VVE-RAPPORT RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE PEUTERSPEELZAAL NIJNTJE PLUIS BASISSCHOOL PCBS GIDEON
Locaties Brinnr. Plaats Onderzoeksnummers Documentnummer Datum onderzoek Datum vaststelling rapport
Onderzoeksdatum: 09-07-2012
:Nijntje Pluis :pcbs Gideon :03TS :1611 WS Bovenkarspel :9925 + 9926 :3457907 :9 juli 2012 :14 november 2012
Pagina 1 van 9
1. INLEIDING Dit rapport is het verslag van een onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs naar de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (VVE). VVE is bedoeld voor jonge kinderen die onvoldoende zijn toegerust voor een soepele instroom in groep 3 van het basisonderwijs, waardoor ze grote kans lopen om achterop te raken. Dit rapport maakt onderdeel uit van de bestandsopname in de gemeente Stede Broec. In deze gemeente hebben alle voor- en vroegscholen die te maken hebben met VVE een vragenlijst ingevuld waarin zij de stand van zaken op hun (voor)school weergeven. Alle locaties krijgen automatisch een zelfrapportage. Enkele locaties zijn vervolgens bezocht door de Inspectie van het Onderwijs ter verificatie van deze zelfevaluaties. Alle bezochte locaties ontvangen een rapportage met de bevindingen van de Inspectie. Het definitieve rapport wordt gepubliceerd op de website van de Inspectie. De uitkomsten van alle zelfevaluaties en de bevindingen van de Inspectie van het Onderwijs naar aanleiding van de locatiebezoeken worden samengevat in een gemeentelijk rapport. Dit geeft een totaalbeeld weer van VVE in de gemeente Stede Broec. Dit rapport wordt, als het definitief is vastgesteld, samen met de locatierapporten, gepubliceerd op de website van de Inspectie. Werkwijze onderzoek Pcbs Gideon en peuterspeelzaal Nijntje Pluis zijn twee van de (voor)scholen die bezocht zijn door de Inspectie van het Onderwijs. Daarbij hebben de volgende activiteiten plaatsgevonden: groepsbezoeken gesprek met leidsters en leerkrachten gesprek met ouders gesprekken met locatieleiding, coördinatie en directie Dit rapport geeft de bevindingen van de Inspectie over de kwaliteit van VVE op deze locatie weer. Inhoud rapport In dit rapport worden de volgende onderwerpen besproken: De voorwaarden van VVE De ouders De kwaliteit van de educatie Het VVE-programma, zoals dat wordt aangeboden Het pedagogisch klimaat Het educatief handelen De ontwikkeling, zorg en begeleiding De kwaliteitszorg De doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschool De resultaten van VVE Elk van de VVE-kwaliteitsaspecten is uiteengelegd in indicatoren. Als een indicator beoordeeld wordt, gebeurt dat doorgaans met de volgende oordelen: 1. Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig Deze kwalificatie geeft aan dat er écht iets verbeterd dient te worden. 2. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn wenselijk Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt. 3. Voldoende 4. Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat andere voor- en/of vroegscholen hiervan kunnen leren. Dit rapport is gebaseerd op het VVE-toezichtkader (zie de internetsite van de onderwijsinspectie).
Onderzoeksdatum: 09-07-2012
Pagina 2 van 9
Opbouw van het rapport Hoofdstuk 2 beschrijft het totaalbeeld van het onderzoek. De beoordeelde onderwerpen (indicatoren) staan in hoofdstuk 3, met eerst de oordelen en daarna een toelichting als dat nodig is. Daarbij kunnen de overeenkomsten en verschillen tussen de zelfevaluatie van de locatie en de bevindingen van de Inspectie eveneens worden geduid. Als er op basis van dit onderzoek afspraken gemaakt zijn, staan die in hoofdstuk 4. Groepsinformatie peutergroepen: Aantal peuters in groep a: 16, waarvan 4 doelgroeppeuters Groepsinformatie kleutergroepen: Aantal kleuters in groep a: 24, waarvan 8 doelgroepkleuters Aantal kleuters in groep b: 26, waarvan 8 doelgroepkleuters
Onderzoeksdatum: 09-07-2012
Pagina 3 van 9
2. HET TOTAALBEELD Algemeen De inspectie heeft vastgesteld dat de kwaliteit van Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) op pcbs Gideon en peuterspeelzaal Nijntje Pluis over het geheel genomen nog in ontwikkeling is. Zowel bij de school als de peuterspeelzaal vragen diverse onderdelen van de door de inspectie onderzochte kwaliteitsaspecten nog om verdere uitwerking. De voorwaarden zijn echter aanwezig om ook in de komende jaren verdere kwaliteitsslagen van de aangeboden VVE te realiseren. Ouderbeleid Tijdens het bezoek heeft de inspectie gesproken met een aantal ouders van doelgroepkinderen van zowel de peuterspeelzaal als van de school. Hieruit kwam naar voren dat de ouders van de peuterspeelzaal de behoefte hebben aan een meer formeel moment waarop zij geïnformeerd worden over de ontwikkeling van hun kind. Daarnaast acht de inspectie een gericht ouderbeleid een ontwikkelpunt. Kwaliteit van de uitvoering van VVE Zowel voor de pcbs Gideon als voor Nijntje Pluis geldt dat het team stabiel en toegewijd is. Zij zijn betrokken en de intentie is aanwezig om op een goede wijze de kinderen te betrekken bij de activiteiten. Hiervoor is bij Nijntje Pluis een gedegen VVE-programma aanwezig. Voor zowel de school als de peuterspeelzaal geldt dat de planning een ontwikkelpunt is. Het is daarbij van belang onderscheid te maken tussen het verschil in ontwikkeling van de kinderen en naar leeftijd. Ontwikkeling, begeleiding en zorg Op het gebied van zorg en begeleiding zijn eveneens nog een paar slagen te maken. Met name is het van belang een concrete analyse van de problematiek van kinderen uit te voeren zodat duidelijk is welke zorg noodzakelijk is.
Kwaliteitszorg en doorgaande lijn In tegenstelling tot de school is er binnen de peuterspeelzaal een VVE-coördinator aanwezig. Dit is een goede basis om het VVE-beleid en een doorgaande lijn tussen voor- en vroegschool verder uit te bouwen. Ook dient er binnen de peuterspeelzaal en de school nog nadrukkelijker gewerkt te worden aan op VVE gerichte kwaliteitszorg. Het VVE-beleid verdient actualisatie en het bestaande VVE-beleid wordt nog onvoldoende geëvalueerd en geborgd. De leiding van zowel de peuterspeelzaal als de school herkent zich in het geschetste kwaliteitsprofiel en is bereid om de ontwikkelpunten op te pakken.
Onderzoeksdatum: 09-07-2012
Pagina 4 van 9
3. DE OORDELEN MET EEN TOELICHTING ALS DAT NODIG IS Naam gemeente
Stede Broec Stede Broec
A0.0 Samenwerking met voor/vroegschool A CONDITIES A0.1 Er is een recent GGD-rapport beschikbaar A0.2 In het rapport zijn de basisvoorwaarden voor voorschoolse educatie getoetst A1 Een integraal VVE-programma A1.1 Naam/namen van programma(s) Startblokken nvt A2 De groepsgrootte voldoet aan de maximumeisen (voorschool) A3 Leidster - kind ratio ("dubbele bezetting") A4 Voldoende VVE-tijd A4.1 De peuters bezoeken de voorschool gedurende voldoende tijd (per week) A4.2 Wat is doorgaans de beginleeftijd voor 2 jaar VVE? A5 Kwaliteit leidsters/leerkrachten A5.2 Alle leidsters/leerkrachten zijn toereikend gekwalificeerd (opleiding) A5.3 Alle leidsters spreken voldoende Nederlands A5.4 Alle leidsters zijn toereikend geschoold (voor het VVE-programma) A5.5 Er is een jaarlijks VVE-opleidingsplan
Nijntje Pluis 3 3
pcbs Gideon -
3 3
3
3
-
3 3 3 3
3 -
Toelichting: pcbs Gideon De school heeft twee gecombineerde groepen 1/2 met elk één gekwalificeerde leerkracht. Daarnaast begeleidt de remedial teacher een aantal dagdelen in de week de doelgroepkinderen. Daardoor zijn er voldoende mogelijkheden om in kleine groepen te werken. De leerkrachten van beide (gecombineerde) groepen zijn voldoende voor VVE geschoold. Nijntje Pluis Er is een recent GGD-rapport waarin de basisvoorwaarden voor VVE zijn beoordeeld. Dit rapport is tijdens het bezoek gebruikt voor de beoordeling van de condities. Op peuterspeelzaal Nijntje Pluis wordt door twee gekwalificeerde leidsters gewerkt met maximaal 16 kinderen op de groep. De doelgroepkinderen krijgen 4 dagdelen per week aanboden. De leidsters van de peuterspeelzaal zijn voldoende toegerust voor VVE en volgen een opleiding voor het programma. Dit is opgenomen in een opleidingsplan. B OUDERS B1 B2 B3 B4 B5 B6 B7
Gericht ouderbeleid Ouders zijn vooraf adequaat geïnformeerd Intake Stimuleren om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen Participatie in VVE-activiteiten in de voor/vroegschool Informeren over de ontwikkeling van hun kind Rekening houden met de thuistaal
Onderzoeksdatum: 09-07-2012
Nijntje Pluis 2 2 2 2 2 2 2
pcbs Gideon 2 2 3 2 3 3 3
Pagina 5 van 9
Toelichting: pcbs Gideon Er is geen document vastgesteld waarin een analyse is opgenomen van de ouderpopulatie, waardoor het moeilijk is te beoordelen of een bewuste keuze van ouderactiviteiten, afgestemd op de ouderpopulatie, gemaakt is. Dit is een ontwikkelpunt (B1). Tijdens het bezoek heeft de inspectie gesproken met een aantal ouders van de school. In dit gesprek kwam naar voren dat zij niet voldoende op de hoogte zijn gebracht van de doelen ten aanzien van ouders en het ambitieniveau van de vroegschool op het gebied van VVE. Indicator B2 is daarom een ontwikkelpunt. Een ander ontwikkelpunt is het stimuleren van ouders om thuis activiteiten met hun kind te doen. Op dit moment vindt dat nog onvoldoende plaats (B4). De school organiseert wel eens per jaar een VVE-activiteit (thema-avonden) die goed door de ouders wordt bezocht. Nijntje Pluis Er is geen document vastgesteld waarin een analyse is opgenomen van de ouderpopulatie, waardoor het moeilijk is te beoordelen of een bewuste keuze van ouderactiviteiten, afgestemd op de ouderpopulatie, gemaakt is. Dit is een ontwikkelpunt (B1). Tijdens het bezoek heeft de inspectie ook gesproken met een aantal ouders van de peuterspeelzaal. In dit gesprek kwam naar voren dat zij niet op de hoogte zijn gebracht van de doelen ten aanzien van ouders en het ambitieniveau van de peuterspeelzaal op het gebied van VVE ( B2). Op het formulier dat de peuterspeelzaal gebruikt bij de intake, ontbreken vragen over kind- en gezinspecifieke zaken. Hierdoor is indicator B3 een ontwikkelpunt. Andere ontwikkelpunten zijn B4 en B5. Het stimuleren van ouders om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen en het organiseren van VVEactiviteiten (thema-avonden) voor ouders op de peuterspeelzaal vinden nog niet plaats. De leidsters informeren de ouders structureel aan het einde van de peuterspeelzaalperiode over de ontwikkeling van hun kind. De frequentie is daarmee lager dan eens per half jaar waardoor indicator B6 een ontwikkelpunt is. Ook indicator B7 is een ontwikkelpunt omdat er geen afspraken zijn gemaakt over hoe ouders die het Nederlands niet machtig zijn, worden geïnformeerd. Daardoor is de informatievoorziening aan deze ouders onvoldoende gewaarborgd. C KWALITEIT VAN DE UITVOERING VAN VVE C1 Kwaliteit van de educatie: het aangeboden programma C1.1 Een integraal VVE-programma C1.2 Werken met een doelgerichte planning C1.3 Het aanbod gericht op de taalontwikkeling is voldoende dekkend C1.4 Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt gedifferentieerd C2 Kwaliteit van de educatie: het pedagogisch klimaat C2.1 Het pedagogisch handelen van de leidsters/leerkrachten is respectvol C2.2 De leidsters/leerkrachten hanteren duidelijke pedagogische gedragsgrenzen C2.3 De leidsters/leerkrachten stimuleren de sociale vaardigheden en de persoonlijke competenties van de kinderen C2.4 De leidsters/leerkrachten tonen respect voor de autonomie van het kind C2.5 De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, uitdagend en spel- en taaluitlokkend C3 Kwaliteit van de educatie: het educatief handelen C3.1 Het educatief handelen van beide leidsters/leerkrachten is goed op elkaar afgestemd C3.2 Er worden de hele 'dag' effectieve en gerichte activiteiten voor de taalontwikkeling uitgevoerd C3.3 De leidsters/leerkrachten bevorderen de interactie met en tussen kinderen C3.4 De leidsters/leerkrachten stimuleren actieve betrokkenheid van de kinderen en verrijken het spelen en werken C3.5 De leidsters/leerkrachten bevorderen de ontwikkeling van aanpakgedrag (strategieën) bij de kinderen C3.6 Het gedrag van de leidsters/leerkrachten met de kinderen is responsief C3.7 De leidsters/leerkrachten stemmen de activiteiten af op verschillen in de
Onderzoeksdatum: 09-07-2012
Nijntje Pluis
pcbs Gideon
3 2 2 2
3 2 2 2
3 3
3 3
3
3
3 3
3 3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3 2
3 3
Pagina 6 van 9
ontwikkeling van de individuele kinderen Toelichting: pcbs Gideon De inspectie heeft geconstateerd dat de school niet met een erkend en integraal programma werkt (C1.1). Wel heeft de school een programma dat gericht is op de brede ontwikkeling van de leerlingen. Dit wordt echter gebruikt als bronnenboek voor de uitwerking van thema's en niet als een integraal programma. Wel wordt er een jaarplanning gemaakt, maar deze is niet uitgewerkt in een weekplanning. Ook zijn de activiteiten niet gekoppeld aan tussendoelen waardoor het niet duidelijk is of het aanbod dekkend is. Daarom is indicator C1.2 een ontwikkelpunt. Dit geldt eveneens voor een gericht taalaanbod (C1.3). Ook hierbij is het zaak het thema volledig te doorlopen zodat alle onderdelen (en de bijbehorende doelen) van het thema worden behandeld. Ook is het van belang dat er een duidelijke lijn in moeilijkheidsgraad wordt aangegeven. Vooraf geplande activiteiten gericht op differentiatie van het aanbod naar de verschillende niveaus van leeftijd en ontwikkeling binnen de groep zijn niet aangetroffen. Dit is de reden dat indicator C1.4 een ontwikkelpunt is. Nijntje Pluis De inspectie heeft geconstateerd dat peuterspeelzaal Nijntje Pluis met een erkend en integraal programma werkt. De leidsters hebben het programma uitgewerkt in een jaarplanning en zijn de in de jaarplanning genoemde thema's verder aan het ontwikkelen. Daardoor is C1.2 een ontwikkelpunt. Het is daarbij zaak het thema volledig te doorlopen zodat alle onderdelen (en de bijbehorende doelen) van het thema worden behandeld. Ook is het van belang dat er een duidelijke lijn in moeilijkheidsgraad wordt aangegeven. Vooraf geplande activiteiten gericht op differentiatie van het aanbod naar de verschillende niveaus van leeftijd en ontwikkeling binnen de groep zijn niet aangetroffen. Daarom is C1.4 een ontwikkelpunt. Dit geldt eveneens voor het aanbod gericht op de taalontwikkeling dat nog onvoldoende in een planning is uitgewerkt (C1.3). Tenslotte is tijdens de observatie geconstateerd dat de activiteiten onvoldoende afgestemd zijn op het ontwikkelingsniveau van de individuele kinderen (C3.7). D ONTWIKKELING, BEGELEIDING EN ZORG D1 Ontwikkeling, begeleiding en zorg binnen de groep D1.1 Volgen van de brede ontwikkeling van alle kinderen D1.2 De begeleiding is planmatig voor: de hele groep, de kleine (tutor)groep en het individuele kind D1.3 De evaluatie van de aangeboden begeleiding en zorg D1.4 Specifieke aandacht bij de begeleiding en zorg voor de taalontwikkeling D2 Ontwikkeling, begeleiding en zorg in de bredere zorgketen D2.1 Leidsters/leerkrachten hebben een overzicht van de kinderen die zorg nodig hebben die de voor- resp. vroegschool niet kan leveren, en van de aard van die zorg D2.2 Leidsters/leerkrachten melden kinderen aan voor externe zorg wanneer de voor- resp. vroegschool de gewenste zorg niet kan leveren D2.3 De leidsters/leerkrachten blijven de ontwikkeling van kinderen met extra zorg bijhouden
Nijntje Pluis
pcbs Gideon
2 2
3 2
2 2
2 2
3
3
3
3
3
3
Toelichting: pcbs Gideon De school observeert de kinderen op het gebied van sociaal-emotionele, cognitieve en motorische ontwikkeling. Hiervoor worden verschillende formulieren en toetsen gebruikt. Criteria voor de zorg zijn nog in ontwikkeling, waardoor het niet duidelijk is welke leerlingen zorg nodig hebben. Dit brengt met zich mee dat niet voor alle leerlingen die zorg nodig hebben een handelingsplanning aanwezig is. Ook is de evaluatie onvoldoende diepgaand en is niet altijd duidelijk of een vervolg noodzakelijk is. Zowel D1.2, D1.3 als D1.4 zijn ontwikkelpunten.
Onderzoeksdatum: 09-07-2012
Pagina 7 van 9
Nijntje Pluis De ontwikkeling van kinderen wordt met behulp van een observatieformulier gevolgd. De frequentie waarmee dit formulier wordt gebruikt is echter te laag: tweemaal in de peuterspeelzaalperiode (D1.1). Het is noodzakelijk om dit tenminste eens per halfjaar te doen. Signalen wanneer extra zorg noodzakelijk is, pakken de leidsters in eerste instantie zelf op. Criteria om tot eenduidige aanpak van de zorg te komen, zijn in ontwikkeling. Het opstellen van een handelingsplanning waarin de doelen, de inhoud en de organisatie van de zorg beschreven staan, is nog een ontwikkelpunt (D1.2). Ook de evaluatie van de zorg (D1.3) en de specifieke aandacht voor de taalontwikkeling (D1.4), zijn ontwikkelpunten. Wanneer externe hulp noodzakelijk is, dan speelt de peuterspeelzaal daarin een actieve rol en blijft van de ontwikkeling van de peuters op de hoogte. E KWALITEITSZORG BINNEN DE VOOR- C.Q. VROEGSCHOOL E1 Er is VVE-coördinatie in de voor- c.q. vroegschool E2 De voor- c.q. vroegschool evalueert de kwaliteit van VVE regelmatig E3 De voor- c.q. vroegschool evalueert de opbrengsten van alle kinderen E4 De voor- c.q. vroegschool formuleert op basis van evaluaties verbetermaatregelen en voert die aantoonbaar en planmatig uit E5 De voor- c.q. vroegschool borgt de kwaliteit van haar educatie E6 In de kwaliteitszorg van de basisschool wordt ook specifiek naar VVE gekeken
Nijntje Pluis 3 2 2 2
pcbs Gideon 2 2 2 2
2 -
2 2
Toelichting: pcbs Gideon De school heeft geen VVE-coördinator die het VVE-beleid beschrijft en de uitvoering daarvan coördineert. De op VVE gerichte kwaliteitszorg bevindt zich in een ontwikkelstadium en moet nog (verder) geformuleerd worden. Ook is er nog geen sprake van een planmatige uitvoering van verbeteractiviteiten op het gebied van VVE en dientengevolge eveneens nog niet van borging van de kwaliteit van VVE. Dit zijn alle (E1, E2, E4, E5 en E6) ontwikkelpunten. De school evalueert de opbrengsten van de kinderen op dit moment nog niet. Ook dit is een ontwikkelpunt (E3). Nijntje Pluis Er is een VVE-coördinator voor het opstellen en uitvoeren van het VVE-beleid. De kwaliteitszorg voor VVE is echter nog in ontwikkeling. Van een regelmatige evaluatie van de kwaliteit, het planmatig opstellen van verbeteractiviteiten en een gerichte borging van het VVE-beleid is nog geen sprake. E2, E4 en E5 zijn daarom ontwikkelpunten. De peuterspeelzaal evalueert de opbrengsten (op basis van bijvoorbeeld de ingevulde observatieformulieren) van de kinderen op dit moment nog niet. Ook dit (E3) is daarom een ontwikkelpunt. F DOORGAANDE LIJN F1 Er is VVE-coördinatie tussen de voor- en vroegschool F2 Er is concreet beleid om zoveel mogelijk kinderen te laten doorstromen naar een vroegschool F3 De voor- en vroegschool zorgen voor een warme overdracht F4 Het aanbod van de voor- en de vroegschool zijn op elkaar afgestemd F5 Het pedagogisch klimaat en het educatief handelen van de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd F6 De manier om met ouders om te gaan op de voor- en de vroegschool is op elkaar afgestemd F7 De interne begeleiding en zorg op de voor- en vroegschool zijn op elkaar afgestemd
Onderzoeksdatum: 09-07-2012
Nijntje Pluis 3 2
pcbs Gideon 3 -
2 2 2
2 2 2
2
2
2
2
Pagina 8 van 9
Toelichting: pcbs Gideon De werkgroep VVE coördineert de afstemming van VVE tussen de voor- en de vroegscholen binnen de gemeente Stede Broec. Voor de overdracht wordt alleen het overdrachtformulier gebruikt, een gesprek vindt nog niet plaats. Daarom is er nog geen sprake van een warme overdracht. Ook de overige onderdelen van de doorgaande lijn zijn voor beide locaties ontwikkelpunten. Deze hebben betrekking op de afstemming op het aanbod (F4), het pedagogisch klimaat en educatief handelen (F5), de wijze waarop met ouders wordt omgegaan (F6) en de zorg en interne begeleiding (F7). Deze onderdelen hebben wel de aandacht van zowel de school als de peuterspeelzaal. Zij nemen in het huidige schooljaar initiatieven om deze onderwerpen verder af te stemmen. Verder heeft de peuterspeelzaal nog geen beleid ontwikkeld voor het door laten stromen van doelgroepkinderen naar VVE-scholen. Daarom is indicator F2 een ontwikkelpunt. G OPBRENGSTEN VAN VVE G1 De resultaten worden gemeten conform de gemeentelijk afspraken G2 De resultaten zijn van voldoende niveau G3 Verlengde kleuterperiode
Nijntje Pluis -
pcbs Gideon 3
Op dit moment worden in het kader van VVE de resultaten niet beoordeeld, omdat noch de gemeente noch de vroegschool vastgesteld heeft wat de resultaten van VVE moeten zijn. 4. VERVOLGAFSPRAKEN Het bezoek heeft geen aanleiding gegeven voor het maken van vervolgafspraken. In het kader van VVE, vragen enkele onderdelen aandacht die betrekking hebben op het aanbod, het ouderbeleid, kwaliteit van de uitvoering van VVE, de zorg en begeleiding, de kwaliteitszorg en de doorgaande lijn.
Onderzoeksdatum: 09-07-2012
Pagina 9 van 9