Rapportering : Een efficiënt en doeltreffend systeem Versie 03 – 12.06.2014
1. CONTEXT 1.1.
ALGEMENE CONTEXT
Elk land zal aan Europa moeten bewijzen in 2016 dat ze het inzamelpercentage van 45% hebben bereikt in 2019 dat ze het inzamelpercentage van 65% hebben bereikt (op basis van de hoeveelheid op de markt gebracht) of 85% (op basis van de hoeveelheid potentieel afval) Op basis van de huidige cijfers haalt RECUPEL 40%. Het is dus een enorme uitdaging om over de informatie te beschikken teneinde te kunnen bewijzen dat de doelcijfers voor 2019 worden gehaald. 1.2. CONTEXT VAN DE RICHTLIJN Het accent wordt duidelijk gelegd op een rapportering van de gescheiden AEEA-inzamelingen en dus van de AEEA-monostroom Artikel 7, 2. Om te bepalen of het minimale inzamelpercentage is gehaald, zien de Lidstaten erop toe dat de informatie betreffende de AEEA die gescheiden ingezameld worden conform artikel 5 gratis aan hen worden overgemaakt, met inbegrip van minstens de informatie over de AEEA die: a) ontvangen zijn door de inzamelcentra en verwerkingsinstallaties; b) ontvangen zijn door de distributeurs; c) gescheiden ingezameld zijn door de producenten of door derden die handelen voor rekening van de producenten.
Met andere woorden, ook al kan één type operator bewijzen dat het percentage van 65% gehaald wordt, wil EUROPA werk maken van een traceerbaarheid van de hele keten.
1.3.
VERMOEDELIJKE MARKTCONTEXT : STUDIE VAN RECUPEL - FFACT
65% = 186.550 tonnes ?
287.000 tonnes EEE
65% comme objectif
245.000 tonnes DEEE
85% comme objectif
186.550 tonnes
208.250 tonnes
RECUPEL
115.000
Dont Charter
13.300
Broyeurs
15.000
Exportation ferrailles
14.000
Exportation EEE
6.000
Exportation DEEE
3.000
DEEE - restafval
17.000
Inconnu
= 40% 45% 50%
= 59%
75.000
Op dit ogenblik is in de FFACT-studie niets geweten over het beheer van 30% van de afvalstromen. Niemand weet waar deze afvalstromen beheerd worden.
2. BASISPRINCIPES
2.1. CONTEXT VAN DE RICHTLIJN De Richtlijn preciseert duidelijk dat de overmaking aan de Lidstaten (hetzij de laatste fase) gratis is, maar er wordt nergens gesteld dat de eerdere fasen die nodig zijn voor deze overmaking, ook moeten gratis zijn. 2.2. CONTEXT VAN DE GEWESTEN De Gewesten hebben geen financiële noch personele middelen ter beschikking voor deze nieuwe rapportering. 2.3.
ERVARINGEN INZAKE DATABEHEER
Talrijke ervaringen binnen de gewesten (geïntegreerd onderzoek in Wallonië, studies uitgevoerd door Recydata voor het OWD en BIM, databank van huishoudelijk afval in Vlaanderen) tonen aan dat het simpel overmaken van gegevens door operatoren absoluut geen zekerheid biedt dat men zal beschikken over bruikbare en dus betrouwbare gegevens. Er is immers nood aan 1. een databeheer (om over correcte gegevens te beschikken) 2. een controle van de operatoren die deze gegevens moeten overmaken (om er zeker van te zijn dat iedereen de wet naleeft) 2.4. STANDPUNTEN VAN DE OPERATOREN VAN FEBEM/COBEREC De sector wenst een rapporteringssysteem op te zetten dat NUTTIG is, dus waarvan de gegevens betrouwbaar zijn. Deze gegevens moeten dus nagekeken, gebruikt en gecontroleerd worden, zowel op papier als op het terrein. Het systeem moet progressief en pragmatisch zijn. Het systeem moet gebaseerd zijn op verplichtingen en stimuli. 2.5. CONCLUSIES Het rapporteringssysteem moet gebaseerd zijn op financiële/personele middelen die toelaten (1) Om de operatoren te stimuleren om hun data mede te delen of op zijn minst om hen toe te laten de administratieve kosten te dekken ten gevolge van deze nieuwe verantwoordelijkheid van de producent (2) Om de overgemaakte data te beheren, door het oprichten van een team dat in staat is om de informatie te analyseren, te verifiëren (met name om dubbeltellingen te vermijden) en om een gedetailleerd verslag op te stellen voor de gewesten (3) Om op het terrein de informatie te controleren, maar vooral om de operatoren op te zoeken die geen aangifte doen. Elk systeem dat niet wordt gecontroleerd, is gedoemd om te mislukken op termijn.
3. HYPOTHESES OVER DE GEGEVENS IN ELKE FASE
3.1.
AANTAL SHREDDERINSTALLATIES
Op het vlak van metalen, kan men stellen dat er 16 grote installaties (shredders) actief zijn in België. 3.2.
AANTAL VERWERKINGSCENTRA
Op de lijst van OVAM staan 114 erkende centra. In Wallonië telt men er 52. In Brussel kan enkel gemeld worden dat er twee erkende centra zijn voor de verwerking van gevaarlijk afval (te noteren valt dat er 22 centra voor de verwerking van autowrakken vermeld staan). Er kan dus geraamd worden dat ongeveer 150 Belgische centra betrokken zullen zijn, zonder rekening te houden met de buitenlandse of illegale operatoren die op het Belgische grondgebied actief zijn. 3.3.
AANTAL ACTIEVE INZAMELAARS
In Vlaanderen zijn er 1631 IHM’s geregistreerd voor AEEA op de 2267 geregistreerde operatoren voor alle categorieën samen. In Wallonië staan er 59 AEEA-inzamelaars van de 1505 vermeld als inzamelaars voor niet-gevaarlijk afval en 109 voor gevaarlijk afval. In Brussel zijn er 253 inzamelaars geregistreerd voor niet-gevaarlijk afval. Het potentieel zou kunnen geraamd worden op +/- 2000 bedrijven die AEEA inzamelen, zonder rekening te houden met de buitenlandse of illegale operatoren die actief zijn op het Belgische grondgebied en die in theorie geregistreerd of erkend zijn. Er zal een controle moeten uitgevoerd worden van elke operator en diens activiteit, teneinde te beschikken over een volledige lijst van de actoren die hun data zullen moeten aangeven.
3.4. AANTAL DISTRIBUTIEPUNTEN Volgens COMEOS zijn de distributiepunten in België als volgt onderverdeeld : aantal verkooppunten levensmiddelen
27.317
persoonlijke verzorging
6.364 totaal dagelijks
33.681
warenhuis
269
kleding & mode
12.672
schoenen & lederwaren
2.956
juwelier & optiek
3.527
huishoudelijke & luxe artikelen
2.249
antiek & kunst
873
sport & spel
1.673
hobby
1.522
media
1.357
plant & dier
4.575
bruin & witgoed
3.741
auto & fiets
1.655
DIY
3.605
wonen
6.528
detailhandel overig
3.888 totaal niet-dagelijks
51.090
COMEOS raamt dat 10.000 inzamelpunten zouden kunnen vallen onder het rapporteringssysteem.
4. PROGRESSIEF BEHEER VAN DE RAPPORTERING 4.1. VOORAF De vermelde kostprijzen zijn exclusief algemene kosten. Ter informatie: bij VALIPAC zijn er voor de opvolging van de gegevens van 250 operatoren zes voltijdse werknemers actief.
Er wordt geraamd dat het personeel 60.000 €/jaar kost, exclusief algemene kosten. Progressieve indexering van de vergoedingen
TOP-DOWN en progressieve aanpak 4.2. JAAR T (2015) – GEEN ENKELE WIJZIGING Systeem dat enkel gebaseerd is op de gegevens die bij RECUPEL zijn overgemaakt via de verschillende circuits die door het organisme worden georganiseerd of ondersteund (4 circuits : containerparken, fijnmazige inzamelingen, kringloopcentra en Charter). In het Charter-systeem wordt er 2 €/ton vergoed voor de inzamelaar en 1250 €/jaar en 10 €/inzamelaar voor de verwerkingsinstallatie. Totale kostprijs : +/- 50.000 € Raming van het gehaalde percentage : 41% inzamelpercentage (met betrekking tot wat aangegeven wordt als zijnde op de markt gebracht). 4.3. JAAR T+1 (2016) – JAAR SHREDDER Systeem gebaseerd, zoals voor het verpakkingsafval, op ramingen van de aanwezigheid van AEEA in schroot (twee stromen die momenteel geïdentificeerd worden : HMS – Heavy Metals Scraps en Shreddered). Kostprijs Wat ? (1) Stimuli/vergoeding Vergoeding administratieve kosten Vergoeding centrum voor analyse (2) Databeheer Analyse per centrum Globale analyse Gebruik van de databank - informatica
Eenheidskost
Werken
2 €/ton 2.000-5.000 € / centrum
30.000 ton 16 centra max.
600 € / dag 600 €/dag 600 €/dag
2 halve dagen 2 dagen per centrum 20 dagen
TOTAAL
Raming gehaalde percentage : 45-50% inzamelpercentage.
Totale kostprijs 60.000 € 32-80.000 € 9.600 € 19.200 € 12.000 € 130-180.000 €
4.4. JAAR T+2 (2017) – JAAR SITES Het zal de bedoeling zijn om de verwerkingsketen af te lopen om duidelijk de links tussen de actoren te kunnen identificeren, om zo dubbeltellingen te vermijden en de afvalstromen in beeld te brengen die in het buitenland verwerkt worden. Alle sites die actief zijn op het vlak van AEEA zullen moeten genoteerd worden en deze zullen moeten gestimuleerd worden om de gegevens mede te delen. Dit gedeelte zal een zeer grote sensibiliserings-/communicatiecampagne en controle op het terrein vereisen. Er kan geraamd worden dat de databank op dit moment 200 actoren zal bevatten Kostprijs Wat ? (1) Stimuli/vergoeding Vergoeding administratieve kosten (2) Databeheer Beheer databank (3) Controle terrein Illegale, buitenlandse en dan Belgische actoren
Eenheidskost
Werken
2,5 €/ton
15.000 ton
75.000 €
3 personen
200 actoren
180.000 €
2 personen
TOTAAL
Totale kostprijs
120.000 € 375.000 €
Raming gehaalde percentage : 50-55% inzamelpercentage.
4.5. JAAR T+3 (2018) – JAAR INZAMELAARS (1) Identificeren van de inzamelaars die actief zijn op het vlak van AEEA. (2) Opzetten van een telling. Wallonië legt reeds (in theorie) een overdracht van informatie op en Vlaanderen heeft haar verplichte systeem gebaseerd op de monsterneming van het IMJV. Het zal een algemene verplichting moeten worden, het zal dwingend moeten gemaakt worden (nagaan of iedereen heeft geantwoord en correct heeft geantwoord) en gestimuleerd moeten worden (snoepjes). (3) Opzetten van specifieke controleacties met betrekking tot AEEA (export)
Kostprijs Wat ? (1) Stimuli/vergoeding Stimuli (2) Databeheer Analyse aangifte (3) Controle terrein Controle terrein TOTAAL
Eenheidskost
Werken
3 €/ton
20.000 ton
60.000 €
5 personen
2000 actoren
300.000 €
3 personen
Wat België betreft
Raming gehaalde percentage : 55-60%
Totale kostprijs
180.000 € 540.000 €
4.6. JAAR T+4 (2019) - DISTRIBUTIE Opzetten van een telling van de verkooppunten in het distributienetwerk die AEEA inzamelen (1-1 en 1-0). Deze telling heeft betrekking op de distributiepunten maar de aangifte zou kunnen gebeuren door hun inzamelaars. Kostprijs Wat ? (1) Stimuli/vergoeding Stimuli (2) Databeheer Analyse aangifte (3) Controle terrein Controle terrein TOTAAL
Eenheidskost
Werken
3,5 €/ton
20.000 ton
5 personen
10.000 actoren
300.000 €
3 personen
Wat België betreft
180.000 € 480.000 €
Raming gehaalde percentage : 65%
Totale kostprijs 70.000 €
5. SYNTHESE
Het budget zal progressief zijn in de loop van de eerste vijf jaar. Op kruissnelheid zal het jaarlijkse budget als volgt bedragen Post Jaarlijkse kost op kruissnelheid Stimuli/vergoedingen (3,5 €/t) +/- 400.000 € Beheer van de informatie +/- 820.000 € Controle op het terrein +/- 500.000 € Algemene kosten (20%) +/- 300.000 € TOTAAL jaarlijks op kruissnelheid +/- 2.000.000 €
Post Beheer van de informatie Controle op het terrein Totaal
Personeel 13 personen 8 personen 21 personen