RAPPORT LOOPBAANSCAN 2.0
Van: Administratienummer: Datum: Normgroep:
Kandidaat
de heer Consultant
Ixly
05 Apr 2013 Advies
Introductie
Voor u ligt het rapport van de Loopbaanscan. Hierin zijn de uitslagen van de vragenlijsten opgenomen. Het kan uw zelfinzicht versterken en ideeën bieden voor uw loopbaanontwikkeling. Het rapport volgt de indeling: “Wie ben ik? Wat wil ik? Wat kan ik?”. Door reflectievragen willen wij u aanzetten om na te denken over de resultaten en uw eigen conclusies te trekken. Wij wensen u veel succes bij het vervolg van uw loopbaan!
Inhoudsopgave Samenvatting
Deel A: Wie ben ik? Wat wil ik? Wat kan ik? A1. Wie ben ik? A2. Wat wil ik? A2.1. Uw drijfveren A2.2. Uw interesses A3. Wat kan ik? A3.1.Competenties, uw talent A3.2.Competenties, uw zelfbeoordeling
Deel B: Mijn ontwikkeling B1. Competentieanalyse B1.1. Mijn talent en zelfbeoordeling B1.2. Mijn talent en drijfveren B2. Ontwikkelsuggesties
Kandidaat, Loopbaanscan 2.0
pagina 2 van 27
Samenvatting Hieronder staan de belangrijkste resultaten van de Loopbaanscan samengevat. Dit kunt u zien als uw persoonlijk profiel.
Talent
Uw drijfveren
Besluitvaardigheid Aansturen van groepen Assertiviteit Organisatiesensitiviteit Optreden Delegeren
Dynamiek Profilering Taakuitdaging Autonomie Ondernemen Financiële beloning
Interesse in sectoren
Uw interesse in taken
Taal Administratie Advies en informatie (ICT) Planning en productiebegeleiding Bouw Communicatie Schoonmaak
Met de handen werken Fysiek inspannen Elektronische apparaten repareren Grote machines bedienen Machines repareren Met machines werken Lezen Creatief zijn Schrijven Rekenen
Kandidaat, Loopbaanscan 2.0
pagina 3 van 27
A1. Wie ben ik? In dit hoofdstuk treft u een beschrijving van uw persoonlijkheid op de vijf belangrijkste persoonlijkheidskenmerken aan.
Uw resultaten Invloed U komt uit deze persoonlijkheidsvragenlijst naar voren als iemand die aan de status van zijn werk redelijk belang hecht. Hoewel u het prettig vindt dat anderen uw functie interessant vinden, is aanzien voor u niet het belangrijkste. Het pure carrièrestreven relativeert u dan ook; u hoeft niet ten koste van alles de top te bereiken. U streeft geen specifiek hoge positie na. Daarnaast valt uit de door u gegeven antwoorden op te maken dat u geen bijzonder bepalende rol speelt in groepen en samenwerkingsverbanden. U stelt zichzelf eerder volgzaam dan sturend of overtuigend op. In veel situaties zult u zich afwachtend opstellen en als iemand de leiding heeft of neemt, kunt u zich daarin schikken. U brengt uw mening niet erg krachtig naar voren, en zult deze zeker niet doordrukken. U kunt het accepteren dat anderen meer invloed hebben op de groep of het proces dan u. Verder komt uit de vragenlijst naar voren dat winnen van anderen u voldoening geeft; u bent competitief ingesteld en vergelijkt uw prestaties met die van anderen. U wilt graag winnen en vindt het leuk om te scoren. Dit stimuleert u ook. Hoewel u geen echt goede verliezer bent, kunt u zich uiteindelijk wel over uw verlies heen zetten. Tot slot kunnen we zeggen dat u het prettig vindt om de aandacht van anderen te krijgen. U plaatst zich vlot op de voorgrond en neemt gemakkelijk het woord. U vindt het plezierig om indruk op anderen te maken. U laat uw aanwezigheid goed merken, al hoeft u niet voortdurend in het middelpunt van de belangstelling te staan. Sociabiliteit Over het algemeen hebt u maar beperkt behoefte aan mensen om u heen. U vindt het prettig om tijd voor uzelf te hebben. Hoewel u zelf wat minder het contact zult opzoeken, gaat u dit echter ook niet uit de weg. Grote groepen mensen hebt u echter niet graag om u heen. In het contact met onbekenden kunt u zich gespannen voelen en hebt u de tijd nodig om u op uw gemak te voelen. Hoewel u enigszins verlegen bent, gaat u nieuwe contacten niet uit de weg. Uit de vragenlijst komt verder naar voren dat u uw gevoelens toont en deze bespreekbaar maakt, maar u loopt er ook weer niet openlijk mee te koop. U houdt het midden tussen een open en een gesloten opstelling. U voelt niet constant de behoefte om over uzelf te praten of uw gevoelens met iedereen te delen. Maar aan de andere kant heeft u er ook niet echt moeite mee. Wat betreft het vertrouwen dat u hebt in anderen kunnen we zeggen dat u zich naar anderen in eerste instantie kritisch opstelt. U gaat niet meteen uit van hun goede bedoelingen, maar kijkt de kat uit de boom. Als u mensen wat langer kent, kost het u doorgaans wat minder moeite om hen te vertrouwen. Verder kunnen we over uw score op hartelijkheid zeggen dat u zich in vergelijking met anderen eerder ernstig en humeurig dan vrolijk toont. U lacht niet vaak en komt niet al te opgewekt over. Het kan u moeite kosten om vriendelijk en attent tegen anderen te doen. In het contact met anderen stelt u zich doorgaans wat afstandelijk op en kunnen mensen u soms als wat nors ervaren. Als laatste kunnen we zeggen dat u redelijk zorgzaam bent. U bent bereid om anderen te helpen en van dienst te zijn, maar stelt hierin wel uw grenzen. De problemen van anderen neemt u niet snel over. U houdt daar balans in. U hoeft niet voortdurend voor anderen klaar te staan. U houdt redelijk rekening met de gevoelens van anderen en weet anderen doorgaans voldoende tactvol te benaderen. Hoewel u in anderen bent geïnteresseerd, bent u minder geneigd om u diepgaand in anderen te verdiepen of u in hun positie te verplaatsen. Gedrevenheid Qua hoeveelheid energie scoort u in vergelijking met anderen benedengemiddeld. U werkt graag in een rustig tempo en uw energieniveau is aan de lage kant. U bent minder pro-actief te noemen. Uw inzet kan daardoor beperkt worden. Als u zich teveel inspant, wordt u moe. Wat betreft zelfontwikkeling scoort u laag. Dit wil zeggen dat u geen hoge eisen stelt aan uzelf. U bent er niet op gericht ambitieuze doelen te realiseren, maar doet liever dingen die u gemakkelijk afgaan. U ervaart weinig behoefte om u door middel van uw werk verder te
Kandidaat, Loopbaanscan 2.0
pagina 4 van 27
ontwikkelen. Uitdagingen zult u eerder vermijden dan opzoeken. Daarnaast toont u zich niet bijzonder bewust van uw verantwoordelijkheden. Zo kan het u moeite kosten om gedisciplineerd te werken of uw taken serieus te nemen. Ook komt u dikwijls te laat of vergeet u afspraken. Anderen hebben waarschijnlijk niet het idee dat zij op u kunnen rekenen. U beschikt over weinig doorzettingsvermogen. Het kost u moeite om aan vervelende, saaie taken te beginnen en deze af te ronden. U heeft er moeite mee om lang achter elkaar geconcentreerd door te werken. U heeft de neiging op te geven als het tegenzit. Taken moeten u boeien, wilt u ze voltooien. Verder kunnen we zeggen dat het u moeite kost om u aan een nieuwe situatie aan te passen of te accepteren dat zaken anders verlopen dan u verwacht. In veranderende omstandigheden heeft u ruim de tijd nodig om te wennen. U probeert niet graag iets nieuws uit en vindt het niet prettig om in nieuwe situaties terecht te komen. U hecht waarde aan het bekende en vertrouwde. U laat zien dat u niet bijzonder overtuigd bent van uw eigen creativiteit. U komt niet erg vaak met originele en vernieuwende ideeën. U zegt niet te beschikken over een bijzonder creatieve geest en u zult zich daarom ook niet snel als vernieuwer profileren. Als laatste komt naar voren dat het u niet veel uitmaakt of u voortdurend uw eigen gang kunt gaan of onafhankelijk kunt zijn. U accepteert vrij gemakkelijk dat anderen bepalen wat er gebeurt en u vindt het ook niet vervelend om gecontroleerd te worden. Enige eigen ruimte voor beslissingen wilt u echter wel hebben. Structuur Allereerst valt op dat u niet zo ordelijk en netjes bent. Zo kost het u enige moeite om uw spullen netjes te onderhouden of uw werkzaamheden te ordenen. U bent eerder wat rommelig te noemen en moet dan ook wel eens zoeken om bepaalde zaken terug te vinden. Wat betreft nauwkeurigheid kunnen we zeggen dat u niet zo sterk gericht bent op het nauwkeurig uitvoeren van uw werkzaamheden. U bent meer gericht op de grote lijn. U vindt het minder prettig om werk te doen waarbij u sterk op details moet letten, of waarbij u veel dient te controleren. U kan dan fouten maken of dingen over het hoofd zien. Uit de vragenlijst komt verder naar voren dat u minder behoefte laat zien aan regelmaat, vastigheid of een gelijkmatig leven. U hoeft niet zo nodig volgens vaste patronen te werken of een vast takenpakket te hebben. Verder komt naar voren dat u respectvol omgaat met mensen met een hogere positie in de hiërarchie of met een hogere formele status, maar dat u zich niet zonder meer volgzaam naar hen opstelt. U wilt leidinggevenden ook kunnen respecteren vanwege hun argumenten om opdrachten uit te voeren. U bent redelijk aanpassingsgericht, maar u conformeert zich ook niet zonder meer aan de geldende regels, waarden en normen. Als u iets minder bij u vindt passen, bent u geneigd om uw eigen manier van doen te volgen, maar als er druk op u wordt uitgeoefend zult u zich aanpassen. Tot slot valt op dat u uw beslissingen doorgaans redelijk snel neemt, ook zonder tijdsdruk. U denkt wel even na voordat u beslist, maar gaat liever tot actie over, dan dat u lang nadenkt over alternatieven of allerlei "mitsen en maren". U bent daarbij bereid risico's te nemen. U bent spontaan te noemen en soms ook impulsief. U bent actiegericht, u reageert redelijk direct en geeft snel uw mening. Stabiliteit Uit de vragen blijkt dat u wat minder zeker van uzelf bent. U hebt een kritische kijk op uzelf. Zo vindt u het wat lastig om uw eigen goede eigenschappen, kwaliteiten en vaardigheden te benoemen en te waarderen. Daarnaast kunnen we zeggen dat het u behoorlijk veel moeite kost om hoopvol te zijn. U staat weinig optimistisch in het leven en voelt zich vaak somber en negatief gestemd. Het is voor u niet vanzelfsprekend dat anderen het beste met u voorhebben. Integendeel, door anderen voelt u zich snel onrechtvaardig behandeld. U denkt eerder dat mensen negatief over u praten dan positief. U bent geneigd om u wat vlug aan het gedrag en met name de fouten van anderen te ergeren. Ook kunt u er niet zo goed tegen als iets tegenzit. U maakt zich dan vrij snel druk en verliest wel eens uw geduld. Wat betreft uw incasseringsvermogen mogen we ten slotte concluderen dat u zich persoonlijke tegenslagen en kritiek redelijk aantrekt. Het kan u wel eens lastig vallen om nuchter te reageren op slecht nieuws. Hoewel u zich er even wat minder prettig bij voelt, bent u wel in staat om redelijk vlot te herstellen na een negatieve ervaring.
Kandidaat, Loopbaanscan 2.0
pagina 5 van 27
Uw persoonlijkheidsprofiel Stenscore
Invloed
6
Status
5
Dominantie
4
Competitie
7
Zelfvertoon
7
Sociabiliteit
3
Contactbehoefte
3
Sociaal ontspannen
4
Zelfonthulling
5
Vertrouwen
3
Hartelijkheid
3
Zorgzaamheid
Gedrevenheid
5
1
Energie Zelfontwikkeling
3 1
Volharding
2
Vernieuwing
2
Originaliteit
3
Onafhankelijkheid
4
Structuur
3
Ordelijkheid
3
Nauwkeurigheid
3
Regelmaat
4
Conformisme
5
Weloverwogen
3
Stabiliteit
4
Zelfvertrouwen
4
Positivisme Frustratietolerantie Incasseringsvermogen
Kandidaat, Loopbaanscan 2.0
2 3 6
pagina 6 van 27
Reflectievragen Herkent u zichzelf in uw persoonlijkheidsprofiel? Wat wel of niet?
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Welke persoonlijkheidskenmerken zet u op dit moment in op uw werk?
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Welke persoonlijkheidskenmerken zou u in de toekomst meer willen inzetten in uw werk?
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Kandidaat, Loopbaanscan 2.0
pagina 7 van 27
A2 Wat wil ik? A2.1. Uw drijfveren Carrièrewaarden zijn persoonlijke kenmerken die maken dat u bepaald werk als motiverend ervaart. In dit rapport worden vier groepen carrière waarden behandeld: uw primaire, secundaire en neutrale motivatoren en uw potentiële demotivatoren. Uw primaire motivatoren zijn voor u het allerbelangrijkst. Het zijn uw kernmotivatoren. Deze moeten vooral in uw werk voorkomen, wilt u gemotiveerd kunnen worden. Komen ze onvoldoende aan bod, dan raakt u waarschijnlijk gedemotiveerd. Uw functie past dan niet bij u. Uw secundaire motivatoren zijn eveneens van belang. Ze geven een extra kleuring aan het type functie dat u leuk vindt, maar geven u iets minder energie dan de primaire motivatoren. Ze geven vaak randvoorwaarden aan. De neutrale motivatoren zijn geen noodzakelijke motivatoren voor u. U kunt ook wel geruime tijd zonder deze motivatoren, zonder gedemotiveerd te raken. Demotivatoren zijn motivatoren waar u liever niet mee te maken wilt hebben. Als het toch aan de orde komt, heeft u daar eerder moeite mee dan dat het u energie geeft. Dit zijn aspecten die u daarom wilt vermijden.
Uw resultaten Balans privé-werk Als we kijken naar de balans tussen de energie die u wilt steken in uw werk en uw privéleven dan is op te merken dat de balans voor u gaat in de richting van uw werk. Werken is belangrijk voor u en u bent bereid een grote inspanning te leveren. Dit levert u ook voldoening op. U beschikt over veel werklust en een grote inzet. Er zit een risico in dat uw privéleven in het gedrang komt. U zou zich kunnen afvragen of u deze balans zo wilt houden. Primaire motivatoren Dynamiek (8) U wordt in hoge mate gemotiveerd door hectiek, deze motivator is in uw geval dan ook een primaire motivator. U houdt van drukte om u heen. U bent graag de hele dag druk bezig. U wilt graag in een hoog tempo doorwerken en u vindt het prettig met van alles tegelijk bezig te zijn en u pakt graag extra werk aan. U bent nooit te beroerd om een extra inspanning te leveren als daar om gevraagd wordt; u kunt er zelfs extra energie van krijgen. U raakt ook gedemotiveerd als het wat rustiger is op uw werk, u moet voldoende te doen hebben op uw werk om de energie die in u zit kwijt te raken. Een risico van de motivator “hectiek” is dat u zichzelf voorbij loopt. U kunt wel eens teveel hooi op uw vork nemen en niet op tijd pas op de plaats maken. U dient ook te luisteren naar zichzelf. Profilering (8) U vindt het erg leuk als u in de gelegenheid bent zichzelf te profileren, in de aandacht te staan. U vervult graag een functie waar mensen tegen opkijken, een functie die u status geeft. U vindt het prettig om op de voorgrond te staan, aan anderen te laten zien wat u kunt, te vertellen wat u hebt meegemaakt. U kunt ervan genieten als men u interessant vindt en als alle ogen op u gericht zijn. U maakt graag indruk op anderen. U vindt het heerlijk als men geboeid naar uw verhalen of successen luistert. Een risico van de motivator “aandacht” kan zijn dat u zoveel ruimte in beslag neemt dat anderen zich weggedrukt voelen. Ook kan het voorkomen dat u niet openstaat voor het verhaal van iemand anders. Secundaire motivatoren
Kandidaat, Loopbaanscan 2.0
pagina 8 van 27
Taakuitdaging (7) Het is motiverend voor u om in uw werk uitdagende taken te krijgen. U werkt graag aan een opdracht die niet gemakkelijk is uit te voeren. U houdt ervan om telkens met iets nieuws geconfronteerd te worden en onbekende taken aan te pakken. Financiële beloning (7) Het verkrijgen van een redelijke tot goede financiële beloning is motiverend voor u. U wilt graag het gevoel hebben goed beloond te worden voor uw inspanningen. U zult over het algemeen moeite doen om dit te bereiken en u extra inspannen om een goede financiële beloning te verkrijgen. Ook voor uw organisatie bent u erop gericht kosten te beperken en inkomsten te vergroten. Financiële targets motiveren u om zich extra in te zetten. Ondernemen (7) U wordt gemotiveerd door het nemen van initiatieven en door zaken te ondernemen. U wilt de ruimte nemen en krijgen om initiatieven te nemen. U stapt graag ergens op af, gaat graag op pad om op een actieve manier uw initiatieven te realiseren. Autonomie (7) U wordt gemotiveerd door een zekere mate van zelfstandigheid en autonomie in uw werk. U wilt zelf beslissingen kunnen nemen en bepalen wanneer en hoe u uw werk doet. U vindt het niet altijd prettig om verantwoording af te moeten leggen aan anderen. U wilt bij voorkeur op de hoofdlijnen aangestuurd worden. Neutrale Motivatoren Samenwerking (6) U staat neutraal tegenover samenwerking met anderen. U zou in een team kunnen werken, maar ook prima alleen kunnen functioneren. U hoeft niet per sé ergens bij te horen of in een team te werken. Kwaliteit (6) U bent minder gericht op het leveren van hoge kwaliteit. Hoge kwaliteitseisen dagen u niet uit. Fysiek actief zijn (6) U staat neutraal tegenover beweging en lichamelijke activiteiten in uw werk. Zinvolle bijdrage (6) Een zinvolle bijdrage leveren aan de maatschappij draagt niet specifiek bij aan uw motivatie. U vindt het niet belangrijk om met uw werk iets te betekenen voor anderen. U bent er niet echt op gericht om anderen gelukkig te maken met uw werk. Creatief denken (5) U hoeft niet zelf creatief te zijn of creatief te kunnen denken in uw werk. Op zich vind u het plezierig uw ideeën kwijt te kunnen, maar het is geen noodzaak voor u. Beïnvloeden (5) U vindt het minder belangrijk om invloed te hebben. U hoeft niet per se uw mening terug te zien in beslissingen. U kunt zich ook laten leiden door anderen. Hulp verlenen (5) Het verlenen van hulp aan anderen motiveert u niet per sé, u zoekt het niet actief op. Zekerheid en stabiliteit (5) Zekerheid en stabiliteit zijn voor u niet zo belangrijk. U hoeft niet precies te weten waar u aan toe bent. Ontwikkelen (5) De vraag of u zichzelf ontwikkelt is voor u minder belangrijk. Het kan zijn dat u graag uw huidige vaardigheden en kennis wilt inzetten. Het motiveert u nu niet om uzelf verder te Kandidaat, Loopbaanscan 2.0
pagina 9 van 27
ontwikkelen. Carrière (4) Status en een carrière doorlopen stimuleren u maar in beperkte mate. U bent er niet per se op gericht om een eervolle positie te bereiken. Analyseren (4) Intellectuele uitdagingen of complexe problemen motiveren u niet zo sterk. U vindt het niet altijd nodig om dieper door te denken en op zoek te gaan naar de achterliggende oorzaken. Waardering en erkenning (4) Waardering en erkenning zijn weliswaar plezierig, maar motiveren u in beperkte mate. U bent waarschijnlijk meer gericht op uw eigen mening over uw handelen, dan dat u gevoelig bent voor de feedback van anderen. Demotivatoren Concrete resultaten (2) De opdracht om concrete resultaten te boeken kan u verlammen. U bent daar niet zo mee bezig. Mogelijk bent u liever procesmatig bezig.
Kandidaat, Loopbaanscan 2.0
pagina 10 van 27
Uw drijfverenprofiel Privé
Werk
Balans privé-werk
8
Stenscore
Opbrengsten Financiële beloning
7
Waardering en erkenning Concrete resultaten
4 2
Zinvolle bijdrage Carrière
6 4
Kwaliteit
6
Activiteiten Creatief denken
5
Beïnvloeden
5
Ondernemen
7
Hulp verlenen Analyseren Ontwikkelen
5 4 5
Fysiek actief zijn
6
Omgeving Autonomie Zekerheid en stabiliteit
7 5
Taakuitdaging Samenwerking
7 6
Profilering
8
Dynamiek
8
Kandidaat, Loopbaanscan 2.0
pagina 11 van 27
Reflectievragen Herkent u zichzelf in uw drijfveren?
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . In hoeverre komen uw drijfveren naar voren in uw huidige werk?
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Hoe zouden in de toekomst uw primaire en secundaire motivatoren meer tot uiting kunnen komen in uw werk?
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Kandidaat, Loopbaanscan 2.0
pagina 12 van 27
A2.2. Uw interesses In dit hoofdstuk vindt u een beschrijving van uw interesses. Er wordt onderscheid gemaakt in interesse in interessegebieden, sectoren en taken.
Uw resultaten Interessegebieden In deze paragraaf worden uw belangrijkste interessegebieden weergegeven. Een interessegebied is opgebouwd uit een aantal sectoren die inhoudelijk dicht bij elkaar liggen. Hieronder worden de drie interessegebieden weergegeven waar u de hoogste score op heeft gehaald. Deze gebieden passen het dichtst bij uw interesse. Mocht de score op interessegebied vier even hoog zijn als interessegebied drie, dan wordt deze ook weergegeven. Er worden maximaal acht interessegebieden weergegeven. De score tussen de haakjes is uw score op het betreffende interessegebied. Uw score kan tussen 1 en 10 liggen. Administratief (7) Sectoren die raakvlakken hebben met administratieve werkzaamheden hebben uw interesse. Het interessegebied Administratief kent vele aspecten maar het gaat met name om het verwerken en inzichtelijk houden van financiële gegevens. De sectoren die onder dit interessegebied vallen zijn o.a.: Administratie en Commerciële dienstverlening. Automatisering (7) U heeft interesse in sectoren die raakvlakken hebben met ICT. Dit kunnen bijv. sectoren zijn die betrekking hebben op het ontwerpen en bouwen van software of hardware, het onderhouden van computers of het verbeteren van de toepassingen van computerprogramma's. Sectoren die onder dit interessegebied vallen zijn o.a.: Beheer en Advies en informatie. Creatief (6) De sectoren die u interessant vindt liggen in de creatieve hoek. Dit kan bijv. zijn het ontwerpen van kleding of het vormgeven van teksten maar ook het maken van posters of het opmaken van een document. Sectoren die onder dit interessegebied vallen zijn o.a.: Glas-, aardewerk en keramiek, Media en Cultuur. Interesse in sectoren In deze paragraaf wordt weergegeven in welke sector u graag werkzaam wilt zijn. Het verschil met de resultaten onder interessegebieden is dat de interessegebieden meerdere sectoren omvatten die inhoudelijk een relatie met elkaar hebben. Interesse in sectoren geeft specifieker aan welke sector u binnen een interessegebied interessant vindt. Meer informatie over de sectoren vindt u op www.competentieatlas.nl. Hieronder worden de vijf sectoren weergegeven waar u de hoogste score op heeft gehaald. Mocht de score op sector zes even hoog zijn als de score op sector vijf wordt deze ook weergegeven. Maximaal worden tien sectoren beschreven. Het getal dat tussen haakjes wordt weergegeven is uw score op de betreffende sector. Bij de sectoren kunt u een score tussen 1 en 10 halen. Taal (10) In deze sector gaat het zowel om geschreven als gesproken taal. Daarom is een goede kennis van de Nederlandse taal een vereiste. Daarnaast kan ook een goede beheersing van één of enkele vreemde talen essentieel zijn. Werkzaamheden bij vertaalbureaus, tolkendiensten en in het taalonderwijs behoren tot deze sector. Voorbeeldberoepen zijn:
Kandidaat, Loopbaanscan 2.0
pagina 13 van 27
corrector, tolk, vertaler en docent. Administratie (9) In deze sector gaat het om het verzamelen, bewaren en verwerken van allerlei gegevens. Vaak wordt er gewerkt met cijfermateriaal, bijvoorbeeld om financiële overzichten te maken voor het management van een bedrijf of instelling. Werkzaamheden bij accountants- of administratiekantoren en de belastingdienst horen bij deze sector. Ook secretariaats- en receptiewerkzaamheden vallen onder de administratie. Hierbij gaat het om allerlei ondersteunende werkzaamheden, zoals het bijhouden van agenda's en het versturen of mailen van brieven en vergaderverzoeken. Voorbeeldberoepen in deze sector zijn: directiesecretaresse, administrateur, boekhouder en accountant. Advies en informatie (ICT) (9) Automatisering richt zich op de verbetering van de toepassingen van computers en computerprogramma's. Een onderdeel is het geven van advies en informatie over ict-architectuur en toepassingen in een specifieke organisatie. Voorbeeldberoepen in deze sector zijn: accountmanager ict, adviseur ict, testmanager ict en security specialist ict. Planning en productiebegeleiding (9) Een goede planning van werkzaamheden en het stroomlijnen van productieprocessen zijn van belang om efficiënt te kunnen werken. Bovendien moeten er betrouwbare doorlooptijden aan opdrachtgevers gegeven kunnen worden. Daarnaast is het van belang om zo kort mogelijk gebruik te maken van (dure) opslagruimte. Voorbeeldberoepen in deze sector zijn: transportplanner, productieplanner, productiemanager reclame en logistiek manager. Bouw (8) In de bouw gaat het om alle werkzaamheden die nodig zijn om bijvoorbeeld huizen, kantoorpanden of fabrieken en wegen of bruggen te bouwen. Belangrijke onderdelen zijn het bouwontwerp, het maken van bouw- en werktekeningen, het opstellen van planningen en begrotingen en het bouwen zelf. Ook restauratiewerk en sloopwerk behoren tot de bouw.Voorbeeldberoepen in deze sector zijn: uitvoerder betonwerken, bouwcalculator, tekenaar-constructeur bouwkunde en constructeur civiele techniek. Communicatie (8) In deze richting gaat het om toegepaste communicatie in voorlichting, bedrijfscommunicatie, public relations (PR) en reclame. Deze vormen van communicatie kunnen zowel intern als extern zijn. De voorlichting is vaak op een specifieke vakinhoud gericht, bijvoorbeeld over opvoeding, nieuwe regelgeving of medicijngebruik. De communicatie verloopt via verschillende kanalen zoals folders, brochures, nieuwsbrieven, notities en internet. Voorbeeldberoepen in deze sector zijn: persvoorlichter, communicatieadviseur, PR-adviseur en adviseur gezondheidsvoorlichting. Schoonmaak (8) In de sector schoonmaak zijn mensen werkzaam in verschillende onderdelen zoals: het schoonmaken van kantoren en scholen, calamiteitenschoonmaak (bijvoorbeeld na brand- of waterschade), de glazenwasserij, de schoonmaak van voertuigen in het openbaar vervoer (bus, metro,tram, trein en vliegtuig) en de autowasserij. Ook de tapwacht (het installeren, onderhouden en reinigen van tap- en koelinstallaties in de horeca) hoort bij deze sector. Voorbeeldberoepen in deze sector zijn: objectleider schoonmaak, bedrijfsleider gevelreinigingsbedrijf, bedrijfsleider wasserij en hoofd sterilisatie gezondheidszorg. Interesse in taken Naast interesse in een bepaalde sector zijn er ook taken die u leuk vindt om te doen. U zult waarschijnlijk meer plezier hebben in uw werk wanneer u leuke taken heeft. Hieronder worden de tien taken weergegeven waar u de hoogste score op heeft gehaald. Mocht de score op taak nummer elf even hoog zijn als taak nummer tien, dan wordt deze ook weergegeven. Er worden maximaal vijftien taken weergegeven. Het getal dat tussen haakjes wordt weergegeven geeft uw score op de betreffende taak weer. Kandidaat, Loopbaanscan 2.0
pagina 14 van 27
Het getal dat tussen haakjes wordt weergegeven geeft uw score op de betreffende taak weer. Bij de taken kunt u een score tussen 1 en 5 halen. U vindt de volgende taken leuk: Met de handen werken (5) Fysiek inspannen (5) Elektronische apparaten repareren (5) Grote machines bedienen (5) Machines repareren (5) Met machines werken (5) Lezen (5) Creatief zijn (5) Schrijven (5) Rekenen (5) Informatie verzamelen (5) Strategisch denken (5) Analyseren (5) Lesgeven (5) Cursussen of trainingen geven (5)
Kandidaat, Loopbaanscan 2.0
pagina 15 van 27
Uw interesseprofiel Interessegebieden Administratief
7
Automatisering
7
Creatief
6
Dienstverlenend
5
Natuur
5
Techniek
5
Sociaal Ondernemend
4 3
Interesse in sectoren Taal
10
Administratie
9
Advies en informatie (ICT)
9
Planning en productiebegeleiding
9
Bouw
8
Communicatie
8
Schoonmaak
8
Agrarische ondersteuning
7
Beheer (ICT)
7
Cultuur
7
Interesses in taken Met de handen werken
5
Fysiek inspannen Elektronische apparaten repareren Grote machines bedienen
5
Machines repareren Met machines werken Lezen Creatief zijn Schrijven Rekenen Informatie verzamelen Strategisch denken Analyseren Lesgeven Cursussen of trainingen geven
Kandidaat, Loopbaanscan 2.0
5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5
pagina 16 van 27
Reflectievragen Herkent u zichzelf in de interesses in interessegebieden, sectoren en taken?
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . In hoeverre komen uw interesses naar voren in uw huidige werk?
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Welke interesses zou u in de toekomst meer tot uitdrukking willen laten komen in uw werk?
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Kandidaat, Loopbaanscan 2.0
pagina 17 van 27
A3. Wat kan ik? Onder competenties wordt verstaan: 'de vaardigheid van een persoon om in een bepaalde taaksituatie effectief gedrag te vertonen'. Dit is op twee manieren in beeld gebracht. U hebt de competentievragenlijst ingevuld, waarbij u uw eigen competenties beoordeelt. Daarnaast is uw talent voor competenties in beeld gebracht waarbij gekeken is of die competentie aansluit bij uw persoonlijkheid. Dit biedt u de mogelijkheid te onderzoeken welke talenten u nog meer zou kunnen ontwikkelen en waar u mogelijk uw talenten al optimaal benut.
A3.1. Competenties, uw talent Hieronder wordt uw talent voor competenties in beeld gebracht, waarbij gekeken is of de competenties aansluiten bij uw persoonlijkheid.
Uw resultaten Uw talent: hoogste competenties Hieronder staan de vijf tot tien competenties waar u, op basis van uw persoonlijkheidsprofiel, het meeste talent voor heeft. Bij gelijke scores worden meer competenties weergegeven. Besluitvaardigheid Aansturen van groepen Assertiviteit Organisatiesensitiviteit Optreden Delegeren Uw talent: laagste competenties Hieronder staan de vijf tot tien competenties waar u, op basis van uw persoonlijkheidsprofiel, het minst talent voor heeft. Bij gelijke scores worden meer competenties weergegeven. Leerbereidheid Plannen en organiseren Kwaliteitsgerichtheid Nauwkeurigheid Voortgangscontrole
Kandidaat, Loopbaanscan 2.0
pagina 18 van 27
Uw competentieprofiel, talent Percentages
Persoonlijke gerichtheid Initiatief
30%
Besluitvaardigheid
58%
Flexibiliteit
29%
Stressbestendigheid
21%
Ambitie
17%
Zelfstandigheid
32%
Doorzettingsvermogen
18%
Resultaatgerichtheid Leerbereidheid
17% 9%
Inzet
15%
Nauwkeurigheid
13%
Organisatiegerichtheid Organisatiesensitiviteit
37%
Klantoriëntatie Kwaliteitsgerichtheid
15% 11%
Ondernemerschap
29%
Beïnvloedend vermogen Overtuigingskracht
29%
Aansturen van groepen
43%
Aansturen van individuen
29%
Coachen van medewerkers
28%
Onderhandelen
25%
Organisatievermogen Plannen en organiseren
9%
Delegeren Voortgangscontrole
33% 13%
Relationeel vermogen Sensitiviteit
25%
Samenwerking
30%
Optreden
33%
Relatiebeheer Sociabiliteit Assertiviteit
Kandidaat, Loopbaanscan 2.0
25% 16% 41%
pagina 19 van 27
A3.2. Competenties, uw zelfbeoordeling Hieronder worden uw resultaten van de competentievragenlijst in beeld gebracht, waarin u uw eigen competenties heeft beoordeeld.
Uw resultaten Uw zelfbeoordeling: hoogste competenties Hieronder staan de vijf tot tien competenties die u volgens u zelf het best heeft ontwikkeld. Bij gelijke scores worden meer competenties weergegeven. Zelfstandigheid Doorzettingsvermogen Sensitiviteit Relatiebeheer Samenwerking Uw zelfbeoordeling: laagste competenties Hieronder staan de vijf tot tien competenties die u volgens u zelf het minst heeft ontwikkeld. Bij gelijke scores worden meer competenties weergegeven. Initiatief Voortgangscontrole Assertiviteit Besluitvaardigheid Flexibiliteit
Kandidaat, Loopbaanscan 2.0
pagina 20 van 27
Uw competentieprofiel, zelfbeoordeling Percentages
Persoonlijke gerichtheid Initiatief
0%
Besluitvaardigheid
7%
Flexibiliteit
11%
Stressbestendigheid
19%
Ambitie
67%
Zelfstandigheid
85%
Doorzettingsvermogen
81%
Resultaatgerichtheid
56%
Leerbereidheid
63%
Inzet
63%
Nauwkeurigheid
52%
Organisatiegerichtheid Organisatiesensitiviteit
52%
Klantoriëntatie
41%
Kwaliteitsgerichtheid
48%
Ondernemerschap
50%
Beïnvloedend vermogen Overtuigingskracht
37%
Aansturen van groepen
50%
Aansturen van individuen
53%
Coachen van medewerkers
17%
Onderhandelen
15%
Organisatievermogen Plannen en organiseren
26%
Delegeren Voortgangscontrole
30% 0%
Relationeel vermogen Sensitiviteit
74%
Samenwerking
69%
Optreden
58%
Relatiebeheer
70%
Sociabiliteit Assertiviteit
Kandidaat, Loopbaanscan 2.0
14% 0%
pagina 21 van 27
B1. Competentieanalyse B1.1. Mijn talent en zelfbeoordeling In dit hoofdstuk worden uw talenten voor competenties en uw zelfbeoordeling van uw competenties vergeleken en geanalyseerd. Hieronder ziet u een figuur waarin uw talent voor competenties op basis van uw persoonlijkheidsprofiel tegenover uw zelfbeoordeling van competenties staan. Het figuur is ingedeeld in vier kwadranten. In het kwadrant linksboven staan de competenties waar u uzelf hoog op in schat en waar u ook talent voor heeft. Dit noemen wij uw kerncompetenties. Deze competenties heeft u goed ontwikkeld en passen goed bij u. In het kwadrant linksonder staan de competenties waar u talent voor heeft en waar u uzelf minder hoog op in schat. Dit noemen wij uw potentie. Dit zijn de competenties die goed bij u te ontwikkelen zijn. In het kwadrant rechtsboven staan de competenties waar u minder talent voor heeft en waar u uzelf hoog op in schat. Dit noemen wij de uw krachtcompetenties, omdat het ontwikkelen van deze competenties u waarschijnlijk kracht heeft gekost. Deze competenties heeft u op eigen kracht ontwikkeld, omdat u hier minder talent voor heeft. In het kwadrant rechtsonder staan de competenties waar u uzelf laag op in schat en waar u minder talent voor heeft. Dit zijn de competenties waar voor u een risico ligt. Mocht een beroep gedaan worden op deze competenties dan zal het u veel energie en moeite kosten hierop een goed resultaat te halen. De plek van de competenties binnen de kwadranten hebben ook betekenis. Hoe verder de competenties van het midden staan hoe sterker de relatie tussen uw talent en zelfbeoordeling van een competentie.
Kern ++ Zelfstandigheid Aansturen van groepen + Optreden Zelfbeoordeling Organisatiesensitiviteit Competenties - Delegeren --
Besluitvaardigheid Assertiviteit
Kracht
Samenwerking
Sensitiviteit Doorzettingsvermogen Ambitie
Inzet
Aansturen van individuen
Resultaatgerichtheid
Leerbereidheid Nauwkeurigheid
Stressbestendigheid
Kwaliteitsgerichtheid Klantoriëntatie Plannen en organiseren
Onderhandelen Sociabiliteit
Voortgangscontrole
Overtuigingskracht Coachen van medewerkers Flexibiliteit Initiatief Potentie
++
Risico +
-
--
Talent
Kandidaat, Loopbaanscan 2.0
pagina 22 van 27
Reflectievragen Herkent u zichzelf in het figuur? Noteer hieronder welke competenties u zelf anders had ingedeeld en leg uit waarom.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Kijk in het kwadrant linksboven. Dit zijn uw kerncompetenties. Komen deze competenties voldoende naar voren in uw huidige werkzaamheden? Hoe zou u deze competenties nog meer tot uiting kunnen laten komen in uw werk of uw loopbaan?
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Op basis van het figuur, wat zijn de competenties die u nog wilt ontwikkelen (bijvoorbeeld uit het kwadrant linksonder) en op welke manier wilt u dat gaan doen? En wat zijn de competenties waar u minder energie aan kunt of wilt besteden?
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Kandidaat, Loopbaanscan 2.0
pagina 23 van 27
B1.2. Mijn talent en drijfveren Op basis van uw antwoorden zijn competenties naar voren gekomen die aansluiten bij uw drijfveren. In dit hoofdstuk worden deze competenties geanalyseerd en vergeleken met uw talent voor competenties. Hieronder ziet u eenzelfde soort figuur als in het vorige hoofdstuk. Nu staat echter uw talent voor competenties op basis van uw persoonlijkheidsprofiel tegenover uw competenties op basis van uw drijfveren. Dit zijn dus de competenties die u motiveren in uw werk. Het figuur is weer ingedeeld in vier kwadranten. In het kwadrant linksboven staan de competenties die u motiverend vindt in uw werk en waar u talent voor heeft. Dit zijn de competenties waar u energie van krijgt en die u terug zou moeten zien in uw werk om gemotiveerd te blijven. In het kwadrant linksonder staan de competenties waar u talent voor heeft en die minder aansluiten bij uw drijfveren. Hier kan voor u een valkuil liggen: dit zijn competenties die u wel gemakkelijk af gaan, maar die u niet motiveren in uw werk. Wanneer er een beroep gedaan wordt op deze competenties dan kunt u dit als vervelend ervaren. In het kwadrant rechtsboven staan de competenties waar u minder talent voor heeft en die u motiveren in uw werk. Hier ligt voor u een uitdaging: dit zijn de competenties die u motiveren. Het ontwikkelen kan u wel de nodige moeite kosten, omdat u minder aanleg voor deze competenties heeft. In het kwadrant rechtsonder staan de competenties die u minder motiveren in uw werk en waar u minder talent voor heeft. Hier ligt een risico. Wanneer een beroep op deze competenties wordt gedaan dan kan dit u veel energie kosten en demotiveren. De plek van de competenties binnen de kwadranten hebben ook hier weer betekenis. Hoe verder de competenties van het midden staan hoe sterker de relatie tussen uw talent en competenties die u terug wilt zien in uw werk.
Energie Optreden ++ Zelfstandigheid Assertiviteit +
Besluitvaardigheid Aansturen van groepen
-
Organisatiesensitiviteit Delegeren
Drijfveren
--
Uitdaging
Initiatief Flexibiliteit Ondernemerschap
Stressbestendigheid Inzet Nauwkeurigheid Leerbereidheid
Overtuigingskracht Samenwerking Onderhandelen Coachen van medewerkers Ambitie Sensitiviteit Aansturen van individuen Doorzettingsvermogen Resultaatgerichtheid Valkuil
++
Plannen en organiseren Kwaliteitsgerichtheid Voortgangscontrole Risico
+
-
--
Talent
Kandidaat, Loopbaanscan 2.0
pagina 24 van 27
Reflectievragen Herkent u zichzelf in het figuur? Noteer hieronder welke competenties u zelf anders had ingedeeld en leg uit waarom.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Kijk in het kwadrant linksboven. Dit zijn de competenties die u terug zou moeten zien in een baan om gemotiveerd te blijven. Ziet u deze competenties daadwerkelijk terug in uw werk? Zou u deze competenties nog meer in kunnen zetten in uw werk en zo ja, op welke manieren?
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Kijk naar het kwadrant Energie en naar het kwadrant Potentie (uit de figuur uit hoofdstuk B1.1). Noteer hieronder de competenties die in beide kwadranten voorkomen: dit zijn de competenties die u motiveren en die goed ontwikkelbaar zijn voor u. Hoe wilt u deze competenties gaan ontwikkelen? En zijn er nog andere competenties die u verder wilt ontwikkelen of meer terug wilt zien in uw werk?
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Kandidaat, Loopbaanscan 2.0
pagina 25 van 27
B3. Ontwikkelsuggesties In het vorige hoofdstuk zijn een aantal competenties naar voren gekomen waar uw potentie ligt. Om u te helpen bij het ontwikkelen van deze competenties geven we u een aantal ontwikkeltips. Ook voor de andere competenties kunt u hier ontwikkeltips vinden. U kunt klikken op een competentie, waarnaar u naar een internetpagina geleid wordt waar u voor die competentie tips aantreft. Deze tips kunt u gebruiken voor uw eigen ontwikkelingsplan. Leerstijlen Er zijn vier manieren om te leren. Ontwikkeling gaat het snelst wanneer u die vier leerstijlen combineert: leren door kennis, leren door imiteren, leren door experimenteren en leren door reflectie. Gebruik de tips om te kijken welke acties u voor die competentie het komende jaar kunt stellen. Formuleer daar een duidelijk doel bij: wat wilt u over een half jaar kunnen? Ontwikkeltips Klikken op een competentie leidt u naar de ontwikkeltips voor die competentie. Beïnvloedend vermogen:
Coachen van medewerkers Onderhandelingsvaardigheid Overtuigingskracht Sturing geven aan groepen Sturing geven aan individuen
Organisatiegerichtheid:
Klantoriëntatie Kwaliteitsgerichtheid Ondernemerschap Organisatiesensitiviteit
Organisatievermogen:
Delegeren Plannen en Organiseren Voortgangscontrole
Persoonlijke Gerichtheid:
Ambitie Besluitvaardigheid Doorzettingsvermogen Flexibiliteit Initiatief Inzet Leerbereidheid Nauwkeurigheid Resultaatgerichtheid Stressbestendigheid Zelfstandigheid
Relationeel Vermogen:
Assertiviteit Optreden Relatiebeheer Samenwerking Sensitiviteit Sociabiliteit
Kandidaat, Loopbaanscan 2.0
pagina 26 van 27
Toelichting op de gebruikte getallen In dit rapport wordt een aantal cijfers gebruikt dat we graag willen toelichten. De scores hebben een categorische betekenis en moeten niet verward worden met rapportcijfers. De scores voor de persoonlijkheidskenmerken, drijfveren, interessegebieden en interesse in sectoren hebben de volgende betekenissen: Score
Betekenis
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Ver beneden gemiddeld Ruim beneden gemiddeld Beneden gemiddeld Juist beneden gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld Juist boven gemiddeld Boven gemiddeld Ruim boven gemiddeld Ver boven gemiddeld
De betekenis van de scores op de interesse in taken: Score
Betekenis
1 2 3 4 5
Ver beneden gemiddeld Beneden gemiddeld Gemiddeld Boven gemiddeld Ver boven gemiddeld
Disclaimer
De testleverancier aanvaardt geen verantwoordelijkheid voor de juistheid van deze beschrijvingen en conclusies. Ze zijn voortgekomen uit de manier waarop u de vragen heeft beantwoord. Het rapport is een hulpmiddel om tot zelfinzicht te komen. Maar uw eigen kritische houding en die van uw adviseur blijft daarbij belangrijk.
Kandidaat, Loopbaanscan 2.0
pagina 27 van 27