RAPPORT PERIODIEK KWALITEITSONDERZOEK NTC PRIMAIR ONDERWIJS 'DE BLAUWE LOTUS', HANOI, VIETNAM

RAPPORT PERIODIEK KWALITEITSONDERZOEK NTC PRIMAIR ONDERWIJS 'DE BLAUWE LOTUS', HANOI, VIETNAM

School Vietnam Plaats BRIN-nummer Onderzoeksnummer

: NTC primair onderwijs 'De Blauwe Lotus', Hanoi,

Datum schoolbezoek Datum vaststelling

: 24 en 25 april 2006 : 6 juni 2006

: HANOI - VIETNAM : 4695 : 79585

INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING ................................................................................................... 5 2 KWALITEITSPROFIEL................................................................................... 7 3 BESCHOUWING ......................................................................................... 11 4 VERVOLG VAN HET TOEZICHT................................................................. 17

Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek NTC primair onderwijs 'De Blauwe Lotus', Hanoi, Vietnam - 24-4-2006

3

1 INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs bezocht NTC primair onderwijs 'De Blauwe Lotus', Hanoi, Vietnam in het kader van een periodiek kwaliteitsonderzoek (PKO). Daarbij heeft een onderzoek plaatsgevonden naar de indicatoren van kwaliteitsaspecten, op grond van het door de inspectie gehanteerde toezichtkader primair onderwijs 2005. Bij dit PKO doet de inspectie onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs door zich te richten op de kern van goed onderwijs op de school. Het gaat hierbij om indicatoren die betrekking hebben op de kwaliteitszorg, de voorwaarden voor kwaliteitszorg, het aanbod, de onderwijstijd, het pedagogisch handelen van leraren, het didactisch handelen van leraren, de afstemming op de onderwijsbehoeften van leerlingen, de actieve en zelfstandige rol van leerlingen, het schoolklimaat, de begeleiding, de zorg, de resultaten en de ontwikkeling van leerlingen. In de brochure 'Toezichtkader PO 2005' vindt u achtergrondinformatie over de indicatoren die de inspectie bij haar toezicht in ogenschouw heeft genomen. U kunt deze brochure downloaden van de website van de inspectie: www.onderwijsinspectie.nl. Op grond van het kwaliteitsprofiel van de school dat naar aanleiding van een vorig inspectiebezoek is opgemaakt, op basis van risicofactoren die bij de inspectie bekend zijn of afspraken die met de school zijn gemaakt, of op basis van de informatie die door de school is toegestuurd kan de inspectie besluiten om niet alle indicatoren bij het onderzoek te betrekken. Dit is bij uw school niet aan de orde geweest. Indien de school in het kader van zelfevaluatie over een bepaalde indicator of over een bepaald kwaliteitsaspect voldoende betrouwbare en valide gegevens heeft verzameld kan in overleg tussen school en inspectie besloten worden om de oordelen uit de zelfevaluatie alleen te verifiëren en deze niet zelf opnieuw te onderzoeken. Zo sluit de inspectie niet alleen aan bij de specifieke situatie van de school, maar wordt de school bovendien niet onnodig belast. Uw school heeft naast de schoolgids en het schoolplan geen documenten ingestuurd die op uw zelfevaluatie-activiteiten betrekking hebben. De opzet van het onderzoek Het periodiek kwaliteitsonderzoek bestond uit de volgende activiteiten. • Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. • Analyse van, indien beschikbaar, documenten die betrekking hebben op zelfevaluatie-activiteiten van de school en van andere documenten die de school voorafgaand aan het schoolbezoek heeft toegestuurd. Ook de vragenlijst periodiek kwaliteitsonderzoek is bij de analyse betrokken. • Schoolbezoek, waarbij in een aantal groepen de onderwijspraktijk is geobserveerd door het bijwonen van lessen Nederlandse taal. Deze lesbezoeken vonden plaats in de groepen 3, 4, 6 en 8.


5

• • •

Bovendien heeft de inspectie over de kwaliteit van de indicatoren gesprekken gevoerd met de leraren en vertegenwoordigers van het bevoegd gezag. Op uw school is verder een gesprek gevoerd met leerlingen en buiten de school met enkele ouders. Aan het eind van het schoolbezoek heeft de inspectie de kwaliteitsoordelen en de conclusies van het schoolbezoek besproken met het team en het bevoegd gezag.

De inhoud van het rapport Het onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs levert een kwaliteitsprofiel op van de school (hoofdstuk 2). In hoofdstuk 3 wordt een beschouwing gegeven over de geconstateerde kwaliteit en wordt deze onder andere bezien in relatie tot de context of uitgangssituatie van de school. Indien van toepassing worden in deze beschouwing ook de toegevoegde indicatoren betrokken. In hoofdstuk 4 is het vervolgtoezicht aangegeven en worden, indien noodzakelijk, afspraken vermeld met betrekking tot wettelijke bepalingen waaraan de school niet voldoet.


6

2 KWALITEITSPROFIEL Het kwaliteitsprofiel geeft een overzicht van de waarderingen die de inspectie heeft toegekend aan indicatoren die betrekking hebben op belangrijke kenmerken van goed onderwijs. In de waardering is tot uitdrukking gebracht in welke mate de indicatoren bijdragen aan de kwaliteit van het onderwijs: 1. draagt niet of nauwelijks bij; 2. draagt onvoldoende bij; 3. draagt voldoende bij; 4. draagt in hoge mate bij; 5. niet te beoordelen (alleen bij Resultaten en Ontwikkeling van leerlingen). Deze waardering is gegeven indien de school over bepaalde indicatoren geen betrouwbare en valide gegevens beschikbaar heeft.

Het kwaliteitsprofiel van NTC primair onderwijs 'De Blauwe Lotus', Hanoi, Vietnam Kwaliteitszorg

1.1 De school heeft inzicht in de verschillen in onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie. 1.2 De school evalueert jaarlijks systematisch de kwaliteit van haar opbrengsten. 1.3 De school evalueert regelmatig het leren en onderwijzen. 1.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. 1.5 De school borgt de kwaliteit van het leren en onderwijzen. 1.6 De school rapporteert aan belanghebbenden inzichtelijk over de gerealiseerde kwaliteit van het onderwijs. 1.7 De school waarborgt de sociale veiligheid voor leerlingen en personeel.

Voorwaarden kwaliteitszorg 2.1 De schoolleiding stuurt de kwaliteitszorg aan. 2.2 De kwaliteitszorg is verbonden met de visie op leren en onderwijzen zoals geformuleerd in het schoolplan. 2.3 De schoolleiding zorgt voor een professionele schoolcultuur. 2.4 Bij de zorg voor kwaliteit zijn personeel, directie, leerlingen, ouders/verzorgers en bestuur betrokken.

1

2

3

4

l l l l l l l

1

2 l

3

4

l l l


7

Leerstofaanbod 3.1 De aangeboden leerinhouden voor Nederlandse taal zijn dekkend voor de kerndoelen. 3.2 In het aanbod wordt een relatie gelegd met belangrijke maatschappelijke en actuele thema's. 3.3 De leerinhouden voor Nederlandse taal worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van leerjaar 8. 3.4 De leerinhouden in de verschillende leerjaren sluiten op elkaar aan. 3.5 De leerinhouden voor Nederlandse taal zijn afgestemd op de onderwijsbehoeften van individuele leerlingen. 3.6 De school biedt leerinhouden aan bij Nederlandse taal die passen bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met een taalachterstand.

Tijd 4.1 De school heeft voldoende onderwijstijd gepland (120 uur per jaar). 4.2 De uitval van geplande onderwijsactiviteiten blijft beperkt. 4.3 Het ongeoorloofd verzuim van leerlingen blijft beperkt. 4.4 De leraren maken efficiënt gebruik van de geplande onderwijstijd. 4.5 De school stemt de hoeveelheid tijd voor leren en onderwijzen bij Nederlandse taal af op de onderwijsbehoeften van leerlingen.

Pedagogisch handelen 5.1 De leraren geven de leerlingen positieve persoonlijke aandacht. 5.2 De leraren tonen in gedrag en taalgebruik voor alle leerlingen respect. 5.3 De leraren zorgen ervoor dat leerlingen op een respectvolle manier met elkaar omgaan. 5.4 De leraren bevorderen het zelfvertrouwen van de leerlingen. 5.5 De leraren maken weloverwogen gebruik van complimenten en correcties.

Didactisch handelen 6.1 De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. 6.2 De leraren zorgen voor een goede structuur in de onderwijsactiviteiten. 6.3 De leraren leggen duidelijk uit. 6.4 De leraren gaan na of de leerlingen de uitleg en/of de opdrachten begrijpen. 6.5 De leraren geven expliciet onderwijs in strategieën voor denken en leren. 6.6 De leraren geven de leerlingen feedback op hun leer- en ontwikkelingsproces. 6.7 De leraren betrekken alle leerlingen bij de onderwijsactiviteiten. 6.8 De leraren passen verschillende werkvormen toe. 6.9 De leraren dragen met behulp van leer- en hulpmiddelen bij aan een uitdagende leeromgeving.

1

2

3

4

l l l l l l

1

2

3

4

l l l l l

1

2

3

4

l l l l l

1

2 l

3

4

l l l l l l l l


8

Afstemming 7.1 De leraren volgen de vorderingen van hun leerlingen systematisch. 7.2 De leraren analyseren de vorderingen van de leerlingen om vast te stellen wat de aanpassingen van het aanbod en/of het onderwijsleerproces moeten zijn voor de groep. 7.3 De leraren stemmen de instructie en verwerking af op de verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. 7.4 Het taalgebruik van de leraren past bij de taalbehoefte van de leerlingen.

Actieve en zelfstandige rol leerlingen 8.1 De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten. 8.2 De leerlingen passen hun opgedane kennis actief toe in andere situaties. 8.3 De leerlingen hebben verantwoordelijkheid voor de organisatie van hun eigen leerproces die past bij hun ontwikkelingsniveau. 8.4 De leerlingen leren op een doelmatige wijze samen te werken.

Sfeer op school 9.1 De leerlingen tonen zich betrokken bij de school. 9.2 Het personeel toont zich betrokken bij de school. 9.3 De ouders/verzorgers tonen zich betrokken bij de school door de activiteiten die de school daartoe onderneemt. 9.4 De leerlingen en het personeel tonen in gedrag en taal ook buiten de lessen respect voor elkaar. 9.5 De leerlingen en het personeel voelen zich aantoonbaar veilig op school. 9.6 De leerlingen, het personeel en de ouders/verzorgers ervaren dat de schoolleiding positief bijdraagt aan het schoolklimaat. 9.7 De school heeft inzicht in de beleving van de sociale veiligheid door leerlingen en personeel en in incidenten die zich op het gebied van de sociale veiligheid voordoen. 9.8 De school heeft een uitgewerkt veiligheidsbeleid gericht op preventie van incidenten. 9.9 De school heeft een uitgewerkt veiligheidsbeleid gericht op het optreden na incidenten.

Begeleiding 10.1 De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen. 10.2 De school gebruikt de informatie van scholen en instellingen waar de leerlingen vandaan komen voor de begeleiding van de leerlingen. 10.3 De school maakt beredeneerde afwegingen bij de doorstroom van leerlingen binnen de school. 10.4 De school begeleidt de ouders/verzorgers en de leerlingen bij de keuze voor het vervolgonderwijs.

1

2

3

4

l l l l

1

2

3

4

l l l l

1

2

3 l l

4

l l l l l l l

1

2

3

4

l


l l l

9

Zorg 11.1 De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig hebben. 11.2 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens, bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen. 11.3 De school voert de zorg planmatig uit. 11.4 De school gaat de effecten van de zorg na. 11.5 De school betrekt de ouders/verzorgers van leerlingen bij de zorg van hun kind. 11.6 De school waarborgt de structurele samenwerking met partners waar noodzakelijke interventies op leerlingniveau haar eigen kerntaak overschrijden.

Resultaten 12.1 De resultaten van de leerlingen aan het eind van de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 12.2 De sociale vaardigheden van de leerlingen liggen op een niveau dat mag worden verwacht.

Ontwikkeling van leerlingen 13.1 De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 13.2 Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden. 13.3 De adviezen van de leerlingen voor het vervolgonderwijs zijn in overeenstemming met de verwachtingen op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie.

1

1

2

3

4

l l l l l l

2

3

4

5

4

5

l l

1

2

3

l l l


10

3 BESCHOUWING In dit hoofdstuk wordt een beschouwing gegeven over de kwaliteit van het onderwijs op de school. De uitgangssituatie NTC-locatie 'De Blauwe Lotus' verzorgt sinds 1996 Primair Onderwijs (PO) in Hanoi. De school is momenteel gehuisvest in de nieuwbouw van de United Nations International School (UNIS). Ze beschikt daar over twee kleine lokalen die uitsluitend voor het onderwijs in de Nederlandse taal worden gebruikt. De relatie tussen de NTC-locatie en de dagschool is goed. De twee leraren hebben regelmatig contacten over leerlingen onder andere met de leraren van de International School. Een groot deel van de leerlingen van 'De Blauwe Lotus' zit op deze dagschool. De overige leerlingen komen 'van buiten' (van de Hanoi International School, van de Franse School en enkelen van locale scholen). Deze leerlingen moeten dus reizen. De lessen worden na schooltijd gegeven. De school heeft geen coördinator. Eén leraar neemt de jongere leerlingen onder haar hoede en de andere de oudere leerlingen. Het bevoegd gezag werkt sterk ondersteunend, wat van de bestuursleden de nodige tijd vergt. Voor het schooljaar 2006/2007 wordt het contract met de huidige twee leraren beëindigd en wordt in hun plaats één nieuwe leraar aangetrokken. Het bevoegd gezag overlegt over de benoeming van een bevoegde leraar binnenkort met de ouders, waarna de sollicitatieprocedure van start kan gaan. Het bevoegd gezag wil in de toekomst meer 'op afstand' opereren. Dat kan ook, als de school besluit een bevoegde leraar uit Nederland aan te trekken die alle lessen gaat verzorgen. Een klein deel van de leerlingen van de NTC-locatie is van Belgische origine. De overigen komen uit (gemixte) Nederlandse gezinnen. Het merendeel van de ouders is werkzaam bij Non Governmental Organisations en op de Nederlandse Ambassade. Anderen hebben werk gevonden in de Vietnamese samenleving. Een deel van hen blijft voor een beperkt aantal jaren, de overigen blijven voor langere tijd. De NTC-locatie voor primair onderwijs telt acht en twintig leerlingen die zijn verdeeld over verschillende groepen. Tijdens het onderzoek stonden op het PO uitsluitend leerlingen ingeschreven uit de taalrichtingen 1 (T1), 2 (T2) en 3 (T3). Leerlingen krijgen gezamenlijk les. Bij T1 gaat het om kinderen, waarvan beide ouders van Nederlandse of Belgische origine zijn en waar thuis Nederlands de voertaal is. Bij T2 betreft het kinderen van wie één van de ouders Nederlands spreekt met het kind en bij T3 is het Nederlands voor de leerlingen (bijna) een nieuwe taal. Tijdens de bespreking met het bevoegd gezag en de leraren heeft de inspectie gewezen op een drietal contextfactoren dat van invloed is op de ontwikkeling van de kwaliteit van het onderwijs op de NTC-locatie: • de leerlingen krijgen les in een van de twee 'eigen' lokalen die uitsluitend voor NTC worden gebruikt. Eén van de lesruimtes is speciaal ingericht voor de jongere leerlingen en de andere voor de ouderen. De inrichting is verzorgd en biedt diverse verwijzingen naar de Belgische en Nederlandse cultuur. In het lokaal is ook de bibliotheek gevestigd en er is Internet; Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek NTC primair onderwijs 'De Blauwe Lotus', Hanoi, Vietnam - 24-4-2006

11

•

•

gedurende een langere periode heeft de school moeten werken met enthousiaste, maar niet bevoegde medewerkers die de lessen verzorgden. Er hebben in die periode regelmatig wisselingen plaatsgevonden, waardoor er geen sprake was van continuïteit. De vele wisselingen belemmerden een consistente aanpak en verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. Eén van de huidige leraren is in september 2004 gestart met zijn werkzaamheden en de andere met ingang van dit schooljaar. Nu er naar alle waarschijnlijkheid met ingang van het nieuwe schooljaar zicht komt op een meer definitieve oplossing, zal de discontinuïteit met ingang van het nieuwe schooljaar tot het verleden behoren; het bevoegd gezag wil goed onderwijs realiseren en ontplooit daartoe diverse initiatieven. Dat blijkt onder andere uit de diverse besprekingen die tot nu toe zijn gevoerd over een mogelijke integratie van een deel van de NTC-lessen binnen het curriculum van de dagschool en uit de kwaliteit van de notities die door het bevoegd gezag zijn geschreven. Naar het zich laat aanzien kunnen effecten van deze activiteiten in het volgende schooljaar zichtbaar worden.

Kwaliteitszorg in de kinderschoenen, onderwijs onvoldoende inzichtelijk en specifiek en opbrengsten blijven achter Er heeft tussen de voorgaande en de huidige leraren slechts een uiterst summiere overdracht plaatsgevonden. Gegevens met betrekking tot het aanbod in de lessen, de voortgang van de leerlingen in het onderwijsleerproces en de resultaten (bijvoorbeeld gemeten via observaties en toetsen) ontbraken. Alhoewel de inspectie duidelijke verschillen waarneemt tussen de registraties van het aanbod en de leerlingenresultaten van de leraren die nu les geven, constateert zij eveneens dat beide leraren veel tijd hebben geïnvesteerd om de noodzakelijke gegevens in beeld te brengen. Er is dus een basis gelegd voor een heldere overdracht naar de nieuwe leraar die in het komende schooljaar zal starten. Dat is een goede zaak. De inspectie constateert onder andere op basis van gesprekken met ouders dat er sprake is van een school die voor hen en de leerlingen goed toegankelijk is, beschikt over de noodzakelijke methodes en materialen en in een veilige setting onderwijs realiseert. Een belangrijk issue voor het bevoegd gezag en de school is het formuleren en realiseren van een integraal en systematisch kwaliteitsbeleid, waarmee zij verantwoording aflegt over de ontwikkeling van de kwaliteit van het onderwijs. Ondanks de inzet van het bevoegd gezag en de huidige leraren hebben de factoren discontinuïteit en het niet kunnen beschikken over een bevoegde leraar met gedegen en actuele kennis van het hedendaagse basisonderwijs er toe geleid dat een substantieel deel van de indicatoren in het kwaliteitsprofiel (hoofdstuk 2) 'onvoldoende' scoren. Deze voldoen dus niet aan de door de inspectie gestelde eisen en dat impliceert dat actie ten aanzien van die indicatoren dringend noodzakelijk is. Het is de verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag om samen met de huidige leraren (en straks met de nieuwe leraar) en met ondersteuning van de ouders verbeteringen te realiseren en de ontwikkelingen te monitoren, zodat vooruitgang gegarandeerd is. Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek NTC primair onderwijs 'De Blauwe Lotus', Hanoi, Vietnam - 24-4-2006

12

Hierna geeft de inspectie een nadere toelichting op die kwaliteitsaspecten en indicatoren, waarvoor dat noodzakelijk is. Kwaliteit meten en verantwoording afleggen Een aantal indicatoren van de kwaliteitsaspecten Kwaliteitszorg en Voorwaarden voor kwaliteitszorg dragen 'onvoldoende' bij aan de kwaliteit van het onderwijs. De inspectie constateert dat de kwaliteitszorg nog in de kinderschoenen staat. De school besteedt in hoofdstuk 5 ('Integrale zorg voor kwaliteit') van het schoolplan 2002-2006 aandacht aan de kwaliteitszorg. In dat hoofdstuk wordt een aantal aspecten van de kwaliteitszorg globaal aangeduid en uitgewerkt. Onvoldoende helder is op welke wijze en op welke termijn de kwaliteitszorg daadwerkelijk in gang wordt gezet en wat de resultaten daarvan zouden moeten zijn. Wel besteedt de school in best uursvergaderingen aandacht aan de kwaliteit van het onderwijs en de verbeteracties. Het bevoegd gezag is zich bewust van de te geringe, sturende werking die van het hoofdstuk in het schoolplan uitgaat en is voornemens op een expliciete wijze aandacht aan het kwaliteitsbeleid te besteden door het ontwikkelen van een passage daarover in het nieuwe schoolplan. De inspectie ziet met belangstelling uit naar dat document. Voor een goede kwaliteitszorg is het van cruciaal belang dat het bevoegd gezag en/of de school allereerst bepaalt en vastlegt wat zij verstaat onder goed NTC-onderwijs. Het ontbreken van dat kader maakt de kwaliteitszorg kwetsbaar, evenals het niet systematisch hanteren van een meetinstrument voor de kwaliteitszorg. Het wordt daardoor niet duidelijk wat de relatie is tussen het beleidskader en de veranderonderwerpen. Ondanks eerste aanzetten voor de kwaliteitszorg (onder andere door het afnemen van een ouderenquête) is deze constatering de verklaring voor de onvoldoende scores op kwaliteitszorg. Voorts is het van belang het verbetertraject uit te werken in SMART-geformuleerde doelen (Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdbonden) en activiteiten, deze vast te leggen in operationele jaarplannen en ze te voorzien van een tijdpad. De school kan op deze wijze in de schoolgids aan alle betrokkenen verantwoorden dat zij op een systematische, inzichtelijke en cyclische wijze werkt aan de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. Deze optie is momenteel geen gerealiseerde praktijk. De onderwijspraktijk Veel indicatoren van de kwaliteitsaspecten Leerstofaanbod, Tijd, Pedagogisch en Didactisch handelen, Afstemming, Actieve en zelfstandige rol leerlingen, Sfeer op school, Begeleiding en Zorg dragen 'onvoldoende' bij aan de kwaliteit. Voordat de inspectie ingaat op die indicatoren die onvoldoende scoren en op enkele andere relevante punten die van belang zijn voor de verdere ontwikkeling van de kwaliteit van het onderwijs, een opmerking ter toelichting vooraf. Een aantal indicatoren is onderling gerelateerd. Zo bestaat er een direct verband tussen bijvoorbeeld het afstemmen van de leerinhouden op de onderwijsbehoeften van individuele leerlingen (3.5), het systematisch volgen van de leerlingen (7.1) en de resultaten op tussentijdse toetsen (13.1). Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek NTC primair onderwijs 'De Blauwe Lotus', Hanoi, Vietnam - 24-4-2006

13

Als leraren niet zorgen voor het juiste aanbod voor individuele leerlingen, dan kan dat betekenen dat ze leerstof krijgen aangeboden die of te moeilijk, of te gemakkelijk is. Daaraan vooraf gaat, dat de school de ontwikkelingen van leerlingen moet volgen en dat op een betrouwbare wijze doet door toetsen af te nemen en dat dan ook juist in de periode te doen, waarop die toetsen afgenomen dienen te worden. Het gevolg van het niet of niet op het juiste moment volgen van leerlingen, kan als een verklarende variabele worden aangemerkt voor het aanbieden van verkeerde leerstof, wat dan weer tot gevolg heeft dat leerlingen daar niet optimaal van profiteren. Hun scores op toetsen liggen dan vervolgens uiteindelijk niet op het niveau dat mag worden verwacht (zie 13.1). Zo kan een onvoldoende score op één indicator meerdere effecten hebben. Hieronder verklaart de inspectie een aantal van die relaties tussen indicatoren alsmede de uitwerking daarvan op de betrokken indicatoren. Leerlingen hebben voldoende tijd nodig om zich leerinhouden eigen te maken (zie Kwaliteitsaspect 4). Tijdens de nabespreking heeft de inspectie uitvoerig over dit punt met het team en het bevoegd gezag van gedachten gewisseld. De school maakt onvoldoende contacturen (minder dan 120 uur, zie 4.1). Het directe gevolg daarvan is dat de leerlingen te kort de tijd hebben om bepaalde doelen te bereiken en die vervolgens ook niet bereiken. Het bevoegd gezag heeft reeds diverse activiteiten ondernomen om te komen tot een vergroting van de onderwijstijd. De inspectie gaat er dan ook van uit dat de school met ingang van het nieuwe schooljaar voor alle leerlingen 120 contacturen onderwijs plant en daadwerkelijk realiseert. Daarnaast speelt bij onderwijstijd ook het gegeven dat niet alle leerlingen dezelfde hoeveelheid tijd nodig hebben om bepaalde doelen te bereiken. Er dient variatie te bestaan (zie 4.5). De ene leerling heeft immers meer tijd nodig voor aan aspect van technisch lezen, terwijl de andere dat al lang onder de knie heeft en zijn tijd beter kan besteden aan bijvoorbeeld begrijpend lezen. De inspectie heeft zo'n variatie in de vorm van een goede afstemming te weinig in de praktijk gezien. Daardoor gaat kostbare tijd verloren, omdat leerlingen bezig zijn met zaken die ze al beheersen of aan leerstof waar ze niet aan toe zijn. Bij de 'onvoldoende' scores op Kwaliteitsaspect 6 (Het didactisch handelen van de leraren ondersteunt het leren van de leerlingen) speelt het fenomeen 'ervaring met de doelgroep'. De leraren vertonen, zoals eerder aangegeven, inzet, maar dat biedt nog niet de garantie dat zij goed onderwijs realiseren. Het werken met leerlingen uit de basisschoolleeftijd vereist een directe, interactieve aanpak die past bij deze doelgroep. De leraren moeten nagaan of hun opdrachten goed zijn 'aangekomen', met leerlingen spreken over hun aanpak tijdens het leren, goede werkwijzen met ze bespreken en ze verantwoordelijkheid geven voor een deel van de organisatie van hun eigen onderwijsleerproces (zie Kwaliteitsaspect 8). Gevarieerde werkvormen maken daar eveneens deel van uit, zoals het werken aan opdrachten in groepjes, 'maatjeswerk' en het systematisch werken met behulp van de computer. Als er zo wordt les gegeven, raken de leerlingen betrokken bij het onderwijs en zullen de effecten navenant zijn. De inspectie miste een aantal aspecten van die aanpak. Dat verklaart de score 'onvoldoende' op deze indicatoren. Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek NTC primair onderwijs 'De Blauwe Lotus', Hanoi, Vietnam - 24-4-2006

14

De indicatoren die betrekking hebben op het veiligheidsbeleid scoren 'onvoldoende' (9.8 De school heeft een uitgewerkt veiligheidsbeleid gericht op preventie van incidenten en 9.9 De school heeft een uitgewerkt veiligheidsbeleid gericht op het optreden na incidenten). Een nieuw en niet onbelangrijk aspect in het onderwijs is het formuleren van een beleid met betrekking tot veiligheid voor leerlingen en leraren en het verantwoorden en garanderen van de toepassing van dit beleid in de onderwijspraktijk. In het schoolplan 2002-2006 ontbreekt uiteraard een passage over dit nieuwe aspect. Het bevoegd gezag besteedt in het nieuwe schoolplan aandacht aan het veiligheidsbeleid en de implicaties daarvan voor de onderwijspraktijk. De veiligheid die in de praktijk gegarandeerd is, kan via een beleid gestimuleerd en geëvalueerd worden. Resteren nog de leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ('zorgleerlingen'). Om tot een goede signalering te komen dient de school te beschikken over een samenhangend systeem van instrumenten en procedures om de ontwikkeling van de leerlingen goed te kunnen volgen. De school hanteert reeds diverse toetsen, maar de inspectie miste twee belangrijke. Een toets, waarmee de ontwikkeling van de jongste leerlingen in beeld kan worden gebracht en een toets voor begrijpend lezen. De inspectie geeft de school dringend in overweging om deze toetsen met ingang van het nieuwe schooljaar te gaan hanteren. Alle leerlingen kunnen dan goed worden gevolgd. Voor de leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften (leerlingen die bijvoorbeeld veel langzamer werken, maar ook leerlingen die door de stof 'vliegen') is het van belang een handelingsplan op te stellen, zodat specifieke aandacht voor de geboden leerstof en een daarbij behorende aanpak gegarandeerd zijn. Door in zo'n plan met concrete doelen te werken kunnen ook de effecten van de extra zorg op de ontwikkeling worden bepaald. Deze zaken vormen aandachtspunten voor de school. Uiteraard hoort bij het 'meten en weten' een inzichtelijke en nauwgezette (digitale) opslag van gegevens. De inspectie sprak met leerlingen en ouders van de locaties over de kwaliteit van het onderwijs. De leerlingen geven aan dat ze zich veilig op school voelen, dat ze doorgaans tevreden zijn over de inhoud van de lessen, maar de lessen ook af en toe wat saai zijn. De ouders zijn tevreden over de openheid, duidelijkheid en bereikbaarheid van de leraren. Deze zijn altijd goed aanspreekbaar. Ouders worden via de rapporten en ouderavonden goed geïnformeerd. Er bestaan korte lijnen in de communicatie tussen de school en de ouders. Opbrengsten Het systematisch volgen en analyseren van de opbrengsten is niet alleen van belang om de ouders te kunnen informeren over de ontwikkeling van hun kind, maar ook om het onderwijs af te stemmen op de onderwijsbehoeften van de leerlingen en te kunnen bepalen wat het rendement er van is.


15

Indicator 12.1 (De resultaten van de leerlingen liggen aan het eind van de schoolperiode tenminste op het niveau dat mag worden verwacht) beoordeelt de inspectie met 'onvoldoende'. De inspectie heeft omdat het om een beperkt aantal leerlingen gaat ook gekeken naar de verwachte progressie bij een gelijkblijvende ontwikkeling. Uit een aantal leerlingen wordt duidelijk niet 'gehaald wat er in zit'. De opbrengsten liggen onder het verwachte niveau (dit geldt zowel voor T1- als T2-leerlingen). Indicatoren 13.1 (De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht ) en 13.2 (Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden) scoren niet 'voldoende'. De inspectie heeft de resultaten van de T1 en T2 leerlingen geanalyseerd. Ze heeft daarbij de beschikbare gegevens van alle leerlingen voor technisch lezen, spelling, woordenschat en leeswoordenschat in haar oordeel betrokken. De inspectie concludeert dat voor alle leerlingen (dus ook voor de leerlingen met specifieke problemen) van de groepen 5 tot en met 8 de resultaten niet op het niveau liggen dat verwacht mag worden. Het beeld van de groepen 3 en 4 ligt anders. Daar is wel sprake van een ontwikkeling die aan de verwachting voldoet.


16

4 VERVOLG VAN HET TOEZICHT Bij dit PKO heeft de inspectie ook een onderzoek gedaan naar de naleving van een aantal wettelijke voorschriften. Dit onderzoek betrof de wettelijke voorschriften over de geplande onderwijstijd en over een door het bevoegd gezag vastgestelde schoolgids en schoolplan. Op basis van dit onderzoek heeft de inspectie de volgende afspraken met het bevoegd gezag gemaakt met betrekking tot wettelijke bepaling(en) waaraan de school niet voldoet: •

•

•

de school ontwikkelt een duidelijk beleid voor de kwaliteitszorg en voor het veiligheidsbeleid en neemt deze op in het nieuwe schoolplan. Het kwaliteitsbeleid bestaat uit: een expliciet uitgewerkte passage over de kwaliteitszorg met een uitgewerkt beleidskader voor goed NTConderwijs, een helder vierjarenplan en daarvan afgeleide operationele jaarplannen. Het bevoegd gezag stelt het schoolplan vast en stuurt dit met een vaststellingsbrief vóór 1 maart 2007 digitaal aan de inspectie (mailto: [email protected]). Het huidige schoolplan blijft van kracht tot maart 2007. Het bevoegd gezag verlengt de vaststelling van dit plan voor die periode (september 2006 tot en met februari 2007) en maakt dit per e-mail kenbaar aan de inspectie; de school neemt maatregelen die op termijn leiden tot een aanbod voor alle leerlingen van 120 uur in het schooljaar 2006/2007. Ze informeert de ouders en de inspectie over de ontwikkelingen onder andere via de nieuwe schoolgids; in de schoolgids voor het nieuwe schooljaar wordt aandacht besteed aan de kwaliteitszorg en een verklarende analyse bij de opbrengsten van het onderwijs. Het bevoegd gezag stuurt de vastgestelde schoolgids jaarlijks voor de aanvang van het schooljaar digitaal aan de inspectie (mailto: [email protected]).

De bevindingen van dit PKO leiden tot het volgende arrangement voor het vervolg van het toezicht (toezichtarrangement): De aangetroffen kwaliteit van het onderwijs op de school vraagt om een aanpassing van de reguliere onderzoeksplanning van de inspectie. In beginsel volgt over twee jaar (2008) opnieuw een periodiek kwaliteitsonderzoek. In de tussenliggende periode (2007) zal de inspectie digitaal gegevens van de school opvragen. Deze gegevens betrekt de inspectie bij het PKO dat in 2008 plaatsvindt.


17

RAPPORT PERIODIEK KWALITEITSONDERZOEK NTC PRIMAIR ONDERWIJS 'DE BLAUWE LOTUS', HANOI, VIETNAM

Recommend Documents