Zadkine Sport Sportexpertisecentrum Bezoekadres Benthemstraat 15 3032 AA Rotterdam Postadres Postbus 1480 3000 BL Rotterdam www.zadkine.nl Auteur D. Zaal T 010-2433465
[email protected] Documentcode/versie 07072011-01 Datum 7 juli 2011
Rapport 'Pilot implementatie minor-structuur'
Inhoud 1. Inleiding
3
2. Begripsbepaling
4
3. Verantwoording
5
4. CGO
6
5. Organisatie
7
5.1
Projectgroep
7
5.2
Deelnemende opleidingen
7
5.3
Minoraanbod
7
5.4
Tijd en dag
8
5.5
Beoordelingscriteria
8
5.6
Kosten
8
6. Planning pilot
9
7. Evaluatie
10
7.1
Proces
10
7.2
Product
11
8. Conclusie & Slot
12
Zadkine Rotterdam 26-7-2011
2
1. Inleiding In het schooljaar 2009-2010 heeft de opleiding Sociaal-Cultureel Werk(SCW) een proef gedaan met het introduceren van 2 keuzemodules, namelijk Theater en Dans. Dit werd erg positief ontvangen door zowel studenten als door de docenten. Het doel was om de studenten een bredere opleiding te geven, waardoor ze een beter arbeidsperpectief kregen. Parallel hieraan werd in maart 2010 door het CvB een opdracht geformuleerd om te kijken naar een major-minorsysteem. Aanleiding hiervoor waren een aantal ontwikkelingen die zich in Rotterdam en omgeving (en wellicht nationaal) werden geconstateerd. Deze ontwikkelingen zijn:
Stijgende jeugdwerkeloosheid vanwege de kredietcrisis Toenemende dynamiek op de arbeidsmarkt (o.a. continue verandering van bestaande beroepen en ontstaan van nieuwe beroepen) Maatschappelijke partners vragen steeds nadrukkelijker om maximale relevantie van ons assortiment voor de arbeidsmarkt Groeiende behoefte aan op maat gesneden onderwijs bij deelnemers
De genoemde ontwikkelingen vragen om een snelle en structurele verhoging van de kwaliteit van onderwijs en organisatie. Het ontwikkelen van een flexibel op maatwerk gericht onderwijsaanbod voor Zadkine zal daarbij een centrale rol spelen. Het idee is dat deelnemers zich met behulp van hun hoofdprogramma (major) in combinatie met een coherent maatwerk pakket (minor) beter kunnen voorbereiden op uitstroom naar de arbeidsmarkt of doorstroom naar een vervolgopleiding. Ook moet de introductie van het systeem zorgen dat deelnemers bij een tussentijdse overstap (een deel) van de reeds behaalde onderdelen kunnen opvoeren in het minordeel van hun nieuwe opleiding. Tot slot zou het minoronderwijs tevens moeten kunnen worden hergebruikt voor het bedienen van andere doelgroepen voor bij-, na-, of herscholing.
Zadkine Rotterdam 26-7-2011
3
2. Begripsbepaling Begripsbepaling Een minor wordt beschouwd als een samenhangend onderwijspakket dat deelnemers volgen in aanvulling op hun hoofdprogramma of major. Een Zadkine-minor bereidt altijd voor op succesvolle uitstroom naar de arbeidsmarkt of op doorstroom naar een vervolgopleiding binnen of buiten Zadkine. In de eerste fase van de opleiding kan het gaan om oriëntatie op de arbeidsmarkt en de eigen talenten. In de eindfase gaat het om concrete voorbereiding voor de periode na de opleiding. Zadkine-minoren zijn per jaar georganiseerd met een richtlijn van 200 contacturen per jaar. Deelnemers die aan de eisen hebben voldaan ontvangen per minor een getuigschrift. Het hoofdprogramma en de minor staan niet los van elkaar maar zijn op twee manieren met elkaar verbonden. Ten eerste via de inhoud van beide pakketten. Bij voorbereiding op een vervolgopleiding behoeft deze relatie geen verdere toelichting. Maar ook voor minoren gericht op uitstroom naar de arbeidsmarkt wordt de toegevoegde waarde ontleend aan de combinatie. Zo’n combinatie van major en minor sluit altijd aan op een behoefte in het werkveld. Voorbeelden zijn de beveiliger met een pakket op het terrein van techniek, verkoper met kennis op het terrein van horloges, schoonheidsspecialiste met een aanvullend pakket op het terrein van zorg, installatietechniek in combinatie met duurzaamheid, diverse opleidingen in combinatie met ondernemerschap &c. &c. Ook kan een major worden gecombineerd met een relevant pakket op het terrein van moderne talen, rekenen, ondernemerschap of gastvriendelijkheid. De tweede relatie loopt via het LLB-deel van de major waarbij studenten worden voorbereid op hun loopbaan. Zadkine heeft voor de pilot gekozen om alleen een verbredingsminor aan te bieden. Dit pakket bereidt voor op uitstroom naar de arbeidsmarkt via het aanleren van werkprocessen en competenties die aanvullend zijn op het kwalificatiedossier. Zadkine kan op deze manier inspelen op arbeidsmarktontwikkelingen en trends binnen een domein of op het grensvlak tussen domeinen. De minor wordt in samenspraak met praktijkorganisaties en andere domeinen ontwikkeld en aangeboden.
Zadkine Rotterdam 26-7-2011
4
3. Verantwoording onderwijstijd Zadkine-minoren zijn per jaar georganiseerd en kennen 200 contacturen per jaar. Dit komt boven de wettelijk vastgestelde 850 urennorm.
Majorruimte Leerjaar 1 Leerjaar 2 Leerjaar 3 Leerjaar 4
Hoofdprogramma (1280 sbu1 per jaar = 850 contacturen)
Vrije ruimte / minorruimte Minoraanbod (inclusief Zadkine Pluspakket) (320 sbu uur per jaar = 200 contacturen)
Figuur 1 (overzicht uren per onderdeel) Binnen de vrije ruimte/minorruimte is dus ruimte om te kiezen voor verbredende minoren en/of activiteiten in het kader van Bewegen & Sport en/of Kunst & Cultuur.
1
Het gaat om studiebelastinguren in plaats van contacturen. Een schooljaar telt 1600 sbu en tachtig procent is daarvan is gereserveerd voor de major en twintig procent voor de minor. Zadkine Rotterdam 26-7-2011
5
4. CGO en de KD’s De kwalificatiedossiers van de majors zijn kaderstellend en worden landelijk gebruikt. Voor minoren geldt dat er geen landelijk kader is vastgesteld, alleen de kaders die Zadkine zelf hanteert. Minoren dienen aanvullend te zijn op de major, vandaar dat Zadkine kiest voor verbredingsminoren ipv verdiepings- en/of doorstroomminoren. Een minor is, net als de major, beschreven in termen van kerntaken, werkprocessen en competenties (ontleend aan een bestaand kwalificatiedossier dan wel zelf ontwikkeld). Het eindniveau van de minor is uitgewerkt in prestatie-indicatoren bij de competenties. Bij overlap is de major leidend. Eerder verworven competenties bij de major kunnen dan meegenomen worden binnen de minor.
Zadkine Rotterdam 26-7-2011
6
5. Organisatie 5.1 Projectgroep Om tot uitvoering te komen van het project is er een projectgroep geformeerd bestaande uit:
Projectleider (teamleider SCW) Vertegenwoordigers opleidingen o Onderwijsassistent (OA) o Sociaal-Cultureel Werk (SCW) o Popacademie (POP) Vertegenwoordigers aanbieders o Zadkine Sportexpertisecentrum (SEC) o Zadkine Mediabedrijf o Zadkine popacademie o Rotterdams Centrum voor Theaterkunsten (RCTH) o Stichting Kunstzinnige Vorming Rotterdam (SKVR) o MOvE
5.2 Deelnemende opleidingen Zadkine heeft gekozen voor de volgende opleidingen: Onderwijsassistent (OA) Sociaal-Cultureel Werk (SCW) Popacademie (POP) Deze opleidingen zijn allen gehuisvest op de Benthemstraat 15 in Rotterdam-Centrum.
5.3 Minoraanbod Voor het schooljaar 2010-2011 is er gekozen om 6 minors aan te bieden, te weten:
Workshopassistent Dans Workshopassistent Muziek Workshopassistent Theater Sportondersteuner Ondernemerschap Mediabegeleider
Op basis van het aantal beschikbare studenten (120) is er een maximum van 20 studenten per minor. Het aanbod zal tijdens een ‘minormarkt’ worden gepresenteerd. Elke aanbieder verzorgt een presentatie van 10 minuten. Daarna hebben de studenten de tijd om vragen te stellen en zich in te schrijven.
Zadkine Rotterdam 26-7-2011
7
5.4 Tijd en dag Gezien de status van pilot is er bewust voor gekozen om de minor te laten plaatsvinden op een vast moment in de week tijdens schooluren. Dit in tegenstelling tot veel minorstructuren in het HBO, waarbij deze veel in de avonduren wordt aangeboden. Binnen Zadkine, locatie Benthemstraat 15 is gekozen voor donderdagmiddag van 13:00 tot 17:00 uur. Dit is het meest gunstige tijdstip voor de 3 opleidingen, rekening houdend met lesuren, stagedagen, etc.
5.5 Beoordelingscriteria Elke aanbieder heeft afzonderlijk beoordelingscriteria benoemd, omschreven in het presentatieboekje die elke student heeft ontvangen. (zij bijlage) Daarnaast heeft uiteraard elke student een aanwezigheidsplicht. Elke minor-docent vult elke bijeenkomst een aanwezigheidsformulier in en stuurt deze binnen 2 dagen naar de desbetreffende opleidingen. Deze verwerken de gegevens in het studentenregistratiesysteem.
5.6 Kosten Tijdens de pilot zijn er geen kosten voor de studenten. Voor elke minor is er een budget beschikbaar van € 2,50 per student per studiecontactuur.
Zadkine Rotterdam 26-7-2011
8
6. Planning pilot Maart 2010: April 2010: Mei 2010: Juni 2010: Augustus 2010: September 2010: Oktober 2010: Februari 2011: April 2011: Juni 2011:
Zadkine Rotterdam 26-7-2011
1e bijeenkomst met Leider Onderwijs, kaders ontwikkelen Eerste opzet minor-aanbod + organisatie Minor-aanbod op papier(volgens format) Plan van eisen Presentatieboekje Minormarkt Definitieve indeling Laatste puntjes op de i Start minors Voortgangsoverleg Voortgangsoverleg (Tussen)Evaluatie Afronding pilot
9
7. Evaluatie 7.1 Proces Gedurende de periode van ontwikkeling, uitvoering tot evaluatie zijn er de volgende aandachtspunten naar voren gekomen +++
Vanaf het begin een sterke samenwerking tussen opleidingen en werkveld(aanbieders). Hierdoor werd er een omgeving gecreëerd waarbij zowel de opleidingen als het werkveld een aantrekkelijk en passend aanbod konden ontwikkelen Een duidelijke visie op het aanbod. Hiermee werden direct de belangrijkste kaders beschreven. Het organiseren en aanbieden van een minormarkt. Hierdoor kon op een zeer effectieve manier de studenten worden geïnformeerd. Er was direct een interactie met aanbieder en student, wat de keuze van de student makkelijker maakte. Ondersteuning van CvB/MT. Klein beginnen, een kleine groep studenten op 1 lokatie.
--
Het grootste struikelblok was de samenstelling van de groepen. De culturen bij de 3 opleidingen lagen zo ver uit elkaar dat dit ten koste ging van de groepscohesie bij de minorgroepen. Er was dan ook veel wrijving tussen studenten onderling. Halverwege het jaar kreeg de projectleider een andere functie, wat ten koste ging van de controle over het project. Veel afwezigheid van studenten. Dit kwam in kleine mate door conflicten met de reguliere opleidingsactiviteiten of door weinig motivatie vanwege de beperkte keuze, maar grotendeels door de geringe mate van controle door studieloopbaanbegeleiders.
Zadkine Rotterdam 26-7-2011
10
7.2 Product Op basis van de gesprekken met de opleidingen, aanbieders en studenten zijn de volgende aandachtspunten naar voren gekomen: +++
De donderdagmiddag bleek het meest geschikt voor het aanbieden van de minoren. Aanbod in avonduren wordt met name door studenten niet als prettig ervaren Maximale groepsgrootte van 20 personen Enthousiaste aanbieders met gevoel voor onderwijs en kennis van de verschillende groepen. Werkveld heeft positief gereageerd op de bredere inzet van de studenten, met name bij buurthuizen en basisonderwijs
--
Aanbod (6 minors) was te gering. Bij een over-inschrijving of te late inschrijving, werden sommige studenten geplaatst bij een minor die niet hun 1e keuze was. Hierdoor verminderde de motivatie. Bij een breder aanbod kunnen de studenten een betere keuze maken die past bij hun behoefte/interesse. Te weinig geschikte locaties beschikbaar (sporthal, theorielokalen, computerlokalen) Er waren geen kaders beschreven voor het (niet) behalen van de minor. Wat gebeurt er als een student het niet haalt? Heeft dit consequenties voor de major? Tevens waren er veel verschillende manieren van examineren (PvB, verslag, presentatie, aanwezigheid, etc.), voor de ene student was de belasting groter dan een andere student. Minoren waren niet rijks-, branche- of bondserkend. Studenten gaven aan dat dit voor hun weinig meerwaarde gaf. Een certificaat van de KNVB (bv pupillentrainer) of van de NSA ( bv Leider Sportieve Recreatie) o.i.d. sprak meer tot de verbeelding. Daarnaast biedt het meer mogelijkheden voor de organisatie. Indien er meer opleidingen meedoen, zal er ook meer keuze ontstaan in het aanbod, Daarnaast is het inkopen van bestaande (minor-)opleidingen dan een betere optie.
Zadkine Rotterdam 26-7-2011
11
8. Conclusie & Slot Achteraf kunnen we concluderen dat de pilot ‘Minor’ binnen Zadkine als positief is ervaren, maar dat er nog wel wat hobbels te overwinnen zijn om het verder te implementeren. Belangrijkste aandachtspunten zijn:
Een goede beschrijving van kaders. Zowel voor betrokken(aanbieders, opleidingen, CvB en Mt) als voor studenten(toelatings- en beoordelingscriteria). En deze duidelijk communiceren. Breed aanbod van (verbredende) minoren. Minors dienen erkend te zijn door het Rijk, branche of bond. Inventarisatie van behoeften van het werkveld en studenten 1 of max. 2 vaste momenten in de week, bij voorkeur niet ’s avonds
Zadkine heeft besloten om de pilot te verlengen. Vanaf augustus 2011 zal de structuur verder worden uitgewerkt. Komend schooljaar gaan hoogstwaarschijnlijk 6 opleidingen deelnemen aan de 2e pilot. Het is wel gebleken dat het werkveld behoefte heeft aan breder opgeleid personeel. Personeel is dus breder inzetbaar en dus interessant.
Zadkine Rotterdam 26-7-2011
12