Rapport
NAAR EEN GEZONDE LUCHT IN GELDERLAND Gezondheid meewegen in besluitvorming fysieke leefomgeving
Moniek Zuurbier Rik van de Weerdt November 2015 Met medewerking van Chris Zwerver, GGD Gelderland-Midden, Lex Groenewold, GGD Noord- en OostGelderland en Anoek Besselink, GGD Gelderland-Zuid
www.vggm.nl
2
Inhoudsopgave Samenvatting: Veel gezondheidswinst te behalen onder de normen
4
Voorwoord: GGD ondersteunt gemeenten en provincie in hun acties voor gezonde lucht
5
1. Luchtverontreiniging heeft grote invloed op gezondheid 1.1 Luchtverontreiniging veroorzaakt 4 á 5% van de totale ziektelast 1.2 Indicatoren van luchtverontreiniging
6 6 7
2. Grote verschillen in luchtverontreiniging in Gelderland 2.1 Grote verschillen in luchtverontreiniging bij woningen in Gelderland 2.2. Zes procent van de Gelderlanders woont dichtbij een drukke weg
8 8 12
3. Hoeveel mensen worden ziek of sterven door luchtverontreiniging in Gelderland? 3.1 De berekening van gezondheidseffecten van luchtverontreiniging 3.2 Luchtverontreiniging in Gelderland is gelijk aan 8 tot 12 sigaretten meeroken per dag
13 13 13
4. Hoe kunnen provincie en gemeenten gezondheid meewegen? 4.1 GGD kan inzicht geven in totale ziektelast door luchtverontreiniging 4.2 GGD kan inzicht geven in gezondheidseffecten van lokale maatregelen
16 16 17
5. Gemeenten en provincie mede verantwoordelijk voor schone lucht 5.1 Aanbevelingen voor provincie Gelderland 5.2 Aanbevelingen voor gemeenten
20 20 21
6. Literatuur
22
Bijlage 1: Tabel concentraties luchtverontreiniging per gemeenten Bijlage 2: PM10 concentraties van woningen gemiddeld per buurt in 2013 Bijlage 3: PM2,5 concentraties van woningen gemiddeld per buurt in 2013 Bijlage 4: EC concentraties van woningen gemiddeld per buurt in 2013 Bijlage 5: Overzicht van gemeenten met gevoelige bestemmingenbeleid
23 25 26 27 28
3
Samenvatting: Veel gezondheidswinst te behalen onder de normen Luchtverontreiniging veroorzaakt veel gezondheidseffecten en beïnvloedt de kwaliteit van leven, ook als aan de wettelijke normen wordt voldaan. Circa 4 - 5 % van de totale Nederlandse ziektelast wordt veroorzaakt door luchtverontreiniging, zo ook in Gelderland. In dit rapport is berekend dat Gelderlanders gemiddeld 400 dagen eerder overlijden als gevolg van blootstelling aan luchtverontreiniging. Sterfte is slechts het topje van de ijsberg. De luchtverontreiniging in Gelderland veroorzaakt jaarlijks 520.000 verzuimdagen, daarmee veroorzaakt luchtverontreiniging 6% van alle verzuimdagen. Luchtverontreiniging veroorzaakt jaarlijks 61.000 dagen met astmaklachten bij kinderen, ook 6%. 160 gevallen van longkanker worden jaarlijks in Gelderland toegeschreven aan luchtverontreiniging, dat is 11% van alle gevallen van longkanker in Gelderland. 820 volwassenen worden jaarlijks gediagnostiseerd met chronische bronchitis als gevolg van de luchtverontreiniging in Gelderland, dat is 21% van het totaal aantal volwassenen dat jaarlijks chronische bronchitis ontwikkelt. En 280 baby’s in Gelderland die op tijd worden geboren hebben jaarlijks een te laag geboortegewicht door luchtverontreiniging, met alle gezondheidsrisico’s van dien. Dat is 20% van alle op tijd geboren baby’s met een te laag geboortegewicht in Gelderland. De gezondheidseffecten zijn het gevolg van de heersende concentraties in de provincie Gelderland, welke vrijwel geheel voldoen aan de wettelijke normen. De bijdrage van enkele knelpunten, waar de wettelijke norm niet gehaald wordt, is verwaarloosbaar. De gezondheidseffecten van luchtverontreiniging in Gelderland zijn vergelijkbaar met de gezondheidseffecten van het passief roken van 10 sigaretten per dag. De verschillen in Gelderland zijn groot. Langs snelwegen en drukke provinciale en binnenstedelijke wegen zijn de concentraties luchtverontreiniging aanzienlijk hoger. De concentraties kunnen daar drie keer zo hoog zijn als op rustige plekken in de Achterhoek. Ongeveer 6% van de Gelderlanders woont dichtbij snelwegen of drukke provinciale of binnenstedelijke wegen. Het rapport geeft middels kaarten en tabellen inzicht in de concentraties luchtverontreiniging (PM10, PM2,5, NO2 en roet) en gezondheidseffecten daarvan. Daarnaast worden in dit rapport voorbeelden gegeven waarbij gezondheidseffecten berekend kunnen worden van maatregelen die de luchtkwaliteit beïnvloeden. Voor het verbeteren van de gezondheid en het vergroten van de kwaliteit van leven van de Gelderlanders is het van groot belang om gezondheidseffecten van luchtverontreiniging uitdrukkelijk mee te wegen in besluitvorming rondom infrastructurele projecten en ruimtelijke ordening. Bij voorkeur wordt ook gekeken naar gezondheidseffecten van blootstelling aan geluid. Alleen kijken naar de wettelijke normen van luchtverontreiniging (en geluid) is niet voldoende, de normen zijn niet gezondheid beschermend. Onder de normen kunnen provincie en gemeenten veel gezondheidswinst behalen.
4
Voorwoord: GGD ondersteunt gemeenten en provincie in hun acties voor gezonde lucht Luchtverontreiniging veroorzaakt veel gezondheidseffecten, ook onder de normen. Circa 4 - 5 % van de totale Nederlandse ziektelast wordt veroorzaakt door luchtverontreiniging. Bij infrastructurele projecten en ruimtelijk ordening vraagstukken, wordt door veel beleidsmakers alleen gekeken naar de normen voor luchtverontreiniging. Er kan veel gezondheidswinst geboekt worden wanneer ook de gezondheidseffecten van luchtverontreiniging onder de normen in kaart wordt gebracht en meegewogen in de besluitvorming. Bij voorkeur wordt hierbij ook gekeken naar gezondheidseffecten van geluid. In dit rapport laten de Gelderse GGD’en zien hoe groot de blootstelling aan luchtverontreiniging is in Gelderland en wat de omvang is van de gezondheidseffecten daarvan. De GGD heeft dit onderzoek uitgevoerd in samenwerking met de provincie Gelderland. Het doel van het rapport is om het belang van het verbeteren van de luchtkwaliteit aan te geven en om inzicht te geven in hoe de GGD gemeenten en provincie kan ondersteunen op het gebied van luchtverontreiniging. In het rapport wordt aan de hand van voorbeelden toegelicht hoe GGD’en de gezondheidseffecten van luchtverontreiniging voor gemeenten en provincie inzichtelijk kunnen maken. Tot slot worden enkele aanbevelingen gedaan voor beleid en maatregelen die door provincie Gelderland en gemeenten genomen kunnen worden om de luchtkwaliteit te verbeteren. De gegevens over luchtverontreiniging in Gelderland die in dit rapport gebruikt zijn, zijn voor gemeenten op buurtniveau in te zien op de Atlas Leefomgeving (www.atlasleefomgeving.nl). Gemeenten kunnen deze data bij de provincie Gelderland opvragen en de teams Milieu en Gezondheid van de GGD vragen voor gezondheidsberekeningen en beleidsadvies.
5
Hoofdstuk 1: Luchtverontreiniging heeft grote invloed op gezondheid
In dit hoofdstuk wordt stilgestaan bij de invloed die luchtverontreiniging (met name door gemotoriseerd wegverkeer) heeft op de gezondheid van de gemiddelde Nederlandse populatie en welke luchtverontreinigende stoffen daarvoor verantwoordelijk zijn op nationaal, regionaal en lokaal (stad, wijk, buurt) niveau.
1.1 Luchtverontreiniging veroorzaakt 4 á 5% van de totale ziektelast Milieufactoren zijn verantwoordelijk voor 5,7% van de totale ziektelast in Nederland (figuur 1.1). Vroegtijdige sterfte als gevolg van chronische blootstelling aan luchtverontreiniging is het overgrote deel (bijna 80%) van de gezondheidslast door milieufactoren (figuur 1.2). In totaal wordt dus zo’n 4 á 5% van de ziektelast in Nederland veroorzaakt door luchtverontreiniging. Dit is een ondergrens, omdat nog niet alle effecten van luchtverontreiniging bekend of getalsmatig uit te drukken zijn.
Figuur 1.1 Bijdrage van verschillende determinanten aan de totale ziektelast (percentages kunnen niet bij elkaar opgeteld worden) [RIVM 2014]
Figuur 1.2. Milieugerelateerde ziektelast in Nederland [RIVM 2014]
6
De luchtkwaliteit heeft grote invloed op de kwaliteit van leven. Luchtverontreiniging veroorzaakt een groot aantal gezondheidseffecten, zoals luchtwegaandoeningen en hart- en vaatziekten. Daarnaast zijn er effecten op diabetes, op neurologische aandoeningen en op de groei van het ongeboren kind [WHO 2005, van der Zee et al. 2008, WHO 2013a]. De negatieve effecten van luchtverontreiniging zijn met name gerelateerd aan luchtverontreiniging afkomstig van verbrandingsprocessen; verkeer is een belangrijke bron. In delen van Gelderland is ook veehouderij een belangrijke bron van fijn stof. Dit rapport richt zich met name op luchtverontreiniging veroorzaakt door het gemotoriseerde wegverkeer. Er is geen veilige grens waaronder luchtverontreiniging geen schadelijke effecten veroorzaakt. De wettelijke grenswaarden die gehanteerd worden in Europa en in Nederland zijn gebaseerd op onderzoek dat inmiddels al meer dan 15 jaar oud is. De grenswaarden zijn ook geen gezondheidskundige normen in strikte zin, maar een afweging van gezondheidseffecten en economische haalbaarheid. Ook bij concentraties ver onder de EU-normen veroorzaakt luchtverontreiniging gezondheidseffecten [WHO 2005, van der Zee et al. 2008, WHO 2013a]. 1.2 Indicatoren van luchtverontreiniging De belangrijkste indicatoren van verkeersgerelateerde luchtverontreiniging zijn NO2, fijn stof (PM10 en PM2,5), roet en ultrafijn stof. In tabel 1.1 staan de belangrijkste eigenschappen van deze indicatoren en het schaalniveau waarop deze indicatoren kunnen worden toegepast. De bruikbaarheid van de betreffende luchtindicatoren hangt samen met variatie in luchtconcentraties op verschillende schaalniveaus. Ook afstand tot de bron is een indicator voor de blootstelling aan luchtverontreiniging. Er zijn vele studies die een relatie hebben gelegd tussen wonen op een bepaalde afstand van een weg en gezondheidseffecten. Een afstandsmaat kan bijvoorbeeld geadviseerd worden in ruimtelijke planvorming. GGD’en adviseren om binnen 300 meter van een snelweg en op korte afstand van drukke provinciale en binnenstedelijke wegen (meer dan 10.000 motorvoertuigen per etmaal) geen nieuwe gevoelige bestemmingen te bouwen, zoals scholen, kinderdagverblijven, zorginstellingen met langdurige bewoning en woningen [van der Zee et al. 2008]. Al langer wordt onder andere door de GGD gerekend aan het aantal dagen/weken/maanden dat mensen eerder overlijden als gevolg van blootstelling aan luchtverontreiniging. Sterfte is echter slechts het topje van de ijsberg van de totale ziektelast die wordt veroorzaakt door luchtverontreiniging. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft recent alle tot nu toe bekende gezondheidseffecten en gevalideerde dosis-responsrelaties voor luchtverontreiniging gerapporteerd [WHO 2013b]. De GGD’en Gelderland-Midden en Amsterdam hebben deze relaties samen met het RIVM omgezet in een rekenmodel om de ziektelast van luchtverontreiniging in Nederland te kunnen uitdrukken [van der Zee & Woudenberg 2015]. Tabel 1.1 Indicatoren voor luchtverontreiniging [Zuurbier, Van de Weerdt & Fischer 2014] Luchtindictaor
Beschrijving
Schaalniveau indicator
PM10 (fijn stof) PM2,5 (fijn stof) Ultrafijn stof Roet
Deeltjes kleiner dan 10 micrometer Deeltjes kleiner dan 2,5 micrometer Deeltjes kleiner dan 100 nanometer (0,1 micrometer) Zwarte koolstofdeeltjes, grootte van 10 tot 300 nanometer. Roet is een verzamelnaam voor zwarte rook (BS), Black Carbon (BC) elementair koolstof (EC) Indicator voor het mengsel verkeersgerelateerde luchtverontreiniging.
Nationaal / regionaal Nationaal / regionaal Lokaal Lokaal
NO2
Nationaal / regionaal / lokaal
Tabel 1.1 laat zien dat PM10 en PM2,5 geschikt zijn voor berekeningen van gezondheidseffecten op nationaal en regionaal niveau, terwijl roet gebruikt kan worden voor berekeningen op lokaal niveau (stad, wijk, buurt). NO2 is bruikbaar op alle schaalniveaus. .
7
Hoofdstuk 2: Grote verschillen in luchtverontreiniging in Gelderland Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de berekende concentraties PM10, PM2,5, NO2 en roet aan de gevel van alle woningen in Gelderland. De verdeling van de concentraties bij de woningen wordt getoond en er wordt een verklaring gegeven van de verschillen in concentraties in relatie tot de geografische ligging.
2.1 Grote verschillen in luchtverontreiniging bij woningen in Gelderland De Provincie Gelderland heeft de concentraties PM10, PM2,5, NO2 en EC (een maat voor roet) per pand laten doorrekenen voor de jaren 2013, 2015 en 2020, op basis van de BAG (Basisregistraties Adressen en Gebouwen) en de Monitoringstool versie 2014 [Wijnja 2014]. In deze berekeningen wordt gebruik gemaakt van achtergrondniveaus en lokale bijdragen van wegverkeer. Lokaal kunnen ook andere bronnen dan wegverkeer zorgen voor verhoogde concentraties, bijvoorbeeld scheepvaart, houtrook, brommers en scooters houtrook. Deze bronnen zijn alleen meegenomen in de achtergrondconcentraties. Hierdoor en door aannames in de modellen kunnen er lokaal flinke verschillen zijn tussen berekende en gemeten concentraties. In dit rapport zijn alleen de concentraties van 2013 gebruikt, omdat er twijfels zijn over de juistheid van de toekomstige emissiefactoren [Kadijk, Ligterink & Spreen 2015]. De concentraties van 2013 zijn gebaseerd op modelberekeningen die zijn gevalideerd met metingen, dus deze zijn wel betrouwbaar. In totaal zijn er concentraties uitgerekend voor 820.000 panden. In dit rapport zijn alleen de concentratiegegevens van de 700.000 woningen uit het bestand gebruikt, omdat mensen de meeste tijd in/bij woningen verblijven en dat dus de belangrijkste locatie is wat betreft luchtverontreiniging en gezondheid. De 2000 panden met onderwijsfunctie en de 1600 panden met gezondheidszorgfunctie zijn in dit rapport buiten beschouwing gelaten omdat er geen verdere informatie was over welke type onderwijs en zorg, dus geen informatie over welke groepen hoe lang in deze panden verblijven. Daarnaast zijn dit zo weinig gebouwen ten opzichte van het aantal woningen, dat de gemiddelde concentraties per buurt of gemeente er nauwelijks door zullen worden beïnvloed. Tabel 2.1 geeft de gemiddelde concentraties luchtverontreiniging voor alle woningen in Gelderland. Tevens zijn de laagste en hoogste waarden weergegeven in de tabel. Tabel 2.1 Berekende concentraties luchtverontreiniging in Gelderland in 2013
Luchtindicator
Gemiddelde
Laagste
Hoogste
PM10 (µg/m³)
21,2
18,3
30,4
PM2,5 (µg/m³)
13,8
11,5
17,2
NO2 (µg/m³)
19,1
11,8
43,3
EC (µg/m³)
0,81
0,51
2,23
Figuur 2.1 geeft inzicht in de verschillen in blootstelling aan luchtverontreiniging tussen woningen in Gelderland. De gemiddelde concentraties luchtverontreiniging bij woningen in Gelderland is vergelijkbaar met de gemiddelden voor heel Nederland [Compendium voor de leefomgeving, 2015]. In tabel 2.1 en figuur 2.1 is duidelijk te zien dat de verschillen in concentraties PM10 en PM2,5 tussen woningen het kleinst zijn en de verschillen in concentraties NO2 en EC het grootst. De concentraties PM10 en PM2,5 zijn namelijk grotendeels afkomstig van regionale achtergrondconcentraties, de lokale bijdrage aan PM10 en PM2,5 is daardoor klein. De lokale bijdrage aan NO2 en EC is veel hoger, waardoor de verschillen in concentraties tussen gebieden met veel en weinig wegverkeer groot zijn.
8
Figuur 2.1 Spreiding concentraties PM10, PM2.5, NO2 en EC bij woningen in Gelderland in 2013
Figuur 2.2 geeft een kaart met de gemiddelde concentraties PM10, PM2,5, NO2 en EC bij woningen op gemeenteniveau in Gelderland. Figuur 2.3 geeft een kaart van de gemiddelde concentraties NO2 van woningen op buurtniveau1 in Gelderland.
1
De buurtindeling is conform de CBS indeling (CBS Statline, kerncijfers Wijken en Buurten 2013). Het CBS definieert Buurt als volgt: Onderdeel van een gemeente, dat op basis van historische dan wel stedenbouwkundige kenmerken homogeen is afgebakend. Homogeen wil zeggen dat één functie dominant is, bijvoorbeeld woonfunctie (woongebied), werkfunctie (industriegebied) of recreatieve functie (natuurgebied). Functies kunnen echter ook gemengd voorkomen. De gemeenten in Nederland zijn onderverdeeld in wijken en buurten. Buurten vormen het laagste regionale niveau. Wijken zijn optellingen van één of meer aaneengesloten buurten. De gemeente bepaalt zelf de indeling in wijken en buurten. Het CBS coördineert landelijk deze indeling.
9
Figuur 2.2 PM10, PM2,5, NO2 en EC concentraties van woningen gemiddeld per gemeente in 2013. De gemeenten Groesbeek, Millingen aan de Rijn en Ubbergen zijn in deze figuur samengenomen tot één gemeente i.v.m. de gemeentelijke herindeling van 2015.
10
Figuur 2.3 NO2 concentraties van woningen gemiddeld per buurt in 2013
11
In Bijlage 1 is een tabel opgenomen met de gemiddelde concentratie van PM10, PM2,5, NO2 en EC bij woningen in 2013 per gemeente. Hierin staan ook de 95-percentielen aangegeven om de spreiding binnen gemeenten aan te geven. In Bijlage 2 - 4 worden op kaarten de concentraties PM10, PM2,5 en EC van woningen in 2013 per buurt in Gelderland gegeven. Uit de figuren 2.2 en 2.3 blijkt dat PM10 concentraties het hoogst zijn in de Gelderse Vallei, met name als gevolg van fijn stof van veehouderij, en in de Betuwe en regio Arnhem-Nijmegen, met name als gevolg van verkeer. PM2,5 concentraties zijn het hoogst bij woningen in gemeenten in het zuiden van Gelderland. NO2 en EC zijn gevoeligere indicatoren voor lokale bijdragen van wegverkeer aan luchtverontreiniging. Dat is duidelijk te zien aan de hoge concentraties NO2 en EC in met name Arnhem en Nijmegen. Woningen in gemeenten in het noorden en oosten van de provincie hebben de laagste concentraties luchtverontreiniging van Gelderland. In figuur 2.3 is te zien dat concentraties NO2 het hoogst zijn in buurten rondom de grotere snelwegen A1, A2, A15, A30 en A325 en in buurten in het centrum van enkele steden in Gelderland. De hoogste concentraties NO2 zijn bij woningen in buurten in Arnhem en Nijmegen.
2.2. Zes procent van de Gelderlanders woont dichtbij een drukke weg Afstand tot een drukke weg is ook een goede indicator voor gezondheidseffecten van luchtverontreiniging. Wonen en naar school gaan langs een drukke weg gaan gepaard met meer gezondheidseffecten [van der Zee et al. 2008]. De GGD adviseert geen nieuwe gevoelige bestemmingen te bouwen binnen 300 meter van een snelweg of direct aan een drukke provinciale of binnenstedelijke weg (zie paragraaf 1.2). In 2012 is het aantal gevoelige bestemmingen in Gelderland binnen 300 meter van een snelweg en binnen 50 meter van een drukke provinciale of binnenstedelijke weg in kaart gebracht (tabel 2.2) [Zwerver & Zuurbier, 2012]. Ongeveer zes procent van de gevoelige bestemmingen in Gelderland ligt dichtbij een drukke weg. Tabel 2.2 Gevoelige bestemmingen (scholen, kinderopvang en zorgvoorzieningen), woningen en aantal mensen nabij drukke wegen (meer dan 10.000 motorvoertuigen per etmaal) in Gelderland Bestemming
Aantal bestemmingen binnen 300 meter van de
Percentage van het totaal in Gelderland
snelweg en 50 meter van drukke provinciale en gemeentewegen Scholen
Circa 30
Circa 3%
Kinderopvang
Circa 45
Circa 3,5%
Zorgvoorzieningen
Circa 35
Circa 6%
Woningen
Circa 52.000
Circa 6%
Aantal mensen*
Circa 115.000
Circa 6%
* In 2009 woonden er in Nederland gemiddeld 2,23 personen per huishouden (CBS). Dit getal is gebruikt om het aantal bewoners van woningen te schatten
12
Hoofdstuk 3: Hoeveel mensen worden ziek of sterven door luchtverontreiniging in Gelderland? In dit hoofdstuk wordt berekend hoeveel mensen in Gelderland ziek worden door of sterven aan de blootstelling aan PM2,5. Tevens is aangegeven welk aandeel PM2,5 heeft in de totale ziektelast van een bepaald gezondheidseffect. Om de omvang van de gezondheidseffecten door luchtverontreiniging nader te duiden is een vergelijking gemaakt met het passief meeroken van sigaretten. Vroegtijdig overlijden is met kaartmateriaal inzichtelijk gemaakt.
3.1 De berekening van gezondheidseffecten van luchtverontreiniging GGD Gelderland-Midden, GGD Amsterdam en het RIVM hebben een rekenmethode opgesteld om met behulp van de gegevens van de Wereldgezondheidsorganisatie WHO, PM2,5 of PM10 concentraties te kunnen doorrekenen in ziektelast in Nederlandse situaties [van der Zee & Woudenberg 2015]. In 2013 heeft de WHO een overzichtsartikel gepubliceerd van studies naar gezondheidseffecten van luchtverontreiniging [WHO 2013a]. Ook heeft de WHO op basis van deze studies blootstelling-respons relaties gepubliceerd [WHO 2013b]. Met behulp van deze blootstelling-respons relaties kan voor een aantal ziekten worden berekend hoeveel ziektelast ontstaat door blootstelling aan bepaalde concentraties luchtverontreiniging. De WHO heeft een flink aantal blootstelling-respons relaties kunnen opstellen voor blootstelling aan PM10 en PM2,5. Voor NO2 zijn maar enkele blootstelling-respons relaties berekend wegens gebrek aan epidemiologische gegevens. Er zijn nog onvoldoende epidemiologische gegevens beschikbaar om te kunnen rekenen met EC of andere maten voor roet, omdat dit veel minder onderzocht is. PM10 en PM2,5 concentraties zijn in Nederland hoog gecorreleerd en kunnen in elkaar omgerekend worden. In de rekenmethode van GGD Gelderland-Midden, GGD Amsterdam en het RIVM is vroegtijdige sterfte berekend uit de gecombineerde blootstelling aan PM2,5 én NO2 op basis van de recente Nederlandse DUELS studie [Fischer et al. 2015]. Deze nieuwe rekenmethode kan worden toegepast op redelijk grote gebieden, waarbij wordt aangenomen dat de bevolkingssamenstelling voor wat betreft leeftijdsopbouw niet veel afwijkt van de landelijke bevolkingssamenstelling. Ook kan vroegtijdige sterfte met alleen PM10, PM2,5, NO2 of roet worden berekend op basis van andere studies [Zuurbier, van de Weerdt & Fischer 2014]. GGD Amsterdam heeft daarnaast een nieuwe methode ontwikkeld om gezondheidsschade van luchtverontreiniging te vergelijken met gezondheidsschade door passief meeroken van sigaretten [van der Zee & Hoek 2014]. Bovenstaande methodes zijn in dit hoofdstuk gebruikt om gezondheidseffecten van luchtverontreiniging in Gelderland te berekenen en te vergelijken met passief roken.
3.2 Luchtverontreiniging in Gelderland is gelijk aan 8 tot 12 sigaretten meeroken per dag In tabel 3.1 staat de ziektelast die jaarlijks in Gelderland wordt veroorzaakt door blootstelling aan PM2,5. Vroegtijdig overlijden is berekend uit de gecombineerde blootstelling van PM2,5 en NO2.
13
Tabel 3.1 Jaarlijkse ziektelast in Gelderland door PM2,5 (Gemiddelde PM2,5 en NO2 concentraties bij woningen in Gelderland zijn 13,8 µg/m³ en 19,1 µg/m³) Aandeel ziektelast door PM2,5
Jaarlijkse ziektelast door PM2,5 in Gelderland
Absoluut Postneonatale sterfte (1 – 12 maanden)**
Percentage* 1-2
8%
27000
15%
Incidentie chronische bronchitis volwassenen (18+ jaar)
820
21%
Ziekenhuis(spoed)opnames hart- en vaatziekten
290
1%
Ziekenhuis(spoed)opnames luchtwegaandoeningen
250
3%
2400000
6%
520000
6%
61000
6%
Longkanker (18+ jaar)
160
11%
Laag geboortegewicht bij op tijd geboren kinderen
280
20%
2,1%
n.v.t.
400 dagen
n.v.t.
10 sigaretten
n.v.t.
Aantal dagen met bronchitis bij kinderen (6-12 jaar)
Dagen met beperkte activiteit (inclusief verzuim, ziekenhuis, symptoomdagen) Verzuimdagen (werkdagen, 20 – 65 jaar) Dagen met astmaklachten bij kinderen met astma (5-19 jaar)
Afname in longfunctie bij kinderen, % reductie in FEV1 (6-12 jaar) Vroegtijdig overlijden (op basis van PM2,5 én NO2) Vroegtijdig overlijden (per persoon) Vergelijking PM2,5 concentraties met passief roken Concentratie PM2,5 is vergelijkbaar met het passief roken van (per persoon)
per dag * Dit is het aandeel in de ziektelast veroorzaakt door PM2,5 ten opzichte van de totale ziektelast voor het specifieke effect. Bijvoorbeeld: 1 geval van postneonatale sterfte per jaar door luchtverontreiniging is 8% van alle gevallen van postneonatale sterfte ** Postneonatale sterfte is de sterfte in de leeftijd van 1 – 12 maanden
In hoofdstuk 1 is vermeld dat in Nederland 5,7% van de ziektelast wordt veroorzaakt door milieufactoren, waarvan bijna 80% door blootstelling aan luchtverontreiniging. In tabel 3.1 is te zien dat ook in Gelderland een aanzienlijk deel van de ziektelast wordt veroorzaakt door luchtverontreiniging. Het jaarlijks aantal verzuimdagen (van werk en school) en dagen met beperkte activiteiten (door minder goed lichamelijk functioneren) ten gevolge van luchtverontreiniging is groot. Procentueel gezien vallen juist bronchitis en laag geboortegewicht op: 20% van deze aandoeningen wordt in Gelderland veroorzaakt door luchtverontreiniging. Daarnaast wordt 11% van de gevallen van longkanker veroorzaakt door luchtverontreiniging. De longfunctie van kinderen in Gelderland is gemiddeld 2,1% lager als gevolg van de luchtverontreiniging. Dit is van belang omdat een slechtere longfunctie bij kinderen persistent is en doorwerkt in extra ziektelast bij volwassenheid [Goldizen, Sly & Knibbs 2015]. In tabel 2.2 is aangegeven dat 3% van de scholen en kinderdagverblijven en 6% van de woningen dichtbij drukke wegen liggen. De kinderen en volwassenen van deze locaties zijn gemiddeld blootgesteld aan hogere concentraties luchtverontreiniging en hebben daardoor een grotere kans op het ontwikkelen van de gezondheidseffecten die genoemd zijn in tabel 3.1. Mensen in Gelderland sterven gemiddeld 400 dagen eerder als gevolg van ziekten veroorzaakt door luchtverontreiniging. De variatie is echter groot: op sommige woonadressen sterven mensen gemiddeld 300 dagen vroeger, op andere adressen tot ruim 600 dagen vroeger door luchtverontreiniging. Figuur 3.1 toont de verschillen in vroegtijdige sterfte tussen buurten in Gelderland. De gezondheidseffecten door luchtverontreiniging in Gelderland zijn te vergelijken met gezondheidseffecten door het passief roken van gemiddeld 10 sigaretten per dag, maar ook dat varieert tussen Gelderlanders van 8 tot 12 sigaretten per dag.
14
Figuur 3.1 Vroegtijdige sterfte ten gevolge van luchtverontreiniging bij woningen gemiddeld per buurt in 2013
15
Hoofdstuk 4: Hoe kunnen provincie en gemeenten gezondheid meewegen? In dit hoofdstuk worden voorbeelden gegeven hoe de GGD de provincie en gemeenten kan ondersteunen bij het onderbouwen van beleid om verkeersgerelateerde luchtverontreiniging te verlagen. Dit wordt geïllustreerd aan de hand van berekeningen en kaartmateriaal.
4.1 GGD kan inzicht geven in totale ziektelast door luchtverontreiniging De GGD kan per gemeente of (delen van de) provincie de totale ziektelast als gevolg van luchtverontreiniging uitdrukken: het aantal verzuimdagen, het aantal mensen met longkanker, het aantal ziekenhuisopnames, etc. Deze informatie kan bijdragen aan de onderbouwing van nieuw of voortgezet luchtbeleid. In tabel 4.1 is een voorbeeld gegeven: De ziektelast in Arnhem door blootstelling aan luchtverontreiniging. Deze berekeningen kunnen alleen gedaan worden op basis van PM2,5 of PM10. Deze berekeningen lenen zich daarom niet voor het vergelijken van lokale maatregelen, omdat lokale maatregelen de concentraties PM10 en PM2,5 nauwelijks zullen beïnvloeden. Lokale maatregelen kunnen wel effect hebben op NO2 en EC, zie hieronder. Tabel 4.1 Jaarlijkse ziektelast in Arnhem door luchtverontreiniging (gemiddelde PM2,5 en NO2 concentratie in Arnhem zijn 14,5 µg/m³ en 23,1 µg/m³) Aandeel ziektelast door PM2,5
Jaarlijkse ziektelast door PM2,5 in Arnhem
Absoluut Postneonatale sterfte (1 – 12 maanden)**
Percentage* 0-1
8%
2100
16%
Incidentie chronische bronchitis volwassenen (18+ jaar)
60
22%
Ziekenhuis(spoed)opnames hart- en vaatziekten
20
1%
Ziekenhuis(spoed)opnames luchtwegaandoeningen
20
3%
180000
6%
41000
6%
Aantal dagen met bronchitis bij kinderen (6-12 jaar)
Dagen met beperkte activiteit (inclusief verzuim, ziekenhuis, symptoomdagen) Verzuimdagen (werkdagen, 20 – 65 jaar) Dagen met astmaklachten bij kinderen met astma (5-19 jaar)
4800
6%
Longkanker (18+ jaar)
10
12%
Laag geboortegewicht bij op tijd geboren kinderen
20
21%
2,2%
n.v.t.
460 dagen
n.v.t.
10 sigaretten
n.v.t.
Afname in longfunctie bij kinderen, % reductie in FEV1 (6-12 jaar) Vroegtijdig overlijden (op basis van PM2,5 én NO2) Vroegtijdig overlijden (per persoon) Vergelijking PM2,5 concentraties met passief roken Concentratie PM2,5 is vergelijkbaar met het passief roken van (per persoon)
per dag * Dit is het aandeel in de ziektelast veroorzaakt door PM2,5 ten opzichte van de totale ziektelast voor het specifieke effect. Bijvoorbeeld: 1 geval van postneonatale sterfte per jaar door luchtverontreiniging is 8% van alle gevallen van postneonatale sterfte ** Postneonatale sterfte is de sterfte in de leeftijd van 1 – 12 maanden
Wanneer de concentraties PM2,5 in Gelderland de WHO advieswaarde van 10 µg/m³ niet zouden overschrijden zou de ziektelast als gevolg van luchtverontreiniging aanzienlijk minder zijn. De ziektelast die wordt veroorzaakt door het verschil in de daadwerkelijke concentraties en de WHO advieswaarde is weergegeven in tabel 4.2.
16
Tabel 4.2 Jaarlijkse ziektelast in Gelderland door PM2,5 concentraties die hoger zijn dan de WHO advieswaarde van 10 µg/m³ Jaarlijkse ziektelast door PM2,5 in Gelderland door verschil met WHO advieswaarde van 10 µg/m³
Aandeel ziektelast door PM2,5 Absoluut
Postneonatale sterfte (1 – 12 maanden)** Aantal dagen met bronchitis bij kinderen (6-12 jaar) Incidentie chronische bronchitis volwassenen (18+ jaar)
Percentage* 0
2%
8000
4%
250
6%
Ziekenhuis(spoed)opnames hart- en vaatziekten
80
0%
Ziekenhuis(spoed)opnames luchtwegaandoeningen
70
1%
Dagen met beperkte activiteit (inclusief verzuim, ziekenhuis, symptoomdagen)
670000
2%
Verzuimdagen (werkdagen, 20 – 65 jaar)
150000
2%
17000
2%
Longkanker (18+ jaar)
50
3%
Laag geboortegewicht bij op tijd geboren kinderen
80
6%
0,6%
n.v.t.
80 dagen
n.v.t.
3 sigaretten
n.v.t.
Dagen met astmaklachten bij kinderen met astma (5-19 jaar)
Afname in longfunctie bij kinderen, % reductie in FEV1 (6-12 jaar) Vroegtijdig overlijden (op basis van PM2,5 én NO2) Vroegtijdig overlijden (per persoon) Vergelijking PM2,5 concentraties met passief roken Concentratie PM2,5 is vergelijkbaar met het passief roken van (per persoon)
per dag * Dit is het aandeel in de ziektelast veroorzaakt door PM2,5 ten opzichte van de totale ziektelast voor het specifieke effect. Bijvoorbeeld: 1 geval van postneonatale sterfte per jaar door luchtverontreiniging is 8% van alle gevallen van postneonatale sterfte ** Postneonatale sterfte is de sterfte in de leeftijd van 1 – 12 maanden
4.2 GGD kan inzicht geven in gezondheidseffecten van lokale maatregelen De GGD kan met behulp van de hiervoor beschreven methoden inzicht geven in gezondheidseffecten van lokale maatregelen, zoals een milieuzone, nieuwe (rond)wegen en aanpassingen in de doorstroming en maximumsnelheid. Met behulp van blootstellingsgegevens over de effecten van lokale maatregelen kan de GGD voor gemeenten en provincie de effecten op de gezondheid berekenen. Voor lokale maatregelen zijn NO2 en roet de meest geschikte indicatoren. Met behulp van deze indicatoren kan vroegtijdige sterfte worden berekend en kan worden berekend aan hoeveel passief gerookte sigaretten de effecten van de maatregelen gelijk staan. Waar mogelijk zal de GGD ook effecten van geluid op de gezondheid meenemen. In tabel 4.3 staan een aantal voorbeelden van activiteiten/situaties waarbij de GGD de gezondheidseffecten in beeld kan brengen.
17
Tabel 4.3 Voorbeelden van activiteiten waarbij de GGD gezondheidseffecten in beeld kan brengen Activiteit
Welk component
Welke gezondheidseffecten kunnen in beeld worden gebracht
Nieuwe rondweg: vergelijking van de nieuwe situatie met de oude
EC of NO2
situatie zonder rondweg
Vroegtijdige sterfte, vergelijking met aantal passief gerookte sigaretten, het aantal gevoelige bestemmingen in kaart brengen
OV-concessie: Vergelijking van verschillende emissie-eisen die
EC, NO2, mogelijk ook
Vroegtijdige sterfte, vergelijking met aantal
aan bussen gesteld kunnen worden
PM2,5*
passief gerookte sigaretten, het aantal gevoelige bestemmingen in kaart brengen. Met PM2,5 kan totale ziektelast doorgerekend worden.
Milieuzone: vergelijking van verschillende varianten van
EC, NO2, mogelijk ook
Vroegtijdige sterfte, vergelijking met aantal
milieuzone (grootte gebied milieuzone en keuze welk verkeer niet
PM2,5*
passief gerookte sigaretten, het aantal
meer wordt toegelaten)
gevoelige bestemmingen in kaart brengen. Met PM2,5 kan totale ziektelast doorgerekend worden.
Doortrekken snelweg
EC, NO2, PM2,5
Vroegtijdige sterfte, vergelijking met aantal passief gerookte sigaretten, het aantal gevoelige bestemmingen in kaart brengen. Met PM2,5 kan totale ziektelast doorgerekend worden.
Verbreding snelweg
EC, NO2, PM2,5
Vroegtijdige sterfte, vergelijking met aantal passief gerookte sigaretten, het aantal gevoelige bestemmingen in kaart brengen. Met PM2,5 kan totale ziektelast doorgerekend worden.
Verbetering doorstroming
EC, NO2
Vroegtijdige sterfte, vergelijking met aantal passief gerookte sigaretten, het aantal gevoelige bestemmingen in kaart brengen
* Bij een groot effectgebied kan bij OV-concessie en milieuzone ook met PM2,5 gerekend worden.
Als voorbeeld is doorgerekend wat de gezondheidseffecten zijn door het verbeteren van de luchtkwaliteit door Traverse Dieren. In Dieren wordt de doorstroming op de Burgemeester de Bruinstraat bevorderd door de aanleg van een 600 meter lange tunnelbak ter hoogte van station Dieren. Hiermee wordt de leefbaarheid van de omgeving verbeterd. Begin 2015 zijn de eerste werkzaamheden van start gegaan. Het project is naar verwachting in de loop van 2018 klaar. In dit voorbeeld is gekozen voor roet (EC) als indicator omdat lokale verschillen hiermee het beste zichtbaar gemaakt kunnen worden. Het gezondheidseffect is uitgedrukt als verloren levensdagen per persoon voor het gehele leven. De verloren levensdagen zijn berekend voor het verschil van de roetconcentratie ten opzichte van de achtergrondconcentratie om het effect van de Traverse te kunnen beoordelen. De verwachte verbetering van de achtergrondconcentraties wordt hierin dus niet meegenomen. In 2013 is het aantal verloren levensdagen van de lokale bijdrage aan luchtverontreiniging (dus zonder de grootschalige achtergrondconcentraties) gemiddeld 12 per persoon met een range variërend van 2 tot 62 dagen. Voor de situatie vanaf 2018, wanneer de Traverse is voltooid, bedraagt het gemiddelde aantal verloren levensdagen per persoon van de lokale bijdrage nog maar 4, variërend van 1 tot 26 dagen. Niet alleen zal de vroegtijdige sterfte afnemen, de gehele ziektelast zal afnemen en daardoor zal de kwaliteit van leven toenemen. In figuur 4.1 worden de verloren levensdagen per persoon per woning weergegeven. 18
Figuur 4.1 Verloren levensdagen door lokale bijdrage per persoon zonder (2013) en met (2020) Traverse Dieren
19
Hoofdstuk 5. Gemeenten en provincie mede verantwoordelijk voor schone lucht In dit hoofdstuk worden aanbevelingen gedaan voor provincie en gemeenten om de luchtkwaliteit in Gelderland te verbeteren.
De luchtkwaliteit is de afgelopen decennia flink verbeterd. Toch kan er juist op luchtkwaliteit nog veel gezondheidswinst geboekt worden wanneer de niveaus luchtverontreiniging nog verder dalen. Alle overheidsniveaus (EU, rijk, provincie en gemeenten) en ook burgers kunnen hieraan bijdragen. Hieronder volgen enkele aanbevelingen voor provincies en gemeenten, gericht op verlaging van verkeersgerelateerde luchtverontreiniging. De GGD kan in omvang beperkte adviezen uitvoeren vanuit het basispakket voor gemeenten. Grotere adviseringstrajecten kunnen worden uitgevoerd op offertebasis. 5.1 Aanbevelingen voor provincie Gelderland Voor Provincie Gelderland is er alle aanleiding deze handschoen op te pakken. De provincie heeft immers in de omgevingsvisie van 2014 als één van de twee centrale doelstellingen opgenomen: ‘Borgen van de kwaliteit en de veiligheid van de leefomgeving’. En vervolgt met ‘Ter versterking van het bevorderen van de kwaliteit en veiligheid van de leefomgeving gaat de provincie meer inzetten op de gevolgen voor de gezondheid’. Uit de dialoog met partners, betrokkenen uit de samenleving, beleid van andere overheden en eigen analyses, komt naar voren dat aandacht wordt gevraagd voor een benadering die meer gericht is op gezondheidseffecten dan op het al dan niet halen van bepaalde normen. Tot slot staat in de omgevingsvisie vermeld: ‘De provincie en haar partners streven er samen naar dat de lucht in Gelderland op lange termijn schoon is, vanwege het belang van een gezonde leefomgeving.’ (ref: Provincie Gelderland, 2015; Provincie Gelderland, Omgevingsvisie Gelderland, maart 2015) ). De Gelderse bevolking mag in dit opzicht dus wat van de provincie verwachten. De provincie doet al veel. Wat kan de provincie nog meer doen? Bij infrastructurele projecten rekening houden met luchtkwaliteit en gezondheid. Alternatieven en planscenario’s beoordelen/doorrekenen op gezondheidseffecten, niet (alleen) op normen. Gebruik hiervoor een indicator die geschikt is voor het meten van veranderingen in de lokale bijdrage, zoals NO2 of roet en vertaal dit door naar gezondheid. De GGD kan hierbij ondersteunen. Belangrijk is ook het meenemen van gezondheidseffecten van verkeersgerelateerd geluid. Dit geldt voor zowel bouw en aanpassing van wegen, maar ook bijvoorbeeld voor milieuzones, doorstromingsmaatregelen en veranderingen in de maximum snelheid. Bronbeleid continueren om de blootstelling aan luchtverontreiniging zo laag mogelijk te krijgen, ook als de EU-normen gehaald zijn. Gezonde leefomgeving betrekken bij andere werkvelden van de provincie, zoals mobiliteit, bewegingsbevordering (stimuleren van fietsen) en duurzaamheid/energie. Ondersteunen van gemeenten in gezond luchtbeleid, o.a. door het faciliteren van uitwisseling van kennis en ervaringen van gemeenten en provincie (o.a. via het Gelders Platform Milieu, sectie Lucht) en door het beschikbaar stellen van de luchtverontreinigingsgegevens per woonadres die beschreven zijn in dit rapport. Schoon vervoer blijven stimuleren in Gelderland en het eigen wagenpark zo schoon mogelijk maken. Het blijven stimuleren van fietsen, o.a. d.m.v. subsidies voor e-bikes, onderhoud en aanleg van (snel)fietsroutes en goede bewegwijzering voor fietsers.
20
Zelf verantwoordelijkheid blijven nemen én burgers, gemeenten en rijksoverheid aanspreken op hun (gedeelde) verantwoordelijkheid om de luchtkwaliteit te verbeteren. Invloed aanwenden op beleid van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu ten aanzien van o.a. Rijkswegen. De uitvoering van het luchtbeleid gebruiken als voorbereiding op de implementatie van de omgevingswet. In de omgevingswet gaat het om een brede belangen afweging die zich niet beperkt tot ruimtelijke relevantie en/of wettelijk gereguleerde componenten in de leefomgeving. In de toekomstige omgevingsvisie en omgevingsplan aandacht besteden aan gezonde luchtkwaliteit. Stimuleren dat aandacht voor gezondheid een wezenlijk onderdeel wordt van de (Plan)MER, meer dan alleen voldoen aan de wettelijke grenswaarden.
5.2 Aanbevelingen voor gemeenten Ook gemeenten doen het nodige maar kunnen beslist meer doen: Bij infrastructurele projecten rekening houden met luchtkwaliteit en gezondheid. Alternatieven beoordelen/doorrekenen op gezondheidseffecten. Gebruik hiervoor een indicator die geschikt is voor het meten van veranderingen in de lokale bijdrage, zoals NO2 of roet en vertaal dit door naar gezondheid. De GGD kan hierbij ondersteunen. Neem hierbij ook gezondheidseffecten van geluid mee. Dit geldt voor zowel bouw en aanpassing van wegen, maar ook bijvoorbeeld voor milieuzones, doorstromingsmaatregelen en veranderingen in de maximumsnelheid. Aanvullend beleid formuleren om te voorkomen dat nieuwe gevoelige bestemmingen gebouwd worden dichtbij drukke wegen. Landelijke wetgeving verbiedt alleen de bouw van nieuwe gevoelige bestemmingen (woningen vallen daar volgens deze AMvB niet onder) als er sprake is van overschrijding van de normen. Omdat de wettelijke normen niet gezondheidsbeschermend zijn én de genormeerde stoffen niet de meest geschikte indicatoren zijn voor verkeersgerelateerde luchtverontreiniging, adviseert de GGD om geen nieuwe gevoelige bestemmingen (inclusief woningen) te bouwen binnen 300 meter van snelwegen en binnen 50 meter van drukke provinciale en binnenstedelijke wegen (van der Zee et al., 2008). In bijlage 4 is een overzicht opgenomen van gemeenten in Nederland die al aanvullend beleid hebben geformuleerd. In Gelderland betreft dit tot nu toe alleen Harderwijk en Zutphen. Ten aanzien van bestaande situaties van gevoelige bestemmingen dichtbij drukke wegen, kunnen gemeenten onderzoeken hoe de lokale luchtkwaliteit kan worden verbeterd, bijvoorbeeld met locatiespecifieke bronmaatregelen, transmissiemaatregelen of receptormaatregelen. Gezonde leefomgeving betrekken bij andere werkvelden van gemeenten, zoals mobiliteit, bewegingsbevordering (stimuleren van fietsen), duurzaamheid/energie en gezond bouwen. Schoon vervoer stimuleren en het eigen wagenpark zo schoon mogelijk maken Zelf verantwoordelijkheid nemen én burgers, provincie en rijksoverheid aanspreken op hun verantwoordelijkheid om de luchtkwaliteit te verbeteren. Invloed aanwenden op beleid van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu ten aanzien van o.a. Rijkswegen. Het stimuleren van fietsen, o.a. d.m.v. subsidies voor e-bikes, onderhoud en aanleg van (snel)fietsroutes en goede bewegwijzering voor fietsers. De uitvoering van het luchtbeleid gebruiken als voorbereiding op de implementatie van de omgevingswet. In de omgevingswet gaat het om een brede belangen afweging die zich niet beperkt tot ruimtelijke relevantie en/of wettelijk gereguleerde componenten in de leefomgeving. In de toekomstige omgevingsvisie en omgevingsplan aandacht besteden aan gezonde luchtkwaliteit. 21
Hoofdstuk 6. Literatuur Compendium voor de leefomgeving, Dossier luchtkwaliteit in Nederland, http://www.compendiumvoordeleefomgeving.nl/dossiers/nl0076-luchtkwaliteit-inNederland.html?i=14-66, geraadpleegd op 13-7-2015) Fischer PH, Marra M, Ameling CB, Hoek G, Beelen R, de Hoogh K, Breugelmans O, Kruize H, Janssen NAH, Houthuijs D, Air Pollution and Mortality in Seven Million Adults: The Dutch Environmental Longitudinal Study (DUELS). Environmental Health Perspectives 123: 697-704, 2015 Goldizen FC, Sly PD, Knibbs LD. Respiratory Effects of Air Pollution on Children – State of the Art. Pediatric Pulmonology. Wiley Online Library. DOI 10.1002/ppul.23262. Wiley Periodicals 2015 Kadijk G, Ligterink N, Spreen J, On-road NOx and CO2 investigations of Euro 5 Light Commercial Vehicles, TNO, 2015 RIVM, Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014, http://www.eengezondernederland.nl/Heden_en_verleden/Determinanten (geraadpleegd op 148-2015) WHO. Health effects of transport-related air pollution, WHO Regional Office for Europe, Copenhagen, 2005 WHO. Review of evidence on health aspects of air pollution – REVIHAAP project: final technical report, Copenhagen, 2013a WHO. Health risks of air pollution in Europe – HRAPIE project Recommendations for concentration-response functions for cost-benefit analysis of particulate matter, ozone and nitrogen dioxide, Copenhagen, 2013b Wijnja G, Vaststellen aantal blootgestelden luchtkwaliteit in Gelderland, Lichtverkeer, Lettele, 2014 Zee SC van der, Walda IC, Dijkema MBA, Kwekkeboom J, van Riet NF, Zuurbier M, van Brederode N. GGD-richtlijn medische milieukunde: luchtkwaliteit en gezondheid, RIVM, 2008 Zee S van der, Hoek G, Luchtverontreiniging in perspectief, Informatieblad GGD Amsterdam, 2014 Zee S van der, Woudenberg F, Ziek door luchtverontreiniging in Amsterdam, Tijdschrift Lucht, 2015 Zuurbier M, Weerdt R van de, Fischer P. Rekenmethode gezondheidseffectschatting luchtkwaliteit en geluid: een handreiking voor GGD’en, 2014
22
Bijlage 1: Tabel concentraties luchtverontreiniging per gemeenten Tabel B1. Concentraties luchtverontreiniging van alle woningen per gemeente, gemiddelden en 95 percentielen (µg/m³) Gemeente
Aantal
PM10
PM2,5
NO2
EC
woningen Gem.
P95
Gem.
P95
Gem.
P95
Gem.
P95
Regio GGD Noord- en Oost Gelderland Aalten
10262
21,3
21,7
13,9
14,1
16,4
17,7
0,8
0,8
Apeldoorn
52328
20,5
21,0
13,2
13,6
18,9
21,8
0,8
0,9
Brummen
8416
20,4
20,5
13,3
13,4
16,3
17,5
0,7
0,7
19589
21,2
22,1
13,8
14,2
18,2
20,5
0,8
0,9
8215
19,1
19,4
12,1
12,3
14,1
15,4
0,6
0,6
11640
19,6
20,0
12,5
12,8
15,2
16,5
0,6
0,7
8813
20,0
20,4
12,8
13,1
15,8
17,1
0,7
0,8
Doetinchem Elburg Epe Ermelo Harderwijk
13607
20,0
20,4
12,9
13,2
17,5
19,9
0,7
0,8
Hattem
4424
18,9
19,0
12,0
12,2
15,9
16,9
0,6
0,7
Heerde
6833
19,1
19,5
12,2
12,4
14,5
15,8
0,6
0,7
Lochem
12872
20,1
20,5
12,9
13,2
16,0
18,2
0,7
0,7
Oldebroek
8172
19,0
19,4
12,0
12,2
15,2
17,7
0,6
0,7
Putten
8508
20,7
21,6
13,2
13,6
16,2
17,6
0,7
0,8
Voorst
8679
20,2
20,6
13,0
13,3
17,2
20,4
0,7
0,8
Winterswijk
10655
20,9
21,2
13,6
13,8
15,8
16,8
0,7
0,8
Zutphen
16003
20,7
21,2
13,4
13,6
18,1
19,8
0,8
0,8
Nunspeet
9520
19,0
19,4
12,2
12,5
13,9
15,5
0,6
0,7
15522
21,2
21,7
13,8
14,2
16,6
19,0
0,8
0,8
Oost-Gelre
11238
20,8
21,2
13,4
13,7
15,4
16,4
0,7
0,7
Berkelland
16921
20,3
20,7
13,1
13,3
14,9
15,9
0,6
0,7
Bronckhorst
14488
20,5
20,8
13,3
13,5
15,4
16,6
0,7
0,7
Montferland
13175
21,2
21,5
13,9
14,1
17,7
19,3
0,8
0,9
4317
21,4
21,9
14,3
14,7
18,1
19,8
0,9
1,0
Arnhem
43762
22,0
22,8
14,5
15,0
23,1
28,7
1,0
1,2
Barneveld
17034
22,3
24,4
13,9
14,5
19,2
23,0
0,8
0,9
Doesburg
4320
20,9
21,0
13,7
13,8
17,6
18,7
0,8
0,8
Duiven
9324
21,5
22,3
14,1
14,2
19,6
21,5
0,8
0,9
Ede
36386
22,2
23,9
14,2
14,9
20,1
23,9
0,8
1,0
Nijkerk
13891
21,2
22,0
13,7
14,3
19,5
21,6
0,8
0,9
Renkum
10712
21,2
21,4
13,9
14,1
20,1
22,5
0,8
0,9
Rheden
16382
21,0
22,0
13,8
14,6
19,9
24,5
0,8
1,0
626
21,0
21,4
13,8
14,0
20,2
21,5
0,9
0,9
Scherpenzeel
3380
21,9
22,8
13,9
14,3
17,8
1,91
0,7
0,8
Wageningen
8909
21,7
22,1
14,2
14,4
19,6
21,7
0,8
0,9
Westervoort
5850
21,7
22,0
14,3
14,5
21,1
23,8
0,9
1,0
Oude IJsselstreek
Regio GGD Gelderland-Midden Rijnwaarden
Rozendaal
23
Gemeente
Aantal
PM10
NO2
PM2,5
EC
woningen Gem.
P95
Gem.
P95
Gem.
Gem.
P95
P95
Regio GGD Gelderland-Midden Zevenaar
12388
21,4
22,0
14,0
14,3
19,4
21,4
0,8
0,9
Lingewaard
16620
21,8
22,5
14,3
14,7
20,2
22,4
0,9
0,9
Overbetuwe
17080
21,8
22,2
14,3
14,8
20,8
22,2
0,9
1,0
Regio GGD Gelderland-Zuid Beuningen
9292
21,9
22,2
14,5
14,7
22,4
24,3
0,9
1,0
Buren
9832
21,4
21,8
14,1
14,5
18,0
20,3
0,8
0,8
Culemborg
9286
21,6
21,8
14,4
14,5
19,5
20,5
0,8
0,9
Druten
6574
21,7
21,9
14,2
14,5
19,5
20,1
0,8
0,8
Geldermalsen
9706
21,8
22,1
14,4
14,6
20,9
22,8
0,8
0,9
13317
21,5
21,7
14,2
14,4
18,1
20,0
0,8
0,9
Groesbeek
7373
21,5
21,7
14,1
14,3
17,7
19,8
0,8
0,9
Millingen
2376
21,6
21,8
14,4
14,6
19,2
20,1
0,9
1,0
Groesbeek
aan de Rijn Ubbergen
3568
21,4
21,7
14,1
14,4
18,3
20,3
0,8
0,9
Heumen
5903
21,9
22,3
14,4
14,7
20,7
23,5
0,9
1,0
Maasdriel
9031
22,1
22,6
14,7
15,0
21,0
23,2
0,9
0,9
Nijmegen
47401
22,4
23,1
14,8
15,4
24,2
28,5
1,0
1,3
Tiel
13580
21,9
22,2
14,5
14,8
22,1
24,5
0,9
1,0
Wijchen
15142
22,1
22,3
14,5
14,8
21,0
24,1
0,9
1,0
Zaltbommel
9845
22,0
22,6
14,5
14,8
22,0
25,4
0,9
1,0
Neerijnen
4644
22,0
23,1
14,6
14,9
21,7
26,6
0,9
1,0
West Maas
7152
21,8
22,2
14,4
14,6
19,8
22,0
0,8
0,9
Lingewaal
4204
21,8
21,9
14,5
14,7
20,7
22,0
0,8
0,9
Neder-
7660
22,0
22,7
14,4
14,8
20,7
22,9
0,8
0,9
en Waal
Betuwe * Gemiddelden voor de nieuwe gemeente Groesbeek, die op 1-1-2015 is ontstaan uit de gemeenten Groesbeek, Millingen aan de Rijn en Ubbergen ** Gemiddelden voor de oude gemeenten Groesbeek, Millingen aan de Rijn en Ubbergen
24
Bijlage 2 PM10 concentraties van woningen gemiddeld per buurt in 2013
25
Bijlage 3 PM2,5 concentraties van woningen gemiddeld per buurt in 2013
26
Bijlage 4 EC concentraties van woningen gemiddeld per buurt in 2013
27
Bijlage 5: Overzicht van gemeenten met gevoelige bestemmingenbeleid In een aantal Nederlandse gemeenten is gevoelige bestemmingenbeleid opgesteld. De landelijke GGD Werkgroep Luchtkwaliteit en Gezondheid heeft daar een overzicht van gemaakt. Per gemeente wordt een korte beschrijving van het beleid gegeven. Doel van een gevoelige bestemmingenbeleid is om kwetsbare groepen, zoals ouderen, kinderen en mensen met luchtweg- of cardiovasculaire aandoeningen te beschermen. Onder de noemer gevoelige bestemmingen vallen o.a. scholen, kinderdagverblijven, bejaarden-, verzorgings- en verpleeghuizen. In sommige gemeenten worden ook woningen gerekend tot een gevoelige bestemming. Gemeenten met luchtkwaliteitsbeleid gerelateerd aan gevoelige bestemmingen: Amersfoort Amsterdam Best Den Haag Harderwijk Helmond Maastricht Rotterdam Utrecht Zutphen Gemeente Amersfoort: Milieubeleidsplan 2008-2011 In het Milieubeleidsplan is opgenomen dat locaties van nieuwe scholen en kinderdagverblijven tenminste 100 meter van autosnelwegen liggen. Leer meer: http://www.amersfoort.nl/milieu.html
Gemeente Amsterdam: Amsterdamse richtlijn gevoelige bestemmingen luchtkwaliteit 2009 Uitgangspunt in de richtlijn is dat binnen de zone van 300 meter van een snelweg, 50 meter van een provinciale weg en 50 meter van een stedelijke weg met meer dan 10.000 motorvoertuigen per etmaal, geen gevoelige bestemmingen worden geprojecteerd. Dit geldt voor nieuwe situaties. Van het uitgangspunt kan gemotiveerd worden afgeweken indien (bijzondere) omstandigheden en belangen hiertoe aanleiding geven. Indien men gevoelige bestemmingen langs drukke wegen wil realiseren, dan is het verplicht dat de GGD een toetsing uitvoert en aanbevelingen opstelt. Lees meer: http://www.ggdkennisnet.nl/thema/gezondheid-en-milieu/publicaties/publicatie/3396amsterdamse-richtlijn-gevoelige-bestemmingen-luchtkwaliteit
Gemeente Best: Luchtkwaliteitsplan 2009 Scholen, kinderdagverblijven en verzorgings-, verpleeg- en bejaardentehuizen mogen niet binnen 100 meter van de snelweg worden gerealiseerd. Bij wijzigen van of bij nieuwe bestemmingsplannen wordt ook ten behoeve van woonbestemmingen en sportvelden binnen 300 meter van de snelweg
28
Gemeente Den Haag Om te voorkomen dat er nieuwe knelpuntlocaties met gevoelige bestemmingen komen, wordt voortaan in verschillende fasen van planontwikkeling advies gevraagd aan de GGD. Voor de circa 80 locaties waar een gevoelige bestemming dicht bij een drukke weg ligt, wordt maatwerkadvies gegeven om de blootstelling aan luchtverontreiniging te verminderen. Lees meer: http://www.denhaag.nl/home/bewoners/natuur-en-milieu/to/Actieplan-Luchtkwaliteit-201520181.htm
Gemeente Harderwijk: Algemeen milieubeleidsplan 2009-2012 In Harderwijk mogen binnen 50 meter van provinciale wegen en de rijksweg geen nieuwe scholen (basisonderwijs, voortgezet onderwijs of overig onderwijs aan minderjarigen), kinderdagverblijven, bejaarden-, verzorgings- en verpleeghuizen worden gebouwd. Voor de contour van 50 tot 300 meter van de rijksweg moeten er zwaarwegende financiële, landschappelijke, stedenbouwkundige, verkeerskundige of vervoerskundige redenen zijn om deze functies binnen de contour te plaatsen. Het college beslist of de aangevoerde redenen hieraan voldoen. Lees meer: http://www.harderwijk.nl/organisatie/beleidsregels_3267/item/algemeen-milieubeleidsplan2009-2012_2981.html
Gemeente Maastricht: Gemeentelijk locatiebeleid De gemeente Maastricht heeft een gemeentelijk locatiebeleid. Dit locatiebeleid gaat nader in op locaties langs gemeentelijke wegen. Het besluit gevoelige bestemmingen gaat alleen in op rijksen provinciale wegen. Doel van de Maastrichtse beleidsnota is dat nieuwe bouwplannen en nieuwe functies op de ‘juiste’ locaties worden ingepland. Juiste locaties zijn locaties met de minste luchtverontreiniging, waarbij ‘gevoelige’ en ‘extra gevoelige’ groepen worden ontlast. Voor extra gevoelige functies (o.a. verpleeghuizen, kindercentra, scholen, sportvelden) is nieuwbouw in de eerstelijnsbebouwing van de hoofdwegenstructuur niet toegestaan. Lees meer: http://limburg.nl/Beleid/Milieu/Lucht/Ruimtelijke_ordening_en_locatiebeleid_luchtkwaliteit
Gemeente Rotterdam: Beleidsregel buitenklimaat: Luchtkwaliteit bij scholen en kinderopvang De 'Beleidsregel buitenklimaat: Luchtkwaliteit bij scholen en kinderopvang 2012' betreft zoneringsbeleid. Dit beleid is gericht op het tegengaan van nieuwe scholen en kinderopvang op locaties met een slechte kwaliteit van de buitenlucht. Uitgangspunt in de beleidsregel is dat binnen de zone van 100 meter van een snelweg en 50 meter van een stedelijke weg met meer dan 10.000 motorvoertuigen per etmaal, geen scholen (basisscholen en voortgezet onderwijs) en locaties voor kinderopvang (m.u.v. gastouderopvang) worden geprojecteerd. Dit geldt voor nieuwe planologische situaties. Bij het opstellen van een bestemmingsplan (of omgevingsvergunning voor het afwijken van een bestemmingsplan) waarin een school of kinderopvang planologisch mogelijk wordt gemaakt, wordt de beleidsregel standaard toegepast. De GGD heeft hierbij een adviserende rol. Er kan gemotiveerd worden afgeweken van de beleidsregel indien daarvoor zwaarwegende redenen zijn. Er wordt dan een expliciet bestuurlijk besluit genomen over het al dan niet in het plan mogelijk maken dat een school of kinderopvang zich binnen de zone kan vestigen.
29
Gemeente Utrecht: Utrechtse nota Volksgezondheid 2011-2014 ‘Duurzaam Gezond’ De gemeente Utrecht neemt in diverse fasen van de planontwikkeling een gezondheidsadvies op om daarmee de gezondheid te beschermen dan wel de potentieel schadelijke effecten te beperken. Luchtkwaliteit is één van de onderwerpen waarop advies gegeven wordt. Het advies is gebaseerd op o.a. de landelijke GGD-richtlijn Luchtkwaliteit en gezondheid. Een gezondheidsadvies wordt onder meer nuttig bevonden bij alle nieuwe bouwplannen voor gevoelige bestemmingen. Lees meer http://www.utrecht.nl/milieu/luchtkwaliteit/luchtkwaliteit-gezondheid/
Gemeente Zutphen: Uitvoeringsplan Luchtkwaliteit Bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen of bij veranderingen/wijzigingen voor gevoelige bestemmingen dient extra aandacht besteed te worden aan de consequenties voor de luchtkwaliteit. Dit geldt voor gevoelige bestemmingen binnen 50 meter van wegen met een verkeersintensiteit van meer dan 10.000 motorvoertuigen per etmaal. Uit nader onderzoek moet blijken of de ontwikkeling of verandering gewenst is en of er eventueel maatregelen noodzakelijk zijn.
30
A016
www.vggm.nl