RAymond Zaal
Manieren van Bankieren ;0$%#?!"*&$%-5#?+"6--$"# $"#$E$12&$<#?$@"0(+$/$"# 0!"#+"$29&-19#'$/%!'
Manieren van bankieren
Manieren van bankieren Over bankiers, bonussen en effectief beïnvloeden van onethisch gedrag
Raymond Zaal
2013
© 2013, Koninklijke Van Gorcum BV, Postbus 43, 9400 AA Assen. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16 h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp www. reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet) kan men zich wenden tot Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie, Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.stichting-pro.nl).
NUR 801 ISBN folioboek 978 90 232 5123 1 ISBN ebook 978 90 232 5124 8
Omslagontwerp: Kim Boeren, Viesrood grafisch & interactief ontwerp Grafische verzorging: Imago Mediabuilders, Amersfoort Uitgave en druk: Koninklijke van Gorcum, Assen
INHOUD Voorwoord
.................................................................................................................................................................... VII
Hoofdstuk 1 Onethisch gedrag, de financiële crisis en de banken................................. 1 Is het de schuld van de topbankiers?............................................................................................. 1 Of is het de schuld van de bonuscultuur? ................................................................................ 3 Bonussen onder vuur .................................................................................................................................... 5 Aandacht voor onethisch gedrag in de financiële sector............................................ 8 Wat onethisch gedrag veroorzaakt; over de appel en de mand ....................... 12 Moreel oordeel .................................................................................................................................................. 14 Focus op de organisatiecontext ........................................................................................................ 15 Informele aspecten van de organisatiecontext .................................................................. 16 Formele aspecten van de organisatiecontext....................................................................... 16 Twee paradigma’s .......................................................................................................................................... 18 Leeswijzer .............................................................................................................................................................. 19 Hoofdstuk 2 Onethisch gedrag in perspectief ................................................................................ 23 Waarom is er onduidelijkheid over wat ethisch gedrag is? .................................. 24 Naar een theoretische definitie van onethisch gedrag ............................................... 27 Een stakeholderbenadering van onethisch gedrag ....................................................... 29 Onethisch gedrag meten ......................................................................................................................... 31 Hoe onethisch is onethisch gedrag?............................................................................................. 33 Fasen in het beslissingsproces dat leidt tot (on)ethisch gedrag ........................ 34 Morele intensiteit ............................................................................................................................................ 36 Van morele intensiteit naar morele aanvaardbaarheid en frequentie van onethisch gedrag ................................................................................................................................. 38 Hoe vaak komt onethisch gedrag voor? .................................................................................. 40 Onethisch gedrag en de economische cyclus...................................................................... 42 Onethisch gedrag van vrouwen en mannen........................................................................ 43 Onethisch gedrag en het onderscheid tussen managers en medewerkers zonder leidinggevende functie.................................................................... 44 Hoofdstuk 3 Contextuele factoren: harde en zachte instrumenten om onethisch gedrag te verminderen ................................................................................................................... 49 Informele context: ethisch klimaat en ethische cultuur ............................................ 50 Ethische culturele praktijken gedefinieerd............................................................................ 51 Ethische culturele praktijken nader uitgewerkt ............................................................... 53 De informele aspecten van de organisatiecontext samengevat ........................ 67 Formele aspecten: organisatiearchitectuur............................................................................ 68
V
Hoofdstuk 4 Resultaten van onderzoek naar onethisch gedrag in een Nederlandse bank ........................................................................................................................................ 79 Voorbereiding en organisatie van het onderzoek ........................................................... 80 Ontwikkeling van de vragenlijst ..................................................................................................... 81 Dataverzameling: distributie en follow up ......................................................................... 82 Respons en non-respons .......................................................................................................................... 83 Analysefase 1: Clusteren van integriteitsschendingen .............................................. 84 Fase 2: Voor ieder cluster van stakeholders een model ontwikkelen .......... 90 Onethisch gedrag ten aanzien van medewerkers ......................................................... 92 Onethisch gedrag ten aanzien van klanten en financiers van de organisatie ............................................................................................................................................................. 94 Onethisch gedrag ten aanzien van leveranciers en maatschappij ................ 96 Een andere kijk op integriteitsschendingen: profiel van frequentie en morele aanvaardbaarheid............................................................................................................... 97 Hoofdstuk 5 De hippocratische eed voor bankiers ................................................................ 105 Herstel van vertrouwen ....................................................................................................................... 106 Herkomst van de bankierseed........................................................................................................ 109 De inhoud en procedure van de bankierseed................................................................... 110 Ervaringen met een beroepseed in andere situaties................................................... 112 Kritiek op de bankierseed .................................................................................................................... 115 Sancties en controle .................................................................................................................................... 116 Onderhoud ......................................................................................................................................................... 117 De bankierseed beoogt de klant centraal te stellen .................................................... 120 Wat de bankierseed nog meer compliceert ........................................................................ 125 Een ander perspectief op het herstel van vertrouwen ............................................ 126 Hoofdstuk 6 Naar een doelgerichte aanpak van onethisch gedrag in banken............................................................................................................................................................................ 131 Onethisch gedrag ten aanzien van medewerkers effectief beïnvloeden....................................................................................................................................................... 132 Factoren die onethisch gedrag ten aanzien van klanten en financiers reduceren ................................................................................................................................. 134 Onethisch gedrag ten aanzien van toeleveranciers en de maatschappij verminderen ................................................................................................................ 136 Architectuur van de organisatie ................................................................................................... 136 Beloningen in de bancaire sector.................................................................................................. 143 Publieke verontwaardiging over beloningen en omvang van bonussen ................................................................................................................................................... 145 De beloning van topbestuurders in de financiële sector ....................................... 149 Hoe onethisch gedrag nog verder gereduceerd kan worden........................... 155
VI
manieren van bankieren
VOORWOORD Af en toe moet er eens flink de bezem door. Dat geldt voor je werkkamer, voor het magazijn, voor je relatie. Vuil hoopt zich op. Niet langer ter discussie gestelde vanzelfsprekendheden koeken aan tot op den duur metersdikke kleilagen. Je hebt het gevoel dat je niet meer voor- of achteruit kunt. Hoe heeft het toch allemaal zover kunnen komen? Het lijkt alsof iedereen de weg kwijt is. Dan staan er profeten op: Mohammed, Luther, Marx, Mandela. Zij openen nieuwe vergezichten, een nieuw begin en nieuwe mogelijkheden. Het ondenkbare wordt denkbaar en dat wat niemand voor mogelijk hield, gebeurt toch: krakend en piepend beginnen de vastgeroeste maatschappelijke panelen toch te bewegen en te schuiven. Iets dergelijks is momenteel ook gaande in de financiële wereld sinds de val van Lehman Brothers in september 2008. De financiële sector is in een revolutionaire fase beland. Er wordt gesproken over moreel verval, graaigedrag, irrationaliteit en systeemfalen. Niets lijkt er meer te deugen en het roer gaat radicaal om. De financiële wereld lijkt haar maatschappelijke ‘license to operate’ geheel te hebben verspeeld en langzaam probeert men het geschonden vertrouwen weer te herstellen en terug te winnen. Dat blijkt niet mee te vallen, want hoe meer de sector onder het vergrootglas gelegd wordt, hoe meer er mis blijkt te zijn. Banken handelden in ondoorzichtige derivaten, verzekeraars verkochten woekerpolissen en pensioenfondsen bleken niet in staat te zijn om minimale dekkingsgraden te waarborgen. Het is een kluwen van problemen en het duizelt de gewone krantenlezer van wat haar of hem allemaal wordt voorgeschoteld. In dit boek gaat Raymond Zaal op onderzoek naar de morele kant van de bankencrisis. Hij doet dat op een gedegen wijze, namelijk door zelf empirisch onderzoek te doen. Dat geeft een verfrissende blik. Wat is er eigenlijk waar van de verklaring dat bankiers op grote schaal zijn overgegaan tot ‘graaigedrag’? Vaak wordt hier tegenin gebracht dat dan toch ook ‘de consument zelf’ niet vrij is geweest van graaineigingen. Allicht niet. Maar met zulke jij-bakken komt de wetenschappelijk analyse van het probleem natuurlijk niet veel verder. Zaal pakt het anders aan. ‘Manieren van Bankieren’ begint met een nauwkeurig onderzoek naar de vraag wat we nu eigenlijk moeten verstaan onder integriteit in een bank en hoe je inbreuken op integriteit kunt meten. Vervolgens gaat hij na of de morele organisatiecultuur van de bank daar invloed op heeft en hoe zich dit verhoudt tot het effect van structurele kenmerken. Eigenlijk mag ik het in dit voorwoord nog niet verklappen, maar het zal onder andere blijken dat het zo gewraakte negatieve effect van bonussen wel eens veel kleiner zou kunnen zijn dan gedacht. Ik denk niet dat Raymond Zaal in dit boek het laatste woord over deze ingewikkelde problematiek heeft gezegd, maar hij draagt zeker bij aan een meer kritische en genuanceerde kijk op deze hele kwestie. Met dit boek geeft Raymond Zaal een goede impuls aan het nadenken over ethiek in organisaties, speciaal in de financiële wereld.
VII
Vierhonderdvijftig jaar geleden, op 4 december 1563, was de slotzitting van het Concilie van Trente, het grote hervormingsconcilie waarin de RoomsKatholieke Kerk reageerde op de strenge hervomingseisen die Luther had gesteld. De Venetiaanse bisschop Hieronymus Ragazzoni gaf toen een samenvattende toespraak waarin hij zei: “De hebzucht, het zwartste kwaad dat de kerk schade kan berokkenen, zal volledig uitgebannen worden. De sacramenten zullen alle om niet worden toegediend [...]. De ‘inzameling van aalmoezen’, zoals ze genoemd werden en die onze godsdienst onteerden, zullen weggevaagd worden uit de herinneringen van de mensen. Het is hierdoor dat al ons onheil begonnen is! God zal geëerd worden door zuiverder en aandachtiger diensten, en zij die de vazen van de Heer dragen zullen gereinigd worden, zodat ze anderen tot voorbeeld kunnen zijn. Daarom is het ook een schitterend idee om in ieder bisdom van jongs af aan diegene die moeten worden opgeleid voor de heilige dienst te vormen in de studie en de beoefening der deugden.”1 Bankiers die het moeilijk hebben met alle hervormingen in hun sector kunnen misschien wat troost putten uit dit grote historische precedent. Het is blijkbaar onvermijdelijk dat de mensheid steeds weer opnieuw verstrikt raakt in haar eigen overdaad en overmoed, waarna de bezem er door moet. Bankieren moet voortaan met nieuwe manieren ... Prof. dr. Ronald Jeurissen Nyenrode Business Universiteit
NOTEN 1
VIII
Geciteerd in: M. van der Plas, De klokkenluiders: Hervormingsbewegingen in de Katholieke Kerk, Meulenhoff, Amsterdam, 2002, 238-239.
manieren van bankieren
HOOFDSTUK 1 ONETHISCH GEDRAG, DE FINANCIËLE CRISIS EN DE BANKEN
“
De crisis in de financiële markten stopt pas als het beest in de mens is bedwongen met een laag van ethiek en zelfbeheersing. George Möller
”
In het publieke debat over de oorzaken van de financiële crisis heeft onethisch gedrag in de financiële sector specifieke aandacht gekregen. Het is duidelijk dat deze ernstige crisis, die in 2007 is ontstaan en in 2013 nog niet ten einde was, is toe te schrijven aan een complex van factoren. Het debat over de oorzaken ervan is bijna dagelijks in diverse media aan de orde en zal waarschijnlijk nog lang gevoerd worden. Veelal wordt verondersteld dat een zwakke corporate governance, wat heeft geresulteerd in het geleidelijk afkalven van ethisch gedrag in de financiële industrie, als een van de sleutelfactoren genoemd kan worden. In deze financiële crisis, die in eerste instantie in de VS en vervolgens in Europa en andere regio’s ingrijpende gevolgen heeft gekend, is volgens velen dan ook onomstotelijk vast komen te staan dat onverantwoordelijk en onethisch gedrag van managers en organisaties pijnlijke gevolgen heeft gehad voor de samenleving. Met onethisch gedrag wordt in het algemeen gedrag bedoeld dat door de maatschappij als moreel onaanvaardbaar wordt bestempeld.1 Zo betoogt George Möller, voorzitter van de raad van toezicht van de AFM en voormalig topman van de Robeco Groep, in een interview met de Volkskrant dat “De crisis in de financiële markten pas stopt als het beest in de mens is bedwongen met een laag van ethiek en zelfbeheersing”. Volgens de AFM-chairman kan de financiële crisis pas bezworen worden als de moraliteit terugkeert in het economisch denken en bankiers hun normloze gedrag gaan veranderen. Möller is niet de enige die daar zo’n uitgesproken mening over heeft. Langzamerhand lijkt de volkswoede zich steeds meer te richten op de financiële sector, in het bijzonder op de banken en de topbankiers, die ook in Nederland publieke figuren zijn geworden.
IS HET DE SCHULD VAN DE TOPBANKIERS? Richard Fuld, de voormalige CEO van Lehman Brothers, is een veelbesproken voorbeeld van een van de ‘schurken’ van Wall Street. Topbankiers die grote economische luchtballonnen hebben veroorzaakt die uiteindelijk barstten. Met als gevolg duizenden financieel geruïneerden en ontsteltenis bij het grote
1
publiek. De gorilla van Wall Street, zoals Fuld wel werd genoemd nadat hij over collega’s had gezegd: “I want to rip out their hearts and eat them before they die”, stuurde Lehman diep in de business van hypotheekobligaties, die gelieerd waren aan risicovolle zogenoemde subprime-hypotheken. Deze subprimehypotheken werden gebundeld (gesecuritiseerd) en verkocht aan investeerders. Door de aanhoudend kwakkelende Amerikaanse huizenmarkt ontdekte de markt dat de gesecuritiseerde hypotheekobligaties veel minder veilig waren als eerst werd gedacht. Lehman moest zijn expliciete en impliciete garanties nakomen en bleek veel te grote risico’s te hebben genomen. Als CEO was Fuld ook verantwoordelijk voor de toepassing van een agressieve boekhoudkundige systematiek die bekendstaat als REPO 105.2 Deze techniek werd door Lehman gebruikt om problematische financiële activa tijdelijk van de balans te halen zodat de financiële resultaten aanzienlijk positiever gepresenteerd konden worden dan dat ze in werkelijkheid waren.3 Deze opzettelijke window dressing-praktijken misleidden investeerders, crediteuren en andere betrokkenen en resulteerden in omvangrijke verliezen voor mensen die niet alleen hun vertrouwen maar ook hun vermogen in de handen van Lehman hadden gelegd. Tegelijkertijd incasseerden de topmanagers van Lehman beloningen die waren gebaseerd op de positieve, maar misleidende, financiële gegevens die door Lehman waren geproduceerd. Leden van het senior management voeren daar in financiële zin zeer wel bij: zij incasseerden omvangrijke salarissen, bonussen en optiepakketten. Op basis van richtlijnen die in de Verenigde Staten voor een bedrijf als Lehman Brothers van toepassing zijn, zoals de Institute of Management (IMA) standaard en de Sarbanes-Oxley wet van 2002, was volgens Agatha Jeffers, een onderzoeker van de Montclair State University, hier duidelijk sprake van onethisch en zelfs frauduleus gedrag.4 Op 15 september 2007 moest door Lehman Brothers uitstel van betaling worden aangevraagd. Met het aanvragen van uitstel van betaling stortte de koers van Lehman in; het aandeel verloor in een paar dagen 93 procent van de waarde. Dat kwam overeen met een bedrag van ongeveer 43 miljard dollar. Een van de grootste banken van de Verenigde Staten viel om, het was zonder twijfel het meest omvangrijke faillissement in de geschiedenis. Voor al deze vernietiging van kapitaal harkte Fuld bijna 500 miljoen dollar beloning naar binnen gedurende zijn dienstverband als CEO, dat werd beëindigd toen Lehman omviel. Het gedrag van Fuld en recente misstanden in de financiële sector werpen een aantal vragen op die het publieke debat lijken te beheersen. Zo kan de vraag gesteld worden of de grote integriteitsproblemen waar een aantal banken mee te maken heeft gehad het gevolg zijn van het uit de bocht vliegen van één, of misschien enkele topfunctionarissen. Kan er eigenlijk wel gesproken worden van incidenten als deze met enige regelmaat, jaar in jaar uit, aan het licht komen? Of is dergelijk gedrag exemplarisch voor medewerkers in het algemeen in deze sector? Is er allang geen sprake meer van incidenten die zich afspelen aan de top van de organisatie? Is onethisch gedrag gemeengoed
2
manieren van bankieren
geworden binnen de hele organisatie, zelfs in de hele sector? Heeft het gedrag van een beperkt aantal topfunctionarissen de sector geïnfecteerd, en zich als een kwaadaardig virus verspreid? De vergelijking met bijvoorbeeld de vastgoedsector is makkelijk te maken. Na jarenlang strafrechtelijk vooronderzoek deden op 13 november 2007 honderden rechercheurs en tientallen officieren van justitie op ruim vijftig adressen in Nederland invallen. Een wijdvertakt netwerk aan de top van het Nederlandse bedrijfsleven, dat zich onder meer bezighield met omvangrijke fraude met vastgoed van bedrijven als Philips, ABN AMRO en Rabobank, werd daarmee blootgelegd. In de loop van het omvangrijke juridische proces dat volgt, blijkt de zaak een voorbeeld van een hardnekkige cultuur waar privé- en zakelijke belangen ongeoorloofd vermengd zijn. Er zou een groot grijs gebied bestaan waarin betrokkenen denken dat binnen de marges van de wet en de gedragsregels van bedrijven veel mogelijk is. De beloningen voor oneerlijk gedrag vallen in de vastgoeddeals van tientallen miljoenen euro’s nauwelijks op. De illegale opbrengsten zijn zo groot dat het ook geen bezwaar is om handlangers te laten meeprofiteren. En binnen de vastgoedsector kijkt men daar al lang niet meer van op.
OF IS HET DE SCHULD VAN DE BONUSCULTUUR? Een andere kwestie betreft de rol van het beloningsbeleid in de bancaire sector. Hoewel er al veel langer twijfel bestaat over de manier waarop de beloningssystematiek binnen banken is vormgegeven, is dit thema na de val van Lehman Brothers op 15 september 2007, wat door velen beschouwd wordt als het moment waarop de financiële crisis in alle hevigheid losbarstte, erg actueel geworden. Al in oktober 2008 stelde Nout Wellink, de toenmalige president van De Nederlandsche Bank (DNB), dat het bonussysteem in de financiële sector leidt tot risico’s die tegen het maatschappelijk belang ingaan. Volgens Wellink kunnen bonussen die afhankelijk zijn van de hoeveelheid transacties die bankiers afsluiten, leiden tot onverantwoordelijk en maatschappelijk ongewenst gedrag. Wat hem betreft, mogen bonussen helemaal worden afgeschaft en vervangen door een goed concurrerend salaris. “Ik houd niet van het systeem als zodanig, want voor je het weet, gaan de prikkels verkeerd werken.” Hij kondigde destijds aan dat DNB in haar rol als toezichthouder in de toekomst streng zal bekijken of bonusstructuren aanzetten tot het nemen van onverantwoorde risico’s. Het is de vraag of het daar van gekomen is. Ofschoon waarschijnlijk zeer relevant, is voor het analyseren van een dergelijke kwestie uitgebreid en langdurig onderzoek nodig. Wellink hekelde destijds niet alleen de topbestuurders, maar ook het bonussysteem dat in de volledige organisatie van banken is ingevoerd. “Er is sprake geweest van veel domheid, onvoldoende inzicht en kritisch vermogen in de top van banken.” Wellink doelde daarbij op een topbankier die achteraf aangaf niet
1 onethisch gedrag, de financiële crisis en de banken
3
te hebben geweten wat subprime was, terwijl zijn bank miljoenen op deze Amerikaanse ‘rommelhypotheken’ verloor. “In de top was onvoldoende kennis aanwezig, maar ik denk niet dat in Nederland bestuurders willens en wetens rotzooi hebben verkocht,” aldus Wellink. Dat durfde hij niet te zeggen over de lagere regionen bij banken. “Daar zitten medewerkers recht tegenover de klant. Er is op de werkvloer te vaak niet integer gehandeld. Dat gedrag leidt uiteindelijk tot een afnemend vertrouwen in de betrouwbaarheid van de sector.” Niet alleen in het publieke debat, maar ook vanuit regulerende en toezichthoudende instellingen wordt met regelmaat gesuggereerd dat het de beloningssystematiek in financiële instellingen is die onethisch gedrag veroorzaakt. Het Turner Rapport,5 gepubliceerd door de Britse Financial Services Authority, concludeerde dat er een sterke prima facie case is dat ontoereikende beloningsstructuren een rol hebben gespeeld om gedrag te stimuleren dat heeft bijgedragen aan de financiële crisis. Echter, naar aanleiding van het onderzoek waar dit rapport op gebaseerd is, werd tevens geconcludeerd dat het bijzonder moeilijk is om vast te stellen hoe belangrijk die rol daadwerkelijk was. Vanuit verschillende academische kringen hebben wetenschappers op dergelijke aannames gereageerd door te suggereren dat rigoureuze aanpassingen van beloningsstructuren in de financiële sector noodzakelijk zijn. Met name in de bancaire sector. Wellicht geïnspireerd door de woorden van de president van De Nederlandsche Bank in oktober 2008 hebben sommigen zelfs voorgesteld om variabele beloningssystemen in de bancaire sector geheel te verbieden. Onder leiding van voormalig Rabo-topman Herman Wijffels heeft een groep academici uit verschillende wetenschappelijke disciplines zich in 2010 verenigd in de denktank Sustainable Finance Lab (SFL), die zich ten doel stelt ideeën voor een verduurzaming van de financiële sector te ontwikkelen. Het SFL neemt ten aanzien van de bonuscultuur een scherp standpunt in. Zo deed het SFL eind 2011 een oproep om te komen tot een bonusverbod in de financiële sector. Wijffels stelde daarbij dat “bonussen zijn bedoeld om mensen dingen te laten doen die ze uit zichzelf niet zouden doen, zoals het verkopen van producten die het meeste opleveren en niet omdat die het beste zijn voor de klant”. Volgens het SFL is het niet nodig om het schrappen van bonussen te compenseren met een hoger vast salaris, omdat de huidige salarissen hoog genoeg zijn om te concurreren met andere sectoren. In diverse onderzoeken die gedaan zijn na de kredietcrisis van 2008, is gekeken naar een mogelijk verband tussen de bonussen van bestuurders en managers enerzijds en hun risicogedrag en kortetermijnbeleid anderzijds. Gedegen empirisch onderzoek blijkt een veel genuanceerder beeld te schetsen dan de oneliners die, ook door invloedrijke personen in de sector, met regelmaat in de media worden gebracht. Zo concludeerden de onderzoekers Fahlenbrach en Stulz, in een onderzoek onder 98 bancaire instellingen, dat de aspecten van de variabele beloning (i.e. bonussen, opties) van CEO’s niet aangewezen kunnen worden als oorzaak voor de kredietcrisis of voor de prestaties van banken in die crisis.6 Ook de
4
manieren van bankieren
onderzoekers Cheng, Hong en Scheinkman zijn erg voorzichtig met het doen van harde uitspraken.7 Zij bestudeerden de relatie tussen beloningsstructuur en het nemen van risico’s in een groot aantal financiële instellingen. Ofschoon er wel samenhang is tussen de beloningsstructuur en het risicogedrag, bleek het niet mogelijk om een oorzakelijk verband aan te tonen. Zoals zal blijken, is dit een belangrijk thema van dit boek. Hoe kan degelijk empirisch bewijs worden gevonden om te toetsen of het beeld dat ontstaan is in het publieke debat ook echt klopt? Zo langzamerhand lijkt het er immers steeds meer op dat er in het publieke debat steeds minder nuancering is. In de zoektocht naar oplossingen voor complexe problemen is op zijn minst gedegen onderzoek nodig. Daar probeert dit boek in tegemoet te komen.
BONUSSEN ONDER VUUR Onder druk van de publieke opinie en waarschijnlijk ook gedwongen door de teruglopende verdiensten hebben diverse banken zelf het initiatief genomen om het bonusbeleid om te gooien. Zo hebben Credit Suisse en UBS, de twee grootste banken van Zwitserland, na de val van Lehman Brothers het beloningsbeleid ingrijpend hervormd. Credit Suisse heeft de bonussen in vier opeenvolgende jaren teruggebracht en heeft bekendgemaakt van plan te zijn deze lijn ook in de toekomst door te zetten. Het gaat daarbij om forse bedragen. In 2009 keerde Credit Suisse nog voor ongeveer 4,7 miljard euro uit, over 2012 was dat teruggebracht tot een bedrag van omstreeks 1,9 miljard euro. UBS heeft aangegeven met het nieuwe bonusbeleid de belangen van medewerkers en aandeelhouders op één lijn te willen brengen. In de toekomst wil men de bonus af laten hangen van de resultaten over meerdere jaren, dat was nog niet het geval. Ook de omvang van de bonuspot bij UBS is sterk geslonken. Ofschoon er voor 2012 nog een bedrag van ongeveer 2 miljard euro beschikbaar was, is dit het laagste niveau sinds het begin van de financiële crisis en 42 procent minder dan in 2012. De wens om tot een rigoureuze aanpak van het beloningsbeleid binnen de bancaire sector te komen, is ook terug te vinden in de wetgeving. Op 1 juli 2012 is de wet betreffende het bonusverbod voor staatsgesteunde financiële instellingen in werking getreden. Deze wet bepaalt dat de financiële instellingen, zoals ING en SNS Reaal, die van de overheid steun genieten, of gaan genieten, voortaan geen bonussen meer mogen toekennen of uitkeren aan hun dagelijkse beleidsbepalers, zoals bestuurders. Met deze maatregelen wil de regering een bijdrage leveren aan het bestrijden van ‘perverse’ prikkels in het beloningsbeleid. Het uitgangspunt is daarbij dat beloningen bij financiële ondernemingen een prikkel kunnen vormen voor het nemen van excessieve risico’s. Risico’s die zelfs het voortbestaan van de onderneming in gevaar kunnen brengen. Bovendien mag de beloningsstructuur er niet aan bijdragen dat klanten of consumenten onzorgvuldig worden behandeld. Wanneer bestuurders van een bank door de beloningssystematiek
1 onethisch gedrag, de financiële crisis en de banken
5
MANAGEMENT IN DE SAMENLEVING De reeks Management in de Samenleving behandelt thema’s op het gebied van bedrijfsethiek, verantwoord ondernemen en integriteitszorg. De reeks wordt uitgegeven in samenwerking met het European Institute for Business Ethics van Nyenrode Business Universiteit.
De geschiedenis van corporate governance Paul Frentrop 2013, ISBN 978 90 232 5109 5 De problemen van aandeelhouders nu, verschillen niet wezenlijk van de problematiek van de eerste beleggers in de Verenigde Oost-Indische Compagnie, zo laat Paul Frentrop zien in De geschiedenis van corporate governance. Een uiterst leesbaar boek over opkomst en ondergang van ondernemingen, en over winnaars en verliezers. Ook zien we hoe de kleinschalige aandeelhouder in de loop van de tijd plaatsmaakt voor grote institutionele beleggers en wat dat voor gevolgen heeft.
Kapitaal vertrouwen Marleen Janssen-Groesbeek en Bouwe Taverne 2012, ISBN 978 90 232 5029 6 Als bankiers voor banksters uitgemaakt worden, valt het als bankier niet mee nog plezier te hebben op verjaardagsfeestjes. Bankiers zijn gewoon mensen, die blootstaan aan verleiding en werken met grote kapitalen. Het vertrouwen in de financiële sector is behoorlijk beschadigd en niet eenvoudig te herstellen. In en om de sector worden wel veel initiatieven genomen om dit vertrouwen terug te winnen. In Kapitaal Vertrouwen vertellen meer dan 40 specialisten daarover vanuit hun eigen positie, ervaring en inzichten. Allemaal denken ze na over de toekomst van onze economie en over de wereld als geheel.
De reeks Management in de Samenleving (www.mids.vangorcum.nl) behandelt thema’s op het gebied van bedrijfsethiek, maatschappelijk verantwoord ondernemen en integriteitszorg. Daarbij is het doel om bestuurders en managers zowel theoretische verdieping te bieden als praktische ondersteuning. De reeks wordt uitgegeven in samenwerking met het European Institute for Business Ethics van Nyenrode Business Universiteit.
Manieren van Bankieren !"#$%#$&'$"(&)*#"+'#,$(#'$-.%+*$"#,+%/$"#0!"#&"1&/$"2$"#&"#/$#3"!"1&4($#-$12+%5# "6#/$7$#8$2#%$'$(8!!25#)!!%#&"#)!!%#6&25#!!"#9$2#(&192#*+8$":#;<#&-#+"$29&-19#'$/%!'# $=$8.(!%&-19#'$,+%/$"#0++%#8$/$,$%*$%-#&"#9$2#!('$8$$"#&"#/$#9$($#-$12+%:#>$$<2# 9$2#'$/%!'#0!"#$$"#?$.$%*2#!!"2!(#2+.<6"12&+"!%&--$"#/$#-$12+%#'$@"<$12$$%/5#$"#7&19# !(-#$$"#*,!!/!!%/&'#0&%6-#0$%-.%$&/:# Manieren van bankieren '$$<2#!"2,++%/#+.#/&$#0%!'$"#/++%#&"#2$#'!!"#+.#2,$$# ?$(!"'%&)*$#29$8!A-B CD# ;%'!"&-!2&$-#$"#8!"!'$%-#7&)"#+.#7+$*#"!!%#$E$12&$0$#&"-2%68$"2$"#+8#+"$29&-19# '$/%!'#2$#%$/61$%$"D#;8#2+2#$$"#0$%-2!"/&'$#*$67$#0!"#/$#)6&-2$#&"-2%68$"2$"#2$# *+8$"5#&-#9$2#"++/7!*$(&)*#+8#&"7&192#2$#9$??$"#&"#/$#+$#*+8$"#8$"-$"#$%2+$#+8#7&19#+"$29&-19# 2$#'$/%!'$"#$"#9+$#9+6/#)$#9&$%#'%&.#+.#!(-#+%'!"&-!2&$#+<#!(-#8!"!'$%: FD#G"#9$2#.6?(&$*$#/$?!2#+0$%#/$#++%7!*$"#0!"#/$#3"!"1&4($#1%&-&-#9$$<2#+"$29&-19# '$/%!'#&"#/$#3"!"1&4($#-$12+%#-.$1&3$*$#!!"/!192#'$*%$'$"D#H!!*#,+%/2#0$%+"/$%-2$(/#/!2#7,!**$#1+%.+%!2$#'+0$%"!"1$#II"#0!"#/$#-($62$(+$#*!"# +"$29&-19#'$/%!'#"6#/!!/,$%*$(&)*#,+%/$"#0$%8&"/$%/:#>$2#!"2,++%/#&-#'$?!-$$%/# +.#9$2#&"#9$2#?+$*#?$-19%$0$"#,$2$"-19!..$(&)*$#+"/$%7+$*#$"#/$#9$(/$%$#!"!(K-$-D Dr. Raymond Zaal MBA is gepromoveerd op onderzoek naar oorzaken van onethisch gedrag in de bancaire sector. Hij is als research fellow verbonden aan Nyenrode Business Universiteit.