R.009/03
gecerticeerd door Lloyd’s conform ISO 9001: 2000
aangesloten bij:
RBOI - Rotterdam bv Delftsestraat 17a Postbus 150 3000 AD Rotterdam telefoon (010) 413 06 20 E-mail:
[email protected]
© RBOI - Rotterdam bv Niets uit dit drukwerk mag door anderen dan de opdrachtgever worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microlm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande toestemming van RBOI - Rotterdam bv, behoudens voorzover dit drukwerk wettelijk een openbaar karakter heeft gekregen. Dit drukwerk mag zonder genoemde toestemming niet worden gebruikt voor enig ander doel dan waarvoor het is vervaardigd.
Inhoud van de voorschriften
1 blz. 3 3
Hoofdstuk I
Inleidende bepalingen
Hoofdstuk II
Bestemmingen en gebruik
5 5
Hoofdstuk III
Slotbepalingen
7 7 7
Artikel 1 Artikel 2 Artikel 3 Artikel 4
Begripsbepalingen
Rivierzone met landschapswaarden Gebruiksverboden Strafbepaling
Inhoud van de toelichting 1. Inleiding 1.1. 1.2. 1.3. 1.4.
Achtergronden Doel Plangebied en vigerende regeling Aanpak en leeswijzer
blz. 3 3 3 5 5 9
2. Beleidskader De rivier 3.1. Inleiding 3.2. Functies
13
4. Ruimtelijk kader
19 19 21 27 30
5. Juridische planbeschrijving
33 35 34
3.
4.1. 4.2. 4.3. 4.4.
5.1. 5.2.
15
Verschijningsvorm Waardering en wensen Richtlijnen oevers Welstandstoetsing
Inleiding Bestemmingsregeling
6. Economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid 6.1. 6.2. 6.3.
41 41 41 42
Economische uitvoerbaarheid Maatschappelijke uitvoerbaarheid Overleg ex artikel 10 Bro
Bijlagen:
1. Instrumentarium. 2. Typen oeverbescherming.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
319.9826.00
Inhoud van de toelichting
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
2
319.9826.00
Voorwoord Naar mooie Hollandsche IJsseloevers Om de Hollandsche IJssel niet alleen schoner maar ook mooier te maken is het v an bel ang ho e d e oev ers v an dez e k arakteristieke g etijdenrivier eruitzien. In dit rapport zijn uitgangspunten en richtlijnen voor de gewenste vormgeving van de oevers uitgewerkt tot een voorbeeldbestemmingsplan. In veel bestemmingsplannen van de betreffende gemeenten langs de Hollandsche I Jssel ont breekt een r egeling v oor het gew enste oeverbeeld. Daardoor k an ee n o ngewenst beeld o ntstaan do or bijvoorbeeld het s laan van hoge stalen damwanden in het groene buitengebied. Dit v oorbeeldbestemmingsplan bi edt ee n ov erzicht v an de w ensbeelden per functie (wonen, werken, r ecreatie, natuur) en het instrumentarium dat kan worden ingezet om dit te bereiken. Het be stemmingsplan en het w elstandbeleid zijn v oor g emeenten bi j ui tstek de i nstrumenten om i nhoud t e geven aan ruimtelijk k waliteitsbeleid voor de oevers. Deze t wee " sporen" vullen el kaar aan en kunnen na ar wens worden geï ntegreerd i n gem eentelijke b eleidsstukken of al s afzonderlijke beleidsstukken voor de Hollandsche IJssel worden opgesteld. Het bestemmingsplan bi edt m ogelijkheden door f unctietoekenning, het opne men v an bo uw-, aa nleg- en gebruiksvoorschriften. D e a ctualiteit v an de komende wijzigingen in wetgeving en beleid dwingt gemeenten om inhoud te geven aan r uimtelijk kwaliteitsbeleid in de v orm van een gemeentelijke welstandsnota. Binnen maximaal anderhalf jaar na het van kracht worden van de ni euwe Woningwet ( dat wordt v erwacht i n de t weede helft v an
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
2002) m oeten de gem eenten ee n welstandsnota he bben v astgesteld. A ls dat niet het geval is vervalt het instrument van het welstandstoezicht. Dit r apport r eikt v oor zowel het bestemmingsplan als de w elstandnota de gereedschappen aan om dit beleid efficiënt en eenduidig vorm te k unnen geven. Z o wordt v oorkomen d at i edere gem eente o pnieuw het wiel m oet uitvinden. Het " voorbeeldbestemmingsplan Hollandsche I Jsseloevers" i s v ormgegeven al s een nor maal be stemmingsplan met voorschriften, een ui tsnede van een bestemmingsplankaart en gaat vergezeld van een toelichting. In paragraaf 4.4 is een aanzet gegeven voor welstandeisen met betrekking tot de oevers van de Hollandsche IJssel. Er zijn drie mogelijkheden om de voorgestelde regelgeving met betrekking tot de vormgeving van de oevers te gebruiken. Ten eerste kan het rapport worden be nut v oor een p arapluherziening v an al le bestemmingsplannen waarin de Hollandsche I Jssel i s op genomen. Daarnaast i s het m ogelijk gebruik te maken van de bouwstenen die in dit plan worden geboden voor een partiële herziening. Tenslotte kunnen delen uit dit voorbeeldplan integraal worden opgenomen in een nieuw op te stellen bestemmingsplan. In alle gev allen i s het v anzelfsprekend dat v oor de specifieke, t er pl aatse aanwezige f uncties e n kwaliteiten m aatwerk w ordt g eleverd do or diverse bepalingen wel, niet of goed gemotiveerd in aangepaste vorm over te nemen. V oor het ops tellen van de kaart z al i n i eder geval m aatwerk v ereist zijn.
319.9826.00
Voorwoord
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
319.9826.00
3
1. Inleiding 1.1. Achtergronden Niet alleen een schonere, maar ook een mooiere rivier, dat is het streven van de S tuurgroep Hollandsche IJssel. In juni 1999 ondertekenden de 1 3 samenwerkende pa rtners daar toe het U itvoeringscontract w aarin de af spraken z ijn v astgelegd over wat er w anneer en door w ie ged aan moet worden. Het H ollandsche I Jsselproject ga at ov er het saneren en herinrichten v an 45 zellingen en vervuilde oevers, het schoonmaken van de waterbodem en het oph effen v an v ervuilende br onnen. D e S tructuurschets H ollandsche IJssel ( 1994) v ormt de ba sis v oor de h erinrichting v an de r ivierzone. U itgangspunt is het versterken en zichtbaar maken van de diversiteit in functies l angs de r ivier. Het g aat daa rbij om w onen, w erken, recreatie en na tuur. Met het project w il de S tuurgroep Hollandsche I Jssel oo k e en bijzondere impuls geven aan de kwaliteit v an de r ivierzone. H et B eeldkwaliteitplan voor d e H ollandsche I Jssel ( 1998), w aarin de karakteristieke kenmerken van de r ivier in be eld zijn gebracht, i s hierbij de l eidraad. H et O everplan Hollandsche IJssel ( 1998) bev at c oncrete v oorstellen v oor de (her)inrichting van natuurvriendelijke oevers. Voor de andere functies langs de rivier zijn eveneens concrete wensbeelden en richtlijnen ten aanzien van de vormgeving van de oevers gewenst. Een t ocht op of l angs de r ivier l aat z ien dat de n oodzakelijke oev erbescherming op zeer ui teenlopende w ijze vorm heeft gek regen. D e keuzen die eigenaren en/ of beheerders maken v oor materiaalgebruik en vormgeving w orden vooral be paald door t echnische en/ of e conomische ov erwegingen: (zeer) hoge damwanden of puinoevers zijn daarvan op veel plaatsen het resultaat. De keuze voor damwanden is ook snel gemaakt: het gr ondgebruik op de oever k an hierdoor g emaximaliseerd worden e n d e dam wand i s ond erhoudsarm. Z owel i n het B eeldkwaliteitplan al s i n het O everplan i s ec hter aangegeven dat dam wanden b uiten d e k ernen on gewenst z ijn al s v orm
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
van oeverbescherming. Ze ontsieren het aanzicht en passen niet in het na te streven ruimtelijk kwaliteitsbeeld en in ecologisch opzicht vormen ze een onneembare barrière. Op r uimtelijk strategische plekken i n d e k ernen en ter pl aatse v an r iviergebonden be drijven kunnen dam wanden w él bi jdragen a an de ruimtelijke kwaliteit. De vormgeving en af stemming op de om geving is van groot belang.
1.2. Doel In de praktijk blijkt dat gemeenten langs de Hollandsche IJssel op dit moment weinig greep hebben op het realiseren en de vormgeving van damwanden. B estemmingsplannen bev atten v eelal geen r egelingen en o ok ander instrumentarium ontbreekt. H et Beeldkwaliteitplan bevat w el richtlijnen en aa nbevelingen v oor de i nrichting en v ormgeving v an de oev ers maar is niet geconcretiseerd en uitgewerkt voor specifieke locaties. In het verlengde van de Structuurschets, het Beeldkwaliteitplan en het Oeverplan wil d e S tuurgroep H ollandsche I Jssel v oor de r ivieroevers en d e noodzakelijke oev erbescherming v erder i nvulling geven aan de ambities voor r uimtelijke e n e cologische kwaliteit v an de r ivier. D aartoe i s het VOORBEELDBESTEMMINGSPLAN H OLLANDSCHE IJSSELOEVERS opgesteld. V oortbouwend op het B eeldkwaliteitplan w orden i n dit v oorbeeldbestemmingsplan, vanuit een i ntegrale visie op de ge wenste ruimtelijke k waliteit van de r ivierzone, de ui tgangspunten en r ichtlijnen v oor de vormgeving van oevers verder uitgewerkt. Per functie (wonen, werken, recreatie e n n atuur) worden w ensbeelden g eformuleerd en v oorbeelden aangereikt, zowel voor het verstedelijkt gebied als voor de meer landelijke gebieden. Deze voorbeelden en wensbeelden dienen als inspiratiebron en toetsingskader.
319.9826.00
Inleiding
Bij de v oorbereiding v an dit V oorbeeldbestemmingsplan is v erkend w elke instanties een specifieke verantwoordelijkheid hebben voor het beheer van de H ollandsche I Jssel en de aa nliggende gr onden en w elk i nstrumentarium beschikbaar is om aan die verantwoordelijkheid inhoud te geven. Van deze verkenning wordt verslag gedaan in Bijlage 1 Instrumentarium. Op b asis v an de ze v erkenning wordt g econcludeerd dat h et gem eentelijk bestemmingsplan en het gemeentelijk welstandsbeleid bi j ui tstek de i nstrumenten zijn om inhoud te geven aan het ruimtelijk kwaliteitsbeleid voor de oevers van de Hollandsche IJssel. Om die reden is, als handreiking aan de betrokken gemeenten, dit voorbeeldbestemmingsplan opgesteld. De v isie op de g ewenste r uimtelijke k waliteit v an d e r ivieroevers i s i n di t voorbeeldbestemmingsplan uitgewerkt in concrete regelgeving in kaart en voorschriften en in daarmee samenhangende welstandscriteria. Aldus biedt het voorbeeldbestemmingsplan inzicht in de mogelijkheden die gemeenten h ebben i n h et k ader v an b estemmingsplannen en welstandsbeleid. I n v oorbeeldregelingen w ordt a angegeven o nder w elke v oorwaarden en op welke punten regels kunnen w orden gesteld aan het aanbrengen v an de verschillende v ormen v an oev erbescherming. D e welstandscriteria v ormen het t oetsingskader v oor de beoordeling v an bouwplannen aan redelijke eisen van welstand.
1.3. Plangebied en vigerende regeling Het pl angebied w aarop d it v oorbeeldbestemmingsplan bet rekking heef t betreft de Hollandsche I Jssel en d e d irect a angrenzende oev erzone t ot aan de bovenkant van de rivierdijk (zie figuur 1). Voor het plangebied vigeren thans de volgende bestemmingsplannen: p.m.; p.m. Het do el v an de S tuurgroep H ollandsche I Jssel de gew enste ruimtelijke kwaliteit v an de r ivierzone t e beho uden en waar m ogelijk t e v erbeteren, kan t en d ele daad werkelijk w orden ge realiseerd do or i n de di verse g emeenten een aanv ulling op het be staande be stemmingsplanpakket t e l aten vaststellen. D it is mogelijk door middel van een zogenaamd "paraplubestemmingsplan". Hiertoe worden algemene voorschriften die betrekking
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
5
hebben op de inrichting van de oevers, via een partiële planherziening van alle bestemmingsplannen waarin de Hollandsche IJssel is gelegen, aan de vigerende regelingen toegevoegd. Een enkele partiële herziening is tevens een mogelijkheid, evenals het integreren van de voorschriften in een nieuw op t e s tellen bes temmingsplan. I n de bijbehorende v oorschriften z ijn d e voorbeeldbepalingen opgenomen. Per gem eente k an maatwerk w orden geleverd d oor di verse v oorschriften wel, ni et of m its goed gemotiveerd i n aangepaste vorm over te nemen.
1.4. Aanpak en leeswijzer Het V oorbeeldbestemmingsplan Hollandsche I Jsseloevers i s i n opdracht van en i n s amenwerking m et het P rojectteam Hollandsche I Jssel opge steld door Adviesbureau RBOI. In het kader van deze opdracht is overleg gevoerd m et R ijkswaterstaat, di enstkring N ieuwe W aterweg, h et H oogheemraadschap van Schieland en het Hoogheemraadschap van de Krimpenerwaard. Eveneens is overleg gevoerd met het bureau Alle Hosper, de opsteller van het Beeldkwaliteitplan voor de Hollandsche IJssel. Het voorbeeldbestemmingsplan Hollandsche IJsseloevers is op 6 september 2001 besproken en aangenomen in de Stuurgroep Hollandsche IJssel. De S tuurgroep heef t aan de gem eentelijke pa rtners aanbev olen toepassing e raan t e gev en i n h et gem eentelijk r uimtelijk beleid (bestemmingsplannen en welstandstoezicht). De toelichting van het voorbeeldbestemmingsplan is als volgt opgebouwd. In hoofdstuk 2 wordt het relevante beleidskader samengevat. Daarbij wordt kort i ngegaan op de S tructuurschets Hollandsche IJssel, h et S treekplan Zuid-Holland O ost, h et B eeldkwaliteitplan en het O everplan. A anvullend wordt ingegaan op het beleid van de waterbeheerders. In hoofdstuk 3 worden de ruimtelijke en functionele kenmerken van de r ivier beschreven, met bijzondere aandacht voor de te onderscheiden functies en oev ervakken. Waar nodig worden daarbij r elaties gelegd met eer dere studies en plandocumenten.
319.9826.00
Inleiding
6
Hoofdstuk 4 bevat de r uimtelijke a nalyse en de v isie o p de gewenste vormgeving van de oevers per onderscheiden functie en oevervak. Goede en slechte v oorbeelden i llustreren de wensbeelden. A angegeven w ordt welke voorwaarden gelden en welke welstandscriteria van toepassing zijn. Hoofdstuk 5 betreft de j uridische planbeschrijving, waarin wordt toegelicht hoe d e w ensbeelden v oor de i nrichting v an de oev ers concreet v ertaald zijn in regelgeving in het bestemmingsplan en welstandscriteria. Hoofdstuk 6 gaat ten slotte in op de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
319.9826.00
Inleiding
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
7
319.9826.00
2. Beleidskader Ruimtelijk kwaliteitsbeleid voor de oevers van de Hollandsche IJssel dient inhoud te k rijgen binnen de b estaande bel eidskaders di e t ezamen de koers, het speelveld en de spelregels bepalen. Om hierop zicht te krijgen wordt onderstaand beknopt ingegaan op enkele relevante beleidsnota's. Structuurschets Hollandsche IJssel (1994) De St ructuurschets H ollandsche I Jssel geef t een i ntegrale v isie op d e ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden van de rivier en haar oevers. Het is een gemeenschappelijk ruimtelijk beleidskader voor de b etrokken overheden en v ormt de bas is v oor v erdere pl anvorming e n bes luitvorming v oor het gebruik en de inrichting van de rivierzone. De S tructuurschets i s opg esteld al s i nspirerend t oekomstperspectief v oor de gehele regio en brengt de kansen in beeld voor een duurzame economische ontwikkeling in samenhang met het versterken v an d e a anwezige natuur- en landschapswaarden. Rekening houdend met de kansen en mogelijkheden van de verbindende thema's natuur, landschap, wonen, werken en recreatie wordt in de Structuurschets v oor ond erscheiden deel gebieden en p er z elling aa ngegeven wat het gewenste gebruik is. Streekplan Zuid-Holland Oost (1994) De Structuurschets Hollandsche IJssel vormt een v an de gebi edsgerichte bouwstenen voor het p rovinciaal r uimtelijk b eleid dat i s v astgelegd i n het Streekplan Zuid-Holland Oost. De ontwikkelingen die in de Structuurschets worden voorgestaan passen in het streekplanbeleid. Beeldkwaliteitplan voor de Hollandsche IJssel (1998) Als ui twerking v an de S tructuurschets en om meer grip t e krijgen op g ewenste kwalitatieve ontwikkelingen is in 1998 ee n Beeldkwaliteitplan voor de Hollandsche IJssel opgesteld. Het B eeldkwaliteitplan bevat een set van s pelregels w aarmee bi j het v erder o ntwikkelen v an pl annen i n de rivierzone rekening m oet worden g e-
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
9 houden. Deze spelregels hebben zowel betrekking op de rivier als geheel als op bijzondere plekken, de "ankers", die van grotere betekenis zijn. Omdat de vormgeving van de oevers en dijken van bijzondere betekenis is voor de beleving van de Hollandsche IJssel wordt in het Beeldkwaliteitplan bijzondere aandacht besteed aan de spelregels voor de dijken en oevers. Aangegeven wordt aan w elke kenmerken ni euwe o ntwikkelingen m oeten voldoen. In hoofdstuk 4 wordt op de inhoud van het Beeldkwaliteitplan nader ingegaan. Oeverplan Hollandsche IJssel (1998) Het Oeverplan vormt de basis voor de herinrichting van alle oevervakken van de r ivier. U itgangspunt v an de her inrichting i s h et ec ologisch her stel van de Hollandsche IJssel, die weer moet kunnen fungeren als leefgebied en m igratieroute v oor t al v an rivier- en l andgebonden o rganismen. I n h et Oeverplan wordt per oevervak het streefbeeld beschreven dat gewenst en haalbaar i s b innen d e r andvoorwaarden v an de an dere gebruiksfuncties van de rivier. D it s treefbeeld wordt uitgewerkt in een concrete inrichtingsschets met aanbevelingen voor beheer en onderhoud. Uitvoeringscontract en Werkboek Hollandsche IJssel 1999-2010 De dertien overheidspartijen die in het Project Hollandsche IJssel samenwerken zijn in 1999 een contract aangegaan met een looptijd tot 2010. In dit contract zijn zij onder andere overeengekomen gezamenlijk de ruimtelijke e n kwalitatieve am bities − zoals neergelegd i n de S tructuurschets Hollandsche IJssel, h et B eeldkwaliteitplan en het O everplan − te r ealiseren. De beschrijving van het totale werkpakket en de planning zijn opgenomen in het Werkboek Hollandsche IJssel. Dit Werkboek maakt deel uit van het c ontract. E en a ctualisatie wordt j aarlijks do or de S tuurgroep v astgesteld. Ruimte voor de Rivier Het rijks-, provinciaal en waterschapsbeleid is gericht op ruimte voor rivieren. U itgangspunt hi erbij i s dat het v ersterken v an di jken al leen onv oldoende garantie biedt om − ook in de toekomst − overstromingen te voor-
319.9826.00
Beleidskader
11
komen. V oldoende r uimte bi eden aa n de r ivier ho udt i n dat het rivierbed wordt v rijgehouden en da t w ordt ge streefd naa r he t ophef fen v an k nelpunten die de doorstroming verhinderen. Hierbij wordt tevens gezocht naar mogelijkheden voor het versterken van natuur- en landschapswaarden. Onlangs is door R ijkswaterstaat − in s amenwerking m et de provincie, gemeenten en waterschappen − de Integrale Verkenning Benedenrivieren uitgevoerd. De Hollandsche IJssel maakt onderdeel uit van deze studie. In de s tudie w ordt geï nventariseerd w elke m aatregelen nodig z ijn om de afvoer en berging te bevorderen.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
319.9826.00
Beleidskader
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
12
319.9826.00
3. De rivier 3.1. Inleiding In de Structuurschets Hollandsche IJssel en in het Beeldkwaliteitplan is op treffende w ijze de bet ekenis v an de r ivier al s een ruimtelijk s amenhangende ee nheid v erwoord en i n beeld g ebracht. Nieuwe ontwikkelingen i n de rivierzone moeten die samenhang versterken en zichtbaar maken. Tegen di e ac htergrond w ordt i n dit hoof dstuk de H ollandsche I Jssel o p verschillende s chaalniveaus beschreven. D it ho ofdstuk i s i n b elangrijke mate geba seerd o p de S tructuurschets ( 1994), het B eeldkwaliteitplan (1998) e n he t O everplan ( 1998). N a e en k orte be schrijving v an de ont staansgeschiedenis van het gebied volgt een globale uiteenzetting van de verschillende f uncties v an de z ellingen l angs rivier en de v erschijningsvorm van de zellingen die daarvan een afgeleide is. Ontstaansgeschiedenis De Hollandsche IJssel vormde tot het begin van deze eeuw een belangrijk samenhangend, bi ndend element t ussen d e v erschillende ned erzettingen langs de ze r ivier. M et de opk omst v an R otterdam a ls hav enstad nam de verbindingsfunctie v an de r ivier nog v erder t oe. D eze v erbindingsfunctie vervulde de rivier voornamelijk in de lengterichting. Dwars op de rivier was en i s de barrièrewerking groot. T en westen v an Gouda v ormden z ich ne derzettingen l angs de r ivier. B ruggen over de ze b rede r ivier w aren kostbaar en belemmerden de scheepvaart en zijn daardoor alleen aanwezig bij Gouda en K rimpen a/d IJssel. Deze barrièrewerking is er ook de oorzaak van dat , ondank s de s terke v erstedelijkingsdruk v anuit de R otterdamse agglomeratie, de verstedelijking van de Krimpenerwaard beperkt is gebleven. Met het verbeteren van de verbindingen over land nam de b etekenis van de r ivier al s verbindingsroute af . S nelweg en spoorlijn v erbinden Rotterdam nu met Gouda en Utrecht. Mede als gevolg van deze intensieve verkeersstromen i s e r nu t evens sprake v an ee n s terke v erstedelijkingsdruk aan de noordzijde zijde van de rivier.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
13 De Hollandsche I Jssel l igt op d e ov ergang v an de t wee i n Z uid-Holland overheersende l andschapstypen: ee n onv ergraven v eenweidegebied (Krimpenerwaard) en ee n g rotendeels af gegraven dr oogmakerijenlandschap ( Zuidplaspolder). A an de noordzijde v an de Hollandsche IJssel i s tussen N ieuwerkerk a/ d IJssel en Gouda het v een af gegraven t ot z eer dicht bij de rivier. De resterende strook onvergraven veen is gespaard gebleven omdat de Graven van Holland bepaalden dat tot op 300 meter van dijken en kaden geen veen mocht worden afgegraven. De grote door turfwinning ontstane plas is in 1839 drooggemalen en in cultuur gebracht: de Zuidplaspolder. Aan de zuidzijde van de rivier is het veen gevormd onder invloed v an zowel de Hollandsche I Jssel al s de Lek e n ong eschikt al s brandstof. Hier i s ee n zeer go ed b ewaard gebleven v eenweidelandschap aanwezig: de Krimpenerwaard. De r ivier k ent i n de bene denloop ( ten westen v an Gouda) ee n open v erbinding naar z ee, di e i n bel angrijke m ate bepal end i s gew eest v oor het huidige geb ruik en v erschijningsvorm van de r ivier en z ijn o evers. N a de bedijking van de rivier (rond het jaar 1000) ontstonden er door kleiafzetting door de vloedstroom vlakke gebieden tussen de dijken en de stroomgeul, de zellingen. D eze k leiafzettingen v ormden de g rondstof v oor een om e vangrijke baksteenindustrie di e i n de 17 eeuw haar hoogt epunt bereikte. Om het slib te kunnen verzamelen ten behoeve van de ba ksteenindustrie werd een d eel v an de z ellingen r ondom af gezet m et r iet en bi ezen. N a voltooiing van de Nieuwe Waterweg in de 19e eeuw nam het aanbod en de kwaliteit van de k lei af door verzanding van de r ivier. Rond het begin van deze eeuw ging de baksteenindustrie langs de Hollandsche IJssel ten onder. De overige bedrijvigheid langs de rivier bleef aanwezig, mede door de belangrijke verbindingsfunctie van de rivier. Om de open verbinding naar zee in s tand te houden werden verschillende malen verbeteringswerken in en rond de r ivier ui tgevoerd. A fdamming bi j I Jsselstein ( 1285) en G ouda (1854) was noodzakelijk om dichtslibben tegen te gaan. In de der tiger ja-
319.9826.00
De rivier
ren werden v erschillende bochten af gesneden. M et de b aggerspecie di e daarbij v rijkwam w erden de b uitendijkse zellingen opge hoogd. D oor de goede draagkracht bleken deze gronden zeer in trek voor de vestiging van bedrijvigheid en woningen, di t i n t egenstelling t ot d e nat te slappe v eengronden di rect a chter de dijken. N ieuwe oph oging v an bui tendijkse gronden, di t k eer m et R otterdams " afval", l eek daarom een go ed i dee. I n de zeventiger jaren van de 20e eeuw bleek dit afval echter zeer giftig en grote risico's voor mens en natuur op te leveren. Vanaf 1995 wordt een intensief saneringsprogramma uitgevoerd, waarbij alle zellingen worden gesaneerd en her ingericht op bas is van de S tructuurschets H ollandsche I Jssel ui t 1994. Dit herinrichtingsprogramma is nog in volle gang en biedt veel mogelijkheden voor ruimtelijke kwaliteitsverbetering van bestaande en nieuwe oevers.
3.2. Functies In dez e pa ragraaf worden per f unctie de r uimtelijk relevante kenmerken van de zellingen b eschreven. D eze k enmerken v ormen bo uwstenen v oor de visie op gewenste en ongewenste vormen van oeverbescherming. Wonen De woonfuncties i n het gebied zijn v an oudsher hoofdzakelijk binnendijks gelegen, buitendijkse woningen zijn vooralsnog schaars. Doordat zowel de binnen- als bui tendijkse w oningen i n v erband m et de ont sluiting m et hun voorkanten naar de dijk toe zijn gericht is de visuele relatie tussen de woningen en de rivier gering. Achter de hoge dijken is de rivier vanuit de woningen z elfs gr otendeels onz ichtbaar. R ecent ger ealiseerde woningen op de zellingen zijn deels met voorkanten, deels met achterkanten naar de rivier gericht. De keuze daarbij is bepalend voor het openbaar toegankelijk zijn van de rivieroever. De zellingen zijn zeer aantrekkelijk als woonmilieu. Het gaat daarbij om: de nabijheid van een levendige rivier; de na bijheid van hoo gwaardige stedelijke v oorzieningen, i nfrastructuur en werkgelegenheid in Rotterdam, Gouda en andere kernen nabij de rivier;
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
15
de nabi jheid van om vangrijke op en gr oene r uimtes die i n de na bije toekomst v oor een g root d eel al s h oogwaardige nat uur-/recreatiegebieden worden ingericht. Door ni euwe w oongebieden op het w ater te or iënteren w orden zowel d e bijzondere b eeldkwaliteit v an w aterlocaties ( contrast open -besloten, s piegeling, variatie in ruimte en tijd) als de belevingswaarde van de rivier voor bewoners en recreanten vergroot. -
Een functionele relatie tussen het wonen en het water ontbreekt echter op veel pl aatsen. S lechts i n de ou de d orpskernen v an Ouderkerk a/d I Jssel, Moordrecht en G ouderak is ee n de rgelijke f unctioneel-ruimtelijke r elatie wel pl aatselijk aan wezig. Bij de m eeste r ecent ge realiseerde w oongebieden op de zellingen h eeft de hoge be bouwingsdichtheid t e w einig r uimte gelaten v oor gel eidelijke oeveroplossingen i n d e v orm v an t errassen of flauwe oevers. O ptimalisatie v an het r uimtegebruik op de z ellingen h eeft op veel plaatsen geleid tot de aanleg van harde damwanden die bij eb vele meters hoog zijn. Opvallend is dat op veel plaatsen de bewoners door middel van ladders, trappen en hangconstructies voor bootjes contact met de rivier zoeken (figuur 4). Werken De H ollandsche I Jssel i s een r ivier w aaraan ge werkt w ordt, i n m eerdere opzichten. De rivier heeft een belangrijke functie voor de beroepsvaart en ruim de helft van de zellingen is in gebruik als bedrijfsterrein. De hier gevestigde bedrijven zijn van grote betekenis voor de werkgelegenheid in de aanliggende k ernen. H oewel de v erschillende i ndustrieën w einig of geen binding hebben met de rivier dragen ze wel bij aan het afwisselende kenmerkende beeld v an de Hollandsche I Jssel. D e f unctionele relatie t ussen de rivier en de zellingen is echter gering. De bedrijven langs de rivier maken w einig gebruik v an de t ransportmogelijkheden ov er de rivier; het meeste t ransport gaat over de weg h etgeen p roblemen opl evert op h et wegennet langs de rivier dat onvoldoende capaciteit heeft voor deze vele, zware transportbewegingen. Als v estigingsmilieu v oor bedrijven he bben de Hollandsche I Jsseloevers echter enkele belangrijke kwaliteiten:
319.9826.00
De rivier
-
de relatief grote afstand tot woonbebouwing waardoor relatief "zware" bedrijven zich hier kunnen handhaven; de ge schiktheid al s v estigingslocatie voor w atergebonden be drijven (aan dergelijke locaties bestaat in Zuid-Holland een tekort); de combinatie v an w aterfronten, goede bereikbaarheid en zichtbaarheid bi j m et name Gouda, di e v oor sommige ( hoogwaardige) bedrijven aantrekkelijk is als vestigingsplaats.
De rivieroevers t er pl aatse v an b edrijven he bben v erschillende verschijningsvormen. W aar g estreefd i s naa r o ptimalisatie v an het r uimtegebruik op de zelling en/of waar de rivier benut wordt als transportroute zijn steile damwanden v an vele meters ho og a anwezig. V ooral bi j r iviergebonden bedrijvigheid is d oor de combinatie v an dam wanden, hog e ge bouwen en kranen op d e oev ers e n de aa nwezigheid v an schepen l angs d e oev er sprake v an een karakteristiek " werklandschap" waar v orm en f unctie i n overeenstemming zijn. Veel oevers zijn verstevigd met puin en vormen de achterkant v an de bedrijven. I n s ommige gev allen steken de op geslagen containers voorbij de oevers. Tussen het puin groeien soms wilgen. Recreatie In recreatief opzicht is de Hollandsche IJssel vooral van betekenis als onderdeel v an routestructuren v oor f ietsers en wandelaars. I n combinatie hiermee zijn er v erschillende l andgebonden r ecreatievoorzieningen a anwezig. De m eeste v oorzieningen l iggen aan de noo rdzijde v an d e r ivier hetgeen s amenhangt m et de gr otere bevolkingsdichtheid en d e bet ere ontsluiting. Water- en oeverrecreatie De Hollandsche I Jssel v ormt een bel angrijke v aarverbinding v oor de r ecreatietoervaart en m aakt onderdeel uit v an de s taande mastroute ( schepen m et e en di epgang t ot 1. 90 m en een staande m ast v an m aximaal 30.00 m). De rivier vormt voor deze schepen een belangrijke schakel in de verbinding t ussen de Delta en het I Jsselmeer. I n v ergelijking t ot dit gr ote aantal passanten is de capaciteit aan lig- en aanlegplaatsen zeer beperkt. De ontwikkeling van nieuwe aanlegplaatsen voor passanten is een kansrijke optie.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
16
Landgebonden recreatievormen De meeste kernen en stedelijke centra langs de rivier zijn door hun historische k arakter i nteressant v oor r ecreanten. O ok d e bedrijvigheid op en langs de r ivier, de ge schiedenis v an de z ellingen, de gem alen en de stormvloedkering zijn de m oeite waard, doch infrastructuur en v oorzieningen zijn slechts beperkt aanwezig. Op een aantal plaatsen zijn langs de rivier u itkijk-/rustpunten g erealiseerd, m et nam e aa n de rustige noordzijde van de rivier. De recreatieve oevers zijn over het algemeen verhard. Bij de inrichting van nieuwe r ecreatieoevers zijn z achte, t oegankelijke o evers gewenst i n de vorm van flauwe grashellingen (1:5), overgaand in flauwe oevers met slik en/of moerasvegetaties. Natuur De huidige natuurwaarden van zowel rivier als zellingen zijn beperkt. Door de slechte waterkwaliteit en de overwegend steile en harde oeverprofielen kunnen slechts weinig plant- en diersoorten zich hier handhaven. De rivier vormt ' s winters e en wijkplaats v oor kleine aantallen ee nden, m eeuwen, futen en m eerkoeten di e z ich v oeden m et k leine v issen, s chaaldieren e n afval. W anneer el ders het w ater di chtvriest nemen de aa ntallen watervogels op de Hollandsche IJssel toe. De betekenis van de Hollandsche IJssel voor de ecologische infrastructuur beperkt z ich momenteel t ot het water. D oor de op en v erbinding m et de Noordzee v ormt de rivier een i ntrekgebied v oor o nder andere p aling e n stekelbaars. De oevers zijn op v eel plaatsen echter ongeschikt als migratieroute v oor overige organismen v anwege de steile, s tenige t aluds. V oor de i n het k ader v an de E HS ge wenste ec ologische v erbinding t ussen de Zuidplaspolder en de Krimpenerwaard vormt de rivier een barrière door de harde en steile oevers en het intensieve gebruik van de rivierzone. Voor het o pheffen v an de bar rièrewerking v an de r ivier i s ee n a lgehele verbetering v an d e waterkwaliteit e n d e i nrichting v an de oev ers noodzakelijk. V erder i s het w enselijk ee n aa ntal z ellingen als nat uurgebied i n t e richten en te beheren. Een combinatie met extensieve recreatievormen is
319.9826.00
De rivier
17
daarbij m ogelijk. D oor de open v erbinding m et de zee z ijn e r m ogelijkheden v oor de ont wikkeling v an k enmerkende z oetwatergetijde-ecosystemen. Deze systemen zijn zeer karakteristiek voor de benedenloop van de Nederlandse rivieren maar zijn de laatste decennia op veel plaatsen sterk aangetast door verontreiniging en vermindering van de getijdedynamiek. In het kader van het Oeverplan (1998) zijn voor vrijwel de gehele rivier inrichtingsplannen opgesteld die zijn gericht op een sterke ecologische kwaliteitsverbetering van de oevers. Gestreefd wordt naar het rond de gemiddelde waterlijn ontwikkelen van de k arakteristieke o peenvolging v an slik, biezen, riet en moerasbos. Op veel plaatsen is daarbij een vooroeverconstructie vereist op minimaal 5.00 m afstand van de teen van de dijk.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
319.9826.00
4. Ruimtelijk kader In dit hoofdstuk wordt eerst ingegaan op de beleving van de rivier en haar oevers, om vervolgens het gewenste beeld met bijbehorende richtlijnen in beeld te brengen.
4.1. Verschijningsvorm In de visuele verschijningsvorm van de rivier vormen de samenhang, herkenbaarheid en identiteit van de elementen en patronen in het gebied de kernbegrippen. Zoals in het Beeldkwaliteitplan voor de Hollandsche IJssel is aangegeven verschilt deze in een aantal opzichten van andere rivieren in Nederland. Zo is er sprake van een groot verschil tussen de beide oevers als gevolg van de ligging op de overgang van de twee in het Groene Hart overheersende landschapstypen: het dr oogmakerijenlandschap t en w esten v an de r ivier en het veenweidelandschap ten oosten daarvan. Een an der bi jzonder k enmerk i s het ontbreken v an s eizoenfluctuaties e n het aanwezig zijn van een getijdedynamiek waardoor kleine slikken, zellingen genoemd, dagelijks droogvallen. De rivier kenmerkt zich door de hoge steile di jken, di rect aan het w ater en door h et f eit dat , t erwijl de rivier stroomafwaarts in breedte toeneemt, de afstand tussen de dijken langs de gehele r ivier ongev eer gel ijk i s. T en oosten v an G ouda heef t de r ivier daarom brede, ni et m eer ov erstroomde ui terwaarden t erwijl t en w esten van G ouda geen ui terwaarden m eer a anwezig z ijn. D e rivier s troomt hi er tot aan de voet van de dijk. De beeldkwaliteit v an de o evers v an de H ollandsche I Jssel i s dy namisch en zeer afwisselend door de verschillende functies erlangs en het kronkelige verloop van de r ivier. Het beeld kenmerkt zich door diversiteit binnen de continuïteit v an de l anggerekte rivier al s t otaal. D it s panningsveld t ussen het v ersterken v an s amenhang en het be houd van di versiteit m anifesteert zich ook in het oeverbeeld.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
19 De karakteristiek van de rivier dient in het oeverbeeld behouden te worden en waar mogelijk versterkt. Waarneming vanaf de dijken De afwisseling v an openheid en beslotenheid bepaalt i n belangrijke mate de identiteit en herkenbaarheid van de verschillende riviertrajecten. Vanaf de di jken gezien kan gesproken w orden van een overwegend open landschap. De i dentiteit v an d e H ollandsche I Jssel al s " Groene Hart-rivier" i s mede d aardoor go ed h erkenbaar. B uiten de stads- en do rpsgebieden i s vrijwel overal een vrij uitzicht naar minstens een zijde mogelijk, waarbij de oever aan de overzijde mede het beeld bepaald. Soms is vrij uitzicht naar twee z ijden mogelijk. A an de noo rdzijde v an de r ivier t ussen C apelle a/ d IJssel en Klein-Hitland is deze openheid zelfs over een traject van enkele kilometers aan wezig. De s cherpe ov ergang t ussen deze openheid en het stedelijk g ebied v an Capelle a/ d I Jssel/Krimpen a/ d IJssel i s v isueel aa ntrekkelijk. Hoewel minder contrastrijk is ook de herkenbaarheid van Gouda als de andere stedelijke pool van deze landelijke rivier duidelijk. Zeer besloten ruimtes, waar vanaf de dijk geen vrij uitzicht mogelijk is, zijn hoofdzakelijk aanwezig in de dorpskernen. Ook ter hoogte van een aantal zellingen is het beeld echter zeer besloten. Doordat deze beslotenheid niet samenhangt met de dorpskernen werkt deze desoriënterend. De herkenbaarheid van de rivier wordt bepaald door de zichtbaarheid van het water en de oevers. Door de hoge ligging van de dijken en de korte afstand tussen rivier en dijken is het water over een groot deel van het traject w aarneembaar. T er h oogte v an d e z ellingen wordt daa rentegen af stand genomen van de rivier en is deze niet zichtbaar. Dit ritme is kenmerkend v oor de H ollandsche I Jssel en v ergroot t evens de herkenbaarheid van de zellingen. Waarneming vanaf het water De waarneming van het plangebied vanaf het w ater verschilt door het lagere standpunt aan zienlijk t en opzichte v an de waarneming v anaf de di jken. In tegenstelling tot het overwegend open, grotendeels landelijke beeld
319.9826.00
Ruimtelijk kader
dat vanaf de dijken waarneembaar is komt het plangebied vanaf het water over als een sterk verstedelijkte rivier. De zuidoever wordt over de gehele lengte geflankeerd doo r een t amelijk d icht b ebouwingslint m et v erschillende bedrijven op de zellingen. Dit stedelijke lint geeft geen aanwijzingen omtrent de e norme open ruimte di e da arachter l igt. D e no ordoever bi edt vanaf het water een veel diverser beeld met een afwisseling van stedelijke, groene en " open" wanden. D it v erschil tussen n oord- en z uidoever v anaf het w ater d raagt bi j aa n d e he rkenbaarheid e n i dentiteit v an de Hollandsche IJssel. De ruimtematen zijn vanaf het water aanzienlijk kleiner dan vanaf de dijken en langgerekt van vorm. De lengte van deze ruimtematen wisselt sterk en varieert van 0,5 tot 2,5 km. In de m eeste bui tenbochten z ijn s tedelijke f uncties v oor of a chter de di jk gelegen, waardoor het stedelijke karakter van de rivier vanaf het water nog eens w ordt g eaccentueerd. F raai i s de ligging v an d e k erktoren v an O uderkerk in de as van de buitenbocht waardoor deze voor scheepvaartverkeer vanuit beide richtingen in de as van de rivier ligt. Andere interessante punten vanaf het water zijn de versmalling van de bedding ter hoogte van Moordrecht-Gouderak en de groene elementen bij Capelle aan den IJssel die opvallend contrasteren in het stedelijke gebied.
4.2. Waardering en wensen Uit de an alyse en de v erschijningsvorm z ijn d e v olgende sterke pu nten naar voor gekomen, die van belang zijn bij het verbeteren van het oeverbeeld. Deze positieve punten dienen behouden en versterkt te worden. Het betreft: opvallende getijdenwerking die zelfs bij steile oevers zichtbaar is; grote natuurlijke dynamiek, w aardoor een snelle ontwikkeling van vitale oeverecosystemen mogelijk is; een aantrekkelijk woon- en werkmilieu; grote ruimtelijke dy namiek en be stuurlijke c onsensus over ge wenste ontwikkelingsrichting w aardoor een a angrijpingspunt v oor k waliteitsverbetering aanwezig is;
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
21
-
veel be woners z oeken contact m et de rivier, w aardoor dr aagvlak e n mogelijkheden ontstaan voor een nieuwe vormgeving van de oevers.
Daarnaast is sprake van een aantal zwakke punten. De gewenste verbetering van de inrichting van de oevers richt zich met name op het wegwerken van deze zwakke punten. Het gaat om: steile wanden en puinoevers die het beeld op een groot aantal plekken bij de zellingen overheersen; geringe beschikbare ruimte in het natte profiel (vaargeul); veel v erschillende overheden m et z eggenschap over d e o everzone en weinig onderlinge afstemming. Uitgaande van het gewenste beeld zoals is beschreven in het Beeldkwaliteitplan H ollandsche I Jssel w ordt hi erna per f unctie aang egeven w elke ontwikkelingsrichting gewenst is. Op basis van deze waardering zijn richtlijnen opgesteld voor de onderscheiden functies wonen, werken, natuur en recreatie. N aast d e v erschillende f uncties i s h et v erschil i n l igging bi nnen en b uiten d e kernen ( figuur 12 ) m aatgevend v oor d e ge wenste o ntwikkelingsrichting van de oevers, respectievelijk een min of meer natuurlijke oever of een meer cultuurlijke, stedelijke, steile oever. De volgende uitspraken uit het Beeldkwaliteitplan zijn voor alle oeverfuncties richtinggevend: de oev ers zijn i n de d orpskern " hard" e n daa rbuiten zoveel m ogelijk "zacht"; damwanden buiten de kernen die niet noodzakelijk zijn verwijderen; oeverbeplanting in de kernen is meer cultuurlijk van karakter en daarbuiten meer natuurlijk (figuur 7); kades met verlaagd deel aan het water in de k ernen, waar m ogelijk een flexibel verlaagd terras, of boulevard (figuur 8); glooiende, groene oevers buiten de kernen; de glooiende oevers krijgen een profiel dat geschikt is voor in en uit het water komende dieren;
319.9826.00
Ruimtelijk kader
-
-
de oev ers aan de r anden van de d roogmakerijen w orden ov er een grote l engte geschikt g emaakt v oor recreatie; aa n de zijde v an de Krimpenerwaard l igt d e nadruk op n atuurontwikkeling en worden kleine besloten plekken voor recreanten gemaakt; havens worden zo aangelegd dat ze een vizier op het water vormen.
Wonen Op ba sis v an het B eeldkwaliteitplan geldt dat bi j e en pr ivé-tuin aan het water de w oning m inimaal 20. 00 m v an het w ater af s taat, om aan t e sluiten bij de schaal van de rivier. Wanneer woningen op de zellingen als complexen di chter bij de r ivier s taan z ou de p rivé-buitenruimte i ntern en als onderdeel van de architectuur moeten worden opgelost. Op basis van het Beeldkwaliteitplan worden vrijstaande woningen, beperkt geschakelde woningen en wooncomplexen onderscheiden. Voor de wooncomplexen geldt dat d eze, i n de kernen of s tedelijke gebi eden, wél v an een harde oever kunnen worden voorzien wanneer de architectuur en integratie v an bui tenruimte aanl eiding gev en om af t e w ijken v an het "groene/zachte" oeverbeeld. Damwanden z ijn i n w oongebieden buiten de kernen on gewenst. E en zachte oever is daar gewenst ( figuur 5 en 6) . In de k ernen op bijzondere plekken is een in samenhang met de architectuur en omgeving ontworpen steile oever goed inpasbaar. In het huidige beeld is de verhouding tussen de bebouwingshoogte op de oever en de (veelal even hoge) damwanden op v ele plaatsen zoek. Hierdoor heeft de rivier plaatselijk het aanzien van een langgerekte waterbak. Deze aanblik is vanaf het water en de oever aan de overkant onaantrekkelijk. Doordat de woningen zeer hoog aan een steile oeverwand staan is er nauwelijks contact m et he t w ater m ogelijk. D e ruimtelijke e n f unctionele relatie tussen het wonen en de r ivier is zwak. Door uitbouwen van terrassen en het aanbrengen van trapjes wordt in de praktijk getracht de relatie te v ersterken. D eze constructies geven ui tdrukking aan d e wens om d e gebruiks- en v erblijfsmogelijkheden aan het water te vergroten, m aar k omen de uitstraling van het oeverbeeld niet ten goede.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
23
Het o ntwikkelen v an w oningbouw op zellingen i s v an r ecente datum en hangt v eelal direct s amen m et het s aneren v an v oormalige be drijfsgronden. O mdat dergelijke l ocaties aan d e r ivier een i nteressant e n u niek woonmilieu bieden staan dez e pl ekken onde r g rote r uimtelijke d ruk, wat ook blijkt uit de ( te) smalle maatvoering van de oev ers. Om toch een t uin aan het water te kunnen realiseren wordt gekozen voor een damwand die het oeverbeeld te hard en steil maakt. In verhouding tot de hoogte van woningen z ijn dergelijke d amwandoevers r elatief h oog e n be eldbepalend. Wanneer de w oningen dicht op de oev er s taan versterken z e ongewenst het steile en hoge karakter van de oever. Dit is met name op de zellingen beeldverstorend. In gemengde woongebieden, zoals centraal in een kern aan de rivier, kan een ha rde oever e chter b ijdragen aa n het beel d d oor het v ersterken v an de stedelijkheid en daarmee aan het gewenste ruimtelijke contrast tussen kernen en d e m eer open gebi eden. S teile/harde o evers i n de vorm v an damwanden sluiten q ua gew enste be eldkwaliteit e chter ni et aa n bi j de veelal historische bebouwing of juist bij de moderne architectuur. Werken In het B eeldkwaliteitplan i s a angegeven dat " bedrijven h un t errein z o i nrichten dat bijbehorende vrachtwagens op het terrein worden gestald zodat het openbaar gebied hiermee niet wordt belast". De open bedrijfsterreinen langs de Hollandsche IJssel worden als voorkant behandeld omdat de i nrichting hi ervan v anaf het openb aar g ebied ( het w ater en de o verzijde) zichtbaar en ervaarbaar is In het hui dige beel d i s d e pr esentatie v an bedr ijfsgebouwen e n het be drijfsterrein naar de rivier niet optimaal, veelal wordt het beeld van de oever b epaald door a chterkanten en op slag. I n e en aantal gev allen is d e beeldkwaliteit v an de o ever z eer l aag doordat de oevers door de aan liggende bedrijven zijn verstevigd met puin in vele soorten en maten. Het geheel straalt veelal verwaarlozing uit. Deze oevers zijn als achterkant in gebruik t erwijl het f eitelijk o m beel dbepalende zones i n een l andschappelijk waardevol gebied gaat. Verbetering van de uitstraling en een behandeling als voorzijde is dan ook gewenst.
319.9826.00
Ruimtelijk kader
De levendigheid van watergebonden bedrijven aan de rivier uit zich in de oeverzone met name in laad- en losmogelijkheden. Omdat deze bedrijvigheid karakteristiek i s v oor d e rivier s luiten dam wandoevers ten behoeve van laden en lossen aan bij het gewenste beeld maar uitsluitend wanneer de totale l engte v an dez e s teile hog e oe vers b eperkt bl ijft en functioneel is. De hoogte van laad- en losinstallaties (kranen en dergelijke) verhoudt zich goed tot de hoge damwanden. Natuur Voor d e n atuurgebieden g eldt het ui tgangspunt d at i n het B eeldkwaliteitplan i s aa ngegeven: de n atuurontwikkeling op de o evers h eeft een m anmade k arakter, en moet v oldoen aan de k arakteristiek van de z oetwatergetijrivier (figuur 7). Er zijn langs de rivier slechts enkele als natuurgebied vormgegeven zellingen die een i nteressante v ariatie i n het oeverbeeld v ormen. D eze br ede, zeer z acht g looiende oev ers g even e en r uimtelijke v erbreding v an het beeld wat van belang is voor de beleving van het oorspronkelijke karakter van de rivier en de diversiteit. Steile oevers zijn ongewenst met het oog op de ecologische betekenis van deze oevers en de beleving van deze groengebieden. Groen/recreatie De oevers v an de r ecreatiegebieden z ijn ov er het al gemeen i ngericht al s groene zone die z ich kenmerkt door een flauw talud en goe d past bij het karakter van de rivier. In een aantal gevallen is een stenige oever aanwezig die afbreuk doet aan het groene beeld van de recreatiegebieden. Bij de i nrichting van nieuwe recreatieoevers zijn zachte, toegankelijke oevers g ewenst i n de v orm van f lauwe grashellingen, overgaand i n f lauwe oevers met slik en/of moerasvegetaties. Conclusie In pr incipe zijn ho ge steile oev ers, bijvoorbeeld i n de v orm v an dam wanden, uit een oogp unt van beeldkwaliteit ongewenst met name bij de f uncties nat uur e n r ecreatie. B ij de w oongebieden i s e en hog e ha rde oev er veelal ong ewenst aa ngezien v aak het functionele c ontact v an d e oev er met de r ivier al smede de o ntwikkeling v an " groene" oev ers onmogelijk
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
25
wordt gemaakt. Op een aantal plekken binnen de kernen zijn harde oevers goed d enkbaar, m its de v ormgeving w ordt af gestemd op de o mgeving. Door het aa ngeven v an zones, of s trategische pl ekken, di ent i nzicht t e worden gegeven in de mogelijkheden voor steile oevers. Figuur 11 vormt de bas is hi ervoor en z al per gem eente m oeten w orden ui tgewerkt. D eze oevers m oeten e en m eerwaarde o pleveren, bi jvoorbeeld al s openbare kade of een in s amenhang met de w oning ontworpen buitenruimte. Waar op zellingen bed rijven a anwezig z ijn of ont wikkeld w orden, z ijn s teile oevers v eelal f unctioneel hoewel oo k dan zeer ho ge dam wanden on gewenst zijn vanuit het oogpunt van beeldkwaliteit. De mate van riviergebondenheid v an de bed rijven is daa rbij v an i nvloed op de aanv aardbaarheid van hoge damwanden. Zoals in figuur 5 i s te zien draagt een zone met beplanting vóór de oever bij aan e en natuurlijker e n m eer s amenhangend b eeld. D eze ruimtelijke samenhang betreft zowel de sterkere beeldrelatie van het gebouw met de rivier als de relatie tussen naast elkaar gelegen bebouwde gebieden. In al gemene zin wordt het w ensbeeld gevormd do or een f lauw hellende oever met beplanting in de vorm van een grashelling of een rietkraag vóór de oever. De oever dient echter steeds in relatie tot de betreffende locatie te w orden be zien. E en oe ver di rect l angs de di jk i s ande rs d an d e oev er van ee n zelling, en i n de do rpskern zal de oev er een andere uitstraling moeten hebben dan daarbuiten in bijvoorbeeld een natuurgebied. Het ontwerp van oeveroplossingen in de vorm van een glooiende oever met lage damwand en het realiseren v an v lot- of drijfconstructies ( figuur 8) z ijn kansrijke opties voor het ontwikkelen van een gewenst oeverbeeld dat tegelijkertijd interessante gebruiksmogelijkheden biedt. In de volgende paragraaf wordt hier nader op ingegaan. Naast de indeling in functies en de algemeen gewenste beeldkwaliteit bepaalt de betekenis van de plek mede welke vormgeving van de oever gewenst is. Wanneer steile oevers door de bijzonderheid van een plek in een kern worden toegestaan is welstandstoetsing van groot belang (zie 4.4).
319.9826.00
Ruimtelijk kader
4.3. Richtlijnen oevers Aan d e h and v an de ge formuleerde wensen zoals a angegeven i n he t Beeldkwaliteitplan en voorgaande par agraaf is het w ensbeeld voor de inrichting/vormgeving v an d e oev er ui tgewerkt en zijn r ichtlijnen o pgesteld om de gewenste vormgeving te kunnen sturen. Hiermee kan het gewenste beeld worden gestuurd bij plantoetsing door middel van het bestemmingsplan. De richtlijnen worden hierna per functie puntsgewijs omschreven, in hoofdstuk 5 wordt nader op de bestemmingsregeling ingegaan. De a angegeven m aatvoering i s geb aseerd op h et g etijdenverschil en d e gewenste maatverhouding tussen bebouwing en oev er. Voor woningen is er v an uitgegaan d at het onderlopen v an ee n be perkte ruimte i n de t uin voor een deel van de tijd (hoog water) acceptabel is. Voor bedrijfskavels is er v an ui tgegaan dat di t i n pr incipe o ngewenst i s waardoor d e m aximale rechtstand hoger m oet z ijn dan h et get ijdenverschil v an 1. 70 m. D e richtlijnen zijn in figuur 9 en 10 in beeld gebracht. Ten aan zien v an de w enselijkheid v an bepa alde vormen v an oeverbescherming wordt onderscheid gemaakt tussen: de omvorming van bestaande (steile) oevers; de ont wikkeling v an ni euwe o evers ( bij s anering/herinrichting van zellingen). De mogelijkheden voor het realiseren van het gewenste oeverbeeld zijn in bestaande situaties anders − beperkter − dan bij nieuwe situaties. Het ambitieniveau bij nieuwe oevers is dan ook hoger. Omvorming bestaande oevers Ten aanzien van de transformatie van zellingen met een bestaande woonfunctie wordt onderscheid gemaakt in een drietal hoofdgroepen: 1. terrasoevers in combinatie met een flauwe oever'; 2. een vooroeverconstructie; 3. vlotconstructies. 1. Terrasoever/flauwe oever Bij deze oevers kan de buitenruimte bij de woning met maximaal 2.00 m in de richting van de rivier worden uitgebreid indien de bestaande steile wand minimaal 2 .00 m w ordt " teruggelegd" i n de v orm v an e en ni euwe steile
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
27
wand di e m aximaal 1. 00 m hoog m ag z ijn. Het resterende hoogteverschil tussen h et l aagste t erras en de rivierbodem dient door m iddel van een flauwe oever (1:2 of flauwer) te worden overbrugd. Deze omvorming heeft als v oordeel dat de b estaande s teile wand w ordt v erlaagd en er ee n nieuwe flauwe, zachte oever wordt gecreëerd. Van de aangegeven maatvoering kan worden afgeweken indien het laagste terras onder de vloedlijn komt t e l iggen of i ndien i n het nat te pr ofiel onv oldoende r uimte bes chikbaar is. 2. Vooroevers Door middel van een vooroever tot iets boven het ebniveau kan een zone met biezen en riet worden ontwikkeld. Daartoe wordt achter de vooroever de rivierbodem opgehoogd tot een flauwe helling rond het ebniveau. Voor een landschappelijk (en ecologisch) voldoende omvang van de moerasoever is een minimale breedte van 5.00 m vereist. 3. Vlotconstructie Door de ont wikkeling van een r eeks geschakelde vlotten die met het getij mee kunnen bewegen, kan het oeverbeeld aanmerkelijk verzacht worden. De bovenkant van dergelijke vlotten dient na het opbrengen van een decimeter (schoon) rivierslib rond het waterpeil te liggen. Dergelijke constructies z ijn op k leine s chaal in stedelijke w ateren r eeds jaren in ge bruik en blijken snel b egroeid te r aken met k arakteristieke pl antensoorten. D e onderkant van de vlotten blijkt, afhankelijk van de constructie, begroeid te raken m et onder m eer d riehoeksmosselen di e een groot w aterzuiverend vermogen hebben. Om langs de Hollandsche IJssel het gewenste visuele effect te b ewerkstelligen wordt ge dacht aan een m inimale maat van 4. 00 bij 20. 00 m, aan sluitend b ij de s chaal v an de r ivier. O verwogen kan w orden om in een reeks van "moerasvlotten" een vanaf de oever toegankelijk "terrasvlot" op te nemen als visstek of rustpunt in een recreatieve route. Bij de omvorming van steile oevers ter plaatse van zellingen met bedrijven wordt ev eneens gestreefd naa r v ooroevers en v lotten m et ee n vergelijkbare maatvoering als bij woonfuncties. De ontwikkeling van de combinatie terrasoever/flauwe oever wordt bij bedrijven niet reëel geacht.
319.9826.00
Ruimtelijk kader
De aanwezigheid v an ho ogteverschillen i s waarschijnlijk ni et w erkbaar bij opslag van materialen. Flauwe oevers zijn onbruikbaar bij bedrijven die de rivier benutten als transportroute. Vormgeving nieuwe oevers Wonen Bij de ontwikkeling van nieuwe woonfuncties met tuinen aan het water − en dus nieuwe oevers − dient het hoofdgebouw minimaal 20.00 m afstand te houden t ot de ebl ijn o pdat v oldoende r uimte be schikbaar i s voor een glooiende groene oever. Deze gewenste afstand is van toepassing op i ndividuele of kleine c lusters v an ge bouwen e n heef t t e m aken met de grootte v an de r uimte t en op zichte v an de rivier. Wanneer w oningbouwcomplexen o f w oningen dichter bi j h et w ater worden ge bouwd z al de vormgeving van de oever en de privé-buitenruimten moeten worden opgenomen in de architectuur van de woning. Verder i s de c ombinatie van t errassen en f lauwe oevers ov er het al gemeen gewenst, waarbij de rechtstand niet hoger is dan 1.00 m om tot een stapsgewijze, terrasvormige oplossing te komen. De richtlijnen zijn: hoogte verticaal element/rechtstand maximaal 1.00 m; de oev ervormgeving i s a fhankelijk v an de af stand v an het ho ofdgebouw tot eblijn; relatie wonen en water vormgeven; oeverhelling 30º-45º. In be staande s ituaties zijn v eelal s teile oev ers aa nwezig w aarvan he t beeld verbeterd kan worden door de volgende richtlijnen te hanteren: tuin reconstrueren met terrasconstructie; vlot (boot, tuin+); rietbeplanting/vooroever. Dit l evert oo k een s terkere f unctionele r elatie ( bereikbaarheid) m et het water op. Werken Bij het opstellen van richtlijnen voor nieuwe oevers wordt onderscheid gemaakt t ussen r iviergebonden en ov erige bedrijvigheid. B ij de eerste categorie zijn steile oevers functioneel. De hoogte van deze oevers is niet aan
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
29
een gr ens gebonden, no ch de af stand van de be bouwing tot het water. Voor r iviergebonden be drijvigheid on derstreept ee n steile oev er als l aaden loszone de relatie met de rivier. Bij n iet-riviergebonden be drijvigheid i s de af stand v an be bouwing t ot het water ni et ger egeld m aar m ogen steile oev ers m aximaal 2. 00 m ( ten op zichte van de eblijn) hoog zijn. Bij de aanleg van een vooroeverconstructie met een m inimale br eedte v an 5. 00 m ac hter de v ooroever i s een dam wand van maximaal 4.00 m hoogte toegestaan. Voorkomen moet worden dat pui noevers ontstaan v an al lerhande r estmaterialen. O ok opslag v an materialen direct langs het water verstoord het beeld doordat de oever zelf niet meer als zodanig herkenbaar is. Daarom dient in elk geval een zone van m inimaal 3. 00 m v rijgehouden t e worden v an opslag en storten v an materialen. In de meeste gevallen zal de lokale situatie leiden tot de wens om ee n b redere oeverzone v rij t e hou den. U it l andschappelijk oogpunt i s een maat van circa 30.00 m gew enst, maar dit is qua bedrijfsvoering niet altijd haalbaar. De breedte van de z one waar opslag ongewenst is wordt steeds bepaald door de afweging tussen het belang van het bedrijf en van de l andschappelijke kwaliteiten. De richtlijnen zijn: hoogte rechtstand maximaal 2.00 m; hoogte r echtstand m aximaal 4. 00 m i ndien 5. 00 m br ede v ooroever (stortstenen en riet) gerealiseerd wordt, waar mogelijk zal een bredere rietzone (10.00 m) worden nagestreefd; geen opslag/stort binnen 3.00 m vanaf eblijn; oriëntatie be drijven ook n aar r ivier/presentatie-zone; v oor geb ouwen geldt geen minimale afstand tot eblijn. In bestaande situaties is het gewenst om bij niet-riviergebonden bedrijven het beeld van een hoge steile oever te transformeren door het aanbrengen van een v lotconstructie. Deze di enen r obuust t e zijn v ormgegeven, pas send bij de schaal van de rivier. Een inrichting met grootschalige kunstobjecten i s d enkbaar. O ok kan w orden g edacht aa n o everconstructies v an breuksteen voor de bestaande damwand om het beeld te verbeteren. Een en ander kan bijdragen aan het imago van het bedrijventerrein.
319.9826.00
Ruimtelijk kader
Wanneer stort en opslag of een achterkant aanwezig is dan is het gewenst bij veranderingen (inrichtings/bouwplannen) de gebouwen en inrichting van de oever zodanig vorm te geven dat een representatieve zijde ontstaat. Natuur Ten aanzien van nieuwe natuurgebieden gelden de volgende richtlijnen: natuurlijke oever met k arakteristieke overgang k aal s lik, s lib, biezen, riet (figuur 7); zachte oever; geen bebouwing en geen stenige verharding nabij oever. In bestaande natuurgebieden is het voor het beeld en de landschappelijke waarden van belang om geen nieuwe onderbrekingen van de natuurvriendelijke oever toe te staan en vervanging en verharding in de vorm van paden en bebouwing waar mogelijk te voorkomen. In geval van harde oeverdelen is een vooroeverconstructie ter versterking van het natuurlijk karakter gewenst. Recreatie In nieuw te realiseren recreatiegebieden gelden de volgende richtlijnen: geen rechtstand toegestaan; geen bebouwing nabij oever; groene zachte oever; riet + gras als beeldbepalende materialen; glooiende oever, 30º. In bes taande r ecreatiegebieden kan een vooroeverconstructie het gr oene karakter bevorderen en is extra verharding/verstening ongewenst. Het gewenste oeverbeeld wordt nagestreefd door een aantal spelregels te hanteren bi j het t oetsen v an i nrichtingsplannen. Deze s pelregels dienen via t wee sporen v erankerd t e w orden i n het gemeentelijk beleid, namelijk middels het bestemmingsplan en de welstandstoetsing. In hoofdstuk 5 worden de richtlijnen aangegeven die kunnen worden vastgelegd in het bestemmingsplan. In paragraaf 4.4. is een overzicht van mogelijke welstandsrichtlijnen opgenomen.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
30
4.4. Welstandstoetsing Naast de richtlijnen die verankerd kunnen worden in het bestemmingsplan zijn er een aantal beeldkwaliteitsaspecten die betrekking hebben op vormgeving en materiaal- en kleurgebruik. Wanneer het gaat om deze aspecten gelden ont werpmarges di e ni et i n har de c riteria kunnen w orden vastgelegd, maar wel in richtinggevende uitspraken. De flexibiliteit zit in de mogelijke ontwerpoplossingen. In hoofdlijn gaat het om de volgende welstandstoetsing: gestreefd wordt naar afstemming van de vormgeving van individuele oevers o p d e di recte omgeving en het k arakter van de H ollandsche IJssel; eenduidigheid in maatvoering en samenhang voor vergelijkbare oeveroplossingen. De richtinggevende uitspraken zoals opgenomen in het Beeldkwaliteitplan vormen de basis voor de in het kader van de wijziging van de Woningwet verplicht op te stellen Welstandsnota. In dit verband worden deze uitspraken gezien als welstandseisen. Hieronder wordt een aantal algemene welstandcriteria voor de gewenste beeldkwaliteit v an d e oev ers a angegeven en vervolgens worden deze per functie benoemd. Inrichtingsaspecten Welstandcriteria ui t het B eeldkwaliteitplan v oor d e i nrichting v an oev ers zijn: de robuustheid van het landschap komt tot uitdrukking in de vormgeving en materialisering van nieuwe ontwikkelingen; aansluiten bij het karakter van de werkrivier door gebruik van hedendaagse materialen en ontwerpen; eerlijke materialen: zichtbaar en beleefbaar hout, staal, steen. De inrichting van een individueel perceel kan deze (gewenste) landschappelijke waarden aantasten. Continuïteit en samenhang in de inrichting van de rivieroever dient dan ook nagestreefd te worden binnen de aanwezige diversiteit aan functies.
319.9826.00
Ruimtelijk kader
32
Om t ot r ealisatie v an h et gewenste m ateriaalgebruik i n het oeverbeeld t e komen zijn randvoorwaarden aangegeven in bijlage 2.
-
Stedelijke gebieden Waar s teile hoge oev ers w orden t oegestaan, na melijk i n t e beno emen strategische locaties in de kernen (figuur 12), is het gewenst de hoogte te beperken en de vormgeving af te stemmen op de bijbehorende functie. Dit kan bi jvoorbeeld b etekenen dat het o ntwerp v an de oever i n h et ontwerp van de a rchitectuur v an e en ge bouw moet w orden m eegenomen, of dat een gemetselde kade gewenst is in een haventje als passend bij de a anwezige cultuurhistorische bebouwing.
-
Voor elke functie geldt dat op markante, betekenisvolle locaties incidenteel kan worden afgeweken v an de m aatvoering m its e r een ontwerp i s da t vanuit het beeld van de rivier is ontstaan, dat uniek is en bij voorkeur openbaar toegankelijk. Te den ken valt aan bi jzondere f uncties v oor specifiek aan t e w ijzen locaties zoals ee n m olen, een j achthaven, een ui tzichtpunt. V aak bet reft het hier oevers grenzend aan het openbaar gebied of een wooncomplex. Voor het toestaan van steile oevers in de kernen en verbijzonderingen gelden voor de "rode" ankers, zoals aangegeven in het beeldkwaliteitplan (zie figuur 12) als basis, alsmede de kernen Moordrecht/Gouda, Ouderkerk en het centrum v an Krimpen/Capelle en p laatsen w aar in het verleden ac centen zijn geweest (zoals bijvoorbeeld molens). Welstandscriteria per functie Hieronder wordt per functie puntsgewijs aangegeven welk beeld wordt nagestreefd waarbij v oor he t gew enste materiaalgebruik w ordt v erwezen naar de reeds genoemde algemene en inrichtingscriteria. De fotobladen geven een indruk van gewenste en ongewenste vormgeving van de oevers. -
-
-
De relatie t ussen h et w onen e n d e r ivier ( water) dient na drukkelijk vorm t e krijgen, de oev erconstructie i s dan oo k o nderdeel v an het architectonisch en landschappelijk ontwerp. Vlotconstructies di enen q ua m aat afgestemd t e zijn op de m aat v an de rivier (4.00x20.00 m). Reeds be staande get oetste v lotconstructies zijn bepalend v oor de vormgeving van anderen in dezelfde omgeving. Stalen damwanden zijn ongewenst. Voor o evers i n al s stedelijk gebied aang egeven z ones ( de rode ankers) zijn steile oevers onder voorwaarden toegestaan. Een steil vormgegeven oever is mogelijk bij woningbouwcomplexen in de k ernen, m its de ze en de pr ivé-buitenruimte ond erdeel i s v an de architectuur van de woning. Bij individuele of enkele woningen dient de afstand tot de rivier groter te zijn (circa 20.00 m) en moet een zachte oever worden vormgegeven. Werken Geen ho ge steile oev ers bij ni et-riviergebonden bed rijven, maar ui tsluitend steile functionele oevers voor laden en lossen. Steile oev ers di enen qu a materiaalgebruik a an t e sluiten bi j de robuustheid en het karakter van de rivier. Bij i nrichting en beb ouwing v an bedr ijfsterreinen di ent de oev erzijde als voorkant te worden behandeld.
-
Natuur Natuurlijke k arakteristieke i nrichting z onder b ebouwings- en v erhardingselementen.
-
Recreatie Glooiende groene oevers al dan niet voorzien van rietbeplanting door middel van een vooroeverconstructie.
Wonen Terrasachtige oev erconstructies, m inimale v erticale r echtstanden en een oeverlijn die niet meer dan 45 graden bedraagt.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
319.9826.00
33
5. Juridische planbeschrijving 5.1. Inleiding
vorm van strijdig gebruik. Dit kan met specifieke gebruiksvoorschriften geregeld worden.
In hoof dstuk 4 z ijn wensbeelden gef ormuleerd v oor de i nrichting v an de oevers. Daarbij is de gewenste vormgeving van de oevers uitgewerkt naar vier verschillende functies: wonen, werken, groen/recreatie en natuur.
Een specifiek gebruiksvoorschrift kan worden gebruikt om een ongewenste vorm van gebruik uit te sluiten, zoals opslag.
Gemeenten stellen voor hun gemeentelijk grondgebied bestemmingsplannen v ast w aarin het r uimtelijk b eleid i s v ertaald i n r egelgeving. I n de bestemmingsplanvoorschriften en o p de bestemmingsplankaart kunnen echter uitsluitend voorschriften omtrent het gebruik en het bouwen worden gesteld indien dit door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. In het bestemmingsplan wordt aan de gr onden i n de doeleindenomschrijving een functie in de vorm van een bestemming toegekend met eventuele gebruiksvoorschriften. I n het v erlengde hi ervan k unnen t en behoeve v an deze f unctie bou wwerken w orden t oegestaan. I n de b ouwvoorschriften kunnen beperkingen worden gesteld aan bijvoorbeeld de hoogte, de plaats of de lengte van het bouwwerk.
Ingevolge he t s ysteem v an de W oningwet e n d e Wet op de R uimtelijke Ordening di enen aanvragen o m b ouwvergunning z owel aa n h et be stemmingsplan als aa n de eisen v an welstand t e worden get oetst. I ndien d e gemeenteraad het beleid voor d e v isuele kwaliteit van de ge bouwde om geving heeft gef ormuleerd en ope nbaar gem aakt dient de aanvraag v oor bouwvergunning v oor d at bouwwerk a an di t b eleid t e w orden getoetst. I n het B eeldkwaliteitplan i s het w elstandsbeleid gef ormuleerd. H ieraan kunnen de criteria worden ontleend die van belang zijn voor het welstandstoezicht. I n pa ragraaf 4. 4 z ijn de w elstandseisen geformuleerd di e v oortvloeien ui t de in de voorgaande hoof dstukken gef ormuleerde w ensbeelden.
Ook kunnen er v oorschriften w orden g egeven m et betrekking t ot het ui tvoeren v an werken en w erkzaamheden di e gee n bou wwerken zijn. D e aanlegvergunning k an i n een be stemmingsplan worden v oorgeschreven ter be scherming v an v oor een t oekomstige bestemming conditionele waarden of e igenschappen v an een g ebied, of t er bescherming v an ee n verwerkelijkte waardevolle bestemming. Bij het opnemen van een aanlegvergunningvereiste v oor b epaalde werken en werkzaamheden moet e r sprake zijn v an ee n rechtstreeks v erband t ussen b estemming en aanl egvergunningvereiste. E rvan uitgaande dat de l andschappelijke w aarde v an de Hollandsche I Jssel en de d aarvan deel ui tmakende o evers m et nam e ook bepaald wordt door de inrichting en vormgeving van de oevers, zijn er mogelijkheden om be paalde werkzaamheden a an een a anlegvergunningplicht te koppelen. Het gaat dan om werken en w erkzaamheden waarvan het van belang is dat zij op een bepaalde manier worden uitgevoerd. Het heeft immers geen zin om voor werken en werkzaamheden die in strijd zijn met de bes temming ee n a anlegvergunning t e ei sen. H et bet reft d an een
Schematisch zien de mogelijkheden voor het regelen van de inrichting van oevers in het bestemmingsplan er als volgt uit:
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Tabel 1 Mogelijkheden bestemmingsplan RIVIERZONE met LANDSCHAPSWAARDEN Doeleinden Bouwvoorschriften Gebruik
X
Bouwwerken
X
Overige werken en werkzaamheden
X
Aanlegvergunningvoorschriften
Gebruiksvoorschriften
Welstandseisen
X X
X X
319.9826.00
Juridische planbeschrijving
Hierbij dient opgemerkt te worden dat de waterbeherende instanties naast de regeling in het bestemmingsplan en via welstand hun ei gen spoor van vergunningverlening hebben, met als doel de waterstaatkundige werken te beschermen in het k ader van d e w aterhuishouding, de waterkering, dan wel de doorstroming van de rivier en scheepvaart In tabel 2 is aangegeven welk wensbeeld via welk instrument te regelen is. De wensbeelden die d e b estaande ha rde o evers e n dam wanden z achter en gr oener maken z ijn m inder eenv oudig t e r ealiseren. V oor enkele v an deze w ensbeelden zijn ge en i nstrumenten be schikbaar. V oor h et aanl eggen van een tuin met een terrasconstructie bij een bestaande woning bijvoorbeeld hoeft geen vergunning te worden aangevraagd en vindt dus op geen enkel m oment bi j d e gemeente t oetsing aa n de geno emde w ensbeelden plaats. I n t abel 2 z ijn de ze w ensbeelden t e he rkennen aan he t ontbreken van kruisjes onder de diverse instrumenten. Deze wensbeelden zijn derhalve niet via het bestemmingsplanspoor of het welstandspoor t e regelen. R ealisering van de ze wensbeelden i s af hankelijk van de bereidheid van de initiatiefnemer de rivier "mooier" te maken.
5.2. Bestemmingsregeling
34
Aan de gronden dient tevens de functie van oeverbescherming te worden toegekend. Het i s d oelmatig de ze f unctie i n e en m edebestemming i n plaats van in de bestemmingen ten behoeve van de samenvallende functies op te nemen, omdat hier het belang van de continuïteit en de samenhang i n d e i nrichting v an de r ivieroever i n het ged ing i s. I n s amenhang hiermee is het mogelijk voorzieningen ten behoeve van oeverbeschoeiing toe te staan waarvoor bepaalde voorschriften kunnen worden opgenomen en w aarvoor beperkingen kunnen worden opg enomen m et bet rekking t ot de gebruiks- en bouwvoorschriften van de bestemmingen die mogelijk zijn op basis van de andere functies. Voor de gehele rivier met de aangrenzende gronden tot aan de top van de beide di jken dient der halve een gebi edsdekkende m edebestemming " Rivierzone met l andschapswaarden" t e worden op genomen. E en uitsnede van hoe zo'n bestemmingsplankaart er dan ui tziet is opgenomen i n de f iguur V oorbeeld ui tsnede bestemmingsplankaart. N aast de ze medebestemming bl ijven de, i n d e r eeds v igerende b estemmingsplannen o pgenomen be stemmingen m et bi jbehorende ge bruiks- en b ouwvoorschriften voor deze gronden o nverkort v an t oepassing. I n de r egels v an d e m edebestemming R ivierzone m oet ook d e v erhouding m et de s amenvallende bestemmingen worden opgenomen.
De Hollandsche IJssel is een landschappelijk waardevol gebied, waar met name de c ontinuïteit en d e s amenhang v an d e aa n de rivier gr enzende gronden v an belang z ijn, a lsmede d e di versiteit v an de v ier v erschillende onderliggende functies wonen, werken, recreatie/groen en natuur. Niet zozeer de individuele percelen zijn als zodanig als landschappelijk waardevol aan te wijzen maar wel het grote geheel. De inrichting van een individueel perceel kan deze (gewenste) landschappelijke waarden zodanig aantasten dat er voldoende ruimtelijke motieven zijn om aan het gebruik en de inrichting van de gronden gelegen langs de Hollandsche IJssel beperkingen op te l eggen. T eneinde bov engenoemde w ensbeelden t e k unnen v ertalen i n bestemmingsplanvoorschriften i s het nood zakelijk d at de l andschappelijk waardevolle betekenis v an de r ivier wordt t oegekend a an het g ebied v an de rivier zelf en de direct aangrenzende gronden.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
319.9826.00
Juridische planbeschrijving
35
Tabel 2 Vertaling wensbeelden FUNCTIES
WENSBEELDEN
INSTRUMENTARIUM bestemmingsplan bouwvoorschriften
WONEN NIEUW
Hoogte verticale element/rechtstand max. 1 meter
aanlegvoorschriften
gebruiksvoorschriften
x
x
Materiaalgebruik damwand
x
Afstand bebouwing tot eblijn
x
relatie wonen en water vormgeven
x
oever 30º -45º WONEN BESTAAND
welstand
x
tuin met terrasconstructie vlot (boot, tuin)
x
x
geen rechtstand toegestaan
x
x
geen bebouwing nabij oever
x
rietbeplanting RECREATIE/ GROEN NIEUW
groene zachte oever
x x
riet + gras RECREATIE/ GROEN BESTAAND WERKEN/ BEDRIJVEN NIEUW
x
glooiende oever, 30º
x
vooroeverconstructie ter bevordering groen karakter
x
geen extra verharding/verstening
x
hoogte rechtstand maximaal 2 meter
x
x
x
materiaalgebruik damwand
x
stortstenen oever + riet
x
geen opslag/stort binnen 3 meter vanaf eblijn
x
oriëntatie bedrijven ook naar rivier/presentatiezone: gebouwen geen min afstand tot eblijn WERKEN/ BEDRIJVEN BESTAAND
vlot (riet, kunst)
x x
vooroever NATUUR NIEUW
natuurlijke oever met karakteristieke overgang zachte oever geen bebouwing nabij oever
x x
geen stenige verharding nabij oever NATUUR BESTAAND
geen nieuwe onderbrekingen natuurvriendelijke oever geen vervanging bebouwing vooroeverconstructie ter bevordering natuurlijk karakter
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
x x
geen vervanging verharding
STEDELIJK GEBIED
x x
Verticale rechtstand mogelijk
x x x x
319.9826.00
Juridische planbeschrijving
Doeleindenomschrijving In de doeleindenomschrijving zullen b ovengenoemde f uncties t ot ui tdrukking komen. Deze is als volgt geformuleerd: Doeleindenomschrijving 1. De gronden aangewezen voor Rivierzone met landschapwaarden zijn mede bestemd voor: a. behoud en de ontwikkeling van de aan de rivier gebonden landschappelijke waarden in de vorm van: de identiteit van de rivier als een samenhangend gebied met bijzondere kwaliteiten; de landschappelijke herkenbaarheid van de zoetwatergetijderivier de visueel-ruimtelijke belevingswaarde (beeldkwaliteit) van de rivier vanaf het water en de dijken; het realiseren van een met de zoetwatergetijderivier samenhangende inrichting van oevers; b. gebruik ten behoeve van de bescherming van de oevers; en in samenhang daarmede voor de daarmee samenvallende bestemmingen met de daarbijbehorende gebruik- en bouwvoorschriften. Beschrijving in hoofdlijnen In de B eschrijving in hoofdlijnen wordt uiteengezet over welke landschappelijke waarden de Hollandsche IJssel beschikt en welke beleidsuitgangspunten hieraan ten grondslag liggen. Beschrijving in hoofdlijnen 2. De Hollandsche IJssel is een zoetwatergetijderivier op de overgang van Randstad naar Groene Hart. In toom gehouden door steile, hoge dijken verbindt de rivier enerzijds dorpen en steden, maar vormt ze anderzijds een barrière tussen grotere landschappelijke eenheden. Vanaf het water heeft de rivier vooral een stedelijk en industrieel karakter dat met name bepaald wordt door de inrichting en het gebruik van de zellingen. Vanaf de dijken bepalen de rivier en de open veenweidegebieden het beeld.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
36
Het ruimtelijk beleid voor de Hollandsche IJssel is vastgelegd in de Structuurschets Hollandsche IJssel, het Beeldkwaliteitsplan en het Oeverplan en gericht op: versterking van de identiteit van de rivier als een samenhangend gebied met bijzondere kwaliteiten; accentuering van de rivier als verbindend element tussen stedelijke polen en landelijke gebieden door geleding van ruimten en functies (herkenbaarheid, samenhang, afstemming); versterking van de relaties langs en dwars op de rivier. De landschapswaarden zijn gekoppeld aan de bijzondere verschijningsvorm van de rivier, hoog gelegen in het omringende veenweidegebied. Het profiel van de rivier, bepaald door hoge dijken en veelal intensief in gebruik zijnde zellingen, bepaalt mede de identiteit en de herkenbaarheid van de rivier, zowel vanaf het water als vanaf de dijken. Ten aanzien van de landschapswaarden is het beleid meer specifiek gericht op: het versterken van de landschappelijke herkenbaarheid van de rivier door het realiseren van beplanting in een samenhangende structuur; het versterken van de visueel-ruimtelijke belevingswaarde (beeldkwaliteit) van de rivier vanaf het water en de dijken door het realiseren van een samenhangende inrichting van oevers. Bouwvoorschriften Als de functies aan de gronden zijn toegekend is het mogelijk in het kader van het bestemmingsplan bouwvoorschriften op te nemen voor die bouwwerken waar een bouwvergunning voor moet worden aangevraagd. Uit de tabel bl ijkt da t een a antal wensbeelden i n bo uwvoorschriften kan w orden vertaald. Het gaat dan met name om maten van bouwwerken. Hoogtematen worden gemeten vanaf peil dat is gedefinieerd als de gemiddelde ebniveaulijn (0.30 m -NAP). Uit jurisprudentie blijkt dat het slaan van een nieuwe of het vervangen van een bestaande (niet tijdelijke) damwand of een gedeelte daarvan aan een bouwvergunningplicht is gekoppeld. In onder andere de uitspraak van de
319.9826.00
Juridische planbeschrijving
37
Raad van State op 15 september 1983 (AB 1984/18) wordt gezegd dat voor het plaatsen van de damwand, respectievelijk het vervangen van een reeds bestaand gedeelte daarvan een bouwvergunning als bedoeld in artikel 47 (oud, thans artikel 40) eerste lid Woningwet is vereist aangezien de damwand gelet op de aard en omvang van de constructie moet worden aangemerkt als een bouwwerk als bedoeld in artikel 1 eerste lid van die wet. Het is derhalve mogelijk bouwvoorschriften te stellen aan het bouwen van een damwand. Ook vlotten die aan meerdere in de grond geslagen palen worden o pgehangen z ijn constructies v an eni ge o mvang en v erbonden met de gr ond en der halve aan t e w ijzen al s ee n b ouwwerk waarvoor de bouwvergunningplicht geldt. Voor de v ier functies en de g ebieden met de aanduiding " stedelijk gebied" worden de ze v erschillend v ertaald. H et bouwvoorschrift t en behoe ve v an de bouw v an dam wanden en v lotten i s als volgt geformuleerd:
Bouwvoorschriften 3. Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming Rivierzone met landschappelijke waarden uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen waaronder begrepen damwanden en vlotten worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen: bouwwerken
op gronden met, met het wonen samenhangende bestemmingen
op gronden met, met bedrijvigheid samenhangende bestemmingen
op gronden met, met de groen- of recreatieve functie samenhangende bestemmingen
gronden met een natuurfunctie
op gronden met de aanduiding "stedelijk gebied"
damwanden
maximale bouwhoogte 1.00 m
maximale bouwhoogte 2.00 m
geen damwanden toegestaan
geen damwanden toegestaan
n.v.t.
vlotten
minimale oppervlakte 4.00x20.00 m
minimale oppervlakte 4.00x20.00 m
n.v.t.
niet toegestaan
n.v.t.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
In de w ensbeelden i s ge noemd dat af wijking v an d e t oegestane hoogt emaat voor damwanden is toegestaan indien het een stedelijke situatie betreft waar een verticale oever voor het beeld wel gewenst is. Deze gebieden v allen bi nnen de i n h et B eeldkwaliteitplan a angegeven gebi eden die zijn v oorzien van een rood ank er. B ij de v ertaling naar het bestemmingsplan di enen deze s pecifieke l ocaties bi nnen de k ern t e w orden voorzien van een aa nduiding. V oor de ze gebi eden gel den dan ge en bo uwvoorschriften maar moet bij bouwvergunningverlening wel worden getoetst aan de in paragraaf 4.4 opgenomen welstandscriteria. Bouwvoorschriften vanwege samenvallende bestemmingen 4. Bouwwerken ten behoeve van samenvallende bestemmingen zijn op deze gronden slechts toelaatbaar indien daarvoor door burgemeester en wethouders vrijstelling is verleend. Vrijstelling wordt verleend indien de landschapswaarden hierdoor niet onevenredig worden geschaad. 5. Alvorens omtrent het verlenen van een vrijstelling te beslissen, winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij een landschapsdeskundige omtrent de vraag of door de voorgenomen bouwactiviteiten de landschapswaarden niet onevenredig worden geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden. Aangezien de be stemming R ivierzone m et Landschapswaarden een medebestemming i s, i s het nood zakelijk de v erhouding m et de s amenvallende bestemmingen te regelen. Met samenvallende bestemming worden, zoals t evens i n d e b egripsbepalingen i s o mschreven, de bestemmingen die z ijn v astgelegd in de v igerende bestemmingsplannen v oor de t er plaatse aanwezige functies bedoeld. Bouwwerken t en beh oeve v an de ze f uncties k unnen s lechts w orden ge bouwd na dat door burgemeester e n wethouders daarvoor v rijstelling i s verleend. E n v oordat v rijstelling k an worden v erleend w ordt advies i ngewonnen bij een landschapsdeskundige die onderzoekt of en in welke mate door de bouwactiviteiten de landschapswaarden van de oever niet worden aangetast.
319.9826.00
Juridische planbeschrijving
Vrijstellingsmogelijkheden Een bep erking v an het m eest d oelmatige geb ruik i s ni et r eëel voor be staande damwanden die al hoger zijn dan de via deze bestemmingsregeling toegestane hoogtemaat. Een aanvraag om bouwvergunning voor vernieuwing v an een d amwand z ou i n bepaalde s ituaties kunnen l eiden t ot verlaging van de damwand. Indien daarmee de bestaande ruimtelijke situatie en de pl aatselijke a ctiviteiten ni et i n s tand kunnen worden g ehouden of op e en doelmatige wijze k unnen worden v oortgezet zijn b urgemeester en w ethouders bev oegd v rijstelling t e verlenen v an de i n de bouwvoorschriften o pgenomen ho ogtemaat t ot de hoo gtemaat v an de b estaande damwand. Hiermee hoev en be staande damwanden niet onde r h et ov ergangsrecht te vallen, w orden de be staande damwanden niet alsmaar gedeeltelijk v ernieuwd en v eranderd en wordt de kans o p t oename v an de ruimtelijke kwaliteit groter. Tevens neemt het risico op planschade af. Een v oorbeeld v an ee n d ergelijke situatie i s bijvoorbeeld de riviergebonden b edrijven w aarbij steile oev ers f unctioneel e n o nvermijdelijk zijn. B estaande bouwwerken zijn bouwwerken die op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit bestemmingsplan zijn of worden gebouwd en waarvoor aan de vereisten van de Woningwet (bouwvergunning, meldingsplicht) is voldaan. De bewijslast voor deze bestaande bouwwerken ligt bij de gemeente. Vrijstellingsbevoegdheid 6. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van de in de bouwvoorschriften opgenomen hoogtematen voor damwanden tot de bestaande hoogtemaat indien dit noodzakelijk is voor de voortgang en de instandhouding van de bestaande ruimtelijke situatie en activiteiten. Specifiek gebruiksvoorschrift Voor de gronden, waaraan in de vigerende bestemmingsplannen een bedrijfsmatige f unctie is t oegekend, w ordt ops lag bi nnen 3. 00 m v anaf de grens met h et w ater v oor de l andschappelijke waarde v an de oever al s ongewenst ervaren. Een dergelijke wens is in het bestemmingsplan te regelen door m iddel van e en s pecifiek gebr uiksvoorschrift. Een bepa alde vorm v an g ebruik, i n di t g eval op slag v an go ederen w ordt dan i n de be -
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
39
stemmingsregeling uitgesloten. Een dergelijk gebruiksvoorschrift ziet er als volgt uit. Specifiek gebruiksvoorschrift 7. Het is verboden de onbebouwde gronden met een bedrijfsfunctie binnen 3.00 m vanaf de grens met de bestemming Water te gebruiken voor opslag en stort van goederen. Aanlegvergunningvereiste Glooiende o evers, onv erharde oevers en vooroeverconstructies k unnen worden g erealiseerd d oor het ui tvoeren v an w erken of w erkzaamheden, geen b ouwwerken zijnde. D eze w erken en w erkzaamheden kunnen worden g eregeld door middel v an een i n het be stemmingsplan o pgenomen aanlegvergunningvereiste. Bij het opnemen van een aanlegvergunningvereiste v oor b epaalde w erken en w erkzaamheden moet er s prake z ijn v an een r echtstreeks v erband t ussen bes temming en aanlegvergunningvereiste. Ten behoeve van het behoud en de ontwikkeling van de landschappelijke waarde van de Hollandsche IJssel en de daarvan deel uitmakende oevers z ijn e r m ogelijkheden om be paalde i n de t abel m et w ensbeelden genoemde werkzaamheden aan e en a anlegvergunningplicht t e k oppelen. Ingeval bel anghebbenden dez e w erkzaamheden willen ui tvoeren, di ent toetsing plaats te vinden aan het belang van de in het geding zijnde waarden alvorens een aanlegvergunning wordt verleend. Voor een aantal werken en werkzaamheden geldt voor de diverse functies een aanlegvergunningvereiste. Het uitvoeren van een aantal werken en werkzaamheden kan een onevenredige schade toebrengen aan de landschappelijke waarden van de oever langs d e Hollandsche I Jssel. E en a antal v an di e werkzaamheden is v oor bepaalde functies dan ook onder geen enkele voorwaarde een toegelaten vorm van gebruik. Deze zijn in de t abel in lid 6 aangedui d als een verboden gebruik. Deze verboden dienen tevens aan de algemene gebruiksverboden t e worden t oegevoegd en, v oortvloeiende da aruit, aa n d e bep alingen di e i n de s trafbepaling z ijn opgenomen. E en aantal w erkzaamheden zal aan de gronden met bijvoorbeeld een bedrijfsbestemming geen schade toebrengen en is in lid 6 zonder meer toegelaten.
319.9826.00
Juridische planbeschrijving
40
De werken en werkzaamheden waarvoor bij uitvoering een nadere toetsing dient plaats te vinden aan het belang van de in het geding zijnde waarden zijn v oorzien v an ee n a anlegvergunningvereiste. Deze werken en w erkzaamheden zijn slechts t oelaatbaar v oorzover de waarden v an de r ivierzone hi erdoor ni et on evenredig w ordt ges chaad. I ndien bepaalde w erkzaamheden op de wijze worden uitgevoerd zoals in lid 9 is aangegeven is van onev enredige schade ge en s prake en k an aa nlegvergunning z onder meer w orden v erleend. Deze w ijze v an ui tvoeren i s wederom a fgeleid ui t de tabel met wensbeelden. Aanlegvoorschriften 6. Het is verboden op of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en w ethouders ( aanlegvergunning) de volgende werken, voorzover geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren: werken en werkzaamheden
het afgraven, ophogen of egaliseren van de grond
op gronden met het wonen samenhangende bestemmingen * (zie lid 11a)
op gronden met bedrijvigheid samenhangende bestemmingen o
op gronden met de groen- of recreatieve functie samenhangende bestemmingen * (zie lid 11b)
gronden met een natuurfunctie
9. H et v erbod al s be doeld i n l id 8 i s ni et v an t oepassing o p w erken of werkzaamheden die: a. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer; b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan; c. mogen worden ui tgevoerd k rachtens een r eeds v erleende v ergunning. 10. De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 8 zijn slechts toelaatbaar, v oorzover de waarden v an de rivierzone hierdoor ni et o nevenredig wordt geschaad. 11. V an on evenredige s chade i s geen sprake i ndien aan het nav olgende wordt voldaan: a. de helling van de oever bedraagt tenminste 30° en ten hoogste 45°; b. de helling van de oever bedraagt maximaal 30°.
*
het aanleggen van oppervlakteverhardingen
* (zie lid 11a)
*
x
x
het aanleggen van een vooroeverconstructie
*
o
*
*
o zonder meer toelaatbaar x verboden * vereiste van aanlegvergunning; voor toelaatbaarheid zie lid 10 en 11
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
319.9826.00
6. Economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid 6.1. Economische uitvoerbaarheid Het voorliggende Voorbeeldbestemmingsplan Hollandsche IJssel heeft tot doel de visie en de spelregels uit het Beeldkwaliteitplan Hollandsche IJssel te concretiseren en toepasbaar te maken. De ambities en doelstellingen van het project Hollandsche IJssel zijn door de bet rokken par tijen v astgelegd i n een U itvoeringscontract, met een werkprogramma v oor de periode t ot 2 010. D it w erkprogramma i s ui tgewerkt i n een voortschrijdend v ierjarenprogramma. E lk j aar wordt op basis hiervan een jaarprogramma opgesteld. Het realiseren van een goede oeverbescherming die voldoet aan de eisen die de bet rokken w ater- en w aterkeringbeheerders s tellen i s de v erantwoordelijkheid v an de eigenaren v an de g ronden. In het kader v an h et Project H ollandsche I Jssel w ordt onder het m otto " Schoner, Mooier Hollandsche I Jssel" ge streefd naar kwalitatief hoo gwaardige oev erbeschoeiingen di e p assen bi j het gew enste r uimtelijk k waliteitsbeeld. D at k an i n voorkomende gev allen betekenen dat e r m eerkosten gem oeid zijn bi j de aanleg v an een oev erbeschoeiing m et hoger e r uimtelijk-esthetische en ecologische k waliteit. In principe z ijn ook deze meerkosten voor r ekening van de eigenaren van de gronden. De ambitie om te komen tot een schonere en mooiere rivier betekent v oor alle bet rokken partijen dat e en bi jdrage wordt gevraagd. De bijdrage van eigenaren van gronden aan de oever is in dit verband vooral hierin gelegen dat er een beroep wordt gedaan om niet als vanzelfsprekend de technisch eenvoudigste en daarmee in de regel de goedkoopste oplossing te k iezen, m aar o ok de esthetische en ecologische argumenten zoals in dit plan beschreven bij deze keuze voor de uitvoering te betrekken. Onder v oorwaarden kan, gedurende d e l ooptijd v an het P roject H ollandsche IJssel, een bijdrage worden verstrekt in de meerkosten van kwalitatief hoogwaardiger oeverbeschoeiingen.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
41
De P rovincie Z uid-Holland he eft j aarlijks ee n b edrag v an € 113.445,(ƒ 250.000,-) beschikbaar gesteld om de aanleg van oevers zoals hierboven bedo eld t e s timuleren. B ijdragen di e w orden aang evraagd z ullen worden afgewogen op basis van een nader uit te werken regeling. Rijkswaterstaat, directie Zuid-Holland, heeft jaarlijks € 27.227,- (ƒ 60.000,-) beschikbaar voor de aanleg van natuurvriendelijke oev ers l angs de Hollandsche IJssel. De besteding van deze middelen wordt afgestemd op de toedeling van de provinciale gelden. In het v erlengde hi ervan k an m ogelijk een beroep gedaan worden o p andere subsidieregelingen die gericht zijn op het realiseren van een betere ruimtelijke kwaliteit. Regelingen die hiervoor in aanmerking komen zijn: Groene Hart Kwaliteitsimpuls; Verordening Groene Subsidies Zuid-Holland; Subsidieregeling Gebiedsgericht Beleid. Terzake w ordt verwezen naar het O ntwikkelingsprogramma Nationaal Landschap Groene Hart en het Provinciaal Uitvoeringsprogramma Landelijk gebied Zuid-Holland 2001-2004.
6.2. Maatschappelijke uitvoerbaarheid Het voorontwerpbestemmingsplan Hollandsche IJsseloevers d.d.
is op gepresenteerd en t oegelicht t ijdens een i nformatieavond. Het verslag van deze informatieavond is als bijlage toegevoegd. A ansluitend heef t het v oorontwerpbestemmingsplan ge durende 4 weken ter inzage gelegen. In deze periode hebben personen een schriftelijke i nspraakreactie i ngediend. De ontvangen r eacties zijn on derstaand samengevat en v an c ommentaar v oorzien. Daarbij is aangegeven of en i n welke m ate d e r eactie aanleiding g eeft t ot aanpa ssing v an het voorontwerpbestemmingsplan.
319.9826.00
Economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid
42
6.3. Overleg ex artikel 10 Bro Het voorontwerpbestemmingsplan H ollandsche IJsseloevers d. d. dient in het kader van het overleg ex artikel 10 Bro in ieder geval te worden toegezonden aan de volgende personen en instanties: 1. Provinciale Planologische Commissie; 2. Rijkswaterstaat, dienstkring Nieuwe Waterweg; 3. Hoogheemraadschappen van de Krimpenerwaard, Schieland en Rijnland; 4. Stuurgroep Hollandsche IJssel. Dit voorbeeldbestemmingsplan H ollandsche IJsseloevers i s o ok voor ee n reactie naar de PPC gestuurd.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
319.9826.00
Bijlage 1. Instrumentarium Inleiding Om i nhoud t e gev en aan het s treven de H ollandsche I Jssel ni et al leen schoner maar ook "mooier" te maken is het van belang inzicht te krijgen in de v raag m et w elk i nstrumentarium het m ogelijk i s m eer gr eep t e k rijgen op het r ealiseren en de v ormgeving v an dam wanden en a ndere s oorten van oeverbeschoeiing. In de ze bi jlage w orden de m ogelijkheden e n onmogelijkheden v an de di verse instrumenten verkend.
Onderbouwing Voor het stellen van regels met betrekking tot het aanbrengen van oeverbeschoeiingen i n het al gemeen en da mwanden i n het bi jzonder, i s een goede onderbouwing in de vorm van een heldere beleidsvisie eerste voorwaarde. In de Structuurschets Hollandsche IJssel is de bijzondere betekenis v an deze r ivier ui tvoerig be schreven en zijn de aan d e r ivier gek oppelde waarden van natuur en landschap nadrukkelijk in beeld gebracht. In de S tructuurschets i s aangegeven dat de i dentiteit v an de r ivier al s e en samenhangend ge bied m et bi jzondere k waliteiten v ersterkt m oet w orden. Deze is verder uitgewerkt voor wat betreft de oevers in het Beeldkwaliteitplan e n het Oeverplan. D eze beleidsdocumenten v ormen de onderbouwing die in deze nota verder is uitgewerkt. Bij de de ze uitwerking van het beleid inzake de oevers spelen de aanwezige l andschapswaarden een b elangrijke rol. B ij d e v erdere v ertaling v an dit beleid in r egelgeving, bi jvoorbeeld t en aanzien v an oeverbeschoeiingen, dient de betekenis van deze waarden steeds te worden onderbouwd. Aldus kunnen deze waarden een motief zijn om beperkingen op te leggen aan voorgenomen activiteiten.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Uit de v isie, zoals die blijkt uit voorgaande hoofdstukken, op de inrichting van de oevers v an de Hollandsche I Jssel i s een aa ntal ei sen e n wensen afgeleid met betrekking tot de v ormgeving van de oevers. De vraag is op welke wijze deze eisen en wensen kunnen worden vertaald in regelgeving en met behulp van welke instrumenten. Om deze vraag te kunnen beantwoorden is geïnventariseerd welke regelgeving op de rivier en haar oevers van t oepassing i s en i n hoev erre d e daar in v oorkomende i nstrumenten kunnen worden ingezet voor het "mooier" maken van de Hollandsche IJssel. H et bet reft de w aterstaatswetgeving en d e r egelgeving di e met een goede ruimtelijke ordening samenhangt.
Instrumentarium Rijk, pr ovincie, hoogh eemraadschappen en gem eenten z ijn el k v oor z ich verantwoordelijk voor een deel van het beheer van de Hollandsche IJssel en de aanliggende gronden. Enkele van deze instanties hebben een specifieke v erantwoordelijkheid met bet rekking t ot de o evers v an de rivier e n beschikken over instrumenten om aan deze verantwoordelijkheid inhoud te geven. De waterbeheerders Voor de Hollandsche IJssel zijn er vier verantwoordelijke waterbeherende instanties: R ijkswaterstaat ( directie Nieuwe Waterweg) en de H oogheemraadschappen S chieland, K rimpenerwaard e n R ijnland. I n f iguur 4. 1 i s schematisch weergegeven v oor welk g edeelte v an de r ivier w elke w aterbeheerders v erantwoordelijk zijn. I n f iguur 4. 2 i s i n een s chematische doorsnede v an de rivier aangegeven waar de v erantwoordelijkheden v an de het rijk i n di t gev al d e D irectie Nieuwe Waterweg en de hoogheemraadschappen liggen. Met het oog op waterhuishoudkundige en nautische belangen di ent v oor i edere v erandering aan d e oe ver(beschoeiing) e en vergunning t e w orden aa ngevraagd bij z owel d e D irectie Nieuwe W aterweg als bij het betreffende hoogheemraadschap. Onderstaand is beschre-
319.9826.00
Bijlage 1. Instrumentarium
3
ven waarop Rijkswaterstaat en de h oogheemraadschappen − vanuit hun eigen verantwoordelijkheid − vergunningaanvragen toetsen.
functie van de oever. Als de oever deel uitmaakt van de w aterkering dan zijn de eisen logischerwijs strenger dan wanneer dit niet het geval is.
Rijkswaterstaat Rijkswaterstaat is voor de gehele Hollandsche IJssel verantwoordelijk voor veiligheid, waterkwantiteit, waterkwaliteit en de v eiligheid voor de scheepvaart. Vanuit deze verantwoordelijkheden is de Directie Nieuwe Waterweg de vergunningverlenende instantie voor wijzigingen aan de oever. Op gr ond v an de R ivierenwet w ordt hi erbij g etoetst op het ef fect v an de veranderingen aan de oever(beschoeiing) op de afvoer van rivierwater en ijs en op het ef fect op de bes chikbare k omberging. D aarnaast w ordt op grond v an d e W et v erontreiniging op pervlaktewater ( WVO), de Wet bo dembescherming ( WBB) en het B ouwstoffenbesluit ( BSB) get oetst op de milieueffecten van de beoogde veranderingen. Voorts wordt getoetst op de effecten die veranderingen zullen hebben op de veiligheid voor de scheepvaart. De pr aktijk l eert dat er i n v eel gev allen geen r eden is de aan gevraagde vergunning te weigeren. Wanneer de beoogde verandering ten koste gaat van de komberging, dienen er aanvullende maatregelen genomen te worden.
Naast de zelfstandige bev oegdheid v oor het v erlenen v an e en Keurvergunning, k unnen de ho ogheemraadschappen f ungeren al s adv iseur om trent bo uwplannen. I n v eel be stemmingsplannen i s de be paling opge nomen dat de bou wvergunning s lechts m ag w orden v erleend al s de w aterstaatsbelangen en het b elang v an de waterkering niet w orden geschaad met de v erplichting d at bu rgemeester e n w ethouders daar omtrent adv ies inwinnen bij de ho ogheemraadschappen. U iteraard i s d e i nhoud v an het advies niet bindend voor de beslissing aangaande de bouwvergunning.
Hoogheemraadschappen De ho ogheemraadschappen z ijn i eder voor hu n ei gen beh eergebied v erantwoordelijk voor de veiligheid en het onderhoud v an d e w aterkeringen. In de K eur z ijn gebo ds- en v erbodsbepalingen op genomen t er bescherming v an de waterkeringen. D e gr enzen, w aarbinnen de geb ods- en v erbodsbepalingen v an de K eur v an t oepassing zijn, z ijn v astgelegd i n d e door de hoogheemraadschappen opgestelde Leggers. Van de in de Keur gestelde geboden en verboden kan het bestuur ontheffing v erlenen door m iddel v an een schriftelijke v ergunning. H ierbij w ordt door het hoogheemraadschap getoetst op de effecten van de verandering aan de oever(beschoeiing) op de veiligheid van de waterkering. De kosten voor het bepalen van deze effecten komen in eerste instantie ten laste van de i nitiatiefnemer. De ei sen di e door d e ho ogheemraadschappen aan de kwaliteit v an de oev erbeschoeiing w orden ge steld z ijn af hankelijk v an de
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Alleen toetsing op waterhuishoudkundige en nautische belangen In tabel B.1 zijn de toetsingscriteria weergegeven die de waterbeheerders in beschouwing nemen bij de vergunningverlening. Hieruit blijkt dat waterbeheerders z uiver en al leen op w aterhuishoudkundige en naut ische be langen toetsen. Ondanks dat het werkveld van de waterbeheerders zich de laatste j aren heeft v erbreed m et l andschappelijke e n ec ologische t aken, zijn zij ni et bevoegd om bij de t oetsing i n het k ader v an v ergunningverlening landschappelijke en/of ecologische criteria te hanteren. Tabel B1 Toestingscriteria per waterbeheerder WATERBEHEERDER
Rijkswaterstaat
WATERHUISHOUDKUNDIGE EN NAUTISCHE BELANGEN Veiligheid
Waterkwantiteit
Waterkwaliteit
Gebruik
Komberging
Afvoer van water en ijs
Milieueffecten
Veiligheid scheepvaart
Hoogheemraadschappen Veiligheid waterkeringen
De Provincie - Verordening Watergebieden en Pleziervaart (VWP) Omdat de Hollandsche IJssel niet is genoemd in de Verordening Watergebieden en Pleziervaart, heeft de provincie geen directe bevoegdheden als vergunningverlenende of adv iserende i nstantie. O verwogen z ou kunnen worden om op basis van de beleidsvisie op de ruimtelijke kwaliteit van oeverbeschoeiingen, een v erzoek i n t e di enen bi j G edeputeerde S taten o m
319.9826.00
Bijlage 1. Instrumentarium
de Hollandsche I Jssel al snog op t e nemen i n de V WP. O p basis v an het VWP k unnen dan k walitatieve ei sen m et bet rekking t ot oev erbeschoeiingen worden gesteld. Indien dit verzoek wordt ingewilligd dient de provincie ook op de handhaving er van toe te zien. Nadeel v an een d ergelijke aan pak i s dat er een extra t oetsende e n v ergunningverlenende i nstantie w ordt t oegevoegd, het geen een eenduidige en heldere werkwijze niet ten goede komt. Ook is het gewenst met name de gem eente v erantwoordelijk t e m aken v oor d e r uimtelijke kwaliteit v an de r ivier en haar oevers. D it pas t ook in de v isie v an het r ijk, waarbij gemeenten inhoud moeten geven aan een eigen ruimtelijk kwaliteitsbeleid en een daarop gebaseerde welstandsnota. Gemeente - bestemmingsplan Gemeenten stellen voor hun gemeentelijk grondgebied bestemmingsplannen v ast w aarin het r uimtelijk b eleid i s v ertaald i n r egelgeving. I n de bestemmingsplanvoorschriften en o p de bestemmingsplankaart kunnen echter uitsluitend voorschriften omtrent het gebruik en het bouwen worden gesteld indien dit door dringende reden wordt gerechtvaardigd. In het bestemmingsplan wordt aan de gronden een functie in de vorm van een b estemming t oegekend m et ev entuele g ebruiksvoorschriften. I n het verlengde hiervan kunnen ten behoeve van deze functie bouwwerken worden toegestaan. In de bouwvoorschriften kunnen beperkingen worden gesteld aan bijvoorbeeld de hoogte, de plaats of de lengte van het bouwwerk. Ook kunnen er v oorschriften w orden g egeven m et betrekking t ot het ui tvoeren van werken en werkzaamheden die geen bouwwerken zijn en an dere specifieke gebruiksvoorschriften. Het bestemmingplan kent echter het systeem van de toelatingsplanologie. Dat wil zeggen dat het bestemmingsplan mogelijkheden biedt, er kan niets worden verplicht. Pas als de grondgebruiker iets nieuws wil bouwen of een bestaand gebruik wil veranderen krijgt hij met de mogelijkheden en de beperkingen van het bestemmingsplan te maken. Ingevolge he t s ysteem v an de W oningwet e n d e Wet op de Ruimtelijke Ordening di enen a anvragen om een bouwvergunning z owel aa n het b estemmingsplan als aan de eisen van welstand te worden getoetst.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
4
Bouwvoorschriften In het bes temmingsplan k unnen b ouwvoorschriften w orden o pgenomen voor de locatie en de maten van het bouwwerk zoals hoogte (ten opzichte van het pei l), br eedte e n lengte. U iteraard m oet h et met het b ouwwerk gepaard ga ande gebruik passen i n de be stemming w aarvoor de gr onden zijn bestemd. Welstandseisen Via het w elstandsspoor w orden bi j het v erlenen v an bou wvergunning de redelijke eisen v an w elstand get oetst. I n de m odelbouwverordening i s deze welstandseis uit de Woningwet nader uitgewerkt. Indien de gemeenteraad h et bel eid v oor d e v isuele kwaliteit v an de gebou wde om geving heeft gef ormuleerd e n op enbaar gemaakt di ent de aanvraag v oor b ouwvergunning v oor d at bou wwerk a an di t bel eid t e worden getoetst. B ij de beoordeling of een bo uwwerk v oldoet aan r edelijke ei sen v an welstand wordt acht geslagen op de volgende aspecten: de aanvaardbaarheid van het bouwwerk in relatie tot de karakteristiek van de r eeds aan wezige bebouwing, d e ope nbare r uimte, het l andschap dan wel de stedebouwkundige context; massa, structuur, m aat e n s chaal, de taillering, m ateriaalkeuze en kleurstelling; samenhang i n het bouwwerk of d e b ouwwerken v oor wat b etreft de onderlinge relatie tussen de samenstellende delen daarvan. Het Beeldkwaliteitplan is zo'n document waarin het welstandsbeleid is geformuleerd. Daaruit kunnen de criteria worden ontleend die van belang zijn voor het welstandstoezicht. Het verdient aanbeveling in een paragraaf van het be stemmingsplan t e v erwijzen naar de welstandseisen uit he t B eeldkwaliteitplan. D e welstandseisen ui t h et beel dkwaliteitplan k unnen ev eneens worden benut voor de in het kader van de wijziging van de Woningwet verplicht op te stellen Welstandsnota. Werken en werkzaamheden Behalve met in het bestemmingsplan opgenomen bouwvoorschriften kunnen s pecifieke w erken, ge en bou wwerken z ijnde en/ of w erkzaamheden, worden geregeld door middel van een in het bestemmingsplan opgenomen
319.9826.00
Bijlage 1. Instrumentarium
aanlegvergunningvereiste. Artikel 14 van de Wet op de R uimtelijke O rdening op ent h iertoe de m ogelijkheid. O nder werken en w erkzaamheden vallen v ooral " veranderingen i n d e op pervlaktestructuur v an ee n terrein". De aa nlegvergunning k an in een be stemmingsplan w orden v oorgeschreven t er bes cherming v an v oor een t oekomstige be stemming c onditionele waarden of e igenschappen v an een g ebied, of t er bescherming v an een verwerkelijkte waardevolle bestemming. Bij het opnemen van een aanlegvergunningvereiste v oor b epaalde werken en werkzaamheden moet e r sprake z ijn van een r echtstreeks v erband t ussen b estemming en aanl egvergunningvereiste. Ervan uitgaande dat de landschappelijke waarde van de Hollandsche IJssel en de daarvan deel uitmakende oevers m et name ook bepaald w ordt door de inrichting en vormgeving van de oevers, zijn er mogelijkheden om bepaalde werkzaamheden aan een aanlegvergunningplicht te koppelen. In geval belanghebbenden deze werkzaamheden willen uitvoeen, dient toetsing plaats te vinden aan het belang van de in het geding zijnde waarden. Het gaat d an om w erken en w erkzaamheden w aarvan het v an b elang i s dat zij op een bepaalde manier worden uitgevoerd. Het heeft immers geen zin om v oor werken en werkzaamheden di e i n strijd z ijn m et de bestemming een aanlegvergunning te eisen. Het betreft dan een vorm van strijdig gebruik. Dit kan met specifieke gebruiksvoorschriften geregeld worden. Specifieke gebruiksvoorschriften Een specifiek gebruiksvoorschrift kan worden gebruikt om een ongewenste vorm van gebruik uit te sluiten, zoals opslag. Schematisch zien de mogelijkheden voor het regelen van oeverbeschoeiingen in het bestemmingsplan er als volgt uit.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
5
Tabel B2 Mogelijkheden bestemmingsplan RIVIERZONE met LANDSCHAPSWAARDEN Doeleinden Bouwvoor- Aanlegvergunning- GebruiksWelstandseisen schriften voorschriften voorschriften Gebruik
X
Bouwwerken
X
Overige werken en werkzaamheden
X
X X
X X
Privaatrecht De i n het B eeldkwaliteitplan opg enomen ei sen/wensen bet reffende d e vorm v an oeverbeschoeiingen kunnen i n het ui terste gev al worden ge regeld v ia het privaatrecht. Z o kunnen bi jvoorbeeld bij de ui tgifte v an g ronden door d e gem eente of een a ndere ov erheidsinstantie v oorwaarden worden gesteld. B eide p artijen m oeten ec hter b ereid z ijn de ze ov ereenkomst aan te gaan. De ervaring met het gebruiken van het privaatrecht is tot nu t oe da t ni et t e v eel v an di t i nstrument m ag worden v erwacht. D at komt v ooral omdat d e ha ndhavingsmogelijkheden v anwege het privaatrechtelijke karakter gecompliceerd zijn. Conclusie Concluderend k an worden ge steld dat de m eeste van de hierboven be schreven i nstrumenten ui tsluitend z ijn bestemd om de w aterstaatkundige werken te beschermen in het kader van de waterhuishouding, de waterkering da n w el de door stroming v an de r ivier. V oor het s treven de r ivier mooier t e m aken k an v an de ze i nstrumenten g een gebr uikgemaakt worden. De V erordening W atergebieden e n P leziervaart en h et bes temmingsplan met bi jbehorende welstandstoets bi eden w el m ogelijkheden om d e l andschappelijke w aarden v an de H ollandsche I Jssel t e behou den e n t e v ersterken. H et verdient e chter aan beveling de af stand t ussen het v erantwoordelijke overheidsorgaan en de te bes chermen w aarden z o k lein m ogelijk te houden.
319.9826.00
Bijlage 1. Instrumentarium
6
Om het risico v an du bbele r egelgeving te v ermijden en de ( mede)verantwoordelijkheid van de gemeenten voor de ruimtelijke kwaliteit van de Hollandsche I Jssel na drukkelijk i n be eld t e br engen, w ordt aan bevolen het ruimtelijk ( kwaliteits)beleid om trent oev erbeschoeiingen t e v erankeren i n bestemmingsplannen en de gemeentelijke welstandsnota. Voorts i s v an bel ang d at w aar de m ogelijkheden v an het j uridisch i nstrumentarium o phouden, an dere i nstrumenten k unnen w orden i ngezet, bi jvoorbeeld in de vorm van een interactief proces met de bevolking. De r andvoorwaarden v oor dat pr oces z ullen z orgvuldig m oeten w orden gedefinieerd, zoals het doel, de rol van de participanten en de tijdsduur.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
319.9826.00
Bijlage 2. Typen oeverbescherming
Tabel 1. Materiaalgebruik nieuwe oeverconstructies per functie (naar: Oeverbescherming , GWW-boekje 2000) Oevertype
Wonen
Werken
Recreatie
Natuur
1.
hardhouten damwand
Tot 1 m hoog
Tot 2 m hoog
-
-
2.
verduurzaamd houten damwand
Tot 1 m hoog
Tot 2 m hoog
-
-
3.
betonnen damwand
x
Tot 2 m hoog
-
-
4.
stalen damwand
x
Tot 2 m hoog
-
-
5.
gerecycled kunststof damwand
Tot 1 m hoog
Tot 2 m hoog
-
-
6.
hardhouten beschoeiingen
Tot 1 m hoog
Tot 2 m hoog
-
-
7.
verduurzaamd houten beschoeiingen
Tot 1 m hoog
Tot 2 m hoog
-
-
8.
GVC-beschoeiing
Tot 1 m hoog
Tot 2 m hoog
-
-
9.
gerecycled kunststof beschoeiingen
Tot 1 m hoog
Tot 2 m hoog
-
-
10.
gemetselde prefab keerwand/kademuur
Tot 1 m hoog
Tot 2 m hoog
-
-
11.
grasbeton
+
+
+
-
12.
wilgentenen beschoeiing
+
+
+
Alleen als vooroever
13.
schanskorven
+
+
+
Alleen als vooroever
14.
breuksteen
+
+
+
Alleen als vooroever Alleen als vooroever
15.
structuurmatten
+
+
+
16.
kokosmatten
+
+
+
+
17.
rietoevers
+
+
+
+
+ x
toegestaan en gesubsidieerd ongewenst toelaatbaarheid afhankelijk van vormgeving (hoogtematen gelden vanaf het ebniveau)
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
319.9826.00
Inhoud van de voorschriften
1
blz. 3
Hoofdstuk I
Inleidende bepalingen
Artikel 1
Begripsbepalingen
3
Hoofdstuk II
Bestemmingen en gebruik
5
Artikel 2
Rivierzone met landschapswaarden
5
Hoofdstuk III
Slotbepalingen
7
Artikel 3 Artikel 4
Gebruiksverboden Strafbepaling
7 7
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
319.9826.00
Inhoud van de voorschriften
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
2
319.9826.00
Hoofdstuk I Artikel 1
Inleidende bepalingen
3
Begripsbepalingen
1. bouwwerk elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, waaronder begrepen damwanden en vlotten. 2. bestaande bouwwerken bouwwerken, die op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit bestemmingsplan zijn of worden gebouwd met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet. 3. bestaand gebruik het op het tijdstip van het inwerkingtreden van het plan aanwezige gebruik. 4. samenvallende bestemming bestemmingen die in het kader van het vigerende bestemmingsplan gelden inclusief de bijbehorende gebruiks- en bouwvoorschriften. 5. peil voor bouwwerken die worden gebouwd in of op de grens van het water van de Hollandsche IJssel: 0.30 m -NAP (gemiddeld ebniveau).
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
319.9826.00
Inleidende bepalingen
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
4
319.9826.00
Hoofdstuk II
5
Bestemmingen en gebruik -
Artikel 2
Rivierzone met landschapswaarden
Doeleindenomschrijving 1. De gronden aangewezen voor Rivierzone met landschapwaarden zijn mede bestemd voor: a. behoud en de ontwikkeling van de aan de rivier gebonden landschappelijke waarden in de vorm van: - de identiteit van de rivier als een samenhangend gebied met bijzondere kwaliteiten; - de landschappelijke herkenbaarheid van de zoetwatergetijderivier; - de visueel-ruimtelijke belevingswaarde (beeldkwaliteit) van de rivier vanaf het water en de dijken; - het realiseren van een met de zoetwatergetijderivier samenhangende inrichting van oevers; b. gebruik ten behoeve van de bescherming van de oevers; en in samenhang daarmede voor de daarmee samenvallende bestemmingen met de daarbijbehorende gebruik- en bouwvoorschriften. Beschrijving in hoofdlijnen 2. De Hollandsche IJssel is een zoetwatergetijderivier op de overgang van Randstad naar Groene Hart. In toom gehouden door steile, hoge dijken verbindt de rivier enerzijds dorpen en steden maar vormt ze anderzijds een barrière tussen grotere landschappelijke eenheden. Vanaf het water heeft de rivier vooral een stedelijk en industrieel karakter dat met name bepaald wordt door de inrichting en het gebruik van de zellingen. Vanaf de dijken bepalen de rivier en de open veenweidegebieden het beeld. Het ruimtelijk beleid voor de Hollandsche IJssel is vastgelegd in de Structuurschets Hollandsche IJssel, het Beeldkwaliteitsplan en het Oeverplan en gericht op: versterking van de identiteit van de rivier als een samenhangend gebied met bijzondere kwaliteiten;
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
-
accentuering van de rivier als verbindend element tussen stedelijke polen en landelijke gebieden door geleding van ruimten en functies (herkenbaarheid, samenhang, afstemming); versterking van de relaties langs en dwars op de rivier.
De landschapswaarden zijn gekoppeld aan de bijzondere verschijningsvorm van de rivier, hooggelegen in het omringende veenweidegebied. Het profiel van de rivier, bepaald door hoge dijken en veelal intensief in gebruik zijnde zellingen, bepaalt mede de identiteit en de herkenbaarheid van de rivier, zowel vanaf het water als vanaf de dijken. Ten aanzien van de landschapswaarden is het beleid meer specifiek gericht op: het versterken van de landschappelijke herkenbaarheid van de rivier door het realiseren van beplanting in een samenhangende structuur; het versterken van de visueel-ruimtelijke belevingswaarde (beeldkwaliteit) van de rivier vanaf het water en de dijken door het realiseren van een samenhangende inrichting van oevers. Bouwvoorschriften 3. Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming Rivierzone met landschapswaarden uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder begrepen damwanden en vlotten worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen: bouwwerken
op gronden met het wonen samenhangende bestemmingen
op gronden met bedrijvigheid samenhangende bestemmingen
op gronden met de groen- of recreatieve functie samenhangende bestemmingen
gronden met een natuurfunctie
op gronden met de aanduiding "stedelijk gebied"
damwanden
maximale bouwhoogte 1.00 m
maximale bouwhoogte 2.00 m
geen damwanden toegestaan
geen damwanden toegestaan
n.v.t.
vlotten
minimale oppervlakte 4 x 20 m
minimale oppervlakte 4 x 20 m
n.v.t.
niet toegestaan
n.v.t.
319.9826.00
Bestemmingen en gebruik
Bouwvoorschriften vanwege samenvallende bestemmingen 4. Bouwwerken ten behoeve van samenvallende bestemmingen zijn op deze gronden slechts toelaatbaar indien daarvoor door burgemeester en wethouders vrijstelling is verleend. Vrijstelling wordt verleend indien de landschapswaarden hierdoor niet onevenredig worden geschaad.
6
werken en werkzaamheden
op gronden met het wonen samenhangende bestemmingen
het afgraven, ophogen of egaliseren van de grond
op gronden met bedrijvigheid samenhangende bestemmingen
op gronden met de groen- of recreatieve functie samenhangende bestemmingen
* (zie lid 11a)
o
* (zie lid 11b)
*
het aanleggen van oppervlakteverhardingen
* (zie lid 11a)
*
x
x
Vrijstellingsbevoegdheid 6. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van de in de bouwvoorschriften opgenomen hoogtematen voor damwanden tot de bestaande hoogtemaat indien dit noodzakelijk is voor de voortgang en de instandhouding van de bestaande ruimtelijke situatie en activiteiten.
het aanleggen van een vooroeverconstructie
*
o
*
*
Specifiek gebruiksvoorschrift 7. Het is verboden de onbebouwde gronden met een bedrijfsfunctie binnen 3.00 m vanaf de grens met de bestemming Water te gebruiken voor opslag en stort van goederen.
9. Het verbod als bedoeld in lid 8 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die: a. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer; b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan; c. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.
5. Alvorens omtrent het verlenen van een vrijstelling te beslissen, winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij een landschapsdeskundige omtrent de vraag of door de voorgenomen bouwactiviteiten de landschapswaarden niet onevenredig worden geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
Aanlegvoorschriften 8. Het is verboden op of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, voorzover geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
gronden met een natuurfunctie
o zonder meer toelaatbaar x verboden * vereiste van aanlegvergunning; voor toelaatbaarheid zie lid 10 en 11
10. De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 8 zijn slechts toelaatbaar, voorzover de waarden van de rivierzone hierdoor niet onevenredig wordt geschaad. 11. Van onevenredige schade is geen sprake indien aan het navolgende wordt voldaan: a. de helling van de oever bedraagt tenminste 30 en ten hoogste 45 ; b. de helling van de oever bedraagt maximaal 30 .
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
319.9826.00
Hoofdstuk III Artikel 3
Gebruiksverboden
Bijzondere gebruiksverboden Het is verboden gronden/water te (laten) gebruiken voor het aanleggen van oppervlakteverhardingen op gronden met de medebestemming Rivierzone met landschapswaarden en de met de functies groen/recreatie en natuur samenvallende bestemmingen.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
7
Slotbepalingen Artikel 4
Strafbepaling
Overtreding van het bepaalde in: artikel 2 lid 7; artikel 3; is een strafbaar feit, zoals bedoeld in artikel 59 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.
319.9826.00