale zaken maar kunnen we snel en effectief ter zake komen. Verder is het de bedoeling dat we de bestaande vorm en inhoud van de opleidingen en de ontwikkelingstrends binnen de beroepsprofielen en de kwalificatiedossiers in beide landen met elkaar vergelijken. We willen voorts kijken waar aanknopingspunten te vinden zijn om als opleidingen in de komende tijd samen te werken. Daarnaast willen we de gelegenheid aangrijpen om de deelnemers te laten proeven van de bijzondere sfeer en geschiedenis van het Westelijk Ruhrgebied. Daarbij zullen we ook proberen een beeld te vormen van het economisch belang van deze regio voor het nederlands grensgebied. We willen dit alles laten plaats vinden in een prettige ambiance
. Ons Hotel : Duisburgerhof centraal in Duisburg 1
Zie voor meer informatie de website www.lerende-euregio.com
Onze belangrijkste gastheer: Robert Bosch Berufskolleg in Duisburg Marxlohe. Het Robert Bosch is de grootste secundaire beroepsopleiding voor techniek in het Westelijk Ruhrgebied met ca 2800 leerlingen. De meeste opleidingen zijn duaal, hetgeen betekent dat een belangrijk deel van de opleiding in de bedrijven plaats vindt. RBB heeft dan ook intensieve contacten met alle belangrijke industriële bedrijven in de regio.
RBB heeft gezorgd voor een bezoek aan een van hun leerbedrijven Siemens Duisburg waar op zeer innovatieve wijze inhoud wordt gegeven aan de opleiding Mechatronica. Binnen de school wordt sinds een aantal jaren gewerkt aan een modern opleidingconcept waarbij kleine teams zelf verantwoordelijk zijn voor de vormgeving van de opleiding en theorie en praktijk nauw met elkaar verweven zijn. RBB was voorloper bij de ontwikkeling van de mechatronica opleiding en werkt nu aan de implementatie van verwante nieuwe opleidingen met name de opleiding vakman/vrouw Automatentechniek.
Programma Donderdag 4 November 9 uur: Vertrek vanuit ROC Nijmegen lokatie Campusbaan 10.00: Aankomst bij het Landschaftspark Duisburg Nord (monument van industrieel erfgoed), Rondleiding door de stilgelegde hoogovens en cokesovens. Aansluitend: inleiding over het duitse technisch beroepsonderwijs: de nadruk ligt op de inhoudelijke en structurele verschillen en overeenkomsten. Aan deze inleiding levert Kenteq een bijdrage vanuit hun kennis van de Nederlandse kwalificatiedossiers 12.00 : Lunch in het Landschaftspark 13.30 : Bezoek aan Siemens Duisburg, een innovatief opleidingsbedrijf met speciale aandacht voor de opleiding Mechatronica. Onderdelen: bedrijfsrondleiding/ inleiding door praktijkopleiders van het bedrijf en discussie. 16.30: Excursie door de gerestaureerde oude binnen haven van Duisburg 18.00: Uitrusten in Hotel Duisburger Hof
19.00:
20.30:
Buffet in het hotel waarbij een groep Duitse docenten / managers en praktijkopleiders die betrokken zijn bij de opleiding mechatronica worden uitgenodigd. Discussie met de duitse collega's over de toekomst van de opleidingen Mechatronica in Europa
Vrijdag 5 November 10.00: Aankomst bij Robert Bosch Berufskolleg in Duisburg Marxloh.. Ontvangst en inleiding over de visie op technisch onderwijs van de school. Ontwikkeling van de opleidingen Mechatronica 10.30: De gasten nemen deel aan practicumlessen mechatronica 11.30: Uitwisseling van informatie over de opleiding mechatronica 12.30: Vertrek naar Essen: bezoek aan het complex Zollverein: een stilgelegde mijn die is omgevormd tot een centrum van innovatie voor het Ruhrgebied. (Lunch op terrein Zollverein) 16.00: Vertrek naar Essen Kettwich : borrel en evaluatie van het programma ( ook enkele Duitse collega's zullen deelnemen) 17.00: Diner 18.30: Vertrek uit Essen Kettwich naar Nijmegen. Aankomst in Nijmegen ca 20.00 uur
N.B. Mogelijkerwijze wordt het vrijdagmiddagprogramma gewijzigd en bezoeken we een interessante locatie in de omgeving van Duisburg in dat geval vinden het diner en de borrel in die omgeving plaats
Van en naar ROC Nijmegen? Komt u met de auto? Dan kan deze veilig worden geparkeerd bij het ROC. Geef dan door dat u een parkeerplaats wilt reserveren. Komt u met de trein? Het ROC bevindt zich direct naast NS station Nijmegen Centraal.
Landenstudie secundair beroepsonderwijs Duitsland
Colofon
Titel
Landenstudie secundair beroepsonderwijs Duitsland (uitgevoerd door ecbo en KBA)
Auteur
Gerd Busse (dnl-projekt / KBA)
Versie
versie 0.1/concept
Datum
januari 2009
Projectnummer
30024.01
Ecbo ’s-Hertogenbosch
Ecbo Amsterdam
Postbus 1585
Postbus 94208
5200 BP ’s-Hertogenbosch
1090 GE Amsterdam
T 073 687 25 00
T 020 525 12 45
F 073 612 34 25
F 020 525 13 00
www.ecbo.nl
www.ecbo.nl
Landenstudie secundair beroepsonderwijs Duitsland, versie 0.1
ecbo
2
Inhoudsopgave 1 Het middelbaar beroepsonderwijs in Duitsland...................................................... 4 2 Positionering secundair beroepsonderwijs ............................................................. 5 3 Leerwegen: schools (bol) en duaal (bbl) ................................................................ 9 4 Examinering: vaststellen inhoud en organisatie................................................... 10 4.1
Vaststellen inhoud examen- en kwalificatie-eisen .................................................. 10
4.2
Vaststelling organisatie van examens ................................................................... 11
5 Aansluiting doorstroom mbo vanuit vmbo en naar hbo-/ba-/ma-niveau ........... 13 6 Positie van vavo en educatie (LLL: general education) ........................................ 15 7 Openheid mbo-bestel voor verschillende typen aanbieders: publiek en privaat.. 16 8 Belangrijkste conclusies en leerpunten ................................................................ 17 Literatuur ................................................................................................................... 19
Landenstudie secundair beroepsonderwijs Duitsland, versie 0.1
ecbo
3
Het middelbaar beroepsonderwijs in Duitsland
Het Duitse onderwijsstelsel 1
Leeftijd
(algemene en beroepsgerichte bij- en nascholing, verzorgd door tal van verschillende instanties)
FachBerufsoberschulen fachschulen
Realschulen
Bij- en nascholing in bedrijfsverband
Fachschulen
Verwaltungsfachhochschulen
tertiair niveau
Tussentijds werkzaam in een beroep Berufsaufbausch.
Gesamthochschulen
Gesamthochschulen Fachgymnasien
Fachhochschulen
Kunsthochschulen
Gymnasien
Pädagogische Hochschulen
Scholen op het gebied v.d gezondh.zorg
Theologische Hochschulen
Avondscholen en Kollegs
Universitäten
Onderwijsniveau
Bij- en nascholing
Gesamtschulen
1
Duaal stelsel (Bedrijfsopleiding en Berufsschule)
secundair niveau II
Berufsgrundbildungsjahr
Hauptschulen
secundair niveau I
Oriëntatiefase (afhankelijk of onafhankelijk van bestaand schooltype)
Basisscholen
Kleuterscholen
1
primair niveau
elementair niveau
Bron: Busse, Berkhof en Meijer 2006, p. 2.
Landenstudie secundair beroepsonderwijs Duitsland, versie 0.1
ecbo
4
2
Positionering secundair beroepsonderwijs Overzicht onderwijsstelsel Het Duitse onderwijssysteem wordt in hoge mate bepaald door de federale structuur van de Bondsrepubliek Duitsland. De deelstaten (zoals Noordrijn-Westfalen [NRW], waar in het vervolg de nadruk op zal liggen) hebben veel invloed op de onderwijswetgeving en het bestuur van het onderwijs. Deze invloed is vooral te merken op het niveau van de hogescholen en universiteiten, binnen het algemeen vormend onderwijs en in onderdelen van het beroepsonderwijs. Om de nodige eenheid in het onderwijsstelsel te kunnen garanderen, werken de deelstaten samen in de zogenaamde Kultusministerkonferenz. Hierin zijn de ministers van Onderwijs en Cultuur van de zestien Duitse deelstaten vertegenwoordigd. In hun overleg maken de afgevaardigden algemene afspraken over ontwikkelingen in het onderwijs. In 1964 werden tussen de deelstaten afspraken gemaakt over een gemeenschappelijke basisstructuur voor het onderwijsstelsel in Duitsland. Deze overeenkomst regelt onder andere de leerplicht, het schooljaar en de vakanties, de naamgeving / omschrijving van de scholen, de doorstroommogelijkheden binnen het schoolsysteem, de erkenning van schoolrapporten en examens en de wijze van vaststellen van de cijfers in schoolrapporten. In de jaren negentig heeft de Kultusministerkonferenz zich met name gericht op het qua status gelijkwaardig maken van het algemeen vormend onderwijs aan het beroepsonderwijs en op de verdere ontwikkeling van het duale systeem binnen het beroepsonderwijs. De taken van de centrale overheid zijn in de grondwet vastgelegd. Ze hebben voor wat betreft het beroepsonderwijs betrekking op buitenschoolse initiële en voortgezette opleidingen, onderwijsontwikkeling, maatregelen ter stimulering van de arbeidsmarkt en op onderzoek op het gebied van arbeidsmarkt en beroep. Hierbij wordt de verantwoordelijke minister van onderwijs ondersteund door het Bundesinstitut für Berufsbildung (BIBB) dat hem bij alle vragen betreffende het beroepsonderwijs adviseert. Het volgende schema geeft een overzicht van de verantwoordelijkheden en bevoegdheden binnen het Duitse beroepsonderwijs.
Landenstudie secundair beroepsonderwijs Duitsland, versie 0.1
ecbo
5
De actoren binnen het Duitse beroepsonderwijs 2
De voltijd leerplicht geldt in Duitsland vanaf het zesde levensjaar (basisschool) en duurt in de meeste deelstaten negen jaar (NRW: tien jaar). Bovendien geldt in alle deelstaten een driejarige partiële leerplicht voor het beroepsonderwijs (Teilzeitberufsschulpflicht), speciaal voor diegene jongeren die geen algemeen voortgezet onderwijs meer volgen. Jongeren worden hiermee verplicht het schoolse deel van een duale beroepsopleiding te volgen. Aan het begin van het vijfde schooljaar, met ongeveer tien jaar, stromen de leerlingen in de eerste fase van het voortgezet onderwijs (Sekundarbereich 1). Zij hebben dan de keuze tussen de Hauptschule, de Realschule of het Gymnasium. De Hauptschule (ISCED 2) 3 komt ongeveer overeen met het Nederlandse vmbo, duurt meestal vijf jaar en is vooral een voorbereidende leerweg naar een duale beroepsopleiding. In 2005 gingen ruim 1 miljoen scholieren, dat is 21 procent van alle leerlingen binnen het Sekundarbereich 1, naar de Hauptschule. 4 De Realschule (ISCED 2; ongeveer vergelijkbaar met vmbo/havo) duurt (in NRW) zes jaar en wordt afgesloten met een middelbaar schoolexamen. In 2005 bezochten ruim 1,3 miljoen scholieren (27 procent) de Realschule. 5 Ook de Realschule vormt een belangrijke voorbereidende leerweg naar een duale beroepsopleiding. Het Gymnasium (ISCED 2/3; ongeveer vergelijkbaar met het Nederlandse vwo) duurt in de eerste fase van het voortgezet onderwijs, afhankelijk per deelstaat, vier tot zes jaar (NRW: zes jaar) en eindigt in klas 10. In 2005 bezochten zo’n 34 procent van alle scholieren in het Sekundarbereich 1 (oftewel 1,7 miljoen) dit schooltype. 6 Het Gymnasium kan na afloop van 2
Bron: Hippach-Schneider, Krause en Woll 2007, p. 18. De ISCED-systematisering van het Duitse onderwijs is afkomstig uit: European Commission 2006/07, p. 1. Voor een overzicht zie de bijlage. 4 European Commission 2006/07, p. 35. 5 Ibidem. 6 Ibidem. 3
Landenstudie secundair beroepsonderwijs Duitsland, versie 0.1
ecbo
6
de eerste fase (klas 10) in de tweede fase van het voortgezet onderwijs (Sekundarbereich 2) worden vervolgd tot klas 12 (zoals in NRW) of klas 13. Deze bovenbouwklassen (die in 2005 door ruim 730.000 leerlingen bezocht werden) 7 sluiten af met het Abitur, dat vervolgens toegang geeft tot een vervolgopleiding op universitair niveau; klas 12 sluit af met de Fachhochschulreife, die toegang biedt tot het hbo (Fachhochschule). Daarnaast bestaat er in de Sekundarbereich 2 ook de mogelijkheid om voor een meer beroepsgerichte vorm van het gymnasium te kiezen: het Berufliches Gymnasium of Fachgymnasium. Een alternatief, waarin de drie schooltypen Hauptschule, Realschule en het Gymnasium geïntegreerd zijn, is de Gesamtschule; de beslissing over de te volgen leerpad (Hauptschule, Realschule of Gymnasium) wordt hier pas op een later tijdstip getroffen..
Beroepsopleidingen in de tweede fase van het voortgezet onderwijs Übergangssystem (ISCED 2) Steeds belangrijker worden in Duitsland opleidingstrajecten voor schoolverlaters die op de reguliere ‘opleidingsmarkt’ niet terecht kunnen (in 1995 was dit 31,9 procent van alle nieuwkomers in het beroepsonderwijs, in 2006 was dit aandeel al gegroeid naar 39,7 procent). 8 Hierbij gaat het om beroepsgerichte vooropleidingen die hun kansen op een opleidingsplaats in het duale systeem of in het voltijddagonderwijs of hun arbeidsmarktperspectieven verbeteren. Deze opleidingstrajecten in het zogenaamde ‘overgangssysteem’ tussen school en beroepsonderwijs worden door beroepsopleidende scholen (zoals de Berufskollegs in NRW), opleidingscentra van de Kammern of door kerkelijke of particuliere instellingen georganiseerd en uitgevoerd. Het aanbod in dit overgangssysteem is sterk versplinterd, het systeem zelf bijna niet gereguleerd, en de aansluiting op het reguliere beroepsonderwijs werkt slecht.
Duaal systeem (ISCED 3) Ongeveer tweederde van de nieuwkomers op de arbeidsmarkt in Duitsland heeft een beroepsopleiding gevolgd in het zogenaamde ‘duale systeem’, een alternerende beroepsopleiding binnen een bedrijf en op de Berufsschule, waarbij de onderwijsinstellingen nauw samenwerken met bedrijven. In bijna alle branches en sectoren is het mogelijk om een opleiding binnen het duale stelsel te volgen (uitzondering zorg & welzijn; de opleidingen vinden hier in Berufsfachschulen, Fachschulen of Schulen des Gesundheitswesens plaats). Hoewel er in prinicipe geen schooldiploma nodig is om aan een duale opleiding te kunnen beginnen is het in de praktijk toch zo, dat werkgevers een goede vooropleiding op prijs stellen; dat is dan vaak een diploma Realschule of Gymnasium. Het merendeel van de jongeren begint direct na beëindiging van de Haupt- of de Realschule of het Gymnasium met de opleiding. De opleiding in het duale systeem is zo georganiseerd dat leerlingen drie tot vier dagen per week in het bedrijf werken en één tot twee dagen per week op school zijn. Het bedrijf en de school zijn zelfstandige leerplaatsen en werken gedurende de opleiding als gelijkwaardige partners samen. Dat is een interessant verschil met Nederland, waar met name de onderwijsinstelling de leerdoelen van de beroepspraktijkvorming in het bedrijf bepaalt. De opleiding duurt, afhankelijk van het gekozen beroep, twee tot drieënhalf jaar.
7 8
Ibidem. Autorengruppe Bildungsberichterstattung 2008, p. 275 e.v., Tab. E1-1A en E1-2A.
Landenstudie secundair beroepsonderwijs Duitsland, versie 0.1
ecbo
7
Berufsfachschule (ISCED 3/4) Berufsfachschulen, of vakopleidingen, zijn voltijdopleidingen die een voorbereidende leerweg bieden op het beoefenen van een beroep en tegelijk ook bijdragen aan de algemene vorming. Het aanbod aan opleidingen van deze scholen is zeer divers. Er zijn Berufsfachschulen voor commerciële (handels-) beroepen en voor ambachtelijke beroepen, voor beroepen in de gezondheidszorg, sociale welzijnszorg of thuiszorg en kunstzinnige beroepen. Al naar gelang de opleiding die men kiest, geeft het doorlopen van de Berufsfachschule een volledige kwalificatie voor het uitoefenen van een beroep, ofwel een basiskwalificatie om in te stromen in een beroepsopleiding in het duale systeem. In het laatste geval heeft men met de Berufsfachschule een vrijstelling van het eerste opleidingsjaar. Afhankelijk van welke opleiding gekozen wordt, duurt de Berufsfachschule één tot drie jaar.
Fachoberschule (ISCED 3) De Fachoberschule is een vervolg op de Realschule en duurt twee jaar (klas 11 en 12). Leerlingen doen er algemene en vakinhoudelijke kennis en beroepsvaardigheden op. De opleiding kan vergeleken worden met een tweejarige middelbare beroepsopleiding na de havo. Met het diploma van de Fachoberschule kunnen leerlingen doorstromen naar een hogere beroepsopleiding aan een Fachhochschule.
Fachschulen (ISCED 3) 9 Binnen de Fachschule kunnen leerlingen die een beroepsopleiding hebben afgerond (al dan niet in het duale stelsel) en enige werkervaring hebben opgedaan, verder opgeleid worden, voor leidinggevende posities, maar ook voor beroepen zoals bijv. de Heilerziehungspfleger (wat ongeveer vergelijkbaar is met de medewerker maatschappelijke zorg, niveau 3, in Nederland) .
Schulen des Gesundheitswesens (ISCED 5B) Dit zijn scholen voor voltijddagopleidingen die voor beroepen in zorg en welzijn opleiden zoals bijv. de verpleegkundige of de bejaardenverzorger.
9
Soms is er wat onduidelijkheid over de juiste ISCED-classificatie. Volgens de indeling van de UNESCO (1999) valt de Duitse Fachschule onder ISCED 4, volgens die van de Europese Commissie (zie bijlage) onder ISCED 3. Landenstudie secundair beroepsonderwijs Duitsland, versie 0.1
ecbo
8
3
Leerwegen: schools (bol) en duaal (bbl) De duale manier van opleiden voor een beroep is met ca. 63 procent (in 2005) van de deelnemers aan het secundaire beroepsonderwijs de belangrijkste opleidingsroute in Duitsland. In 2006 namen ongeveer 1,6 miljoen jongeren deel aan een opleiding in het duale systeem. Voor het eerst sinds 2001 was er toen weer sprake van een (lichte) groei van leerplaatsen, en wel met 1,1 procent vergeleken met het voorjaar. 10 Het merendeel van degenen die een opleiding in het duale systeem doorlopen heeft, vindt aansluitend een baan. Hierbij moeten er echter enige kanttekeningen geplaatst worden. Als we namelijk bedenken dat het de laatste jaren de trend is bij werkgevers om vooral de hoger opgeleide leerlingen van de Realschule of zelfs het Gymnasium toe te laten tot een duaal traject, komen de gunstige uitstroomcijfers naar de arbeidsmarkt in een ander licht te staan. In plaats van de leerlingen van de Hauptschule een logisch vervolg in hun loopbaan te bieden in de vorm van een opleiding binnen het duale stelsel, selecteren leerbedrijven de leerlingen met de beste vooropleiding. De gunstige arbeidsmarktcijfers van de duale opleidingen moeten daarbij worden afgezet tegen de hoge werkloosheidscijfers van de Hauptschuleleerlingen. Het voltijddagonderwijs, dus de Berufsschule, de Fachoberschule en het Fachgymnasium (die in NRW vaak in Berufskollegs geïntegreerd zijn) werd in 2005 door 36 procent van de deelnemers, oftewel ca. 1 miljoen jongeren, aan het secundaire beroepsonderwijs bezocht. 11 De voltijddagopleiding in Duitsland heeft, als beroepsopleiding, bij werkgevers, jongeren en hun ouders een duidelijk slechtere status dan de duale opleiding. Zij wordt, ondanks vaste stageperioden, als te weinig praktijk- en bedrijfsgericht beschouwd en heeft tegelijkertijd het imago van een ‘noodoplossing’ voor diegenen die geen leerbedrijf voor een duale beroepsopleiding kunnen vinden. Vergeleken met de duale opleiding zijn de arbeidsmarktkansen bij studenten in het voltijddagonderwijs minder goed, wat er eveneens toe bijdraagt dat deze leerweg als minder aantrekkelijk wordt geacht. Verder wordt er vanuit het dagonderwijs ook veel over geklaagd dat de studenten, als ze na hun opleiding een baan kunnen vinden, vaak nog eens dezelfde opleiding opnieuw moeten doen, maar dan duaal.
10 BMBF 2008, p. 92; zie ook European Commission 2006/07, p. 37. In 2006 stroomden 551.434 jongeren in in het duale systeem. Vergeleken met 1995 is dat een groei van 0,8 procent (Autorengruppe Bildungsberichterstattung, 2008, p. 275, tab. E1-A1). 11 European Commission 2006/07, p. 37. In 2006 stroomden 212.984 jongeren in in het dagonderwijs. Vergeleken met 1995 is dat een verandering van +18,1 procent (Autorengruppe Bildungsberichterstattung, 2008, p. 275, tab. E1-A1.
Landenstudie secundair beroepsonderwijs Duitsland, versie 0.1
ecbo
9
4
Examinering: vaststellen inhoud en organisatie
4.1
Vaststellen inhoud examen- en kwalificatie-eisen Het Duitse Ministerie voor Onderwijs en Wetenschap (BMBF) is o.a. verantwoordelijk voor het waarborgen van de kwaliteit van beroepsopleidingen in het duale systeem, de zorg voor een voldoend aanbod aan opleidingsplaatsen in bedrijven en voor de steun aan jongeren met een (leer-) achterstand. Voor het onderwijs aan de Berufsschulen zijn de ministers van Onderwijs en Cultuur van de 16 deelstaten verantwoordelijk, die samen de al eerder genoemde Kultusministerkonferenz vormen. Op regionaal niveau dragen de Industrie- und Handelskammern (IHK’s) en Handwerkskammern zorg voor de beoordeling van de resultaten en de accreditatie van de eindexamens en de uitreiking van de diploma’s. 12 Voor de leerplaats binnen het bedrijf gelden de wet op het beroepsonderwijs (Berufsbildungsgesetz; BBiG) en de Handwerksordnung (een reglement behorend bij een ambacht). De basis van de opleiding wordt gevormd door het opleidingscontract (Ausbildungsvertrag) dat tussen de leerling en het leerbedrijf gesloten wordt. Hierin worden de belangrijkste aspecten van de beroepsopleiding geregeld, zoals het beroep waarvoor men opgeleid wordt, de duur van de opleiding en de werktijden, de hoogte van de eventuele toelage en de rechten en plichten van zowel het leerbedrijf als de leerling. Binnen het duale systeem kan men worden opgeleid in een van de 344 wettelijk erkende beroepen. 13 De opleiding binnen het bedrijf is gebaseerd op de Duitse kwalificatiestructuur (het systeem van Ausbildungsordnungen 14 voor opleidingen binnen het duale systeem). Deze is binnen alle deelstaten hetzelfde. Hierin wordt een brede basisopleiding beschreven, met vakinhoudelijke onderdelen en praktijkervaring, die gezamenlijk moeten leiden tot een startkwalificatie op basis waarvan men een specifiek beroep kan uitoefenen. Ter verduidelijking van de procedure: sociale partners en overheid stellen via een vastgelegde procedure een Ausbildungsordnung op, die uiteindelijk door de Bundesbildungsminister, dus de centrale overheid, ondertekend wordt. De praktijkopleiding is gestructureerd en gefaseerd beschreven, zodat het doel van de opleiding in de geplande tijd bereikt kan worden. Om dat te realiseren stellen de leerbedrijven op basis van de kwalificatiestructuur een eigen bedrijfsopleidingsplan op. De opleiding binnen de school (Berufsschule) draagt bij aan de algemene ontwikkeling én de beroepsvorming. Een zogenaamd raamleerplan (Rahmenlehrplan), gebaseerd op de kwalificatiestructuur, beschrijft nauwkeurig de vereiste beroepsvaardigheden van elk van de 344 beroepen binnen het duale systeem. Het raamleerplan voor de school en de kwalificatiestructuur (het systeem van Ausbildungsordnungen) worden gezamenlijk door de regering en de lidstaten én met instemming van de werkgevers en de vakbonden vastgesteld. De voltijddagopleidingen vallen onder de verantwoordelijkheid van de ministers van onderwijs en cultuur van de 16 deelstaten die in de Kultusministerkonferenz de leerplannen 12
De Duitse Wirtschaftskammern zijn maar gedeeltelijk met de Kamers van Koophandel in Nederland vergelijkbaar, omdat ze een veel grotere rol in het (duale) beroepsonderwijs spelen dan hun tegenhangers in Nederland. 13 BMBF 2008, p. 139. 14 Ausbildungsordnungen zijn officiëel erkende documenten die het kwalificatieprofiel, het opleidingsprogramma (Ausbildungsrahmenplan) en de vereiste competenties bevatten. Landenstudie secundair beroepsonderwijs Duitsland, versie 0.1
ecbo
10
(Lehrpläne) voor de afzonderlijke opleidingen op elkaar afstemmen (oftewel proberen af te stemmen). Het is een wat onoverzichtelijk veld, mede ook omdat initiële beroepsopleidingen (bijv. de Assistentenausbildungen, die het merendeel van de initiële opleidingen vormen) en vervolgopleidingen (bijv. de Heilerziehungspfleger) door elkaar heen lopen en de opleidingen bovendien vaak tussen de deelstaten van benoeming verschillen (bijv. heet de Heilerziehungspfleger [NRW] in Nedersaksen Heilerzieher). 15 Hoeveel initiële voltijddagopleidingen er in Duitsland precies bestaan is dus moeilijk te zeggen. 16
4.2
Vaststelling organisatie van examens Binnen het Duitse duale systeem is sprake van centraal vastgelegde examenstandaarden, dat wil zeggen dat in de Ausbildungsordnungen wordt aangegeven, wat examinanten moeten kennen en kunnen per Prüfungsbereich, wat de duur is van de onderscheiden examenonderdelen, hoe deze examenonderdelen gewogen dienen te worden ten behoeve van het eindoordeel en wat het minimaal te behalen niveau is om te kunnen slagen. De schriftelijke onderdelen van het examen in een Ausbildungsordnung worden in heel Duitsland op dezelfde dag en tijd afgenomen op basis van dezelfde opgaven. De praktijkexamens worden afgenomen door vertegenwoordigers van het beroep (Prüfer), die zijn benoemd door de Kammer, dus de bevoegde IHK of de Handwerkskammer in de regio, waar de examinant onder valt. De examinatoren dienen te voldoen aan bepaalde wettelijke eisen, die zijn vastgelegd in het Berufsbildungsgesetz. Daarnaast hebben veel Kammern nog aanvullende criteria (Leitlinien) voor het benoemen van Prüfer. Over het algemeen kan gesteld worden, dat de Prüfer zeer ervaren vakmensen zijn. De opleiding wordt na het geslaagde schriftelijke en mondelinge examen (Kammerprüfung) officieel afgesloten met een speciaal certificaat, dat verschilt al naar gelang de sector waar de leerling zich in heeft bekwaamd: een Facharbeiterbrief voor de industriële beroepen, een Kaufmannsgehilfenbrief voor de commerciële beroepen en een Gesellenbrief voor de ambachtelijke beroepen. Daarnaast krijgt de leerling, na het met goed gevolg afleggen van zijn examen, het diploma van de onderwijsinstelling. 17 De twee getuigschriften samen, plus relevante werkervaring, geven toegang tot een Fachschule, waar de leerling zich nog verder kan bekwamen. Het is voor een ervaren beroepskracht zonder een duale vooropleiding mogelijk een zogenaamde Externenprüfung, dus een vrijwillig extern examen bij de Kammer af te leggen en op die manier toch eindexamen te doen. Dit gebeurt echter niet vaak, ook omdat de criteria voor de inschrijving voor een dergelijk examen vrij streng zijn. Naar schatting wordt 5 procent van de diploma’s op deze manier verworven. Wel zal het externe examen in de
15
Er wordt in Duitsland vaak over geklaagd dat er weinig bruikbare statistische gegevens over de stand van zaken en de ontwikkelingen binnen het voltijddagonderwijs bestaan; zie bijv. Autorengruppe Bildungsberichterstattung 2008, blz. 104. 16 De database KURSNET van de Bundesagentur für Arbeit wijst onder de trefwoorden ‘Assistent’ en ‘Berufsausbildung’ 108 initiële beroepsopleidingen uit. 17 Dit diploma is een voorwaarde om een duale opleiding af te kunnen ronden; het wordt echter ook aan leerlingen uitgereikt die geen beroepsopleiding volgen maar vanwege de leerplicht een Berufsschule moeten bezoeken. Landenstudie secundair beroepsonderwijs Duitsland, versie 0.1
ecbo
11
toekomst meer betekenis krijgen omdat het regelmatig als exameninstrument bij de ‘duale studie’ en bij de certificering van opleidingen in het voltijddagonderwijs ingezet wordt. Het eindexamen binnen de beroepsopleidende, schoolse, leerweg kent eveneens een praktisch en een theoretisch gedeelte. Het eindexamen wordt voor een examencommissie van de school afgenomen. De examinatoren worden door de zuständige Behörde (in NRW zijn dat de Bezirksregierungen van de deelstaat) benoemd. Omdat de voltijddagopleidingen vergeleken met de duale opleidingen in Duitsland minder civiel effect hebben worden er de laatste jaren op regionaal niveau veelal afspraken tussen de scholen en de Kammern getroffen om de studenten na hun diploma aan de (reeds genoemde) Externenprüfung bij de Kammer deel te laten nemen. Het achterliggende idee is om het schooldiploma door een Kammerabschluss op te waarderen.
Landenstudie secundair beroepsonderwijs Duitsland, versie 0.1
ecbo
12
5
Aansluiting doorstroom mbo vanuit vmbo en naar hbo-/ba-/ma-niveau De belangrijkste toeleverancier voor het duale stelsel is, met 36 procent (in 2006) de Realschule (vergelijkbaar met havo), gevolgd door de Hauptschule (vergelijkbaar met het vmbo) met 28 procent. 18 Al een aantal jaren wordt er in Duitsland heftig gediscussieerd over de positie van de Hauptschule. Reden hiervoor zijn de steeds slechtere opleidings- en dus arbeidsmarktperspectieven, van de leerlingen die de Hauptschule verlaten. Deze hebben steeds meer problemen met het vinden van een opleidingsplaats in het duale systeem. Dit heeft enerzijds te maken met de verminderen van het aantal opleidingsplaatsen om economisch oftewel conjuncturele redenen. Anderzijds ligt de lage instroom in het duale systeem aan het imago van de Hauptschule. Werkgevers zijn niet snel geneigd om een leerling van de Hauptschule in dienst te nemen, als zij met hetzelfde gemak een leerling aan kunnen stellen die de Realschule of zelfs het Gymnasium heeft doorlopen. Het toch al slechte imago van de Hauptschule wordt daardoor nog slechter. Er wordt zelfs gedacht over het afschaffen van dit schooltype. Onduidelijk is echter wat er dan voor in de plaats zou moeten komen. Realschule plus Rijnland-Palts is, naast Hamburg en Sleeswijk-Holstein, een van de eerste West-Duitse deelstaten die stapsgewijs de Hauptschule afschaft (in Bremen en in bijna heel Oostduitsland is er al langer geen sprake meer van een institutioneel zelfstandige Hauptschule). Vanaf het schooljaar 2009/2010 zal de Hauptschulabschluss onder het institutionele dak van de Realschule worden aangeboden, de scholieren worden gezamenlijk tot de klas 7 onderwezen voor ze op de twee schooltypes worden opgesplitst. Deze nieuwe schooltype heet dan “Realschule plus” en sluit af met de klas 12, dus de Fachhochschulreife. Dit initiatief is een reactie op het dalende aantal scholieren en het slechte imago van de Hauptschule. Er is nogal kritiek op de “Realschule plus”; volgens de lerarenvereniging en de sectorale vakbond in Duitsland zal de nieuwe schooltype de twee kernproblemen van de Hauptschule maar ten dele oplossen: de doorstroom naar een hoger opleidingsniveau en de kans op een plaats in het beroepsonderwijs. Voor diegenen, die geen plaats binnen het duale systeem hebben kunnen vinden, bestaat de mogelijkheid om aan een voltijddagopleiding te beginnen – mits zij de voorwaarden voor een dergelijke opleiding vervullen, d.w.z. de intakeprocedure succesvol doorlopen. Maar de onderwijsstatistieken wijzen uit dat ook hier de Hauptschüler sterk ondervertegenwoordigd zijn. In 2005 hadden van alle afgestudeerden in een voltijddagopleiding maar liefst 15 procent een Hauptschul-diploma, terwijl er 29 procent een Realschul-diploma hadden. Algemeen kun je stellen dat er in het Duitse beroepsonderwijs in hoge mate sprake is van een segmentatie binnen de opleidingssectoren naar het type vooropleiding dat de Auszubildenden hebben genoten: opleidingen in de industriële sector en de handel staan vooral open voor Realschüler en Abiturienten, terwijl de (minder aantrekkelijke) landbouw-, ambachtelijke en huishoudkundige opleidingen vooral voor Hauptschüler overblijven. 19
18 19
BMBF 2008, p. 323, Übersicht 39. Autorengruppe Bildungsberichterstattung 2008, p. 108 e.v.; zie vooral Abb. E4-1.
Landenstudie secundair beroepsonderwijs Duitsland, versie 0.1
ecbo
13
Maar niet alleen de instroom in het beroepsonderwijs vanuit het algemeen vormend onderwijs levert, met name voor Hauptschüler, problemen op, ook de doorstroom van het secundair naar het hoger beroepsonderwijs is met allerlei moeilijkheden verbonden. Dit geldt vooral voor de verhouding tussen het duale systeem en het hbo. Terwijl het met een diploma initiële voltijddagopleiding (plus een aanvullend examen) veelal mogelijk is om naar de Fachhochschule door te kunnen stromen, is dit met een duale opleiding alleen maar via de omweg Fachoberschule of Berufsfachschule mogelijk. De belangrijkste doorstroomroute verloopt in Duitsland dus nog steeds via de Fachhochschulreife of het Abitur, die toegang tot het hoger beroepsonderwijs geven. Daar veranderen ook modellen zoals het duale Studium (niet te verwarren met de duale opleiding in het middelbaar beroepsonderwijs!) niets aan, dat sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw bestaat en tegenwoordig een ‘boom’ meemaakt en waarbij een hbo- of universitaire studie gekoppeld wordt aan een duale opleiding op secundair niveau. 20 Een van de belangrijkste toegangseisen voor een duale studie is namelijk het Abitur of de Fachhochschulreife. Momenteel wordt er intensief aan de ontwikkeling van ECVET (European Credit System for Vocational Training) gewerkt, ook en vooral vanuit het idee dat zo’n creditpoint-systeem, door de beoogde transparantie bij de waardering van verworven competenties, een belangrijke bijdrage zou leveren aan de verbetering van de instroom in maar ook van de doorstroom tussen de secundaire beroepsopleidingen (en leerwegen) en de doorstroom tussen het middelbaar en het hoger beroepsonderwijs in Duitsland. 21
20 21
Busse 2008a. Busse 2008b; zie ook Hippach-Schneider, Woll en Hanf 2008, p. 22 e.v.
Landenstudie secundair beroepsonderwijs Duitsland, versie 0.1
ecbo
14
6
Positie van vavo en educatie (LLL: general education) Vervolgonderwijs (Weiterbildung, her- en bijscholing van werknemers) wordt in Duitsland maar in geringe mate georganiseerd aangeboden. De overheid beperkt zich in dit geval hoofdzakelijk tot het formuleren van wettelijke bepalingen ter bevordering van het vervolgonderwijs. De afzonderlijke wetten op het vervolgonderwijs en volwassenenonderwijs vallen onder de verantwoordelijkheid van de deelstaten. Vervolgonderwijs wordt hierin als een aparte tak van onderwijs beschreven die zowel algemene, maatschappelijk-politieke als beroepsmatige aspecten kan omvatten. In 12 van de 16 deelstaten bestaat daarnaast het recht op scholingsverlof (Bildungsurlaub). Werknemers kunnen ongeveer vijf werkdagen per jaar betaald verlof krijgen om te besteden aan hun verdere ontwikkeling. In de praktijk wordt van dit recht echter nauwelijks gebruik gemaakt. De afzonderlijke deelstaten zijn meestal ook verantwoordelijk voor het reguliere, d.w.z. wettelijk geregelde gedeelte van het vervolgonderwijs (meestal Fortbildung maar ook wel Weiterbildung genoemd). Een van de belangrijkste (en bij wijze van uitzondering centraal geregelde) vervolgopleiding in Duitsland is de Meisterausbildung voor de ambachtelijke beroepen. Zij zit qua niveau tussen een Nederlandse niveau 4-middenkaderopleiding en een HBO-opleiding in en is een van de voorwaarden om een ambachtelijk bedrijf op te mogen richten en leerlingen (duaal) op te mogen leiden. Fortbildungstrajecten worden door Berufskollegs (NRW), Berufsfachschulen, Fachschulen of Schulen des Gesundheitswesens aangeboden, maar ook door particuliere onderwijsinstellingen. De kwaliteit van deze vervolgopleidingen wordt gewaarborgd door leerplannen en examenseisen, die door de deelstaten vastgesteld worden. Ook wat het brede veld van het vervolgonderwijs betreft spelen ECVET-activiteiten een grote rol, vooral op het gebied van vaststellen en erkennen van competenties (EVC).
Landenstudie secundair beroepsonderwijs Duitsland, versie 0.1
ecbo
15
7
Openheid mbo-bestel voor verschillende typen aanbieders: publiek en privaat Op het niveau van het (reguliere) initiële beroepsonderwijs in Duitsland is er sprake van twee centrale aanbieders van beroepsopleidingen: de overheid (via de beroepsopleidende scholen zoals bijv. het Berufskolleg in NRW) en het bedrijfsleven, dat via de Ausbildungsbetriebe het praktische gedeelte van een duale beroepsopleiding verzorgt. Deze samenwerking is wettelijk sterk gereglementeerd. Op het niveau van het vervolgonderwijs zijn er tal van aanbieders, zowel publieke (zoals de beroepsopleidende scholen of de Kammern) als ook particuliere onderwijsinstellingen. Daartussenin zit een groot aantal aanbieders van vervolgonderwijs, die verbonden zijn aan organisaties van de sociale partners of de kerken. De duale studie (Duales Studium)Een belangrijke vorm van publiek-privaat onderwijs (maar dan meer in de sfeer van het hoger onderwijs) die in de afgelopen jaren een enorme groei gezien heeft is de eerder al genoemde duale studie, een studie op hbo-niveau (dus niet te verwarren met de duale opleiding op middelbaar niveau!) waarbinnen de student tegelijkertijd een duale beroepsopleiding volgt of in ieder geval tijdens de studie op een hogeschool (Fachhochschule, ISCED 5A) of een Berufsakademie 22 (ISCED 5B) regelmatig geïntegreerde praktijkfasen doorloopt. In juni 2008 stonden ca. 44.000 studenten, die een soort werk-studie-contract met hun werkgevers hebben afgesloten, in 687 opleidingen aan 260 hogescholen voor zo’n studie ingeschreven. 23 Vergeleken met het totaal aantal studenten in het hoger onderwijs zijn dit maar 2,2 procent, maar de verwachting is dat deze percentage – gezien de buitengewoon vruchtbare samenwerking tussen bedrijven en hogescholen – de komende jaren sterk zal groeien. De vraag is echter welk effect dit zal hebben op de arbeidsmarktkansen van jongeren met een afgesloten middelbare beroepsopleiding.
22
Een Berufsakademie (er zijn ook nog Wirtschafts- en Verwaltungsakademien) zit tussen een school voor beroepsopleidingen en een hogeschool in, wordt tot het tertiaire onderwijsniveau gerekend maar is geen hogeschool en heeft ook niet de status daarvan. De studie op een Berufsakademie is wettelijk (op deelstaatniveau) geregeld, sterk praktijkgericht en sluit af met een ‘Bachelor’. Omdat Berufsakademie geen wettelijk beschermd begrip is, bestaan naast de ‘officiële‘ Berufsakademien, die dus een door de overheid erkend diploma mogen uitreiken, ook een groot aantal ‘particuliere’ Berufsakademien. 23 Busse 2008a, p. 1. Landenstudie secundair beroepsonderwijs Duitsland, versie 0.1
ecbo
16
8
Belangrijkste conclusies en leerpunten Volgens een internationaal vergelijkende studie van de OECD haalden in 2005 rond 60 procent van de Duitse jongeren een diploma op mbo-niveau (beroepsopleidend of beroepsbegeleidend). Daarmee bevindt Duitsland zich in het bovenste kwart van de onderzochte OECD-landen, vlak na Nederland en boven het EU-19-gemiddelde. 24 Het Duitse systeem van beroepsonderwijs slaagt er dus in om ca. twee derde van een leeftijdscohort van een diploma middelbaar beroepsonderwijs te voorzien. De duale leerweg is in Duitsland, anders dan in Nederland, verreweg de belangrijkste en biedt de beste arbeidsmarktperspectieven. Daar zijn een aantal voordelen aan verbonden, zoals bijvoorbeeld de hoge praktijk- en competentiegerichtheid van de duale opleiding: de leerling leert in de beroepspraktijk aan de hand van echte werkopdrachten. Een groot voordeel is ook de betrokkenheid van de sociale partners bij de ontwikkeling en vormgeving van de opleiding. Dat zorgt ervoor dat de opleiding vergaand op de behoeftes van zowel het bedrijfsleven als ook de werknemers inspeelt. Maar er zijn ook nadelen, zoals de onevenwichtigheid tussen de vraag en het (erg conjunctuurgevoelige) aanbod aan leerplaatsen in het duale systeem: veel jongeren lukt het niet om een opleidingsplaats in een bedrijf te vinden. Want voor een duale opleiding heb je altijd een bedrijf nodig dat bereid en in staat is om op te leiden. Dit is vooral een probleem in Oost-duitsland, de voormalige DDR, waar het aantal bedrijven niet voldoende is om een aanbod op een net zo brede schaal als in West-duitsland te garanderen. De hervormde wet op het beroepsonderwijs De afgelopen jaren was het duale systeem nogal aan kritiek onderhevig. Veel critici vonden ook dat het systeem te star was om nog aan de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt te kunnen beantwoorden en eisten meer flexibiliteit. Een belangrijke stap hiertoe werd in 2005 met de hervorming van de wet op het beroepsonderwijs gedaan. De onderwijsinstellingen kregen door de nieuwe wet meer bewegingsvrijheid en daardoor een grotere autonomie. 25 Hierdoor wordt het mogelijk om jongeren voltijd binnenschoolse opleidingen aan te bieden die volgens de eisen van het duale systeem zijn ingericht. Er ontstaat daardoor een alternatief aanbod voor jongeren. Dat aanbod zal in de toekomst op zo’n manier vorm dienen te krijgen dat de leerlingen aan het eind van hun opleiding de mogelijkheid hebben zich in te schrijven voor een examen bij één van de kamers (de eerder al genoemde Externenprüfung), waarna zij, na het verwerven van het diploma, met meer kansen op een baan de arbeidsmarkt kunnen betreden. Een meer algemeen probleem van het Duitse onderwijssysteem zijn de slechte in- en doorstroommogelijkheden: het feit dat de drie algemeen vormende schooltypen nog steeds in hoge mate over het type beroepsonderwijs bepalen dat een schoolverlater gaat volgen, en de ontoereikende aansluiting tussen de systemen van het middelbaar en het hoger beroepsonderwijs. Vooral wat het laatste betreft hoopt men met de invoering van het ECVET-systeem in 2012 hier iets aan te kunnen veranderen. Daarom wordt er in Duitsland momenteel heel intensief aan de ontwikkeling van een systeem gewerkt dat niet alleen op 24
Autorengruppe Bildungsberichterstattung 2008, p. 114. Een van de resultaten is de zog. selbständige Schule (zelfstandige school) die zich sinds een paar jaar in NRW in de experimenteerfase bevindt.
25
Landenstudie secundair beroepsonderwijs Duitsland, versie 0.1
ecbo
17
Europees maar vooral ook op landelijk niveau een zo groot mogelijke transparantie biedt en zich zonder meer in de EQF, ofwel de NQF, laat integreren.
Leerpunten Als er iets te leren valt van het beroepsonderwijs in Duitsland dan is het de grote betrokkenheid van de sociale partners bij de ontwikkeling en de uitvoering van de (duale) beroepsopleidingen. Zij zorgt ervoor dat de opleidingen: a. sectorbreed toegesneden zijn en tegelijkertijd, door een soort ‘vrije ruimte’ bij het bedrijfsinterne gedeelte van de opleidingen, aan regionale of bedrijfsspecifieke behoeftes kunnen beantwoorden, b. flexibel op technologische en maatschappelijke ontwikkelingen en ontwikkelingen op de arbeidsmarkt kunnen inspelen en c. goede arbeidsmarktperspectieven na beëindiging van een duale opleiding bieden. Het grote nadeel van het duale systeem, de afhankelijkheid van conjuncturele ontwikkelingen op het aanbod aan duale leerplaatsen, zou in beginsel gecompenseerd kunnen worden door het overheidsgestuurde deelsysteem van schools beroepsonderwijs, vergelijkbaar met de bol-leerweg in Nederland. Het gehele systeem van middelbaar beroepsonderwijs in Duitsland zou dus idealiter kunnen werken als een systeem van communicerende vaten: in perioden van een slechte economische conjunctuur, als het aanbod aan duale opleidingsplaatsen in leerbedrijven terugloopt, zou het tekort door een verhoogd aanbod aan opleidingsplaatsen in het voltijddagonderwijs opgevangen kunnen worden, en omgekeerd. In de praktijk werkt dit systeem echter slecht wat vooral met twee dingen te maken heeft: a. met het in vergelijking met de duale opleiding slechte imago van het Duitse voltijddagonderwijs bij jongeren en hun ouders en b. dat de twee deelsystemen verhoudingsgewijs sterk tegen elkaar afgesloten zijn en door verschillende actoren en groepen van actoren gestuurd worden (in het duale systeem zijn dit vooral de sociale partners, de kamers van koophandel en de – centrale – overheid, bij het voltijddagonderwijs zijn het de deelstaten, vertegenwoordigd door de Kultusministerkonferenz). Dit leidt ertoe dat jongeren met een diploma van het voltijddagonderwijs, als ze na beëindiging van hun opleiding al een baan vinden, veelal van hun nieuwe baas eerst nog eens (een deel van) de corresponderende duale opleiding moeten volgen waarvoor ze dus in feite al een (bol-) diploma hebben. Ten gevolge van een ontbrekende centrale sturing van het onderwijsstelsel in Duitsland zijn de afzonderlijke deelsystemen relatief sterk tegen elkaar afgesloten, wat de – zowel horizontale als verticale – doorstroom bemoeilijkt. Dit heeft er in het verleden toe geleid dat de deelsystemen steeds vaker tegenover elkaar in plaats van (gezamenlijk) naast elkaar komen te staan (kijk bijv. naar de verhouding en het civiel effect van Duitse bbl- en bolopleidingen of naar de heftige discussies rond de EQF-inschaling van de Meister, vergelijkbaar met een niveau 4/5 [vervolg-] opleiding in Nederland). Dramatisch zijn de gevolgen van de slechte doorstroommogelijkheden vooral voor de leerlingen van de Hauptschule (zeg maar, het vmbo): de meesten van hen krijgen noch een kans, naar de Realschule of het Gymnasium door te stromen, noch hebben zij vaak de gelegenheid om een opleidingsplaats in het duale of schoolse beroepsonderwijs te bemachtigen. In veel gevallen belanden Hauptschüler in het overgangssysteem, d.w.z. in een opleidingsvoorbereidend scholingstraject.
Landenstudie secundair beroepsonderwijs Duitsland, versie 0.1
ecbo
18
Literatuur Bertelsmann, W. (2008). Autorengruppe Bildungsberichterstattung: Bildung in Deutschland
2008. Bielefeld: W. Bertelsmann, 2008. [BMBF] Bundesministerium für Bildung und Forschung: Berufsbildungsbericht 2008. Vorversion. Zonder oord en jaar [2008]. Gerd Busse: ‚Überblick: Duale Studiengänge’. Dortmund, sept. 2008a (www.boeckler.de/pdf/mbf_netzwerke_fallstudie_duale_busse_2008.pdf). Gerd Busse: ‘ECVET – European Credit System for Vocational Training Ein Überblick über aktuelle Projekte zur Entwicklung und Umsetzung eines europäischen Leistungspunktesystems in der Berufsbildung in Deutschland’. Dortmund, dec. 2008b (http://boeckler.de/forum/files/ecvet-_bersicht_forum_159.pdf). Gerd Busse, Saskia Berkhof en Kees Meijer: Beroepsonderwijs in Duitsland. Nijmegen: Kenniscentrum Beroepsonderwijs Arbeidsmarkt, 2006. European Commission (red.): Organisation des Bildungssystems in der Bundesrepublik
Deutschland 2006/07 (http://eacea.ec.europa.eu/ressources/eurydice/eurybase/pdf/section/DE_DE_C5.pdf). Ute Hippach-Schneider, Martina Krause en Christian Woll: Vocational education and training in Germany. Short description. Cedefop Panorama series; 138. Luxembourg: Office for Official Publications of the European Communities, 2007. Ute Hippach-Schneider en Christian Woll: Thematic Overview Germany: The German vocational education (VET) system. Bonn: BIBB, sept. 2008 (6. druk). [Ute Hippach-Schneider, Christian Woll en Georg Hanf]: Germany. National ReferNet report on progress in the policy priority areas for Vocational Education and Training. Bonn: BIBB, mei 2008. OECD: Education at a Glance 2008. OECD indicators. Paris: OECD Publications, 2008. Hans Schuit, Rita Kennis en Ben Hövels: Invoering van competentiegerichte kwalificatiedossiers in het middelbaar beroepsonderwijs. Deelonderzoek B: Een studie naar de Nederlandse kwalificatiestructuur in internationaal perspectief. Competentiegerichte kwalificatiedossiers gewogen. Met medewerking van Gerd Busse. Nijmegen: Kenniscentrum Beroepsonderwijs Arbeidsmarkt, januari 2009. Unesco: Operational manual for ISCED-1997. New York: Unesco 1999.
Landenstudie secundair beroepsonderwijs Duitsland, versie 0.1
ecbo
19
Bijlage: De opbouw van het onderwijsstelsel in de Bondsrepubliek Duitsland (ISCED-classificaties)
Bron: Eurydice (European Commission 2006/07)
Landenstudie secundair beroepsonderwijs Duitsland, versie 0.1
ecbo
20
Kindergärten Kindergärten besuchen Kinder vom 3. Lebensjahr bis zum Schuleintritt ganztags oder für einen Teil des Tages. Der Besuch ist freiwillig. Die Aufgabe der Kindergärten umfasst die Betreuung, Bildung und Erziehung des Kindes. Es soll die Entwicklung des Kindes zu einer eigenverantwortlichen und gemeinschaftsfähigen Persönlichkeit gefördert werden. In einigen Ländern existieren auch andere Einrichtungen des Übergangs in die Grundschule wie Vorklassen und Schulkindergärten.
ums (= allgemeine Hochschulreife) gilt als Befähigungsnachweis zum Studium an allen Hochschulen.
Grundschulen Die Grundschulen umfassen die ersten vier Schuljahre, in Berlin und Brandenburg existiert die sechsjährige Grundschule. Grundschulen werden von allen Kindern besucht und bereiten durch die Vermittlung von Grundkenntnissen auf den Besuch weiterführender Schulen vor. Der Unterricht umfasst in der Regel die Fächer Deutsch, Mathematik, Sachunterricht, Kunst, Musik und Sport. Angebote zum Fremdsprachenunterricht werden in allen Ländern erweitert.
Fachgymnasien Berufsbezogene Gymnasien, die auf einem Realschulabschluss oder einem gleichwertigen Abschluss aufbauen. Sie vermitteln nach 3 Jahren (Klassenstufen 11 bis 13) den Befähigungsnachweis für das Studium an allen Hochschulen (= allgemeine Hochschulreife).
Orientierungsstufe Die Orientierungsstufe ist die Zusammenfassung der Klassenstufen 5 und 6, die entweder den weiterführenden Schulen zugeordnet (schulartabhängige Orientierungsstufe) oder von ihnen getrennt (schulartunabhängige Orientierungsstufe) sind. Sie dient der Förderung und Orientierung der Schüler auf die weitere Schullaufbahn. Hauptschulen Die Hauptschulen sind Pflichtschulen für alle Schüler, die nach dem Besuch der Grundschulen nicht auf eine andere weiterführende Schule gehen. Sie endet mit der 9., in einigen Ländern mit der 10. Klassenstufe. In der Mehrheit der Länder wird ein freiwilliges 10. Hauptschuljahr angeboten. Rund 30% der Hauptschüler besuchen das 10. Schuljahr. Die Hauptschule vermittelt eine allgemeine Bildung als Grundlage für eine praktische Berufsausbildung. Realschulen Weiterführende Schulen mit den Klassenstufen 5 bzw. 7 bis 10. Das Abschlusszeugnis der Realschulen bietet im allgemeinen die Grundlage für gehobene Berufe aller Art und berechtigt zum Besuch der Fachoberschule, des Fachgymnasiums oder zum Übergag auf ein Gymnasium in Aufbauform. Die Realschule vermittelt eine erweiterte allgemeine Bildung. Gymnasien Weiterführende, allgemeinbildende Schulen, die im Regelfall 9 oder 8 (Klassenstufe 5 bis 13 bzw. 12) bzw. 7 (Klassenstufen 7 bis 13) Klassenstufen umfassen. Fast alle Länder bieten mittlerweile die Möglichkeit an oder planen sie, bereits nach 12 Jahren das Abitur abzulegen. Es gibt außerdem„Gymnasien in Aufbauform“, deren Besuch im allgemeinen den Realschulabschluss voraussetzt. Das Abschlusszeugnis des Gymnasi-
Gesamtschulen In dieser Schulform sind die verschiedenen weiterführenden Schularten in unterschiedlicher organisatorischer und inhaltlicher Form zusammengefasst. Es werden integrierte Gesamtschulen (gemeinsamer Unterricht aller Schüler) sowie additive und kooperative Gesamtschulen (verschiedene Schularten der Sekundarstufe I in einer gemeinsamen Schulanlage) unterschieden.
Sonderschulen An Sonderschulen wird durch spezielle pädagogische Konzepte und Förderungsmaßnahmen den besonderen Belangen von Kindern und Jugendlichen mit Behinderungen Rechnung getragen. Diese Schulen sind jeweils auf die unterschiedlichen Behinderungsarten ausgerichtet und erteilen Unterricht von der Primar- bis zur Sekundarstufe II (z. T. auch mit Internat). Ziel ist es, neben der Vermittlung von Bildungsinhalten auch lebenspraktische und sozial-integrative Hilfen zu geben. Entsprechende Einrichtungen bestehen auch im Bereich von Realschulen, Gymnasien und bei den beruflichen Schulen. Abendschulen und Kollegs Einrichtungen, an denen Erwachsene auf dem „Zweiten Bildungsweg“ den Hauptschulabschluss, den Realschulabschluss oder die allgemeine Hochschulreife erwerben können. Dazu gehören die Abendhauptschule, die Abendrealschule und das Abendgymnasium. Der Unterricht findet abends statt; die Teilnehmer sind in den ersten Jahren berufstätig. An Kollegs wird die allgemeine Hochschulreife erworben; sie sind Vollzeitschulen, deren Schüler nicht berufstätig sind. Berufsgrundbildungsjahr Den Teilnehmern wird durch Vollzeit- und Teilzeitunterricht eine allgemeine oder auf ein Berufsfeld bezogene berufliche Grundbildung vermittelt. Duale Berufsausbildung Das System heißt „dual“, weil die Ausbildung an zwei Lernorten durchgeführt wird: im Betrieb und in der Berufsschule. Es ist der Kernbereich der Berufsausbildung in Deutschland; mehr als 60% eines Altersjahrganges absolvieren eine Berufsausbildung in diesem System. Die Ausbildung in den einzelnen Berufen erfolgt auf der Grundlage von Ausbildungsordnungen (= Rechtsverordnungen des Bundes). Zurzeit gibt es rund 350 aufgrund von Ausbildungsordnungen anerkannte Ausbildungsberufe.
Bildung in Deutschland Grundstruktur des Bildungswesens der Bundesrepublik Deutschland Bildungsbereich
Lebensalter
Weiterbildung (allgemeine, berufliche und wissenschaftliche Weiterbildung) Teritärer Tertiärer Bereich Bereich
Universitäten Abend- Fachschulen schulen und Kollegs
Kunsthochschulen
Gesamthochschulen
Gesamthochschulen
21
20
Verwaltungsfachhochschulen Fachgymnasien Fachoberschulen
Realschulen
Jahrgangsstufe 11 bis 12/13
Berufsfachschulen
19
18 Sekundarbereich II
Gesamtschulen
Hauptschulen 1)2)
Fachhochschulen
Klassenstufe 5 bis 10
Berufsgrundbildungsjahr
Pädagogische Hochschulen
Gymnasien
Duales System (Betriebliche Ausbildung und Berufsschulen)
Berufsaufbauschulen
Zwischenzeitliche Berufstätigkeit
22
Theologischen Hochschulen
Schulen des Gesundheitswesens
Betriebliche Weiterbildung
23
17
16
15 Sekundarbereich I
14
13
Sonderschulen 3)
12 Orientierungsstufe (schulformabhängig oder schulformunabhängig)
11
10 Grundschulen
Primarbereich
Kindergärten
Elementarbereich
. . . 6 . . 3
1)
Rund 30 Prozent der Hauptschüler/-innen besuchen über das 9. Schuljahr hinaus auch ein 10. Schuljahr an der Hauptschule.
2)
Die Mittelschule in Sachsen, die Sekundarschule in Sachsen-Anhalt und die Regelschule in Thüringen vermitteln den Haupt- und Realschulabschluss.
3)
Entsprechende Einrichtungen bestehen auch im Bereich von Realschulen und Gymnasien sowie bei den beruflichen Schulen.
• •
Schematisierte Darstellung der typischen Struktur des Bildungssystems der Bundesrepublik Deutschland. In den einzelnen Bundesländern bestehen Abweichungen. Die Zurechnung des Lebensalters zu den Bildungseinrichtungen gilt für den jeweils frühestmöglichen typischen Eintritt und bei ununterbrochenem Gang durch das Bildungssystem. Die Größe der Rechtecke ist nicht proportional zu den Besuchszahlen.
•
Fachoberschulen Sie bauen auf dem Realschulabschuss oder einem als gleichwertig anerkannten Abschluss auf. Der Schulbesuch dauert bei Vollzeitunterricht mindestens 1 Jahr, bei Teilzeitunterricht bis zu 3 Jahren. Das Abschlusszeugnis gilt als Zugangsberechtigung zum Studium an Fachhochschulen. Berufsfachschulen Berufsfachschulen sind Vollzeitschulen, die mindestens für die Dauer eines Jahres besucht werden. Sie können in der Regel freiwillig nach Erfüllung der Vollzeitschulpflicht zur Berufsvorbereitung oder zur vollen Berufsausbildung ohne vorherige praktische Berufsausbildung besucht werden. Sie schließen mit einer Abschlussprüfung ab; der Abschluss nach zweijährigem Schulbesuch entspricht der dem Realschulabschluss gleichgestellten Fachschulreife. Absolventen können einen Abschluss in einem anerkannten dualen Ausbildungsberuf erreichen. Berufsaufbauschulen Berufsaufbauschulen werden von Jugendlichen besucht, die eine Berufsausbildung absolvieren oder eine Berufstätigkeit ausüben. Sie können nach mindestens einem halbjährigen Besuch einer Berufsschule neben dieser oder nach erfüllter Berufsschulpflicht besucht werden. Sie sind meist nach Fachrichtungen gegliedert. Die Unterrichtsdauer beträgt bei Vollzeitschulen 1 bis 1 1/2, bei Teilzeitschulen 3 bis 3 1/2 Jahre. Der erfolgreiche Abschluss vermittelt die dem Realschulabschluss vergleichbare Fachschulreife. Schulen des Gesundheitswesens An ihnen erfolgt die Ausbildung für nichtakademische Berufe des Gesundheitswesens wie z. B. Kranken- und Kinderkrankenpfleger/in, Hebammen/Entbindungshelfer, Masseur/in, Beschäftigungstherapeuten/-therapeutin. Viele dieser Schulen sind organisatorisch und räumlich mit Krankenhäusern verbunden, an denen sowohl die theoretische als auch die praktische Ausbildung stattfinden.
Kunst-, Musik-, Theologische und Pädagogische Hochschulen An Kunst- und Musikhochschulen werden Studierende in den bildenden, gestalterischen und darstellenden Künsten bzw. in musikalischen Fächern ausgebildet. An Theologischen Hochschulen werden Theologen ausgebildet. An den Pädagogischen Hochschulen (zur Zeit nur noch in Baden-Württemberg, Sachsen-Anhalt, Schleswig-Holstein und Thüringen) werden Grund-, Haupt- und Realschullehrer, teilweise auch Lehrer für Sonderschulen, ausgebildet. In den übrigen Ländern findet die Ausbildung von Lehrern an Universitäten, Technischen Universitäten/Hochschulen, Gesamthochschulen bzw. Kunst- und Musikhochschulen statt. Gesamthochschulen Gesamthochschulen (nur in Hessen und Nordrhein-Westfalen) verbinden die Aufgaben in Forschung, Lehre und Studium, die sonst von Universitäten, Pädagogischen Hochschulen, Fachhochschulen und zum Teil auch von Kunst- und Musikhochschulen wahrgenommen werden. Kennzeichnend für sie sind integrierte Studiengänge. Die Gesamthochschulen führen die Bezeichnung „Universität-Gesamthochschulen“. Fachhochschulen und Verwaltungsfachhochschulen Fachhochschulen und Verwaltungsfachhochschulen haben die Aufgabe, durch eine stark anwendungsbezogene Ausbildung auf berufliche Tätigkeiten vorzubereiten, die die Anwendung wissenschaftlicher Kenntnisse und Methoden oder die Fähigkeit zur künstlerischen Gestaltung erfordern. Sie bieten Studiengänge vor allem im Ingenieurwesen und in den Bereichen Wirtschaft, Sozialwesen, Landwirtschaft und Gestaltung an. An den Fachhochschulen für öffentliche Verwaltung des Bundes und der Länder werden Beamte für die Laufbahn des gehobenen Dienstes in der öffentlichen Verwaltung ausgebildet.
Fachschulen Fachschulen werden freiwillig nach einer bereits abgeschlossenen Berufsausbildung und praktischen Berufserfahrungen, teilweise auch nach langjähriger praktischer Berufserfahrung oder aufgrund des Nachweises einer fachspezifischen Begabung besucht. Sie vermitteln eine weitergehende fachliche Ausbildung im Beruf (z. B. Meisterschulen, Technikerschulen). Der Schulbesuch dauert bei Vollzeitunterricht zwischen einem halben Jahr und drei Jahren, bei Teilzeitunterricht in der Regel 6 bis 8 Halbjahre.
Weiterbildung Weiterbildung ist die Fortsetzung oder Wiederaufnahme jeder Art des Lernens (auch des informellen) nach Abschluss einer unterschiedlich ausgedehnten Bildungsphase in Kindheit und Jugend. Unterschieden werden die beiden Hauptbereiche allgemeine und berufliche Weiterbildung. Die Bereiche der politischen und kulturellen Weiterbildung sind schwerpunktmäßig der allgemeinen Weiterbildung zugeordnet. Für beide Weiterbildungsbereiche gibt es Angebote der Hochschulen und freien Träger zur wissenschaftlichen Weiterbildung sowie Fernunterrichtsangebote. Geprägt wird der Weiterbildungsbereich durch die Freiwilligkeit der Teilnahme, Vielfalt der Angebote und Pluralität der Träger sowie die subsidiäre Rolle des Staates.
Universitäten (Technische Universitäten, Technische Hochschulen) Sie sind die traditionellen Hochschultypen in Deutschland. An ihnen wird das breite Spektrum der Studienfächer angeboten. Sie verbinden die Aufgaben Lehre und Forschung. Sie haben das Promotionsrecht.
Herausgegeben vom: Bundesministerium für Bildung und Forschung (BMBF) Referat Publikationen; Internetredaktion 11055 Berlin Gestaltung: Heimbüchel PR, Köln/Berlin Bonn, Berlin 2004
Kindergartens Between the age of three and enrolment in primary school, children attend kindergartens. They spend all day or part of the day at the kindergarten. Attendance is voluntary. Kindergartens are to provide care for children, educate them and foster their development into responsible individuals with good communication skills. In some Länder there are also other institutions such as pre-school classes or school kindergartens which prepare children for transition to primary school. Primary schools/Grundschulen Primary schools cover the first four years of schooling, in Berlin and Brandenburg they cover six years. They are attended by all children and provide basic education, preparing children for secondary schooling. The subjects taught include German, mathematics, art and craft, music, physical education and the basics of biology, physics, chemistry, social studies, history and geography. More foreign language instruction is offered in all Länder. Orientation stage/Orientierungsstufe This covers classes 5 and 6 which either form part of the various secondary schools or are separated from them. The aim is to promote pupils and to enable parents to decide what type of secondary education they wish to choose for their child. Secondary general schools/Hauptschulen Attendance at secondary general school is compulsory for all pupils who, having finished primary school, decide not to attend any of the other types of secondary school. Secondary general school covers classes 5 to 9 and in some Länder includes class 10. In most Länder, voluntary participation in class 10 at secondary general school is possible. Approx. 30% of secondary general school pupils stay on for a tenth year. Secondary general schools provide general education as a basis for practical vocational training. Intermediate schools/Realschulen Intermediate schools are secondary schools covering classes 5 to 10 or 7 to 10. The final certificate awarded by these schools in general provides the basis for training in all types of mediumlevel occupations. It qualifies holders for attendance at Fachoberschulen (see below), specialized grammar schools or grammar schools with classes 11 to 13 only (Gymnasien in Aufbauform). Intermediate schools provide extended general education. Grammar schools/Gymnasien Grammar schools are secondary schools which, as a rule, cover 9 or 8 years (classes 5 to 13 or 12) or 7 years (classes 7 to 13). Schools in Saxony and Thuringia consist of only 12 classes. Nearly all Länder meanwhile offer or plan to offer the possibility of acquiring the final certificate (Abitur) after 12 years of schooling. There are also grammar schools with classes 11 to 13 only, which as a rule are open to pupils with a final certificate from intermediate school. The final certificate awarded by grammar schools (Abitur) qualifies its holder for studies at all institutions of higher education.
Comprehensive schools/Gesamtschulen Comprehensive schools combine the different types of secondary school in various organizational and curricular forms. There are integrated comprehensive schools (joint classes for all pupils) as well as additive and cooperative comprehensive schools (the various types of school of secondary level stage I exist side by side on the same premises). Specialized grammar schools/Fachgymnasien Specialized grammar schools are oriented towards occupations. They accept pupils who have earned an intermediate school certificate or equivalent. The final certificate awarded after three years (classes 11 to 13) qualifies its holder for studies at all institutions of higher education (Abitur). Special schools/Sonderschulen Special schools apply special teaching concepts which meet the special needs of children and adolescents with handicaps. There are different schools for the different kinds of handicap. Special schools provide not only teaching at the primary and secondary levels, both stage I and stage II, (sometimes organized as boarding schools), but also practical advice for everyday life and support for social integration. Corresponding institutions are also available at the level of intermediate schools, grammar schools and vocational schools. Evening classes and full-time adult education colleges/ Abendschulen und Kollegs These are institutions offering second-chance programmes for adults enabling them to acquire the secondary general school certificate, the intermediate school certificate or the Abitur higher education entrance qualification. There are evening classes at secondary general school level, at intermediate school level and at grammar school level. Participants are working during the first few years. The full-time adult education college (Kolleg) gives an opportunity to acquire the Abitur certificate; it offers full-time schooling; participants are not working. Basic vocational training year/Berufsgrundbildungsjahr Full-time or part-time classes provide basic general knowledge or basic vocational knowledge relating to a certain occupational field. Dual vocational training/Duale Berufsausbildung The system is called dual because education and training are provided at two places of learning: In companies and in parttime vocational schools. This is the main type of vocational training in Germany; more than 60% of an age-group are involved in dual vocational training. Training in individual occupations is governed by training directives (taking the form of Federal Government ordinances). At present there are about 350 recognized occupations for which the Federal Government has issued training directives. Fachoberschulen An intermediate school certificate or a recognized equivalent is required for entry to this type of school. Full-time attendance
Education in Germany Basic structure of the Education System of the Ferderal Republic of Germany Education range
Continuing Education (Continuing General and Vocational Education Courses Provided by a Broad Range of Institutions) (Allgemeine, berufliche und wissenschaftliche Weiterbildung)) Evening Trade Classes and and Full- Technical time Adult Schools Education (FachColleges schulen) (Abendschulen und Kollegs)
(Universitäten)
Colleges of Theology Colleges of Education
(Realschulen)
(Hauptschulen)
20
Comprehensive Universities (Gesamthochschulen)
19
18 Comprehensive Schools (Gesamtschulen)
Intermediate Schools
(Kunsthochschulen)
Classes 11 to 12/13
Fachoberschulen
Colleges of Art and Music
Classes 5 to 10
Secondary General Schools
(Schulen des Gesundheitswesen)
(Berufsgrundbildungsjahr)
Colleges of Public Administration (Verwaltungsfachhochschulen) Full-time Vocational schools (Berufsfachschulen)
Basic Vocational Training Year
Vocational Extension Schools (Berufsaufbauschulen) Schools for Nurses, Midwives, ect.
Occupational Work
22
21
(Pädagogische Hochschulen)
Grammar Schools (Gymnasien)
Fachhochschulen
(Gesamthochschulen)
(In-company Training and Part-time Vocational Schooling)
Higher Education
(Theologische Hochschulen)
Comprehensive Universities
Dual System
23 Continuing Education
Universities
Specialized Grammar Schools (Fachgymnasien)
In-company continuing education (Betriebliche Weiterbildung)
Age
Secondary Education Stage II
17
16
15 Secondary Education Stage I
14
Special Schools (Sonderschulen)
13
12 Orientation Stage (Orientierungsstufe – schulformabhängig oder schulformunabhängig)
11
10 Primary Schools (Grundschulen)
Kindergartens (Kindergärten)
Primary Education
Pre-School Education
. . . 6 . . 3
• •
Diagrammatic representation of the typical structure of the education system of the Federal Republic of Germany. In individual Länder there are variations from the above pattern. The age given for attendance at the various educational institutions refers to the earliest possible typical entry.
is for at least one year and part-time attendance for up to three years. The certificate awarded on successful completion qualifies its holder for studies at Fachhochschulen. Full-time vocational schools/Berufsfachschulen Full-time vocational schools offer courses of at least one year’s duration. In general, attendance is voluntary. These schools can be entered after completion of compulsory full-time schooling. They prepare for an occupation or provide full vocational training for those who have previously not participated in practical vocational training. Participants who have passed their final examination are awarded a certificate; the certificate awarded to those who have completed a two-year course is equivalent to the intermediate school certificate and qualifies its holder for entrance to trade and technical school. Those who complete full-time vocational school can acquire the qualifications for a recognized occupation. Vocational extension schools/Berufsaufbauschulen Vocational extension schools are attended by young people who are undergoing vocational training or who are employed. They can be attended after completion of compulsory part-time vocational schooling or in addition to such schooling after at least 6 months’ attendance at part-time vocational school. Most vocational extension schools specialize in certain subjects. The duration of full-time courses is 12 to18 months and that of part-time courses 3 to 3 1/2 years. On successful completion, participants are awarded certificates which are equivalent to intermediate school certificates and qualify them for entrance to trade and technical school. Schools for nurses, midwives, etc./Schulen des Gesundheitswesens These schools provide training for non-academic health-care occupations, for example for nurses and children’s nurses, midwives (male and female), masseurs, occupational therapists and physiotherapists. Many of these schools are integrated with hospitals on whose premises they are located and where theoretical instruction and practical training take place.
Colleges of art and music, colleges of theology and colleges of education/Kunst-, Musik-, Theologische und Pädagogische Hochschulen Colleges of art and music (Kunst- und Musikhochschulen) offer study courses in the fine arts. Colleges of theology (Theologische Hochschulen) provide training for theologians. Colleges of education (Pädagogische Hochschulen) (which have survived only in Baden-Württemberg, Saxony-Anhalt, Schleswig-Holstein and Thuringia) provide training for teachers at the primary, secondary general and intermediate school levels and sometimes also for special school teachers. In the other Länder, teachers are trained at universities, technical universities, comprehensive universities and colleges of art and music. Comprehensive universities/Gesamthochschulen Comprehensive universities (existing only in Hesse and North Rhine-Westphalia) combine research and teaching functions of the universities, the colleges of education, the Fachhochschulen and to some extent also of the colleges of art and music. What is typical of them is the integrated study courses they offer. Their official name is university-comprehensive university. Fachhochschulen and colleges of public administration/ Verwaltungsfachhochschulen Fachhochschulen and colleges of public administration are to provide highly practice-related training for occupations which require the application of scientific knowledge and methods or creative ability in the artistic field. They offer study courses above all for engineers and in the fields of economics, social studies, agriculture and design. The colleges of public administration (Fachhochschulen für Öffentliche Verwaltung) run by the Federal Government and the Länder governments provide training for those wishing to carve out an executive career in the civil service.
Trade and technical schools/Fachschulen Trade and technical schools are attended voluntarily after vocational training has been completed and practical work experience gained, in some cases even after many years of practical work, or on proof of special ability. These schools provide advanced vocational training (leading for example to masters’ or technicians’ qualifications). Full-time attendance is for between 6 months and 3 years and part-time attendance normally for 6 to 8 half-year periods.
Continuing education Continuing education means continuing or resuming any form of learning (including informal learning) after completion of an educational phase, which may vary in duration, during childhood and adolescence. Continuing education includes two main areas, namely general and vocational continuing education. Most political and cultural courses are considered to be part of general continuing education. Higher education institutions and voluntary providers offer courses for further scientific training and distant education courses for both these areas. Continuing education is characterized by voluntary participation, a great variety of courses, a plurality of providers and the sub-sidiary role of government.
Universities (including technical universities)/ Universitäten (Technische Universitäten) Universities are the traditional type of higher education institution in Germany. They provide courses for a broad range of study subjects. Universities combine teaching and research and have the right to award doctor’s degrees.
Published by: Federal Ministry of Education and Research Publications and Website Division 11055 Berlin Designed by: Heimbüchel PR, Köln/Berlin Bonn, Berlin 2004
Berufsbild Mechatroniker (in) Aufgaben und Tätigkeiten (Kurzform) Aus mechanischen, elektrischen und elektronischen Bestandteilen bauen sie komplexe mechatronische Systeme. Mechatroniker/innen stellen die einzelnen Komponenten her und montieren sie zu Systemen und Anlagen. Die fertigen Anlagen nehmen sie in Betrieb, programmieren sie, installieren zugehörige Software. Die Fachkräfte richten sich nach Schaltplänen und Konstruktionszeichnungen und prüfen die Anlagen sorgfältig, bevor sie diese an ihre Kunden übergeben. Außerdem halten sie mechatronische Systeme instand und reparieren sie oder rüsten sie um.
Aufgaben und Tätigkeiten (Beschreibung) Worum geht es? Mechatroniker/innen bauen mechanische, elektrische und elektronische Komponenten, montieren sie zu komplexen Systemen, installieren Steuerungssoftware und halten die Systeme instand.
Metallbau, Elektrotechnik und EDV Maschinen und Anlagen enthalten mechanische sowie elektronische, oft auch computergesteuerte Bauteile, die harmonisch zusammenspielen. Mechatronische Systeme bestehen aus einem mechanischen Grundsystem, das elektronisch und mittels Software gesteuert und geregelt wird. In diesen Systemen werden zunehmend Funktionen von der Mechanik in die Elektronik und Informationsverarbeitung verlagert, auch nanotechnologische Anwendungen werden mittlerweile eingesetzt. Der Autopilot im Flugzeug, die Werkzeugmaschine oder Verpackungsanlage in der Fabrik und die programmierbare Waschmaschine basieren heutzutage auf einer solchen Verzahnung der Technik. Mechatroniker/innen sind Fachkräfte für diese komplexen Systeme. Allerdings ziehen sie bei sehr
1
komplizierten Aufgaben oder Schäden teilweise Spezialisten aus den einzelnen Fachgebieten Mechanik, Elektronik oder EDV hinzu.
Anlagen bauen und montieren Bevor Mechatroniker/innen beispielsweise eine automatisierte Produktionsanlage oder Fertigungsstraße montieren, müssen sie genau analysieren, was das fertige System leisten soll und wie die Teile zusammenspielen. Dazu lesen sie z.T. in englischer Sprache abgefasste Schaltpläne, Konstruktionszeichnungen und Bedienungsanleitungen. Dann bauen sie die mechanischen, elektrischen und elektronischen Komponenten in der Werkstatt oder vor Ort beim Kunden zu mechatronischen Systemen zusammen. Sie verbinden elektronische Bauelemente oder Baugruppen mit mechanischen Bauteilen, mit Ventilen, Pumpen und Schlauchleitungen. Außerdem bauen sie Antriebe und deren Steuerung in die Anlagen ein, die sie dann mit Blechen oder Kunststoffteilen verkleiden. Hierfür bearbeiten sie beispielsweise Metalle von Hand oder maschinell und verdrahten Leitungen. Häufig kommen Mechatroniker/innen mit Hydraulikflüssigkeiten, Ölen und Fetten, Lacken und Klebern in Berührung. Die Sicherheitsbestimmungen beachten sie sorgfältig. Wenn sie mit dem Schweißgerät arbeiten, tragen sie beispielsweise Schutzbrillen.
Anlagen programmieren und in Betrieb nehmen Mechatroniker und Mechatronikerinnen nehmen die fertigen Systeme in Betrieb, installieren und testen sie. Sie prüfen ihre Arbeit sorgfältig mit speziellen elektrotechnischen und mechanischen Diagnose- und Messgeräten, beispielsweise mit Druckprüfern oder Mikrometerschrauben, damit alle Teile genau wie in den Konstruktionsplänen vorgegeben zusammenpassen. So stellen sie das einwandfreie Funktionieren der fertigen Anlage sicher. Sie montieren und prüfen jedoch nicht nur die Hardware, sondern installieren auch die zugehörige Steuerungssoftware. Die Fachkräfte programmieren die Produktionsanlagen und stellen beispielsweise die Sollwerte einer Steuerungs- oder Überwachungseinrichtung ein. Sie installieren und konfigurieren Netzwerke und Bus-Systeme oder führen Versionswechsel bei
2
Software durch. Wenn die Anlage geprüft und alles in Ordnung ist, übergeben sie diese an ihre Kunden und unterweisen sie in der Bedienung.
Anlagen warten und reparieren Außerdem warten und reparieren Mechatroniker/innen bestehende Systeme. Tritt ein Fehler auf, stellen sie mit geeigneten Diagnoseverfahren fest, wo der Fehler liegt. Sie finden heraus, ob die Software oder die Hardware betroffen ist und ob es sich um ein mechanisches oder elektrisches Problem handelt. Anschließend reparieren sie die beschädigten Bauteile, setzen Ersatzteile ein oder tauschen Verschleißteile aus. Liegt ein Bedienungsfehler vor, erklären sie dem Kunden den richtigen Umgang mit der Anlage. Mechatroniker/innen rüsten darüber hinaus Anlagen um, erweitern diese oder tauschen technisch überholte Komponenten aus.
Aufgaben und Tätigkeiten im Einzelnen Mechatroniker/innen haben folgende Aufgaben: •
Arbeitsaufgaben planen und vorbereiten, technische Unterlagen lesen (z.B. Konstruktionszeichnungen, Fertigungs-, Montage-, Schalt-, Installations-, Funktions- und Instandhaltungspläne, Arbeitsfolgepläne, Justiervorschriften, Betriebs- und Bedienungsanleitungen)
•
Bauteile herstellen, mechatronische Systeme installieren bzw. umrüsten o
mechanische, pneumatische, hydraulische, elektrische, elektronische und informationstechnische Systeme und Komponenten zu funktionsgerechten Einheiten zusammenbauen, z.B. zu einzelnen oder verketteten Maschinen, automatisierten Produktionsanlagen, Fertigungsstraßen
o
Metalle bearbeiten und verbinden, z.B. manuell und maschinell spanen, trennen und umformen, schrauben, nieten, kleben, löten, schweißen (einfaches Schweißen ohne besondere Schweißprüfungen)
o
elektrotechnische/elektronische Bauteile verdrahten und verbinden, Kabel zurichten und verlegen 3
o
Antriebssysteme, Sensoren, Aktoren und Wandler einbauen
o
Schalt- und Bedieneinrichtungen, Verkleidungen und Schutzeinrichtungen montieren
o
mechatronische Mess-, Steuerungs-, Regelungs- und Überwachungseinrichtungen aufbauen und programmieren, Sollwerte einstellen
o
elektrische Kenndaten, z.B. Spannung, Strom, Widerstand, analoge und digitale Signale, messen
o •
Netzwerke und Bus-Systeme aufbauen und Schnittstellensignale prüfen
mechatronische Systeme in Betrieb nehmen o
Maschinenfunktionen einstellen und Betriebswerte erfassen
o
Systemparameter mit vorgegebenen Werten (Sollwerten) vergleichen
o
Einstellungen/Programme optimieren
o
installierte Systeme an den Kunden übergeben, Bedienpersonal einweisen
•
Anlagen warten, instand halten und reparieren o
Mess-, Prüf- und Diagnoseverfahren anwenden und Fehlfunktionen feststellen
o
Störungsursachen suchen, Fehler unter Beachtung der Schnittstellen mechanischer, hydraulischer, pneumatischer und elektrischer/elektronischer Baugruppen eingrenzen und beheben
o
Ersatzteile einbauen und Verschleißteile austauschen
o
Maschinen und Anlagensysteme umrüsten und erweitern, technisch überholte Baugruppen austauschen
4
Ausbildungsinhalte Im 1. Ausbildungsjahr lernen die Auszubildenden im Ausbildungsbetrieb beispielsweise: •
wie man technische Pläne liest und Protokolle anfertigt
•
Werkstücke zu vermessen und zu prüfen
•
Werkstücke manuell und maschinell zu bearbeiten
•
wie man elektrische Baugruppen und Komponenten installiert
•
den Aufbau und die Organisation des Ausbildungsbetriebes, Arbeits- und Tarifrecht, Umwelt- und Arbeitsschutz kennen
•
Arbeitsabläufe zu planen und zu kontrollieren
Während des 2. Ausbildungsjahres wird den Auszubildenden u.a. vermittelt: •
Installieren und Testen von Hard- und Softwarekomponenten
•
Programmierung mechatronischer Systeme
•
Baugruppen und Komponenten prüfen und vormontieren
•
wie man mechanische und elektrische Sicherheitsvorkehrungen überprüft
•
Werkzeuge, Prüf- und Messmittel betriebsbereit machen und überprüfen
Im 3. Ausbildungsjahr lernen die Auszubildenden: •
wie sie Produkte bei der Übergabe erläutern und in die Funktion einweisen
•
wie man Baugruppen und Komponenten zu Maschinen und Systemen zusammenbaut
•
Netzwerke und Bussysteme zu installieren und zu konfigurieren sowie Versionswechsel von Software durchzuführen
•
wie man mechatronische Systeme konfiguriert
•
mechatronische Systeme zu prüfen und einzustellen
•
wie sie Ursachen von Fehlern und Qualitätsmängeln feststellen
5
Außerdem wird den Auszubildenden z.B. vermittelt: •
welche gegenseitigen Rechte und Pflichten aus dem Ausbildungsvertrag entstehen
•
wie der Ausbildungsbetrieb organisiert ist und wie Beschaffung, Fertigung, Absatz und Verwaltung funktionieren
•
wie die Arbeitsschutz- und Unfallverhütungsvorschriften angewendet werden
•
welche Umweltschutzmaßnahmen zu beachten sind
In der Berufsschule sind folgende Lernfelder Gegenstand des Unterrichts: •
Analysieren von Funktionszusammenhängen in mechatronischen Systemen
•
Untersuchen der Energie- und Informationsflüsse in elektrischen, pneumatischen und hydraulischen Baugruppen
•
Design und Erstellen mechatronischer Systeme
•
Untersuchen des Informationsflusses in komplexen mechatronischen Systemen
•
Realisieren von einfachen mechatronischen Komponenten
•
Installieren elektrischer Betriebsmittel unter Beachtung sicherheitstechnischer Aspekte
•
Kommunizieren mit Hilfe von Datenverarbeitungssystemen
•
Planen und Organisieren von Arbeitsabläufen
•
Herstellen mechanischer Teilsysteme
•
Planen der Montage und Demontage
•
Inbetriebnahme, Fehlersuche und Instandsetzung
•
Vorbeugende Instandhaltung
•
Übergabe von mechatronischen Systemen an Kunden
Rechtsgrundlagen: Verordnung über die Berufsausbildung zum Mechatroniker/zur Mechatronikerin
Fundstelle: 1998 (BGBl. S. 408) Rahmenlehrplan für den Ausbildungsberuf Mechatroniker/Mechatronikerin
Fundstelle: KMK-Beschlusssammlung
6
Didaktische Jahresplanung Seite1 von 2
Differenzierungs -bereich
Bildungsgang: Mechatroniker, Unterstufe (leerjaar 1)
Ma: Trig. Funktionen, Potenzrechnung Phy: Kräfte, Zerlegung, Freischneiden, Resultierende
Berufsübergreifender Lernbereich
1. Halbjahr, Schuljahr: 2009/2010
D/K: Formalia, Protokolle GL/P: Ausbildung und Beruf Rel.: Ausgewählte Aspekte der christlichen Existenz in einer säkularisierten Welt z.B. Arbeit, Ausbildung, Beruf
D/K: Gegenstands- und Funktionsbeschreibung GL/P: Ausbildung und Beruf- Einfluss auf den sozialen Status und Umfeld. Rel.: Ausgewählte Aspekte der christlichen Existenz in einer säkularisierten Welt, z.B. Technologiefolgeabschätzung
D/K: Funktionsanalyse GL/P: Soziale Schichtung Rel.: Ausgewählte Aspekte der christlichen Existenz in einer säkularisierten Welt
WBO: Ökologische und ökonomische Aspekte der Berufsausbildung, Umweltschutz, Recycling
WBO: Berufsausbildung im dualen System
WBO: Arbeitsschutz
Ma: lineare und quadratische Funktionen Phy: Reibungskräfte, Zentrifugalkraft
Fächer
Fächer
Fächer
- Verdichterbauarten, Druckluftspeicher, Aufbereitungseinheit, Luftfeuchtigkeit, - Leitungsführung, - Gliederung von Systemen, Haupt-, Teil- und Grundfunktionen u.a.
Herbstferien
LF4: Planung der Druckluftversorgung für einen Klassenraum
Lernsituationen
Weihnachtsferien
Lernsituationen
Lernsituationen
Berufsbezogener Lernbereich
Ma: Gleichungssysteme Phy: Arbeit, Energie
LF2: Herstellung eines Stahlgelenks - Fertigungsverfahren Trennen, Keil-, Span-, Freiwinkel Schneidstoffe, Spanarten, Oberflächengüte
LF3: Instandsetzung und Änderung eines Messgerätes - Aufbau von Messgeräten - Messbereichserweiterungen für Strom- und Spannungsmessungen - Innenwiderstand von Messgeräten, analog-digital, Messmodule
LF3: Zusammenschaltung zweier Widerstände zur Erzielung unterschiedlicher Leistungen - Gesamtstrom gemischter Schaltungen, Bauteilleistungen, Übergangswiderstände, Sicherheitsvorschriften
34.
35.
36.
37.
38.
39.
LF4: Fallmagazin- Konzipierung einer Steuerung für den Auswurfzylinder.
40. 41. 42.
43.
44.
45.
46.
47.
48.
49.
50.
- Eigenschaften und Normung der Werkstoffe, manuelle u. maschinelle Fertigungsverfahren, Fügeverfahren, Umformung
LF2: Ermittlung des DrehfrequenzDiagramms für eine Fertigungsaufgabe an einer realen Drehmaschine. - Aufbau der Drehmaschine, Maschinenkenngrößen, Schnittgeschwindigkeit, Vorschub, Schnitttiefe.
LF4: Schaltplanentwurf und Erprobung einer hydraulischen Spann- und Vorschubeinrichtung für eine Bearbeitungsaufgabe
- Steuerungsarten, Grundschaltungen, Logiksymbole, Funktionsdiagramm, Katalogarbeit, Datenblätter, Materialkostenkalkulation, u.a.
KW
LF2: Fallmagazin- Auswahl geeigneter Werkstoffe und Fertigungsverfahren.
- Technologieschema, Zustandsdiagramm und Funktionsbeschreibung, Ablaufsteuerung mit Signalüberschneidungen, Lösungsmöglichkeiten, - Erprobung der Schaltung und Präsentation
51.
52.
1.
2.
3.
4.
5.
Didaktische Jahresplanung Bildungsgang: Mechatroniker, Unterstufe (leerjaar 1)
Seite 2 von 2
KW
Fächer
Fächer
D/K: Vorarbeiten und Übungen zur Präsentation GL/P: Massenmedien und Pressefreiheit Rel.: Ausgewählte Aspekte der christlichen Existenz in einer säkularisierten Welt
D/K: Vortrags- und Argumentationstechniken GL/P: Neue Medien z.B. Internet Rel.: Ausgewählte Aspekte der christlichen Existenz in einer säkularisierten Welt.
WBO: Arbeitsschutzbestimmungen, Gefahrstoffverordnung Lernsituationen
WBO: Vertragsrecht, Abschluss von Rechtsgeschäften, Kaufvertrag und mögliche Störungsfolgen
Osterferien
Berufsbezogener Lernbereich
Berufsübergreifender Lernbereich
Differenzierungs -bereich
2. Halbjahr, Schuljahr: 2009/2010
LF2: Sensorhalterung- Konstruktive Gestaltung einer Sensorhalterung zur Endlagenabfrage eines Vorschubzylinders - Darstellung von Ausnehmungen bei kantenparallelen, schrägen und achsparallelen Flächen, Außen-, Mutterund Innengewinde u.a.
Lernsituationen LF3: Reduzierung der Leistungsaufnahme eines Betriebsmittels (z.B. Lötkolben) bei Minimierung der Gesamtleistungsaufnahme. - Kapazitive und induktive Blindwiderstände, Phasenverschiebung zwischen U und I, Leistungsarten, cosinus phi, Präsentation der Lösung
LF 4: Planung und Berechnung einer hydraulischen Spann- und Prägevorrichtung.
LF1/4: Analyse und Berechnung einer hydraulischen Hubvorrichtung.
- Technologieschema, Zustandsdiagramm und Funktionsbeschreibung, Ablaufsteuerung mit Signalüberschneidungen, Lösungsmöglichkeiten bewerten, Erprobung der Schaltung und Präsentation
- Arbeit, Leistung, Wirkungsgrad (mech./hydr.), Druck, Kolbenkraft, Volumenstrom
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
18. 19.
20.
21.
22.
23.
24.
25.
26.
27.
28.
29.
Bemerkung: Die im Lernfeld 1 und 5 beschriebenen Inhalte und Kompetenzen werden schuljahresbegleitend als verbindliche Anteile innerhalb der Lernfelder und Lernsituationen vermittelt. WBO: Wirtschafts- und Betriebsorganisation
Differenzierungsbereich:(legt BGK fest), Berufsübergreifender Bereich:(Fächer), Berufsbezogener Bereich: (Fächer mit Abkürzungen)
Didaktische Jahresplanung Bildungsgang: Mechatroniker, Mittelstufe (leerjaar 2)
Seite1 von 2
KW
Fächer
Fächer
Fächer
D/K: Freie Erörterung
D/K: Argumentationsstrukturen
GL/P: Bürgerbeteiligung im demokratischen Staat
GL/P: Parlamentarismus
GL/P: Parlamentarismus
ENG: Changing workplaces
ENG: Business communication
ENG: Finding a job in Europe
WBO: Betrieb als formale, rechtliche und soziale Organisation; Organisationsstrukturen
WBO: Fertigung: Arbeitsplan, Arbeitsablaufprinzipien, Fertigungsüberwachung, Rationalisierung
WBO: Kostenrechnung und Kalkulation
Lernsituationen LF 7/8: Dimensionierung, Schaltplanerstellung und Inbetriebnahme einer hydraulischen/ pneumatischen Geschwindigkeitssteuerung - Berechnungen zu Druck, Kolbenkraft und Kolbendurchmesser, Strömungsgeschwindigkeit - Hydraulikkreislauf, Druckaufbau, Ausfahrreihenfolge - Druck-, Wege-, Strom- und Sperrventile - Grundschaltungen - Anfertigen der Dokumentation mit OfficeAnwendungen, - Nutzung der Standartsoftware „Fluid-Sim“ zur Erstellung und Simulation von Schaltplänen
53.
54.
55.
56.
57.
58.
59. 60.
Weihnachtsferien
D/K: Argumentation
Herbstferien
Berufsbezogener Lernbereich
Berufsübergreifender Lernbereich
Differenzierungs -bereich
1. Halbjahr, Schuljahr: 2009/2010
Lernsituationen LF 7/8: Messtechnische Untersuchung eines Dreiphasen-Wechselspannungssystems - Messgeräte und deren Handhabung, Messübungen, Erzeugung phasenverschobener Spannungen, Außenleiterspannungen, Mittelpunktspannungen, Verhältnis Außenleiterspannung/Mittelpunktspannung - Sternschaltung, Dreieckschaltung, zulässige Spannungstoleranzen, belastetes Drehstromnetz
LF 8: Auswahl einer geeigneten Kupplung/ eines Getriebes für einen Torantrieb
Lernsituationen LF 6: Einfache Zeit- und Kostenkalkulation für die Werkstückbearbeitung in der Fertigungszelle - Entlohnungsformen, Zeit- und Kostenkalkulation, Bestimmung der Vorgabezeiten nach REFA, Grundzeitberechnungen für Bohrarbeiten - Arbeits- und Fertigungsplanung
- Mechanische Energieübertragung (Kopplungsvarianten Antrieb/Arbeitsmaschine) - Getriebe (Arten, Berechnungen) - Kupplungen (einfach, form-/kraftschlüssig) - Gleitlager, Wälzlager, Führungen, Schmierung
61.
62.
63.
64.
65.
66.
67.
68.
69.
70.
71.
6.
7.
8.
9.
10.
Didaktische Jahresplanung Bildungsgang: Mechatroniker, Mittelstufe (leerjaar 2)
Seite 2 von 2
Berufsbezogener Lernbereich KW
Fächer D/K:
Fächer
Präsentation/Dokumentation
D/K: Fachvortrag, Texterarbeitung, Thesenpapier, Vortragstechniken
GL/P: Wissenschaft-Technik-Gesellschaft
GL/P: Soziale Chancen und Risiken des technologischen Fortschritts
ENG: Modern technologies
ENG: Electrical and mechanical engineering
WBO: Absatz, Marketing: Bedeutung der Marktforschung
WBO: Instrumente des Marketings
Lernsituationen LF7/8: Eignungsprüfung eines DreiphasenWechselstrommotors für einen Jalousieantrieb
Lernsituationen LF7/8: Konzipierung einer elektropneumatischen/ elektrohydraulischen Ablaufsteuerung für eine Bearbeitungs- oder Transportaufgabe
Osterferien
Berufsübergreifender Lernbereich
Differenzierungs -bereich
2. Halbjahr, Schuljahr: 2009/2010
-Grundschaltungen und Betriebsverhalten elektrischer Antriebe, Anlassschaltungen, einfache Drehrichtungs- und Drehzahlsteuerungen (z.B. Stern-Dreieck, Polumschaltung, Wendesteuerung) Schaltpläne (aufgelöste Darstellung) Messen von Signalen zur Fehlersuche
LF7/8: Analyse von Energie- und Informationsflüssen in mechatronischen Systemen am Beispiel einer Fertigungszelle
- Analyse und Darstellung von Arbeitsabläufen - Bewertung und Dokumentation von Arbeitsabläufen - Sensoren, Grenztaster (induktiv, kapazitiv, foto-elektrisch, magnetisch) - Positionsbestimmung - Relais, Schütze - Signalspeicherung, Signalüberschneidungen, Signalabschaltung
LF7/8: Programmierung und Inbetriebnahme der Einzelkomponenten einer mechatronischen Anlage - Blockschaltbilddarstellung, Weg-Schritt-Diagramm, Schrittkettendarstellung, Funktionsablaufplan Grafcet, Programmierung einfacher Steuerungsvorgänge mit SPS, Verknüpfungen, Speicherfunktionen, Zeiten, Zähler - Schutzmassnahmen, Not-Aus, Verriegelungen, Drahtbruchsicherheit - Schutz gg. elektr. Schlag bei Steuerungen
- Energie-, Informations- und Materialfluss, elektropneumatische Schaltpläne, Funktions-diagramme und Handhabungsfunktionen - Signaluntersuchungen , Dokumentation der Schnittstellenbelegung, Katalogarbeit
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
18. 19.
20.
21.
22.
23.
24.
25.
26.
27.
28.
29.
Didaktische Jahresplanung Bildungsgang: Mechatroniker, Oberstufe ( leerjaar 3)
Seite 1 von 2
Fächer
Fächer
D/K: Themenverknüpfung mit GL
D/K: Referate
D/K: Regenerative Energien
GL/P: Regenerative Energien
GL/P: Regenerative Energien
GL/P: Regenerative Energien
WBO: Personalwesen
WBO: Personalplanung
WBO: Personalentwicklung
Lernsituationen
Herbstferien
Berufsbezogener Lernbereich
Lernsituationen
KW
Fächer
LF 11: Fehlersuche in einem elektropneumatischen System Inhalte: Freischalten nach VDE 100, systematische Fehlersuche, Messverfahren. Pneumatische Fehlersuche: Bauteilund Funktionsüberprüfung, Schutzeinrichtungen, Fehler- und Instandsetzungsprotokoll.
Weihnachtsferien
Berufsübergreifender Lernbereich
Differenzierungs -bereich
1. Halbjahr, Schuljahr: 2009/2010
L9: TCP/IP-Vernetzung eines Klassenraumes Inhalte: Hierarchien, Signalverläufe und Signalstrukturen in vernetzten Systemen, Bussysteme, Untersuchung an Schnittstellen zwischen Systemkomponenten, Vernetzung zwischen Teilsystemen, Dokumentation von Messergebnissen LF11: Anfahren einer elektrohydraulischen Vorschubeinrichtung
Lernsituationen LF 10: Ausrichten eines Antriebsstrangs nach der Montage Inhalte: Versatzarten, Auswirkungen und Fehlerarten, Ausrichtverfahren, Hebe- und Montagehilfen, Anschlagen von Lasten, Protokollerstellung für den Kunden
Inhalte: Fehlersuche in komplexen steuerungstechnischen Anlagen, systematisches Anfahren der Anlage nach Anfahrplan, Inbetriebnahmeprotokoll. Messung und Einstellung hydraulischer und elektrischer Systemparameter, Schutzvorschriften. 72.
73.
74.
75.
76.
77.
78. 79.
80.
81.
82.
83.
84.
85.
86.
87.
88.
89.
90.
11.
12.
13.
14.
15.
Didaktische Jahresplanung Bildungsgang: Mechatroniker, Oberstufe ( leerjaar 3)
Seite 2 von 2
Differenzierungs -bereich
2. Halbjahr, Schuljahr: 2009/2010
Berufsübergreifender Lernbereich
Fächer
Fächer
D/K: Themenverknüpfung mit GL
D/K: Themenverknüpfung mit GL
GL/P: Präsentation und Präsentationstechniken mit Power-Point
GL/P: Präsentation eines selbstgewählten Fachthemas
WBO: Mitbestimmung und Tarifautonomie
WBO: Wirtschaft in der Bundesrepublik Deutschland Lernsituationen
Osterferien
Lernsituationen
Berufsbezogener Lernbereich
LF 10: Verlegung einer mechatronischen Anlage an einen anderen Standort
KW
Inhalte: Transportmittel, Hebezeuge und Montagehilfen, Sicherheitsmaßnahmen und deren Prüfung, Prüfungen während der Montage, Form- und Lagetoleranzen, Justierarbeiten
Inhalte: Elektrische Inbetriebnahme nach VDE 100, Messverfahren und Dokumentation der Ergebnisse, Gefahren des elektrischen Stroms, Erste-Hilfe-Maßnahmen. hydraulische Inbetriebnahme: Sicherheitsmaßnahmen (Personenschutz), Schutzeinrichtungen, Reihenfolge der Inbetriebnahme, Dokumentation der Messergebnisse, Inbetriebnahme-, Fehler- und Instandsetzungsprotokoll.
Inhalte: Sensoren, Temperaturmessung, Regelungen, Blockschaltbilddarstellung, Signalverlauf bei Regelungen, Reglerarten
6.
7.
8.
9.
10.
11.
Inhalte: Hierarchien, Signalverläufe und Signalstrukturen in vernetzten Systemen, Bussysteme, Untersuchung an Schnittstellen zwischen Systemkomponenten, Vernetzung zwischen Teilsystemen, Dokumentation von Messergebnissen LF 11: Inbetriebnahme eines komplexen mechatronischen Systems
LF11: Inbetriebnahme einer Temperaturregelung
5.
LF 9: Umrüstung eines mechatronischen Systems auf Feldbustechnik
Hydrospeicherbauarten, Füllen eines Blasenspeichers, Sicherheitsbaugruppe
12.
13.
14.
15.
16.
17.
18. 19.
20.
21.
22.
23.
24.
25.
26.
27.
28.
29.
Didaktische Jahresplanung Bildungsgang: Mechatroniker, Förderstufe ( laatste semester)Seite1 von 1
Berufsübergreifender Lernbereich
Differenzierungs -bereich
1. Halbjahr, Schuljahr: 2009/2010
Fächer
Fächer
D/K:
Fächer D/K:
D/K:
WBO: Einkommens- und Vermögens-
WBO: Unternehmenskonzentration
KW
LF 12: Erstellen eines Wartungsplans zur vorbeugenden Instandhaltung einer Werkzeugmaschine Inhalte: Definitionen WartungsInstandsetzung, Instandsetzungsstrategien, Verschmutzung, Verschleißarten, Ermüdung und deren Auswirkung auf die Systemzuverlässigkeit, Schmierfette und –öle, Normung, Einsatzbereiche, Diagnoseverfahren und Wartungssysteme Erstellung und Anpassung von Wartungsplänen, Einarbeitung von Änderungen in technische Unterlagen
91.
92.
93.
94.
95.
96.
97. 98.
LF 12: Inbetriebnahme und Dokumentation einer halbgesteuerten ThyristorBrückenschaltung B6HC zur Drehzahlsteuerung eines fremderregten Gleichstrommotors Inhalte: Funktionsprüfung von Stromrichterventilen, Stromrichterschaltungen, Phasenanschnittsteuerungen, Drehzahlsteuerung von Gleichstrommotoren
Prüfung
Lernsituationen
Herbstferien
Berufsbezogener Lernbereich
Lernsituationen
Weihnachtsferien
verteilung
LF 13: Präsentation eines mechatronischen Systems Inhalte: Nutzung innerbetrieblicher Kommunikationssysteme, Moderation, Präsentationstechniken, Bedienungsanleitungen, Betriebsanleitungen 99.
100. 101. 102. 103. 104. 105. 106. 107. 108. 109. 16.
17.
18.
19.
20.