Afdeling Algemene Economie Faculteit der Economische Wetenschappen Universiteit van Amsterdam
Maart 2010 Bachelorscriptie
Islamitisch bankieren & Economische groei
Sofie Woldring 0561878
Scriptiebegeleider: Drs. T. Willems
1
Inhoud Pagina nr. H1: Inleiding.
2
H2: Introductie.
5
H3: Principes van islamitisch bankieren.
8
H4: Bankrisico’s en crises.
11
H5: Verschil in risico tussen islamitische en conventionele banken.
14
H6: Economische groei en islamitisch bankieren.
22
H7: Analyse.
25
H8: Conclusie.
29
Literatuurlijst.
31
Bijlage 1.
33
Bijlage 2.
35
Bijlage 3.
36
Bijlage 4.
37
2
1 Inleiding Het doel van deze scriptie is het verschil in risicograad aan te geven tussen islamitisch bankieren en conventioneel bankieren, en te kijken of deze risicograad effect heeft op het ontstaan van crisissen en economische groei. Het islamitische banksysteem is gebaseerd op het principe dat inkomensongelijkheid voorkomen moet worden en dat winst, verlies en risico verspreid moeten worden tussen alle partijen die hierbij betrokken zijn. Het basisprincipe van islamitisch bankieren is het verbod op rente. Rente wordt als onrechtvaardig beschouwd, omdat op voorhand voor het gebruik van geld een vergoeding wordt afgesproken; hierdoor ligt al het risico bij de kredietvrager en niet bij de kredietverstrekker. Deze oneerlijkheid is in strijd met de islamitische waarden en normen (Verhoef, Azahaf & Wijkerk, 2008). In het islamitische banksysteem moeten leningen gebaseerd zijn op bezittingen in plaats van op schuld (Akacem & Gilliam 2002). Het islamitische banksysteem is daarom volledig verschillend van het conventionele banksysteem, zowel in de organisatiestructuur als in risicoprofiel (Verhoef, Azahaf & Wijkerk, 2008). De afgelopen jaren is het aantal islamitische banken flink gestegen (Khan,2008). In deze scriptie wordt onderzocht wat het verschil in risico is tussen islamitisch bankieren en conventioneel bankieren en wordt er gekeken of islamitisch bankieren zou kunnen bijdragen aan economische groei. In hoofdstuk 2 wordt eerst een introductie gegeven op islamitisch bankieren. Hoofdstuk 3 beschrijft de verschillende principes en zet uiteen waar het islamitisch bankieren op gebaseerd is. Hoofdstuk 4 gaat over de risico’s waar alle banken mee te maken hebben en over bankcrisissen die kunnen ontstaan. In hoofdstuk 5 worden de verschillen in bankrisico’s besproken tussen islamitische banken en conventionele banken. Hoofdstuk 6 legt het verband tussen risico nemen en economische groei en er wordt een
3
introductie gegeven van het groeimodel van Sala-i-Martin. In hoofdstuk 7 wordt aan de analyse van Sala-i-Martin de factor islamitisch bankieren toegevoegd. Hoofdstuk 8 bevat de conclusie.
4
2 Introductie Islamitisch bankieren is een banksysteem dat gebaseerd is op de islamitische wetgeving, Sharia genaamd. Islamitisch bankieren verbiedt investeringen in producten die verboden zijn in de Sharia of in strijd zijn met islamitische waarden, zoals investeringen in varkensvlees of alcohol. Ook is het verboden risico’s te nemen zonder voldoende informatie, en is er dus een verbod te handelen in financiële risico’s (Gharar) (Gait & Worthington, 2007). Het basisprincipe, het verbod op rente, stamt uit de dertiende eeuw. Het bleef toen echter alleen bij een idee. Pas in de twintigste eeuw werd het eerste moderne experiment met islamitisch bankieren gedaan in Egypte in 1963. De jaren hierna volgde een enorme groei van het aantal islamitische banken. Sommige daarvan faalden direct, maar sommige slaagden erin een goedwerkende bank op te zetten. Rond 1970 kwamen de eerste goed werkende islamitische banken pas echt van de grond. In 1975 werd de eerste particuliere bank de ‘Dubai Islamic Bank’ opgericht, die een voorbeeld was voor andere banken, waarna velen volgden. Zo richtten Egypte en Soedan in 1977 twee banken op, deze functioneren volledig volgens islamitische leer. In 1979 is Pakistan het eerste land dat een volledig islamitisch banksysteem heeft. In de meeste landen blijven het islamitische bankieren en het conventionele bankieren echter naast elkaar bestaan. Hoewel vele banken hun startprocedure niet overleefd hebben, zijn er nu meer dan 275 islamitische banken die in meer dan 75 landen over de hele wereld opereren (Khan, 2008). Het merendeel van deze banken is gevestigd in moslimlanden in het Midden-Oosten, zuid Azië en zuid-oost Azië, maar er zijn er ook een aantal in westerse landen (Zie afbeelding: 1).
5
Afbeelding 1 De hoeveelheid kapitaal van alle islamitische banken in de wereld is de afgelopen jaren met ongeveer 15% per jaar gestegen (Chong &Liu, 2008, p.2). De totale activa die islamitische banken momenteel beheren is $400 miljard (Khan, 2008, p.4). 24% van de hele wereldbevolking is moslim, wat aangeeft dat er een groot groei potentieel is voor het islamitische banksysteem (Khan, 2008, p.1).Vergeleken met de totale waarde van activa ($150 triljoen) over de hele wereld, staat het vermogen van islamitische banken nog in de kinderschoenen, maar het islamitische bankwezen groeit, zoals te zien is in afbeelding 2 (Verhoef, Azahof & Bijkerk, 2008). Maleisië, Iran en Saudie-Arabië hebben het grootste deel van de islamitische activa in handen. Iran heeft 40% van alle islamitische activa in handen. Bank Melli Iran is de grootste islamitische bank ter wereld, met activa ter waarde van $45,5 miljard. De totale waarde van activa in handen van islamitische banken in Iran ten opzichte van alle activa is 50,8%. In Maleisië zijn er 9 islamitische publieksbanken met meer dan 1200 kantoren. In dit land opereren ook conventionele banken, met slechts 900 kantoren. De
6
gezamenlijke balans totaal in Maleisië bedraagt ongeveer $191,202 miljoen, waarvan $67,534 miljoen in handen is van de islamitische banken, dit is ongeveer een derde. Bank Meli, een van de grootste islamitische banken ter wereld, lijkt met een vermogen van $50 miljard en een winst van meer dan $540 miljoen in 2007 genoeg middelen te hebben om het hoofd boven water te houden in de financiële crisis (Bankscope). Verwacht wordt dat rond 2015, de helft van alle moslims al hun spaargeld op een islamitische bank zullen hebben staan (Iosco, 2004). Niet alleen in moslimlanden neemt het aantal islamitische banken toe, ook in westerse landen gebeurt dit. In Europa heeft Engeland de leidende positie. Ook in Nederland wordt er veel gesproken over het opzetten van een islamitische banksector. Er bestaan al verschillende instellingen die bepaalde islamitische bankproducten aanbieden, maar door de wetgeving in Nederland is een volledige islamitische bank voorlopig nog niet mogelijk (Verhoef, Azahofm& Bijkerk, 2008).
40 35 30 25 20
usd miljard
15 10 5 0 1990
1993
1996
1999
2002
2005
2008
Afbeelding 2; Bankscope.
7
3 Principes van islamitisch bankieren: Islamitisch bankieren volgt de principes van de islamitische economieën zoals gegeven in de Sharia. Volgens islamitische regels is er geen verschil tussen de staat en de moskee. De Sharia beheerst daarom het leven van de moslims op alle mogelijke manieren en dus ook de economie. Alles is gebaseerd op ‘eerlijkheid’. In islamitische economieën moeten de lener en de uitlener het risico van een onderneming samen delen. Op deze manier zou er een eerlijke samenleving zijn en de rechtvaardigheid tussen mensen toenemen, omdat de één niet kan profiteren van de ander. Hierdoor zou ook de inkomensongelijkheid kleiner worden. Het islamitische banksysteem gaat er vanuit dat zowel de lener als de uitlener niet volledig verantwoordelijk gesteld kunnen worden voor het succes of falen van de onderneming. Deze winst- en verliesspreiding staat beter bekend als Profit and Loss Sharing (PLS) en maakt het islamitische banksysteem zo anders dan het conventionele banksysteem. In het PLS systeem worden de geldnemer en geldnemer indirect aan elkaar gekoppeld (Zie afbeelding: 3) en wordt de rente vervangen door een variabele rate of return. Deze rate of return waaruit de bank winst maakt, is afhankelijk van het slagen of falen van een onderneming (Cihak & Hesse, 2008, p4-5). Hoe deze rate of return bepaald wordt, wordt later besproken. In het conventionele banksysteem maakt de bank winst uit rente die zij ontvangt, deze rente is niet variabel. Het basisprincipe van het islamitisch bankieren is het verbod op riba. Rente zorgt ervoor dat de inkomensongelijkheid groter wordt en is sterk in strijd met het Islamitische rechtvaardigheidsprincipe, waardoor het verboden is. Het doel van het PLS systeem is dat er door een samenwerkingsverband tussen de ondernemer en de bank gezamenlijk economisch voordeel wordt behaald (Chong & Liu, 2008). Doordat de bank geen rente kan vragen op leningen zijn hier verschillende alternatieve principes voor bedacht welke in de nu volgende sectie worden besproken.
8
PLS
Afbeelding 3, Elharaiki (2002).
Alternatieve rente principes De basis van het PLS systeem ligt verankerd in twee soorten contracten Musharakah en Mudarabah (Gait & Worthington, 2007). - Musharakah is te vergelijken met joint-venture, waarin een bank en een ondernemer gezamenlijk een economische activiteit ondernemen en gezamenlijk bijdragen aan het kapitaal. De verdeling van winst en verlies wordt bepaald door een vooraf bepaalde ratio. De bank stelt vooraf wel crediteisen aan de ondernemer waarmee hij het contract sluit. De geldnemer en kredietverlener verdelen zowel winst als verlies samen. - In een Mudharabah contract zorgt de bank voor het gehele kapitaal van de onderneming terwijl de ondernemer voor de kennis van zaken zorgt. In plaats van rente ontvangt de bank een van te voren bepaald percentage van de winst. De bank heeft geen controle over het management van de onderneming, maar kan vooraf wel bepaalde voorwaarde stellen aan wat er met zijn geld gebeurt. Afhankelijk van het soort project ontvangt de bank doorgaans een winstpercentage van tussen de 30% en 60%. Beide partijen kunnen op elk moment uit het contract stappen. Opmerkelijk is hier dat in geval van verlies, de bank het gehele verlies draagt, een betere benaming zou dan ook zijn: profit sharing and loss absorbing.
9
Veel contracten in het islamitische banksysteem zijn Musharakah en Mudarabah contracten en gebaseerd op PLS concepten. Er zijn echter ook andere vormen van contracten, hiervan zullen er twee als voorbeeld kort genoemd worden (Gait & Worthington, 2007). - Murabaha betekent cost plus oftewel een opslagcontract. Dit betekent dat een bank goederen koopt en ze tegen een vooraf bepaalde hogere prijs verkoopt, waar dus winst in zit. De koper krijgt duidelijk te horen dat en waarvoor hij deze mark-up betaalt, zodat het een eerlijke prijs blijft. De mark-up kan gezien worden als vergoeding voor de bank, voor de diensten die zij veleend heeft. Murabaha is een zekerder inkomsten bron voor de bank dan Musharakah en Mudharbaha. - Ijarah is weer een andere contractvorm, die ongeveer gelijk is aan het westerse leasen. De bank koopt bepaalde activa en leaset dit aan een klant voor een bepaalde periode en een bepaalde prijs. Deze vorm komt veel voor bij het financieren van vervoersmiddelen en machines. De Sharia keurt het betalen van huur goed mits de bank het risico van de activa zelf draagt.
’Spaar’rente Net zoals de bank geen rente mag vragen, kunnen depositohouders ook geen rente vragen. Depositohouders krijgen een vergoeding uitgekeerd die afhankelijk is van de opbrengsten die de bank krijgt uit kredietverstrekking. Dit lijkt een beetje op een beleggingsfonds. Op transactierekeningen wordt geen vergoeding gedaan, dit is geen geld dat aan de bank gegeven wordt, maar geld dat in bewaring wordt gehouden door de bank. Op spaarrekeningen kan een vrijwillige uitkering gedaan worden.
10
4 Bankrisico’s en crises Zoals de recente gebeurtenissen ons hebben laten zien kan een fragiel banksysteem de economie van een land dusdanig veel schade berokkenen, dat de hele economie van een land instort. Door het stabiliseren van een financieel systeem waar het banksysteem onder valt, kunnen bredere economische crisissen vermeden of verkleind worden. Volgens Caprios and Klingebiel (2003) is een bankcrisis een situatie waar de nettowaarde van een banksysteem bijna of volledig uitgeput is doordat non performing loans het gehele kapitaal van het bank systeem gebruiken. Allen and Gale (1998) voegen aan deze definitie toe dat een bankcrisis een situatie is waar banken een aanzienlijke hoeveelheid mislukkingen lijden, waardoor banken de convertibiliteit van hun passiva moeten opgeven of waarin op grote schaal aan de overheid gevraagd moet worden in te grijpen. Banken hebben over het algemeen te maken met verschillende soorten risico’s die uiteindelijk tot een banking crisis zouden kunnen leiden.
Risico’s - Marktrisico; Het risico dat een bank loopt omtrent koersschommelingen. Wanneer een bank financiële producten heeft gekocht en deze weer wil verkopen loopt de bank het risico dat verandering op de markt ongunstig kan uitpakken, als de koers ongunstig is ten tijde van verkoop, hetgeen ertoe kan leiden dat de bank verlies op een bepaald project of product lijdt. - Operationeel risico; Het risico dat uit operationele aard voorkomt, door onjuiste processen of systemen. Vaak komt dit risico van buitenaf. - Kredietrisico; Het risico dat een bank loopt wanneer hij geld tegoed heeft. Het risico is hier dat de tegenpartij het geld niet terugbetaalt - Renterisico; het risico dat banken lopen betreffende verandering in de rentestand. Er is een mogelijkheid dat de bank meer interest betaald dan het ontvangt Renterisico ontstaat wanneer lange activa met kort geld zijn gefinancierd en de rente vervolgens omhoog gaat, umatched balance sheet. Dit is nadelig voor de rentemarge van de bank die de rente op deze lange activa voor langere tijd heeft vastgelegd. In ht kader van deze scripte is het belangrijkste risico van een bank het kredietrisico.
11
Financiële- en bankcrises Financiële crisises kunnen voortkomen uit micro- of macro-economische oorzaken. Micro-economische crisissen ontstaan uit individuele banken, voornamelijk door het operationele risico. Marco-economische crisissen ontstaan vanuit macro-economische problemen en staan meestel onder controle van de overheid of grotere instanties (Mehta, 2008). Door de risico’s die alle banken nemen en door de fluctuerende rente zijn banken erg kwetsbaar om in een crisis of faillissement terecht te komen, die uiteindelijk kan leiden tot een complete financiële/economische crisis. Banken zijn de grootste uitleeninstituten van de wereld en om deze leningen uit te kunnen keren, lenen zij geld in de geldmarkt en hebben banken deposito’s. De rente is in het conventionele banksysteem de prijs voor deze leningen. Het kredietrisico komt ter sprake, wanneer de schulden van een bank groter worden dan de bezittingen. De waarde van de activa van een bank kan bijvoorbeeld omlaag gaan wanneer geldleners hun schulden niet op tijd terug kunnen betalen. Er zijn veel maatregelen bedacht om dit kredietrisico zo klein mogelijk te houden, bijvoorbeeld straffen indien de debt/equity ratio te hoog wordt. Maar doordat straffen leningen weer tegenhouden, is dit ook maar in zekere mate toe te passen en blijft er altijd een vorm van kredietrisico bestaan. Banken rekenen op enige vorm van kredietrisico, echter wanneer dit percentage te groot wordt, komt de bank in de problemen en moet de centrale bank ingrijpen, wat meestal inhoudt dat er een aanpassing van de rente komt. Wanneer de verhouding debt/equity te groot wordt komt een bank in grotere problemen, dit gebeurde bijvoorbeeld in Korea in 1997. De debt/equity ratio was 400% en dit was het begin van een algemene financiële crisis (Kang-Kook Lee, 2001). Een stijging in de korte termijn rente resulteert in een stijging van de kosten voor korte termijn deposito’s. Dit resulteert in een neergang van het aantal deposito’s. Het kost tijd deze kosten door te berekenen aan funds to borrowers. Dit betekent dat de contante waarde van een bank vermindert, doordat de lange termijn activa sneller worden
12
beïnvloed door de verandering van de rente dan de passiva op korte termijn. Dit verslechtert de balance sheet van een bank (Mehta, 2008, p.11). Ook kunnen hoge rentes kunnen leiden tot een stijging in de non-performing loans, leningen die niet terug betaald kunnen worden. Alle banken hebben te maken met maturity mismatches, doordat zij korte termijn passiva en lange termijn activa combineren op hun balance sheet; hierdoor ontstaat een rente risico. Het kan zijn dat een bank meer interest moet uitbetalen dan dat het ontvangt. Dit probleem ontstaat wanneer de bank geld leent tegen een vaste rente en geld uitleent tegen een variabele rente die afhangt van economische condities (Sole, 2007). De huidige crisis is voortgekomen uit hypotheekproblemen. De hypotheekwaarde fluctueert ongeveer tegelijk met de rente. Rente wordt bepaald door monetaire politiek van de centrale bank. Door de lage hypotheekkosten steeg de vraag naar huizen, die de huisprijzen omhoog duwde. Door de subprime mortgages, hypotheken die gegeven werden aan mensen die niet eens geld hadden, kwamen banken in de problemen. Dit ging samen met een stijging in de vraag naar goederen, door de lagere rente. Uiteindelijk bleek dat de grote leningen, zowel voor huizen als voor goederen, niet terugbetaald konden worden en banken in grote problemen kwamen (Kregel, 2008).
13
5 Verschil in risico tussen islamitische en conventionele banken Het risico dat islamitische banken nemen in verhouding tot conventionele banken is moeilijk te bepalen, mede doordat het islamitische bankieren bijna in elk land verschillend is, ook al zijn de basisprincipes hetzelfde. Elk land en eigenlijk elke bank hebben een eigen manier om het islamitisch te bankieren uit te voeren. In Yemen en Maleisië is er voor de centrale bank een ander systeem om met islamitische banken om te gaan dan met de conventionele banken, terwijl in Bahrain en Qatar bijvoorbeeld de centrale bank islamitische en conventionele banken hetzelfde moet behandelen (El Qorchi, 2005, p.5). De verschillende risico’s waar banken mee te kampen hebben zijn verschillend voor conventionele banken en islamitische banken. Hieronder worden deze verschillen van de in hoofdstuk 3 besproken risico’s uiteengezet.
Risico’s - Kredietrisico De mate van kredietrisico die banken nemen, is te zien aan de hand van de balance sheet van de verschillende banken. De structuur van een bank heeft directe invloed op de winst en risico’s. Hieronder de balans van een conventionele bank en een van een islamitische bank. Conventionele bank Activa
Passiva
Leningen en voorschotten aan klanten
Deposito’s klanten
Contant en kassaldi bij andere banken Investeringen in vennoten, dochterondernemingen en joint ventures
Schulden bij banken en andere financiële instellingen Andere passiva
Financiele active voor handelen
Verscheidene creditoren
Contant en kassaldi bij centrale banken
Bezittingen en reserves
(Greuning &Ibqal, 2009)
14
Islamitische bank Aanspraak financiering
Bron van financiering
Kassaldi
Opvraagbare deposito’s (amanah)
financiële activa (murabaha, salam, ijara, istisna)
beleggingsrekening (mudarabah)
Investerings activa (mudarabah,
Speciale beleggingsrekeningen
musharakah)
(mudarabah, musharakah)
Betaalde diensten (ju’ala, kafala, and so forth) Eigendommen, niet bancair
Reserves Aandelen kapitaal
(Greuning &Ibqal, 2009) In een Mudharaba contract maakt de islamitische bank twee afzonderlijke contracten. Één aan de asset kant (user of funds) en één aan de passiva kant (deposito’s). De ondernemer maakt een afspraak met de bank om winst te delen in ruil voor geld voor de investering en de bank maakt dan weer de afspraak met deposanten om deze winst te delen. Aan beide kanten is de bank dus een tussenpersoon; aan de kant van het uitlenen van geld en de kant van het lenen van geld. Aan beide kanten gaat het om winst delen. Als de bank een verlies maakt, zal dit resulteren in een waardeverlaging van de deposito van de deposito houders. Indien de bank zijn winstpercentage krijgt zoals afgesproken, kan de bank dit weer doorgeven aan zijn depositohouders. Hierdoor wordt in het islamitische banksysteem het in het conventionele banksysteem veel voorkomende probleem van mismatch in passiva en activa voorkomen (Ibqal&Mirakhor, 1999, p.391). Ook treedt er in het conventionele model een maturity mismatch op, doordat medium tot korte termijn activa gefinancierd worden door een stroom van korte termijn passiva. Door hetzelfde pass-through principe als hierboven genoemd, wordt deze risicovorm in het islamitische banksysteem ook verminderd (Ibqal, Ahmed& Khan,1998, p.12). Passiva en activa zijn direct aan elkaar gekoppeld, bankruns kunnen hierdoor makkelijker voorkomen worden (Mehta, 2008).
15
De indeling van de activa van een conventionele bank en een islamitische bank verschilt. Een conventionele bank heeft activa in de vorm van vast inkomen, lage risico debt securities, terwijl een islamitische bank op activa gebaseerde investeringen doet. Hierdoor is de uitleencapaciteit van een islamitische bank beperkt, en gelimiteerd door de reële activa aanwezig in de economie. Er is geen leveraged krediet creatie. Er mag alleen uitgeleend worden als de activa er ook werkelijk zijn, dus niet over de activa die er misschien gaan komen of ergens anders staan (Akacem& Gilliam, 2002). Het kredietrisico voor islamitische banken kan aan de andere kant ook als hoger gezien worden dan voor conventionele banken. Doordat bij sommige contracten het verlies gedragen wordt door de bank is de kans dat de geldnemer hogere risico’s neemt groter, het monitoren van een investering gaat vaak moeilijk. In deze islamitische contracten, zoals het Mudaraba contract, wordt de kans op asymmetrische informatie als moral hazard en het principal agent problem vergroot. In het Mudaraba contract, laat de bank de onderneming volledig aan de ondernemer over. De welvaart van een bank hangt geheel af van wat de ondernemer doet, maar de bank zelf heeft hierbij geen inspraak. Het zou kunnen zijn dat de ondernemer andere doelen voorop stelt dan winst maken. Bij een conventionele bank is het doel van een onderneming voor de bank minder van belang; als de onderneming de rente maar betaalt. Ook kan het zijn dat de onderneming hogere risico’s neemt dan de islamitische bank had gepland, hierdoor kan de winst vergroten voor de bank, maar wordt de kans op verlies, die de bank uiteindelijk in zijn eentje zou moeten dragen ook groter. Ook voor conventionele banken geldt dat er veel tijd en aandacht besteed moet worden aan het screenen van projecten en het monitoren van debiteuren, maar bij islamitisch bankieren is het screenen nog belangrijker en gaat hier meer tijd en geld inzitten. Met een van te voren afgesproken rentevergoeding heeft de bank minder behoefte zich met de exacte opbrengsten van een project bezig te houden; hij krijgt immers toch zijn vaste interestpercentage (Safieddine, 2009, p.143/144). Bij Musharaka contracten, waar het verlies niet volledig door de bank wordt gedragen, is dit probleem uiteraard minder groot, maar ook hier is asymmetrische informatie een fenomeen omdat beide partijen andere belangen hebben en de geldnemer zich niet
16
optimaal zou inspannen. Bij een lage positieve winst blijft er voor de geldnemer in een Musharaka contract nog geld over. Bij een conventionele bank moet de opbrengst relatief hoog zijn wil er na de rentebetaling nog overblijven voor de geldlener (Visser, 1998, p.406-408). De marginale opbrengst van extra inspanning is bij Mudarabah en Musharaka contracten met een laag rendement relatief hoog en bij een hoog rendement relatief laag. Dit wordt uitgelegd aan de hand van onderstaande tabel. In deze tabel wordt uitgegaan van een vaste rente betaling van 10% over een lening van 100, - in het geval van het conventionele bank systeem. In het geval van een islamitisch banksysteem wordt er uitgegaan van 50/50 profit and loss sharing. - De eerste kolom geeft het rendement van het project aan. - De tweede kolom de netto opbrengsten voor de geldnemer uitgaand van het gegeven rendement op het project vanuit conventioneel bankieren (rendement – vaste rente). - De derde kolom de netto opbrengsten voor de geldnemer, uitgaand van het gegeven rendement op het project in het geval van islamitisch bankieren (rendement/2). - De vierde kolom geeft de vaste inkomsten voor de conventionele bank weer; 10, -. - De laatste kolom geeft de opbrengsten van de islamitische bank weer (rendement/2).
Rendement Netto opbrengsten
Netto opbrengsten
Opbrengst
Opbrengst
project
geldennemer,
geldennemer,
bank,
bank,
conventioneel
islamitisch
conventioneel islamitisch
0%
-10, -
0, -
10, -
0, -
5%
-5, -
2,5
10, -
2,5
10%
0, -
5, -
10, -
5, -
15%
5, -
7,5
10, -
7,5
20%
10, -
10, -
10, -
10, -
25%
15, -
12,5
10, -
12,5
Uit bovenstaande tabel blijkt dat uitgaande van de eerder genoemde aannames bij een hoog rendement, de geldnemers in het conventionele banksysteem relatief meer winst
17
behalen dan de geldnemers zullen doen in het islamitische banksysteem (Visser, 2009, p.10). De intentie van islamitische geldleners om creatief te gaan boekhouden wordt vergroot door het PLS concept. Naarmate zij volgens hun boekhouding minder winst maken, hoeven zij minder geld aan de bank af te staan. Indien hun winst eigenlijk 100 is maar boekhouden op een manier dat dit 80 wordt, hoeven zij 10 minder af te staan aan de bank. Doordat in het islamitische banksysteem straffen en boetes niet toegestaan zijn, maakt dit het voor de bank extra moeilijk hier iets aan te doen. Door de winst- en verlies verdeling loopt een islamitische bank het risico, dat wanneer in periodes van grotere verliezen van een onderneming, de bank minder geld ontvangt en zij hun deposito houders door het pass-trough systeem minder geld uit kunnen keren. De kans dat deposito houders zich massaal terug kunnen trekken en de bank in financiële problemen komt, wordt hierdoor vergroot (Chapra, 2008). Doordat bij islamitisch bankieren asymmetrische informatie dusdanig veel schade kan berokkenen, vindt er over het algemeen een grotere screening vooraf plaats dan bij conventionele banken. In principe wordt in het conventionele banksysteem de rente namelijk in ieder geval uitbetaald, terwijl in het islamitische systeem een slecht draaiend project niets of nagenoeg niets oplevert. Door deze grotere screening vooraf is er in het islamitische systeem minder kans op non-performing loans, wat ook is gebleken uit de financiële crisis van 2007-2010. Doordat in het PLS systeem ook de verliezen worden gedeeld is er een extra check op excessief geld uitlenen door de bank (Ibqal &Mirakhor, 1999, p.394-396). - Renterisico Islamitische banken lopen geen renterisico, doordat er geen interest gevraagd en betaald wordt. Riba, rente is immers verboden. Zonder vaste interestvergoedingen, maar wel met vergoedingen aan crediteuren en depositohouders die afhangen van de opbrengsten op de uitzettingen, kunnen banken niet gauw onaangenaam verrast worden door onvoorziene interestontwikkelingen of tegenvallende opbrengsten door het in gebreke blijven van de debiteuren. Solvabiliteitsproblemen kunnen in principe niet voorkomen. Maar in de praktijk valt de bescherming tegen het interestrisico echter tegen. Het van te
18
voren afgesproken winstpercentage kan in praktijk tegenvallen, waardoor depositohouders minder zouden krijgen dan vooraf verwacht. Renterisico wordt nu ingewisseld voor ondernemingsrisico. De depositohouders kunnen hun geld van de bank halen als hun opbrengsten te laag wordt, waardoor de bank in problemen komt, om concurrerend te blijven en massale opname van tegoeden te voorkomen keren banken dit rendement soms als nog uit. Dit verlaagt het eigen vermogen, ook ten nadele van de bank zelf (Visser, 2009).
- Markt risico Door het Gharar principe mogen islamitische banken niet speculeren op de markt, speculeren brengt immers grote risico's met zich mee. Als het goed gaat kan dit speculeren veel geld opleveren, maar mocht het mis gaan dan kunnen grote verliezen het gevolg zijn. Doordat islamitische banken dit niet mogen volgens de islamitische wetgeving nemen de investeringen die zij doen minder grote risico’s met zich mee. Aan de andere kant kunnen bepaalde vormen van speculeren zijn ook juist risicoverlagend, namelijk de derivaten als future en forward contracts (Maurer, 2001). Moslims kunnen zonder problemen aandelen nemen in ondernemingen die niet in strijd zijn met de Sharia. Beleggen in ondernemingen die werken met varkensvlees, wapens, alcohol en of andere producten die in strijd zijn met de islamitische leer is niet toegestaan en ook beleggen in obligaties gaat niet zonder rente In het islamitische banksysteem is het moeilijk een brede portfolio te krijgen, en is de mogelijkheid voor spreiding beperkt. De concentratie, correlatie en votaliteit van een handelsportefeuille zijn hierdoor groter. Doordat islamitische banken beperkte beleggingsmogelijkheden hebben is hun marktrisico hoger dan van conventionele banken (DNB, 2007, p.54).
-Operationele risico. Winst- en verliesdeling kan ook het operationele risico vergroten, en met name het investeringsrisico. Omdat het PLS systeem het genomen risico doorschuift naar de investeerders wordt het risico voor de bank verlaagd. Het risico van de variërende opbrengsten wordt hierbij doorgeschoven wat het risico voor de bank verlaagt, maar tegerlijkertijd wordt het risicodat in het conventionele systeem gedragen wordt door
19
holders of debt nu gedragen door equity investors, wat het risico voor de bank weer vergroot (Rosman, 2008, p.8) Door het PLS systeem zitten er bij islamitische bank meer tussenstappen tussen iemand die een lening wil en hem uiteindelijk krijgt omdat de profit and loss sharing ratio bepaald moet worden, dit brengt extra operationele kosten met zich mee. Ook door eerdergenoemd groter belang van screening vooraf bij islamitisch bankieren, zijn de operationele kosten voor het islamitisch bankieren groter dan voor conventionele banken (Ibqal, Ahmed& Khan, 1998, p.67).
Crises Doordat financieringstransacties los van reële transacties bij islamitisch bankieren niet mogelijk zijn, hebben islamitische banken zich niet volledig in de schulden hoeven steken toen de middelen op de financiële markt rond 2007 opdroogden, waardoor veel conventionele banken wél diep in de problemen kwamen (Metha, 2008). Islamitische banken mogen immers niet handelen in schulden. Het handelen in schulden is een van de hoofdoorzaken van de kredietcrisis in Amerika en Europa. Door te handelen in schulden kunnen in tijden van een economische recessie banken op een gegeven moment onderling bepaalde beloftes niet meer waar maken (Chapra, 2008). Als dit escaleert is het onderling vertrouwen tussen verschillende banken weg en willen banken elkaar geen geld meer lenen. Als het dan met een bank mis gaat, is er een grote kans dat dit bij andere banken ook gebeurt, de enige uitweg is dan bij de centrale bank aankloppen, als laatste kans om faillissement te voorkomen. Dit gebrek aan interbancaire geldmarkt tussen islamitische banken kan positief uitpakken, doordat ze elkaar niet mee kunnen nemen in een dal. Anderzijds is een interbancaire geldmarkt van groot belang voor de economische groei, de economie als geheel en de banken op zich. Dit interbancaire karakter is moeilijk te verwezenlijken als een interestvergoeding niet toegestaan is. Islamitische banken hebben zich toen de financiële middelen opdroogden ook niet zomaar in allemaal derivaten kunnen beleggen omdat dit niet toegestaan is volgens de Sharia, waardoor zij beter beschermd zijn gebleven (Siddiqui, 2004).
20
Doordat financieren door middel van schulden niet mogelijk is, is de leverage ratio (de verhouding vreemd tot eigen vermogen) van een islamitische bank ook lager. Een lagere leverage ratio brengt een hogere kredietwaardigheid met zich waardoor islamitische banken minder risicovol in tijden van financiële crisissen. Tijdens de financiële crisis van 2007-2010 is gebleken dat de leverage ratio’s van conventionele banken, vooral in Amerika grote problemen voor banken met zich mee hebbengebracht (Mehta, 2008).
21
6 Economische groei en islamitisch bankieren In hoeverre de risicograad van een bank en de daarbij behorende crisissen die kunnen ontstaan in een bank slecht voor de economie als geheel kunnen zijn, wordt beschreven in het onderzoek van Ranciere, Torneel en Westerman (2008). De risicograad van banken en economische groei zijn met elkaar verbonden. Zoals aangegeven door Ranciere et al (2008) gaan risico nemen en het ontstaan van een crisis regelmatig samen, en draagt het bij aan een hogere lange termijn groei van een land, zelfs als de kosten van de crisis meegewogen zijn. Real credit growth wordt gebruikt als indicator om de mate van risico te meten; het verband tussen risico nemen en economische groei is volgens hen substantieel. Het regelmatig nemen van risico vermindert de cost of capital en versoepelt de borrowing constraints. Zolang er geen crash is zorgt dit voor meer investeringen en hogere groei. Als er wel een crash ontstaat, wat onvermijdelijk is in een risicovolle economie, daalt de groei. Gemiddeld genomen stijgt de economische groei echter meer in landen die risico durven te nemen, ook al brengt een crisis veel financiële kosten met zich mee (Ranciere, Torneel & Westerman, 2008). Door middel van een empirische analyse kan er gekeken worden of islamitisch bankieren, bijdraagt aan economische groei. Hier wordt gebruikt gemaakt van de analyse van Sala-i-Martin (1997), die in zijn onderzoek verschillende factoren aangeeft die belangrijk zijn voor economische groei van een land. Door zijn analyse uit te breiden, kan er gekeken worden of islamitisch bankieren, bijdraagt aan de economische groei van een land. Sala-i-Martin gebruikt voor zijn onderzoek 62 factoren die mede bepalend zouden kunnen zijn voor economische groei. Hij gaat er van uit dat Basisschool onderwijs, levensverwachting en log bruto nationaal product in ieder geval bepalend zijn en deze factoren zijn dan ook altijd aanwezig in zijn regressies. Hij test van de overige 59 factoren of ze mede bepalend kunnen zijn voor economische groei. Dit doet hij door middel van een uitgebreide analyse waarbij 2 miljoen regressies worden gedaan. Hierbij combineert hij de variabele die hij test steeds met de 3 vaste factoren die volgens hem in ieder geval bijdragen aan economische groei. Uit de overgebleven 59 factoren maakt hij
22
steeds verschillende groepjes van 3 andere onafhankelijke factoren die hij ook in de regressie analyse meeneemt en een onafhankelijke factor die hij wil testen. In zijn regressie analyse komen dus steeds zeven onafhankelijke factoren voor. Door het doen van twee miljoen regressies komt hij uiteindelijk tot de conclusie dat er 21 relevante factoren zijn, te weten; fractie katholieken, fractie boeddhisten, fractie protestanten, fractie moslims, wetgeving, fractie chaos, aantal jaren open economie, wisselkoers fluctuatie, breedtegraad, niet materiële investeringen, materiële investeringen, oorlog, mate van kapitalisme, primaire export, zwarte markt aandeel, fractie van bruto binnenlands product in mijnbouw, revoluties en staatsgrepen, burgerlijke vrijheden, Afrikaans land, Latijns Amerikaans land, staatkundig recht. Door islamitisch bankieren als factor toe te voegen aan het model van Sala-i Martin kan gekeken worden of een hoog percentage islamitische banken in een land kan bijdragen aan economische groei. Als indicator voor islamitisch bankieren worden de totale activa in handen van islamitische banken in een bepaald land genomen in verhouding tot de totale activa van een land. Bij vele landen is dit percentage nagenoeg nul, omdat veel landen weinig tot geen islamitische inwoners hebben en daarmee geen vraag naar islamitische banken. In andere landen, zoals Algerije, is er wel veel vraag naar islamitisch bankieren, maar staat de sector nog in kinderschoenen waardoor, het percentage ook nagenoeg nul is. Voor andere landen, bijvoorbeeld Iran is het aandeel activa dat islamitische banken in handen hebben aanzienlijk hoger. De totale activa van Iran bedragen $515.502 miljoen waarvan $261.998 miljoen in handen is van islamitische banken, een percentage van 51% dus (Bankscope). De landen waar islamitische banken een aanzienlijk percentage van de totale activa van een land in handen hebben staat hieronder een overzicht weergegeven.
Land
Percentage activa in handen van islamitische banken.
Egypte
3%
Gambia
4%
23
Sudan
27%
Tunesië
1%
Bahrain
30%
Indonesië
3%
Iran
51%
Syrië
2%
Irak
4%
Jordanië
13%
Kuwait
29%
Maleisië
35%
Oman
1%
Pakistan
6%
Saudie Arabie
35%
Verenigde Arabische Emiraten
14%
Yemen
30%
Turkije
3%
24
7 Analyse Onderzoek Sala-i-Martin Het onderzoek van Sala-i-martin is gebaseerd op een cross-sectie regressie analyse waarin hij bepaalt welke factoren relevant zijn voor economische groei. Een regressie analyse analyseert gegevens en bekijkt of er samenhang is tussen bepaalde factoren. Een regressie analyse ziet er als volgt uit:
γi = β0 + β1X1 +β2X2 +…………+ μi Hierin is γi, de afhankelijke variabele en staat in dit onderzoek voor economische groei. X1,……Xn zijn de onafhankelijke factoren die economische groei zouden kunnen verklaren. β1………..
βn zijn de schatters, deze geven aan hoeveel een onafhankelijke
variabele mede bepalend is voor γi, economische groei.
Bij het zoeken naar verklarende factoren voor economische groei wordt van te voren een aanname gemaakt over welke factoren relevant zouden kunnen zijn. Vervolgens worden deze variabelen getest om te kijken of ze ook daadwerkelijk relevant zijn. Dit kan met oneindig veel of een beperkt aantal variabelen gedaan worden. Het kan dan zo zijn dat een variabele (X1) op zichzelf significant is en ook nog steeds als er twee andere variabelen bij worden gevoegd (X2 en X3), maar insignificant wordt als er nog een extra variabele (X4) wordt toegevoegd. Hierdoor wordt het moelijk de daadwerkelijke relevante factoren te vinden. Sala-i Martin(1997) onderzoekt in zijn paper welke variabelen (Xn) daadwerkelijk in de regressie thuis horen door middel van een uitgebreide analyse, die gebruikt maakt van twee miljoen regressies. In de literatuur over economische groei zijn veel factoren te vinden die bij zouden kunnen dragen aan economische groei zouden. Sala-i-Martin kiest 62 factoren die mede bepalend zouden zijn voor economische groei, deze 62 factoren leken hem het meest relevant voor zijn onderzoek en zijn allemaal in op zijn minst één regressie significant gebleken. Er blijken zoals in hoofdstuk 6 genoemd, 21 factoren relevant te zijn voor economische groei. 25
Uitbreiding onderzoek Sala-i-Martin Door middel van Stata wordt islamitisch bankieren als verklarende onafhankelijke factor bij de al eerder genoemde relevante factoren van Sala-i-Martin toegevoegd. Getest wordt of islamitisch bankieren medebepalend is voor economische groei. Dit wordt gedaan door een hypothese te stellen (H0) en een tegenhypothese te stellen (H1). - De nulhypothese wordt als volgt geformuleerd: Islamitisch bankieren heeft geen invloed op economische groei H0: De coëfficiënt voorafgaand aan Islamitisch bankieren = 0 - De tegenhypothese wordt als volgt geformuleerd: Islamitisch bankieren heeft effect op economische groei H1: De coëfficiënt voorafgaand aan Islamitisch bankieren ≠ 0. De nulhypothese wordt getest door middel van een T-test T = (β1) / SE(β1) (Waarin β1 staat voor de coefficient van islamitisch bankieren enSE(β1) voor de standaard error van islamitisch bankieren.) Er wordt een betrouwbaarheidsniveau van 5% genomen. De kritieke waarde die hoort bij een 5% betrouwbaarheids niveau is 1,96. Als de T-waarde groter is dan 1,96 of kleiner dan -1,96 wordt H0 verworpen en is de nul hypothese onjuist. Indien de T-waarde tussen de -1,96 en de 1,96 ligt wordt H0 aangenomen en is de nulhypothese juist. Er wordt gebruikgemaakt van de standaard regressie waarbij de bevindingen van Sala-iMartin(1997) als uitgangspunt worden genomen.
- Test op alle factoren Als de indicator islamitisch bankieren toegevoegd wordt aan alle 62 gebruikte variabele factoren van Sala-i-Martin, zowel de volgens hem relevante als irrelevante, blijkt dat het effect van islamitisch bankieren zo goed als nul is en dus verwaarloosbaar. Stata laat de indicator voor islamitisch bankieren uit de regressie vallen, omdat islamitisch bankieren op deze manier van testen volledig insignificant is. De aanname dat de coëfficiënt
26
voorafgaand aan Islamitisch bankieren 0 is, blijft staan. Dit houdt in dat de hoeveelheid activa in handen van islamitisch banken geen invloed heeft op de economische groei. Als van de andere onafhankelijke verklarende factoren stuk voor stuk de meest irrelevante factoren weg worden gelaten, wordt pas na het weghalen van 20 factoren de waarde van islamitisch bankieren iets groter. De coëfficiënt voor islamitisch bankieren wordt nu -0,0018 en de T-waarde wordt -0,02 (Bijlage 2). Deze T-waarde is alsnog veel te klein om significant te zijn: -0,02 ≠< -1,96. H0 wordt ook nu niet verworpen. Hoeveel factoren er ook weg gehaald worden, islamitisch bankieren blijft insignificant.
- Testen op alleen relevante factoren Uit Stata blijkt dat als islamitisch bankieren wordt toegevoegd aan alleen de 21 relevante factoren, de coëfficiënt voor islamitisch bankieren -0,055 wordt, met een standaard error van 0,041 (Bijlage 3). Dit betekent dat naarmate het percentage van activa in handen van islamitisch banken stijgt in een land, de economische groei van een land zou afnemen. Aan de hand van deze gegevens zou islamitisch bankieren dus negatief zijn voor economische groei. Of islamitisch bankieren daadwerkelijk een significante factor is voor negatieve economische groei van een land wordt getest door middel van de T- test: T = (β1- β1,0) / SE(β1) -0,0552/0,0409 geeft een T-waarde van -1,35. H0= islamitisch bankieren =0 H1= islamitisch bankieren ≠ 0 -1,35 ≠< -1,96. De nul hypothese wordt niet verworpen. Op een 5% significantie niveau, zoals gebruikt door Sala-i-Martin, is islamitisch bankieren geen relevante factor voor economische groei. Ook met een ruimere kritieke waarde van 10% is islamitisch bankieren niet significant. Het verwerpinggebeid dat hoort bij een 10% betrouwbaarheidsniveau is T = │1,65│. -1,35 ≠ < -1,65. Ook nu kan de nulhypothese niet verworpen worden. Doordat bij dit onderzoek gebruik wordt gemaakt van de standaard regressie analyse in plaats van de uitgebreide regressie analyse die Sala-i-Martin heeft gedaan, zijn er minder 27
factoren relevant dan bij Sala-i-Martin. Als deze irrelevante factoren er om de beurt worden uitgehaald blijft de variabele islamitisch bankieren alsnog irrelevant en wordt zelfs minder relevant. Bij het wegvallen van de 6 meest irrelevante factoren, wordt de Twaarde van islamitisch bankieren zelfs kleiner. De T-waarde is nu -0,76 (Bijlage 4) wat nog dichterbij de 0 ligt. Islamitisch bankieren blijkt op deze manier van testen niet relevant voor economische groei.
28
H8 Conclusie Het doel van deze scriptie was het verschil in risicograad aan te geven tussen islamitisch bankieren en conventioneel bankieren, en te kijken of deze risicograad effect heeft op het ontstaan van crisissen en economische groei. Het verschil in risicograad tussen de twee bankvormen verschilt zoals gezien in vele opzichten. Het is moeilijk te zeggen welk banksysteem meer risico met zich mee brengt. Het operationele risico lijkt groter voor islamitische banken door de hoge operationele kosten die voortkomen uit het noodzakelijke screenen vooraf en het complexe karakter. Ook het marktrisico lijkt groter doordat islamitische banken beperkte beleggingsmogelijkheden hebben. Door het verbod op rente in het islamitische banksysteem ontlopen zij in principe renterisico, maar in feite wordt dit risico vervangen door ondernemingsrisico. De vraag is of het verlies aan renterisico dus daadwerkelijk verschil maakt met het conventionele banksysteem. In het kredietrisico, wat het belangrijkste risico is betreffende dit onderwerp, lijken de meeste verschillen te zitten tussen de twee bankvormen. Islamitische banken lijken minder last te hebben dan conventionele banken van een mismatch in activa en passiva. Ook wordt het maturity mismatch probleem gereduceerd. Doordat leningen gebaseerd zijn op reële aanwezige bezittingen in plaats van op schulden is er bij islamitisch bankieren geen leveraged krediet creatie. Het pass-through systeem kan sneller leiden tot een massale terugtrekking van depositohouders, dat een nadeel is van het islamitische bankieren. Ook wordt bij islamitisch bankieren het probleem van moral hazard en asymmetrische informatie vergroot wat veel screening vooraf vereist. Bij islamitische investeringen is de marginale opbrengst van een hoog rendement kleiner dan bij conventionele investeringen, wat de inzet van de ondernemer zou kunnen verkleinen. Het verminderde interbancaire karakter waar islamitische banken mee te maken hebben, voorkomt dat in geval van een crisis banken elkaar in de problemen helpen; handelen in schulden is immers niet mogelijk. Aan de andere kant is een interbancaire markt zeer belangrijk voor economische groei. De huidige financiële crisis waarbij de financiële markten opdroogden en banken zich in de schulden moesten steken, lijkt positiever te hebben uitgepakt voor islamitische
29
banken. Het verbod op handelen in schulden en het zomaar beleggen in derivaten heeft er voor gezorgd dat islamitische banken zich minder snel in de schulden konden steken. Ook heeft de hogere leverage ratio islamitische banken meer bescherming geboden. Echter om met meer zekerheid te kunnen zeggen dat islamitische banken zich beter handhaven tijdens financiële crises is een uitgebreider onderzoek vereist. Uit het artikel van Ranciere, Tornell en Westermann (2008) blijkt dat veel risico nemen en het ontstaan van crises samengaan, en dat dit verhoogde economische groei met zich meebrengt. Aan de hand van een analyse van Sala-i- Martin werd onderzocht of een land met een hoog percentage islamitische bankieren hogere of lagere economische groei ervaart. De factor islamitisch bankieren in een land is gemeten als percentage activa in handen van islamitisch bankieren ten opzichte van percentage activa in handen van conventionele banken. Door islamitische bankieren als variabele toe te voegen aan de analyse van Salai- Martin blijkt dat islamitisch bankieren negatief is voor economische groei, dit is echter niet significant. Aan de hand van dit onderzoek is gebleken dat de hoeveelheid activa in handen van islamitische banken in een land los staat van de economische groei van een land. Het verschil in risicograad tussen de twee bankvormen mag dan verschillend zijn, dit speelt verder niet door in het feit dat landen met een hoog/laag percentage islamitische banken een andere economische groei zullen ondervinden. Er kan daarom ook geconcludeerd worden dat gebaseerd op dit onderzoek het verschil in risicograad tussen de twee bankvormen niet dusdanig groot is dat het effect heeft op economische groei. Wellicht kan het onderzoek over een aantal jaren nog eens herhaald worden als de islamitische banksector meer gegroeid is. Ook zou het interessant kunnen zijn, het effect van de economische crisis op het islamitische banksysteem te onderzoeken als de financiële crisis voorbij is. Er kan dan goed gekeken worden welke van de twee bankvormen beter uit de crisis is gekomen.
30
Literatuurlijst: -
Akacem, M., Gilliam.L. (2002). Principles of debt versus equity financing, middle east policy, vol.9, nr 1
-
Allen, F., Gale, D. (1998). optimal financial crises, The journal of finance, Vol 36, nr 2.
-
Bankscope, Data base guide, Bureau van Dijk
-
Caprio,G., Klingebiel,D. (2003). Episodes of Systemic and Borderline Financial Crises, World Bank.
-
Chapra, M.U. (2008). The global financial crisis: can Islamic finance help minimize the severity and frequency of such a crisis in the future, presentation held at the Islamic development bank.
-
Chong, B.S., Liu, M.H. (2008). Islamic banking: Interest-free or interest-based? Elsevier
-
Cihak, M. Hesse, H. (2008). Islamic Banks and Financial Stability: An Empirical Analysis, IMF Working Paper. Wp08/16.
-
Elhiraika, A.B. (2002). The 1997-98 east asian financial crisis: An Islamic perspective, J king Saur University, vol 14, nr 1.
-
Gait, A.H. Worthington, A.C. (2007). A primer on Islamic finance, definitions, sources, principles and methods, Universty of wollongkong, working paper nr 07/05.
-
Greuning, H., Iqbal, Z. (2009). Balance sheet analyses: Islamic vs. conventional.
-
Iosco (2004). Islamic capital market fact finding report.
-
Iqbal, M. Ahmad, A., Kahn,T. (1998). Challenges facing Islamic banking, Islamic development bank, Islamic research and training institute, occasional paper nr1
-
Kook Lee, K. (2005). The effects on the post crises Korean economy, working paper series university of Massatuchets, nr 111.
-
Kregel, A .( 2007). Changes in the U.S. Financial System and the subprime Crisis, Levy Economics Institute Working Paper No. 530.
-
Khan, M. (2008). Islamic banking and finance: on its way to globalization, Managerial finance, vol 34, Nr.10.
31
-
Maurer, B. (2001). Engineering an Islamic future, Antrhopology today,university of California, Vol 17, nr 1.
-
Mehta, M. (2008). Can Islamic banks avert banking crisis? The Universty of nottigham.
-
Mirakhor, M. (1989). General charastics of an Islamic economic system.
-
Mirakhor, M., Iqbal ,Z. (1999). Progress and challenges of Islamic Banking, Thunderbird International Business review, Vol.41(4/5).
-
Nederlansche Bank (2007). Islamitisch bankieren en toezicht, kwartaalbericht juni, p 53-57.
-
Qorchi, M. (2005). Islamic finance gears up, Finance & Development, Vol. 42, Nr4.
-
Ranciere, R., Tornell, A., Westermann, F. (2008). Systematic crises and growth, Quarterly journal of Economics.
-
Rosman, R. (2008). Risk Management Practices and Risk Management Processes of Islamic Banks: A Proposed Framework, Faculty of Business Administration, Tun Abdul Razak University, Malaysia.
-
Safieddine, A. (2009). Islamic Financial Institutions and Corporate Governance: New Insights for Agency Theory, Corporate Governance: An International Review,17(2): 142–158.
-
Sala-i-Martin, X.X. (1997). I just ran four million regressions, university of Colombia and Universitat Pompeu Fabra.
-
Siddiqui, M.N. (2004). Riba, Bank interest and the rationale of its prohibition, Islamic research and training institute, development bank.
-
Sole, J. (2007). Introducing a Islamic bank into conventional banking systems. Journal of Islamic economics banking and finance.
-
Verhoef,,B., Somia, A., Bijkerk, W. (2008), Islamitisch financieren en toezicht: een verkennende analyse., Occasional studies, de Nederlandsche Bank, vol. 6/No.3.
-
Visser, H. (2009). Islamitisch financieren, vrije universiteit Amsterdam
-
Visser, H. (1998). Wolters Noordhof, maandschrift Economie,jaargang 62, 402416.
32
Bijlage 1. gamma X0 X1 X2 X3 X4 X5 X6 X7 X8 X9 X10 X11 X12 X13 X14 X15 X16 X17 X18 X19 X20 X21 X22 X23 X24 X25 X26 X27 X28 X29 X30 X31 X32 X33 X34 X36 X37 X38 X39 X40 X41 X42
Coef. (dropped) -.0027808 -.0014245 (dropped) (dropped) -.0015322 (dropped) -.0000826 -.0008857 -.000153 .00024 .0014096 -.0050579 -1.58e-06 (dropped) (dropped) (dropped) -.0005548 (dropped) (dropped) (dropped) (dropped) (dropped) -.0027636 (dropped) (dropped) (dropped) (dropped) (dropped) .0037092 (dropped) -.0226265 -.0056585 .0097647 -.0002375 -.0338184 -.019499 -.0148609 (dropped) (dropped) -.0003658 (dropped)
Std.
.
Err.
t
P>t
[95% Conf. Interval]
. .
. .
. .
. .
. .
.
.
.
.
.
. . . . . . .
. . .
. . .
. . .
. . .
. . .
. . . . . . .
. . .
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
.
.
.
.
.
.
.
33
X43 X44 X45 X46 X47 X48 X49 X50 X51 X52 X53 X54 X55 X56 X57 X58 X59 _cons
(dropped) .0008434 (dropped) .0221179 (dropped) .0101098 (dropped) -.0055995 -.0253369 -.0374969 (dropped) (dropped) (dropped) -.0356382 -.0557037 -7.27e-08 (dropped) .2611674
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
. . .
. . .
. . .
. . .
. . .
. . .
. . .
. . .
. . .
. . .
.
.
.
.
.
34
Bijlage 2. gamma Coef. Std. Err. X0 X1 X2 X3 X5 X6 X7 X8 X9 X10 X11 X12 X17 X18 X20 X21 X22 X23 X25 X27 X28 X29 X30 X31 X32 X33 X34 X36 X37 X38 X39 X40 X41 X42 X44 X46 X47 _cons
-.0018763 .0407749 .0024756 -.0362771 -.0182808 .0454383 -.0003438 .0000538 .0000399 .0000284 .0066133 .0082597 .0350744 .0547568 .0270844 .0236755 -.1413424 .0137999 .0319156 -.095141 .0697963 .0097783 -.0609255 .0312568 .0098922 .0045541 -.0007041 -.0191245 -.0038032 -.0196119 .0859896 -.0582165 .0001932 -.1656411 -.0077483 -.053438 -.0430468 -.5086144
t
.0766236 .025456 .0010684 .021632 .0158339 .0141304 .0000985 .0002648 .0001489 .0001085 .0023627 .0038624 .0396419 .0449938 .0337912 .0137491 .0710379 .0110444 .0462692 .0858771 .0528159 .0134524 .0437108 .0156628 .0084469 .0048674 .0003455 .0119059 .0085814 .0129418 .0334474 .0341483 .0001529 .1870118 .0027025 .0226169 .0294469 .2547931
P>t
[95% Conf.
-0.02 1.60 2.32 -1.68 -1.15 3.22 -3.49 0.20 0.27 0.26 2.80 2.14 0.88 1.22 0.80 1.72 -1.99 1.25 0.69 -1.11 1.32 0.73 -1.39 2.00 1.17 0.94 -2.04 -1.61 -0.44 -1.52 2.57 -1.70 1.26 -0.89 -2.87 -2.36 -1.46 -2.00
0.982 0.208 0.103 0.192 0.332 0.049 0.040 0.852 0.806 0.810 0.068 0.122 0.441 0.311 0.481 0.184 0.141 0.300 0.540 0.349 0.278 0.520 0.258 0.140 0.326 0.418 0.134 0.207 0.688 0.227 0.082 0.187 0.296 0.441 0.064 0.099 0.240 0.140
Interval]
-.2457268 -.0402373 -.0009245 -.1051196 -.0686714 .000469 -.0006572 -.000789 -.0004341 -.0003167 -.0009059 -.0040323 -.0910837 -.0884336 -.0804544 -.0200803 -.3674166 -.0213483 -.1153337 -.3684404 -.0982876 -.0330332 -.2000327 -.0185892 -.0169898 -.0109361 -.0018035 -.0570144 -.0311131 -.0607986 -.0204549 -.1668917 -.0002935 -.7607962 -.0163489 -.1254152 -.1367599 -1.31948
.2419743 .1217871 .0058757 .0325654 .0321099 .0904077 -.0000304 .0008967 .0005139 .0003736 .0141324 .0205517 .1612326 .1979473 .1346232 .0674312 .0847319 .0489481 .179165 .1781583 .2378801 .0525897 .0781818 .0811029 .0367741 .0200443 .0003953 .0187653 .0235066 .0215748 .1924342 .0504587 .00068 .4295139 .0008524 .0185391 .0506663 .302251
35
Bijlage 3. gamma Coef. Std. Err. X0 X1 X2 X3 X42 X23 X53 X39 X56 X32 X5 X4 X33 X29 X59 X6 X38 X43 X8 X31 X34 X41 X57 X51 X52 _cons
-.0552708 -.0165693 .0006656 .0272713 .0489269 .0054183 .0530624 .0074269 .0264211 .0007495 -.0048452 -.0130058 -.002355 .0050715 -.0059096 -.0096894 -.0116874 .0492956 .0000308 -.0028178 -.0001991 -3.77e-06 -.0031374 .0081811 .0018275 .0879197
t
.0409088 .0028155 .0002589 .0099461 .0503253 .0052266 .0149586 .0059865 .0068087 .0023046 .0045917 .0065132 .0026099 .0056284 .0252731 .0036822 .0056716 .0222227 .0000565 .0027767 .0001225 .0000349 .0059148 .0069394 .0051207 .0235015
P>t
[95% Conf.
-1.35 -5.89 2.57 2.74 0.97 1.04 3.55 1.24 3.88 0.33 -1.06 -2.00 -0.90 0.90 -0.23 -2.63 -2.06 2.22 0.55 -1.01 -1.63 -0.11 -0.53 1.18 0.36 3.74
0.184 0.000 0.014 0.009 0.337 0.306 0.001 0.222 0.000 0.747 0.298 0.053 0.372 0.373 0.816 0.012 0.046 0.032 0.588 0.316 0.112 0.915 0.599 0.245 0.723 0.001
Interval]
-.1379505 -.0222597 .0001424 .0071694 -.0527842 -.0051449 .0228299 -.0046723 .0126602 -.0039082 -.0141254 -.0261695 -.0076298 -.0063039 -.0569885 -.0171315 -.0231502 .0043818 -.0000834 -.0084298 -.0004466 -.0000743 -.0150916 -.005844 -.0085218 .0404214
.0274089 -.010879 .0011888 .0473732 .1506381 .0159816 .083295 .0195261 .040182 .0054073 .0044349 .0001579 .0029198 .0164469 .0451692 -.0022474 -.0002247 .0942093 .0001451 .0027942 .0000485 .0000668 .0088167 .0222061 .0121768 .1354181
36
Bijlage 4. gamma Coef. Std. Err. X0 X1 X2 X3 X42 X23 X53 X39 X56 X4 X33 X29 X6 X38 X31 X43 X51 X5 X34 _cons
-.032935 -.0200231 .0005867 .0246938 .1520259 .0081836 .0486667 .0110236 .0231645 -.0089844 -.0019656 .0028372 -.006569 -.0074816 -.0021674 .0322398 .0075763 .0021872 -.000069 .1083759
t
.0432187 .0027021 .0002376 .0089765 .042028 .0052374 .0142026 .0054688 .0060059 .0053628 .0011266 .0047873 .0038391 .0057305 .0024728 .0213018 .0063183 .0043431 .0001112 .0205303
P>t
[95% Conf.
-0.76 -7.41 2.47 2.75 3.62 1.56 3.43 2.02 3.86 -1.68 -1.74 0.59 -1.71 -1.31 -0.88 1.51 1.20 0.50 -0.62 5.28
0.449 0.000 0.017 0.008 0.001 0.124 0.001 0.049 0.000 0.100 0.087 0.556 0.093 0.197 0.385 0.136 0.236 0.617 0.538 0.000
Interval]
-.1196595 .0537896 -.0254452 -.014601 .00011 .0010635 .0066811 .0427065 .0676906 .2363611 -.0023261 .0186932 .0201671 .0771662 .0000498 .0219975 .0111128 .0352163 -.0197457 .0017769 -.0042263 .0002952 -.0067692 .0124437 -.0142728 .0011347 -.0189806 .0040175 -.0071294 .0027947 -.0105053 .0749849 -.0051024 .020255 -.0065279 .0109022 -.0002923 .0001542 .0671788 .149573
37