Rapport Onderwerp:
Eindrapportage werkpakket 1 Stepping Stones for Safety en Security
Datum:
3 mei 2011
Van:
Werkgroep werkpakket 1
Aan:
Stuurgroep
C.c.:
N.t.b.
Versie:
1.0 definitief
Referentie:
WP01_R_10
Managementsamenvatting Aanleiding De aanleiding van het Stepping Stones project terug te voeren is op drie overwegingen vanuit de safety- en securitybranche: 1. Op dit moment bestaat er in de arbeidsmarkt een tekort aan goed opgeleide safety- en securityprofessionals. 2. Er
moeten
in
antwoord
op
de
marktvraag,
afgestemde
safety-
en
security-
onderwijsprogramma’s worden ontwikkeld. Deze onderwijsprogramma’s moeten een doorlopende leerweg vormen en een eenduidige kwalificatiestructuur kennen. 3. Duurzaam innoveren in de safety- en securitybranche is alleen mogelijk als de branche een goed ingericht scholingsprogramma heeft dat aansluit op de vraag van de markt.
Het project Stepping Stones for Safety and Security (vanaf hier: Stepping Stones) is geïnitieerd door de Haagse Hogeschool, ROC Mondriaan en Trigion. Ook het Ministerie van Economische Zaken en de Gemeente Den Haag hebben een aanzienlijk belang bij het slagen van het project Stepping Stones for
marktvraag naar safety- en security-opleidingen’.
1
rapport wordt verslag gedaan van de resultaten van werkpakket 1: ‘inventarisatie en analyse van de
Pagina
Het project Stepping Stones for Safety and Security bestaat uit verschillende werkpakketten. In dit
Rapport
Safety and Security.
Doelstelling en onderzoeksvragen Werkpakket 1 heeft als doelstelling het realiseren van een gedegen inventarisatie en analyse van de marktvraag naar safety- en security-onderwijsprogramma’s. In werkpakket 1 wordt daarom de behoefte van de safety- en security-arbeidsmarkt aan scholing voor de toekomstige en de huidige professionals geïnventariseerd en geanalyseerd. De resultaten van de inventarisatie en analyse worden ook in verband gebracht met de bestaande en nog te ontwikken onderwijsprogramma’s. De genoemde safety- en securityprofessionals zijn werkzaam in het publieke domein (bv. Veiligheidsregio, Brandweer, Politie, GHOR, Defensie, gemeente, provincie en rijk) en het private domein (bv. particuliere beveiligingsbedrijven, advies- en ingenieursbureaus, industrie, chemie, bouw, transport) . In het onderzoek zijn de volgende onderzoeksvragen beantwoord:
Welke scholingsproducten en opleidings-/trainingsfaciliteiten bestaan er op het gebied van safety en security? Bestaan er trends in het gebruik van c.q. de ontwikkeling van scholingsproducten en faciliteiten op het gebied van safety en security?
Hoe kan de arbeidsmarkt voor safety- en securityprofessionals worden omschreven? Welke trends bestaan er voor professionals in deze arbeidsmarkt?
Welke behoefte bestaat er aan (verbetering van en aanvulling op) scholingsproducten en faciliteiten voor de genoemde arbeidsmarkt op zowel korte als lange termijn?
Wat is de bruikbaarheid van de bestaande opleidingen en faciliteiten om in de behoefte voor de genoemde arbeidsmarkt te voorzien? Welke behoefte resulteert er aan nieuwe of aanpassingen van scholingsproducten en opleidings-/trainingsfaciliteiten?
Welke opleidingsproducten moeten ontwikkeld worden om tegemoet te komen aan de opleidingsbehoefte van de safety- en securitymarkt.
Aanpak De inventarisatie en analyse van de marktvraag naar safety- en security-onderwijsprogramma’s
2
/trainingsfaciliteiten.
Pagina
1. Aanbodzijde: inventarisatie en analyse van bestaande scholingsproducten en opleidings-
Rapport
hebben plaatsgevonden aan de hand van drie deelonderzoeken:
Dit onderzoek heeft plaatsgevonden door middel van het verrichten van bureauonderzoek (internetsearch). Er zijn in totaal meer dan 400 safety en security gerelateerde opleidingen onderzocht.
2. Vraagzijde: inventarisatie en analyse van wensen met betrekking tot scholing, analyse van trends in de safety- en securitybranche en inventarisatie behoefte aan verbetering en aanvulling op scholingsproducten en opleidings-/trainingsfaciliteiten voor de arbeidsmarkt.
Het onderzoek aan de vraagzijde is op twee verschillende wijzen ingevuld:
Er zijn in totaal 39 semi-gestructureerde interviews gehouden met professionals en deskundigen in de safety- en security-arbeidsmarkt, waarvan er uiteindelijk 37 gebruikt konden worden.
Er heeft een globale inventarisatie plaatsgevonden naar onderzoeken op het gebied van trends op het gebied van safety en security. Dit onderzoek heeft plaatsgevonden door het verrichten van deskresearch (internetsearch).
3. Afstemming van vraag en aanbod: vergelijking van het opleidingsaanbod en –vraag, inventarisatie en analyse van enerzijds de bruikbaarheid van de bestaande opleidingen en anderzijds de behoefte aan nieuwe scholingsproducten en opleidings-/trainingsfaciliteiten.
Dit onderzoek heeft plaatsgevonden door de resultaten van hierboven genoemde deelonderzoeken met elkaar te vergelijken en te analyseren. Representativiteit Binnen het bestek van dit project is een (statistisch) representatief onderzoek niet mogelijk. Er is dan ook gezocht naar duidelijke indicaties van de opleidingsbehoefte van safety- en securityprofessionals.
veiligheidsonderwijs. Ook de koppeling van opleidingsniveaus aan functies is gewenst. Men is veelal
3
van opleidingsmogelijkheden. De onderzoekers herkennen dit beeld vanuit hun ervaring met
Pagina
De branche geeft aan behoefte te hebben aan meer duidelijkheid over én structuur in het aanbod
Rapport
Conclusies
niet op de hoogte van de verschillende opleidingen in het veiligheidsdomein en relateert de behoefte vooral aan functies binnen de eigen organisatie. Verschil van mening bestaat er over de aard van de behoefte: deze betreft enerzijds specialistische veiligheidsopleidingen en anderzijds juist brede opleidingen op het gebied van safety en security. Permanente educatie in safety en security wordt noodzakelijk geacht. Uit de interviews komt naar voren dat in deze behoefte zowel door het reguliere als door het commerciële onderwijs kan worden voorzien. De respondenten geven aan dat veelal de werkgever voor verdere opleiding zorgt, zeker op het vlak van voor de functie specifiek benodigde competenties. Uit de interviews blijkt dat er consensus is over de toenemende complexiteit van het beroep. De toename van die complexiteit heeft volgens een aantal geïnterviewden onder andere te maken met de toename van agressie richting functionarissen in het publieke en private domein alsook met de verschuiving van de aandacht voor mogelijke terroristische aanslagen naar de aandacht voor de individuele (impulsieve) aanslagpleger. Deze toenemende complexiteit heeft met name implicaties voor de (nog te ontwikkelen) opleidingen op niveau 4 (operationeel niveau), 5 (tactisch niveau) en 6 (strategisch niveau). De verwachting is dat er meer vraag komt naar functies op het gebied van safety en security op strategisch niveau, maar dat zittend personeel dat door wenst te groeien ervaart dat het juiste scholingsaanbod niet in voldoende mate beschikbaar is. Aandacht voor de invloed van eigen gedrag (van de werknemer) en dat van anderen op veiligheid wordt nodig geacht. Ook nieuwe technieken en innovatieve oplossingen (denk aan e-learning en profiling) kunnen een bijdrage leveren aan het leren en werken in de toenemende complexiteit. De branche is bekend met het begrip e-learning. E-learning wordt nog niet overal gebruikt maar wordt als een belangrijke tool beschouwd en vooral voor educatieve (leer-) doelen ingezet (simulatie,
trendonderzoeken.
4
verschillende ketenpartners te optimaliseren. Deze behoefte blijkt ook duidelijk uit de beschikbare
Pagina
Verder wordt benoemd dat er veel behoefte is om de samenwerking tussen én de regie op de
Rapport
kennisverwerving en ondersteuning bij trainings- en scholingsdoelen.)
Uit het aanbod blijkt dat er op masterniveau enkel opleidingen in het wetenschappelijk onderwijs bestaan op het gebied van safety en security. Vanuit de interviews met het beroepenveld is er zeker belangstelling gebleken voor een professional master op dit vlak, zonder hierbij een duidelijke inhoudelijke richting aan te geven. Na analyse van de onderwijsprogramma’s in de safety- en securitybranche wordt zichtbaar dat de meeste programma’s worden aangeboden op niveau 2. In de totalen is een gat te zien tussen niveau 2/3 en niveau 5. Er zijn slechts 7 onderwijsprogramma’s op niveau 4. De behoefte aan een niveau 4 opleiding blijkt vooral vanuit de hiaat in het scholingsaanbod. De branche beschrijft de behoefte voor opleidingen voor professionals op middelbaar beroepsonderwijs 2 en 3 niveau voornamelijk in termen van competenties. Op het gebied van beveiliging, defensie en toezicht en veiligheid zijn de mogelijkheden voor doorstroom van niveau 3 naar niveau 4 erg beperkt. Niveau 5 programma’s zijn er niet op deze onderdelen en ook niveau 6 ontbreekt in deze kolom. 5 % van de onderwijsprogramma’s heeft een universitair niveau. Van de tien grootste steden in Nederland bieden Den Haag en Rotterdam de meeste onderwijsprogramma’s aan. Van de 53 hogeschoolonderwijsprogramma’s worden er 14 aangeboden in Den Haag. Aanbevelingen Omdat, zoals hierboven benoemd, het onderzoek aan de vraagzijde indicatief van aard is geweest, zijn de aanbevelingen algemeen van aard.
Beter profileren van de bestaande opleidingen in de richting van de safety- en securitybranche.
Het versterken van de profilering van de gemeente Den Haag als stad voor Recht, Vrede en Veiligheid door het aantal veiligheidsopleidingen in Den Haag. Deze positie zal nog meer
enerzijds de inhoud van de huidige opleidingen op niveau 4, 5 en 6 en anderzijds voor het ontwikkelen van nieuwe opleidingen.
5
Onderzoeken welke implicaties de toenemende complexiteit van het beroep heeft voor
Pagina
Rapport
worden versterkt door de resultaten van alle Pieken in de Delta projecten.
Bij het ontwikkelen van de opleidingskolom rekening houden met doorgroei- en ontwikkelmogelijkheid en flexibele in- en doorstroom.
Samen met de branche een register voor de sector ontwikkelen met de geformuleerde functie- en competentie-eisen op alle niveaus en daaraan gekoppeld een eis van (bijvoorbeeld jaarlijkse) scholing om de competentie en kennis op peil te houden.
Ontwikkelen
van
eenduidige
toelatingseisen,
gerelateerd
aan
functies
in
het
veiligheidsdomein, evenals een EVC (erkenning van verworven competenties) procedure in het reguliere onderwijs (niveaus 2 tot en met 6).
Samenwerken met én kennisdelen tussen de opleidingsaanbieders en de branche. (bijvoorbeeld als het gaat om innovatie, permanente educatie en wederzijdse verwachtingen). Waken voor verkokering.
Ontwikkelen van een professionele master voor de sector, met enerzijds een nadruk op algemene managementvaardigheden en anderzijds veiligheidsspecifieke aspecten.
Bij het ontwikkelen van her- en bijscholingsonderwijs gebruik te maken van innovatieve middelen zoals e-learning en/of serious gaming.
Gebruik maken van de onderzoeksresultaten van aanpalende onderzoeken op het gebied van specifieke opleidingen in de safety- en securitybranche (politie, brandweer), met als doel het voorkomen van dubbel onderzoek.
Onderzoek doen naar welke rol het regulier onderwijs kan nemen in de permanente educatie.
Onderzoeken doen naar welke investeringen de branche wil doen in de permanente educatie
doen in de afstemming van vraag en aanbod.
6
Onderzoeken doen naar welke investeringen zowel de branche als de opleidingen willen
Pagina
Rapport
van de werknemer.
Onderzoeken doen naar welke scholingsbehoefte (in de zin van gewenste leermethoden) de werknemer in de safety- en securitybranche (de safety- en securityprofessional) heeft en
7
Rapport
welke investering hij/zij wil doen.
Pagina
Leeswijzer Dit rapport bestaat uit de volgende hoofdstukken en paragrafen: Paragraaf
Pagina
Managementsamenvatting ..................................................................................................................... 1 Leeswijzer ................................................................................................................................................ 8 Bijlagen .................................................................................................................................................. 10 Inleiding ........................................................................................................................................ 11 1.1
Aanleiding .............................................................................................................................. 11
1.2
Doelstelling werkpakket 1 ..................................................................................................... 12
1.3
Context van het onderzoek ................................................................................................... 13
2
Probleemstelling ........................................................................................................................... 15
3
Onderzoeksverantwoording ......................................................................................................... 17
3.2
Onderzoekspopulatie ............................................................................................................ 19
3.3
Definities................................................................................................................................ 21
Resultaten en analyse vraagzijde ................................................................................................. 23 4.1
Domein .................................................................................................................................. 23
4.2
Trends .................................................................................................................................... 25
4.3
Opleidingen ........................................................................................................................... 34
4.4
E-learning............................................................................................................................... 58
4.5
Samenvatting......................................................................................................................... 64
Resultaten en analyse aanbodzijde .............................................................................................. 72 5.1
6
Bevindingen ........................................................................................................................... 72
Conclusies en aanbevelingen........................................................................................................ 78
Rapport
5
Deelonderzoeken .................................................................................................................. 17
8
4
3.1
Pagina
1
6.1
Conclusies .............................................................................................................................. 78
6.2
Aanbevelingen ....................................................................................................................... 80
Pagina
9
Rapport
Colofon .................................................................................................................................................. 83
Bijlagen
Bijlage I
Bijlage I.1: variabelen onderzoek aanbodzijde
Bijlage I.2: interviewprotocol arbeidsmarkt
Bijlage I.3: interviewprotocol deskundigen
Bijlage I.4: literatuurlijst
Bijlage I.5: onderzoekspopulatie / bedrijfstakken, branches en categorieën
Bijlage I.6: matrix leervraag safety en security professionals
Bijlage I.7: respondenten interviews
Bijlage I.8: brief aan respondenten interviews arbeidsmarkt
Bijlage I.9: richtlijn brief aan respondenten bij verslag interview arbeidsmarkt
Bijlage I.10: opleidingen
Bijlage I.11: tabellen met resultaten aanbod
Bijlage II: interviewverslagen
Pagina
10
Rapport
Bijlage III: onderwijsproducten
1
Inleiding
1.1
Aanleiding
Het project Stepping Stones for Safety and Security (vanaf hier: Stepping Stones) is geïnitieerd door de Haagse Hogeschool, ROC Mondriaan en Trigion. De drie partijen geven aan1 dat de aanleiding voor het opzetten van het Stepping Stones project terug te voeren is op drie overwegingen vanuit de safety- en securitybranche: 1. Op dit moment bestaat er in de arbeidsmarkt een tekort aan goed opgeleide safety- en securityprofessionals. 2. Er
moeten
in
antwoord
op
de
marktvraag,
afgestemde
safety-
en
security-
onderwijsprogramma’s worden ontwikkeld. Deze onderwijsprogramma’s moeten een doorlopende leerweg vormen en een eenduidige kwalificatiestructuur kennen. 3. Duurzaam innoveren in de safety- en securitybranche is alleen mogelijk als de branche een goed ingericht scholingsprogramma heeft dat aansluit op de vraag van de markt.
Naast een capaciteitsprobleem in de branche is er zowel vanuit het Ministerie van Economische Zaken als de Gemeente Den Haag een aanzienlijk belang bij het slagen van dit project. Internationaal gezien is Nederland goed op weg zich te onderscheiden op het gebied van safety en security. Den Haag profileert zich nationaal maar ook internationaal als de stad van vrede, recht en veiligheid.
Het project Stepping Stones heeft als doelstelling een volledige leerweg te ontwikkelen, die aansluit op de behoefte en wensen van en ontwikkelingen in de safety- en security-arbeidsmarkt. Onder een volledige leerweg wordt verstaan een leerweg van mbo niveau 2 t/m 4 (zowel beroepsbegeleidend als beroepsopleidend) tot en met Hoger Onderwijs (bachelor / master / wo).
de
marktvraag
afgestemde
en
op
maat
gemaakte
safety-
en
security-
onderwijsprogramma’s. Deze programma’s kennen een eenduidige kwalificatiestructuur (accreditatie) en omvatten in elk geval trainingen, opleidingen, ervaringsleren, doorlopend
1 2
Bron: Projectplan versie definitief SenterNovem d.d. 11 mei 2009. Bron: Projectplan versie definitief SenterNovem d.d. 11 mei 2009.
VERTROUWELIJK
11
Op
Pagina
Rapport
De belangrijkste resultaten van het project zijn het kunnen aanbieden van 2:
leren, jaarlijkse bijscholing, periodieke prof-checks, toetsing en kennisuitwisseling voor nationale- en internationale studenten.
Een actueel en compleet scholingsaanbod (mbo / hbo / wo) voor de toekomstige en huidige safety- en securityprofessionals. Het scholingsaanbod houdt rekening met de laatste stand der techniek en wetenschap. Nadrukkelijk wordt gestuurd op het actueel houden van de lesstof.
De genoemde safety- en securityprofessionals zijn werkzaam in het publieke domein (bv. Veiligheidsregio, Brandweer, Politie, GHOR, Defensie, gemeente, provincie en rijk) en het private domein (bv. particuliere beveiligingsbedrijven, advies- en ingenieursbureaus, industrie, chemie, bouw, transport). Het totale project bestaat uit een zestal werkpakketten. In dit rapport wordt verslag gedaan van de resultaten van werkpakket 1: ‘inventarisatie en analyse van de marktvraag naar safety- en securityopleidingen’.
1.2
Doelstelling werkpakket 1
Werkpakket 1 heeft als doelstelling het realiseren van een gedegen inventarisatie en analyse van de marktvraag naar safety- en security-onderwijsprogramma’s. In werkpakket 1 wordt daarom de behoefte van de safety- en security-arbeidsmarkt aan scholing voor de toekomstige en de huidige professionals geïnventariseerd en geanalyseerd. De resultaten van de inventarisatie en analyse worden ook in verband gebracht met de bestaande en nog te ontwikken onderwijsprogramma’s. De activiteiten in werkpakket 1 leggen de basis voor de te behalen eindresultaten in het project Stepping Stones. Schematisch zijn de resultaten van dit werkpakket weergegeven in de figuur op de
Pagina
12
Rapport
volgende pagina.
VERTROUWELIJK
Gehele veiligheidsdomein Safety en Security Vrede en Recht (raakvlakken)
lange termijn
Opleidingsbehoefte
Opleidingsbehoefte
(branche / arbeidsmarkt)
(branche / arbeidsmarkt)
Match
Kerntaal en bijtaak
(opleidingen, trainingen, faciliteiten)
korte termijn
Publiek en privaat
Huidig opleidingsaanbod
Relevante beroepen en bedrijfstakken
Gehele kolom : (V)MBO/HBO/WO
Nationaal en internationaal
Bekostigd en niet-bekostigd
Trends en ontwikkelingen
Behoefte aan nieuw / aanvulling op opleidingsaanbod en faciliteiten
1.3
Context van het onderzoek
De resultaten van de interviews geven indicaties van de opleidingsbehoefte van safety- en securityprofessionals. De interviews zijn met nadruk niet bedoeld als een beoordeling van de veiligheidskundige opleidingen die aan de verschillende onderwijsinstanties in Nederland gegeven worden. Er
zijn
verschillende
onderzoeken
die
specifiek
ingaan
op
de
beoordeling
van
(veiligheids-)opleidingen. Zonder een uitputtende opsomming te willen geven volgen hieronder enkele voorbeelden. Hierbij wordt, voor de onafhankelijkheid van het onderzoek, niet nader ingezoomd op individuele opleidingen of instanties.
Voor hbo-opleidingen is een belangrijk moment van beoordeling de accreditatie van
opleidingen hoger onderwijs (croho).
Mbo-opleidingen worden geaccrediteerd door de Onderwijsinspectie. Periodiek vinden beoordelingsgesprekken plaats tussen de Onderwijsinspectie en College van Bestuur van
VERTROUWELIJK
13
zijn beoordeeld. Bekostigde hbo-opleidingen worden geregistreerd in het centraal register
Pagina
NVAO zijn de bezoekverslagen en rapporten over opleidingen te vinden die door de NVAO
Rapport
opleidingen door de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie(NVAO). Op de site van de
opleidingsinstanties die deze opleidingen verzorgen. De Onderwijsinspectie stelt hier verschillende indicatoren vanuit het wettelijk kader, zoals studententevredenheid en uitval van studenten. De verslagen van de beoordelingsgesprekken zijn te vinden op de website van de Onderwijsinspectie. Mbo-opleidingen worden geregistreerd in het centraal register beroepsopleidingen (crebo). Een belangrijk instrument om de kwaliteit van mbo-opleidingen te waarborgen is het gebruik van kwalificatiedossiers.
Verschillende opleidingsinstituten voeren zelf (interne) audits uit, om zo een objectieve beoordeling van opleidingen te verkrijgen.
Ook zijn er landelijke beoordelingsonderzoeken, zoals: o HBO-monitor, die onder andere de arbeidsmarktpositie van afgestuurdeerde HBO’rs onderzoekt (www.hbo-monitor.nl). o Onderzoek van Elsevier, ‘De beste studies’ (2010), te vinden op www.elsevier.nl.
Pagina
14
Rapport
o Diverse onderzoeken over mbo-opleidingen zijn te vinden op www.mbo2010.nl.
VERTROUWELIJK
2
Probleemstelling
Om de in hoofdstuk 1 genoemde doelstellingen te realiseren moeten de volgende onderzoeksvragen worden beantwoord:
Inventarisatie scholingsproducten en opleidings-/trainingsfaciliteiten o Welke scholingsproducten en opleidings-/trainingsfaciliteiten bestaan er op het gebied van safety en security? o Kunnen deze scholingsproducten en faciliteiten worden omschreven in termen van:
te verwerven competenties;
nut en noodzaak voor de arbeidsmarkt;
te benoemen voordelen, nadelen, aandachtspunten, successen, etc.
o Bestaan er trends in het gebruik van c.q. de ontwikkeling van scholingsproducten en faciliteiten op het gebied van safety en security? Zo ja, welke zijn dit? Hierbij wordt gekeken naar de komende 5 tot 15 jaar.
Inventarisatie van de safety- en security-arbeidsmarkt. o Hoe kan de arbeidsmarkt voor safety- en securityprofessionals worden omschreven? o Welke trends bestaan er voor professionals in deze arbeidsmarkt? Hierbij wordt gekeken naar de komende 5 tot 15 jaar.
Inventarisatie van de behoefte o Welke behoefte bestaat er aan scholingsproducten en faciliteiten voor de genoemde arbeidsmarkt op zowel korte als lange termijn? Welke criteria worden hierbij benut? o Welke behoefte bestaat er in de genoemde arbeidsmarkt aan verbetering van en aanvulling op scholingsproducten en faciliteiten? Welke criteria worden hierbij
Pagina
15
Rapport
benut?
VERTROUWELIJK
Afstemming van scholingsproducten en opleidings-/trainingsfaciliteiten en marktbehoefte o Wat is de bruikbaarheid van de bestaande opleidingen en faciliteiten om in de behoefte voor de genoemde arbeidsmarkt te voorzien? Welke toetsingscriteria worden hierbij benut? o Welke behoefte resulteert er aan nieuwe of aanpassingen van scholingsproducten en opleidings-/trainingsfaciliteiten? o Welke opleidingsproducten moeten ontwikkeld worden om tegemoet te komen aan de opleidingsbehoefte van de safety- en securitymarkt.
Met betrekking tot de drie inventarisatiestappen geldt dat - waar mogelijk - resultaten van relevante
Pagina
16
Rapport
andere onderzoeken (met een kritische blik) worden meegenomen.
VERTROUWELIJK
3 3.1
Onderzoeksverantwoording Deelonderzoeken
Werkpakket 1 heeft als doelstelling het realiseren van een gedegen inventarisatie en analyse van de marktvraag naar safety- en security-onderwijsprogramma’s. Deze inventarisatie en analyse hebben plaatsgevonden aan de hand van drie deelonderzoeken: 1. Aanbodzijde Inventarisatie
en
analyse
van
bestaande
scholingsproducten
en
opleidings-
/trainingsfaciliteiten.
Dit onderzoek heeft plaatsgevonden door middel van het verrichten van bureauonderzoek (internetsearch). De onderzochte variabelen per gevonden onderwijsproduct (opleiding, training, etc.) zijn weergegeven in de bijlage I.1.
Resultaat van het onderzoek is een overzicht van de relevante onderwijsproducten, in de vorm van een database met zowel ongeclassificeerde als geclassificeerde data. Relevant betekent in dit kader: er worden kennis, vaardigheden en attitudes overgebracht die gebruikt worden in de beroepsuitoefening van safety- en securityprofessionals. De resultaten zijn verwerkt in een database en vervolgens geclassificeerd.
2. Vraagzijde Inventarisatie en analyse van wensen met betrekking tot scholing, analyse van trends in de safety- en securitybranche en inventarisatie behoefte aan verbetering en aanvulling op scholingsproducten en opleidings-/trainingsfaciliteiten voor de arbeidsmarkt.
met professionals en deskundigen in de safety- en security-arbeidsmarkt. Voor de interviews is gekozen voor een semi-gestructureerd interview. Ervaring met het ontwikkelen van
Pagina
opleidingen aan ROC Mondriaan en De Haagse Hogeschool leert dat het verstandig is om de
17
Het eerste deel van het onderzoek aan de vraagzijde bestond uit het houden van interviews
Rapport
Het onderzoek aan de vraagzijde is op twee verschillende wijzen ingevuld.
VERTROUWELIJK
vragen vooraf nog niet volledig vast te stellen. De werkgroep heeft wel een aantal onderwerpen vastgesteld die in ieder geval besproken moesten worden, maar in het gesprek was ruimte en vrijheid voor de geïnterviewde om datgene in te brengen wat hij/zij relevant vond binnen de kaders van de vooraf vastgestelde onderwerpen.
De te bespreken onderwerpen zijn verwerkt in een tweetal interviewprotocollen: een protocol voor respondenten die werkzaam zijn in de arbeidsmarkt en een protocol voor deskundigen op het gebied van safety en security c.q. de safety- en security-arbeidsmarkt. De interviewprotocollen zijn weergegeven in de bijlagen I.2 en I.3.
In de interviewprotocollen is innovatie als aandachtspunt meegenomen. Innovatie is bijvoorbeeld:
Balans in de veiligheidsketen (niet alleen repressie).
Toepassing van e-learning.
Taakverschuiving van de primaire veiligheidstaak.
Gebruik maken van onderwijs ‘bouwblokken’ (modules).
Het tweede deel van het onderzoek aan de vraagzijde is een globale inventarisatie van de onderzoeken naar:
trends in het gebruik van scholingsproducten en faciliteiten c.q. de ontwikkeling van scholingsproducten en faciliteiten op het gebied van safety en security;
trends op het gebied van safety en security;
trends op het gebied van de arbeidsmarkt.
Dit onderzoek heeft plaatsgevonden door het verrichten van deskresearch (internetsearch).
Vergelijking van het opleidingsaanbod en –vraag, inventarisatie en analyse van enerzijds de bruikbaarheid van de bestaande opleidingen en anderzijds de behoefte aan nieuwe
Pagina
scholingsproducten en opleidings-/trainingsfaciliteiten.
18
3. Afstemming van vraag en aanbod
Rapport
In bijlage I.4 zijn de relevante rapporten weergegeven.
VERTROUWELIJK
Dit onderzoek heeft plaatsgevonden door de resultaten van hierboven genoemde deelonderzoeken met elkaar te vergelijken en te analyseren.
3.2
Onderzoekspopulatie
In werkpakket 1 is de behoefte van de safety- en security-arbeidsmarkt aan scholing voor de toekomstige en de huidige professionals geïnventariseerd en geanalyseerd. Zoals reeds is aangegeven in hoofdstuk 1, zijn deze professionals werkzaam in zowel het publieke domein (bv. Veiligheidsregio, Brandweer, Politie, GHOR, Defensie, gemeente, provincie en rijk) als het private domein (bv. particuliere beveiligingsbedrijven, advies- en ingenieursbureaus, industrie, chemie, bouw, transport). De arbeidsmarkt voor deze safety- en securityprofessionals kan als volgt onderverdeeld worden: 1. Veiligheid als primaire taakuitvoering Enerzijds bestaat de arbeidsmarkt uit veiligheidskundige professionals; trend is dat dit onderdeel van de arbeidsmarkt breder wordt. Anderzijds is er sprake van beroepen waarbij de veiligheidstaak uitgevoerd wordt door andere professionals.
Technische beroepen (installatiebedrijven, etc.)
Niet technische beroepen o Publiek (politie, brandweer, defensie, etc.) o Privaat (beveiligingsbedrijven, etc.)
Adviesbureaus
2. Veiligheid als secundaire taakuitvoering Veiligheid is randvoorwaarde van de primaire taakuitvoering: veiligheid voegt waarde toe aan de kerntaken van de organisatie. In dit kader zijn safety- en securityprofessionals
Management, bestuur
Veiligheidsmedewerkers o Management
Pagina
o Uitvoering
19
Rapport
werkzaam in de volgende functies:
VERTROUWELIJK
3. Overig
Brancheorganisaties
Research / onderzoek (kennisinstituten, kenniswerkers) en onderwijs
Netwerken
Genootschappen
De Nederlandse bedrijvigheid kan op verschillende manieren worden ingedeeld. In de bijlage I.5 is de CBS-indeling in bedrijfstakken weergegeven. De werkgroep heeft voor deze indeling gekozen, omdat die indeling uitsplitst naar bedrijfscategorieën en dus meer ideeën levert.
Ketenstap
Naast een indeling in bedrijfstakken en sectoren is gekeken naar de leervraag in termen van
Niveau (2-6)
onderwijsniveau (2-6) en ketenstap in de veiligheidsketen (zie figuur). In de matrix in bijlage I.6 wordt aangegeven op welke manier de leervraag op het terrein van veiligheid / safety and security op meer systematische kan worden onderzocht, met name door de
De te interviewen organisaties zijn zo goed mogelijk verdeeld over de bedrijfstakken, sectoren en functieniveaus, een en ander binnen de gestelde kaders (doorlooptijd en beschikbare capaciteit) van VERTROUWELIJK
20
interviewprotocollen evenals in de selectie van de onderzoekspopulatie.
Pagina
het beheer van veiligheid. Deze systematiek als visie is verwerkt in de al eerder benoemde
Rapport
verschillende niveaus in het onderwijs uit te werken in de aandacht die een professional geeft aan
het onderzoek. De geïnterviewde organisaties zijn in de bijlage I.7 weergegeven. Binnen de gekozen bedrijfstakken zijn respondenten voor een belangrijk deel in het netwerk van de werkgroepleden gezocht om daarmee de respons zo hoog mogelijk te maken. Een aantal organisaties is rechtstreeks benaderd. Alle respondenten is informatie gestuurd met het doel en de methode van onderzoek (zie bijlage I.8 voor een voorbeeldbrief). Na afloop van het interview is een verslag gemaakt dat ter verificatie aan de respondenten is voorgelegd. Er is een richtlijn opgesteld voor de begeleidende brief bij het verslag (zie bijlage I.9). Begin januari 2011 is slechts een beperkt aantal reacties van respondenten ontvangen. Daarop is alle respondenten die nog geen reactie hadden gestuurd, een e-mail gestuurd met het verzoek om vóór een bepaalde datum te reageren. In de mail is aangegeven dat wanneer geen reactie is ontvangen, er vanuit wordt gegaan dat de respondent akkoord is met het verslag en de respondent met naam en bedrijfsaanduiding genoemd kan worden in het rapport. Ook is bij een tweetal interviews door de respondenten aangegeven dat de verslagen vertrouwelijk behandeld dienen te worden. Deze interviews zijn verder niet meegenomen in het onderzoek. Begin 2010 is - in het kader van de ontwikkeling van een master op het gebied van veiligheid - al een aantal interviews afgenomen door één van de werkgroepleden. Hierbij is het later ontwikkelde interviewprotocol niet gebruikt. De resultaten van de interviews bleken evenwel goed bruikbaar en zijn meegenomen in het onderzoek. Representativiteit Binnen het bestek van dit project is een (statistisch) representatief onderzoek niet mogelijk. Er is dan ook gezocht naar duidelijke indicaties van de opleidingsbehoefte van safety- en securityprofessionals.
3.3
Definities
Voordat ingegaan wordt op de resultaten van werkpakket 1, is het verstandig om een aantal
Safety: het beheersen van risico’s die leiden tot het onbedoeld ervaren of onbedoeld ontstaan van fysieke, sociale, geestelijke, financiële, politieke, emotionele, beroepsmatige,
Pagina
psychologische, educatieve of andersoortige schade. Deze risico’s worden gekarakteriseerd
21
Rapport
definities te benoemen van veel gebruikte begrippen in het werkpakket.
VERTROUWELIJK
door het falen van techniek, mensen en / of organisaties en/of ‘acts of God’. Bij meerdere faalcomponenten wordt gesproken van een ‘samenloop van omstandigheden’.
Security: het beheersen van risico’s die leiden tot het doelgericht aanbrengen van schade aan personen of organisaties. Deze risico’s worden gekarakteriseerd door de drie componenten belang, dreiging en weerstandsvermogen.
Competenties zijn ontwikkelbare vermogens van mensen waarmee ze in voorkomende situaties adequaat, gemotiveerd, proces- en resultaatgericht kunnen handelen. Competenties zijn samengesteld van karakter en relateren aan onderliggende vaardigheden, kennis en houding. Competenties stellen een professional in staat om taken in de beroepspraktijk succesvol uit te voeren.
E-learning: alles wat met leren op en met behulp van de computer(netwerk) te maken heeft. Hierbij valt te denken aan op afstand en/of zelfstandig (zonder hulp van een docent) digitaal (dus met behulp van een computer) leren of het leren aan de hand van serious games. Een serious game is een spel waarin de werkelijkheid nagebootst wordt. Andere voorbeelden van e-learning zijn het gebruik maken van een digitale leeromgeving (platform e.d.), e-learning-
Pagina
22
Rapport
modules, WIKI, Blackboard, Sharepoint, educatieve websites, YouTube -films etc.
VERTROUWELIJK
4
Resultaten en analyse vraagzijde
In het kader van het onderzoek aan de vraagzijde zijn in totaal 39interviews gehouden. Deze zijn, zoals in hoofdstuk 3 is aangegeven, in een verslagvorm vastgelegd en ter becommentariëring c.q. correctie aan de geïnterviewden aangeboden. Twee van hen gaven aan de verslagen niet te kunnen / willen vrijgeven voor publicatie. De 37 gebruikte interviewverslagen zijn opgenomen in een separaat bijgevoegde bijlage (II). In dit hoofdstuk wordt een inventarisatie gegeven van de inzichten van het beroepenveld veiligheid in respectievelijk het domein van hun branche (1), de trends in veiligheid (2), hun opleidingsvraag (3) en e-learning (4). Hiertoe zijn alle interviews gerubriceerd in de vier rubrieken en in subrubrieken die elk een thema binnen de rubriek vertegenwoordigen. De weergave van de onderzoekers van de meningen van de geïnterviewden over de verschillende thema’s worden onder de subrubrieken in een kader gepresenteerd De namen van de organisaties en de geïnterviewden zijn om redenen van vertrouwelijkheid niet vermeld. In paragraaf 4.5 volgt een samenvatting van de meningen in de vorm van stellingen.
4.1
Domein
Het Domein voor de veiligheidsberoepen is niet eenduidig gedefinieerd. Toch lijkt er soms een consensus te zijn over safety en security. Safety en security: ‘Acts of god’ versus bewust ongewenst gedrag. Sociale veiligheid en security. Arbo en safety. Doordat er tussen deze twee onderdelen veel overlap is, wordt er nauw samengewerkt.
bewuste menselijk handelen. Dat vraagt dus om een volstrekt verschillende aanpak. Duidelijk verschil tussen safety en security. Security is beschermen tegen opzettelijke
Pagina
inbreuken op de veiligheid. Safety is bescherming tegen (de gevolgen van) onvoorziene
23
maken met het handelen zonder opzet van de mens en security bemoeit zich met het
Rapport
Safety en security appelleren aan volstrekt verschillende oorzaken. Safety heeft te
VERTROUWELIJK
gebeurtenissen, zoals ongelukken en incidenten. De gebruikte terminologie in het domein is niet eenduidig en niet helder. Typeringen als ramp, incident, crisis, (integrale) veiligheidskunde, safety management, security management, crisis management, emergency management enzovoort rollen over elkaar heen. Het domein is erg breed en betreft vrijwel alle maatschappelijke functies. Safety en security zijn verschillende kundigheden. Liggen ook dicht bij elkaar. Voor uitvoering van zowel safety- als securityfuncties is uiteindelijk kennis van menselijk gedrag het belangrijkste. De apparatuur is maar een middel. Omdat safety en security in een verschillende context spelen, ontstaan er verschillen in aanpak. Safety (veiligheid): Het beschermen van personen, processen en producten tegen onbewuste schadelijke handelingen (ongelukken). Security (beveiliging): Het beschermen van personen, processen en producten tegen bewust kwaadwillende handelingen (diefstal, fraude, vandalisme, terrorisme etc.). Uiteraard is er overlap tussen de begrippen. Als iemand een terroristische aanslag pleegt, vallen er mogelijk gewonden of ontstaat er een brand.
De stand van zaken in het veiligheidsberoep wordt verschillend ervaren. Toch loopt Nederland ver voorop in veiligheid- en beveiligingsbenadering. Het buitenland heeft nog steeds de standaardreactie van het inzetten van (meer) politie of het leger. We komen nog maar net uit een tijd dat iemand die afkomstig was van de politie, de
De organisatie streeft naar 0 % incidenten. Ook het hebben van een ‘te’ veilige
Pagina
organisatie vormt op zich een risico.
24
*…+ is veilig, maar als je echt kwaad wilt is er altijd wel wat te vinden.
Rapport
marine of de brandweer zich securityspecialist kon noemen.
VERTROUWELIJK
Het veiligheidsbesef zit in de genen van onze mensen. De meesten komen immers van scholen met nautische bindingen. Veiligheid neemt op de scholen een prominente plaats in op het programma. Veiligheid is daar de rode draad. Is officieus het best beveiligde stadion van Nederland. Er zijn meer dan 100 medewerkers op gebied van veiligheid in dienst van *…+. Er zijn kwaliteitsdoelen, hier worden verbeteringen op ingezet. Toch lukt het een heel enkele keer dat iemand met slechte bedoelingen ons te slim af is. Dan schamen we ons. Veiligheid kent twee kanten: a) de eigen veiligheidsbehoefte en b) de verantwoordelijkheid voor maatschappelijke veiligheid. Bij ons is veiligheid niet een centraal begrip. Volgens mij komt het woord veiligheid zelfstandig niet voor in de organisatie. We zijn meer van het rechtvaardige dan van het veilige. Veiligheid is een mooi nevenresultaat. Veiligheid is meer het ding van het *…+. Zou niet direct iemand met een specifieke veiligheidsopleiding aannemen. Core business blijft toch woningen aanbieden en hoe houd je een wijk leefbaar. Het totaalbeeld in dit domein is van levensbelang en wordt als ‘critical infrastructure’ omschreven. Want als die omvalt, is het eind zoek. Iedereen heeft dan een probleem en we kunnen we niks meer.
4.2
Trends
Om een indruk te krijgen van de nieuwe scholingsonderwerpen waar het veiligheidsonderwijs zich op
Samenwerken, luisteren, rekening houden met elkaar (regie). Een groot deel van het beroepenveld geeft aan dat samenwerken, coördineren, regievoeren, in, van
Pagina
en over verschillende ketenpartners een groot probleem of uitdaging is.
25
zijn samengevat in deze paragraaf.
Rapport
moet voorbereiden, is het beroepenveld gevraagd naar de te verwachten trends in het beroep. Deze
VERTROUWELIJK
De grote truc is de samenwerking (tussen water en wal, het koppelen van droog en nat), samenwerking met veiligheidsregio’s, de ministeries, enz. Leerpunt is het samenwerken tussen werkvloer en operationeel- tactisch niveau. Politie en bijvoorbeeld stadstoezicht moeten met elkaar samenwerken. Zij doen ‘politieachtige’ taken. *…+ ziet dit als ongewenst. Er worden steeds meer taken onttrokken aan de politie en overgenomen of mede overgenomen door handhavers en andere toezichthouders in het publieke domein. Kern is coördineren en samenwerken. Informatiepositie rond calamiteiten moet verbeterd worden, clusteren van het aantal meldkamers. Kort na 11/09/2001 kwam de herkenning van de noodzaak tot samenwerken en het besef dat alles consequenties heeft voor alles. Heel vaak hebben kleine oorzaken grote gevolgen voor nationale en/of internationale veiligheid. Denk bijvoorbeeld aan de Deense Cartoonrellen. De masterfunctionaris gaat de regie voeren over een hele veiligheidsketen. Dat is dus een manager. Steeds
meer
handhavingstaken
worden
overgelaten
aan
gemeentelijke
toezichthouders. Bij oefeningen op beleidsniveau merk je dat de overheidsmensen op hun strepen gaan staan. Dat wekt zoveel wrevel op dat tijdens oefeningen iedereen weer zijn eigen
ondermeer de veiligheidshuizen zich mee bezig moeten houden: samenwerken ter bestrijding van overlast en criminaliteit. Trefwoorden als integrale veiligheid,
Pagina
ketenmanagement, aan elkaar knopen, samenwerken, vallen veelvuldig.
26
Wat ingewikkelder is, is de samenwerking tussen de diensten. Dat is precies waar
Rapport
dingetje gaat doen.
VERTROUWELIJK
Daarnaast is de versnippering en verkokering een probleem. Ieder doet zijn eigen dingetje optimaal en samen is het niks. Het communiceert niet met elkaar. Er zijn geen of nauwelijks mensen die weten wat het is om regie te voeren. De coördinatieproblematiek gaat door tot in de ministeries toe. Zij werken niet samen in de veiligheidsvraagstukken. Zij spelen machts- en positiespelletjes. Daar hebben we tot op het uitvoerende niveau last van. Het gaat in de samenwerking met andere diensten vooral mis vanwege de grote ego’s. Brandweer en politie bijvoorbeeld liggen elkaar niet zo. Dat komt door de strakke sturingsprincipes bij de geüniformeerde diensten. Eigenlijk is het heel simpel: we moeten leren luisteren naar elkaar. Er is geen of te weinig aandacht voor bijvoorbeeld samenwerking tussen en met verschillende diensten, het presteren in het grote geheel en dan ook nog internationaal. Ontdekken van de drijfveren, motieven en argumenten van anderen in plaats van mensen overrulen met gelijkhebberig gedrag is erg belangrijk. Bijvoorbeeld in contact met overheden spreken wij vaak niet dezelfde taal. De CoPI is een vertegenwoordiger van de brandweer, de politie, de GHOR en de gemeente. De leider van een CoPI is ontkleurd, wat wil zeggen dat hij multidisciplinair handelt. De samenwerking tussen de brandweer en de GHOR gaat goed. Die met de brandweer en de politie gaat niet optimaal, samenwerking zit hier niet in de vezels.
Kennis van gedrag, het leren lezen en beïnvloeden ervan wordt een noodzakelijke kunde in het
belangrijk, maar geven aan dat het één instrument is naast de (bekende) andere instrumenten. Weer
Pagina
anderen blijven volledig vertrouwen op de (huidige?) instrumenten.
27
Veel organisaties verzekeren dat profiling de toekomst is (zie figuur). Andere organisaties vinden het
Rapport
veiligheidsberoep.
VERTROUWELIJK
profiling, de-escaleren, intelligence
‘bestaand’
personeel
Instrumentele kant
Gedrag dader
Ik geloof in predictive profiling als één van de belangrijkste instrumenten. Ik zou kiezen voor een master security, opgebouwd rond profiling. Profiling wordt steeds belangrijker, maar de oude instrumentele aanpak zal daarnaast zeker blijven bestaan. Behalve extra kennis is het gedragsaspect onder andere ook erg belangrijk. Profiling en de daarmee verwante data mining worden nieuwe belangrijke instrumenten. Intelligent systeem waarbij de camera detecteert wat en wanneer er verdachte bewegingen plaatsvinden. Van belang is nu de ‘fenomeenanalyse’. Deze richt zich op de ‘gek’, op de ‘gestoorde’. Security via de voorkant wordt de trend. Echter ga je het volgens *…+ met alleen profilen ook niet redden. Op het gebied van beveiliging los je niet alles op met extra bewaking en detectie. De psychologie van de mensen speelt een steeds grotere rol.
Binnen afzienbare tijd kunnen we de verlangde activiteiten niet meer bemensen. Er zullen dus andere middelen moeten komen dan de bekende poortjes. De laatste tijd
Pagina
wordt profiling als serieuze optie bestudeerd.
28
Hier kunnen de patiënten op een technische manier ‘in de gaten’ gehouden worden.
Rapport
Profiling kan in de toekomst een rol gaan spelen binnen ons bedrijf.
VERTROUWELIJK
Hoewel de techniek belangrijk blijft, al dan niet in samenhang met gedrag. *…+ heeft de biometrische gezichtsherkenning geïntroduceerd. De voetbalfans moeten een speciale foto laten maken. Er is een project met TNO ADABTS (Automatic Detection of Abnormal Behaviour and Threats in crowded Spaces). Aan de hand van camera’s en geluidsopnames wordt verdacht gedrag getoond aan medewerkers die achter deze camera’s zitten. Arrays is een geluidsherkenningssysteem. Met geluidsmiddelen worden personen uit een menigte gehaald die bijvoorbeeld beginnen met spreekkoren. De trends worden bepaald door IP technologie (draadloos ‘pluk en plug’), steeds meer infrarood toepassen bij vitale infrastructuur, steeds meer toepassing van serious gaming in bijvoorbeeld medewerkers kundig houden. In de zorg wordt om verschillende redenen steeds meer gewerkt met de interactieve zuster (angstreductie).
Waar we bang voor zijn, verschuift. Het beroepenveld ziet een verandering van angst voor georganiseerd terrorisme, naar de ‘enkele gek’, naar kwetsbare infrastructuur. Waar eerst voornamelijk aandacht was voor terrorisme en aanslagen e.d. blijkt nu dat het risico van het individu veel groter is. De beveiliging is goed geregeld, maar een gek die fout wil vindt heus wel een weg. Wat we niet in de hand hebben is energie en IT. Daar kunnen echt grote rampen in
Pagina
29
Rapport
gaan optreden. En het wordt met de dag ingewikkelder.
VERTROUWELIJK
Kwaliteit van ingehuurd personeel van beveiligingsbedrijven wordt als van onvoldoende kwaliteit ervaren. Het beroepenveld ergert zich aan de kwaliteitsparadox: het gevolg van tendering is dat beveiligingsbedrijven de laagst mogelijke prijs offreren. Dit kan alleen met goedkope (= minder goed opgeleide beveiligers), waardoor de bedrijven het personeel zelf opleiden. Beveiligingsbedrijven concurreren op de prijs. Het inhurende bedrijf accepteert de tender met de laagste prijs. Het bedrijf dat inhuurt moet deze werknemers echter zelf verder opleiden om hen optimaal te laten functioneren, waardoor de beveiliging toch weer duur wordt. Dit is een raar soort paradox. Omdat inhurende bedrijven de bedroevende kwaliteit niet meer pikken, zal de scholing weer terugkomen bij de beveiligingsbedrijven. De aanbiedingsprijzen van de beveiligingsbedrijven zullen dan stijgen evenals de kwaliteit. In 2006 heeft de organisatie er voor gekozen om het beveiligingspersoneel op de eigen loonlijst te hebben. De betrokkenheid met de organisatie is zo veel groter. Ook is het nuttig in het kader van vertrouwelijkheid. De securitymensen van de beveiligingsbedrijven hebben nauwelijks een relatie met hun formele werkgever. De mensen die bij ons werken beschouwen *…+ als hun werkgever. Heel veel ervan blijven trouwens bij *…+ werken als een ander beveiligingsbedrijf de tender wint. De mensen die we krijgen aangeboden door de beveiligingsbedrijven zijn niet direct geschikt voor hun functie. Dat zijn vaak lichamen in een pak zonder betrokkenheid. Het mbo-2 niveau is niet genoeg. Wij moeten hen fors bijscholen. Je zou denken dat het beveiligingsbedrijf daar blij mee is. Integendeel. Opgeleide mensen zijn duur (ieder diploma verhoogt het uurloon met een paar cent) en dus
We proberen op dit niveau al iets toe te voegen aan de ‘opdracht=opdracht’ mentaliteit.
Pagina
Er moet een einde komen aan het haasje over springen van kwaliteit en prijs. Een
30
leveren.
Rapport
onaantrekkelijk voor beveiligingsbedrijven die zo goedkoop mogelijk willen/moeten
VERTROUWELIJK
bedrijf vraagt om beveiliging, dat kiest uit het aanbod voor de laagste prijs, waardoor de beveiligingsleverancier minder kwaliteit kan bieden, enz. Ook communiceren we bij de politie bijvoorbeeld niet graag met particuliere beveiligingsdiensten. Dat vinden we eigenlijk maar simpele diknekken die er geen verstand van hebben. Iedere gek kan een bureautje in security beginnen.
Digitalisering leidt tot andere aandachtsgebieden. Internetcriminaliteit, minder toezicht op medewerkers en de nieuwe sociale media zoals Twitter leiden tot nieuwe communicatiekanalen en -patronen. Communicatie met netwerken wordt steeds ingewikkelder. Denk bijvoorbeeld aan de E.U. Informele communicatie via bijvoorbeeld Twitter heeft nieuwe risico’s. Voorbeelden daarvan zijn gevaren dat aannamen worden behandeld als waarheid en dat het nieuws eerder bij de mensen is dan bij de hulpdiensten. Kennisvergaring verandert, nu gaat dit veel meer via de nieuwe digitale (sociale) media als Twitter. Het nieuwe werken brengt verandering in veiligheid. De technologie waar een burger of een functionaris persoonlijk over beschikt is al veel verder dan de technieken die momenteel worden gebruikt.
Ik vraag een beter bewustzijn bij politiek en overheid wat de implicaties zijn van de
Pagina
regels en regeltjes. Dat bewustzijn is er niet en daar hebben we veel last van.
31
Een andere trend in het veiligheidsdomein is bepaald door de politiek.
Rapport
Wet- en regelgeving.
VERTROUWELIJK
Belangrijke randvoorwaarden om klanten veiligheidsoplossingen te bieden, zijn de weten regelgeving en de detectietechniek. De trends worden bepaald door veranderingen in wet- en regelgeving. Een trend binnen de havenveiligheid is dat sinds 11 september 2001 alles veel strenger is geworden.
Veiligheid als onderdeel van de strategische functies? Net als bedrijfseconomen, sociologen, ingenieurs maken veiligheidsdeskundigen deel uit van raden van bestuur en directies. Veiligheid wordt in het bedrijfsbeleid betrokken Het risicogestuurd werken neemt toe. Het risk based management met de daaraan verbonden vraag wat dat mag kosten en wat dat betekent voor de continuïteit, profileert zich steeds meer. Security en safety zullen in de toekomst onderdeel worden van de strategie. Het wordt meer strategisch dan alleen beleidsmatig. Verder wordt er veel gesproken over de kosten- versus batenanalyse. Hoe garandeer je veiligheid en tegelijkertijd zo min mogelijk kosten.
Toegenomen zelfredzaamheid. Nadruk op zelfredzaamheid van burgers en de verantwoordelijkheid voor de eigen veiligheid is een duidelijke trend: bewust veilig leven.
veiligheid in de stadions. En dat doen zij erg goed omdat de continuïteit van de club direct zichtbaar op het spel staat.
Pagina
De supporters gedragen zich keurig de laatste jaren. Door de vele maatregelen die *…+
32
voorbeelden daarvan zie je bij de voetbal met eigen stewards: zij zorgen voor de
Rapport
Beveiliging wordt steeds meer een commerciële taak in plaats van een publieke. Goede
VERTROUWELIJK
heeft genomen is de bewustwording bij de supporters vergroot. Waar ligt de grens op gebied van veiligheid: Hoe ver ga je, pak je agressieve mensen zelf aan. *…+ is van mening dat dit een taak van de politie is. Wanneer los je het privaat op en wanneer komt de zwaardmacht aan de orde? Sinds de jaren tachtig rijdt er veel meer ‘particuliere politie’ rond.
Agressie in het gedrag neemt toe, eigen gedrag doet ertoe. Niet alleen het gedrag van anderen is in het veiligheidsberoep onderwerp van onderzoek. Eigen gedrag is onderdeel van de beveiligingsinstrumenten: door meer servicegerichtheid/gastheerschap levert beveiliging toegevoegde waarde aan dienstverlening van de organisatie. Het aantal malen dat er assistentie nodig is bij veiligheidsproblemen wordt intensiever, en vooral heftiger. Vooral instrumentele agressie (de klant wil krijgen wat hij/zij wil) neemt toe. Een vervelende ontwikkeling zijn de kleine overvallen en de agressie die hiermee gepaard gaat. Jongere criminelen zijn de grootste zorg, aangezien zij vaak al voor een paar honderd euro een overval doen. Mbo 2 / beveiliger 2 heeft geen zin. Het gaat om de bekwaamheid en om het gedrag. Voor de invulling van de beveiligingsfuncties nemen ze liever mbo’ers met niveau 3 aan. Meer aandacht moet worden besteed aan de gedragscomponenten. Uitgangspunt bij ons is de-escalatie. Bewaken konden we goed en we werden ingehuurd voor dat soort macho-uitstraling
kenmerkend was voor onze beroepsgroep, is weg. Het personeel en de klanten worden
Pagina
mondiger door een andere cultuur en betere opleidingen.
33
Het managen van bewakingspersoneel is anders geworden. De hiërarchie, die
Rapport
naar het publiek. En de klant en het publiek waardeerden dat.
VERTROUWELIJK
De veiligheidsvraagstukken worden steeds complexer. Er komt behoefte aan steeds hogere opleidingsniveaus in veiligheidskunde omdat de problematiek steeds complexer wordt. We moeten steeds meer verstand hebben van andere disciplines, het wordt allemaal steeds complexer. Deze mensen hebben we nodig nu alles nog complexer wordt. We worstelen bijvoorbeeld met de vraag hoe het nou verder moet met bijvoorbeeld de samenwerking met veiligheidsregio’s, de ministeries, enz. De samenleving wordt steeds gecompliceerder met meer groepen en verbindingen onderling, meer culturen binnen Nederland. Dit zorgt ervoor dat de opleiding van de politie functionaris steeds weer aangepast wordt. De onderlinge afhankelijkheid binnen de veiligheidsproblematiek is enorm: er is behoefte aan het systeemdenken.
4.3
Opleidingen
Het beroepenveld is opvallend eenstemmig over de relatie tussen functieniveaus en opleidingniveaus. Het onderscheidt veelal vier niveaus:
Mbo niveau 2 of lager: ‘ als je kan staan, heb je een baan’.
Mbo niveau 3 en 4: operationeel personeel als meewerkend voorman of
Hbo als uitvoerder van bestaande concepten in een managementfunctie.
Wo/Professional master die denkt in verbetering van concepten op een strategisch niveau.
In het algemeen kan worden gezegd dat het personeel in uitvoerende functies wordt gerekruteerd uit mbo niveau 2 en 3. Verdere opleiding, vakinhoudelijk en bedrijfsgericht, vindt meestal intern
Pagina
plaats.
34
Rapport
coördinator/teamleider.
VERTROUWELIJK
Personeel in managementfuncties is veelal zittend personeel dat doorstroomt na aanvullende opleidingen en personeel dat gerekruteerd wordt uit Hbo. Nieuwe medewerkers met een master worden gerekruteerd door een gering aantal organisaties, waarbij de genoten opleiding vaak een wo-master betreft. Het zittende personeel dat dit niveau ambieert, zoekt naar een parttime (professional master) opleiding of naar seminars. In feite zijn er twee soorten mensen werkzaam in de veiligheidsberoepen: de werknemers met een lagere opleiding die zich hebben opgewerkt naar het management en die veel moeite hebben met abstractie en de werknemers met een hoge opleiding die het vakgebied van veiligheid niet kennen. Er zijn binnen het politie onderwijs (volgens het Europees kader) acht niveaus te onderscheiden, waarbij niveaus 6 t/m 8 vergeleken kunnen worden met bachelor- en masterniveau. Hbo’ers en wo‘ers werken binnen de dienst meestal als bestuurlijk beleidmedewerkers. Beide categorieën zijn vaak juridisch geschoold. Functie(niveau)s: vmbo-securitygards, mbo-teamleiders,
hbo-coördinatoren van
locaties. Grotere locaties vragen hbo+ of masterniveau. Er zijn binnen *…+ mbo’ers werkzaam op verschillende niveaus. Dit zijn niveau 2 beveiligers, niveau 3 ploegleiders en niveau 3/4 hoofdbeveiligers. Volgens *…+ moeten de laatstgenoemde op Hbo niveau worden ingevuld. Denk hierbij aan kennis hebben over o.a. prestatiemodellen. Opleidingseisen: adviseurs: MVK (middelbare veiligheidskunde) verplicht; operationeel managers: HVK (hogere veiligheidskunde) verplicht. Managementfunctie: master of
van teamleider ligt op niveau 3, de functie van rayonmanager is hbo- niveau.
Pagina
Er zijn ongeveer 10 academici in dienst, voornamelijk in het management. Ca. 150 Fte
35
Er bestaat een gat tussen het niveau van teamleider en de rayonmanager. De functie
Rapport
safety, health & environment verplicht.
VERTROUWELIJK
hbo’ers of hbo+, voornamelijk in het management. Deze bezitten functies als rayonmanager of kwaliteitsmanager. De rest, voor een groot deel de uitvoering, zit op mbo- niveau. Bij de beschreven carrièrelijn maakt *…+ gebruik van assistentes mbo+ niveau en assessments hbo-niveau. In het bewaken van de eigen veiligheidsbehoeften komen alle mogelijke vormen van scholing voor, van vmbo, mbo, hbo tot wo. Vmbo en mbo vaak in operationele functies als bijvoorbeeld een beveiliger. Hbo’ers komen in functies waarin zij handelen in bestaande concepten: de ‘managers’. Wo (en ook jullie masters) richten zich op nieuw beleid. Zij moeten werken aan nieuwe concepten en nadenken over alternatieven. Aan ‘master+’ zou ik strategie willen toedichten. De verantwoordelijkheid voor de maatschappelijke veiligheid vraagt in het kader van het ministerie van justitie vooral beleidsmakers, dus de hogere opleidingen. De cursus Port Facility Security Officer (PFSO) is voor leidinggevenden van de beveiligingsorganisatie van ISPS (International Ship and Port facility Security code) plichtige havenbedrijven. De cursus om PFSO te worden duurt 3 dagen. Verder is er geen verplichte vooropleiding nodig voor de functie van PFSO. Merkt op dat de opleidingsniveaus die Stepping Stones hanteert afwijken van die van de Politie. Hij is van mening dat de positionering zoals de politie dat nu heeft gedaan, veel beter zou passen voor het project Stepping Stones. Daarnaast gebruikt de Europese unie een standaard voor opleidingsniveaus en Nederland wijkt daar vanaf. De positionering van de politie en het huidige onderwijs binnen de politie zou kunnen
niveau 2/3
Senior
niveau 4
Operationele leiding
associate degree (mbo +)
Tactische leiding
hbo-niveau
36
Uitvoerend
Pagina
Rapport
worden toegepast op alle niveaus. De politie hanteert de niveaus:
VERTROUWELIJK
Strategische leiding
masterniveau
Het probleem van het beroepenveld veiligheid is, dat de mensen met relatief beperkte opleiding opklimmen in de organisatie en die dan met een verkokerde blik gaan besturen. De inhoudelijke vakkennis op het uitvoeringsniveau is goed geborgd. Ook het algemeen management klopt wel. Het beroepenveld mist echter kennis en vaardigheden voor het leidinggeven in breed perspectief. In de toplaag van het uitvoerend bedrijf missen we mensen die dat kunnen. Die laag houdt zich veel te veel bezig met de waan van de dag, ze zijn bezig met de dagelijkse ellende en niet met strategie en visie.
Het beroepenveld heeft in de opleidingsvraag te maken met voor twee soorten opleidingen in de veiligheid: de reguliere opleidingen in (v)mbo en hbo voor instromende (jonge) werknemers en de postinitiële (commerciële) opleidingen op (v)mbo, hbo en masterniveau voor (bij)scholing van werknemers. In deze paragraaf wordt dit onderscheid gevolgd. De opinies uit het veld die gelden voor beide categorieën worden samengevat in paragraaf 4.3.1. De analyse van mening over opleidingen voor de eerste categorie staat in paragraaf 4.3.2. De opmerkingen over opleidingsvraag voor huidig personeel staat in paragraaf 4.3.3 4.3.1
Algemene opinies over opleidingen
Opinies over opleidingsbehoefte uit het beroepenveld die gelden voor het gehele opleidingpalet zijn weergegeven in deze paragraaf. Opleidingen moeten zich meer specifiek op een branche richten of juist algemener zijn. Sommige organisaties wensen afgestudeerden met een meer branchegerichte opleiding. Zoals
opleiding. De meeste van deze organisaties zetten interne opleidingen in om de werknemers
Pagina
37
specifiek in hun branche te scholen.
Rapport
winkelbeveiliger, luchthavenbeveiliger, enz. Andere organisaties zijn juist tevreden met een brede
VERTROUWELIJK
Binnen
opleidingen
zouden
specialisaties
moeten
komen
als
industrie,
gezondheidszorg, enz. Sociale vaardigheden, intelligence, generieke vakkennis moeten meer aandacht krijgen. Het politieonderwijs zou wel wat intellectueler mogen, het onderwijs is nu erg gericht op vaardigheden en uitvoering. Voor alle ingehuurde beveiligingsmensen is een S-opleiding verplicht. Als toevoegingen aan het diploma beveiliger moet je dan denken aan bijvoorbeeld Engels, EHBO (dat hebben ze niet gehad, vreemd toch?) en rapporteren van incidenten. In feite hebben we niks aan die beveiligingsdiploma’s. Dat sluit helemaal niet aan en ze hebben
helemaal
geen
meerwaarde.
Eigenlijk
zouden
de
scholen
de
beveiligingsopleidingen moet indelen naar sectoren. Eigenlijk is een master in veiligheid veel te breed. Dat zouden ze moeten ‘narrowen’ naar bijvoorbeeld publiek transport, luchtvaart, enz. Maar dan heb je kleine doelgroepen en dat wordt natuurlijk te duur. Misschien is een soort specialisatiefase aan het eind van de studie een idee? Soms vind je wel een goede basistrainer, maar die is niet altijd goed in het overbrengen van het omgaan met klanten die een psychiatrische achtergrond hebben. De scholen zouden faciliterend kunnen optreden bij deze opleidingen/trainingen. Bij zijn voorgaande werkgever merkte *…+ op dat ze op het gebied van veiligheid te veel blijven hangen bij de theorie. Er werden veel rapportages gemaakt en er werden veel statistieken bijgehouden. Hier werd het echter niet veiliger van.
een hogere functie te ver van het werk af te staan. De gevolgde studie is niet zozeer van belang maar meer de wijze van denken: creatief,
Pagina
out of the box denken is van belang.
38
Functionarissen die ooit met veel interesse hebben gekozen voor een vak, komen in
Rapport
Naarmate je hoger in functie komt, worden er bredere competenties verwacht.
VERTROUWELIJK
Wanneer een kandidaat bij het rijk wordt aangenomen, volgt hij eerst een traineeprogramma van twee jaar.
Het vakgebied moet zich verder professionaliseren. Organisaties erkennen dat zij aan het begin staan van de ontwikkelingen in de veiligheidsaanpak. Verder professionaliseren is noodzakelijk. Uitwisseling van kennis en kunde moet in de veiligheidsbranche een net zo normale zaak worden als in andere vakgebieden. Er komt behoefte aan steeds hogere opleidingsniveaus in veiligheidskunde omdat de problematiek steeds complexer wordt. We doen maar wat zonder het effect te meten. We leren niks in dit vak. Men doet veiligheid er maar ‘een beetje’ bij, dit is de reden dat het veiligheidsonderwijs en onderzoek wat versnippert. Een gemeenschappelijk kenmerk lijkt te zijn dat we niks lijken te leren van onze fouten. ‘Lessons learned’ zouden niet alleen moeten worden verzameld maar in de praktijk worden gebracht. Dit is de laatste 20-30 jaar, tot grote frustratie van de wetenschap(pers), te weinig gebeurd. Op het gebied van havenveiligheid wordt veel gesproken en kennis gedeeld in de kring van veiligheidsfunctionarissen van Rotterdam en omstreken.
Voor het instromend jong personeel in de eerste baan is het veiligheidsberoep evenals ieder ander beroep aangewezen op de output van het (v)mbo, het hbo, en de wo-masters. De masterprogramma’s van het hbo (de ‘professional’ masters) zijn over het algemeen voorbehouden
Pagina
aan werknemers met een aanzienlijke werkervaring in het domein van de studie.
Rapport
Opleidingsvraag voor instromend personeel
39
4.3.2
VERTROUWELIJK
In deze paragraaf worden daarom de opinies gegeven over de eerste drie opleidingsniveaus. De professional masters komen aan bod in paragraaf 4.3.3 Mbo. Mbo 2 of lager wordt ingezet in niet leidinggevende operationele functies. De mbo-ers niveau 2 doen het uitvoerende werk aan de ‘lane’. Hiervoor neemt *…+ ook mensen zonder diploma in dienst. ‘Kan je staan, dan heb je een baan’, was in de tijd van krapte een gevleugeld credo. Mbo 2/beveiliger2 heeft volgens het hoofd beveiliging geen zin. Het gaat om de bekwaamheid en om het gedrag. Stewards zijn van verschillende niveaus (beveiligers 2 en marechaussees 3). Het receptiepersoneel dat bij de ingang van de terminal zit, beschikt over een beveiliger 2 diploma. Hiernaast worden er ook nog hondengeleiders met hond ingezet. Om 23:00 uur komt een extern beveiligingsbedrijf dat het personeel aflost. De functie van teamleider van dit externe beveiligingspersoneel is op niveau 3.
Het mbo-niveau 3 en 4 wordt ingezet als operationeel personeel in de rol van meewerkend voorman of coördinator/teamleider. De meningen over de geschiktheid van de opleiding lopen uiteen. In het algemeen geldt dat de organisaties een intern opleidingscircuit hebben dat deze medewerkers verder schoolt in de bedrijfscultuur, de in de organisatie geldende normen en waarden. Ook zijn er vaak interne opleidingen voor de coördinerende en/of leidinggevende functies.
Mbo’ers t/m niveau 3 (en 4) zijn onvoldoende gekwalificeerd, zij missen het bewustzijn
Pagina
op het gebied van veiligheid.
40
Mbo is vooral gericht op het operationele veiligheidswerk.
Rapport
Mbo is o.k.
VERTROUWELIJK
Medewerkers beveiliging onder de teamleider catering en bewaking. Genoemde teamleider heeft een mbo+ opleiding. Veel werknemers op mbo- niveau. Werknemers worden veelal intern opgeleid (praktijkgerichte trainingen en BOA-opleidingen). Wat mij betreft is beveiligingspersoneel met papieren verder niet nodig. Het is belangrijker om mensen aan te nemen op basis van het type mens. De invoering van de grijze pas komt door het slechte niveau van de beveiliging zelf. Voor de kwaliteit van mbo’ers loop ik niet zo warm. De meesten willen eigenlijk niet. Echter degenen die wel willen springen er al snel boven uit. En die wil *…+ graag hebben. Er worden mbo’ers ingehuurd als straatcoaches. Binnen D zijn op het gebied van veiligheid voornamelijk mbo’ers werkzaam. De interne opleidingen zijn goedgekeurd door de KNVB en duren normaliter 4 dagdelen. Daarna kan je bij ons de coördinatoropleiding volgen. Dit is het mbo-3 niveau. De mbo’ers moeten echter ook eerst de eerder genoemde opleidingen in. Binnen de uitvoerende kant is het personeel voornamelijk op mbo- niveau geschoold. Een bevelvoerder, die leiding geeft aan ca. 6 brandweerlieden, heeft een mbo+ niveau.
In een enkel geval vraagt men zich af of de mbo-geschoolde wel geschikt is voor het vak. Mbo’ers zitten in de uitvoering. Je kunt je afvragen of deze mensen nog wel geschikt
medewerkers is dat men ‘blijft zitten’, er is geen uitdaging. Men gaat weg wanneer er elders meer verdiend kan worden, ze missen de ‘carrièrestap’. Op dit niveau is het
Pagina
misschien interessant om bedrijfsmatige opleidingen te geven, zo kunnen zij ook
41
Er is een probleem bij het intern opleiden van medewerkers. De ervaring met de mbo-
Rapport
zijn voor de beveiligingsfuncties door de nieuwe ontwikkelingen in het beroepenveld.
VERTROUWELIJK
hogerop komen.
Agressietraining is een competentie die belangrijk gevonden wordt in de mbo-opleiding. Mbo’ers zitten veelal op de vaartuigen, aan receptiebalies enz. Vaak hebben zij in hun opleiding de nautische richting gevolgd. Een belangrijke competentie bij deze mensen is het kunnen omgaan met agressie. Dat in het mbo en het hbo-verpleegkunde te weinig wordt gedaan met agressietraining en hantering. Cursussen die nog gegeven kunnen worden, liggen op het gebied van gesprekstechnieken. Servicegerichtheid moet groter worden: men kan dan denken aan gastheerschap. Hierbij valt te denken aan security hosts, gastheerschap, serviceverlenende diensten. De medewerkers krijgen nogal eens met agressie te maken. Er is een agressieprotocol. Bij sollicitatiegesprekken wordt aandacht besteed aan agressiebeheersing. Binnen een jaar krijgen alle medewerkers met klantcontacten een agressietraining. Binnen de reguliere opleidingen zou hier meer aandacht aan besteed kunnen worden.
Het Mbo-4 niveau wordt door werkgevers in de niet beveiligingsbedrijven niet als grote wens herkend. Mbo-4 hoeft niet van mij. Na niveau 3 gaat het om training ter plekke.
Mbo-4 was er vroeger wel. Dat was goed. Nu is dat gedevalueerd door de nieuwe
Pagina
ECABO-regels.
42
toekomst vraag komt naar een coördinerende BOA.
Rapport
Op dit moment is er weinig vraag naar medewerkers op niveau 4, wellicht dat in de
VERTROUWELIJK
Een functie die met een niveau 4 diploma uitgevoerd zou kunnen worden is bijvoorbeeld teamleider. Het volgende niveau is teamleader. Dat zou je dan niveau mbo-4 kunnen noemen. Die stuurt de medewerkers (beveiligers en coördinatoren) aan. Iedere teamleider krijgt een interne opleiding van 5 dagen. Een teamleider kan vervolgens supervisor worden, ook weer na een opleiding van 5 dagen. De operationele kant van de werkzaamheden is prima in orde. De werknemers worden opgeleid op de Politieacademie (tot mbo-4 niveau). Daarna volgt een specialisatie in de opleiding postinitiële persoonsbeveiliger. Deze medewerkers vormen de ‘back-bone’ van de dienst.
Hbo als uitvoerder van bestaande concepten en een managementfunctie. Niet het gehele beroepenveld is goed op de hoogte van de competenties die zij kunnen verwachten van IVK’ers: zij hebben er (nog) geen ervaring mee. De ervaring is dat IVK’ers na het afstuderen slecht aan werk komen. De markt is nog niet op de hoogte van de studie. Het operationele managementniveau vraagt andere denkkracht dan de doeners mentaliteit van de mbo’ers. Eigenlijk moeten we dus de leidinggevenden aantrekken van buiten als zij-instromers.
Pagina
Ook merk ik dat ze nogal naïef van school komen.
43
Het kennisniveau van de afgestudeerden IVK vind ik mager.
Rapport
Organisaties die wel ervaring hebben met IVK’ers zijn kritisch op het niveau.
VERTROUWELIJK
Voorts merk ik dat ze niet in staat zijn de mbo-ers behoorlijk te instrueren. Aan het eind van de hbo-studie Integrale veiligheidskunde lijkt het safety- & security studiemateriaal aardig op te zijn. Het hbo deelt momenteel geen kennis en kunde. IVK teveel op bestuurlijk en beleidsniveau. Te weinig bewaken en beveiligen. Noodzakelijk: organisatiebreed inzicht in alle processen. Bachelors, direct uit de schoolbanken, zijn niet flexibel. Zij kijken één kant op, die van hún oplossing. Bachelors uit de schoolbanken kan ik niet inzetten zonder een uitgebreide scholing. Benadering ketenpartners wordt vergeten/ hapert. Prioriteit ligt bij instrumenten, de handvatten in de uitvoering van de discipline, terwijl de sociale vaardigheden vaak belangrijker zijn. Belangrijk zijn ook de zelflerende capaciteiten. Daar zie ik weinig van. Bij medewerkers met een IVK opleiding, worden een aantal competenties gemist als netwerkvaardigheden en politiek/bestuurlijke vaardigheden, waarbij dit laatste vertaald kan worden als: ‘aanvoelen’ en omgaan met belangen als Collegeakkoord en partijbelangen. We ervaren veel verschil in kwaliteit tussen de Hogescholen. We hebben bijvoorbeeld een stagebegeleider van een andere Hogeschool nog nooit gezien. In het algemeen kun je stellen dat in de hbo-opleiding de security-items wat zwaarder moeten worden aangezet. Dat wordt niet genoeg uitgediept. benadering en bijvoorbeeld inzicht
in het
veranderingsmanagement. Dit is één van de redenen waarom hij graag een opleiding op WO niveau ziet. Voor alles hecht ik eraan te benadrukken dat het van belang is dat opleidingen in
Pagina
integrale veiligheid de relatie moeten gaan leggen met bestuurskunde.
Rapport
bedrijfskundige
44
Zij missen de
VERTROUWELIJK
De hbo’ers integrale veiligheidskunde zijn echter moeilijk inzetbaar. Zij zijn heel breed opgeleid in allerlei zaken waar we niks aan hebben. En waar we wel wat aan hebben zit niet in hun opleiding. Winkelveiligheid is een heel speciale wereld. Het vak moet eigenlijk bij binnenkomst nog geleerd worden. Op de werkvloer. Een IVK opleiding zou goed aangevuld kunnen worden met een specialisatie security management. De IVK opleiding is te veel gericht op persoonlijke veiligheid. De hbo-opleiding Integrale Veiligheidskunde is nog een beetje te jong om er veel over te zeggen. Misschien is er wat te weinig diepgang. Overigens is hij jaloers dat het Hbo wel een bachelor integrale veiligheidskunde heeft en het wo niet. Veel belangrijke competenties leer je niet in het hbo of wo. Het niet alleen denken in het nu, maar kunnen denken in de toekomst, is bijvoorbeeld een belangrijke competentie die je niet leert, maar die je bezit of niet.
De werkgevers verschillen ook voor hbo’ers van mening over breedte van de studie. Toch lijkt de opvatting dat die breed moet zijn te winnen omdat men de Hbo’er in brede functies ziet functioneren. Hbo’ers zijn generalisten en dat is goed. Die komen in staffuncties en in de ‘doe kant’ van het managen. Hbo en hbo+ leiden de toekomstige managers op. Generieke aanpak en brede oriëntatie. De mensen moeten vooral meer business georiënteerd opgeleid worden.
Personeel werkzaam op Hbo-niveau is nu meestal afkomstig uit andere disciplines en
Pagina
hebben veiligheidskennis in cursussen verworven.
45
komen.
Rapport
Hbo’ers tussen het tactische en operationele niveau in een organisatie terecht moeten
VERTROUWELIJK
Omdat veel mensen in de beveiliging uit het mbo stammen zal bijscholing richting hbo nodig blijken. Hbo leidt mensen op om in een team mee te denken over de aanpak van de veiligheidsproblematiek en die zelfstandig deeltaken kunnen uitvoeren. Hbo’er moet projectmatig of procesmatig kunnen werken. Binnen concepten gaan zij van A naar B. Zij moeten kunnen denken en voelen in het INK-model. Aansturen van projecten: command control. Eigenlijk ontbreekt het hen ook aan ervaring en dus directe inzetbaarheid. Hbo’ers gaan op operationeel/tactisch niveau aan de slag. Het regiecentrum wil medewerkers op hbo-niveau. De breedte van de studie is tevens ook een valkuil. Afgestudeerden hebben weinig inhoudelijke kennis het vakgebied waar ze terecht kunnen komen. De studie zou bijvoorbeeld gesplitst kunnen worden in 2 jaar algemeen, en 2 jaar specificeren. Echter is de cultuur en de normen en waarden van een organisatie nooit te onderwijzen door een onderwijsinstelling. De inhoud van een opleiding is voornamelijk gericht op het gebruiken van het gezonde verstand. Niet zozeer het vakkenpakket van de professional is belangrijk, maar voornamelijk het gedrag en het handelen. De potentie van hbo’ers is vele malen hoger dan die van de mbo’er. Zij kunnen de
desgewenst bijvoorbeeld recht en/of IT toe. De hbo’er heeft een brede opleiding en kan prima managen in een gegeven concept.
Pagina
Het laatste niveau op de vloer is de dutymanager. Deze heeft gedurende 8 uur
46
opleiding gebruiken we via de HHS modulen uit het security-blok en voegen
Rapport
gevolgen overzien van bepaalde stappen en hebben een breder perspectief. Voor
VERTROUWELIJK
achtereen de leiding over de hele club. Dit is wel hbo-niveau. De hbo’er brengt de theorie naar de praktijk. Wat we van hbo’ers vragen is dat ze onder druk met mensen kunnen omgaan. Belangrijk zijn sociologie, risicoanalyse, balans in de beveiliging tussen kosten, moeite en opbrengst, krachtvelden, enz. Tevens is het onderwerp CPTED (Crime Prevention Through Environmental Design) ook erg interessant om in de scholing mee te nemen. Op de vraag wat dan het verschil zal zijn met de hbo-opleiding blijkt de wo-opleiding dieper en meer analytisch te moeten zijn en meer gericht op onderzoek. De afgestudeerden zullen dan meer functioneren op het snijvlak van management en beleid in functies bij gemeenten, provincies, waterschappen en in directiefuncties veiligheid bij grote bedrijven en als veiligheidskundige op analytisch niveau.
Een enkeling heeft een mening over het voorstel de opleiding in de Engelse taal aan te bieden. Een erg grote doelgroep voor een IVK in het Engels zal er niet zijn. Een Engelstalige bachelor IVK kan voor *…+ belangrijk zijn. Engels is in dit soort organisaties bijna de voertaal. Engels is niet van groot belang voor ons beroep. Vooral als je wilt internationaliseren en wereldburgers wilt opleiden. *…+ is het dan ook volstrekt eens met de doelstelling een Engelstalige opleiding/master op het gebied van safety en security te realiseren. Nederland is maar een heel klein deel van de wereld. Naarmate je hoger in functie komt moet je gewoon je talen kunnen spreken.
groep zitten. Mijn ervaring is overigens dat dit geen enkel probleem hoeft te zijn, ook
Pagina
niet voor mijn collega’s.
47
De lessen hoeven niet per sé in het Engels te zijn als er geen Engelssprekenden in de
Rapport
Je moet dus Engels kunnen volgen en lezen.
VERTROUWELIJK
4.3.3
Opleidingsvraag voor huidig personeel
Het beroep wordt steeds complexer, dus er moet worden opgeleid op alle niveaus. Er is geen enkele organisatie die het belang van scholing voor het personeel ontkent. Sommigen verzorgen interne cursussen, anderen sturen hun medewerkers naar commerciële opleidingen. De opleidingsniveaus die daarin worden onderscheiden, zijn dezelfde als die voor instromende werknemers. Redenen voor opleiden zijn het vernieuwen en/of complexer worden van de materie en doorgroeien in de functie. Permanente educatie is een must, denk hierbij aan kennisupdates. In Nederland is dit nog niet verplicht, dit zou wel moeten. We hebben geen ROC’ers. Wel verzorgen we mbo-opleidingen intern voor adviseur beveiliging (niveau 3), technisch beveiliging (niveau 4) en monteur beveiliging (niveau 2/3). Een seminar over de brede kijk op veiligheid zou ook interessant zijn. Binnen
de
gemeente
zijn
genoeg
doorgroeimogelijkheden.
Via
POP’s
of
functioneringsgesprekken kan de medewerker aangeven waar de behoeften liggen. Wat betreft opleiding en training zullen de diverse partijen er een schepje bovenop gaan doen omdat veiligheid een steeds prominenter rol lijk te gaan spelen. Bedrijven zullen meer dan nu zelf gaan investeren in opleiding van hun medewerkers. Ik heb nog nooit meegemaakt dat beveiligingsmensen een opleidingsaanbod weigeren. Er komt behoefte aan steeds hogere opleidingsniveaus in veiligheidskunde omdat de problematiek steeds complexer wordt.
Er zijn 1800 mensen in opleiding bij de *…+ academie. Vorig jaar is *…+ in samenwerking met het ROC Twente de *…+ Academie gestart. Hier kunnen medewerkers een mbo-
Pagina
diploma behalen op kosten van *…+. (FOM 4 opleiding, Medewerker Toezicht en
48
Tech Delft.
Rapport
Het hogere management wordt doorlopend opgeleid in samenwerking met TUD en Top
VERTROUWELIJK
Veiligheid (mbo 2), FOM 3 en Handhaving Toezicht en Veiligheid (mbo 3)) Bij opleidingen maakt *…+ mede gebruik van subsidies. Je opleiding bij ons begint vandaag weer en eindigt als je vertrekt. *…+ steekt veel geld en moeite in opleidingen. Het bedrijf is ervan overtuigd dat met de opleiding de motivatie evenredig toeneemt. Er dreigt tekort aan menskracht, je moet de mensen aan je bedrijf binden. Iedereen die zich bij ons wil scholen wordt die gelegenheid ruimschoots geboden. Om bevorderingen te krijgen moet je interne opleidingen volgen en door de assessments komen. Na 6 tot 12 jaar ervaring ‘in het veld’ mag je best bijgeschoold worden. Bijvoorbeeld een professional master zou best interessant zijn voor bepaalde strategische functies binnen de politie en/of brandweer. In de praktijk komt *…+ veel mensen tegen die veel moeite doen om door te leren en door te groeien. Een doorlopende leerlijn zou volgens hem dan ook een goed resultaat zijn. *…+ is van mening dat je als kennisinstituut absoluut seminars moet organiseren. Het liefst iedere maand één. Het huidige gebrek aan vaardigheden in ons beroep is historisch verklaarbaar. In ons vak begon je vaak als bewaker en sommigen konden doorgroeien tot directeur met behoud van een ‘one-track-mind’ en bewakersgedrag. Dat was tien jaar geleden prima: men vroeg immers alleen bewaking? Bewaken konden we goed en we werden ingehuurd voor dat soort macho-uitstraling naar het publiek. En de klant en het publiek waardeerden dat.
De klant vraagt totaaloplossingen. Men verwacht een afgewogen mening, een concept van ons en daar zijn we nog niet klaar voor. Het managen van bewakingspersoneel is anders geworden. Het personeel en
Pagina
49
Rapport
De laatste tien jaar krijgt het beroep te maken met een versnelde evolutie.
VERTROUWELIJK
de klanten worden mondiger door een andere cultuur en betere opleidingen.
We moeten steeds meer verstand hebben van andere disciplines, het wordt allemaal steeds complexer.
Het speelveld van het beroep is maatschappelijke veiligheid geworden en dat doe je niet af met een cursus over instrumenten of ijzerwaren. Daarnaast is het aantal vacatures voor bevelvoerders die door willen stromen erg beperkt. Er is weinig om in te vissen. Vaak gaan ze een opleiding als IVK doen en komen ze ergens anders terecht. De afdeling vakbekwaamheid kent 3 kaders: werving & selectie; opleiden (vakbekwaam worden); oefenen en bijscholen (vakbekwaam blijven).
Professional master die denkt in verbetering van concepten op een strategisch niveau. Medewerkers met een masterniveau zijn nog dun gezaaid in de veiligheidsberoepen. Sommige organisaties werken uitsluitend met medewerkers van dit opleidingsniveau. Dat zijn dan altijd womasters. Andere organisaties zeggen dit niveau medewerkers nooit nodig te zullen hebben en een derde categorie ziet dat het beroep zich ontwikkelt in een richting die dit opleidingsniveau noodzakelijk maakt. De ene organisatie is in deze opvatting verder dan de andere. De wo-mastertitel vindt TU ongewenst voor de veiligheidsmasters. Een professional master past beter. De bachelors uit het niet-veiligheidsdomein zouden in een intakegesprek moeten aantonen de veiligheidskunde te beheersen. Dat is een moeilijk accrediteerbaar deel.
Een verregaande samenwerking van Stepping Stones met TU/ UL/Netwerk Open
Pagina
Hogescholen in één gezamenlijke master veiligheidskunde zou een groot goed zijn.
50
hbo’ers IVK en ‘praktijkmensen’ als een ‘zwaar gemis’’.
Rapport
*…+ voelt bovendien het niet kunnen bereiken van een aanzienlijke doelgroep van
VERTROUWELIJK
In beleidsfuncties werken voornamelijk mensen met een wo-achtergrond. Binnen de GH OOV werken vooral mensen op hbo- en wo-niveau. Er zijn hbo‘ers die een master op bestuurskundig of juridisch vlak volgen of willen volgen. Het beroep vraagt om verdere professionalisering En laten we eerlijk zijn: een master geeft ook wel wat meer status aan het beroep. Het kernpunt is de continuïteit van de bedrijfsvoering. Daar is masterniveau voor nodig. Aandacht moet er zijn/komen voor de verbreding naar concepten en strategie, communicatie en politiek bestuurlijke sensitiviteit. Sturen op het proces: mission control. Technische kennis is er genoeg. Het gaat om algemene vaardigheden gericht op verandering van het concept en het goed uitvoeren daarvan. (niveau 5 maakt zich druk over het goed uitvoeren van het concept, niveau 6 vraagt zich af of ze het goede concept hebben). Er is behoefte aan een brede master, waarbij mensen leren conceptueel te denken en die weten waar hij/zij bepaalde zaken kan halen. De markt mist mensen op het hoogste niveau, mensen die boven de materie kunnen uitstreven en op landelijk niveau beleid en strategie kunnen maken. Daar hoort ook bij inschattingen van de toekomst. Er is behoefte aan masters. Hierbij gaat het om mensen die op safety- en securitygebieden op strategisch niveau mee kunnen denken. Personeel dat
zin. De huidige security manager heeft geen of weinig ervaring met strategisch denken en
Pagina
handelen en heeft de neiging tot ‘silo-denken’: dat is niet mijn pakkie an. De kolommen
51
Geen doorstroommaster direct na het hbo die instrumenteel gericht is. Dat heeft geen
Rapport
conceptueel kan meedenken over beleid.
VERTROUWELIJK
moeten worden aaneengesmeed tot een geheel. Op hbo-niveau zijn er ook mensen die functies bezetten binnen PR, denk hierbij aan afdelingshoofden. Willen deze mensen hogerop komen dan moeten zij toch gaan werken aan een masterachtergrond. De integrale aanpak, het maken van een plan daarvoor, het niet alleen denken en handelen vanuit de eigen organisatie, het netwerken, het voeren van regie moet de organisatie al doende leren. Als jullie mensen gaan opleiden die dit mee kunnen brengen zijn ze zeker welkom in het beroepenveld, ook bij veiligheidshuizen. Het masterniveau is zeker nodig. bachelors zijn voornamelijk opgeleid om hun eigen dingetje te doen. De bedoelde functionaris moet integraal bezig zijn. Dit vraagt groot overzicht over verschillende zaken en ontwikkelingen tegelijk. Beslissingen nemen onder onzekere omstandigheden, waarbij je niet volledig geïnformeerd bent of kunt zijn, vereist een bovenbachelorniveau. Een masteropleiding op het gebied van veiligheid is voor ons onmisbaar. Volgens mij ga je een goede slag staan als je een masteropleiding master in securityprofiling in de markt zet. Als er geen nieuwe concepten worden bedacht zie ik de problematiek alleen maar groter worden. Er zijn veiligheidsdenkers nodig. Die functie wordt bij ons nu bekleed door juristen, omdat die nu eenmaal op die functies zitten. Dat moeten speciaal daarvoor opgeleide mensen zijn. Strategie is: hoe doe ik dat wat ik ben zo goed mogelijk en waar ben ik eigenlijk voor?
Aanvankelijk is hij wat terughoudend bij de gedachte over een eventuele master in veiligheid van de HHS: Er zijn al een aantal wo-masteropleidingen, denk bijvoorbeeld
Pagina
aan de verschillende masters recht, handhaving en veiligheid (Universiteit van Leiden,
52
beste te doen.
Rapport
De bachelor gaat over het bestrijden van brand en de master denkt erover hoe dit het
VERTROUWELIJK
Rijksuniversiteit Groningen, Erasmus Universiteit). Ieder kiest daarbinnen een eigen specialiteit, meestal voorkomend uit de core-business. Zo is de TU in Delft is technisch gericht, wij in Leiden op de criminologie. Anderen zitten weer in de juridische of de sociologische hoek Dat geeft een versnipperd landschap. Ieder doet maar wat. Ik zou pleiten voor een samenwerking die één sterke master veiligheid zou kunnen presenteren. Als het een echte professional master wordt, kan ik me zeker wel degelijk een goede inhoud voorstellen. Belangrijk is dat er goede feeders zijn in de zin van goede docenten, goede vakkennis, vernieuwing door praktisch onderzoek enzovoort. Een master infrastructure & emergency management is interessant omdat de HHS een unieke positie zal innemen. In de Anglo-Amerikaanse wereld is emergency management als wetenschappelijke discipline erkend. De rest van de wereld doet er nog niet aan. In het bedrijfsleven is de emergency manager trouwens ook al een bestaande functie, wederom vooral in de Anglo-Amerikaanse landen van de wereld, alleen heet deze persoon dan geen emergency manager, maar business continuity manager. De emergency manager moet het masterniveau hebben, en juist een hbomaster is erg geschikt voor uitvoering van dit beroep. Het vakgebied heeft zeker behoefte aan mensen die de breedte kunnen en willen zien. Daar heb je deskundigen voor nodig die kunnen omgaan met meerdere visies, met meerdere disciplines, met onbevooroordeeld beoordelingsvermogen. Mensen die ontsnappen kunnen uit hun eigen structuren.
andere opleidingen, ervaringen en eigenschappen nodig.
Pagina
Ons vakgebied heeft dirigenten nodig.
53
ook. Maar een orkest dirigeren en bij elkaar houden, dat is een stuk lastiger. Dan heb je
Rapport
De muziekleraar kan je leren een instrument te bespelen en dat kan je dan nog goed
VERTROUWELIJK
Er wordt een groot aantal competenties genoemd. Het zijn allemaal algemene (management) vaardigheden. Safety leunt zwaar op de acts of God, security op bewust menselijk handelen. Een
master
in
security
moet
dan
ook
opgebouwd
worden
rond
de
menswetenschappen. Zo’n master moet leren denken in concepten en moet een visie ontwikkelen. Hij/zij moet de knelpunten van beneden naar boven brengen. Hij/zij moet de situatie en nieuwe inzichten kritisch beoordelen. De master is verantwoordelijk voor de vertaalslag van het beleid naar de uitvoering. Ook profiling zou een aspect moeten zijn. Er zijn tegenwoordig veel meer processen waar je op moet letten. Prefiling en profiling is in ieder geval een belangrijke poot. Bij een master verdienen aspecten als management, sociologie, psychologie zeker de aandacht. Op hbo+ niveau moet het gaan om menselijk gedrag, concepten en strategie. Professionals moeten integraal verbanden kunnen leggen, in processen kunnen denken, en mee kunnen denken op het niveau van het bestuur. Op strategisch niveau denken. Conceptueel meedenken over beleid. De masterfunctionaris gaat de regie moet voeren over een hele veiligheidsketen. Dat is dus een manager.
onderzoek heeft opgeleverd. Noemt veel vaardigheden, belangrijkste: politieke sensitiviteit.
Pagina
Belangrijk in een master public safety zijn vaardigheden om met het politieke
54
Hij/zij moet naar de praktijk kunnen vertalen en toepassen wat het wetenschappelijk
Rapport
Master moet conceptueel, het holistisch zijn en denken en werken in systemen.
VERTROUWELIJK
krachtenveld om te kunnen gaan. Ze moeten zich van nature openstellen voor de belangen van andere (alle) partijen. Moeten sterk zijn in argumenten en kunnen beslissen in complexe omstandigheden onder gebrekkige informatie. Zij moeten een specialisatie hebben met een groot accent op bedrijfskundige achtergrond. Men moet verder beleidsmatig kunnen werken en concepten kunnen ontwikkelen. Men moet steeds verbindingen kunnen zien met externe factoren. Echt belangrijk zijn netwerken, ketenmanagement en kunnen omgaan met dilemma’s. Mogelijke
onderwerpen
voor
een
nieuwe
master:
datamanagement,
incidentenonderzoek, invloed van medicijnen, drugs en alcoholgebruik op gedrag, integriteit en menselijk gedrag, benchmarking procesveiligheid bijvoorbeeld defensie, luchtvaart en ziekenhuizen. Zelf ga ik nu de master in security management doen aan de TU in Delft. Eigenlijk is het belangrijkste doel daarvan nog niet eens kennisvermeerdering, maar meer het netwerken met collega’s. Schotelt uit de losse pols een volledig programma voor. Kern: Belangrijk is de onderbouwing van de modellen, procedures, instrumenten en gereedschappen in veiligheid. Als je nu vraagt: Hoe weet je dat het werkt? is het antwoord: Dat geloof ik! Dat is natuurlijk niet echt overtuigend. Het wo verzamelt en analyseert en het hbo is de brug naar de praktijk. Er moet regie zijn in een overkoepelende functie. Drie zaken zijn volgens *…+ belangrijk om met elkaar te verbinden: risk management,
presenteren maar een ‘in-your-face’, confronterend verhaal. Steekt een college eindkwalificaties af. De kern is het inbrengen van een scenario; waar
Pagina
hebben we het over. Denken in scenario’s die beginnen met ‘wat als…?’ wat is het
55
mensen binnen te brengen moet je geen wetenschappelijke grafieken en tabellen
Rapport
response management en consequence management. En om dit ook werkelijk bij de
VERTROUWELIJK
verhaal?, de reflectie op de praktijk, lessons learned, stories vs. science. Daarna de conversie; de verwerking van de strategische overwegingen naar de operationele gevolgen in de vorm van conclusies en aanbevelingen. Hoewel de eindkwalificaties erg algemeen blijken, moet je, als je de mensen uit de branche wilt lokken, toch wel iets van veiligheid of security in het label van jullie master hebben staan. De beroepsgroep kikt op dat woord, dat is hun leven De opbouw van de ‘veiligheidsmasters’ is in drieën: de toolbox: risicoanalyse, human facors, informatie, etc. 1/3 van het curriculum; de toepassing: verkopen van het eigen gelijk in het bedrijf, debattraining/beïnvloeding, gedragsprofielen, etc. 1/3 van het curriculum; afstudeeropdracht. 1/3 van het curriculum’. Aanvullende aandachtspunten: omgevingsbewustzijn; organisatiesensitiviteit; politieke sensitiviteit.
Sommige organisaties hebben graag korte cursussen op Masterniveau. Het mooiste zou zijn als de medewerkers naar behoefte masterclasses kunnen volgen. Het zou goed zijn om masterclasses te organiseren. Suggesties voor thema’s op een seminar: efficiëntie op het gebied van veiligheid, bedrijfsmatige benadering op het gebied van veiligheid, integrale benadering op het gebied van veiligheid met als hoofdpunten preventie en repressie, ICT in relatie tot veiligheid.
seminars, blijkt het professionele enthousiasme voor een aanzienlijk aantal seminars echter groot.
Pagina
Een seminar over bijvoorbeeld ‘politiek gevoel, politieke invloed en macht’, of ‘invloed
56
dienst. Na geïnformeerd te zijn over een mogelijke opzet van de master in de vorm van
Rapport
De heren zien geen vraag naar een opleiding op masterniveau in veiligheid bij hun
VERTROUWELIJK
van veiligheidsoverkill op de individuele angst’ of ‘leiderschap in veiligheid’ zou zeker op onze warme belangstelling kunnen rekenen. Twee jaar studie is eigenlijk gewoon te lang in deze dienst. En dat moet de baas natuurlijk faciliteren. Dat kost te veel operationele activiteit. En dat staat toch voorop.
Onderwijs in de Engelse taal staat ter discussie. De specifieke voordelen van onderwijs in de Engelse taal, anders dan mogelijke internationale samenwerking, worden niet gezien. Het zal zeker een drempel zijn in de beroepsgroep. Alhoewel, we hebben in de regio veel internationale bedrijven en organisaties. Tja, dat is natuurlijk ook een punt. Je moet dus Engels kunnen volgen en lezen. De lessen hoeven niet per sé in het Engels te zijn als er geen Engelssprekenden in de groep zitten. Mijn ervaring is overigens dat dit geen enkel probleem hoeft te zijn, ook niet voor mijn collega’s.
Over de grootte van de doelgroep bestaat twijfel. Als je kijkt naar het aantal diensten en organisaties dat zich hiermee bezig moet houden, zou je zeggen dat er voldoende belangstelling moet zijn. Groot genoeg. (Hier wordt gewezen op het aantal diensten/afdelingen/lagen waar behoefte is aan dit soort deskundigheid.) Ik twijfel er echter aan of er een commerciële markt voor is.
te behappen aantal.
Pagina
Of ze ook inderdaad naar de master komen? In Amerika wel, maar ja, daar hadden we
57
organisaties er minimaal één emergency-manager nodig is dan kom ik uit op een niet
Rapport
Daar moet je eens rustig op gaan zitten rekenen. Als je beseft in hoeveel (overheids-)
VERTROUWELIJK
9-11. Komt na een rekensom op aantallen van 2500 belangstellenden. Twijfelt tussen een direct doorlopende leerlijn mbo, hbo, master of een masteropleiding die meer is gericht op de oudere rotten in de toplagen. Aantallen tot 20 deelnemers per jaar moet kunnen. Ik vermoed dat een masteropleiding in dit beroepenveld erg populair zal zijn in de beroepsgroep. De beroepsgroep is volgens *…+ in staat een tweetal avonden in de week vrij te maken voor een opleiding van twee jaar. Het is een belangrijk punt dat ze zich tijdens de bijeenkomsten geheel kunnen toeleggen op de colleges. Het gevaar van verstoring door het werk via de mobieltjes lijkt me kleiner als je de cursusdagen concentreert naar bijvoorbeeld 2,5 à 3 dagen achterelkaar per maand. Daar is dus ook wat voor te zeggen.
4.4
E-learning
Een aantal organisaties waarmee is gesproken, is bekend met e-learning en serious gaming. Zij passen het concept e-learning toe op verschillende wijzen en met verschillende doelen. Deze organisaties gebruiken e-learning als leermiddel, middel om te simuleren, middel voor kennisverwerving en ondersteuning bij trainings- en scholingsdoeleinden. Serious gaming is soms wel bekend maar het wordt nog niet zo vaak wordt ingezet voor het nabootsen van de werkelijkheid (simulaties) en/of bij het oplossen van dilemma’s. Ongeveer een derde van de respondenten geeft aan ‘iets’ te doen met e-learning, dit varieert van het geven van een EHBO-cursus tot het bieden van complete opleidingen. Er wordt daarbij direct
nogal eens aangegeven dat de doelgroep niet altijd bereid of in staat is e-learning te volgen. Dit heeft dan met leeftijd en digitale vaardigheden te maken. E-learning wordt veelal op de werkvloer ingezet
Pagina
voor het operationele kader, vooral in situaties die in werkelijkheid gevaarlijk zijn of waar
58
is geen doel op zich, maar een middel om individueel en groepsgewijs te leren. Als faalfactor wordt
Rapport
opgemerkt dat een opleiding bij voorkeur nooit geheel uit e-learning zou mogen bestaan. E-Learning
VERTROUWELIJK
praktijkongelukken kostbare gevolgen zouden hebben. Het gaat hierbij dan om praktische vaardigheden. E-learning is een containerbegrip, waar serious gaming onder valt. Serious gaming is een wat minder gebruikt aspect van e-learning. Ook hier wordt het instrument op verschillende wijzen gebruikt. Het bouwen van serious games is kostbaar. Daarom werkt een organisatie als Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties samen met netwerkpartners en sluit zij aan bij initiatieven van deze organisaties. Van de geïnterviewde beroepenvelddeskundigen zijn er 25 bevraagd over e-learning.
Hiervan was 12 % sterk bezig met de e-learning omgeving.
Ongeveer 20% gaf aan daar zijdelings mee bezig te zijn.
12 % zei e-learning in de organisatie te overwegen, maar er (nog) niet aan toegekomen te zijn.
Een groep van 28% doet er zelf niets mee in de eigen organisatie, maar heeft wel relaties/ websites die voor een bezoekje aangeraden worden.
Van de geïnterviewden gaf 16% aan e-learning niet in overweging te hebben genomen.
4% kent e-learning omdat de eigen studie daarop was gebaseerd.
Van de ondervraagden is 16% serieus bezig met serious gaming waarvan eerder 4% aangaf niks met e-learning te doen.
8% wil aan de gang met serious gaming maar mist nog de aansluiting. Ook hiervan zegt 4% niet met e-learning te werken.
In een drietal organisaties is door enthousiasme bij andere thema’s het onderwerp e-learning te
tellingen gehouden.
Pagina
59
De statistieken zijn in deze paragraaf met citaten van de betreffende geïnterviewden onderbouwd.
Rapport
mager aan bod gekomen om er iets uit te kunnen concluderen. Deze interviews zijn buiten de
VERTROUWELIJK
E-learning is een belangrijke tool. Een aantal organisaties is op een gedegen wijze bezig met e-learning. Zij ontwikkelen zelf tools en trainingen en of weten hoe het nuttig ingezet moet worden. Heeft zelf e-learning tools ontwikkeld. Er worden aan de hand hiervan ook trainingen verzorgd. Binnen het politie-onderwijs wordt veel gedaan aan e-learning en ICT. E-learning, blended learning en serious gaming worden al toegepast.
E-learning in een beginstadium. Sommige geïnterviewden melden dat hun organisatie in de ontwikkelfase van e-learning verkeert. Het is geen geïntegreerd onderdeel van de reguliere bijscholing en varieert van eenvoudige toepassingen tot we doen het wel, maar we weten nog niet zo goed of het wel werkt. E-learning zit bij *…+ in de beginfase, er zijn drie onderdelen: e-learning, e-works, ehealth. Deze programma’s zijn in het kader van patiëntveiligheid. Voor EHBO hebben we een e-tool. Dat is heel erg flexibel. Daarnaast is er dan natuurlijk praktijk nodig. Dat duurt 8 uur op locatie. Voorts hebben we ‘defensive driving’, waar rijden in een gevaarlijke omgeving geoefend wordt met e-learning op een groot terrein in Vlaardingen. Maakt gebruik van netschool: de digitale leeromgeving van de *…+, de ervaringen zijn divers. Dit heeft te maken met leeftijd en het niet altijd functioneren van het systeem. Dit wordt opgelost door extra faciliteiten en trainingsdagen en extra begeleiding.
Binnen *…+ houdt *…+ zich bezig met het coördineren van E-learning programma’s. Personeel wordt door E-learning bijgeschoold. Dit gebeurt als de werknemer hier
Pagina
behoefte aan heeft en als de cursus/opleiding relevant is voor het werk.
60
is het simpel houden van de opdrachten via de computer.
Rapport
Jongeren gaan hier makkelijker mee om, zij zijn gewend aan computers. Uitgangspunt
VERTROUWELIJK
Er wordt steeds meer van e-learning gebruik gemaakt. Steeds meer (educatief) materiaal wordt online aangeboden overigens niet op het gebied van veiligheid. Verder wordt gebruik gemaakt van DVD’s.
E-learning in overweging. Serieus met E-learning aan de gang gaan is kostbaar en tijdrovend. Er is dus een aantal organisaties dat de kat uit de boom kijkt eventueel met een probeerseltje bij een externe aanbieder. Men heeft hier weinig ervaring met e-learning. Er ligt wel interesse afhankelijk van de kosten. Er wordt echter wel aangegeven dat e-learning alleen gebruikt moet worden om iets specifieks te leren en niet bijvoorbeeld een hele opleiding aan de hand van elearning te geven. De situatie nu is dat men cursussen krijgt (klassikaal) en hiervoor een certificaat krijgt. Binnen *…+ zijn ze op dit moment bezig met de voorbereidingen voor e-learning dit zal binnenkort starten. *…+ is zelf geen voorstander van serious gaming. Hij is van mening dat je sommige oefeningen gewoon moet doen. Als voorbeeld geeft hij hierbij een ontruimingsoefening. Zou graag meer gebruik maken van sociale media. Dit is het meest interessant voor contacten met klanten. Een voorbeeld van e-learning is een cursus CO2 en er is online examen gedaan. Alles via een aanbieder. Met serious gaming zou je ook fysieke veiligheid (werken op het dak) kunnen trainen.
interessante websites of e-learning actieve (zuster)organisaties te noemen. Het bestuurschap Openbare Orde en Veiligheid van de Gemeente Amsterdam is
Pagina
daarmee bezig rond het onderwerp incidentbestrijding. Daar zou je eens naar toe
61
Een aantal veiligheidsdeskundigen gebruikt e-learning niet in de eigen organisatie, maar weet wel
Rapport
Doorverwijzing e-learning.
VERTROUWELIJK
moeten. Er wordt niet veel gedaan aan e-learning, wel voor de verpleging. Er kan ook via elearning door verpleegkundigen worden geëxamineerd. E-learning zou wel meer ingezet moeten worden. Vooral t/m niveau 3 en 4 kan dit iets opleveren. De gemeente sluit aan bij landelijke initiatieven op het gebied van e-learning, geïnitieerd door de veiligheidsregio’s. Het gaat hierbij om crisisnabootsing en simulatie. Verder werkt de VNG met e-learning, maar deze hebben meer betrekking op het gebied van burgerzaken en bijvoorbeeld de invoering van de voetbalwet. De trends worden bepaald bijvoorbeeld steeds meer toepassing van serious game om medewerkers kundig te houden. In de zorg wordt om verschillende redenen steeds meer gewerkt met de ‘interactieve zuster’ (angstreductie). Over serious gaming en e-learning in deze sector is *…+ erg enthousiast. Het is volgens hem de oplossing voor het onderwijs in deze sector (dat is dus een andere dan de zijne).
Geen e-learning ervaring of gebruik. Er is ook een aantal geheelonthouders. Vreemd is het wel dat zich hieronder twee gerenommeerde wetenschappelijke onderwijsinstituten bevinden. Wel ervaring met ‘life-rollenspellen’ Hier wordt geen gebruik van gemaakt. Daar doen we niet aan, de nood is er (nog) niet. Ik besef wel dat als je gebruik maakt
Dan kunnen de mensen in hun eigen tempo op voor hen geschikte tijden leren.
Pagina
Dat is er niet bij ons. Dat is eigenlijk best wel gek.
62
we dus wel in de opleidingen. Misschien is e-learning wel wat voor de theorievakken.
Rapport
van cases, dan komt dat veel beter over en dat blijft ook langer hangen. Die gebruiken
VERTROUWELIJK
Er is in de *…+ op onze commerciële opleidingen niet zoveel.
E-learning in eigen studie. Eén deelnemer kent e-learning vanuit de eigen studie, maar doet daar niets mee in de eigen (onderwijs)organisatie. De master die *…+ aan de Webster university in Leiden heeft gevolgd was zo goed als volledig e-learning. Hij heeft hier goede ervaringen mee, je kan namelijk flexibel aan het werk. Echter komen er door de afstand moeilijk discussies tussen studenten tot stand. Eigenlijk is dat wel een noodzakelijk aspect, dat ik gemist heb. Een opleiding via e-learning zou goed zijn. Maar voor maximaal 90% digitaal. Voor de andere 10% moet je de mensen terug laten komen voor een spannend thema.
Wij zijn serieus bezig met Serious gaming. Sommige organisaties zijn heel erg ver en heel nuttig bezig met serious gaming. Opvallend is dat we de meeste toepassingen vinden bij de politie en brandweerdiensten. Ook serious games komen veel voor in het onderwijs, simulatie games komen veel voor, evenals andere ICT-toepassingen. Ten behoeve van de brandweer is er een digitaal instrument bij de NIFV in de vorm van een serious game dat sinds korte tijd vertaald is naar de veiligheidswereld. In dit informatie-instrument geeft bijvoorbeeld een commandant een strategie op een virtuele manier door. Vervolgens kan iedere functionaris in de omgeving beschikken over deze informatie. Ook andere organisaties en instellingen kunnen beschikken
overstromingen, uitslaande branden. *…+ ontwikkelt samen met partijen als TNO, hogeschool voor Kunsten Utrecht en Zach
Pagina
bata, games. Deze games worden voornamelijk gebruikt voor lagere overheden.
63
van grote calamiteiten. Voorbeelden hiervan zijn oefeningen bij de Moerdijk, grote
Rapport
over de vrijgegeven informatie en strategie. Er wordt geoefend op het vóórkomen
VERTROUWELIJK
(www.gate.game-research.nl) Samen met TNO en Thales is er een oefeninstrument opgezet in de vorm van een game waarbij een kandidaat, bijvoorbeeld burgemeesters, hun rol kunnen oefenen bij rampen en crisis. D.m.v. scenario’s oefenen de partijen samen. De brandweer draait nu ca. 6 jaar met XVR van E-Semble. Hiermee wordt mono- en multidisciplinair geoefend. Ook worden er virtuele examens afgelegd. In 2004 was er een multi-overleg, waarin gezamenlijk een digitale leeromgeving werd aangeschaft. Serious gaming is erg geschikt om te gebruiken om de kennis en kunde van de medewerkers op peil te houden. Bij *…+ wil/moet men leren van incidenten. Ook hierbij kan serious gaming worden toegepast.
Serious gaming in een beginstadium. Sommige organisaties zien de mogelijkheden maar hebben nog een duwtje nodig. Er zijn ontwikkelingen op het gebied van serious gaming op het gebied van Beveiliging 2. Wel is P&O bezig met het opzetten van serious gaming. Dit is bedoeld voor leidinggevenden en is nog niet geïmplementeerd. Wellicht is serious gaming handig bij opfriscursussen. *…+ is ook bezig met serious gaming, dit gaat in samenwerking met TU Delft. Dit is nog
Uit de samenvatting van de interviews is een groot aantal onderwerpen waar het beroepenveld eensgezind over is. Voorbeelden daarvan zijn de koppeling van opleidingsniveaus aan functies, de noodzakelijke professionalisering van het beroep, lessons learned, het complexer worden van het beroep, de VERTROUWELIJK
64
Samenvatting
Pagina
4.5
Rapport
in de beginfase.
invloed van eigen gedrag en dat van anderen op veiligheid, profiling als belangrijk te bestuderen instrument, gebrek aan samenwerking en regie in het beroep, het glazen plafond van het selfmademanagement in veiligheid, verschuiving van de speerpunten in het vak, het belang van agressietraining, de wenselijkheid van masterprogramma’s in het veiligheidsberoep, enzovoort. Bij andere opvattingen is minder consensus zoals de wens bij sommigen voor meer branchegericht onderwijs terwijl anderen juist brede opleidingen willen voor
hbo en masters, de
scholingsgeschiktheid/ bereidheid van werknemers, de bekendheid met de IVK opleidingen, de vraag naar het mbo-4 niveau, het nut van een programma in de Engelse taal, het niveau van / ontbreken van veiligheidskennis / vaardigheden / competenties in mbo en IVK, het nut van mbo-2, of safety en security al dan niet volstrekt gescheiden moeten worden onderwezen/ uitgevoerd, het belangrijkste thema binnen veiligheid, de invloed van wet- en regelgeving, veiligheidsfunctie al dan niet in de directie, de wenselijkheid van masters in de eigen organisatie, het specifieke veiligheidsdomein voor een master, het nut van een doorstroommaster, de grootte van de doelgroep voor masters, enzovoort. Onderstaande samenvatting van de meningen is dan ook gepresenteerd als stellingen, waarover een verdere discussie in het beroepenveld c.q. veiligheidsdomein kan worden gevoerd. Deze stellingen zijn met nadruk geen onderzoeksconclusies; hiervoor wordt verwezen naar hoofdstuk 6. Gevolgen van veranderende opvatting over het domein. De gebruikte terminologie in het domein is niet eenduidig en niet helder; er is sprake van een grijs gebied in begrips- en beeldvorming. Typeringen als ramp, incident, crisis, (integrale) veiligheidskunde, safetymanagement, securitymanagement, crisismanagement, etc. worden naast en door elkaar heen gebruikt. Het domein is erg breed en betreft vrijwel alle maatschappelijke functies. Hieruit volgt de aanbeveling om een eenduidige nomenclatuur in het veiligheidsberoep op te stellen.
Safety heeft te maken met het handelen zonder opzet van de mens en security bemoeit zich met het bewust menselijk handelen. Dat vraagt dus om een volstrekt verschillende aanpak.
Veelal betekent veiligheid in de ogen van organisaties: beveiliging. Sociale veiligheid, critical
Pagina
infrastucture bijvoorbeeld verdienen meer aandacht.
65
Rapport
Onderstaande stellingen kunnen daarbij gebruikt worden.
VERTROUWELIJK
Er zijn type organisaties die behoefte aan beveiliging hebben en organisaties die behoefte hebben aan veiligheidsspecialisten/-kundigen.
Bedrijven waarin veiligheid de primaire functie is, bijvoorbeeld beveiligingsbedrijven, hebben een andere onderwijsvraag dan de bedrijven waarin de veiligheidsvraag een gevolg is van de primaire activiteiten. De vraag naar Mbo-4 in beveiligingsbedrijven is daar een voorbeeld van.
Gevolgen van de gesignaleerde trends.
Gebrek aan samenwerking binnen en tussen diensten is een onderwerp dat wordt onderkend maar niet gerepareerd.
Predictive profiling wordt één van de belangrijkste instrumenten in security.
Eigen gedrag moet een leerdoel zijn in alle opleidingen voor veiligheidsberoepen.
Agressietraining moet een leerdoel zijn in alle opleidingen voor veiligheidsberoepen.
Het vakgebied veiligheidskunde verschuift van groepen naar het individu.
De interesse van het vakgebied veiligheidskunde moet verschuiven naar de kritische infrastructuur.
Beveiligers van beveiligingsbedrijven zijn niet geschikt voor beveiliging.
De
nieuwe
communicatiemiddelen
(&
consumententechnologie)
brengen
nieuwe
veiligheidsvraagstukken met zich mee en wel deze *…+.
Veiligheidskundigen moeten met dilemma’s op het gebied van wetgeving om kunnen gaan. Een voorbeeld hiervan is de privacywetgeving. Wat kan het onderwijs daarmee?
Het onderwijs moet meer aandacht besteden aan de invloed van wetgeving op veiligheidsbeleid.
Veiligheidskundigen moeten bedrijfseconomische afwegingen kunnen maken: kosten van veiligheid vs. de opbrengsten is een belangrijk dilemma.
In directies en raden van toezicht moeten meer specialisten op het gebied van
Toegenomen roep om zelfredzaamheid leidt tot *…+.
Het eigen gedrag is vooral in beveiligingsberoepen één van de belangrijkste competenties: je bent het visitekaartje van het bedrijf.
De complexiteit van veiligheidsvraagstukken neemt toe (tot het onbeheersbare?).
VERTROUWELIJK
66
Pagina
security officer) is een nuttige functie.
Rapport
veiligheidskunde worden aangesteld. Een directiefunctie op het gebied van veiligheid (chief
De toegenomen complexiteit van veiligheidsvraagstukken vraagt om professionalisering van het vak door *…+.
Gevolgen voor opleidingen.
Er moet beduidend meer voorlichting gegeven worden aan de veiligheidsbranche over veiligheidsonderwijs in het algemeen en over ‘e-learning en serious gaming’ in het bijzonder.
Het probleem van het beroepenveld veiligheid is, dat de mensen met relatief beperkte opleiding opklimmen in de organisatie en die dan met een verkokerde blik gaan besturen. Dit personeel heeft wel voldoende niveau om te worden bijgeschoold in managementfuncties.
Het probleem met instromende hbo’ers en wo-ers is dat ze praktijkkant van het vakgebied van veiligheid nog niet of onvoldoende kennen. Dit heeft invloed op de mate van acceptatie door ervaringsdeskundigen.
Opleidingen in de veiligheid moeten een meer branchegericht deel krijgen omdat ze niet aansluiten bij de praktijk.
Het veiligheidsonderwijs moet zich meer bezighouden met methoden ter verwerving van kennis en algemene vaardigheden dan met specifieke kennisvermeerdering.
Omdat het vakgebied veiligheid steeds complexer wordt, moet het professionaliseren en wel op de volgende manieren *…+.
Er is in veiligheidsberoepen een te kleine uitwisseling van kennis en kunde. Iedereen doet maar wat. We leren niks in dit vak. Dat moet veranderen op de volgende manier *…+.
Agressietraining is onderontwikkeld in het veiligheidsonderwijs.
Mbo.
De huidige mbo-2 heeft geen zin meer. We hebben geen macho-beroep meer, het gaat tegenwoordig om het eigen gedrag, servicegerichtheid.
startkwalificatie.
De wens voor een mbo-4 niveau wordt meer bepaald door het gat tussen mbo-3 en hbo bij
Pagina
doorstroming dan door de vraag van het beroepenveld.
Rapport
Een mbo-2 niveau beveiliging is noodzakelijk vanwege wettelijke eisen met betrekking tot
67
VERTROUWELIJK
Cursussen in bedrijven om mbo-3 beveiligingspersoneel in leidinggevende functies te brengen zijn in de praktijk zo kort (3 tot 10 dagen) dat het zonde is daar een opleiding mbo-4 voor op te tuigen.
Het beveiligingsberoep wordt zo ingewikkeld dat je jezelf kunt afvragen of mbo-ers geschikt zijn voor dat beroep.
Hbo.
IVK-opleiding moet meer worden gepromoot in het beroepenveld om deze jonge opleiding meer bekendheid te geven.
De inhoudelijke verschillen tussen de IVK-opleidingen in Nederland moeten beter worden gecommuniceerd. Anders ontstaat er ten onrechte een negatief beeld van de kennis en kunde van de stagairs en afgestudeerde IVK’ers.
De kennis en kunde van de afgestudeerde IVK'er zal worden verbeterd door de onderzoekrol van ‘toegepaste veiligheidkunde’ op te nemen of te benadrukken in het curriculum.
De hbo’er heeft een brede opleiding en kan prima managen in een gegeven concept. Onderzoek naar geschiktheid van de gegeven concepten en ontwikkeling van nieuwe concepten vraagt praktijkervaring en/of extra (postinitiële) scholing.
Het beheersen van de Engelse taal is voldoende om in veiligheidsberoepen op hbo-niveau bij internationale bedrijven in Nederland te werken. Een Engelstalige IVK-opleiding is noodzakelijk bij een internationale doelgroep.
Scholing huidig personeel.
Veiligheidspersoneel heeft op alle niveaus stevige behoefte aan bijscholing.
In overleg met de branche zouden kwalificatie-eisen op alle niveaus moeten worden vastgesteld en in een register worden vastgelegd. Om geregistreerd te blijven moeten medewerkers jaarlijks verplicht bijscholing volgen.
leerlijnen diploma's met een civiel effect kunnen behalen (mbo naar hbo naar masterdiplomering). Aanbieden van scholing aan het personeel vergroot de binding met het bedrijf.
Pagina
Rapport
Medewerkers die scholing willen om promotie te maken moeten via flexibele doorlopende
68
VERTROUWELIJK
Professional master.
De
professional
master
moet
een
belangrijke
schakel
worden/zijn
in
verdere
professionalisering van het veiligheidsberoep. Deze master moet enerzijds de kennis uit de universiteiten
verzamelen,
verwerken,
op
bruikbaarheid
beoordelen
en
kunnen
implementeren en anderzijds zelf nieuwe kennis ontwikkelen en creëren. Dit laatste wordt ook expliciet van een hbo-student verlangd.
Strategisch denken en handelen, denken in (nieuwe) concepten in het veiligheidsberoep vereist professional masters. Beleid is meer een wo-specialiteit.
Een professional master is goed voor de status van het veiligheidsberoep.
Een professional master in het veiligheidsberoep is een brede master. die zich enerzijds richt op managementvaardigheden en anderzijds richt op de ‘veiligheidscasuïstiek’. De praktijkkennis van studenten (en docenten) uit het veiligheidsdomein zal de master onderscheidend moeten maken van algemene managementmasters.
Belangrijke competenties in een veiligheidsmaster zijn – naast veiligheidskennis - zaken als systeemdenken, netwerken, politieke en organisatiesensitiviteit, reflectie op het beroep en de invloed van menselijk gedrag op en in veiligheid, profiling, onderbouwing van modellen, procedures en instrumenten, riskmanagement en scenarioschrijven.
Mogelijke professional masters zijn een master in security profiling, een master in continuity management in *…+ en een master in infrastructure & emergency management.
Alhoewel een doorstroommaster in het veiligheidsberoep (direct aansluitend op de hbostudie) er vanwege de doorlopen leerlijn zou moeten zijn, heeft de branche meer behoefte aan een postinitiële master.
Het vakgebied heeft zeker behoefte aan mensen die de breedte kunnen en willen zien. Daar heb je deskundigen voor nodig die kunnen omgaan met meerdere visies, met meerdere disciplines, met onbevooroordeeld beoordelingsvermogen. Mensen die ontsnappen kunnen
Als er geen nieuwe concepten worden bedacht zie ik de problematiek alleen maar groter worden. Er zijn veiligheidsdenkers nodig. Die functie wordt bij ons nu bekleed door juristen, omdat die nu eenmaal op die functies zitten. Dat moeten speciaal daarvoor opgeleide mensen zijn. Een professional master in veiligheid moet nauw samenwerken met universiteiten in de regio.
Pagina
69
Rapport
uit hun eigen structuren.
VERTROUWELIJK
De bachelors uit het niet-veiligheidsdomein zouden in een intakegesprek moeten aantonen de veiligheidskunde te beheersen. Dat is een moeilijk accrediteerbaar deel.
Acceptatie van EVC’s voor toelaatbaarheid van niet bachelors tot de master zijn noodzakelijk om voldoende werknemers om te scholen voor strategische functies in veiligheidsberoepen in de masterprogramma’s veiligheid.
Omdat safety en security een verschillend uitgangspunt hebben moet gekozen worden voor of een master security of een master safety. Dit is in tegenspraak met het gewenste brede karakter.
Naast een master of in de master moet gewerkt worden met seminars (masterclasses) die zich concentreren rond thema’s. Het beroepenveld wenst (ook) korte cursussen te doen die direct toepasbaar zijn.
Een master in de Engelse taal is noodzakelijk bij een internationale doelgroep. Voor een deeltijd postinitiële master vervalt dit argument en is het voldoende als studenten en afgestudeerden de Engelse taal beheersen.
De grootte van de doelgroep is voldoende om de master economisch haalbaar uit te voeren, mits er een manier gevonden wordt de EVC’s te erkennen.
E- learning en serious gaming De branche is bekend met het begrip e-learning. E-learning wordt nog niet overal gebruikt maar wordt als een belangrijke tool beschouwd. E-learning wordt vooral voor educatieve (leer-) doelen ingezet (simulatie, kennisverwerving en ondersteuning bij trainings – en scholingsdoelen). E-learning wordt als kostbaar gezien. Ook is de doelgroep niet altijd bereid of in staat is e-learning te volgen. Opleidingen zouden (deels) via e-learning gegeven kunnen worden. Serious gaming is minder bekend en wordt (dus) minder ingezet. Serious gaming wordt gebruikt voor
geldt dat deze stellingen met nadruk geen onderzoeksconclusies zijn; hiervoor wordt verwezen naar hoofdstuk 6. E-learning staat nog in de kinderschoenen en moet verder ontwikkeld worden.
Pagina
70
Hieronder is de samenvatting van de meningen over e-learning gepresenteerd als stellingen. Ook hier
Rapport
dilemmamanagement. Vooral brandweer en politie maken veel gebruik van serious gaming
VERTROUWELIJK
Wanneer je e-learning succesvol wilt invoeren, moet je op de doelgroep inspelen.
Je kunt e-learning succesvol krijgen wanneer je de aanpak van politie, brandweer en veiligheidsregio’s volgt.
De investeringskosten van e-learning zijn hoog; dit vraagt dat organisaties op een andere lange termijn - manier naar de kosten moeten kijken.
E-learning kan als ondersteuning voor het onderwijs worden gebruikt.
De branche is dermate afwachtend en traag met het inzetten van e-learning en vooral serious gaming, dat mbo en hbo hierin formeel een stimulerende rol moeten krijgen in de veiligheidsbranche.
De veiligheidsbranche is niet sneller of langzamer met het inzetten van e-learning en serious gaming dan de andere branches. Men zou echter verwachten dat door de meerwaarde - ten opzichte van het in de werkelijkheid oefenen met gevaarlijke situaties - de veiligheidsbranche een voorsprong zou hebben.
E-learning/ serious gaming is vooral waardevol voor high reliability organizations in de veiligheidsbranche, waar zich serieuze veiligheidsvraagstukken afspelen. Relevante voorbeelden van e-learning zijn de vlucht- en de zeehavensimulatoren: dit zijn serieuze en voor opleiding bruikbare toepassingen.
In de veiligheidsbranche ontbreekt de know-how om veiligheidsapplicaties te bouwen in
Pagina
71
Rapport
serious gaming.
VERTROUWELIJK
5
Resultaten en analyse aanbodzijde
Het onderzoek naar het onderwijsaanbod heeft plaatsgevonden door middel van deskresearch. Naast de beschikbare informatie op internet is er gebruik gemaakt van brochures, opleidingsmateriaal en (studie)keuzeprogramma’s. In de periode augustus 2010 - januari 2011 is een groot aantal opleidingen gevonden. In de bijlage I.10 is een lijst weergegeven van de in totaal 431 opleidingen. Per opleiding zijn gegevens gezocht over vooraf bepaalde variabelen. Deze variabelen zijn vervolgens geclassificeerd. De variabelen, de classificatiewaarden en enkele keuzen die gemaakt zijn bij het classificeren zijn weergegeven in bijlage 1. Per opleiding is een totaaloverzicht gemaakt; deze wordt weergegeven in een separaat bijgevoegde bijlage (III). De geclassificeerde variabelen zijn geanalyseerd door middel van kruistabellen. Enkele van deze tabellen zijn weergegeven in bijlage I.11.
5.1
Bevindingen
Uit de inventarisatie en analyse van de scholingsproducten zijn op verschillende onderdelen verbanden te leggen en conclusies te trekken. De conclusies worden getrokken op basis van de beschikbare informatie van de 431 gevonden onderwijsprogramma’s. Geografisch Van de tien grootste steden in Nederland bieden Den Haag en Rotterdam de meeste onderwijsprogramma’s aan. Van de 53 hogeschool onderwijsprogramma’s worden er 14 aangeboden in Den Haag.
opleiders zijn over het algemeen buiten de 10 grootste steden gevestigd. Van de 105 particuliere
Pagina
72
programma’s worden er 97 buiten de grootste 10 steden van Nederland aangeboden.
Rapport
Van de 431 programma’s worden er 105 aangeboden door particuliere instanties. Particuliere
VERTROUWELIJK
14 5
6
1
7
8 9 27 14 15
1
8
7
3
2 2
1 1 1 6
Grand Total
Utrecht
Tilburg
Rotterdam
Overige steden Nederland
25 7 6 15 5 97 1 132 17 5 4 9 280 34 3 6
1
6
Onbekend
Nijmegen
Haarlem
3 5 5 4 12
1 9 6 6 20
Groningen
Eindhoven
Den Haag
Buitenland
Onderwijsinstelling/Instantie Geclassificeerd Hogeschool Opleidingsinstituut securitybedrijf Overheid (defensie, politie, justitie, brandweer) Particuliere opleider ROC Universiteit Grand Total
Amsterdam
Almere
Stad geclassificeerd
53 9 42 105 198 24 431
Tabel: Type onderwijsinstelling vs. locatie van de opleiding
De
aantallen
onderwijsprogramma’s
per
provincie
lopen
sterk
uiteen.
De
meeste
onderwijsprogramma’s worden aangeboden in Zuid-Holland (160). De minste in Drenthe (7) en Zeeland (6). Slechts 5 % van de onderwijsprogramma’s heeft een masterniveau (24), waarvan er 9 in het buitenland - of via afstand leren - te volgen zijn. De 15 onderwijsprogramma’s met een masterniveau in Nederland worden aangeboden in de provincies Zuid-Holland (8), Noord-Holland (6), en Utrecht (1). Onderwijsvorm (voltijd en deeltijd) In het onderzoek is gekeken naar de verschillende vormen van onderwijs. Van de voltijdsvarianten BOL en voltijd worden er 176 aangeboden. Van de varianten deeltijd en BBL, waarbij de student leert
onderwijsvorm dit betreft. Andere onderwijsvormen die worden aangeboden zijn minors en duale
Pagina
73
programma’s.
Rapport
naast een baan, worden er 184 aangeboden. Van 65 programma’s is niet bekend wat voor
VERTROUWELIJK
Doorlooptijd/duur
1 t/m 10 dagen De doorlooptijden/duur van de onderwijsprogramma’s lopen uiteen van 2 dagen tot 6 jaar. Er zijn 43 programma’s die binnen 10 dagen zijn af te ronden. Hiervan worden er 40 aangeboden door particuliere instanties.
1 t/m 6 jaar Van de 431 programma’s hebben er 298 een duur van 1 t/m 6 jaar. Deze programma’s worden voornamelijk aangeboden door het reguliere onderwijs (ROC’s, Hogescholen, universiteiten).
Verdere doorlooptijden zijn: o v.a. 10 dagen t/m 3 maanden
8 onderwijsprogramma’s
o 3 maanden t/m 1 jaar
48 onderwijsprogramma’s
40
43
2
4 1
4
41 1 1 48
2 8
Grand Total
53 9 42 3 105 198 24 3 431
Pagina
74
Tabel: Type onderwijsinstelling vs. doorlooptijd van de opleiding
Variabel
v/a 3 maanden t/m 1 jaar
v/a 10 dagen t/m 3 maanden
v/a 1 jaar t/m 6 jaar
3 41 1 7 17 25 9 8 1 196 21 31 298
Rapport
3
Onbekend
Onderwijsinstelling/Instantie Geclassificeerd Hogeschool Opleidingsinstituut securitybedrijf Overheid (defensie, politie, justitie, brandweer) Particuliere opleider ROC Universiteit Grand Total
1 t/m 10 dagen
Doorlooptijd/duur geclassificeerd
VERTROUWELIJK
Soort opleiding Bij de analyse zijn er 26 soorten opleidingen geclassificeerd. Opleidingssoorten die eruit springen zijn:
Beveiliging en/of bewaking
130 onderwijsprogramma’s
Defensie (veiligheid en vakmanschap)
54 onderwijsprogramma’s
Politieopleidingen
47 onderwijsprogramma’s
Toezicht en veiligheid
40 onderwijsprogramma’s
Bekostigd Van 373 programma’s is bekend of deze bekostigd is of niet. Van de 373 programma’s zijn er 265 bekostigd en 108 niet bekostigd. Niveau De niveaus van het onderwijs variëren van niveau 1 (mbo- niveau 1) tot niveau 6 (masterniveau).
Niveau 1
8 onderwijsprogramma’s
Niveau 2
149 onderwijsprogramma’s
Niveau 3
79 onderwijsprogramma’s
Niveau 4
9 onderwijsprogramma’s
Niveau 5
73 onderwijsprogramma’s
Niveau 5/6
4 onderwijsprogramma’s
Niveau 6
24 onderwijsprogramma’s
Er is duidelijk zichtbaar dat de meeste programma’s (149) worden aangeboden op niveau 2. Hiervan
onderwijsprogramma’s op niveau 4. Van de 66 hbo-onderwijsprogramma’s (niveau 5) zijn er 37 reguliere hbo-onderwijsprogramma’s. 29 zijn
particuliere
onderwijsprogramma’s
met
hbo-werk/denkniveau.
Pagina
programma’s
75
In de totalen is een duidelijk gat te zien tussen niveau 2/3 en niveau 5. Er zijn slechts 9
Rapport
vallen er 85 onder beveiliging en/of bewaking, 27 onder defensie, en 18 onder toezicht en veiligheid.
VERTROUWELIJK
ROC
Universiteit
Grand Total
Vrede, recht en veiligheid
1
16
1
1 1
1
4 2 1 16 4 2
1 1
1 40 5
1 1
1
2
1
3
1 10
1
1
3
2
2 1
2
2
1
2
1 5 4
1 11 2 65 22
1
1 26 25
2
3
3
1
7
1
1 5
3
1
1
1
2 1
1 1
1
1
1 130
1 5 17 15 1
6
2
10
2 6 3 1 18
4
53
22
3
3
5
47
1
1
5
7
1 15
6
9
1
40
5
2
2
1
28
6
49 2 1 1 5 4 42 23 11 6 22 5 38 8 121 64 3 2 2 17 3 2 431
Pagina
Tabel: Type onderwijsinstelling en niveau van de opleiding vs. onderwerp van de opleiding
6
3
Grand Total
Veiligheidskunde
1
Veiligheidsbewustzijn
Specialismen veiligheid
3
Transportveiligheid
Sociale veiligheid
4
Toezicht en veiligheid
Safety en/of Security Management
1
Toegangsbeheer
Risicomanagement
Protective Intelligence
Predictive Profiling
Politie
Persoonsbeveiliging
2
Particulier onderzoeker
Informatiebeveiliging
16 2
Marechaussee
Facility management
Crisismanagement 1
Defensie
Criminologie
CPTED
Brandweer
BOA
2
Rapport
Overheid (defensie, politie, justitie, brandweer) Particuliere opleider
1
76
Opleidingsinstituut securitybedrijf
Niveau 5 6 5/6 Onbekend 2 3 Onbekend 2 3 4 5 6 Onbekend 1 2 3 4 Onbekend 5 6 5/6 Onbekend
Beveiliging en / of bewaking
Onderwijsinstelling/Instantie Geclassificeerd Hogeschool
Aggressietraining
Opleiding geclassificeerd
VERTROUWELIJK
Doorstroming niveau 3 naar niveau 4 Onderstaande tabel laat voor de opleidingen op het gebied van beveiliging en/of bewaking, defensie en toezicht en veiligheid zien dat de mogelijkheden voor doorstroming van niveau 3 naar niveau 4 erg beperkt zijn. Niveau 5 programma’s zijn er niet op deze onderdelen. Niveau Opleiding geclassificeerd
2
3
4
Totaal
Beveiliging en / of bewaking
85
28
2
115
Defensie
27
26
x
53
Toezicht en veiligheid
18
16
x
34
Totaal
130
70
2
201
Tabel: onderwerp van de opleiding vs. niveau van de opleiding Unique selling point De gevonden onderwijsinstellingen zijn ook getoetst op hun niche / unique selling point waarmee ze zich willen onderscheiden. De instellingen zijn vergeleken op basis van het doel van deze boodschap. ROC’s spitsen voornamelijk toe op de carrière / persoonlijke ontwikkeling van de doelgroep en hun aansluiting op de arbeidsmarkt. Particuliere opleiders wijzen voornamelijk op hun grootse opleidingscentrum, de wijze van opleiden en hun specifieke vakgebied. Marketingboodschap Bij de wijze van marketing worden de opvallende punten van het unique selling point aangesterkt. De marketingboodschap van de ROC’s is veelal gericht op de behoefte en het talent van de student.
In het onderzoek naar het onderwijsaanbod is gekeken naar welke samenwerkingsverbanden onderwijsinstellingen hebben. Uit de gevonden informatie blijkt dat als een instelling een
Pagina
samenwerkingsverband heeft, dat veelal met een ander onderwijsinstituut is.
77
Samenwerkingsverbanden
Rapport
Particuliere opleiders marketen voornamelijk met de pluspunten van hun opleidingsinstituut.
VERTROUWELIJK
6
Conclusies en aanbevelingen
In het inleidende hoofdstuk is geschetst dat de aanleiding tot het project Stepping Stones is gebaseerd op drie overwegingen: -
Op dit moment bestaat er in de arbeidsmarkt een tekort aan goed opgeleide safety- en securityprofessionals.
-
Er
moeten
in
antwoord
op
de
marktvraag,
afgestemde
safety-
en
securityonderwijsprogramma’s worden ontwikkeld. Deze onderwijsprogramma’s moeten een doorlopende leerweg vormen en een eenduidige kwalificatiestructuur kennen. -
Duurzaam innoveren in de safety- en securitybranche is alleen mogelijk als de branche een goed ingericht scholingsprogramma heeft dat aansluit op de arbeidsmarkt.
Werkpakket 1 heeft als doelstelling het realiseren van een gedegen inventarisatie en analyse van de marktvraag naar safety- en security-onderwijsprogramma’s. In werkpakket 1 zijn de behoefte van de safety- en security-arbeidsmarkt aan scholing voor de toekomstige en de huidige professionals geïnventariseerd en geanalyseerd. De resultaten van de inventarisatie en analyse worden in verband gebracht met de bestaande en nog te ontwikkelen onderwijsprogramma’s. Deze inventarisatie en analyse hebben plaatsgevonden aan de hand van drie deelonderzoeken, respectievelijk de aanbodzijde (welke opleidingen zijn er), de vraagzijde (welke opleidingsbehoeften heeft de markt) en de trends (kijken naar huidige ontwikkelingen in de branche). Zoals in de onderzoeksverantwoording al benoemd is, is binnen het bestek van dit project een (statistisch) representatief onderzoek niet mogelijk. De resultaten van het onderzoek zijn in dit hoofdstuk daarom verwoord als indicaties van de opleidingsbehoefte van safety- en
Conclusies
De branche geeft aan behoefte te hebben aan meer duidelijkheid over én structuur in het aanbod van opleidingsmogelijkheden. De onderzoekers herkennen dit beeld vanuit hun ervaring met
Pagina
veiligheidsonderwijs. Ook de koppeling van opleidingsniveaus aan functies is gewenst. Men is veelal
78
6.1
Rapport
securityprofessionals.
VERTROUWELIJK
niet op de hoogte van de verschillende opleidingen in het veiligheidsdomein en relateert de behoefte vooral aan functies binnen de eigen organisatie. Verschil van mening bestaat er over de aard van de behoefte: deze betreft enerzijds specialistische veiligheidsopleidingen en anderzijds juist brede opleidingen op het gebied van safety en security. Permanente educatie in safety en security wordt noodzakelijk geacht. Uit de interviews komt naar voren dat in deze behoefte zowel door het reguliere als door het commerciële onderwijs kan worden voorzien. De respondenten geven aan dat veelal de werkgever voor verdere opleiding zorgt, zeker op het vlak van voor de functie specifiek benodigde competenties. Uit de interviews blijkt dat er consensus is over de toenemende complexiteit van het beroep. De toename van die complexiteit heeft volgens een aantal geïnterviewden onder andere te maken met de toename van agressie richting functionarissen in het publieke en private domein alsook met de verschuiving van de aandacht voor mogelijke terroristische aanslagen naar de aandacht voor de individuele (impulsieve) aanslagpleger. Deze toenemende complexiteit heeft met name implicaties voor de (nog te ontwikkelen) opleidingen op niveau 4 (operationeel niveau), 5 (tactisch niveau) en 6 (strategisch niveau). De verwachting is dat er meer vraag komt naar functies op het gebied van safety en security op strategisch niveau, maar dat zittend personeel dat door wenst te groeien ervaart dat het juiste scholingsaanbod niet in voldoende mate beschikbaar is. Aandacht voor de invloed van eigen gedrag (van de werknemer) en dat van anderen op veiligheid wordt nodig geacht. Ook nieuwe technieken en innovatieve oplossingen (denk aan e-learning en profiling) kunnen een bijdrage leveren aan het leren en werken in de toenemende complexiteit. De branche is bekend met het begrip e-learning. E-learning wordt nog niet overal gebruikt maar
Verder wordt benoemd dat er veel behoefte is om de samenwerking tussen én de regie op de verschillende ketenpartners te optimaliseren. Deze behoefte blijkt ook duidelijk uit de beschikbare
Pagina
trendonderzoeken.
79
kennisverwerving en ondersteuning bij trainings- en scholingsdoelen.)
Rapport
wordt als een belangrijke tool beschouwd en vooral voor educatieve (leer-) doelen ingezet (simulatie,
VERTROUWELIJK
Uit het aanbod blijkt dat er op masterniveau enkel opleidingen in het wetenschappelijk onderwijs bestaan op het gebied van safety en security. Vanuit de interviews met het beroepenveld is er zeker belangstelling gebleken voor een professional master op dit vlak, zonder hierbij een duidelijke inhoudelijke richting aan te geven. Na analyse van de onderwijsprogramma’s in de safety- en securitybranche wordt zichtbaar dat de meeste programma’s worden aangeboden op niveau 2. In de totalen is een gat te zien tussen niveau 2/3 en niveau 5. Er zijn slechts 7 onderwijsprogramma’s op niveau 4. De behoefte aan een niveau 4 opleiding blijkt vooral vanuit de hiaat in het scholingsaanbod. De branche beschrijft de behoefte voor opleidingen voor professionals op middelbaar beroepsonderwijs 2 en 3 niveau voornamelijk in termen van competenties. Op het gebied van beveiliging, defensie en toezicht en veiligheid zijn de mogelijkheden voor doorstroom van niveau 3 naar niveau 4 erg beperkt. Niveau 5 programma’s zijn er niet op deze onderdelen en ook niveau 6 ontbreekt in deze kolom. 5 % van de onderwijsprogramma’s heeft een universitair niveau. Van de tien grootste steden in Nederland bieden Den Haag en Rotterdam de meeste onderwijsprogramma’s aan. Van de 53 hogeschoolonderwijsprogramma’s worden er 14 aangeboden in Den Haag.
6.2
Aanbevelingen
Omdat, zoals hierboven benoemd, het onderzoek aan de vraagzijde indicatief van aard is geweest, zijn de aanbevelingen algemeen van aard.
Beter profileren van de bestaande opleidingen in de richting van de safety- en securitybranche.
Het versterken van de profilering van de gemeente Den Haag als stad voor Recht, Vrede en
Onderzoeken welke implicaties de toenemende complexiteit van het beroep heeft voor enerzijds de inhoud van de huidige opleidingen op niveau 4, 5 en 6 en anderzijds voor het
Pagina
ontwikkelen van nieuwe opleidingen.
80
worden versterkt door de resultaten van alle Pieken in de Delta projecten.
Rapport
Veiligheid door het aantal veiligheidsopleidingen in Den Haag. Deze positie zal nog meer
VERTROUWELIJK
Bij het ontwikkelen van de opleidingskolom rekening houden met doorgroei- en ontwikkelmogelijkheid en flexibele in- en doorstroom.
Samen met de branche een register voor de sector ontwikkelen met de geformuleerde functie- en competentie-eisen op alle niveaus en daaraan gekoppeld een eis van (bijvoorbeeld jaarlijkse) scholing om de competentie en kennis op peil te houden.
Ontwikkelen
van
eenduidige
toelatingseisen,
gerelateerd
aan
functies
in
het
veiligheidsdomein, evenals een EVC (erkenning van verworven competenties) procedure in het reguliere onderwijs (niveaus 2 tot en met 6).
Samenwerken met én kennisdelen tussen de opleidingsaanbieders en de branche. (bijvoorbeeld als het gaat om innovatie, permanente educatie en wederzijdse verwachtingen). Waken voor verkokering.
Ontwikkelen van een professionele master voor de sector, met enerzijds een nadruk op algemene managementvaardigheden en anderzijds veiligheidsspecifieke aspecten.
Bij het ontwikkelen van her- en bijscholingsonderwijs gebruik te maken van innovatieve middelen zoals e-learning en/of serious gaming.
Gebruik maken van de onderzoeksresultaten van aanpalende onderzoeken op het gebied van specifieke opleidingen in de safety- en securitybranche (politie, brandweer), met als doel het voorkomen van dubbel onderzoek.
Onderzoek doen naar welke rol het regulier onderwijs kan nemen in de permanente educatie.
Onderzoeken doen naar welke investeringen de branche wil doen in de permanente educatie
Onderzoeken doen naar welke investeringen zowel de branche als de opleidingen willen
Pagina
81
doen in de afstemming van vraag en aanbod.
Rapport
van de werknemer.
VERTROUWELIJK
Onderzoeken doen naar welke scholingsbehoefte (in de zin van gewenste leermethoden) de werknemer in de safety- en securitybranche (de safety- en securityprofessional) heeft en
Pagina
82
Rapport
welke investering hij/zij wil doen.
VERTROUWELIJK
:
Haagse Hogeschool, ROC Mondriaan, Trigion
Project
:
Werkpakket 1 Stepping Stones for Safety en Security
Rapport
:
Eindrapportage werkpakket 1
Datum
:
21 maart 2011
Status
:
1.0 definitief
Auteurs
:
Werkgroep werkpakket 1
Pagina
83
Opdrachtgever
Rapport
Colofon
VERTROUWELIJK