Rapportage Slim Heffen & Innen
Afdeling gegevens-bestandsbeheer
Naam document Auteur Versie - status document Datum vastgesteld Datum afdruk
Slim Heffen en Innen Laura Baten 1.0 4-10-2012
-1-
1
AANLEIDING .................................................................................................. - 5 -
2
DOELSTELLING/EINDRESULTATEN ........................................................... - 5 -
3
DATAMODEL ................................................................................................. - 6 -
4
BEHAALDE RESULTATEN/ONDERNOMEN STAPPEN ............................ - 13 -
5
ERVARINGEN, LEERMOMENTEN EN SUCCESFACTOREN .................... - 16 -
6
IMPLEMENTATIE ......................................................................................... - 19 -
7
KANSEN OP (KORTE) TERMIJN................................................................. - 19 -
8
BIJLAGEN .................................................................................................... - 20 -
-2-
Samenvatting Vanuit de werkgroep basisregistraties zijn in 2011 een aantal aanbevelingen gedaan om met behulp van de basisregistraties tot een juiste en zo volledig mogelijke aanslagoplegging te komen. Immers, dat is het doel dat we willen bereiken met het project. Deze aanbevelingen zijn in dit project ‘Slim heffen’ opgepakt en verder uitgewerkt. Om het stelsel basisregistraties voor belastingkantoren goed te implementeren is van belang dat efficiency en transparantie worden vergroot met als doel eenduidigheid naar de belastingplichtige: de Rijksoverheid, gemeenten, provincies en waterschappen gebruiken dezelfde gegevens richting burgers en bedrijven. Dit kan indien op landelijk niveau: Bij WOZ leveringen het soort object (DUWOZ codering) wordt meegeleverd aan de afnemers. Voor belastingen zijn vooral de codes kamerverhuur, bejaarden woningen, recreatiewoningen van belang. Momenteel wordt dit door een medewerker van GBLT bepaald (en kan afwijken van de gemeente) terwijl de gemeente dit al in beeld heeft. Het NHR volledig aansluit bij de BAG objecten zodat vastgesteld kan worden welk bedrijf gebruik maakt van de welke bedrijfsruimten De informatie vanuit het NHR actueel is met betrekking tot beëindigen van bedrijfsactiviteiten en verhuizingen De definities in de diverse wetgevingen omtrent het begrip “woonruimte” geharmoniseerd worden De BAG-WOZ koppeling integraal met het GBA opgepakt word en het GBA actiever personen benaderd en inschrijft op nieuwe BAG verblijfsobjecten En bij GBLT: In het belastingsysteem van GBLT bij het WOZ-objecten wordt aangegeven of deze lozen op de riolering. In het belastingsysteem van GBLT bij een WOZ object is vastgelegd dat het een bedrijf verzamelgebouw betreft. De terugmeld-voorziening goed (snel en juist) werken zodat voortgang zichtbaar wordt (externe afhankelijkheid) GBLT een uniforme werkwijze hanteert: Er voor zorgen dat de gegevens uit de basisregistratie niet meer zelf te wijzigen of te verbeteren zijn door het GBLT. Fouten of onvolkomenheden moeten door GBLT worden teruggemeld en door de bronhouder worden aangepast. Feitelijk betekent dit dat er binnen GBLT geen gegevensonderhoud meer plaats vindt. Dit levert de volgende baten op: Minder bezwaren: als gevolg van het vergroten van de betrouwbaarheid van de gegevens en transparante werkwijze minder inspanning van de medewerkers, door het volgen van de basisregistraties en geen eigen objecten administratie meer bijhouden en door minder bezwaren; Minder kosten: als gevolg van het verminderen van de inspanning. Uniformiteit en transparantie naar de klant Voorwaarden: Vergroten van kennis in de organisatie is essentieel. “Wij doen het toch goed” is het algemene adagium.
-3-
Van belang is ons te realiseren dat het bij een organisatie als GBLT om een grote hoeveelheid gegevens gaat die noodzakelijk zijn voor een juiste bedrijfsvoering en om aan te sluiten bij de gegevens die de gemeente gebruikt. Rollen definiëren en invullen en verantwoordelijken aanwijzen om continuïteit m.b.t. basisregistraties te realiseren. Focus op de bulk en niet op de uitzondering
Aanbevelingen Er is gedurende het project een netwerk opgebouwd aan externe partners (afnemers, bronhouders, gemeenten, ICTU). Door voorop te lopen bij de invoering van nieuwe aspecten, is het mogelijk om dingen naar je hand te zetten en invloed uit te oefenen. Aanbeveling is dan ook om dit netwerk te blijven onderhouden en de verantwoordelijkheid voor de verdere ontwikkeling en implementatie te beleggen bij de manager Heffen en de uitvoering/coördinatie daarvan bij een vaste medewerker.
Gebruik uitsluitend de DUWOZ codes voor het registreren van recreatiewoningen of terreinen. Gebruik DUWOZ-codering t.b.v. kamerverhuur en bejaardentehuizen Ontwikkel een vaste en efficiënte methode voor het omgaan met dubbele bewoning Gebruik SBI codes voor het registeren en classificeren van bedrijven Voeg KvK nummers toe aan alle bedrijven, zodat mutaties gelijk aan het GBA verwerkt kunnen worden. Besteed geregeld aandacht aan communicatie / kennisverspreiding over basisregistraties. Ontwikkel een visie op de rol als gegevensleverancier
-4-
1 Aanleiding Algemeen De overheid verbetert de dienstverlening aan burgers en bedrijven door al bekende gegevens binnen de overheid te delen. Voorbeelden van deze gegevens zijn naam, adres of vestigingsplaats. Bij het delen van de gegevens is de privacy gewaarborgd. Om de gegevens te kunnen delen zet de Nederlandse overheid een Stelsel van Basisregistraties op. Alle overheden moeten voor de uitvoering van hun publieke taken gebruik maken van gegevens uit het Stelsel van basisregistraties. Dat betekent dat alle gemeenten, alle provincies, alle waterschappen, alle zelfstandige bestuursorganen en overige organisaties met een publieke taak gebruik maken van de basisregistraties. GBLT Gemeenschappelijk belastingkantoor Lococensus en Tricijn (GBLT) is opgericht per 1 januari 2011 en heft en int waterschapsbelastingen voor acht waterschappen in Nederland. GBLT zal vanaf 2013 ook het heffen en innen plus de uitvoering van de wet WOZ voor drie gemeenten gaan uitvoeren, te weten: Dronten, Leusden en Nijkerk (ambitie is om in 2014 dit te doen voor 1 100.000+ gemeente en 8 overige gemeenten. Momenteel worden jaarlijks in totaal ca. 2,7 miljoen aanslagen opgelegd aan inwoners en bedrijven uit de provincie Utrecht, Gelderland, Flevoland, Overijssel en Drenthe. GBLT heeft een duidelijke visie met betrekking tot het gebruik van basisregistraties voor het heffen en innen van belastingen. De visie is er op gericht om met behulp van basisregistraties op een eenduidige en efficiënte manier de aanslag op te leggen en te innen. Hierbij rekening houdend met de uitbreiding van het aantal aanslagen, de overgang van handmatige werkzaamheden naar geautomatiseerde handelingen en het werken volgens een eenduidige werkwijze (en gegevens). In de afgelopen jaren heeft GBLT dan ook al stappen gezet bij het gebruik van basisregistraties voor de bij haar aangesloten waterschappen. Door de hernieuwde aandacht en de inrichting van de Programmaraad Stelsel van Basisregistraties (PSB) is er nieuw elan bijgekomen voor het gebruik van basisregistraties in de ketens. Immers, dáár moet het gebeuren. Het project Slim Heffen en Innen wil dit nieuwe elan helpen versterken en verzilveren.
2 Doelstelling/Eindresultaten Doelstellingen GBLT is een organisatie die voorop wil lopen, toonaangevend wil zijn en daarom een eigen visie op het gebruik van basisregistraties wil hebben. De uitdaging voor GBLT is haar interne processen te optimaliseren door het slim inzetten van basisregistraties. GBLT streeft ernaar –middels het slim inzetten van deze basisregistraties- om vanaf 2014 de aanslag 1 op 1 op te leggen. Het gaat hierbij om de GBA, het NHR, de BAG, de BKR en de WOZ. Door in haar heffen en inningsproces gebruik te maken van deze basisregistraties wil zij laten
-5-
zien dat er baten zijn te realiseren door de inzet van het stelsel van basisregistraties. Concreet zijn dit de volgende baten: - Eenduidigheid naar de belastingplichtige: de Rijksoverheid, gemeenten, provincies en waterschappen gebruiken dezelfde gegevens richting burgers en bedrijven; - Uniforme werkwijze: doordat de gegevens uit de basisregistratie niet meer zelf te wijzigen of te verbeteren zijn door het GBLT. Fouten of onvolkomenheden moeten door de bronhouder worden aangepast. Feitelijk betekent dit dat er binnen GBLT geen gegevensonderhoud meer plaats vindt. Dat betekent ook minder inspanning voor de medewerkers; - Minder bezwaren: als gevolg van het vergroten van de betrouwbaarheid van de gegevens en transparante werkwijze. Feitelijk betekent dit ook minder inspanning van de medewerkers; - Minder kosten: als gevolg van het verminderen van de inspaning. Focus Binnen deze doelstellingen ligt een duidelijke focus op de volgende aspecten: - Basisregistraties leidend • Knelpunten bij het gebruik van basisregistraties vastleggen - Eenmalige vastlegging - Geen eigen administratie van gegevens uit basisadministratie alleen van eigen gegevens - WOZ/belastingobject centraal - Fouten of afwijkingen terug melden aan bronhouder (niet zelf aanpassen) • Afspraken met ketenpartners - Eenduidige werkwijze voor GBLT - Focus op de bulk en niet op de uitzondering! Resultaten: Concreet leidt dit tot de volgende resultaten: 1. Een samenhangend datamodel gebaseerd op de visie van GBLT met betrekking tot het stelsel gericht op het heffen en inningsproces; 2. Het kiezen van een aantal te implementeren Basisregistraties(denk hierbij aan aansluiting op de GBA, BAG, BRK, NHR, WOZ); 3. Een overzicht van de ervaringen, leermomenten en succesfactoren 4. Het feitelijk koppelen van de stelselvoorzieningen aan de BackOffice.
3 Datamodel Ten behoeve van het inzichtelijk maken van de gegevensstroom en –koppeling, is er een datamodel gedefinieerd. Dit model geeft inzicht in: -
de belangrijkste gegevens die voor het proces Heffen relevant zijn (zowel voor waterschappen als gemeenten: verschillende aanslagen); de samenhang tussen deze gegevens; de bron waar deze gegevens vandaan komen.
De volgende basisregistraties zijn in het datamodel verwerkt: Basisregistratie Gegevens NHR Het Handelsregister is de basisregistratie waarin alle bedrijven en rechtspersonen ingeschreven staan. Alle
-6-
Leverancier Kamer van Koophandel
WOZ
BAG
GBA
BRK
andere organisaties die deelnemen aan het economisch verkeer staan ook in dit register. De basisregistratie Waarde Onroerende Zaken bevat gegevens van de onroerende zaak, waarvan op grond van de Wet WOZ de waarde moet worden bepaald en vastgelegd. De Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG) is de registratie waarin gemeentelijke basisgegevens over alle gebouwen en adressen in Nederland zijn verzameld. De GBA is de Gemeentelijke Basisadministratie voor persoonsgegevens. De GBA registreert ieders administratieve levensloop. Bijvoorbeeld: geboorte, huwelijk of echtscheiding, adreswijziging en overlijden. De Basisregistratie Kadaster bestaat uit de kadastrale registratie en de kadastrale kaart. De digitale kadastrale kaart toont in één oogopslag de ligging van de kadastrale percelen.
Gemeente
Gemeente
Gemeente
Kadaster
Naast bovenstaande basisregistraties wordt ook gebruik gemaakt van eigen verzamelde gegevens (zowel binnen GBLT als binnen de drie) gemeenten. Binnen het datamodel is voor de objecten het BAG-id ‘de constante’ en het WOZ-object leidend. Het object vormt immers de basis voor de benodigde gegevens om een aanslag op te leggen.
-7-
GBLT GBLT
Kvk
Gemeente
NHR
Kadaster
WOZ BAG GBA Riolerings bestand Stuf Tax (Duwoz code) extern bestand
↓
BRK (AKR)
↓
↓
GBLT
Aanslag ZVH/ VOH / IH OZB gebruik forensenbelasting Afvalstoffenheffing Rioolrecht/ rioolheffing Hondenbelasting Forensenbelasting Toeristen belasting Parkeerbelasting Marktgelden
Aanslag ZVH/ VOH
reinigingsrecht
Gebruiker gegevens Particulier BAG-id BAG-id 1 Adres object Adres object 22 23 24 25 26 27
Naam gebruiker BSN Adres gebruiker # bewoners Datum ingang Datum einde aantal ledigingen container aangifte/controle hond aantal overnachtingen houder van een kenteken huur marktplaats
Aanslag WSH gebouwd Rioolrecht/ rioolheffing OZB eigenaren
Object gegevens
Eigenaar gegevens Bedrijf
Naam bedrijf KvK nr SBI code Srt bedr. nav tabel forf/ meet/ tabel Vervuilingseenheden Datum ingang gebruik Datum einde gebruik aantal ledigingen container
0 BAG-id 1 Adres object
1 32 33 34 35 36 37 38 Waterverbruik 39
←
2 3 4 5 6 7 8 9
WOZ object nummer WOZ waarde srt obj (gebruik code (WOZ) Obj - perceel relatie Oppervlakte toegekend Oppervlakte meegetaxeerd DUWOZ code Watermeter J/N)
BAG-id 1 Adres object
→
42 43 44 45 46
BSN / KVK Naam Eigenaar Adres eigenaar Datum ingang Eigenaar Datum einde Eingenaar
10 Direct/ indirect 11 Recreactiepark (J/N) 12 Heffingsplichtig (J/N) aansluiting op riool j/n Aanslag WSH ongebouwd Perceel gegevens
47 48 49 50
BSN / KVK Adres eigenaar Oppervlakte perceel Perceelnummer
Aanslagen/Heffingen binnen GBLT: de benodigde gegevens hiervoor en een confrontatie met gegevens uit de Basisregistratie Het datamodel geeft de elementen en hun onderlinge relatie weer ten behoeve van het opleggen van de diverse heffingen. De basis van het datamodel ligt in de verschilende aanslagen binnen het GBLT. Onderstaand beschrijven we in het kort de verschillende aanslagen. Daarbij geven we aan welke gegevens we voor de aanslag gebruiken, uit welke basisadministratie deze komt en welke gegevens uit onze eigen administratie komt. Daarbij zullen we voor de betreffende heffingen aangeven welke problemen we daarbij ervaren vanuit het oogpunt van Basisregistraties. Ingezetenenheffing Beschrijving De Waterschapswet bepaalt dat er een heffing kan worden geheven van hen die ingezetenen zijn. Het belang dat de ingezetenen hebben bij de taakuitoefening van het waterschap, heet het algemeen belang. Iedere ingezetene heeft er evenveel belang bij dat het waterschap de leefomgeving in stand houdt, zodat hij daarin kan wonen, werken en recreëren. De ingezetenenheffing wordt vastgesteld op een vast bedrag per woonruimte (object).
-8-
Recreatiewoningen zijn in principe vrijgesteld van de aanslag ingezetenenheffing. Voor het opleggen van de ingezetenenheffing is de inschrijving per 1 januari van het belastingjaar in het GBA leidend. Welke gegevens en uit welke basisadministratie? Gegevens Object-gegevens Gebruiker-gegevens
Bron WOZ GBA
Welke problemen? Wordt er gekozen om alle adressen waar minimaal 1 persoon staat ingeschreven een aanslag ingezetenen heffing te sturen dan gaat dit fout bij kamerverhuur en bejaardentehuizen. Deze vallen onder de bedrijfsaanslagen waardoor de bewoners geen aanslag ingezetenenheffing ontvangen! Dit is een specifiek GBLT probleem omdat dit probleem wordt veroorzaakt de werkwijze van ons huidige belastingsysteem. Met het nieuwe belastingsysteem is het object bepalend voor de soort belasting en niet of er wel of geen inschrijving is in het GBA. Zuiverings-verontreinigingsheffing Beschrijving De aanslag zuiveringsheffing wordt opgelegd aan de gebruiker (subject) van een woon- of bedrijfsruimte. Zuiveringsheffing wordt betaald indien afvalwater wordt afgevoerd naar de riolering. De aanslag verontreinigingsheffing wordt opgelegd aan de gebruiker (subject) van een woon- of bedrijfsruimte. Verontreinigingsheffing wordt betaald, indien afvalwater wordt geloosd op het oppervlaktewater. Voor het opleggen van de zuiverings- en verontreinigingsheffing is de inschrijving in het GBA leidend waar het gaat om woonruimten. Daar waar het bedrijven betreft is het NHR leidend. Welke gegevens en uit welke basisregistratie? Gegevens woonruimte Object Gebruiker Gegevens bedrijfsruimte Object Gebruiker
Bron WOZ GBA WOZ NHR
Welke problemen? 1. Onduidelijkheid rondom recreatiewoning T.a.v. de aanslagoplegging is het van belang om onderscheid te kunnen maken tussen recreatiewoning die wel en niet op een recreatieterrein staan: 1 GBLT labelt de recreatie woning als onderdeel van een recreatie terrein met als doel dat het een WVO-B aanslag wordt opgelegd. 2 GBLT labelt de recreatie woning als woning met als gevolg een dat er een aanslag woonruimte wordt opgelegd Willekeur in het bepalen of een WOZ object een recreatie woning betreft waarbij afwijkingen zullen zijn ten opzichte van de gemeente.
-9-
Op dit moment is er geen aanlevering uit bestaande basisregistraties die informatie verstrekt of een object een recreatiewoning betreft. Dit betekent dat het (op uniforme en transparante wijze) kenmerken van een woning als recreatiewoning (met het onderscheid of de recreatiewoning al dan niet op een recreatieterrein staat) vanuit de huidige levering basisregistratie niet mogelijk is. Het kenmerken van een object als recreatiewoning (al dan niet op een recreatieterrein) vindt momenteel dan alleen nog maar plaats aan de hand van bezwaren, controle en eigen waarneming. Als gevolg hiervan hebben we niet de volledige informatie met betrekking tot de recreatiewoningen in kaart. Oplossing Een uitgangspunt voor het bepalen of een object een recreatie woning betreft, is gebruik te maken van de DUWOZ-codering van de gemeenten (code 1211 t/m 1288). Op dit moment hebben we deze DUWOZ-codering bij de gemeenten opgevraagd (voor GBLT betreft het 90 gemeenten). Op het moment van schrijven is hiervan circa de helft binnen. Voor die gemeenten waarvoor GBLT deze code heeft, wordt deze code toegevoegd als kenmerk bij het WOZ object. Bij alle objecten waarvoor binnen GBLT bekend is dat het recreatiewoningen betreft wordt een eigen GBLT-code toegevoegd. Op lange termijn kan onze eigen code vervangen worden door de DUWOZ codering. Vastlegging van de codering gebeurt in Centric bij het desbetreffende WOZ object. Om deze DUWOZ codering actueel te houden moeten deze bestanden jaarlijks opgevraagd worden. Dit is zeer intensief werk gelet op het aantal gemeenten. Daar komt bij dat niet alle gemeenten deze codes willen leveren omdat ze dit in het kader van het STUF-WOZ niet verplicht zijn. Een oplossing voor het continue verkrijgen van de DUWOZ codering is deze in de “Catalogus WOZ voor afnemers” op te nemen als onderdeel voor de afnemers, zodat de DUWOZ codering via de Landelijke Voorziening WOZ geautomatiseerd wordt aangeleverd. 2. Onduidelijkheid rondom kamerverhuur Wanneer onzelfstandige delen van een woning (object) beschikbaar worden gesteld voor gebruik door derden (kamerverhuur), dient deze ruimte volgens de Waterschapswet aangemerkt te worden als bedrijfsruimte. Daarmee ontvangt dit object een bedrijfsaanslag. Bij GBLT gaat het om enkele duizenden objecten die momenteel in beeld zijn. Bij navraag bij gemeenten is gebleken dat daar meer objecten met kamerverhuur in beeld zijn dan de bij GBLT bekend zijnde, en dat dit ook door eenduidig beleid in beeld gebracht en geregistreerd wordt. nl naar aanleiding van vergunningverlening. Probleem Er is geen eenduidige wijze van vaststellen of voor het desbetreffende object sprake is van kamerverhuur. Op dit moment is er geen aanlevering uit bestaande basisregistraties die informatie rondom kamerverhuur verstrekt. De gemeente houdt dit wel bij in de Basisregistratie WOZ maar dit veld wordt niet geleverd aan de afnemers. Dit betekent dat het (op uniforme en transparante wijze) kenmerken van een ruimte als bedrijfsruimte (kamerverhuur) vanuit de huidige levering van de basisregistratie op dit moment niet mogelijk is. Het kenmerken van een object als kamerverhuur vindt momenteel alleen nog maar plaats naar aanleiding van bezwaarschriften, controle en eigen waarneming. Als gevolg hiervan hebben we niet de volledige informatie met betrekking tot kamerverhuur in kaart.
- 10 -
Oplossing Uitgangspunt voor het bepalen of er sprake is van kamerverhuur is het gebruik maken van de DUWOZ codering van de gemeenten (code 1411 t/m 1488). Op dit moment hebben we deze DUWOZ-codering bij de gemeenten opgevraagd (voor GBLT betreft het 90 gemeenten). Op het moment van schrijven is hiervan circa de helft binnen. Voor die gemeenten waarvoor GBLT deze code wel heeft wordt deze code toegevoegd als kenmerk bij het WOZ object. Bij alle objecten waarvoor binnen GBLT bekend is dat het kamerverhuur betreft wordt een eigen GBLT-code toegevoegd. Op lange termijn kan onze eigen code vervangen worden door de DUWOZ codering. Vastlegging van de codering gebeurt in Centric bij het desbetreffende WOZ object. Een oplossing voor het continue verkrijgen van de DUWOZ codering is deze in de “Catalogus WOZ voor afnemers” op te nemen als onderdeel voor de afnemers, zodat de DUWOZ codering via de Landelijke Voorziening WOZ geautomatiseerd wordt aangeleverd.
3. Onduidelijkheid rondom bejaardentehuizen Binnen onze huidige werkwijze is een inschrijving in het GBA de trigger om een woonruimteaanslag te genereren. Als personen zich inschrijven op een adres wat een bejaardentehuis, is een aanslag woonruimte niet meer van toepassing: de aanslag behoord in deze gevallen opgelegd te worden aan het bejaardentehuis o.b.v. het waterverbruik. Probleem Geen eenduidige wijze van vaststellen of voor het desbetreffende object sprake is van bejaardentehuis. Het bezwaar of de individuele GBLT medewerker bepaalt. De kop in de krant van “Oudste bewoner van Emmen, 102 jaar, krijgt aanslag “ is slecht voor het imago. Om die reden wordt momenteel een code in het GBA-schaduwbestand (T&T) toegevoegd om er voor te zorgen dat mutaties binnen deze objecten niet in ons systeem komen. Deze werkwijze geeft uitval en het betreft handmatig werk en is niet meer mogelijk vanaf september i.v.m. de overgang naar het nieuwe belastingsysteem. Oplossing Het probleem wordt opgelost door de overgang naar het nieuwe belastingsysteem. Centric werkt vanuit het WOZ-object. Als de WOZ een bedrijf aanlevert, dan kun je het systeem zo inrichten dat er een bedrijfsaanslag uitgaat, ongeacht of er op dat adres inschrijvingen zijn in het GBA. 4. Onduidelijkheid rondom dubbele bewoning Dubbele bewoning komt momenteel onder de aandacht door middel van controle en bezwaar. Het genereert extra inkomsten door zelf een (niet authentiek) object op te voeren. Doordat GBLT een code in het GBA schaduwbestand (T&T) plaatst komen mutaties in de uitval, deze dienen handmatig beoordeeld te worden. Er is geen automatische bijwerking van deze gegevens omdat er geen koppeling is met het GBA of andere Basisregistratie met dit handmatig opgevoerde object. Er is hierdoor geen controle op de actualiteit van de gegevens van dubbele bewoning, behalve n.a.v. bezwaar. Het gegeven van dubbele bewoning bevindt zich nog niet in de Basisregistratie. Een reden hiervoor ligt in de verschillende definities die gehanteerd worden voor het begrip woonruimte. Probleem rondom definiëring begrip Woonruimte
- 11 -
Definitie één onroerende zaak art 16 Wet WOZ: ‘een gedeelte van een in onderdeel a of onderdeel b bedoeld eigendom dat blijkens zijn indeling is bestemd om als een afzonderlijk geheel te worden gebruikt’ (jurisprudentie wijst uit dat het een afsluitbaar geheel moet zijn) Definitie woonruimte art 116 sub b Waterschapswet 'een ruimte die blijkens zijn inrichting bestemd is om als een afzonderlijk geheel te voorzien in woongelegenheid en waarvan de delen blijkens de inrichting van die ruimte niet bestemd zijn om afzonderlijk in gebruik te worden gegeven Definitie verblijfsobject art 1 q Wet bag verblijfsobject: kleinste binnen één of meer panden gelegen en voor woon-, bedrijfsmatige, of recreatieve doeleinden geschikte eenheid van gebruik die ontsloten wordt via een eigen afsluitbare toegang vanaf de openbare weg, een erf of een gedeelde verkeersruimte, onderwerp kan zijn van goederenrechtelijke rechtshandelingen en in functioneel opzicht zelfstandig is; Al met al verschillende definities waarbij de definitie, of de uitleg daarvan, tot verschillende uitkomsten kan leiden. Hierdoor kan het zijn dat er voor de waterschapsbelastingen sprake is van een zelfstandige woonruimte maar in de BAG niet omdat het object niet bereikbaar is via een eigen afsluitbare toegang vanaf de openbare weg. Een ander probleem is de koppeling BAG met het GBA. Indien er wel BAG verblijfsobjecten zijn opgevoerd, moet het zo zijn dat dit aan het GBA gemeld wordt. Het GBA voert dan een onderzoek uit wie op welk adres woont. Op dit moment constateert GBLT dat er veel nieuwe verblijfsobjecten zijn die geen bewoner hebben in het GBA. Bij de gemeente staan alle personen nog op 1 adres ingeschreven. oplossing Op dit moment zijn gemeenten druk met de BAG-WOZ koppeling, waarbij de dubbele bewoning vanuit de WOZ teruggemeld wordt aan de BAG. Hierdoor zal veel dubbele bewoning in ons bestand ook verdwijnen, het wordt een authentiek gegevens. GBLT heeft ook 702 adressen teruggemeld aan de BAG. Bij navraag bij gemeenten is gebleken dat er meer dubbele bewoning vanuit de WOZ is teruggemeld dan GBLT in beeld heeft. Als voorbeeld gemeente Twenterand. GBLT heeft 10 dubbele bewoningen teruggemeld, de gemeente heeft er zelf 165 teruggemeld vanuit de WOZ. Het knelpunt BAG-GBA is iets wat op landelijk niveau opgelost moet worden, de BAG-WOZ koppeling moet integraal met het GBA opgepakt worden, zodat de juiste personen op het juiste adres ingeschreven worden. Watersysteemheffing (on)gebouwd Deze heffing is niet meegenomen in de verbetervoorstellen omdat we de basisregistratie WOZ en Kadaster grotendeels 1:1 volgen. Gemeentelijke heffingen Per 1 januari 2013 gaat GBLT de belasting heffen voor de gemeenten Dronten, Nijkerk en Leusden. De gemeentelijke heffingen zijn wel opgenomen in het datamodel maar maken verder geen deel uit van de rapportage. Een toelichting op de gemeentelijke heffingen staat in de bijlage.
- 12 -
4 Behaalde resultaten/ondernomen stappen Binnen het project zijn tot op heden verschillende stappen gezet waarbinnen resultaten zijn behaald. Deze resultaten hebben betrekking op zowel het verkrijgen van draagvlak binnen de organisatie (“in beweging zetten” o.a. door interviews en workshops met medewerkers), het inwinnen en delen van relevante informatie met andere partijen (zowel gemeenten, bronhouders van basisregistraties als afnemers daarvan), het doen van voorstellen voor andere werkwijzen en het bepalen van het besparingspotentieel. WOZ-object centraal als uitgangspunt Intern is gediscussieerd over het gebruik van de WOZ of BAG als belasting object. Conclusie is dat het WOZ-object als basis voor het belastingobject moet dienen en niet het BAG object. Hiervoor zijn de volgende redenen aangedragen: Voor het opleggen van de aanslag is het gebruik bepalend, een WOZ-object is afgebakend op gebruikersniveau Niet alle gebouwen zijn aanwezig in de BAG – niet betreedbare trafo's, onbemande tankstations en hoogspanningsmasten. Deze zijn wel in de WOZ aanwezig met een WOZwaarde. WOZ heeft een relatie met een subject en kadastrale gegevens, BAG niet (wel geometrie). Elk WOZ-object heeft een WOZ-waarde. Deze is nodig voor aanslagoplegging In de BAG is er onderscheid tussen panden en verblijfsobjecten. Als je uit zou gaan van verblijfobjecten als belastingobject, mis je de panden zonder verblijfsobject. Panden zonder verblijfsobjecten zijn meestal bijgebouwen zoals vrijstaande garage, schuur, garageboxen.
Relatie met andere partijen (gemeenten, bronhouders van basisregistraties en afnemers van basisregistraties) Basisregistraties zijn veelomvattend. Om te inventariseren en te filteren wat van belang is voor GBLT – nu en in de toekomst- is met diverse partijen gesproken om ideeën en praktijkissues te bespreken en om inzicht te krijgen in de wijze waarop andere partijen met basisregistraties omgaan. Zo is er gesproken met Hefpunt, Waternet, BSR, Kadaster, Kamer van Koophandel, Gemeenten en Unie van Waterschappen. In deze gesprekken hebben wij kennis en ervaringen kunnen uitwisselen over de wijze waarop de processen rondom Heffen en Innen worden uitgevoerd, de gevolgen die het werken met basisregistraties heeft op die processen en voor de organisatie als totaal. Daarnaast hebben we inzicht gekregen in het (beter) gebruik maken van de informatie uit de basisregistraties waarmee we onze processen in de toekomst kunnen verbeteren -doordat we kennis hebben gedeeld over de werkwijze en producten. Denk hierbij concreet aan het terug melden van dubbele bewoning naar gemeenten en een optimaal gebruik van de gegevens vanuit het Kadaster m.b.t. oppervlakte bij deelpercelen (ontbreekt tot op heden in meerdere gevallen). Daarbij is tevens de constatering gedaan dat in sommige gevallen andere partijen (zoals gemeenten) over juistere en actuele informatie beschikken dan bij GBLT het geval is en het dus logisch is om hier gebruik van te maken.
Verbetervoorstellen t.a.v. werkwijzen (interne processen) Vanuit de werkgroep basisregistraties zijn in 2011 een aantal aanbevelingen gedaan om met behulp van de basisregistraties tot een juiste en zo volledig mogelijke aanslagoplegging te komen. Immers, dat is het doel dat we willen bereiken met het project.
- 13 -
Deze aanbevelingen worden in dit project ‘Slim heffen’ opgepakt en verder uitgewerkt. Onderstaand geven we een korte omschrijving van de verbetervoorstellen. In de bijlage staan de betreffende documenten. 1. Recreatiewoningen en -terreinen Er is momenteel geen eenduidige werkwijze rondom de behandeling van recreatiewoningen. Door het niet meer meeliften met de gegevens van Vitens is binnen GBLT vanaf dat moment gebruik gemaakt van de gegevens vanuit GBA. Om te komen tot een uniforme werkwijze is afgesproken dat in vervolg gebruik gemaakt zal worden van de DUWOZ-codering (gemeenten) waarin de recreatie-bestemming wordt vermeld. Als gevolg van het feit dat gemeenten sterk belang hebben bij het registreren van deze bestemming (recreatie) in DUWOZ (i.v.m. vergunningen en andere heffingen) hebben zij dit momenteel beter in beeld. 2. Gebruik SBI-codes Bedrijven betalen zuiveringsheffing en/of verontreinigingsheffing op basis van het waterverbruik en de afvalwatercoëfficiënt van het geloosde water. Op dit moment wordt de indeling naar de tabel afvalwatercoëfficiënt gemaakt door de behandelend ambtenaar. Hetzelfde geldt voor de indeling naar forfaitair, meet of aangifte. Er vindt geen toets plaats naar de juistheid van deze indeling. De SBI-code wordt vanuit de basisregistratie (NHR) meegeleverd en in Centric aan het object (bedrijf) toegekend. De actie die hiervoor wordt ondernomen is om een vertaaltabel te maken: bedrijven, aantal medewerkers en de SBI-codes om vanuit daar de afvalwatercoëfficiënt vast te stellen. 3. Gebruik DUWOZ-codering t.b.v. kamerverhuur en bejaardentehuizen Op dit moment is er nog geen eenduidige werkwijze in het vaststellen of een object onder kamerverhuur valt of dat het een bejaardentehuis betreft; alleen bij controles en bezwaren wordt dit inzichtelijk. Gemeenten hebben in deze een beter beeld dan GBLT heeft. (door het voeren van beleid hierop: o.a. i.v.m. vergunningverlening t.b.v. kamerverhuur). Ter illustratie: Uit een steekproef bij een aantal grote gemeenten blijkt dat gemeenten veel meer kamerverhuur in beeld hebben dan GBLT. De actie die wordt ingezet is om ook hier –naast recreatiewoningen/-terreinen- gebruik te maken van de DUWOZ-codering om de bestemming te bepalen. De codering vanuit de gemeente bij het bepalen wordt dus leidend. 4. Dubbele bewoning Dubbele bewoning ontstaat doordat er, volgens de definitie van de waterschapswet, meerdere woonruimten zijn dan in een basisregistraties is vastgelegd.( woonruimte: een ruimte die blijkens zijn inrichting bestemd is om als een afzonderlijk geheel te voorzien in woongelegenheid). Momenteel bestaat er geen volledig en compleet inzicht in de dubbele bewoning. Alleen n.a.v. controles en bezwaren is dit inzichtelijk gemaakt. Momenteel heeft GLBT circa 750 situaties waarin sprake is van dubbele bewoning in beeld. We willen naar een situatie waarin dubbele bewoning niet meer kan voorkomen. Dit betekent dat we alle dubbele bewoningen terug gaan melden aan de BAG (t.b.v. splitsing WOZ-object en bijhorende inschrijving in GBA). Momenteel doen we dit al en de resultaten zijn reeds zichtbaar/merkbaar. Tot nu toe zijn er 702 objecten bij 73 gemeenten teruggemeld. Hier zijn ook al reacties teruggekomen en nieuwe verblijfsobjecten aangemaakt in de BAG. Binnen GBLT is afgesproken dat de terugmeldingen geanalyseerd worden en dan op basis van deze analyse wordt besloten hoe de te volgen werkwijze wordt (planning oktober 2012).
- 14 -
5. Bedrijfsverzamelgebouw In de praktijk is het lastig vast te stellen of er sprake is van een bedrijfsverzamelgebouw. Net als met dubbele bewoning blijkt ook dit alleen maar uit controles en bezwaren. Een compleet overzicht ontbreekt daardoor. Vanuit de basisregistraties is het niet mogelijk vast te stellen of een bedrijf gevestigd is in een bedrijfsverzamelgebouw. Alleen wanneer het bekend is(vanuit controles en/of bezwaren) wordt het geregistreerd. Hiervoor is geen oplossing te vinden in de basisregistraties. GBLT kan indien bekend een kenmerk bij het object zetten dat het om een bedrijfsverzamelgebouw gaat. Inschatting besparingspotentieel/Mogelijke opbrengsten Zoals uit de verbetervoorstellen t.a.v. de werkwijzen blijkt (zie hierboven) worden bepaalde ‘onjuistheden’ pas zichtbaar aan de hand bezwaren. Naast het feit dat we toe willen naar een juiste en volledige administratie (één versie van de waarheid), zorgen deze bezwaren voor de nodige werkzaamheden (inefficiëntie). Op basis van een analyse op deze werkzaamheden (de huidige werkwijze) in combinatie met het gebruik van basisregistraties is een inschatting gemaakt van het besparingspotentieel (alsof deze bezwaren er niet meer zijn). Betreft kosten die we maken in het kader van bezwaren zuiveringsheffing woonruimte Processtap
Elementen (kosten)
Kosten per aanslag
Aanname
Aantal bezwaren Aantal gegronde bezwaren
Bezwaren (ontvangen en afhandelen)
Processtap
Totale drukkosten (incl. porto) Postproceskosten (openen, inscannen, indexeren)
Personeelskosten
€ 12,08
Gem. kosten per bezwaar
€ 15,65
Elementen (kosten)
Klant stelt vraag n.a.v. Vragen n.a.v. aanslag aanslag of bezwaar en vragen over openstaande kosten per bezwaar bezwaren Totale kosten per bezwaar Totale kosten alle bezwaren
€ 0,55 € 3,02
Toelichting op aanname
2.000 Aanname: 2000 bezwaren woonruimte (totale woonruimte) (bron: decos) 1.450 Aanname: 72,5% (o.b.v. gesprek met medewerker), onderbouwing Aanname: van alle bezwaren 1000 bezwaren kamerverhuur (95% terecht) Aanname: van alle bezwaren 1000 bezwaren bejaardentehuizen (50% terecht) Bron: berekening Erik Aanname: 1 FTE 'post' kost € 60.000 Aanname: gemiddeld 5 minuten per bezwaar, opgebouwd uit: - helft van bezwaren komt digitaal: 0 minuten bewerkingstijd - helft van bezwaren komt fysiek: 10 minuten bewerkingstijd Aanname: 15 minuten per bezwaar
Kosten per Aanname Toelichting op aanname aanslag € 4,03 Aanname: per bezwaar belt klant gemiddeld 1 keer (5 minuten) Aanname: 1 FTE 'aanslag' kost € 80.000,- (incl. ondersteuning etc) € 4,03
€ 19,67 € 28.524,96
Het besparingspotentieel zit in de gegronde bezwaren (aanname 1.450 stuks). Naast het besparingspotentieel door het verminderen van de bezwaren en de bijhorende (corrigerende) werkzaamheden, zal door het gebruik van de basisregistraties het aantal handmatige mutaties verminderen. De inschatting (hier is nog geen kwantitatief onderzoek naar gedaan) is dat hiermee een besparing van circa 15% in fte’s binnen de afdeling Bestandsbeheer gerealiseerd kan worden. Overige niet te kwantificeren opbrengsten die uit de analyse naar voren zijn gekomen zijn: - klanttevredenheid: geen onterechte aanslagen - medewerkerstevredenheid: boze klanten voorkomen, waardoor minder stress voor betreffende medewerkers)
- 15 -
- medewerkerstevredenheid: 1 uniform toetsingskader om te bepalen of een bezwaar wel of niet terecht is ('bestand van de gemeente is leidend') - betrouwbaarheid van de kerngegevens is groter Gebruik van het KvK nummer. GBLT wil de stap maken om de KvK-mutaties op een zelfde wijze te verwerken als het GBA. Hiertoe is binnen het project Slim heffen en innen een werkgroep gestart om de KvK nummers toe te voegen aan de bedrijven in het belastingsysteem. Op basis hiervan kunnen mutaties automatisch worden verwerkt. Aandacht dient er te zijn voor die bedrijven( objecten) die in het belastingsysteem zitten en niet bekend zijn bij de KvK. Denk hierbij aan nevenvestigingen, dependances van gemeenten etc. Dit is een landelijk probleem. Doorleveren van basisregistraties aan de waterschappen Momenteel wordt er in samenwerking met 7 waterschappen een business case uitgevoerd hoe waterschappen op een efficiënte wijze hen beheer van basisregistraties kunnen organiseren waarbij de juiste kwaliteit gerealiseerd wordt. Deze business case zal in oktober zijn afgerond. In twee van de vier uit te werken scenario’s speelt GBLT een cruciale rol in de doorlevering van gegevens uit de basisregistraties naar de waterschappen.
5 Ervaringen, leermomenten en succesfactoren Gedurende het project ‘Slim heffen en innen’ zijn verschillende ervaringen opgedaan die van invloed zijn op het te behalen resultaat. Onderstaande lichten we deze ervaringen in het kort toe. Vergroten basiskennis basisregistraties Het gebruik van basisregistraties raakt het primaire proces van GBLT en daarmee een groot deel van de organisatie. Het vergroten van de basiskennis van de basisregistraties en de mogelijkheden in het gebruik van de basisregistraties zorgt ervoor dat medewerkers een betere inschatting kunnen maken van de voordelen van basisregistraties bij hun dagelijkse werkzaamheden. Aangezien er veel informatie is over basisregistraties is het van belang dat de juiste en relevante informatie wordt gecommuniceerd. Momenteel werkt men niet “bewust” met de basisregistraties, maar meer op ervaring. Daar komt bij dat de kwaliteit van de basisregistraties in de loop van de tijd ook is verbeterd. Het beeld dat (soms) nog bestaat dat de eigen administratie van betere kwaliteit is dan de aangeleverde informatie is dan ook niet juist meer. Draagvlak en continuïteit Momenteel houdt zich een kleine projectgroep bezig met het project ‘Slim heffen en Innen’. Om ervoor te zorgen dat kennis geborgd wordt en de continuïteit voor GBLT te realiseren is het van belang dat op de verschillende niveaus kennis en ervaring aanwezig is met basisregistraties: 1. Op management niveau met betrekking tot de visie die aan het gebruik van basisregistraties ten grondslag ligt. 2. Op teamleider niveau voor de contacten met de verschillende instanties gemeente (GBA, WOZ, BAG), Kadaster, Logius (digi-koppeling/-levering / -melding), Kamer van Koophandel, Deze teamleider moet ook kunnen denken in structuren, het model kunnen neerzetten en uitdragen 3. Medewerkers die begrijpen hoe de terugmelding naar de bronhouders werkt en deze ook kunnen uitvoeren.
- 16 -
4. Informatie analist die rapportages kan maken op basis van de uitgangspunten en structuren van de samenhangende basisregistraties. 5. Applicatie beheer die inzicht en overzicht heeft van de consequenties mbt basisregistraties en Centric en Mijn Loket. Beweging in de organisatie brengen We moeten beseffen dat het stelsel van basisregistraties een stelsel in ontwikkeling is. Een enkele basisregistratie werkt al volledig conform de wet, terwijl de andere bronhouder nog volop bezig is om zijn bestanden, infrastructuur en procedures conform de wet ingeregeld te krijgen. Papier en organisatie zijn geduldig. Rekening houdend met het feit dat het stelsel nog in ontwikkeling is, er elke keer nieuwe ontwikkelingen zijn, de impact van het project op de organisatie-processen en de fase waarin GBLT zit met een nieuw belastingsysteem, worden (bewust) geen grote stappen gezet. Dat wil niet zeggen dat er gewacht wordt tot alles rondom de basisregistraties bekend is, de automatisering (Centric) ingeregeld is en iedere gebruiker bekend is met het gebruik van basisregistraties. Van belang is dat er al (kleine) stappen worden gezet richting de gewenste situatie. Deze stappen zit hem al in de verbetervoorstellen, het informeren van de organisatie over de ontwikkelingen.
Communicatie & PR Veranderingen kunnen weerstand oproepen. Echter, als mensen in een vroeg stadium worden betrokken bij een verandering, bijvoorbeeld doordat ze inspraak krijgen of kunnen deelnemen in een implementatieproject mindert dat de weerstand en ontstaat er draagvlak. In dat kader is communicatie van het project en pr erg belangrijk. Aan het begin van het project zijn er diverse bijeenkomsten/workshops georganiseerd. Deze workshops waren er zowel om informatie te vergaren bij de medewerkers als om het project Slim Heffen en Innen toe te lichten. Op deze wijze zijn de (bij het project) meest betrokken medewerkers geïnformeerd en aangehaakt. Daarnaast hebben we in de loop van het project gebruik gemaakt van nieuwsitems op Intranet. Op deze manier hebben wij de medewerkers actief geïnformeerd over de stand van zaken rondom het project: de vorderingen, de ontwikkelingen alsook gespreksverslagen met andere partijen over de basisregistraties. Focus op de Regel (90%) en niet de Uitzonderingen (10%) De gegevens van de basisregistratie worden door de medewerkers van GBLT kritisch bekeken, meestal op basis van een bekend probleem of een bekende uitzondering. Ook het argument dat de gemeente andere belangen heeft en terugmeldingen niet goed of niet snel verwerkt wordt vaak gebruikt. De kwaliteit van de eigen registraties wordt hoger ingeschat dan die van de gemeentes. Processen en werkwijzen zijn ingericht op uitzonderingen, tientallen of enkele honderden aanslagen van de 2,7 miljoen. Vertrouwen in de registraties De kwaliteit van de basisregistratie wordt door de medewerkers kritisch bekeken, meestal op basis van een bekend probleem of een bekende uitzondering. Ook het argument dat de gemeente andere belangen heeft en terugmeldingen niet goed of niet snel verwerkt word vaak gebruikt. De kwaliteit van de eigen registraties wordt hoger ingeschat dan die van de gemeentes. WOZ 1:1 volgen
- 17 -
Sinds 2 jaar volgen we de basisregistratie WOZ volledig, specifiek gaat het over de Objectperceel-relatie. Dit lijkt logisch, maar het volgen van de object-perceel relatie is bij de meeste waterschappen nog niet gebruikelijk. Uit gesprekken met andere belastingkantoren is gebleken dat dit nog lang niet overal gebeurd en dit voortkomt uit een gevoel dat de eigen administratie beter is. Dit is iets wat in het verleden (10-15 jaar geleden) speelde en dat gevoel is moeilijk weg te nemen. Dit was bij onze organisatie ook een reden die mensen als argument gebruikten om de WOZ niet volledig te volgen. Nu na 2 jaar kunnen we zeggen dat het volgen van de Basisregistratie WOZ ons minder werk bezorgt dan voorheen. Van belang is dat je wel consequent terugmeldt aan de gemeente bij het signaleren van fouten en er voor zorgt dat je ook snel terugkoppeling van die gemeente krijgt op de terugmelding. In 2011 hebben er ruim 4.000 terugmeldingen naar aanleiding van onjuiste codes plaats gevonden en in 2012 nog maar ongeveer 2.000. De verwerking van het WOZ bestand kost minder tijd en we hebben aanzienlijk minder bezwaren dan voorgaande jaren. Code uitgezonderd/bijzonder Tijdens de vergelijking van de gemeentelijke DUWOZ codering met onze eigen administratie is gebleken dat de door ons gehanteerde codes vaak niet juist gebruikt worden. Een groot aandachtspunt bij deze codes is dat deze codes niet consequent gebruikt worden. Het toepassen van de codering gebeurt handmatig door medewerkers en niet geautomatiseerd wat welk mogelijk is middels de DUWOZ-codering. Bijvoorbeeld code “kamerverhuur” wordt gebruikt bij een bejaardentehuis en code “bejaardentehuis” bij kamerverhuur. De reden dat dit niet consequent is gebeurd, is waarschijnlijk omdat in beide gevallen het beoogde resultaat wordt bereikt, de gebruiker uit het GBA wordt niet naar het belastingsysteem doorgesluisd, zodat er geen woning aanslag uitgaat. Het object zit als bedrijf in het belastingsysteem, in beide gevallen wordt er een bedrijfsaanslag opgelegd. Het niet consequent hanteren van de codes heeft tot gevolg dat: - de aantallen niet betrouwbaar zijn - indien er wordt besloten deze codes te verwijderen (omdat we bijv de basisregistraties willen volgen) het niet het gewenste effect kan hebben omdat de code een andere betekenis had dan wij bedoelden. Vooral het verwijderen van de eigen code kamerverhuur(=woning in WOZ) en bejaardentehuis (= bedrijf in WOZ) kan een verkeerd effect krijgen. Verzuipen in hoeveelheid informatie Er is veel te vinden op internet over basisregistraties. Het is daarom moeilijk te bepalen aan welke informatie je de aandacht gaat besteden. Welke informatie is er nu van ons van belang in onze specifieke situatie? Daarom zijn er gesprekken geweest met de diverse bronhouders van basisregistraties (kadaster, BAG, WOZ) om onze specifieke werkzaamheden te toetsen aan wat de basisregistratie levert of kan leveren. Onduidelijkheden ophelderen Naast de hoeveelheid informatie die er op internet en binnen andere bronnen te vinden is, is deze informatie niet altijd duidelijk en eenduidig. Zo hebben we reeds de verschillende definities rondom ‘woonruimte’ genoemd. Maar ook de wijze van financiering van de basisregistraties en de doorlevering aan andere partijen is niet altijd helder eenduidig. In dat kader is GBLT in gesprek met diverse partijen zoals de Unie van Waterschappen en het ICTU om helderheid te krijgen in de precieze werkwijze.
- 18 -
6 Implementatie Tegelijkertijd aan het project Slim Heffen en Innen speelt de implementatie van het nieuwe belastingsysteem van Centric. De inrichting van Centric kan het opleveren van de juiste informatie en het hanteren van de dezelfde werkwijze bij het verwerken van de informatie vergroten. Voor een goede implementatie ligt de aandacht de komende periode op de volgende zaken: Unieke sleutel BAG over/aan alle gegevensgroepen (object gebruiker eigenaar) Het BAG-id wordt in de administratie aan de adressen gekoppeld en vastgelegd. Dit geldt zowel voor de gebruikers- en eigenarenadressen (GBA-NHR) als de objectadressen (WOZ). Opnemen DUWOZ-codering binnen Centric Bij ieder WOZ-object wordt de DUWOZ codering vastgelegd. Daarmee komt meer duidelijkheid in de bestemming van het object: of het een recreatiewoning betreft en/of er sprake is van kamerverhuur of bejaardentehuis. Terugkoppeling dubbele bewoning gemeenten Ieder dubbele bewoning die bij GBLT bekend is wordt nu reeds terug gekoppeld aan de gemeente (BAG). Tot nu toe zijn er 702 objecten bij 73 gemeenten teruggemeld. Hier zijn ook al reacties terug. Deze dienen nog nader bekeken te worden. In het operationeel overleg is afgesproken dat de terugmeldingen geanalyseerd worden en dan op basis van deze analyse wordt besloten hoe de te volgen werkwijze wordt (planning september 2012) Opnemen SBI-coderingen in Centric Binnen Centric zal voor elk bedrijf de SBI-code worden vastgelegd. Op die manier ontstaat een overzicht van bedrijven naar SBI-codes. Vanuit daar kan de afvalwater coëfficiënt worden bepaald.
7 Kansen op (korte) termijn Innen Het project richt zich op de processen rondom Heffen en Innen. Veel aandacht is besteed aan het proces Heffen, wat minder aan het proces Innen. Reden hiervoor is dat door structuur te brengen aan de voorkant van het proces aanslagen rechtmatig worden opgelegd en veel rework wordt voorkomen. Het proces Innen is uiteraard wel aan de orde gekomen en besproken met de betrokken medewerker(s). Echter, de relatie met basisregistraties is hierin vooralsnog minder uitdrukkelijk aan de orde gekomen. Wel is geconstateerd dat er basisregistraties zijn waar gebruik van kan worden gemaakt en die het proces rondom Innen zouden kunnen vergemakkelijken. Denk hierbij aan de basisregistratie rondom voertuigen. Met betrekking tot innen (en kwijtschelding) zal GBLT wel gebruik gaan maken van het Inlichtingen bureau waardoor in de toegekende gevallen bij de aanslag direct al een beschikking meegestuurd wordt. Gegevensuitwisseling GBLT en afzonderlijke waterschappen Daarnaast zijn er gedurende het project verschillende issues aan bod gekomen die niet direct in het project zijn meegenomen. Van deze issues is echter wel gezegd daar op een later moment op teruggekomen kan worden.
- 19 -
8 Bijlagen Bijlage 1 Projectorganisatie De volgende medewerkers hebben deelgenomen aan de workshops voor de verbetervoorstellen: Recreatiewoningen: Rob Huffels - Gegevensbeheer Harderwijk Marco Vliegenhart - Juridische zaken Jolanda Arlings - Heffen Zwolle Monique van Bezel Aanslagregeling Harderwijk Elso Bos - Bestandsbeheer Zwolle Dubbele bewoning: Sjacco van Werven - Gegevensbeheer Harderwijk Henk Lammers -Heffen Zwolle Marco Vliegenhart - Juridische zaken Monique van Bezel Aanslagregeling Harderwijk Elso Bos - Bestandsbeheer Zwolle SBI codes, kamerverhuur&bejaardentehuizen en bedrijfsverzamelgebouwen: Jolanda de Bond Rob Huffels Jan Testerink Elso Bos Sjacco van Werven Peter Berkhuysen Ben Damman Steven Manuputy Henk Morssink Laura Baten
- 20 -
Bijlage 2: verbetervoorstellen Werkwijze SBI Codes Voorstel tot besluit Het OO wordt gevraagd akkoord te gaan met de voorgestelde werkwijze. Op 24 april is met een aantal medewerkers de werkwijze met betrekking tot het classificeren van bedrijven met behulp van de in het NHR vastgelegde SBI codes uitgewerkt. De in de in het OO geformuleerde opdracht is als bijlage 1 bij dit document opgenomen. Een belangrijke aanvulling op de geformuleerde opdracht is dat in de huidige situatie geen analyses mogelijk is aantallen en soorten bedrijven en of deze bedrijven allemaal in dezelfde klasse zijn ingedeeld en waarom er mogelijk afwijkingen zijn. Probleemstelling: gebruik SBI codes. Bedrijven betalen zuiveringsheffing en/of verontreinigingsheffing op basis van het waterverbruik en de afvalwatercoëfficiënt van het geloosde water. In de waterschapswet is onderscheid gemaakt in verschillende bedrijfscategorieën elke categorie heeft een eigen afvalwatercoëfficiënt De tabel met de afvalwater coëfficiënten is als bijlage 2 bij dit document opgenomen. Ieder bedrijf moet bij inschrijving in de KvK aangeven in welke bedrijfscategorie dit bedrijf werkzaam is. Deze categorie indeling is zeer gedetailleerd, er zijn 1600 categorieën onderscheiden. Op basis van de SBI code (of de groep SBI codes obv de eerste 3 posities) van een bedrijf zou voor verreweg de meeste bedrijven een goede (automatische) vertaling naar de tabel afvalwatercoëfficiënt gemaakt kunnen worden. Op dit moment wordt de indeling naar de tabel afvalwatercoëfficiënt door de behandeld ambtenaar gemaakt op basis van kennis en ervaring. Er is geen uniforme toets of controle of deze indeling juist is. Ook worden veldcontroles gebruikt om bedrijven in te delen. De hoogte van de aanslag wordt bepaald door het aantal vervuilingseenheden wat een bedrijf loost. Het waterverbruik maal de afvalwatercoëfficiënt bepaald geeft het aantal verontreinigingseenheden. Ook de afweging of een bedrijf ingedeeld wordt in forfaitair, meet of aangifte bedrijf wordt door betreffende ambtenaar gemaakt. Voorgestelde werkwijze Er wordt een vertaaltabel gemaakt tussen de SBI codes en de tabel met afvalwater coëfficiënten/klassetabel. In de vertaaltabel kan ook worden aangegeven of in een bedrijfscategorie een gelijkmatig waterverbruik verwacht kan worden. Op basis van bovengenoemde vertaaltabel kan voor ongeveer 90% van de bedrijven een eerste inschatting gemaakt worden in welke klasse een bedrijf ingedeeld kan worden. Er is een verschil in werkwijze bij het opvoeren van nieuwe bedrijven in Zwolle en Harderwijk. Op locatie Zwolle wordt circa 70% van de bedrijven ingedeeld als forfaitair bedrijf. In Harderwijk bedraagt dit percentage zo’n 10%. De rest wordt tabel of aangiftebedrijf. Met behulp van de SBI code kunnen alle boekhandels, elektronicawinkels etc direct als forfaitair worden aangeslagen. De bedrijven in overige categorieën worden automatisch aangifte bedrijven of, als er gelijkmatig waterverbruik verwacht wordt, als tabelbedrijf. Op basis van de SBI codes met vertaaltabel kunnen de ongeveer 10% “risico” bedrijven worden gekenmerkt. Voor deze “risico” bedrijven moet handmatig de klasse bepaald worden en de aanslagen definitief gemaakt worden. Dit betreft bijna altijd aangiftebedrijven. Om deze risicobedrijven niet willekeurig te bepalen verdient het de aanbeveling risico categorieën te bepalen op basis van de SBI codes. Binnen deze risicocategorie zijn onder andere de bedrijfsomvang en specifieke omstandigheden die bepalend zijn voor de werkelijke aanslag niet altijd te herleiden zijn uit het NHR met de SBI codes is
- 21 -
het van belang dat de definitieve codering door GBLT zelf gemaakt kan worden en dat deze codering niet wordt overschreven met updates van bijvoorbeeld het NHR. Bijvoorbeeld winkels/bedrijven gebruikmakend van airco’s waardoor de aanslag hoger uit zou kunnen vallen.
Voordelen van deze werkwijze Het belangrijkste voordeel is dat een uniforme werkwijze wordt gehanteerd bij het vaststellen van de verontreiniging coëfficiënt en verontreinigingklasse. Bedrijven in risico categorieën kunnen op basis van de SBI codes worden herkent en worden gecontroleerd en onderzocht. Er kan hierdoor gefocust worden op bedrijven in risico categorieën. Belangrijkste voordeel van het gebruik van de SBI codes voor de classificatie is dat er goede analyses mogelijk zijn op de bedrijfsaanslagen die nu niet mogelijk zijn. Met behulp van de SBI codes kan eenvoudig worden bepaald hoeveel bedrijven van bepaalde categorie er zijn. Of er trends zijn in de aantallen bedrijven per categorie of branche. Maar de belangrijkste analyse is of alle bedrijven in een categorie of branche dezelfde aanslag krijgen. Risco’s Het belangrijkste risico bij het gebruik van de SBI codes is dat deze code niet actueel of niet juist aan de kvk is doorgeven. Hierdoor zou een bedrijf in een verkeerde klasse kunnen worden ingedeeld en daarmee een verkeerde afvalwater coëfficiënt en aanslag kunnen krijgen. Dit risico is in de praktijk beperkt omdat bedrijven bij inschrijving de bedrijfscategorie moeten opgeven en deze niet vaak veranderd. Fouten worden terug gemeld aan het NHR. Op basis van de SBI een goede inschatting kan worden gemaakt welke afvalwater coëfficiënt het bedrijft krijgt. Ook het waterverbruik kan redelijk ingeschat worden op basis van het soort bedrijf specifieke omstandigheden en de bedrijfsgrote zijn echter bepalend voor het werkelijke waterverbruik. (bij een autobedrijf is niet uit de SBI code af te leiden of er een wasstraat aanwezig is) Alternatieven Het enige alternatief is het ieder bedrijf individueel handmatig controleren en toetsen.
Voorstel tot besluit Het OO wordt gevraagd in te stemmen met de voorgestelde werkwijze en een keuze te maken uit de onder 3 genoemde 3 opties, waarbij alternatief b wordt voorgesteld. Op 28 februari is met bovengenoemde medewerkers de werkwijze met betrekking tot aanslagoplegging van WOZ objecten met dubbele bewoning uitgewerkt. Op basis van deze workshop is onderstaand voorstel over de werkwijze met betrekking tot dubbele bewoning gemaakt. De in de in het OO geformuleerde opdracht is als bijlage 2 bij dit document opgenomen.
- 22 -
Werkwijze dubbele bewoning Probleemstelling “dubbele” bewoning. Dubbele bewoning ontstaat doordat meerdere belastingplichtigen gebruik maken van één woning (één WOZ object). Er zijn dan meerdere woonruimtes volgens de definitie van de waterschapswet in één WOZ object. (zie definities) GBLT heeft in haar administratie ongeveer 750 WOZ objecten waar “dubbele” bewoning is geregistreerd. Meestal zijn dit situaties waarbij één ouder bij een kind met gezin in woont. Er zijn ook gevallen waar het om meerdere woonruimtes binnen één WOZ object gaat.
Procedure dubbele bewoning volgens GBLT 1. Toetsen aan de BAG Dubbele bewoningen die in beeld zijn moeten eerst getoetst worden aan de BAG om te onderzoeken of er inderdaad niet meerdere BAG verblijfsobjecten zijn. Dit kan via BAG raadplegen (is de actuele Landelijke Voorziening BAG). Uit deze controle kunnen drie scenario’s naar voren komen Verblijfsobject niet in BAG = terug melden BAG (actie BAG) Verblijfsobject wel in BAG niet in GBA = terug melden aan GBA (actie GBA) Verblijfsobject wel in BAG wel in GBA = terug melden aan WOZ (actie WOZ + actie GBA) 2. Terug melden aan BAG Het te splitsen BAG verblijfsobject wat niet voorkomt kan terug gemeld worden aan BAG via de landelijke voorziening. De BAG zal vervolgens onderzoeken of er sprake is van meerdere verblijfsobjecten. Actie BAG Als er sprake is van meerdere BAG verblijfobjecten dan zal de BAG een nieuw adres aanmaken en dit vervolgens melden aan de WOZ en het GBA. Actie WOZ Als er sprake is van meerdere BAG verblijfsobjecten kan dit aanleiding zijn voor de WOZ om nieuwe WOZ objecten te maken. Actie GBA Er is onderzoek nodig om te bepalen of er bij een wijziging (in dit geval een splitsing van het verblijfobject) van het BAG adres gevolgen zijn voor de op die plaats ingeschreven personen. Bij een splitsing moet uit onderzoek door de GBA blijken binnen welk verblijfsobject de ingeschreven personen gehuisvest moeten worden. 3. Actie GBLT Indien de terugmelding niet leidt tot het splitsen van het WOZ object in meerdere nieuwe WOZ objecten wordt bij het WOZ object een kenmerk “dubbele bewoning” door GBLT zelf in Centric geplaatst. In Centric is het niet mogelijk om meerdere belastingplichtigen per belastingsoort aan een WOZ object te koppelen. Vervolgens zijn er 3 mogelijkheden om de aanslag op te leggen. a. aanslag 3 ve aan de oudste bewoner (huidige werkwijze). Indien deze persoon alleen woont kan deze bezwaar maken en vermindering aanvragen. Door deze aanslag te verminderen naar 1 VE loopt GBLT minimaal één aanslag (3 VE ?) mis. b. Aanslag 3 ve opleggen aan het jongste gezin. Hiermee loopt GBLT minimaal één aanslag voor 1 ve mis. c. In Centric dummy WOZ objecten maken en hier een andere belastingplichtige aan te koppelen. Dit dummy object past niet in de strategie mbt basisregistraties en zal niet automatisch vanuit het GBA worden onderhouden. Besluit in OO van 17 april 2012: 1) Vanaf mei gaan we alle dubbele bewoning die bekend zijn terugmelden naar de desbetreffende gemeenten.
- 23 -
2) Van wat niet aangepast wordt gaan we analyseren om hoeveel ve het gaat bij opleggen op andere naam. Eventueel kan dit leiden tot een actief advies voor wijziging tenaamstelling. 3) Deze analyse wordt besproken in OO waarna een definitief besluit wordt genomen. Centric In Centric moet bij een WOZ object worden vastgelegd dat er dubbele bewoning is vastgesteld (naar aanleiding controle of bezwaar) Controles: Tbv de controles dienen de volgende overzichten gemaakt te kunnen worden: Lijst met alle WOZ objecten die kenmerk dubbele bewoning Ja hebben, belastingplichtige en de overige GBA inschrijvingen. Lijst met alle WOZ objecten met dubbele bewoning, heffingsmodel en indicatie of de aanslag is opgelegd
- 24 -
Verbetervoorstel recreatiewoningen Verzoek akkoord te gaan met onderstaande werkwijze met betrekking tot recreatiewoningen bij de in gebruik name van Centric Op 28 februari is met bovengenoemde medewerkers de werkwijze met betrekking tot aanslagoplegging van recreatiewoningen uit gewerkt. Op basis van deze workshop is onderstaand voorstel over de werkwijze met betrekking tot recreatiewoningen opgesteld. De in het OO opgestelde onderzoeksopdracht is als bijlage 1 bijgevoegd Werkwijze Recreatiewoning op Recreatieterrein (met exploitant) a. WOZ object (=terrein met recreatiewoningen) aanslag zuiveringsheffing naar exploitant Heffingsmodel Centric => Bedrijfsaanslag (zie aandachtspunten) b. WOZ object (recreatie woning staat op recreatieterrein)geen GBA inschrijving aanslag zuiveringsheffing naar exploitant Heffingsmodel in Centric => Bedrijfsaanslag c. WOZ object (recreatie woning staat op recreatieterrein) met GBA inschrijving aanslag zuiveringsheffing naar gebruiker (uit GBA) Heffingsmodel Centric => Woonruimte (zie aandachtspunten)
Recreatiewoning NIET op een Recreatieterrein d. WOZ object zonder inschrijving GBA aanslag naar eigenaar Heffingsmodel Centric => Woonruimte e. WOZ object met inschrijving GBA aanslag naar gebruiker Heffingsmodel Centric => Woonruimte
Definitie/vaststelling recreatiewoning Uitgangspunt voor het bepalen van een recreatie woning is de Duwoz codering van de gemeenten (code 1211 t/m 1288). GBLT heeft nog niet de DUWOZ codering van de meeste gemeenten. Voor die gemeenten waarvoor GBLT deze code nog niet heeft krijgen de WOZ objecten waarvoor binnen GBLT bekend is dat het recreatiewoningen betreft een GBLT-code (04 recreatiewoning – wvob / 91 recreatiewoning - wvow). Zodra de Duwoz code voor het object binnen is wordt de GBLT code vervangen door de Duwoz code. Vastlegging van de codering gebeurt in Centric bij het desbetreffende WOZ object
Definitie/vaststelling recreatieterrein Recreatieterrein staan niet in een basisregistratie, of een recreatiewoning op een recreatieterrein staat is een kenmerk wat specifiek is voor GBLT. Heffen/ Bezwaar en Beroep stelt vast of iets een Recreatieterrein (terrein wordt geëxploiteerd) is of niet. Dit kenmerk wordt door GBLT vastgesteld en vastgelegd in Centric. Aandachtspunten De voorgestelde werkwijze kent 2 belangrijke aandachtspunten. 1. Recreatieterreinen met één eigenaar worden als één WOZ object aangeleverd. Een recreatieterrein met 10 woningen waarvan 3 in particulier eigendom wordt als 4 WOZ objecten aangeleverd. De woningen op dit terrein hebben wel een uniek BAG adres, maar zijn maar als 1 WOZ object geregistreerd. Het komt voor dat mensen zich inschrijven op een BAG adres binnen een recreatiepark, deze klanten krijgen niet automatisch een aanslag zuiveringsheffing, omdat
- 25 -
het (BAG) object waar ze staan ingeschreven niet als WOZ object bekend is. Dit komt heel weinig voor. Voorstel om de exploitant een aanslag zuiveringsheffing op te leggen en eventuele bezwaren af te wachten. 2. Indien een recreatiewoning van een particulier op een geëxploiteerd recreatieterrein een aanslag zuiveringsheffing krijgt moet deze op de aanslag zuiveringsheffing worden verminderd. Dit kan door van de exploitant een aangifte bedrijf te maken. Centric In Centric moet bij een WOZ object worden vastgelegd dat het een recreatiewoning betreft op basis van de DUWOZ codering of GBLT-code Van elk WOZ object met het kenmerk recreatiewoning moet worden vastgelegd of dit object op een recreatieterrein staat. Standaard krijgt een recreatiewoning een aanslag zuiveringsheffing, indien het kenmerk recreatiepark op Ja staat wordt he Controles: Tbv de controles dienen de volgende overzichten gemaakt te kunnen worden: Lijst met alle WOZ objecten die kenmerk Recreatiepark JA hebben, inschrijving GBA (Ja/Nee) en het Heffingsmodel. Lijst met alle recreatiewoningen(per Dowoz-codering), heffingsmodel en indicatie of de aanslag is opgelegd Voorstel tot besluit Het OO wordt gevraagd in te stemmen met voorgestelde werkwijze: De Duwoz codering van de gemeente vastleggen in Centric en gebruiken om kamerverhuur en bejaardentehuizen te bepalen. Duwoz-code kamerverhuur-> hefmodel bedrijven-> bedrijfsaanslag Duwoz-code bejaardentehuizen-> hefmodel bedrijven-> bedrijfsaanslag En kennis te nemen van de genoemde consequenties van conversie van de gegevens naar Centric.
Deventer 2e Kruisstraat 3a t/m 5c Deventer Laan van Borgele 25 t/m 33 Niet bestaande adressen komen na conversie in Centric.
Op 24 april is met een aantal medewerkers de werkwijze met betrekking tot het classificeren van kamerverhuur en bejaardentehuizen met behulp van de DUWOZ codering uitgewerkt. De in de in het OO geformuleerde opdracht is als bijlage 2 bij dit document opgenomen. Probleemstelling kamerverhuur en bejaardentehuizen GBLT heeft een eigen administratie van kamerverhuur en bejaardentehuizen. Dit om te voorkomen dat een inschrijving in het GBA leidt tot een woningaanslag. Kamerverhuur en bejaardentehuizen worden als bedrijf aangemerkt en dienen een bedrijfsaanslag te krijgen. De gegevens uit onze administratie komen niet uit een basisregistratie maar zijn op basis van bezwaren, en controles en onderzoek ingewonnen. Er is momenteel geen controle uit te voeren, anders dan bezoeken, van het geregistreerde kamerverhuur en bejaardentehuis. Kamerverhuur en bejaardentehuizen vallen onder de bedrijfsactiviteiten en dienen een bedrijfsaanslag te krijgen. Omdat kamerverhuur en bejaardentehuizen niet direct uit een basisregistratie is te halen is naar een alternatief gezocht. De door de gemeenten gebruikte aanvulling op de WOZ codering biedt wel informatie over kamerverhuur en bejaardentehuizen. De tabel DUWOZ coderingen is als bijlage 3 opgenomen. Uit een workshop met gemeenten kwam naar voren dat gemeenten niet uniform met de DUWOZ codering kunnen omgaan. Uit een steekproef op aangeleverde DUWOZ bestanden blijkt dat de codering op een uniforme wijze worden gebruikt, de verschillen zitten vooral in de verfijning van de
- 26 -
codering. Sommige gemeenten hebben specifieke voor hun gemeente bestemde codering toegevoegd. Een andere aandachtspunt is dat gemeenten niet verplicht zijn om de DUWOZ gegevens te leveren. De gemeenten die tot nu toe benaderd zijn om de DUWOZ gegevens te leveren staan hier positief tegen over. Een paar gemeenten hebben de coderingen gegeven onder toezegging dat wij deze codering alleen voor ons interne proces gebruiken. Uit een analyse op de door GBLT gehanteerde codering voor kamerverhuur en bejaardentehuizen is gebleken dat deze coderingen niet consequent gebruikt worden. Ook zitten er codes in T&T op adressen die niet meer bestaan, hierdoor hebben we geen duidelijk beeld bij de aantallen van kamerverhuur en bejaardentehuizen. Verschil werkwijze Kamerverhuur en bejaardentehuizen en WOZ Inschrijvingen op een kamerverhuuradres en bejaardentehuizen worden nu in T&T uitgesloten zodat een GBA mutatie geen direct gevolg heeft voor de aanslag. Kamerverhuur In de WOZ is kamerverhuur een woning dus zou je de GBA mutatie moeten blijven uitsluiten (=korte termijn). In Centric is het hefmodel gekoppeld aan de gebruikscode of duwoz code. Door het hefmodel bedrijven te koppelen aan deze code kun je een GBA inschrijving negeren. Bejaardentehuizen Bejaardentehuizen worden in de WOZ als bedrijf aangeleverd. In Centric wordt hier het hefmodel bedrijven aan gekoppeld. Een GBA inschrijving op dit adres heeft geen woning aanslag tot gevolg. Bejaardenwoningen of aanleunwoningen zijn alleen aparte objecten in de WOZ als het zelfstandige woningen met eigen voorzieningen betreft. In het kader van het project Slim Heffen en Innen zijn een aantal vragen ontstaan: Hebben wij beleid mbt het beoordelen van kamerverhuur? Antwoord: We moeten ervan uitgaan dat er sprake is van kamerverhuur wanneer een woonruimte wordt gebruikt door twee of meer personen die samen geen huishouden vormen. Waarom leggen wij aan de bewoners van kamerverhuur geen aanslag Ingezetenenheffing op aan de (oudste) bewoner? Antwoord: Een aanslag watersysteemheffing ingezetenen kan alleen worden opgelegd aan degene die ingeschreven staat en gebruiker is van een woonruimte. Is er inzicht in hoeveel kamerverhuur GBTL heeft? Antwoord: Op het ogenblik is het niet mogelijk om deze uit IBS te filteren Is er inzicht in hoeveel van de gevallen kamerverhuur meer opbrengt dan de forfaitaire woning aanslag? Antwoord: Op basis van bovenstaande is hier geen inzicht op. De ervaring heeft wel geleerd, dat bij het beoordelen de aangiftes de aanslagen grotendeels boven de 5 v.e. uitkomen. Zie bijlage 4 voor een uitgebreide uitwerking van deze vragen. Voorgestelde werkwijze De gemeenten volgen en de DUWOZ codering gebruiken om kamerverhuur en bejaardentehuizen te bepalen. Deze code wordt in Centric vastgelegd en WOZ objecten met deze codering krijgen een bedrijfsaanslag. (heffingsmodel bedrijven) Kamerverhuur die wel bij GBLT bekend is maar niet bij de gemeente zal worden terug gemeld aan de gemeente. In principe houdt GBLT kamerverhuur niet meer zelf bij. Voordelen van deze werkwijze Het belangrijkste voordeel is dat een uniforme werkwijze wordt gehanteerd bij het vaststellen of iets kamerverhuur of een bejaardentehuis is. Gemeenten voeren een actief beleid mbt kamerverhuur onder andere vanwege veiligheidsaspecten. Door het verlenen van vergunningen voor kamerverhuur hebben gemeenten een beter beeld van de feitelijke situatie dan GBLT.
- 27 -
Het volledig volgen van de gemeenten betekent ook dat GBLT geen actieve rol heeft bij het zoeken naar en controleren van kamerverhuur. Uit een steekproef bij een aantal grote gemeenten blijkt dat gemeenten veel meer kamerverhuur in beeld hebben dan GBLT (zie bijlage 1). Dit betekent dat voor een bedrijfsaanslag minimaal 3 ve of meer geïnd kan worden. Ook is uit deze steekproef gebleken dat GBLT de codering kamerverhuur of bejaardentehuizen niet consequent hanteren. Uit de steekproef is gebleken dat: - de coderingen door elkaar worden gebruikt - er coderingen dubbele bewoning staan bij adressen die bejaardentehuizen betreffen. - Er coderingen staan op vervallen adressen in het GBA Hierdoor zijn de aantallen/tellingen uit T&T niet betrouwbaar. Consequenties voor de belastingaanslag Kamerverhuur: Indien we de gemeente volgen en een woning in onze administratie blijkt kamerverhuur te zijn dan wordt er een bedrijfsaanslag opgelegd van minimaal 3 ve. Ingezetenen heffing leggen we niet op. Voorbeeld kamerverhuur WOZ en IBS: IBS Zwolle Zwolle Zwolle Zwolle Deventer Deventer
Pilotenlaan 35 assendorperstraat 188a Jofferenlaan 88 Venestraat 8 2e Kruisstraat 3a t/m 5c Laan van Borgele 25 t/m 33
forfaitaire machtiging forfaitaire forfaitaire machtiging forfaitaire
ve 3 6,32 3 3 17,68 in WOZ 4 objecten (kamerverhuur) 4x 3 ve=12 ve 3 in woz 8 objecten (kamerverhuur) 8x 3ve= 24 ve
De geel gearceerde objecten zijn niet bestaande objecten en komen na conversie in Centric. Voorbeeld kamerverhuur wel bij GBLT niet in WOZ:
Zwolle Deventer Deventer
Botlek 52 Volkerakstraat 50 kl oeverstraat 34 A t/m H
soort aanslag IBS won+bedr 29 ve DEF 3 ve DEF 3 ve
WOZ kindertehuis woning 8 woningen
Bejaardentehuizen: In T&T zijn de inschrijvingen uitgezonderd zodat ze niet in IBS als woning worden aangeslagen. In IBS is het object handmatig opgevoerd zodat er een bedrijfsaanslag wordt opgelegd. Vanuit de WOZ worden de bejaardentehuizen en kamerverhuur geautomatiseerd aangeleverd, hierdoor is je volledigheid en de belastingopbrengst gewaarborgd. Risco’s Aan het gebruik van de DUWOZ coderingen kleven 2 bezwaren; 1. Uniformiteit Gemeenten gebruiken de DUWOZ op verschillende manieren en de kwaliteit is niet gelijk. Op het abstractieniveau waarop GBLT de gegevens gebruikt zijn er geen grote verschillen geconstateerd 2. Gemeenten hoeven de DUWOZ niet te leveren, de gemeenten die tot nu toe zijn benaderd hebben aangegeven de DUWOZ te willen leveren. Dit kan niet via de landelijke voorziening maar zal direct bij de gemeente moeten worden afgenomen. Voor gemeenten die (nog) niet willen leveren zal GBLT zelf de registratie moeten bijhouden.
Alternatieven
- 28 -
Het enige alternatief is het bijhouden van een eigen administratie die aan de hand van bezwaren en controles wordt bijgehouden. Deze administratie is willekeurig omdat niet actief wordt gezocht en gecontroleerd, bezwaren op de aanslag zijn de belangrijkste bron van wijzigingen. Een eigen administratie opzetten voor kamerverhuur en bejaardentehuizen is arbeidsintensief en foutgevoelig. Zoeken en controleren op kamerverhuur en bejaardentehuizen is arbeidsintensief en kostbaar en in de praktijk bijna onmogelijk.
- 29 -
Bijlage 3: Gemeentelijke heffingen Onderstaande aanslagen worden door de gemeenten opgelegd. Deze aanslagen hebben alle betrekking op de (WOZ-)objecten: - forensenbelasting Belastbaar feit: > 90 dagen verblijven of het houden van een adres waar je niet ingeschreven staat, belastingplichtige mag geen ingezetene van de gemeente zelf zijn aangifteformulier achteraf geheven gegevens beheerders aanslag naar eigenaar tariefbesluit (categorieën) WOZ object recreatie+WOZ-waarde - Afvalstoffenheffing/Reinigingsrecht via GBA eenpersoons of meerpersoons huishoudens vakantiewoning 1 persoonstarief tariefbesluit gba inschrijving leidend gebruiker (bij kamerverhuur eigenaar), (in eerste instantie oudste inschrijving) WOZ bestand voor woning en bedrijf bedrijven komen uit eigen adminstratie (Kvk nr gevuld) afvalstoffenheffing altijd verplicht te betalen, reinigingsrecht: als bedrijf kan aantomen dat ze afval op een andere manier afvoeren geen belastingplicht - Rioolrecht/ rioolheffing aanslag eigenaar (vast tarief) en gebruiker (vast bedrag) grootverbruikers alleen voor bedrijven(beleid) (aangifte biljet, verbruik en mate van asfaltering) ) rioleringsbestand eigenaar (kadaster) gebruiker - OZB gebruik WOZ objectafbakening WOZ waarde besluit voor WOZ waarde tarief beleidsregels tbv belastingplichtige eigenaar uit kadaster adressen zijn nog niet gekoppeld met BAG natuurlijke personen uit GBA bedrijven uit eigen administratie (KvK nr gevuld) Geen WOZ-object gerelateerde belastingen: - Hondenbelasting - Toeristenbelasting - Parkeerbelasting - Marktgelden
- 30 -