RAPPORT PERIODIEK KWALITEITSONDERZOEK NTC Perth, Australië

RAPPORT PERIODIEK KWALITEITSONDERZOEK NTC Perth, Australië

School Plaats BRIN-nummer Onderzoeksnummer

: : : :

NTC Willem de Vlamingh PERTH - AUSTRALIË 4691 57822

Uitvoerend inspecteur(s)

: Dhr. drs. J.F.A. Rohde

Datum schoolbezoek Datum vaststelling

: 8, 9 en 10 augustus 2005 : 2 december 2005

Handtekening eerstverantwoordelijke inspecteur:

INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE .................................................................................. 3 1 INLEIDING .......................................................................................... 5 2 DE UITGANGSSITUATIE ...................................................................... 7 3 HET KWALITEITSPROFIEL.................................................................. 11 4 BESCHOUWING ................................................................................ 13 5 VERVOLG VAN HET TOEZICHT .......................................................... 19 BIJLAGE I ............................................................................................ 21 BIJLAGE II ........................................................................................... 25

Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek NTC Perth, Australië - 8-8-2005

3

1 INLEIDING Op 8, 9 en 10 augustus 2005 bezocht de Inspectie van het Onderwijs NTC Perth, Australië in het kader van een periodiek kwaliteitsonderzoek (PKO). Daarbij heeft een onderzoek plaatsgevonden naar kwaliteitsaspecten, op grond van het door de inspectie gehanteerde waarderingskader. In de u toegezonden brochures 'Veranderend toezicht' en 'Toezichtkader Primair Onderwijs; inhoud en werkwijze van het inspectietoezicht conform de WOT' is dit waarderingskader alsmede de achtergronden beknopt weergegeven. Bij een PKO doet de inspectie onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs op de school. Daarbij komen alle acht kwaliteitsaspecten aan de orde: kwaliteitszorg, toetsing, leerstofaanbod, tijd, onderwijsleerproces, schoolklimaat, zorg en begeleiding en opbrengsten. Na overleg met de school, kan de inspectie specifieke accenten leggen. Bij uw school was dat niet het geval. Zoals in het toezichtkader is vastgelegd, gaat de inspectie zoveel mogelijk uit van de gegevens die de school reeds zelf over de eigen kwaliteit heeft verzameld. Zo sluit de inspectie aan bij de specifieke situatie van de school en wordt de school bovendien niet onnodig belast. Uw school heeft hiervoor het verslag van de NOB aan de inspectie ter beschikking gesteld. Hun bezoek vond plaats in oktober 2004. De opzet van het onderzoek Het periodiek kwaliteitsonderzoek bestaat uit de volgende activiteiten: 1. Analyse van, indien beschikbaar, zelfevaluatiedocumenten en van andere documenten die de school voorafgaand aan het schoolbezoek heeft toegestuurd. 2. Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. 3. Schoolbezoek: a. gesprekken met de directie/coördinator onderwijs b. korte gesprekken met andere leraren c. een gesprek met het bevoegd gezag d. gesprekken met leerlingen e. een gesprek met ouders f. lesbezoeken g. een gesprek op het consulaat van Perth.


5

De inhoud van het rapport Het onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs levert een kwaliteitsprofiel van de school op. Na een korte beschrijving van de uitgangssituatie van de school (hoofdstuk 2), wordt in hoofdstuk 3 dat profiel in een schema op hoofdlijnen weergegeven. Dit profiel bestaat uit waarderingen die allemaal tijdens dit inspectiebezoek zijn gegeven. In hoofdstuk 4 wordt een beschouwing gegeven over de geconstateerde kwaliteit en wordt deze onder andere bezien in relatie tot de context of uitgangssituatie van de school. In hoofdstuk 5 is het vervolgtoezicht aangegeven en worden, indien noodzakelijk, aanwijzingen vermeld met betrekking tot wettelijke bepalingen waaraan de school niet voldoet. Bijlagen Bij het rapport zijn twee bijlagen gevoegd. Bijlage 1 geeft de waardering per kwaliteitsaspect en op de onderliggende indicatoren. Bijlage 2 beschrijft kort ieder kwaliteitsaspect.


6

2 DE UITGANGSSITUATIE Bij het beoordelen van de situatie in Perth moeten de volgende contextgegevens op het terrein van de interne organisatie, de leerlingenpopulatie, de leraren en de huisvesting worden meegewogen. De interne organisatie De interne organisatie van de NTC-locatie verschilt op een aantal belangrijke onderdelen van de meeste andere over de hele wereld verspreide locaties. Het meest bijzondere is (kort gezegd) het onderscheid tussen het bestuur van de stichting Willem de Vlamingh, die de subsidiegelden van het NOB beheert en De Schakel, een 'bedrijf' dat de uitvoering van het onderwijs voor haar rekening neemt en de ouders daarvoor per uur laat betalen. De onderlinge relatie tussen Willem de Vlamingh en De Schakel komt onder andere tot uiting in de functie van de coördinator onderwijs van de school. Zij is niet alleen lid van het bestuur, zonder stemrecht, maar tevens directeur van De Schakel. Een tweede bijzonderheid is dat de meeste leerlingen niet naar de leslocatie komen, maar dat de leraren hen opzoeken op hun school dan wel de lessen op hun huisadres geven. Vinden de lessen op de dagschool plaats dan is vrijwel steeds een voorziening getroffen dat de leerlingen hun NTC-lessen overdag kunnen volgen als onderdeel van het uitgebreide aanbod op hun school. Ook vinden enkele lessen plaats net voor of na schooltijd en tijdens de lange middagpauzes. De lessen vinden plaats op een vrij groot aantal plaatsen, met een concentratie op één basisschool waar in verhouding veel leerlingen zijn ingeschreven. Afhankelijk van het aantal leerlingen dat tegelijkertijd kan worden bediend varieert het bedrag dat de ouders moeten betalen. Als bijkomende bijzonderheid geldt in Perth dat de ouders tot nu toe de vrijheid hebben het aantal lessen per week zelf te bepalen. De ondergrens is één uur. Als bovengrens wordt als regel drie afzonderlijke lesuren van telkens één uur aangehouden. Dit beleid spoort overigens niet met de bepalingen in de subsidievoorwaarden. Als derde bijzonderheid voor de interne organisatie kan worden vermeld dat de school zich niet alleen richt op de leerlingen van vier jaar en ouder, maar tevens een peutergroep heeft gevormd, die op woensdagmorgen spelenderwijs leert communiceren in de Nederlandse taal. De overstap van de driejarigen naar de lessen onder de vlag van het NTC als ze vier jaar worden kan voor hen daardoor soepeler verlopen. Incidenteel kunnen ouders eveneens lessen in de Nederlandse taal volgen, zodat ze hun kinderen beter kunnen begeleiden. Een bijzonderheid die direct verband houdt met de grote afstanden in Australië is, dat de school een dislocatie kent in Karratha. Dit is een 'nederzetting' in het noordoosten van West Australië waar veel expats wonen die hun werk vinden in de olie- en gaswinning. Er zijn vele werkrelaties tussen Perth en Karratha, vandaar ook de uitbreiding van Willem de Vlamingh in noordelijke richting.


7

Tenslotte geldt als vijfde bijzonderheid dat de school haar activiteiten niet beperkt tot de Nederlandse taal en cultuur, maar - zo nodig - ook lessen verzorgt in de sfeer van rekenen/wiskunde en de Engelse taal. De school maakt hierover niet alleen afspraken met de ouders van de betreffende leerlingen, maar ook met de scholen waar ze worden ingeschreven. Dit aanbod geldt vooral voor leerlingen die bij aankomst in Australië nog géén of onvoldoende vaardigheid hebben opgebouwd in de Engelse taal. De leerlingenpopulatie Verreweg de meeste leerlingen in Perth (ongeveer zeventig procent) vallen onder de noemer van de expats. Zij zullen naar verwachting enkele jaren in Perth blijven wonen en daarna weer naar een andere school elders op de wereld verhuizen. De ervaring leert overigens dat de meeste expatleerlingen bij het bereiken van het voortgezet onderwijs verhuizen naar Nederland. Een steeds groter wordend aantal leerlingen krijgt te maken met een langer durend verblijf in Australië, omdat de contracten van hun ouders worden omgezet naar plaatselijke bedrijven. De taalsituatie van de leerlingen is voornamelijk die van de taal één situatie, waarbij beide ouders Nederlands spreken en dat ook thuis doen. Een kleiner deel heeft te maken met een gemengde thuistaal, waarbij naast de combinatie Nederlands/Engels nog enkele andere variaties voorkomen. Op dit moment heeft de school officieel géén taal drie situatie leerlingen in haar bestand. Toch geven de leraren aan dat een enkele leerling daar feitelijk wel onder valt, omdat de betreffende ouders thuis weinig tot géén Nederlands spreken. In totaal staan op het moment van het onderzoek 47 leerlingen ingeschreven bij de NTC-locatie, waarvan slechts twee die lessen volgen op het niveau van het voortgezet onderwijs. De rest valt in de leeftijdscategorie van vier tot twaalf/dertien, waarbij de jongere leerlingen de overhand hebben. Langzamerhand breidt het aantal leerlingen dat lessen volgt op de locatie zich uit. Er zijn twee trends zichtbaar aan het worden waarbij families zich blijvend in het land vestigen dan wel zich daar als nieuwe emigranten vestigen. Deze ouders kiezen er vaker dan in het verleden voor hun kinderen actief kennis te laten houden van de Nederlandse taal en cultuur. De leraren De coördinator onderwijs verzorgt verreweg de meeste van de wekelijks te geven lessen. Zij wordt daarin momenteel bijgestaan door één vaste leraar in Karratha en één in Perth. Daarnaast is één leraar met 'zwangerschapsverlof'. Verder is een zogenaamde 'neveninstromer' aan de school verbonden als stagiair van de tele-pabo. De meeste teamleden hebben zich blijvend in Australië gevestigd. Door enkele recente wisselingen binnen het team is zelfs sprake van een vrijwel nieuw team. Vooral de coördinator beschikt over een ruime ervaring met het NTC-onderwijs. Zij was zo'n tien jaar geleden ook de initiatiefnemer voor de locatie in Perth.


8

De huisvesting De school zelf noemt haar huisvesting 'virtueel', omdat ze niet over één vaste locatie beschikt, maar verspreid over het uitgestrekte werkgebied van Perth haar lessen verzorgt. Langzamerhand vervullen echter enkele dagscholen een meer centrale functie. Op één school worden de NTC-lessen sinds kort gegeven in een eigen lokaal, dat voor een groot deel al als zodanig is ingericht. Dezelfde school heeft ook een lokaal ter beschikking gesteld voor de driejarige peuters. Op andere scholen vinden de lessen als regel ook steeds in dezelfde ruimtes plaats. De omstandigheden variëren evenwel naar school. Het geven van lessen bij de leerlingen thuis heeft als voordeel dat ze plaats vinden in een bekende omgeving. Een nadeel kan zijn dat de omstandigheden niet optimaal zijn, bijvoorbeeld omdat de leraren steeds al hun materiaal bij zich moeten hebben.


9

3 HET KWALITEITSPROFIEL Het kwaliteitsprofiel van NTC Perth, Australië bestaat uit waarderingen die op acht kwaliteitsaspecten zijn gegeven, welke in onderstaand schema zijn weergegeven. De kwaliteit van NTC Perth, Australië is beoordeeld op 8 kwaliteitsaspecten, geordend in drie domeinen te weten Zorg voor kwaliteit, Onderwijs en leren en Opbrengsten. De oordelen zijn in het onderstaande schema samengebracht. De waarderingen worden op de volgende wijze uitgedrukt: 1. Slecht 2. Onvoldoende 3. Voldoende

4. Goed 5. NTB

Voor alle of vrijwel alle indicatoren geldt dat ze niet of nauwelijks bijdragen aan het realiseren van het kwaliteitsaspect. Eén of meer normindicatoren dragen onvoldoende bij aan het realiseren van het kwaliteitsaspect. De normindicatoren dragen in voldoende mate bij aan het realiseren van het kwaliteitsaspect. De kwaliteit van sommige indicatoren kan worden verbeterd. Alle indicatoren dragen in voldoende of hoge mate bij aan het realiseren van het kwaliteitsaspect. Dit kwaliteitsaspect is niet te beoordelen.

In bijlage 1 bij het rapport is een overzicht opgenomen van alle indicatoren met de waarderingen door de inspectie. In bijlage 2 is een korte beschrijving opgenomen van ieder kwaliteitsaspect. In de eerder genoemde brochure vindt u daarover nog meer informatie.


11

Kwaliteitsprofiel NTC Perth, Australië Domein: Zorg voor kwaliteit 1

2

3 z z

4

1

2

3 z

4

1. Kwaliteitszorg 2. Toetsing

Domein: Onderwijs en leren 3. 4. 5. 6. 7.

Leerstofaanbod Tijd Onderwijsleerproces Schoolklimaat Zorg en begeleiding

z z z z

Domein: Opbrengsten 1 8. Opbrengsten


2

3

4

5 z

12

4 BESCHOUWING In dit hoofdstuk geeft de inspectie een beschouwing over de kwaliteit van het onderwijs op de leslocatie in Perth. Zij typeert allereerst de locatie in algemene zin In de daarop volgende toelichtingen is aangegeven welke ontwikkeling die doormaakt. Daarbij legt de inspectie zo mogelijk verbanden tussen de kwaliteitsaspecten en geeft ze de relatie aan met de uitgangspositie van de betreffende locatie in Perth. 4.1 Typering van de school NTC-locatie Willem de Vlamingh in Perth neemt binnen het geheel van alle locaties een eigen, specifieke plaats in, die voor een groot deel is afgestemd op de situatie ter plaatse. De gekozen organisatie- en onderwijsmodellen spelen goed in op de over een grote regio verspreid wonende leerlingen en op de behoefte van de meerderheid der ouders hun kinderen zo veel mogelijk op hetzelfde niveau te houden als even oude leerlingen in het reguliere Nederlandse onderwijs. Het grote voordeel van deze opzet is dat de afstemming van het onderwijs op de specifieke situatie van elke leerling zo optimaal mogelijk kan worden ingericht. Het aanbieden van lessen Engels als tweede taal en het open laten van ruimte voor extra aandacht voor onder andere het op peil houden van de rekenvaardigheden van de leerlingen zijn daarvan typische voorbeelden. Als grootste nadeel geldt dat de communicatieve functie van het onderwijs en het leren van en met andere leerlingen tot nu toe minder nadrukkelijk een plaats konden krijgen. Initiatieven vanuit de school om hieraan een positieve wending te geven zijn in het afgelopen jaar wel ondernomen, maar hebben nog niet geleid tot een structurele oplossing. Het aantal leerlingen dat in feite privé les krijgt is inmiddels wel minder geworden. Er konden al wel meer groepjes van twee leerlingen worden gevormd, vooral binnen de basisscholen waar de leerlingen steeds meer geconcentreerd worden. De reden daarvoor is onder meer dat die scholen open staan voor de inbedding van het NTC in het reguliere programma, waardoor het voor ouders aantrekkelijk is in de omgeving een woning te zoeken. Het kwaliteitsprofiel van de school en de onderliggende scores op de afzonderlijke indicatoren laten een beeld zien van een school die in ieder geval voldoet aan alle minimale kwaliteitseisen en in een aantal opzichten daar duidelijk boven uit stijgt. Vooral de kwaliteit van enkele cruciale onderdelen van het 'leren en onderwijzen' is van hoge kwaliteit. De onderwijstijd, het onderwijsleerproces en het schoolklimaat vallen onder deze kwalificatie die in de onderstaande paragrafen verder wordt onderbouwd.


13

4.2 Zorg voor kwaliteit De zorg voor kwaliteit binnen de locatie in Perth is minder nadrukkelijk ontwikkeld op basis van op papier vastgelegde procedures. Hier staat evenwel tegenover dat de feitelijke zorg voor kwaliteit inmiddels goed is ontwikkeld. Zo heeft het bestuur in de loop van het afgelopen jaar de systematiek van het houden van functioneringsgesprekken doorgevoerd en op basis van de uitkomsten daarvan haar beleid iets bijgesteld. Ook heeft het bestuur initiatieven genomen om enkele door het NOB gesignaleerde aandachtspunten structureel op te lossen. In de korte termijn planning voor komend jaar zijn onder andere opgenomen het verder invoeren van ICT-voorzieningen binnen het onderwijs, de verdere professionalisering van het nieuwe personeel, het zorgdragen voor de borging van bestaand beleid en de continuïteit van de school, het gebruik van toetsgegevens en het invoeringstraject van de nieuwe taalmethoden. Het langere termijnbeleid, zoals dat in een schoolplan tot uitdrukking behoort te komen, is daarentegen minder goed ontwikkeld. Dit komt onder andere naar voren in het ontbreken van een duidelijke visie over de vraag in hoeverre de school in wil en kan spelen op de veranderingen binnen de lokale populatie, waarbij zich steeds meer leerlingen uit de taal twee en drie situatie aandienen, terwijl het programma van de school zich nadrukkelijk richt op die leerlingen die op kortere termijn zullen instromen in het reguliere Nederlandse onderwijs. Via een perscampagne, die staat gepland voor de komende maanden, zullen ook andere doelgroepen worden 'aangeboord'. Dan ligt het voor de hand daarop tijdig in te spelen op zowel beleidsmatig als didactisch niveau, bijvoorbeeld door de doelen voor die doelgroepen nader te specificeren en te onderscheiden van de hoge doelen voor de taal één leerlingen. Een ander aandachtspunt voor de school is het betrekken van de ouders bij het schoolbeleid. De ouders worden weliswaar jaarlijks geïnformeerd over de voortgang van de school op een algemene ouderavond en de talloze informele contacten tussen bestuursleden, directie en ouders maken het mogelijk elkaar goed op de hoogte te houden van nieuwe ontwikkelingen. Maar, door de gekozen constructie hebben ouders potentieel relatief weinig invloed op het te voeren beleid. Hier komt bij dat de school tot nu toe géén gebruik heeft gemaakt van ouderenquêtes of andere methoden om te peilen hoe alle ouders (en leerlingen) aankijken tegen de school. Uit de gevoerde gesprekken krijgt de inspectie overigens een positief beeld van de waardering van de ouders voor prestaties van de school. De zorg voor kwaliteit heeft het afgelopen schooljaar een duidelijke impuls gekregen door het invoeren van een aantal toetsen uit het ook door het NOB aanbevolen leerlingvolgsysteem. De laatste jaren hebben géén leerlingen gebruik gemaakt van de mogelijkheid deel te nemen aan de Eindtoets Basisonderwijs en ook heeft de afgelopen jaren slechts een enkele leerling gebruik gemaakt van de mogelijkheid een getuigschrift te bemachtigen voor het voortgezet onderwijs.


14

4.3 Leerstofaanbod en leertijd Door het aanschaffen en geleidelijk implementeren van enkele nieuwe methodes voldoet de locatie in Perth op hoofdlijnen aan de gestelde normen voor het aanbod in de Nederlandse taal en cultuur. Alleen op het gebied van het voortgezet en begrijpend lezen zou de school nog nieuw materiaal kunnen gebruiken. Het aanbod van de school reikt echter verder dan alleen de taal en de cultuur. Zo nodig wordt, in samenspraak met de ouders en (soms) de dagschool van de leerlingen, een afspraak gemaakt over een aanvullend aanbod, bijvoorbeeld in de richting van het rekenonderwijs. De inspectie ziet twee aandachtspunten voor de school voor zover het gaat om het leerstofaanbod. Het eerste punt betreft de breedte en de gerichtheid van het aanbod. De geobserveerde lessen lieten een sterke nadruk zien op de technische, meer formele onderdelen van het aanbod. De communicatieve functie van de taal en het plaatsen van de taal in de hedendaagse context komen minder tot hun recht. Een tweede aandachtspunt is de samenhang tussen de vakken en de vakoverstijgende vaardigheden. Daar valt onder andere het gebruik van de computer onder als hulpmiddel bij het leren. Pas recent zijn daarvoor enkele geschikte materialen beschikbaar. Andere programma's zijn al wel aangeschaft, maar nog niet beschikbaar. Erg sterk acht de inspectie de afstemming van het aanbod op de individuele verschillen tussen de leerlingen. De gekozen organisatievormen maken dat niet alleen uitdrukkelijk mogelijk, de praktijk laat zien dat die mogelijkheden optimaal worden benut. Op het punt van de leertijd voldoet de school volledig aan de subsidie-eisen en gaat daar soms door het aanbieden van huiswerk en het organiseren van enkele buitenschoolse activiteiten bovenuit. Gemiste lessen worden consequent ingehaald en er gaat géén of nauwelijks lestijd verloren. Het efficiënt inzetten van de leertijd wordt vooral bevorderd door de lesuren steeds afzonderlijk te geven en ze zo veel als mogelijk in te passen in het normale dagritme van de leerling. Zij hebben dan veel minder last van vermoeidheidsverschijnselen dan wanneer ze na een gewone schooldag en enige extra reistijd hun aangesloten lessen volgen. De verdeling over de vakken is niet helemaal evenwichtig. Zo zou iets meer tijd en energie gestoken kunnen worden in het begrijpend lezen en in de culturele aspecten van het aanbod van een NTC-locatie. 4.4 Het onderwijsleerproces en het schoolklimaat Zoals hiervoor reeds aangegeven voldoen de lessen aan hoge eisen, vooral omdat optimaal wordt ingespeeld op de behoeften van de leerlingen en de hoge verwachtingen van de ouders. Voor een deel krijgen de leerlingen ook enige invloed op de opbouw van de lessen, door hen soms enige ruimte te geven te kiezen tussen bepaalde activiteiten. Hun betrokkenheid en motivatie bij het leerproces is daardoor groot. De lessen maken voor hen ook deel uit van het ruime aanbod dat ze veelal ook al op hun dagschool krijgen. Ook dat verhoogt de te verwachten opbrengst van de lessen.


15

Het grote aantal geobserveerde lessen liet zien dat de lessen in de regel een vast - bij de leerling passend - patroon kennen, dat na elke les wordt vastgelegd in een schrift dat de leerlingen mee naar huis nemen en aan hun ouders laten zien. Het heeft de kenmerken van wat we meestal een 'heen en weer' schrift noemen. Hierdoor zijn ouders en leerlingen, samen met de betreffende leraar goed in staat het totale leerproces over een langere periode te volgen en daarover met elkaar te communiceren. Een ander sterk punt van de opzet van de lessen, maar zeker ook van de uitvoering ervan is, dat de sfeer binnen de lessen zeer stimulerend is voor het leerproces. De leerlingen krijgen alle kans op hun eigen niveau te werken, worden aangesproken op wat ze al kennen en beheersen en kunnen zo snel stappen voorwaarts zetten. Het gegeven van de veilige werkomgeving, zowel op de dagscholen als thuis bij de leerlingen is tevens bevorderend voor het onderwijsklimaat. Naast deze zeer positieve bevindingen ziet de inspectie toch ook nog enkele punten ter verbetering. De eerste is dat de lessen veelal sterk zijn gericht op het leren beheersen van de meer technische aspecten van het curriculum en minder ruimte laat voor de communicatieve kant. De verklaring hiervoor ligt grotendeels in de wens van de ouders en het beleid van de school de leerlingen te laten functioneren op hetzelfde niveau als even oude leerlingen 'thuis'. Mocht de samenstelling van de groepen leerlingen verder opschuiven naar de taal twee en drie leerlingen dan zal de school op dit punt in ieder geval een nieuwe afweging moeten maken. Een tweede kanttekening is op zijn plaats bij de wijze waarop de lessen verlopen. Ze zijn grotendeels gericht op de directe interactie tussen de leraar en de leerling(en). Het samenwerkend leren en het zelfstandig verwerken van aangeboden leerstof komt in veel mindere mate voor tijdens de lessen. En ook het gebruik van de computer als hulpmiddel om de stof te verwerken staat in Perth nog in de kinderschoenen. De professionaliteit van de vaste leraren en de wil om steeds goed op de hoogte te blijven van relevante ontwikkelingen staat hoog in het vaandel van de school. Het bestuur vergadert ook zeer regelmatig met de directie over de voortgang van het onderwijs en de eventuele behoeften aan aanvullend materiaal en studiemogelijkheden. Hier komt bij dat de ouders zich in grote mate betrokken weten bij de voortgang van hun kinderen door de opeenvolgende leerjaren. Het heen en weer schrift is daar het meest sprekende voorbeeld van. Een laatste sterk punt van de school op het terrein van het schoolklimaat is dat de directie en de andere leraren goede contacten onderhouden met relevante groeperingen en personen in en om de te geven lessen. Overigens zijn ook de directeuren van de bezochte gastscholen zeer tevreden over de bereikte samenwerkingsrelatie. Zij zien het tevens als een pre in hun PR-beleid dat ze deze voorziening in huis hebben.


16

4.5 Zorg en begeleiding Hoewel de inspectie ook omtrent de opzet en vormgeving van de zorg en begeleiding tot de conclusie komt dat die voldoet aan de aan een NTC locatie te stellen eisen, zit hierin nog enige ruimte voor verbetering. Positief is dat de zorg aan individuele leerlingen steeds optimaal tot stand komt in samenspraak met de ouders en vormt krijgt in op maat toegesneden leertrajecten. Omdat de toegelaten leerlingen passen binnen de normale grenzen van de zorg, zijn de leraren in staat hen goed te bedienen. Mochten er grotere leer- of andere problemen gesignaleerd worden dan is hulp van buiten de school nodig. Op een aantal Australische scholen is die extra hulp zo nodig beschikbaar. Andere scholen zijn niet zo goed voorzien van deskundige extra zorg. Vandaar dat ouders soms wordt aangeraden hulp te zoeken via onder andere de Stichting NOB. Verder beschikt de school in een bestuurslid over deskundigheid op het gebied van de logopedie, waarop individuele ouders een beroep kunnen doen. Een aandachtspunt vormt vooralsnog de inbedding van het leerlingvolgsysteem in de opzet en inrichting van de lessen. Daarmee is pas dit schooljaar een begin gemaakt. Hiernaast signaleert de inspectie ruimte voor het documenteren van de indoor- en uitstroom van de leerlingen en het trekken van conclusies daaruit. Zo zou het tamelijk informele contact met teruggekeerde leerlingen geformaliseerd kunnen worden, zodat nog beter dan nu al gebeurt kan worden ingeschat of de inschatting van het bereikte niveau overeenkomt met de situatie na een half en een heel jaar. Ook het trekken van conclusies uit de gemaakte toetsen vormt een punt van aandacht tijdens het verdere implementatieproces. Dat betreft zowel de individuele leerlingen als de populatie als geheel. 4.6 Opbrengsten De inspectie kan op dit moment niet vaststellen of de opbrengsten van de school voldoen aan de te verwachten niveaus. Daarvoor ontbreken de benodigde feitelijke gegevens. Zo is de school pas dit schooljaar begonnen met het vastleggen van een ruime hoeveelheid gegevens over de tussentijdse opbrengsten van de leerlingen. Recente gegevens over de feitelijke opbrengsten aan het eind van de schoolperiode ontbreken in zijn geheel, zodat ook daarover moeilijk iets valt vast te stellen. Toch wijzen alle signalen in de richting van hoge opbrengsten. De meeste leerlingen slagen erin zich de lesstof van de opeenvolgende jaren eigen te maken, ook al krijgen ze daarvoor duidelijk minder tijd dan in de Nederlandse dagscholen. Een tweede vaststelling is dat de adviezen voor plaatsing in het dagonderwijs vrijwel steeds liggen op het niveau dat de ouders verwachten. De leerlingen 'verliezen' kennelijk géén of nauwelijks extra tijd. Hierbij moet overigens worden aangetekend dat de schoolperiodes in Australië en Europa niet gelijk lopen, waardoor leerlingen soms een half jaar 'lager' worden geplaatst dan in Nederland.


17

Uit de dit schooljaar verzamelde toetsgegevens blijkt dat op verreweg de meeste toetsen de leerlingen ruim voldoen aan de te verwachten scores. Dit geldt alleen niet voor de woordenschatontwikkeling. Daarop scoren de meeste leerlingen op een niveau dat past bij leerlingen die al langer in het buitenland verblijven. Dit zijn evenwel de resultaten van een eerste ronde objectieve toetsing.


18

5 VERVOLG VAN HET TOEZICHT De bevindingen in dit PKO leiden tot de volgende conclusie over het vervolg van het toezicht (toezichtarrangement): Het volgende bezoek van de inspectie zal bestaan uit een periodiek kwaliteitsonderzoek. Dit onderzoek zal plaatsvinden in 2009.


19


20

BIJLAGE I Overzicht waardering indicatoren Bij elk kwaliteitsaspect (hoofdstuk 3) zijn indicatoren geformuleerd. Deze bijlage geeft een overzicht van die indicatoren met de waardering die de inspectie daaraan heeft toegekend. In de waardering is tot uitdrukking gebracht in welke mate de indicatoren bijdragen aan de kwaliteit van het desbetreffende kwaliteitsaspect: 1 draagt niet of nauwelijks bij; 2 draagt onvoldoende bij; 3 draagt voldoende bij; 4 draagt in hoge mate bij. 5 Bij het domein 'Opbrengsten' is ook de categorie '5' (betekent 'niet te beoordelen') toegevoegd. In sommige gevallen kan de inspectie hier namelijk geen gefundeerd oordeel geven. Bij elk kwaliteitsaspect is een beslisregel geformuleerd. Deze beslisregel geeft aan welke indicatoren ten minste in voldoende mate van toepassing moeten zijn voor een waardering 'voldoende' voor het kwaliteitsaspect. Dit vormt de onderbouwing van het kwaliteitsprofiel van de school, zoals dat is gepresenteerd in hoofdstuk 3. Onder iedere tabel is een ruimte voor toelichting. De inspectie geeft hier een toelichting als zij afwijkt van de beslisregel.


21

Overzicht van NTC Perth, Australië Domein 'Zorg voor kwaliteit' Kwaliteitsaspect: Kwaliteitszorg 1

2

De school bewaakt systematisch de kwaliteit van het onderwijs en neemt maatregelen om de kwaliteit te behouden en zo nodig te verbeteren.

3

4

z

1 2 1.1 De school heeft inzicht in de eigen uitgangssituatie. 1.2 De school heeft haar doelen geformuleerd. 1.3 De school evalueert systematisch de kwaliteit van haar opbrengsten en van het onderwijs en leren. 1.4 De school werkt gericht aan verbetering van de kwaliteit van haar onderwijs. 1.5 De school legt verantwoording af aan belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit. 1.6 De zorg voor kwaliteit is systematisch. Beslisregel: Voor een waardering 'voldoende' dragen ten minste de volgende indicatoren 'voldoende' bij: indicator 1.4 en twee van de andere indicatoren.

3 z z

4

z z z z

Kwaliteitsaspect: Toetsing 1

2

De school waarborgt de kwaliteit van de toetsing.

3 z 3

4

3

4

1 2 2.1 De school waarborgt de kwaliteit van de toetsing aan het z einde van het primair onderwijs. 2.2 De school waarborgt de kwaliteit van de toetsing gedurende z de schoolloopbaan van leerlingen. Beslisregel: Voor een waardering 'voldoende' dragen ten minste de volgende indicatoren 'voldoende' bij: één van de twee indicatoren.

4

Domein 'Onderwijs en leren' Kwaliteitsaspect: Leerstofaanbod 1

2

1

2

Het leerstofaanbod stelt leerlingen in staat zich optimaal te ontwikkelen en voor te bereiden op het vervolgonderwijs.

z

3 3.1 Het leerstofaanbod bereidt leerlingen voor op het vervolgonderwijs. 3.2 De school voorziet in een breed aanbod gericht op de z verwerving van kennis, inzicht, vaardigheden en houdingen. z 3.3 Het leerstofaanbod vertoont samenhang. 3.4 Het leerstofaanbod is afgestemd op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. Beslisregel: Voor een waardering 'voldoende' dragen ten minste de volgende indicatoren 'voldoende' bij: indicatoren 3.1 en 3.4.


4 z

z

22

Kwaliteitsaspect: Tijd 1

2

3

1

2

3

Leerlingen krijgen voldoende tijd om zich het leerstofaanbod eigen te maken.

4 z

4.1 De school programmeert voldoende onderwijstijd. 4.2 De leertijd is voor leerlingen voldoende om zich het leerstofaanbod eigen te maken. 4.3 De tijd voor onderwijs en leren is afgestemd op de z onderwijsbehoeften van leerlingen. Beslisregel: Voor een waardering 'voldoende' dragen ten minste de volgende indicatoren 'voldoende' bij: indicatoren 4.1 en 4.2.

4 z z

Kwaliteitsaspect: Onderwijsleerproces 1

2

3

1

2

3

De onderwijsleersituaties bieden leerlingen voldoende gelegenheid, uitdaging en ondersteuning voor het leren.

4 z

5.1 De school zorgt voor een functionele en uitdagende z leeromgeving. 5.2 De onderwijsactiviteiten zijn gestructureerd en doelmatig. 5.3 Leraren zorgen voor voldoende ondersteuning en uitdaging van de leerlingen. 5.4 Leraren begeleiden op een systematische en stimulerende z wijze onderwijsleerprocessen. z 5.5 Leerlingen zijn actief gericht op leren. 5.6 Leraren volgen de vorderingen en ontwikkeling van hun leerlingen. 5.7 Leraren zorgen ervoor dat het onderwijsleerproces is afgestemd op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. Beslisregel: Voor een waardering 'voldoende' dragen ten minste de volgende indicatoren 'voldoende' bij: indicatoren 5.2, 5.3, en 5.6 en één van de andere indicatoren.

4 z z

z z

Kwaliteitsaspect: Schoolklimaat 1

2

3

De school zorgt voor een veilig, ondersteunend en uitdagend schoolklimaat. 1 2 3 6.1 Personeelsleden en leerlingen gaan op een positieve manier met elkaar om. 6.2 De school zorgt voor een aangename, motiverende omgeving voor leerlingen. 6.3 De school zorgt voor een aangename, stimulerende werkomgeving voor personeelsleden. 6.4 De school stimuleert de betrokkenheid van ouders en verzorgers. 6.5 De school speelt een functionele rol binnen de lokale en regionale gemeenschap. 6.6 De school zorgt voor veiligheid. Beslisregel: Voor een waardering 'voldoende' dragen ten minste de volgende indicatoren 'voldoende' bij: indicatoren 6.1, 6.2 en 6.6 en één van de andere indicatoren.


4 z 4 z z z z z z

23

Kwaliteitsaspect: Zorg en begeleiding 1

2

De school begeleidt leerlingen systematisch tijdens hun schoolloopbaan en bij de keuze voor vervolgonderwijs en zorgt voor een systematische begeleiding van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften.

3

4

z

1 2 3 7.1 De school kent gunstige voorwaarden voor de begeleiding van leerlingen. 7.2 De school begeleidt leerlingen systematisch tijdens hun z schoolloopbaan. 7.3 De school kent gunstige voorwaarden voor de begeleiding z van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. 7.4 De school zorgt voor begeleiding van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. 7.5 De school betrekt ouders/verzorgers bij de zorg en begeleiding van de leerlingen. Beslisregel: Voor een waardering 'voldoende' dragen ten minste de volgende indicatoren 'voldoende' bij: indicatoren 7.2, 7.3 en 7.4.

4 z

z z

Domein 'Opbrengsten' Kwaliteitsaspect: Opbrengsten 1

2

3

4

De prestaties van leerlingen liggen ten minste op het niveau dat op grond van hun kenmerken mag worden verwacht. 1 2 3 4 8.1 De resultaten liggen ten minste op het niveau dat mag worden verwacht. 8.2 De leerlingen beheersen aan het einde van de opleiding vaardigheden op een niveau dat mag worden verwacht. 8.3 Leerlingen ontwikkelen zich naar verwachting. 8.4 Leerlingen vervolgen met succes hun schoolloopbaan. Beslisregel: Voor een waardering 'voldoende' dragen ten minste de volgende indicatoren 'voldoende' bij: indicatoren 8.1 en 8.3.


5 z 5 z z z z

24

BIJLAGE II Kwaliteitsaspect 1: Kwaliteitszorg Toelichting: Scholen zijn primair zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van het gegeven onderwijs. In de Wet op het primair onderwijs wordt voorgeschreven dat scholen een kwaliteitszorgbeleid dienen te voeren. Dit beleid moet ook in het schoolplan beschreven zijn. Kwaliteitszorg betreft activiteiten die erop gericht zijn de kwaliteit van het onderwijs te bepalen, te bewaken, te borgen en te verbeteren. Elke school zal daartoe, rekening houdend met de kenmerken van de leerlingen en met de wensen van belanghebbenden uit de omgeving van de school, dienen aan te geven wat zij onder kwalitatief goed onderwijs verstaat. Ze zal die opvattingen dienen te vertalen in doelen en zal systematisch moeten nagaan of zij die doelen ook bereikt. Op basis daarvan zal zij zich doelen voor verdere verbetering moeten stellen, die worden opgenomen in een meerjarig schoolontwikkelingstraject. Ze zal vervolgens dienen na te gaan wat de effecten van die verbeteractiviteiten zijn en zal daarover dienen te communiceren met de betrokken geledingen. Het geheel kenmerkt zich door een cyclische aanpak. Kwaliteitsaspect 2: Toetsing Toelichting: Regelmatig nagaan of leerlingen de aangeboden leerstof beheersen en/of bepaalde leerdoelen bereikt hebben, is belangrijk. Bovendien kan uit de opbrengsten van het onderwijs worden afgeleid hoe een school haar functies vervult en haar doelstellingen bereikt. Derhalve gaat de inspectie na in hoeverre de school de kwaliteit van toetsinstrumenten en het juiste gebruik ervan garandeert. Kwaliteitsaspect 3: Leerstofaanbod Toelichting: Het leerstofaanbod, dat de kennis, vaardigheden en houdingen bepaalt die leerlingen door het onderwijs kunnen verwerven, dient leerlingen in staat te stellen zich optimaal te ontwikkelen en voor te bereiden op het vervolgonderwijs. Daarom behoort het te voldoen aan de kerndoelen en te voorzien in een breed aanbod van kennis, vaardigheden en houdingen. Bovendien dient het voldoende structuur en samenhang te vertonen en afgestemd te zijn op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. Kwaliteitsaspect 4: Tijd Toelichting: Een noodzakelijke voorwaarde voor leren is dat leerlingen ook de tijd hebben om zich het leerstofaanbod eigen te maken. Een school behoort daarom voldoende onderwijstijd te programmeren en deze evenwichtig over de vakken te verdelen. Daarnaast dient de onderwijstijd efficiënt te worden ingezet en te worden afgestemd op de onderwijsbehoeften van leerlingen.


25

Kwaliteitsaspect 5: Onderwijsleerproces Toelichting: De onderwijsleersituaties dienen leerlingen voldoende gelegenheid, uitdaging en ondersteuning te bieden voor het leren. Daartoe behoort er sprake te zijn van een functionele en uitdagende leeromgeving, waarbinnen gestructureerde en doelmatige onderwijsactiviteiten plaatsvinden. De leerlingen dienen zich ondersteund en uitgedaagd te voelen. Er behoort sprake te zijn van een systematische en stimulerende begeleiding van onderwijsleerprocessen en van leerlingen die actief zijn gericht op leren. Bovendien dienen leraren de vorderingen en ontwikkeling van leerlingen te volgen en het onderwijsleerproces af te stemmen op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. Kwaliteitsaspect 6: Schoolklimaat Toelichting: De school hoort voor een veilig, ondersteunend en uitdagend schoolklimaat te zorgen. Dit dient tot uiting te komen in de positieve manier waarop personeelsleden en leerlingen met elkaar omgaan, in een aangename en motiverende omgeving voor leerlingen en leraren, in een goede betrokkenheid van ouders bij de school, in de functionele rol die de school speelt in de gemeenschap en in de zorg die er is voor veiligheid. Kwaliteitsaspect 7: Zorg en begeleiding Toelichting: De school behoort leerlingen systematisch te begeleiden tijdens hun schoolloopbaan en bij de keuze voor vervolgonderwijs. Daarnaast dient ze te zorgen voor een systematische begeleiding van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Daartoe is het nodig dat de school gunstige voorwaarden kent voor de begeleiding van leerlingen, dat er duidelijke procedures zijn voor in-, door- en uitstroom en dat er functionele contacten zijn met scholen waar leerlingen vandaan komen of naartoe gaan. Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften behoren tijdig te worden gesignaleerd en ook op planmatige wijze hulp te krijgen. De school behoort ouders in voldoende mate bij de begeleiding te betrekken. Kwaliteitsaspect 8: Opbrengsten Toelichting: Bij het kwaliteitsaspect opbrengsten wordt nagegaan of de prestaties van leerlingen ten minste het niveau hebben dat op grond van de kenmerken van de populatie leerlingen verwacht mag worden. Dit betreft zowel de leerresultaten aan het einde als gedurende de schoolperiode, alsook de beheersing van een aantal vaardigheden die voor maatschappelijk functioneren gewenst zijn. Daarnaast is er aandacht voor aantallen zittenblijvers en verwijzingen in relatie tot het totaal aantal leerlingen van de school. Ten slotte worden ook de adviezen voor het voortgezet onderwijs en het functioneren van de leerlingen in het voortgezet onderwijs hierbij betrokken.


26

RAPPORT PERIODIEK KWALITEITSONDERZOEK NTC Perth, Australië

Recommend Documents